Je gaat een groot deel van je leven werken. Dan kun je maar beter iets doen wat je echt graag wilt en waar je blij van wordt. Wil je graag met dieren werken, dan kun je voorbeeld dierenverzorger worden. Wil je een baan met actie, dan ga je misschien later in het leger. Maar hoe kom je erachter wat je precies wilt? Je kunt daarvoor kijken naar je interesses of de dingen die jij belangrijk vindt. Daarover gaat dit LOB-werkboek.
1. Wat zijn jouw interesses?
1.1 Jouw favoriete TV-programma's
Leerjaar 2
Interesses zijn de dingen die jij leuk vindt. Voorbeeld: Vind je sport en muziek leuk? Dan zijn dit je interesses! Dit hoofdstuk gaat over de dingen die jij interessant en leuk vindt: jouw interesses. Handig om te weten, want daar kun je bij het kiezen van een profiel rekening mee houden. Grote kans dat je dan later werk gaat doen dat je écht leuk vindt!
Kruis aan bij welk programma jij blijft hangen als je zapt op televisie.Lees de beschrijving bij de tv-programma’s dat jij hebt gekozen
Welke interesses die bij jouw tv-programma’s staan, passen echt bij jou? Markeer die.
Welke interesses die bij andere (niet omcirkelde) tv-programma’s staan heb jij ook? Maak deze dikgedrukt.
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de Onedrive.
1.2 Jouw hobby's
Leerjaar 2
Een hobby is iets wat je graag doet. Daaraan zie je ook wat de interesses zijn. Lees de test hieronder.
Het is een stukje uit een interview met Sylvana Simons.
“… Als je een keuze moet maken, kijk dan goed naar je hobby’s. Stel, je rent uit school direct naar huis om je paard te verzorgen, om te dansen of aan een modelvliegtuig te bouwen… Dan heb je een passie voor jouw paard, het dansen of het bouwen van een modelvliegtuig. Ga voor je passie! Je kunt beter middelmatig worden in iets wat je heel leuk vindt, dan de beste in iets wat aanzien heeft en wat je niet leuk vindt.”
Schrijf op wat jouw grootste hobby is. Wat vind jij echt superleuk om te doen? Dat kan echt van alles zijn: volleyballen, muziek luisteren, gamen etc. Mijn grootste hobby is:
Wat vind je daar zo leuk aan?
Bekijk het filmpje dat onder deze vragen staat. Geef aan of je het eens bent met de uitspraak van Sylvana: “Als je een keuze moet maken, kijk dan goed naar je hobby’s”. Ik ben het WEL / NIET eens met deze uitspraak, omdat:
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
1.3 Portfolio-opdracht
Leerjaar 2
Opdracht: Portfolio-opdracht
Meld nu in je portfolio (in OneDrive) al jouw hobby’s (noem het bestand “Wie ben ik”).
Schrijf achter de vierkantjes op wat jij allemaal in je vrije tijd doet. Denk aan: winkelen, sporten, met vrienden afspreken, hobby’s, gamen etc.
Geef ieder vakje, dus elke bezigheid, een x met een eigen kleur. Zet daarna in het linker schema bij elke gekleurde x hoeveel tijd je er mee bezig was.
Voorbeeld: Tv-kijken is GEEL en je hebt maandag van 20:00 tot 20:30 tv gekeken. Dan vul je in de kolom van maandag het vakje 20:00-20:30 een gele x in.
Vorm tweetallen. Bekijk wat je klasgenoot in zijn/haar vrije tijd doet; wat valt je op?
Stel de ander vragen over zijn/haar vrije tijd; wat doet de ander het liefst en wat is daar zo leuk aan? Geef dan een advies; waar moet die ander volgens jou later iets mee gaan doen
Voorbeeld: “Jij moet iets gaan doen met mensen, want het leukste om te doen vind je met vrienden afspreken en samen kletsen.”
Volgens ________ moet ik iets gaan doen met: _______________
Nu doen we het nog een keer: ditmaal zet je achter elk item een:
+ als je het wel iets lijkt
± als je twijfelt
- als dit item niets voor jou is
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
1.9 Thuisopdracht
Leerjaar 2
Vraag je ouder/opvoeder de laatste kolom over jou in te vullen. Gaan zij bij dezelfde interesse plusjes en minnetjes zetten?
1.10 Vergelijk
Leerjaar 2
Opdracht: Vergelijk
Vergelijk in tweetallen de twee ingevulde lijsten. Pik er drie interesses uit en schrijf hieronder op waarom de ander juist die interesses zo goed bij jou vindt passen.
Vraag vervolgens aan de ander, aan welke beroepen hij/zij denkt voor jou. Gebruik het bijgeleverde wordbestand.
Wat zijn competenties? Bekijk het onderste filmpje
Op welke vijf competenties (dat waar je al deskundig en goed in bent) scoor jij hoog volgens de test?
Lees de beschrijving bij elke competentie. In welke beschrijving herken jij jezelf?
In welke beschrijving herken je jezelf juist niet?
Bekijk de beroepen waar je een hoge match mee hebt. Van welk beroep had jij nog nooit gehoord?
Naar welke voorgestelde beroepen ben jij wel nieuwsgierig?
Welke van de voorgestelde beroepen spreekt je het minst aan?
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
Competenties
1.15 Thuisopdracht
Leerjaar 2
Weet jij nog waar je vroeger graag mee speelde? Met de lego of met barbiepoppen? Of speelde je liever buiten? Wat je vroeger graag deed, zegt meer over je interesses dan je denkt. Daarom ga je in deze opdracht met je ouders/verzorgers in gesprek over hoe jij als klein kind was.
Opdracht: Thuisopdracht
Zoek samen drie voorwerpen die laten zien wat jij vroeger graag deed. Het mogen ook foto’s van die voorwerpen zijn.
Zoek terug in de vorige opdrachten. Zet de samenvatting in een Word-document en plaats het in OneDrive.
Wat zijn je twee lievelingsprogramma's?
Wat zijn je top-3 interesses?
Wat zijn je twee meest aansprekende interessegebieden?
Volgens de test van Beroepeninbeeld zijn je drie hoogst scorende competenties:
De twee beroepen die jou aanspreken
1.17 Mijn loopbaan ID & mijn school ID
Leerjaar 2
Op de volgende bladzijdes ga je op zoek naar jouw sterke en zwakke kanten en je belangstelling. Deze bieden je houvast als je studie- en beroepsmogelijkheden gaat verkennen. Dit ga je doen door een soort paspoort van jouw loopbaan en jouw schoolcarrière te maken.
Loopbaan-ID
Hoe moet je werk eruitzien? Om je daarbij te helpen gaan we een Loopbaan-ID samenstellen. Een ID is het Engelse woord voor een identiteitskaart, een soort paspoort. Een paspoort of identiteitskaart moet je laten zien als je ergens binnen wilt komen. Een Loopbaan-ID kun je zien als een soort paspoort om bij de vervolgopleiding binnen te komen. Lees je de afkorting ID gewoon in het Nederlands, dan staat er ‘idee’. In je loopbaan-ID kun je al jouw ideeën en wensen die je nu over je latere werk hebt, verzamelen. Dit kan je helpen bij het zoeken naar de geschikte opleidingen naar het beroep dat bij je past.
Op de volgende bladzijdes ga je proberen om een beeld te krijgen van hoe je werk/beroep er later uit zal moeten zien. Om je daarbij te helpen hebben we de belangrijkste kenmerken van werk voor jou op een rijtje gezet.
A. Werkzaamheden
Wat wil je doen?
B. Werkomgeving
Waar en met wie wil je werken?
C. Werkniveau/Werkwijze
Hoe wil je werken?
D. Hulpmiddelen/Materialen
Met wat wil je werken?
E. Mijn sterke en mijn zwakke kanten
Waar ben je goed en zwak in?
F. Werktijden
Wanneer en hoeveel wil je werken?
G. Vakgebieden
Waar heb je interesse voor?
A. Werkzaamheden: Wat wil je doen?
Met werkzaamheden bedoelen we vooral het werk dat je in een beroep doet. Waar ben je dan de meeste tijd mee bezig? Voor ieder beroep kun je meestal wel de belangrijkste werkzaamheden noemen.
In het onderstaand overzicht staan veel verschillende werkzaamheden genoemd. Kruis aan voor welke jij interesse hebt of waar je graag mee bezig wilt zijn. Kies er minimaal drie en maximaal vijf.
iets maken/produceren
praten
verzorgen
gegevens verwerken
verkopen
land bewerken
bouwen
telefoon aannemen
mooie dingen maken
begeleiden
met dieren werken
repareren
monteren
klanten bedienen
huishoudelijk werk
mensen vermaken
onderhandelen
ontwerpen
gewassen verbouwen
onderzoeken
berekenen
brieven schrijven
uiterlijk verzorgen
natuur beheren
voertuigen besturen
opbergen
lesgeven
adviseren
serveren
planten/bloemen kweken
problemen oplossen
overtuigen
bewaken
park/tuin onderhouden
controlenen
voorraad bijhouden
shilderen
tekenen
Kijk nu naar de werkzaamheden die je hebt aangekruist.
Kan je vertellen waarom je die werkzaamheden graag doet.
Mijn voorkeur gaat uit naar deze werkzaamheden, omdat:
Ben je in je vrije tijd, stage of op school (bijv. in TAT) ook bezig geweest met dit soort werkzaamheden?
Zo ja, schrijf dan op wat je gedaan hebt:
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
1.18 Werkomgeving: waar wil je werken
Leerjaar 2
In de ene omgeving voel je je thuis, terwijl je de andere omgeving je niet echt op je gemak stelt. Je wilt liever binnen of buiten werken. Denk ook eens aan hoe zo’n werkruimte ziet en aanvoelt; is het warm, koud, nat, rumoerig of gewoon aangenaam? Wil je steeds op eenzelfde plek werken of werk je liever op verschillende plaatsen?
In het onderstaand overzicht noemen we verschillende werkomgevingen. Kruis minimaal twee en maximaal vier omgevingen aan waar je graag zou willen werken.
werkplaats
winkel
productiehal
eigen bedrijf
tehuis
laboratorium
kantoor
café, restaurant, hotel
loket, balie, receptie
in een machine (kraan, wals, heftruck)
bouwplaats
theater
(bij mensen) thuis
spreekkamer
achter een bureau
rechtzaal
garage
studio of filmset
ziekenhuis
sporthal, sportschool, zwembad
in de openlucht
in een gevechtsmachine (tank, onderzeeër, gevechtsvliegtuig
wisselende werkplek
in de natuur
binnen
salon
schoolgebouw
in een vervoermiddel (trein, auto, vliegtuig, boot)
Kijk nu naar de werkplekken die je hebt aangekruist. Waarom vind je juist deze werkplekken leuk?
Ik vind deze werkplekken leuk, omdat:
Ben je weleens langere tijd op deze werkplekken geweest?
Als dat wel zo is, schrijf dan op hoe je het toen vond:
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
1.19 Met wie wil je werken? 2
Leerjaar 2
Op het werk heb je meestal te maken met anderen mensen. Met welke mensen en hoeveel je met anderen samenwerkt, hangt af van het soort werk. In sommige banen werk je best veel alleen; in andere juist helemaal niet, Hoe belangrijk is het contact met andere mensen voor jou en met wie wil je dat het liefst te maken hebben?
In het onderstaand overzicht kun je aankruisen met wie je het liefst zou willen werken. Kruis er minimaal twee en maximaal vier aan.
het liefst alleen
gasten
individuele personen
gehandicapten
groepen mensen
klanten
baby's
leerlingen
kinderen
patiënten
jongeren
slachtoffers
volwassen
toeschouwers
ouderen
verslaafden
allerlei verschillende mensen
vluchtelingen
allochtonen
werkzoekende
collega's
gevangenen
Kijk nu met wie je wilt werken. Kun je vertellen waarom je graag met die mensen wilt werken? Ik werk graag met deze mensen, omdat:
Heb je in je vrije tijd, stage of op school (bijv. in TAT) ook met deze mensen gewerkt? Als dat zo is, schrijf dan op met wie en hoe je dat vond:
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
1.20 Werkniveau/werkwijze: hoe wil je werken?
Leerjaar 2
Met deze vraag bedoelen we vooral, hoe jij het liefst je werk doet; wil je het liefst zo zelfstandig mogelijk bezig zijn, of vind je het juist prettig dat er iemand is die jou opdrachten geeft en het werk voor je verdeelt? Wil je veel verantwoordelijkheid dragen of liever niet?
Opdracht: Werkniveau/Werkwijze: Hoe wil je werken?
In het onderstaand overzicht staan verschillende manieren van werken genoemd. Kruis er minimaal twee en maximaal drie aan.
uitvoeren en bezig zijn
vergaderen
anderen assisteren
regelen
opdrachten krijgen
zelfstandig
opdrachten geven
samen in een team
verantwoordelijkheid dragen
het liefst alleen
controleren
overleggen
leiding geven
Leg uit waarom je deze keuze gemaakt hebt. Mijn voorkeur gaat uit naar deze manieren van werken, omdat:
Heb je ervaring met deze manieren van werken? Als dat zo is, geef dan enkele voorbeelden:
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
1.21 Hulpmiddelen/materialen. Met wie wil je werken?
Leerjaar 2
Bijna iedereen gebruikt wel een hulpmiddel of werkt met materialen. Voor bepaalde materialen heb je misschien wel meer voorkeur of met het ene hulpmiddel ben je handiger dan met het andere. Hoe zit dat bij jou?
In het onderstaand overzicht kun je aankruisen met wat je het liefst zou werken. Kruis er minimaal twee en maximaal vijf aan.
gereedschap
machines
hout
voertuigen
stoffen, kleding
computer (programma's)
chemische stoffen
apparatuur
leer
boeken
metaal
geld
dieren
getallen, cijfers
klei
gegevens
steen
instrumenten
plastic
verf
papier
cosmetica
planten
voedingsmiddelen
Geef nu een reden waarom je voor deze hulpmiddelen/materialen gekozen hebt:
Heb je ervaring met het werken met deze instrumenten/materialen? Geef enkele voorbeelden, als je er al mee gewerkt hebt:
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
1.22 Mijn sterke en zwakke kanten
Leerjaar 2
Als mensen in hun werk hun capaciteiten, talenten of vaardigheden kunnen gebruiken dan is de kans groot dat zij plezier hebben in hun werk. Hoe zit dat bij jou? Welke sterke kanten heb jij en zou je graag willen gebruiken? Waar ben je niet zo goed in en zou je eigenlijk niet moeten kiezen?
Opdracht: Waar ben je goed in en waar ben je zwak in?
Kies 3 dingen waar je goed in bent en 3 waar je slecht in bent in het onderstaande tabel. Schrijf deze op in het word bestand.
technisch bezig zijn
luisteren
gevoel voor afstand en maat
inleven
logisch nadenken
uitleggen
gevoel voor kleur
onder woorden brengen
gevoel voor vorm
vriendelijk zijn
oplossingen bedenken
leiding nemen
berekeningen maken
opkomen voor jezelf
teksten begrijpen
presenteren
plannen en organiseren
beslissingen nemen
handig zijn
initiatief nemen
sporten
doorzetten
muziek maken
nauwkeurig zijn
tekenen
netjes afwerken
fantasie gebruiken
eerst denken en dan doen
lichaamskracht gebruiken
hard werken
contact leggen
vertrouwen wekken
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
1.23 Werktijden: Wanneer en hoeveel wil jij werken?
Leerjaar 2
In sommige banen werk je van maandag tot vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur. In weer andere banen gaat het werk altijd door; ook in het weekend, in de avond of op feestdagen. Heb jij een voorkeur voor tijden waarop je het liefst wil werken? En heb je er ook over nagedacht of je fulltime of parttime zou willenwerken? Een voorbeeld: een timmerman werkt van 06.00 uur – 16.00 uur voor Bouwbedrijf Hendriks, een bakker van 04.00 uur – 12.00 uur bij Bakkerij Lamers, een commercieel medewerker van 09.00 uur – 18.00 uur bij de Rabobank en een kok van 13.00 uur – 22.00 uur bij Motel van der Valk.
in het onderstaande overzicht kun je je voorkeuren uitkiezen en opschrijven (minimaal twee)
van 09.00-17.00 uur
alleen op werkdagen
ook in de weekenduren
ook in de avonduren
ook op feestdagen
regelmatig rooster
onregelmatig rooster
parttime
fulltime
Mijn voorkeur gaat uit naar deze werktijden, omdat:
Heb je (of je ouders/verzorgers of iemand in je omgeving) ervaring met deze werktijden?
Noem de voor-en nadelen:
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
1.24 Vakgebieden: waar heb je interesse voor?
Leerjaar 2
Sommigen hebben al een profiel of keuzevak gekozen, anderen nog niet. Voor iedereen geldt dat je in het vervolgonderwijs te maken krijgt met beroepsrichtingen. De meest voorkomende beroepsrichtingen staan in het onderstaand overzicht genoemd.
Hulpmiddelen of materialen die ik wil gebruiken zijn
Mijn sterke kanten/mijn zwakke kanten
Werktijden die me aanspreken
Ik zou graag in de volgende beroepsinrichtingen willen werken
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
1.26 School-ID/Schoolvakken
Leerjaar 2
School-ID
Na het loopbaan-ID stellen we ook een school-ID samen. Dit betekent dat je kijkt naar je ervaringen op school tot nu toe. Deze kun je en moet je ook betrekken bij het opstellen van een loopbaanplan. We kijken nu naar twee verschillende schoolzaken:
Schoolvakken
Studiehouding en gedrag
Schoolvakken
Op school krijg je een indruk van de verschillende vakken. Waar ben je goed in en waar niet? Wat vind je interessant en wat niet? Schoolvakken hebben veel te maken met vakgebieden. Onderzoeken hoe het zit met je capaciteiten en je interesse in de schoolvakken kan je een idee geven waar goede mogelijkheden liggen en waar juist niet.
In de tabel in het word bestand kun je aangeven hoe groot je belangstelling is voor de schoolvakken. Noteer allereerst de vakken die je dit schooljaar hebt, Kruis vervolgens aan hoe groot je interesse is voor de verschillende vakken.
Schrijf de drie vakken op die je het leukst vindt. Noteer ook waarom je die vakken leuk of interessant vindt. Bedenk bij elk vak twee redenen, bijv. omdat je daar heel goed in bent, leuke onderwerpen, enz.
Zijn er ook vakken die je niet zo leuk vindt? Zo ja, schrijf dan maximaal drie vakken op die je vervelend vindt. En schrijf ook op waarom je die vakken zo vervelend vindt.
In het schema in het word bestand kun je lezen welke vakken belangrijk kunnen zijn voor je loopbaankeuze. Dit zijn de vakken waarin je goed bent en waardoor je veel belangstelling hebt.
Dit zijn je toppers.
Ook kun je zien welke vakken je beter kunt vermijden in de toekomst. Vakken waarin je niet goed bent en waarvoor je weinig interesse hebt.
Dit zijn je stoppers.
Vul nu het schema in.
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
1.30 Studiehouding en gedrag
Leerjaar 2
Stilstaan bij je studiehouding en gedrag kan je meer inzicht geven in je instelling en werkhouding. Voor de keuze van een vervolgopleiding en werk is het belangrijk om daarmee rekening te houden. Ben je iemand die in de klas meestal rustig is of ben je iemand die maar moeilijk stil kan zitten? Ben je iemand die trouw doet wat er gevraagd wordt of ben je huist iemand die er de kantjes van afloopt?
Maak nu een samenvatting van je uitspraken over je schoolvakken, studiehouding en gedrag. Gebruik hierbij het bijgeleverde word document. Plaats deze ook in je portfolio.
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
1.32 LC Data interessetest
Leerjaar 2
Nu is het tijd om een officiële beroepskeuzetest te gaan maken. Uit deze test zal blijken welk profiel en/of welke keuzevakken jij het leukst vindt en de meeste interesse voor hebt (en dus het hoogst scoort). Maak deze test serieus, want de uitslag gaat ook naar het profiel van jouw keuze. Neem dus de tijd voor het invullen van deze interessetest en volg precies de stappen! Van je docent/mentor ontvang je nu de inloggegevens van de “LC Data Beroepskeuzetest”.
De leerweg, die je volgt (Theoretisch/ Gemengd/ Basis-Kader)
Klik op:
Verder
Klik op:
1. Interessetest
Klik op:
De 3 leukste beroepensectoren/domeinen
Klik op:
Verder
Klik op:
Verder
Beantwoord nu alle 80 vragen van deel 1.
Hierna kom je bij deel 2 (120 vragen).
Eerst kies je in gedachte (!) van de 2 beroepen die in de rechthoeken staan, het beroep dat je het leukst (of het minst vervelend) vindt.
Daarna bepaal je van het gekozen beroep of je het ‘erg leuk’ of ‘tamelijk leuk’; dát is de knop die je aanklikt.
Nadat je alle vragen ingevuld hebt, krijg je de uitslag in beeld.
Print deze uitslag en sluit daarna het programma af. Doe dit NIET door het kruisje weg te klikken, maar door op “Beroepenwijzer afsluiten” te klikken. Je moet dus UITLOGGEN, anders worden je gegevens niet opgeslagen en moet je de test nog een keer te doen!
Je hebt nu de LC Data beroepsinteressetest gedaan. Hang de uitslag in je portfolio onder “mijn keuzes – leerjaar 2”. Waar heb jij de hoogste scores voor gehaald?
Welke van deze 3 hoogste scores past het best bij jouw interesses, loopbaan-ID en school-ID? Vul in en hang deze opdracht in je portfolio:
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
2. Jouw droombanen
2.1 Dromen
Leerjaar 2
Dit jaar kies je een profiel/keuzevak. Hiermee kies je je programma voor de rest van het VMBO. Het is ook de eerste stap naar een vervolgstudie en je toekomstige baan. Voordat je een keuze maakt, is het goed om te dromen. Voorbeeld over je ideale baan.
Administratief medewerker, juwelier, kapper, vrachtwagenchauffeur, sportinstructeur…… Er zijn ontzettend veel beroepen die je later kunt gaan doen. Heb jij al een idee welke richting jou leuk lijkt? Bekijk eerst het bovenstaande filmpje.
Kijk naar de droombaan. Welke weg moet je volgen om die droombaan te krijgen? Welke opleidingen moet je doen? Hoelang duurt dat? Gebruik het schema hieronder als je het niet weet, zoek het dan uit op internet.
Wat heb jij allemaal over voor je droombaan? Geloof jij dat alles mogelijk is als je er maar hard voor werkt?
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
2.5 Groepsopdracht
Leerjaar 2
Opdracht: Groepsdracht
Vorm groepjes van vier.
Stel je voor hoe jullie toekomst eruit ziet. Wat voor baan denk jij dat de anderen later hebben? Teken iedereen in je groepje in hun toekomstige beroep.
Voorbeeld: denk je dat Tessa later dieren gaat verzorgen in een dierentuin?
Dan teken je Tessa in een dierentuin. Bespreek de opdracht met je groepje; vertel elkaar wat je denkt dat de ander gaat doen. Leg uit waarom je dat denkt. Wat vind je van de beroepen die de anderen voor jou hebben bedacht? Upload deze antwoorden naar de OneDrive.
2.6 Stel...
Leerjaar 2
Opdracht: Stel..
We blijven nog even doordromen.
Stel….je wordt verplicht om in de beachclub “Blue Marlin” op Ibiza te werken. Je zou daar klanten kunnen verwelkomen (gastheer/gastvrouw), maaltijden kunnen bereiden (kok), maar ook telefoons kunnen beantwoorden (frontoffice medewerker), zorgen dat er meer gasten in jouw strandtent komen (commercieel medewerker), zorgen dat alles gerepareerd wordt (technicus), zorgen dat de strandtent netjes oogt (facilitair medewerker, schilder), zorgen dat de boekhouding klopt (administrateur), dat er optredens zijn (zanger, licht- en geluidstechnicus).
Stel je voor: vanaf nu hoef je niet meer naar school. Maar je moet wel iets doen. Behalve de hele dag op bed liggen mag en kan alles. Wat zou jij dan het liefste willen doen? Ik zou dan het liefste..
Misschien heb je een oom die piloot is. Of een buurvrouw die bij de televisie werkt. Je droombaan is soms dichterbij dan je denkt! Kijk eens om je heen, bij je familie, vrienden, buren etc. Wat voor banen hebben zij? Kies daar een baan uit die jou heel leuk lijkt.
Mijn ... (vul in oom, buurman, etc) is: ...
Dit lijkt mij een leuke baan omdat: ...
Bedenk wat je wilt weten over dit beroep. Waar ben jij nieuwsgierig naar?
Bedenk minimaal vijf vragen die aan deze persoon wilt stellen. Voorbeeld: wat doe je precies op een dag? Hoe ben je bij deze baan terecht gekomen? Nu jij!
Bedenk vragen die beginnen met de woorden ‘hoe’, ‘wat’, ‘waarom’ of ‘welke’. Dat zijn open vragen. Daarmee krijg je de beste antwoorden.
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
2.16 Portfolio-opdracht
Leerjaar 2
Nu ga jij iemand interviewen die (ongeveer) hetzelfde beroep heeft als jij ook graag zou willen hebben. Waarom doe je dat? Zo kom je erachter wat het beroep van die persoon inhoudt. En je kunt bedenken of dit wat voor jou is. In het volgende filmpje tips voor een interview:
Opdracht: Beroepen-interview
Stap 1: Zoek iemand om te interviewen.
Bedenk een beroep waar je meer over te weten wilt komen. Weet je geen beroep?
Kijk dan eens op www.mbostad.nl naar beroepen.
Ga op zoek naar iemand die dit beroep heeft.
Vraag aan klasgenoten, vrienden, familie of kennissen of ze iemand weten.
Stap 2: Maak een afspraak.
Bel de persoon op of stuur een mail.
Vraag daarin of je hem of haar mag interviewen over zijn beroep.
Zo ja, maak een afspraak wanneer je langs kunt komen.
Schrijf hieronder op wie je gaat interviewen en wat je hebt afgesproken.
Stap 3: Bedenk wat je wilt weten.
Wat wil jij allemaal weten over het beroep? Waar ben je nieuwsgierig naar?
Verzin nog drie vragen die je wilt stellen tijdens het interview.
Stel open vragen (die beginnen met hoe, wat, waarom of welke).
Schrijf je interviewvragen op het interviewblad en neem dit mee naar het interview!
Stel jezelf eerst voor en leg uit waarom je komt interviewen.
Stel hem/haar de volgende vragen (en noteer zijn/haar antwoorden eronder).
Vraag door als je iets niet begrijpt of meer wilt weten.
Maak tijdens het interview aantekeningen, neem het geluid op of film het.
Vergeet niet na afloop te bedanken voor de tijd en moeite.
Vraag of hij/zij het verslag van het interview wil zien.
Stap 4: Houd het interview!
Stel jezelf eerst voor en leg uit waarom je komt interviewen.
Stel hem/haar de volgende vragen (en noteer zijn/haar antwoorden eronder).
Vraag door als je iets niet begrijpt of meer wilt weten.
Maak tijdens het interview aantekeningen, neem het geluid op of film het.
Vergeet niet na afloop te bedanken voor de tijd en moeite.
Vraag of hij/zij het verslag van het interview wil zien
Voor praktische info kun je het best dit wordbestand downloaden.
Stap 5: Verwerk het interview.
Je mag nu kiezen hoe je het interview verwerkt:
Maak er een verslag van. Typ de vragen en antwoorden netjes onder elkaar uit in Word.
Maak er een tijdschriftartikel van. Maak een mooi artikel van je interview, voorbeeld met de tool Canva (www.canva.com):
Maak er een filmpje van. Neem het hele interview op met een camera.
Monteer er na afloop een kort filmpje van met de beste uitspraken over het beroep.
Stap 6: Klassikale opdracht.
Presenteer (vertel) de interessantste informatie uit jouw interview aan jouw klasgenoten in 60 seconden. Iedereenkomt aan de beurt.
Op deze manier kom je in korte tijd van alles over diverse beroepen te weten.
Stap 7: Hang deze uitgewerkte opdracht in je OneDrive portfolio.
3. De B/K Hooghuis-profielen
3.0 Inleiding
Leerjaar 2
In dit hoofdstuk gaan we het hebben over de “profielen”. Een profiel is een beroepsrichting die je kiest op school. Binnen Het Hooghuis zijn er in de Basis- en Kader-leerweg acht profielen, waaruit jij kunt kiezen als vmbo B/K-leerling.
Bouwen, Wonen & Interieur
Produceren, Installeren & Energie
Mobiliteit & Transport
Economie & Ondernemen
Horeca, Bakkerij & Recreatie
Zorg & Welzijn
Groen
Dienstverlening & Producten
Uitleg
In de bovenbouw van het vmbo (Basis / Kader) volg je dus één van de acht bovenstaande profielen, die Het Hooghuis aanbiedt. Dat betekent dat je een bepaalde beroepsrichting op gaat. In dit hoofdstuk krijg je informatie over alle profielen die er zijn en waar je op moet letten als je een profielkeuze maakt. Welk profiel je ook kiest ...je vakkenpakket is altijd op dezelfde manier opgebouwd. Je hebt namelijk:
een gemeenschappelijk deel; Nederlands, Engels, Maatschappijleer, Lichamelijke opvoeding, CKV en Wiskunde/Biologie/Economie/Nask
een profieldeel (=module), waarin je al echt dingen voor een beroep leert,
een keuzedeel (=keuzevak; meestal uit jouw profiel, maar je mag er één uit een ander profiel kiezen.
Als je vmbo basis of kader volgt, krijg je in de bovenbouw:
4 modules en 4 keuzevakken
3.1 Mindmap
Leerjaar 2
Opdracht: Mindmap
Bekijk het volgende mindmap-filmpje:
Je neemt 8 A4-vellen.
Je schrijft bovenaan telkens op één A4:
Bouw, Wonen & Interieur
Produceren, Installeren & Energie
Mobiliteit & Transport
Economie & Ondernemen
Horeca, Bakken & Recreatie
Zorg & Welzijn
Groen
Dienstverlening & Producten
Je schrijft daarna op ieder vel:
Waar denk je aan bij… (telkens het profiel noemen)
Benoem ook welke richting van dit profiel jou het meeste aanspreekt.
Beroepen; verzin bij ieder profiel vijf beroepen. Kom je er niet uit? Ga naar dan naar www.bekijkjetoekomstnu.nl en kijk bij het tabblad Beroepen, welke beroepen er allemaal zijn.
Bekenden; schrijf twee bekenden (familie, buren, vereniging, Facebook etc.) op die een beroep hebben in deze richting.
Bekijk nu een algemeen filmpje over de profielen van het vernieuwde VMBO:
3.2 Thuisopdracht
Leerjaar 2
Opdracht: Thuisopdracht
Vraag aan je ouder/opvoeder bij welk profiel hun beroep het beste past.
Ouder/opvoeder 1:
Ouder/opvoeder 2:
Zet het in de OneDrive.
3.3 De profielen
Leerjaar 2
DE 8 PROFIELEN VAN HET HOOGHUIS
Op de volgende pagina’s staat informatie over alle acht profielen. Tijdens het lezen kom je een vraag tegen om kwaliteiten die jij beschikt, te omcirkelen. Vervolgens kijk je naar een filmpje over het profiel. Tot slot staan er vragen over het profiel, die je moet beantwoorden.
Bouw, Wonen & Interieur
Produceren, Installeren & Energie
Economie & Ondernemen
Horeca, Bakken & Recreatie
Zorg & Welzijn
Groen
Dienstverlening & Producten
Mobiliteit & Transport
BOUWEN, WONEN & INTERIEUR (BWI)
Jij bent een bouwer. Je bedenkt graag hoe een gebouw er van buiten of binnen uit
moet zien. Je wilt later met je handen werken en je weet van aanpakken.
Wil je graag in de bouw werken? Dan is dit profiel iets voor jou. Bouwen begint met een goede fundering. Daar leer je een heleboel over. Maar natuurlijk ook over het metselwerk en de bescherming van een huis tegen lawaai en kou (=isolatie). Om een stevig, veilig én mooi huis te bouwen, is het belangrijk dat je meetinstrumenten leert gebruiken en weet hoe je met de uitkomsten van die metingen berekeningen kunt maken. Maar ook de binnenkant van een huis of gebouw is belangrijk. Mooie meubels moeten worden ontworpen, gemaakt en dan van een kleur voorzien. Natuurlijk allemaal met de juiste technieken, gereedschappen en materialen. Hout is voorbeeld een prachtige grondstof voor meubels, maar hoe maak je van een paar planken een trendy en stevig meubelstuk? Een goede voorbereiding (werktekeningen, kennis van gereedschappen) zal je helpen een prachtig werkstuk af te leveren en de meubelmaker van de toekomst te worden..
Ze zeggen dat ik creatief en handig ben. Ik vind het leuk om mijn kamer steeds anders in te richten. Ik struin graag door Ikea om te kijken naar mooie kastjes, bureautjes en hebbedingetjes. Ook kijk ik graag naar woonprogramma’s op tv, waarin ze zelf een meubelstuk maken of een hele woning veranderen. Maar het lijkt me ook super om samen met een ploeg mensen een huis te bouwen. Heerlijk die sfeer op de bouwplaats!
Wat kan ik?
Ik vind het leuk om uit te zoeken wat bij elkaar past, zodat je een gezellige, knusse kamer krijgt. Ik snap dat andere mensen juist kiezen voor een strakke inrichting, want smaken verschillen nu eenmaal. In mijn hoofd zitten allerlei ideeën!
Wat wil ik?
Het lijkt mij leuk om mensen later adviezen te geven over de inrichting van hun woning. Maar het kan ook zijn dat ik juist een woning mooier wil maken door te leren voor schilder of metselaar.
Verplichte vakken voor dit profiel zijn: Nederlands, Engels, Wiskunde en Nask 1
Modules voor Basis- en Kaderleerlingen zijn:
Bouwproces en bouwvoorbereiding
Bouwen vanaf de fundering
Hout- en meubelverbindingen
Design en Decoratie
Bij dit profiel (BWI) horen de volgende keuzevakken:
Interieurbouw, stands en betimmeringen
Interieurontwerp en design
Meubel maken
Constructieve aansluitingen en afwerkingen
Daken en kapconstructies
Gevelopeningen
Schilderen en afwerken van hout- en steenachtige ondergronden
Schoonmetselwerk
Uit deze rij mag je er in de bovenbouw vier kiezen.
Op de vorige pagina staan beroepen die bij BWI horen. Omcirkel het beroep dat het beste bij je past.
Omcirkel hierboven minimaal een en maximaal 4 keuzevakken, die jou wel leuk lijken.
Bedenk twee bedrijven/instellingen die bij dit profiel passen
Geef dit profiel een cijfer (0 is echt niets voor mij, 10 is absoluut iets voor mij).
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
3.4 Produceren, Installeren & Energie (PIE)
Leerjaar 2
Jij kunt goed met je handen werken. Je bent een specialist in jouw vakgebied en bedenkt oplossingen voor allerlei problemen, voorbeeld als iets niet werkt. En als het nodig is, maak je zelf een heel nieuw product.
3D-PRINTING – AANPAKKEN – ANALYSEREN – IETS MET MIJN HANDEN MAKEN – MACHINES – ONDERZOEKEN
kies de woorden uit die bij jou passen.
Produceren betekent maken. Bij dit profiel leer je producten te maken van voorbeeld metaal. Je leert hoe je plaatstaal bewerkt en verbindt, voorbeeld door te lassen. Het is belangrijk om met de juiste gereedschappen te werken; denk daarbij aan een draaimachine of een boormachine.
Installeren is het werk van een loodgieter. Hij legt sanitaire installaties aan, voorbeeld een wastafel of toilet. Hij spoort ook storingen op, zoals verstoppingen of lekkages.
Energie heeft veel te maken met elektriciteit. Dat is het werk van een elektricien. Die brengt elektrische bedrading aan, sluit elektrische apparaten aan en verhelpt stroomstoringen.
Voor al deze werkzaamheden leer je werktekeningen lezen, metingen uitvoeren en meetrapporten presenteren. Ook het uittesten van opstellingen en het geven van demonstraties zijn belangrijke onderdelen van dit profiel. Bovendien leer je hoe je klanten uitlegt wat je hebt gerepareerd en waarom.
Ik weet nog niet precies wat ik wil worden, maar ik ben wel technisch aangelegd. Ze zeggen dat ik gouden handjes heb, dat ik mijn handen kunnen maken wat mijn ogen zien. Ik ben een pietje-precies. Ik vind het mooi om met allerlei verschillende materialen en gereedschappen te werken. Het liefst rommel ik een beetje in de hobbykamer thuis.
Wat kan ik?
Ik ben altijd bezig dingen te maken of te repareren. Ik werk graag mee aan het bouwen van een carnavalswagen met alles erop en eraan. Bang voor vieze handen ben ik niet! Ik heb al mooie werkstukken gemaakt.
Wat wil ik?
Iets technisch, iets met mijn handen. Voor mij geen saai werk in een kantoor. Wat het wordt? Dat wil ik nog even uitproberen. Mooi dat je bij dit profiel drie richtingen uit kunt!
Verplichte vakken voor dit profiel zijn: Nederlands, Engels, Wiskunde en Nask 1
Modules voor Basis- en Kaderleerlingen:
Ontwerpen en maken
Bewerken en verbinden van materialen
Besturen en automatiseren
Installeren en monteren
Bij dit profiel (PIE) horen de volgende keuzevakken:
Plaat- en constructiewerk
Booglasprocessen
Praktisch booglassen
CNC-technieken
Verspaningstechnieken
Utiliteit installaties
Domotica en automatisering
Woon- en kantoortechnologie
Duurzame energie
Klimaattechnologie
Drinkwater en sanitair
Dakbedekking
Koude techniek
Uit deze rij mag je er in de bovenbouw vier kiezen.
Heb je iets met motoren en auto`s? Dan past dit profiel bij jou. Je leert alles over benzine en elektromotoren, hoe je ze moet inbouwen en testen maar je leert ook hoe je veiligheidssystemen, koelsystemen wielophanging, ruitenwisserinstallaties, reinigingssystemen, en ventilatiesystemen.
Controleert en afstelt het repareren van voorbeeld verlichting en banden komt ook aan bod net als het uitvoeren van een rijklaarcontrole en het monteren van een carrosserie.
Verder leer je hoe je allerlei metingen verricht en waar je de uitslagen voor gebruikt je leert omgaan met een heleboel gereedschappen en materialen ook ontdek je hoe je serie-, parallel- en gemengde schakelingen maakt.
Een ander belangrijk onderdeel van dit profiel is het transporteren van goederen (logistiek) je leert een routeplanning maken, maar ook welke documenten belangrijk zijn bij het vervoer van bepaalde (gevaarlijke) stoffen. Het laden en lossen is een kunst apart, waar allerlei regels en afspraken voor gelden
Ik houd van (snelle) auto`s en loeiende motoren. Ik ken allerlei automerken en hun bijzonderheden. Ik kijk mijn ogen uit in een garage, daar ben ik graag. Er gaat niets boven de geur van olie en rubber banden. Ik ben niet bang om een beetje vies te worden een overal aan en dan lekker sleutelen aan motoren. Ik ben fan van Max Verstappen. Coureur zal ik wel nooit worden, maar iets met auto`s lijkt doen lijkt me helemaal super!
Wat kan ik?
Sleutelen aan brommers, fietsen repareren oliepeil meten, banden op spanning brengen en auto`s poetsen. Ik denk dat ik met weinig lessen mijn rijbewijs zal halen.
Wat wil ik?
Automonteur of vrachtwagenchauffeur worden. Of misschien wel verkoper van auto`s. of mijn eigen transportbedrijf beginnen maar het kan ook een kantoorbaan worden, waarbij ik de routeplanning maak voor de vrachtwagens en ervoor zorg dat alle documenten in orde zijn.
Verplichte vakken voor dit profiel zijn: Nederlands, Engels, Wiskunde en Nask 1
Modules voor Basis- en Kaderleerlingen:
Motorconditie testen
Wielophanging en carrosserie
Verlichting en comfortsystemen
Transport
Bij dit profiel (M&T) horen de volgende keuzevakken:
Aandrijf- en remsystemen
Electronica
Motorsystemen
Fietstechniek
Operationele magazijnwerkzaamheden
Ritvoorbereiding en –afhandeling
Verbrandingsmotoren
Bedrijfswagens
Uit deze rij mag je er in de bovenbouw vier kiezen.
Op de vorige pagina staan beroepen die bij M&T horen. Omcirkel het beroep dat het beste bij je past.
Omcirkel hierboven minimaal één en maximaal 4 keuzevakken, die jou wel leuk lijken.
Bedenk twee bedrijven/instellingen die bij dit profiel passen:
Geef dit profiel een cijfer (0 is echt niets voor mij, 10 is absoluut iets voor mij):
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
3.6 Economie & Ondernemen (E&O)
Leerjaar 2
Jij bent geschikt voor het zakenleven. Je kunt in een winkel werken of alles regelen wat op de achtergrond van een bedrijf gebeurt. Je adviseert en helpt mensen of bedenkt de nieuwste trend.
MENSEN HELPEN – ECONOMIE – REGELEN – WERKEN MET CIJFERS – WERKEN MET COMPUTERS – AFWISSELING – EIGEN BAAS ZIJN – IETS VERKOPEN – PRATEN
kies de woorden die bij je passen.
Bij dit profiel leer je van alles over de administratie van een bedrijf. Daar komt veel bij kijken. Denk maar eens aan de boekhouding of aan het versturen van brieven.
Werken in een winkel hoort ook bij dit profiel. Stel je eens voor hoe trots je zou zijn, als een tevreden klant de winkel verlaat met een aankoop die jij hebt geadviseerd? Daar heb je onder andere veel kennis van het assortiment voor nodig. Sommigen vinden het leuk om een eigen winkel te hebben, anderen werken liever in een groot warenhuis of een speciaalzaak. Je kunt je ook verdiepen in het beheren van een webshop. Die komen er steeds meer, en daar ga je op een heel andere manier met producten en klanten om.
Een andere werkplek is het magazijn. Hoe kun je op een snelle manier om iets vinden tussen al die artikelen die op voorraad zijn? En hoe houd je die voorraad netjes geordend?
Vroeger speelde ik graag winkeltje. Nu lijkt het me nog steeds leuk om in een winkel te werken. Ik houd van shoppen en ik kijk graag naar mooie etalages. Ik volg de mode en ik bezoek regelmatig webshops. Soms is het daar een stuk goedkoper. Ze zeggen dat ik altijd vriendelijk ben. Dat is erg belangrijk als je met klanten werkt.
Wat kan ik?
Ik denk dat ik wel goed kan omgaan met klanten. Rekenen vind ik soms nog lastig. Precies genoeg geld teruggeven is best moeilijk, maar ik wil het graag leren. Met verjaardagen en Sinterklaas vind ik het leuk om mooie pakjes te maken
Wat wil ik?
Het lijkt me superleuk om een eigen winkel te beginnen. Eigen baas zijn en mooie dingen verkopen. Maar dan moet je wel eerst wat ervaring opdoen. Meewerken in een winkel, etalages maken en misschien wel een webshop opzetten.
Verplichte vakken bij dit profiel zijn: Nederlands, Engels, Wiskunde en Economie
Modules voor Basis- en Kaderleerlingen:
Commercieel
Secretarieel
Logistiek
Administratie
Bij dit profiel (E&O) horen de volgende keuzevakken:
Marketing
Officemanagement
Financieel en administratief beheer
Webshop
Presentatie en styling
Distributie
Printmedia producties
Applicatieontwikkeling
Fotografie
Digispel
Uit deze rij mag je er in de bovenbouw vier kiezen.
Op de vorige pagina staan beroepen die bij E&O horen. Omcirkel het beroep dat het beste bij je past.
Omcirkel hierboven minimaal één en maximaal 4 keuzevakken, die jou wel leuk lijken.
Bedenk twee bedrijven/instellingen die bij dit profiel passen:
Geef dit profiel een cijfer (0 is echt niets voor mij, 10 is absoluut iets voor mij):
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
3.7 Horeca, Bakkerij & Recreatie (HBR)
Leerjaar 2
Je houdt van koken en bakken of je wilt mensen een leuke avond, dag of vakantie
bezorgen. Je kunt hard werken en vindt het niet erg om soms op de raarste tijden aan het werk te gaan. Dankzij jou hebben mensen een fijne tijd.
KOKEN – BAKKEN – HANDEN UIT DE MOUWEN – MENSEN LATEN GENIETEN – WISSELENDE WERKTIJDEN – SAMENWERKEN
kies hier de woorden uit die bij jou passen.
Vind je het leuk om gasten te ontvangen en voor ze te koken? Bij dit profiel leer je dranken en gerechten volgens recept te bereiden en ze daarna netjes, smaakvol en op verschillende manieren uit te serveren aan gasten. Je doet dit met de juiste gereedschappen en materialen en je werkt heel hygiënisch. Ook leer je van alles over de ingrediënten waarmee je de gerechten maakt. Je leert bakkerijproducten maken en versieren, zodat ze er aantrekkelijk en smakelijk uitzien.
Sommige gasten willen niet alleen lekker eten, maar ook vermaakt worden. Daarom leer je hoe je activiteiten en amusement (recreatiemogelijkheden) voor de gasten organiseert. Er zijn speciale entertainmentbureaus die je hiervoor kan inschakelen. Kortom: je leert ervoor te zorgen dat je gasten een aangenaam verblijf hebben en dat het hun aan niet ontbreekt.
Ik vind koken leuk. Een lekker gerecht wordt nog beter als je het netjes serveert, op een tafel die er sfeervol uitziet. Dat vind ik met Kerst altijd zo mooi. Tv-programma’s met Herman den Blijker of ‘Heel Holland bakt’ kijk ik graag.
Wat kan ik?
Ik ben al best goed in koken en ik probeer weleens recepten uit. Ik vind het ook heel leuk om in de keuken te helpen of om de tafel feestelijk te dekken. ’s Zomers help ik bij de barbecue graag mee bij het maken van sausjes en salades.
Wat wil ik?
Ik wil misschien koken in een restaurant of serveren. Het lijkt me geweldig om in een hotel te werken en ervoor te zorgen dat de gasten het naar hun zin hebben. Lekker van alles voor ze regelen en organiseren. Misschien ga ik wel in een bakkerij werken en luxe gebakjes en chocolaatjes maken. Ook helemaal top
Verplichte vakken voor dit profiel zijn: Nederlands, Engels, Wiskunde en Economie
Modules voor Basis- en Kaderleerlingen zijn:
Gastheerschap
Bakkerij
Keuken
Recreatie
Bij dit profiel (HBR) horen de volgende keuzevakken:
Brood- en banketspecialisatie
Gastheerschap specialisatie
De bijzondere keuken
Patisserie
Keukenspecialisatie
Traiteur (Leerwerkhuis)
Evenementen
Uit deze rij mag je er in de bovenbouw vier kiezen.
Op de vorige pagina staan beroepen die bij HBR horen. Omcirkel het beroep dat het beste bij je past.
Omcirkel hierboven minimaal één en maximaal 4 keuzevakken, die jou wel leuk lijken.
Bedenk twee bedrijven/instellingen die bij dit profiel passen:
Geef dit profiel een cijfer (0 is echt niets voor mij, 10 is absoluut iets voor mij):
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
3.8 Zorg & Welzijn (Z&W)
Leerjaar 2
Jij gaat graag met mensen om. Je kunt in een team werken om het leven van anderen leuker of makkelijker te maken. Je maakt mensen graag mooi of je wilt ze verzorgen, je wilt in het leger of je kunt goed uitleggen. Bij jou zijn mensen in goede handen.
AFWISSELING – IETS BETEKENEN VOOR ANDEREN – LUISTEREN – KINDEREN IETS LEREN – VERZORGEN – LEREN OVER GEZONDHEID – MENSEN MOOI MAKEN
Kies de woorden die bij jou passen.
Bij zorg & welzijn werk je met mensen. Soms verzorg je hun (zieke) lichaam en soms help je mensen zich beter te voelen als ze problemen hebben. Er zijn veel mensen die hulp nodig hebben, zoals ouderen, zieken en mensen met een beperking. Je helpt ze voorbeeld met het verzorgen van hun lichaam en haar, met aankleden en eten. Je leert ook mensen van allerlei leeftijden te begeleiden, zoals kinderen op schol of ouderen doe niet meer zelfstandig kunnen wonen.
Misschien de grootste uitdaging wel om het iedereen naar de zin te maken. Dat is niet makkelijk, want iedereen is verschillend en heeft andere wensen. Mensen uit andere culturen hebber andere gewoonten dan wij. Je leert om met al die verschillen rekening te houden. Als je aanvoelt wat mensen nodig hebben, ben je voor hen goud waard!
Ik vind het leuk om voor mensen te zorgen. Ze zeggen dat ik veel geduld heb. Het is mooi om mensen te helpen als ze oud of ziek zijn. Je krijgt er veel dankbaarheid voor terug. Soms vinden mensen het fijn als je naar hen luistert als ze zorgen of verdriet hebben. Ik ben veel bewondering voor Johnny de Mol. Wat is hij lief en geduldig voor zijn gehandicapte gasten.
Wat kan ik?
Oppassen, mijn oma helpen met boodschappen doen. Ik kan luiers verschonen en een baby de fles geven, mensen mooi maken en een beetje koken. Ook vind ik het leuk om verhaaltjes voor te lezen aan kleine kinderen of samen iets te knutselen.
Wat wil ik?
Ik weet nog niet of ik met ouderen, zieken of gehandicapten wil werken. Of juist met kinderen? Mensen zijn allemaal anders en elke (leeftijds)groep heeft iets speciaals. Ik weet nog niet of ik mensen wil verzorgen of ze liever iets wil leren.
Verplichte vakken bij dit profiel zijn: Nederlands, Engels, Wiskunde en Biologie
De modules voor Basis- en Kaderleerlingen zijn:
Mens en gezondheid
Mens en omgeving
Mens en activiteiten
Mens en zorg
Bij dit profiel (Z&W) horen de volgende keuzevakken:
Facilitaire dienstverlening: inrichting en catering
Schoonheidsbehandeling Haar & Gezicht
Haarverzorging
Welzijn kind en jongeren
Welzijn volwassenen en ouderen
Huidverzorging
Hand- & Voetverzorging
Voorkomen van ongelukken / EHBO
Wonen en Huishouden
Traiteur
Assisteren in de gezondheidszorg
Uit deze rij mag je er in de bovenbouw vier kiezen.
Op de vorige pagina staan beroepen die bij Z&W horen. Omcirkel het beroep dat het beste bij je past.
Omcirkel hierboven minimaal één en maximaal 4 keuzevakken, die jou wel leuk lijken.
Bedenk twee bedrijven/instellingen die bij dit profiel passen:
Geef dit profiel een cijfer (0 is echt niets voor mij, 10 is absoluut iets voor mij):
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
3.9 Groen
Leerjaar 2
Jij houdt van alles wat met de natuur te maken heeft. Je gaat met dieren werken, tuinen ontwerpen en aanleggen of alles leren over eten en voeding.
TUINEN – VEE – MILIEU – BUITEN WERKEN – MET DE HANDEN WERKEN – BOMEN – WATER – VERZORGEN
Kies de woorden die bij jou passen.
Houd je van alles wat de natuur te bieden heeft? Vind je het leuk om in de aarde te wroeten, lekker buiten te zijn en met dieren bezig te zijn? Dan past dit profiel bij jou. Je leert hoe je dieren moet verzorgen. Het voeren, de huisvesting en de gezondheid van de dieren zijn belangrijke onderwerpen. Je leert ook groenten telen en oogsten. Als je mooie, verse producten hebt, is het een uitdaging om ze tot gezonde en lekkere gerechten te verwerken. Niet alles kan in één keer worden klaargemaakt. Er moeten ook producten verpakt en vervoerd worden. Bovendien leer je hoe je deze producten verkoopt in de winkel.
Maar groen betekent: de groene ruimte verzorgen in een stad of drop. Denk maar eens aan plantsoenen en parkjes. Je leert zo’n ruimte, maar ook onderhouden en beheren.
Ik ben gek op dieren! Honden, hamsters, poezen, konijnen, ik vind ze allemaal hartstikke lief. Ze voelen je stemming aan en ze houden van aandacht. Ik kijk graag naar natuurfilms. Ook wroeten in de aarde is iets voor mij. Plantjes zaaien, bemesten en oogsten. Eigen oogst vind ik lekker en het is altijd vers.
Wat kan ik?
Hokken schoonmaken, dieren eten geven, plantjes zaaien, de tuin schoffelen en gras maaien.
Wat wil ik?
Ik wil wel de opvolger van Freek Vonk worden. Lekker met dieren bezig zijn en mensen informatie over dingen geven. Of ik ook op tv zal komen, weet ik niet, maar werken in een dierenwinkel, op een boerderij of bij een tuincentrum lijkt me net zo leuk. Zolang het maar buiten is en niet op zo’n saai kantoor!
De verplichte vakken voor dit profiel zijn: Nederlands, Engels, Wiskunde en Biologie
De modules voor Basis- en Kaderleerlingen zijn:
Groene productie
Tussen productie en verkoop
Vergroening stedelijke omgeving
Groene vormgeving en verkoop
Bij dit profiel (GROEN) horen de volgende keuzevakken:
Groei en oogst
Groei voorbereiden
Het houden van dieren
Tuinontwerp en tuinaanleg
Groene omgeving en styling
Gezonde dieren
Bloemwerk
Smakelijk eten
Uit deze rij mag je er in de bovenbouw vier kiezen.
Op de vorige pagina staan beroepen die bij GROEN horen. Omcirkel het beroep dat het beste bij je past.
Omcirkel hierboven minimaal één en maximaal 4 keuzevakken, die jou wel leuk lijken.
Bedenk twee bedrijven/instellingen die bij dit profiel passen:
Geef dit profiel een cijfer (0 is echt niets voor mij, 10 is absoluut iets voor mij):
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
3.10 Dienstverlening & Producten (D&P)
Leerjaar 2
Je hebt een passie voor Sport – Podium – Design/ontwerpen – of je weet niet wat je wil. Dit profiel biedt je de mogelijkheid om binnen een leuke en aansprekende omgeving van design, sport of podium op zoek te gaan naar jouw talent.
SPORTEN – TEKENEN – DANSEN – COACHEN – LOPEN IN EEN UNIFORM – GAMEN – MUZIEK MAKEN – DE FYSIEKE GRENS OPZOEKEN – OP EEN PODIUM STAAN – ORGANISEREN VAN ACTIVITEITEN - ONTDEKKEN WAT BIJ ME PAST – VOEDING – 2D/3D ONTWERPEN – TRAINER – LEIDING GEVEN
Kies de woorden die bij jou passen.
Als je kiest voor dit profiel houd je alle mogelijkheden voor later open. Je gaat ontdekken waar jouw talent ligt. Dit ga je doen door verschillende vaardigheden uit te voeren in verschillende werelden, je bent actief binnen podium, sport of design. Belangrijk om te onthouden is dat je zelf kiest op welke manier jij de opdrachten uitvoert. We gaan op zoek naar jouw talent en met dit talent begeleiden wij je naar een goede vervolgopleiding. Als blijkt dat jij goed bent in organiseren, met mensen werken, leiding geven, dingen ontwerpen (2D en 3D), gesprekken voeren, instructies geven, gaan we op zoek naar een opleiding die aansluit bij jouw talenten. D&P geeft je de ruimte om actief bezig te zijn met je passie en je breed voor te bereiden op de toekomst.
En…. Je kunt ook altijd nog naar alle andere beroepsopleidingen op het MBO.
Wie ben ik?
Ik weet dat ik heel graag bezig ben met sport, podium of creativiteit. Of ik weet eigenlijk nog niet wat ik later wil worden. Ik wil op het MBO nog alle kanten op kunnen. Iets samen met een groepje mensen of juist liever iets in mijn eentje? Ik wil kennismaken met zoveel mogelijk verschillende activiteiten en beroepsmogelijkheden. Ik kan een whizzkid zijn, maar ook de nieuwe ‘voice’, een creatieveling of misschien wel de trainer van het jaar 2025 in een bepaalde sport.
Wat kan ik?
Acteren, prachtig tekenen of fanatiek sporten of dansen, gamen, goed met mensen omgaan, mensen coachen, muziek maken, ontwerpen, organiseren, filmen, belichten, fotograferen, presenteren, hacken, fotoshoppen, enzovoorts.
Wat wil ik?
Kijken of ik deze talenten kan gebruiken in mijn vervolgopleiding. Op zoek gaan naar andere, nieuwe talenten die ik heb. Ik wil onderzoeken wat ik kan en leuk vind. Welke mogelijkheden zijn er allemaal? Dát wil ik graag ontdekken, zodat ik een goede vervolgkeuze kan maken.
Verplichte vakken voor dit profiel zijn: Nederlands, Engels, Wiskunde en Biologie of Economie
De modules voor Basis- en Kaderleerlingen zijn:
Organiseren van een activiteit
Presenteren, promoten en verkopen
Een product maken en verbeteren
Multimediaal product maken
Bij dit profiel (D&P) horen de volgende keuzevakken:
Vormgeving en typografie
2D- en 3D-vormgeving en productie
Podium
Licht, geluid en decor
Ondersteunen bij sport- en bewegingsactiviteiten
voorkomen van ongevallen en EHBO
Evenementen
Mens en activiteit
Welzijn volwassen en ouderen
Recreatie
Idee ontwikkeling
Audiovisuele vormgeving en productie
Mens en gezondheid
Geüniformeerde dienstverlening en veiligheid
(Sport &) Welzijn kind en jongeren
Uit deze rij mag je er in de bovenbouw vier kiezen.
Op de vorige pagina staan beroepen die bij D&P horen. Omcirkel het beroep wat het beste bij je past.
Omcirkel hierboven minimaal één en maximaal 4 keuzevakken, die jou wel leuk lijken.
Bedenk twee bedrijven/instellingen die bij dit profiel passen:
Geef dit profiel een cijfer (0 is echt niets voor mij, 10 is absoluut iets voor mij):
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
3.11 Thuisopdracht
Leerjaar 2
Opdracht: Thuisopdracht
Maak nu een top-3 van de profielen. Bespreek vervolgens jouw antwoorden met een klasgenoot (vriend/vriendin) en ook met je ouder/opvoeder. Laat deze personen hun vragen invullen. Vul de volgende vragen 3 maal in, in het wordbestand dat je hier kunt downloaden.
Het leukste profiel lijkt mij op dit moment: .... omdat..
Een minder leuke activiteit van dit profiel lijkt me:
Mijn klasgenoot vindt dit profiel WEL / NIET bij mij passen, omdat:
Mijn ouder/opvoeder vindt dit profiel WEL / NIET bij mij passen, omdat:
Upload het bestand naar de OneDrive.
3.12 Nogmaals
Leerjaar 2
Opdracht: Nogmaals
Maak nog een keer een lijst van je top 3 profielen. Zet deze in de OneDrive.
3.13 Portfolio-opdracht
Leerjaar 2
Opdracht: Mindmap
Maak een mindmap in WORD van jouw nr 1 en nr 2 profiel (hoofdstuk 3).
Schrijf er op beide formulieren drie redenen bij waarom dit profiel bij jou zou passen.
Hang deze formulieren in je OneDrive portfolio.
4. Het G/T Hooghuis-profiel
Het D&P-profiel
Leerjaar 2
Als je een gemengd/theoretische leerling bent, dan volg je op Het Hooghuis altijd het profiel: Dienstverlening & Producten
Hoe is je profiel opgebouwd als je vmbo-gemengd/theoretisch doet?
Naast je theoretische vakken krijg je ook een beroepsgericht vak. Dit is een algemeen vormend profiel (Dienstverlening & Producten), waar je ook al echt dingen voor een beroep leert. Dit profiel bestaat uit 5 keuzevakken, die je in klas 3 gaat volgen, en uit 2 modules (‘het organiseren van een evenement’ en ‘het maken van een multimediaal product’), die je in klas 4 krijgt. In klas 2 ga je de keuzevakken kiezen.
Opdracht: Klassikale opdracht
Je mentor toont nu een powerpoint-presentatie waarin alle keuzevakken uitgebreid worden uitgelegd. Geef elk van deze keuzes een cijfer (voor hoe leuk je het vind).
Bouwproces en –voorbereiding:
Design en Decoratie:
Je leert bij dit vak een kleinschalig bouwproject voorbereiden en organiseren. Daarbij houd je rekening met de geldende wet- en regelgeving. Ook het stellen van profielen en kozijnen komt aan bod. Je begint met het maken van een eenvoudige berekening en offerte voor de onderdelen van je bouwproject. Je leert gaandeweg van alles over het bouwproces, zoals de indeling van een bouwplaats en de eisen voor duurzaamheid. Je werkt met gangbare meetinstrumenten en hulpmiddelen tijdens het uitzetten van rechte lijnen voor een klein bouwwerk en het uitvoeren van hoogtemetingen. Ook leer je meetgegevens verwerken en maatvoering controleren.
Bij dit vak ontwerp en maak je een eenvoudig interieurelement van plaatmateriaal. Ook verzorg je de afwerking en decoratie ervan. Je tekent eerst een ontwerp met een 2D en 3D CAD-tekenprogramma. Daarna zet je je ontwerp om in werktekeningen. Je maakt ook een ontwerp voor de afwerking. Hierbij pas je toe wat je geleerd hebt over kleurgebruik en vormgeving. Je presenteert je ontwerp vervolgens aan de opdrachtgever. Daarna bereid je de uitvoering van je werkstuk voor. Gaandeweg leer je (veilig) werken met allerlei handgereedschappen, moderne verbindingsmaterialen en watergedragen verfproducten. Ook leer je meer over het printen, plotten, plakken en monteren van decoratieve figuren.
Verlichting- en comfortsystemen:
Het testen van de motorconditie:
Dit keuzevak draait om het controleren en aansluiten van verlichtings- en comfortsystemen (zoals de temperatuur- en ventilatieregeling) bij voertuigen. Je leert eenvoudige elektrische schakelingen maken en metingen uitvoeren met behulp van een multimeter. Ook zie je hoe je de conditie van een accu kunt vaststellen en hoe je de accu kunt vervangen. Je leert de verlichting van een voertuig controleren, repareren en afstellen. Daarnaast komen de ruitenwisserinstallatie, de startmotor, de dynamo en verschillende veiligheidssystemen aan bod.
Als je graag meer wilt weten over benzine- en dieselmotoren, dan is dit keuzevak iets voor jou. Je ontdekt welke metingen je kunt uitvoeren om te zien of een motor goed werkt. Je leert ook welke gereedschappen je daarvoor nodig hebt en hoe je ze op een veilige manier kunt gebruiken. Daarnaast voer je werkzaamheden uit aan een smeersysteem en een koelsysteem. Je leert bijvoorbeeld olie en koelvloeistof op niveau brengen en verversen. Ook leer je onderdelen controleren, testen en vervangen.
Mens en Zorg:
Welzijn, kind en jongeren:
Als je graag oudere mensen of mensen met een beperking helpt en verzorgt, dan past dit vak bij jou. Deze mensen hebben vaak hulp nodig in het dagelijks leven, bijvoorbeeld bij hun dagelijkse verzorging. Je leert bij Mens en Zorg hoe je deze mensen kan ondersteunen en hoe je ze kan helpen om zoveel mogelijk zelf te doen. Hierbij houd je rekening met hun wensen en gevoelens. Denk hierbij aan het helpen met aankleden en met de rolstoel verplaatsen naar het buurthuis. Naast het verzorgen van deze mensen, zijn ook eenvoudige EHBO-technieken erg belangrijk om toe te kunnen passen. Deze doelgroep is kwetsbaar, waardoor jij als zorgverlener moet kunnen handelen wanneer dit nodig is.
Bij dit vak leer je hoe je een bijdrage kunt leveren aan de opvoeding van kinderen en jongeren. Je verdiept je in hun lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling. Ook maak je kennis met verschillende opvoedingstechnieken. Je leert hoe je kunt helpen met de lichamelijke verzorging en met voeding, en hoe je structuur en veiligheid kunt bieden.
Je denkt na over hoe je kinderen en jongeren kunt aansporen om zoveel mogelijk voor zichzelf te zorgen. Ook ga je aan de slag met het organiseren van (re)creatieve activiteiten voor deze doelgroep. Zo’n activiteit ga je begeleiden, uitleggen en voordoen. Naderhand bespreek je hoe dat is gegaan. Daarnaast leer je een dagrapportage maken en mondeling verslag doen aan een leidinggevende of aan ouders of verzorgers.
Voorkomen van ongevallen en EHBO:
Ondersteuning bij sport- en bewegingsactiviteiten:
Bij dit vak leer je eerste hulp verlenen bij ongelukken én je denkt na over veiligheid en hoe ongelukken voorkomen kunnen worden. Je gaat op bezoek bij de brandweer, de ambulancedienst en het Rode Kruis. Ook ervaar je bij de Reddingsbrigade Oss hoe het is om in een auto onder water terecht te komen en hoe je er weer veilig uitkomt. Je leert reanimeren op poppen en ziet hoe je een AED-apparaat gebruikt. Ook ga je eerste hulp verlenen aan en verband aanleggen bij je groepsgenoten. Al met al is dit een heel leuk en vooral uitdagend keuzevak!
Ben je sportief en zou je graag meer leren over het organiseren en begeleiden van sport- en bewegingsactiviteiten? Dan past dit keuzevak bij jou. Je gaat informatie verzamelen over sporten in de regio. Je leert hoe je deze informatie en ook sportresultaten op de computer kunt verwerken. Met een bepaalde doelgroep voor ogen organiseer je een eenvoudig sportevenement of -toernooi. Je bereidt de activiteit eerst goed voor, dan begeleid je de uitvoering ervan en vervolgens evalueer je het hele proces. Ook leer je hoe je uitleg geeft en een sportactiviteit voordoet aan een groep. Je let daarbij op veiligheid en de verschillen tussen je deelnemers. Tot slot houd je een presentatie over een sportgerelateerd onderwerp naar keuze. Bij dit vak ben je dus zowel theoretisch als praktisch bezig.
Keuken (aandacht voor gastheerschap):
Traiteur (aandacht voor patisserie):
Zou je graag meer willen weten over werken in de horeca? En lijkt het je leuk om gasten in de watten te leggen? Dan past dit vak bij jou. In de horeca zorg je er namelijk voor dat je gasten genieten terwijl jij aan het werk bent. Bij dit keuzevak leer je allerlei basisvaardigheden, zoals koken, bakken en serveren en maak je kennis met verschillende snijtechnieken. Ook hygiënisch werken komt aan bod. Je bereidt zelf allerlei gerechten in de keuken en werkt daarbij aan de hand van recepten. Je leert service en advies verlenen aan gasten in verschillende situaties, bijvoorbeeld in een restaurant. Ook leer je de benodigde apparatuur en machines gebruiken en onderhouden.
Bij dit keuzevak leer je meer over patisserie-, traiteur- en cateringproducten. Een traiteur is iemand die lekkere gerechten maakt en verkoopt, bijvoorbeeld receptiehapjes, belegde broodjes, dagschotels en ontbijtmanden. Als traiteur kun je bijvoorbeeld werken in een bedrijfsrestaurant, lunchroom of cateringbedrijf. Ook leer je hoe je patisserieproducten, zoals koekjes, gebak en taarten, kunt beheren en maken. Je werkt met deeg en beslag en voor de afwerking gebruik je onder andere chocolade, marsepein, slagroom en botercrème. Creatieve bereidingen, smaakcombinaties en presentaties geven elk gerecht of product van een traiteur of patissier een meerwaarde.
ICT:
3D-vormgeving en –realisatie:
Ben jij graag bezig met computers en wil je er meer over leren? Dan past dit keuzevak zeker bij jou! Je gaat hier aan de slag met het vervangen en aansluiten van hardware onderdelen. Je leert software installeren en veelvoorkomende problemen daarbij oplossen. Ook verdiep je je in de laatste ontwikkelingen op ICT-gebied en krijg je uitleg over het installeren van een eenvoudige ICT-infrastructuur. Tot slot leer je hoe je eindgebruikers kunt informeren en adviseren over ICT-producten en het gebruik ervan. Daarbij houd je rekening met de wensen van de klant.
Je leert een 3D-product ontwerpen en ontwikkelen voor een opdrachtgever. Als je liever een 2D-ontwerp maakt, krijg je de ruimte om dit ook te laten zien in je opdracht. Je bespreekt de wensen van je opdrachtgever en je denkt na over hoe je die kunt uitvoeren. Daarvoor maak je een plan van aanpak en je doet onderzoek naar de materialen die je nodig hebt. Als je opdrachtgever je plannen heeft goedgekeurd, maak je schetsontwerpen en een mock-up. Die neem je door met je opdrachtgever. Als alles naar wens is, maak je het 3D-product. Je leert gaandeweg de juiste materialen en technieken gebruiken. Tot slot presenteer je het eindproduct aan je opdrachtgever. Je neemt samen door wat er goed ging en wat beter kan.
Commercieel:
Applicatie-ontwikkeling:
Bij dit keuzevak leer je de retail-formule en marketinginstrumenten herkennen, omschrijven en toepassen. Daarbij houd je rekening met de doelgroep, het assortiment en de marktpositie. Met ‘retail’ bedoelen we bedrijven die goederen en diensten rechtstreeks aan consumenten verkopen. Je leert bijvoorbeeld meer over de samenhang tussen prijs en marktpositie. Ook ontdek je het belang van vakkennis (artikelkennis) en verdiep je je in de rol van reclame. Je leert een artikel verkopen en afrekenen; je doorloopt daarbij de verkoopfasen en verricht alle afrekenhandelingen.
Zou je zelf weleens een app willen maken en meer willen leren over gamedesign? Dan past dit vak bij jou! Je gaat aan de slag met het ontwerpen, maken en testen van een applicatie ofwel app. Je leert werken met een programmeertaal en verschillende programmastructuren. Uiteraard test je ook of de app die je hebt ontwikkeld goed werkt. Daarnaast leer je hoe digitale spellen tot stand komen en je ontdekt welke soorten spellen er allemaal zijn. We leggen het accent meer op het design dan op het zelf maken van een spel. Bij dit keuzevak leer je goed samenwerken. Ook ontdek je welke beroepen er allemaal betrokken zijn bij het ontwikkelen van een app en een digitaal spel.
Ondernemen:
Ontwerpen en maken:
Ben jij een ondernemend persoon of wil je later graag ondernemer worden? Dan is dit keuzevak zeker een aanrader voor jou. Je leert hier hoe je een ondernemingsplan ontwikkelt en uitvoert. Je beschrijft jezelf als ondernemer, je maakt een marketingplan en een financieel plan. Je legt uit wat je precies wilt gaan ondernemen, hoe en waarom. Ook benoem je waar jij goed in bent, want dat kun je benutten bij het opzetten van je onderneming. Je beoordeelt de markt en ontwerpt een marketingmix. Na het uitvoeren van je ondernemingsplan presenteer je je resultaten. Ook bespreek je wat er goed is gegaan en wat er beter kan.
Bij dit keuzevak leer je een product van metaal of kunststof ontwerpen en maken. Je ontdekt hoe je deze materialen op verschillende manieren kunt bewerken. Zo maak je bijvoorbeeld een klok of een spel (vier op een rij) van metaal en kunststof. Gaandeweg oefen je vaardigheden zoals aftekenen, centreren en boren. Je werkt met 3D CAD-software en je maakt een aantal 3D-tekeningen van bijvoorbeeld een dobbelsteen of een eigen ontwerp. Ook bouw je een elektrische schakeling op aan de hand van een 2D-tekening of schema. Vervolgens ga je deze schakeling aansluiten en testen op een practicumbord. Tot slot leer je de onderdelen van je ontwerp samenstellen, monteren en aansluiten.
Webshop:
Voeding en Beweging:
Vind je online winkelen leuk en lijkt het je wel iets om een eigen webshop te beheren? Dan past dit vak bij jou. Je gaat namelijk je eigen webshop bedenken, ontwikkelen én onderhouden. Daarbij houd je rekening met de doelgroep van je webwinkel, het assortiment en de marktpositie. Je maakt onder andere een prototype van je webshop, je past productfotografie toe en je leert hoe je producten kunt toevoegen en verwijderen. Je gebruikt internet en sociale media om je producten of diensten te verkopen. Je leert hoe je reclame maakt voor wat jij te bieden hebt en je maakt kennis met verschillende betaalmogelijkheden. Ook opslag, verzending en retourzending horen erbij. Je presenteert aan het eind je resultaten en bespreekt het hele proces na.
Ben jij actief bezig met gezondheid? Lijkt het je leuk om verantwoorde voedingsmiddelen te bedenken en te bereiden? Zou je weleens een activiteit willen organiseren voor een bijzondere doelgroep, zoals leerlingen van de basisschool of bejaarden? Dan is dit vak iets voor jou! Je leert meer over gezonde en biologische voeding en over biologische bedrijven. Aan de hand van verschillende praktische opdrachten, zoals het maken van een folder, een filmverslag en een elevatorpitch, kom je meer te weten over een verantwoord voedingspatroon. Zelf ga je ook gezonde gerechten bereiden en verkopen. Beweging hoort eveneens bij een gezonde levensstijl. Daarom bedenk en organiseer je bij dit vak een buitenactiviteit voor een specifieke doelgroep.
Robotica:
Podium:
Bij dit vak werk je met LEGO Mindstorms en Sphero Robots en programmeer je een micro:bit. Ook maak je eenvoudige elektronische schakelingen met Arduino, een open source elektronicaplatform. Daarnaast ontwikkel je algemene vaardigheden, zoals het werken met Office 365, presenteren en het maken van een korte film. Je denkt ook na over de mogelijkheden van roboticatoepassingen in de praktijk en je benoemt de voor- en nadelen ervan. Dit keuzevak is echt iets voor jou als je het leuk vindt om in stapjes te denken en als je graag zelfstandig uitpuzzelt hoe je problemen oplost. Je leert denken als een programmeur en dat is een uitstekende voorbereiding op de toekomst!
Hou je van toneel en dans in het theater? Ben je geïnteresseerd in wat er allemaal komt kijken bij het organiseren van een optreden? Zou je zelf ook weleens op een podium willen staan? Dan is dit echt een keuzevak voor jou. Je leert hier een voorstelling bedenken, produceren, uitvoeren en na afloop evalueren. Daarbij komen allerlei dingen aan bod, zoals een licht- en geluidsplan ontwerpen en programmeren, kleding, decor of grime uitkiezen, een draaiboek maken en (kleed)ruimtes organiseren en indelen. Je ervaart ook hoe het is om zelf op het podium of voor een groep te staan. Misschien vind je dat (nog) spannend, maar bij dit keuzevak helpen we je daarbij. Het is namelijk iets wat je kunt leren! Daarnaast leer je de voorstelling onder de aandacht van de mensen brengen. Ook schrijf je een recensie, waarin je vertelt wat je van een voorstelling vindt.
Vergroening stedelijke omgeving:
Ben je geïnteresseerd in de natuur? In de planten en dieren om je heen? En lijkt het je leuk om een tuin te ontwerpen? Dan is dit vak iets voor jou! Je maakt een ontwerp voor de inrichting van een groene ruimte met planten en dieren. Daarvoor ontwerp je een beplantingsplan op schaal. Ook houd je rekening met de huisvesting van dieren. Je stelt een beheerplan op en leert gaandeweg van alles over de verzorging van planten en bomen. De herkomst van plantaardige en dierlijke producten komt ook aan bod. Bij dit vak ben je regelmatig buiten bezig.
4.2 D&P - 2
Leerjaar 2
Opdracht: D&P
Zet je tien hoogste cijfers van de vorige opdracht in een word document, kleur deze groen. Zet de vijf minst hoge cijfers er ook in en kleur deze rood.
Schrijf in het word bestand de tien leukste keuzevakken onder elkaar. Zet daarachter steeds twee bedrijven die bij deze keuzevakken zouden kunnen passen. Je kan hier de naam van een regionaal bedrijf neerschrijven of een type bedrijf noemen.
Maak nu in het word bestand een top-7 van de keuzevakken. Bespreek vervolgens jouw antwoorden met een klasgenoot (vriend/vriendin) en ook met je ouder/opvoeder. Laat deze personen hun vragen invullen.
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
4.5 Portfolio-opdracht
Leerjaar 2
Opdracht: Portfolio-opdracht
Noteer/Hang jouw zes leukste keuzevakken in je OneDrive-portfolio.
5. Kiezen doe je samen
5.1 Nieuwe mensen leren kennen
Leerjaar 2
Er zijn verschillende manieren waarop je nieuwe mensen kunt leren kennen:
Je door anderen laten voorstellen aan nieuwe mensen.
Naar (nieuwe) plekken toe te gaan, waar je mensen kunt ontmoeten die je nog niet kent
Online actief zijn
Opdracht: Jezelf voorstellen
Maak tweetallen en voer onderstaande stappen uit:
Maak oogcontact.
Loop naar de ander toe.
Stel jezelf voor (je mag ook doen alsof je iemand anders bent):
Geef een stevige hand, terwijl je de persoon blijft aankijken
Zeg je naam
Vertel iets over jezelf, wat houd je bezig, wat is je passie ( dit kan alles zijn zolang het maar iets over jou zegt).
Luister goed naar hoe de ander zichzelf voorstelt.
Zorg dat je onthoudt hoe hij heet
Zorg dat je onthoudt wat de ander over zichzelf vertelt (en kom daar later in het gesprek op terug).
Zo houd je een gesprek aan de gang:
Luister naar wat de ander te vertellen heeft
Stel open vragen. Dat zijn vragen waarop je niet alleen met ja of nee kunt antwoorden. Door open vragen te stellen komt een gesprek op gang en kom je meer te weten over de ander. Een open vraag begint met een vraagwoord: wie, wat, waar, wanneer, hoe.
Vraag door over wat iemand heeft vertelt
Zorg voor een paar gespreksstarters. Een gesprekstarter is een vraag of opmerking om een gesprek mee te beginnen. Het zijn vragen waarop mensen eenvoudig kunnen beantwoorden. Vragen of opmerkingen die kunnen gaan over de plek waar je samen bent, hoe de ander daar terecht is gekomen, over het werk of het bedrijf van de ander of over een bepaalde opleiding.
Vertel iets over jezelf: Vertel een (waargebeurd) verhaal (van jezelf) over een onderwerp dat van toepassing is.
Vraag wat je wilt weten.
Glimlach; als je glimlacht dan vinden anderen het prettiger om met je te praten dan wanneer je dat niet doet. Een goede start van een gesprek begint met een (korte) glimlach.
Blijf zorgen voor oogcontact.
5.2 Wie kan mij helpen
Leerjaar 2
Kiezen doe je samen. Een belangrijke keuze maak je meestal niet alleen. Je kunt advies vragen aan mensen in je omgeving, zoals je ouders, je vrienden of aan je mentor. Bovendien ken je via via meer mensen dan je denkt. Wie weet kunnen zij je verder helpen!
Opdracht: Mijn adviseurs
Sta je voor een lastige keuze? Kom je er niet uit? Vraag advies aan de mensen om je heen. Zij kijken vaak met een frisse blik naar jouw probleem.
Je mag een nieuwe telefoon uitzoeken bij je abonnement. Maar je weet nog niet welke je wilt. Wie vraag je om advies? Ik vraag... om advies want: ...
Je bent uitgenodigd voor twee feestjes op dezelfde avond. Je weet niet welke je moet kiezen. Wie vraag je om advies? Ik vraag... om advies want: ...
Je moet kiezen welk profiel of keuzevak je wilt gaan doen. Wie vraag je om advies? Ik vraag... om advies want: ...
A. Bedenk een keuze waar je advies bij wilt. Welke lastige keuze moet je binnenkort maken? Voorbeeld: Ik moet kiezen of ik op tennis of voetbal blijf. Ik vraag... om advies want: ...
B. Waar twijfel je nog over bij die keuze? Voorbeeld: Bij tennis kan ik in het selectieteam komen. Maar bij voetbal heb ik een heel erg leuk team.
C. Doe de volgende oefeningen in groepjes van vier.
De eerste begint en vertelt waar hij/zij over twijfelt (zie 4b)
De andere drie geven om de beurt advies.
Geef je advies op deze manier: “zou het helpen als…”
Als iedereen advies heeft gegeven, mag de persoon reageren.
Vertel met welk advies (of welke adviezen) je iets gaat doen.
Dan is de volgende aan de beurt etc.
D. Met dit advies ga ik iets doen..
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
De mensen om je heen zijn jouw netwerk. En je netwerk kan je helpen! Doet je oom een beroep dat jij later misschien ook wilt doen? Of heb je een buurvrouw die iemand kent waar je een dagje mag meelopen? Door je netwerk te gebruiken kun je dingen uitproberen en regelen, die zonder netwerk een stuk lastiger zijn. Als je weet wie er in je netwerk zitten, kun je een hoop voor elkaar krijgen!
Dat is handig als je straks meer wilt weten over een bepaald beroep of bepaalde beroepsrichting.
5.3 Cirkels
Leerjaar 2
Opdracht: Cirkels
Bedenk welke groepen mensen jij kent.
In de cirkels hieronder staat al familie, school en vrienden.
Bedenk zelf ook nog drie groepen waar jij bij hoort en schrijf die in de lege cirkels. Denk aan sport, hobby en andere clubjes.
Bedenk wie jij kent in iedere groep. Schrijf in elke cirkel ongeveer vijf namen op van mensen die jij kent uit die groep. Zet het allemaal in het wordbestand dat je hier kunt downloaden.
5.4 Verschillende groepen in netwerken
Leerjaar 2
Opdracht: Netwerken
Zijn er mensen uit verschillende groepen in jouw netwerk die elkaar kennen? Teken een lijntje tussen die personen. (voorbeeld: kennen jouw ouders de ouders van je klasgenoot? Dan teken je daar een lijntje tussen)
5.5 Bekijk jouw netwerk
Leerjaar 2
Opdracht: Bekijk jouw netwerk
Bekijk jouw netwerk.
Bij welke mensen kun je altijd terecht? Markeer die.
Welke mensen zouden je kunnen helpen met een loopbaan-vraag (vraag over je toekomst en je keuzes voor een vervolgopleiding)? Onderstreep die.
5.6 Leg de netwerken naast elkaar
Leerjaar 2
Opdracht: leg de netwerken langs elkaar
Leg alle netwerken van de klas naast elkaar of hang ze op het bord. Zorg voor genoeg ruimte, zodat iedereen alles kan zien.
Bekijk de netwerken van de klasgenoten die bij jouw netwerk in de buurt liggen. Zijn er mensen uit jouw netwerk die weer iemand kennen uit het netwerk van je klasgenoot? Teken daar lijntjes tussen.
Heb je deze wel eens gehoord: ‘Via zes handdrukken ken je iedereen op de wereld’? Dat zou betekenen dat je maar zes handdrukken verwijderd bent van Barack Obama! Via jouw netwerk ken je dus heel veel mensen.
Kijk naar het netwerk van de klas. Zoek met elkaar een keten van zoveel mogelijk mensen die elkaar via via kennen. Uit hoeveel mensen bestaat die?
Het langste netwerk bestaat uit hoeveel personen?
5.7 In het midden
Leerjaar 2
Opdracht: in het midden
Doe samen met de klas de volgende opdracht:
Eén leerling gaat in het midden staan.
Vijf leerlingen gaan in een cirkel eromheen staan.
De leerling in het midden geeft een leerling uit de cirkel een hand en vraagt naar het beroep van de oom/tante/buurman/buurvrouw/vader/moeder van die klasgenoot.
Daarna geeft hij/zij de volgende leerling een hand en vraagt weer naar het beroep van iemand die deze klasgenoot kent. (voorbeeld: Karim kent iemand die bij de bank werkt)
Enzovoort, totdat alle vijf de leerlingen zijn geweest.
5.8 Leukste beroep
Leerjaar 2
Opdracht: Leukste beroep
Schrijf op welke van de genoemde beroepen jou leuk lijken om later te doen.
Dit lijkt mij het leukste beroep:
Zet dit in je OneDrive.
5.9 Hoe gebruik je jouw netwerk
Leerjaar 2
Om erachter te komen of bepaalde beroepen of opleidingen iets voor jou zijn, kun je je netwerk gebruiken. Eerst moet je voor jezelf duidelijk hebben wat jouw vraag precies is. Hoe duidelijker jouw vraag, hoe groter de kans dat iemand jou kan en wil helpen.
Schrijf een vraag op die jij op dit moment hebt. Het moet met loopbaanoriëntatie- en begeleiding te maken hebben. Dus het kan voorbeeld gaan over je profielkeuze, keuzevak-keuze, een beroep of beroepsrichting waar je meer over wilt weten, een opleiding, een stage, een bijbaan etc. (voorbeeld: Ik zou het liefste een toneelopleiding doen. Maar is dat een verstandige keuze? Is er wel genoeg werk als acteur? Ik ben dus op zoek naar iemand die een toneelopleiding heeft gedaan)
Mijn vraag: ...
Ik ben dus op zoek naar iemand die ...
Bespreek je vraag met een klasgenoot. Begrijpt de ander precies wat je bedoelt met jouw vraag? Help elkaar om de vraag zo duidelijk mogelijk te maken. Pas je vraag zo nodig nog iets aan.
Bespreek klassikaal de vragen. Doe dat zo:
De mentor wijst iemand aan die begint.
Deze persoon gaat staan en stelt zijn/haar vraag.
Steek je vinger op als je iemand kent die kan helpen bij deze vraag.
Vertel vervolgens wie die persoon is en waarom hij/zij kan helpen.
Dan stelt de volgende zijn/haar vraag.
Anderen mogen weer zeggen wie ze kennen die kan helpen.
Zo ga je iedereen langs.
Schrijf op welke klasgenoten jou verder kunnen helpen.
Vraag je klasgenoot om contactgegevens van degene die jou kan helpen.
Wat is zijn/haar naam:
Wat is zijn/haar woonplaats:
Wat is zijn/haar telefoonnummer:
Wat is zijn/haar e-mailadres:
TIP: Heb je meerdere vragen? Dan kun je het beste een afspraak maken om iemand een keer te interviewen. Een korte vraag kun je ook telefonisch of per e-mail stellen.
Bekijk het netwerk. Welke persoon heeft een beroep dat jou leuk lijkt? Markeer die.
5.14 Thuisopdracht (voor B/K)
Leerjaar 2
Opdracht: Wie kent jouw ouder/opvoeder uit elk profiel?
Vraag aan jouw ouder/opvoeder wie zij kennen uit elk Hooghuis-profiel. Noteer telkens twee namen en hun beroep. Gebruik het Wordbestand dat je hier kunt downloaden. Upload het naar de OneDrive.
5.15 Thuisopdracht (voor G/T)
Leerjaar 2
Opdracht: Wie kent jouw ouder/opvoeder uit de verschillende keuzevakken?
Vraag aan jouw ouder/opvoeder wie zij kennen uit elk keuzevak. Noteer telkens twee namen en hun beroep. Zet het in het wordbestand dat je hier kunt downloaden. Zet het in je OneDrive.
6. Definitieve keuze
6.1 Voors en Tegens
Leerjaar 2
Hoe maak je een goede keuze voor een profiel/keuzevak? Het helpt om eerst alle voors en tegens op een rijtje te zetten. Dan weet je zeker dat je overal aan denkt.
Kijk nog eens welke drie profielen (eind van hoofdstuk 3) / keuzevakken (eind hoofdstuk 4) je als favoriet hebt opgeschreven.
Schijf bij elk van deze drie profielen/keuzevakken op wat jij als voordelen en nadelen ziet.
Vergelijk de voordelen en nadelen per profiel/keuzevak.
Welke voordelen en nadelen vind je heel belangrijk?
TIP: Luister naar je hart: wat wil je echt? Kies niet op basis van vooroordelen zoals voorbeeld: techniek is voor jongens en zorg&welzijn voor meisjes
Denk nog een minuut heel goed na en maak dan je keuze. Ik kies voor het profiel/keuzevak:
Weet je het zeker? (kruis aan)
Ik twijfel nog een beetje.
Twijfel je nog over je profiel/keuzevak-keuze? Of weet je het helemaal zeker? In allebei de gevallen is het goed om met iemand te praten over je keuze.
Je kunt met je vragen ook terecht bij iemand uit een hogere klas. Zij hebben hun keuze al gemaakt en kunnen jou daarbij dus goed helpen! Interview iemand uit een hogere klas over zijn/haar profiel/keuzevakkeuze.
Wie ga je interviewen?
Welk profiel doet hij/zij?
Welke keuzevakken heeft hij/zij gedaan?
Welke vijf vragen ga je hem/haar stellen?
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
6.4 Zeker weten?
Leerjaar 2
Test: Zeker weten
0%
In dit hoofdstuk heb je definitief een profiel/keuzevak gekozen.
Geef elke stelling hieronder een cijfer van 1 tot 5.
Omcirkel bij elke stelling het cijfer van je keuze. 5 betekent helemaal waar en 1 betekent helemaal niet waar.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Maak groepjes per gekozen profiel/keuzevak. Leerlingen die hetzelfde profiel/keuzevak hebben gekozen zitten bij elkaar. De twijfelaars vormen ook een groepje. Vertel elkaar waarom je dit profiel/keuzevak hebt gekozen of waarom je nog twijfelt. De volgende klasgenoten hebben ook voor mijn eerste keuze gekozen:
Maak samen reclame voor jullie profiel/keuzevak! Bedenk samen een slogan om je sector je promoten. Hoor je bij de twijfelaars, dan verzin je een slogan die gaat over twijfelen. (voorbeeld: kies voor de mens; kies voor zorg&welzijn). Onze slogan is:
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
6.6 Groepsopdracht
Leerjaar 2
Opdracht: Groepsopdracht
Maak een reclame-poster
Met jullie slogan
Schrijf het in mooie letters
Maak er een tekening bij
Plak er plaatjes bij
Geef daarop een goed beeld van het profiel/keuzevak
Denk aan het A4 die je eerder dit boekje hebt ingevuld.
Maak er wat moois van!
Wat heb je nodig?
Eén groot vel papier (A3-formaat)
Stiften, pennen, potloden
Oude tijdschriften
Lijm
TIP: Schrijf bijvoorbeeld een aantal kernwoorden op je poster en versier dit met passende foto’s en tekeningen. Een poster bestaat nooit alleen maar uit tekst!
6.7 Klassikale opdracht
Leerjaar 2
Opdracht: Klassikale opdracht
Hang alle posters op in het lokaal.
Maak een rondje langs alle verschillende profielen/keuzevakken.
Bekijk de posters. Heb je vragen over het profiel/keuzevak?
Zoek iemand op die de poster gemaakt heeft. Hij/zij kan je vraag misschien
beantwoorden.
Zorg dat er altijd één persoon in de buurt van jullie poster blijft staan. Wissel wel af
en toe om zodat iedereen alle posters kan zien.
6.8 Netwerken van anderen
Leerjaar 2
Opdracht: Netwerken van anderen
Noteer hieronder alle personen uit de netwerken van anderen, die bij jouw profiel/keuzevak passen:
6.9 Je definitieve keuze
Leerjaar 2
Opdracht: Portfolio-opdracht
De B/K-leerlingen hangen nu hun definitieve profiel-keuze TOP-3 in hun portfolio.
De G/T-leerlingen hangen nu hun definitieve keuzevak-keuze TOP-10 in hun portfolio.
In de 1e klas ben je in het werkboek ‘Wie ben ik’ en in je OneDrive-portfolio begonnen aan een C.V. C.V. is de afkorting van Curriculum Vitae. Dit is een Latijnse term, die letterlijk “de loop van het leven” betekent. Een C.V. is dus een document waarin je alle belangrijke dingen zet die je hebt gedaan: bijvoorbeeld je opleiding(en) en baantjes. Hiermee laat je aan werkgevers zien wie je bent en wat je kunt: dat is dus heel belangrijk als je ergens wilt solliciteren. Bijvoorbeeld voor dat leuke zaterdagbaantje of een stageplaats bij dat ene leuke bedrijf.
TIPS:
Ga je solliciteren? Stuur je CV dan mee als bijlage aan een mail. Gebruik in je mail een standaardtekst. Bijvoorbeeld deze: “Geachte mevrouw/meneer (naam), Hierbij solliciteer ik graag naar de functie (naam functie) bij (naam organisatie invullen). Mijn CV en motivatiebrief zitten als bijlage bij deze mail.
In afwachting van uw reactie en met vriendelijke groet, (je eigen naam invullen).
Een foto hoeft niet, maar maakt je CV wel vrolijk: gebruik een nette foto (geen vakantiefoto dus).
Ben je nog bezig met deze opleiding? Schrijf de data dan zo op: februari 2014-heden.
Denk bij werkervaring ook aan vrijwilligerswerk!
Check je CV altijd op taal-/spelfouten!
De meeste mensen zetten hun nieuwste opleiding bovenaan en daaronder de opleidingen van langer geleden. Het mag ook andersom, maar dat is wel een beetje ouderwets.
Je (getypte) CV is nooit langer dan 2 A4-tjes.
Opdracht: Maak met de klas een goed CV
Knip de oefening op het knipblad los. Hoe denk jij dat de juiste volgorde is?
De docent wijst nu 11 leerlingen aan en geeft elk één van deze CV-onderdelen. Deze leerlingen lezen hun briefje voor aan de klas. Een andere leerling uit de klas gaat de leerlingen met de briefjes in de goede volgorde zetten. De klas geeft aanwijzingen. Het knipblad kun je hier downloaden.
Vul de vragen over jezelf in. Kijk terug in de LOB-werkboeken Wie ben ik? (klas 1), Wat kan ik? (klas 1), Wat wil ik? (klas 2) en in je OneDrive-portfolio. Kun je iets niet invullen? Geen probleem, laat dit gewoon open.
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
7.3 Bekijk de CV's in tweetallen
Leerjaar 2
Opdracht: Bekijk de CV's in tweetallen
Heeft jouw klasgenoot alles goed ingevuld of weet jij nog extra dingen te bedenken die absoluut op zijn/haar CV moeten? Welke ‘tips en tops’ hebben jullie voor elkaar? Bespreek dit en vul zo nodig de CV’s aan.
Beantwoord de onderstaande vragen. Zet je antwoorden in het word-document dat je hier kunt downloaden.
Wat vindt jouw klasgenoot al helemaal goed aan jouw CV? Schrijf dit op:
Heeft jouw klasgenoot een tip om jouw CV te verbeteren? Schrijf deze op:
Geef elkaar een cijfer. Jouw klasgenoot geeft jou een cijfer voor je CV en andersom:
Bespreek met de klas de tips die jullie van jullie klasgenoten hebben gehad. Schrijf hieronder andere goeie en bruikbare tips voor jouw CV op:
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
8. Solliciteren voor je favoriete profiel/keuzevak
8.1 Mentormail
Leerjaar 2
Een mailtje aan je mentor, een appje in de groepsapp van je familie, een Instagram-foto … Je communiceert heel vaak digitaal. Super handig, want je boodschap kan in no-time de wereld over! Maar hoe ‘praat’ je online tegen verschillende soorten mensen? Is een mail naar je docent anders dan aan een vriend? In de volgende opdrachten ontdek je hoe dat zit en hoeveel tijd je besteedt aan digitaal communiceren.
Opdracht: Communicatiemiddelen
Beantwoord de onderstaande vragen. Zet je antwoorden in een word-document.
Bedenk welke digitale communicatiemiddelen jij gebruikt. Noem er zo veel mogelijk.
Voorbeeld: e-mail, Facebook.
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
8.2 Ga staan en zitten
Leerjaar 2
Opdracht: Ga staan en zitten
De docent wijst iemand aan. Deze leerling noemt één voor één de communicatiemiddelen die hij/zij gebruikt. Gebruik jij deze ook? Sta dan op. Gebruik je dit middel niet? Blijf dan zitten.
Bespreek met elkaar welk middel jullie het meest gebruiken.
8.3 Oefen met het schrijven van berichten
Leerjaar 2
Opdracht: Oefen met het schrijven van berichten aan verschillende mensen
Stel je voor: je helpt mee met het organiseren van het schoolfeest en er moeten nog een paar dingen geregeld worden. Je schrijft drie verschillende berichten naar drie verschillende doelgroepen. Deze schrijf je in een nieuw worddocument dat je upload naar de OneDrive.
Stuur een bericht naar je klasgenoten. Je stuurt het bericht in de What’s App-groepsapp van de klas. Laat hen weten hoe laat het feest begint en vraag je klasgenoten op tijd te zijn, zodat er vanaf het begin al lekker veel mensen zijn. Schrijf je bericht in het scherm.
Stuur een oproep via Facebook naar je netwerk voor het lenen of inhuren van een DJ. Schrijf je bericht in het scherm.
Stuur een mail naar je mentor. Vraag daarin of hij of zij aanwezig wil zijn bij het schoolfeest om bij de deur de kaartjes en schoolpassen van de leerlingen te checken.
8.4 Vergelijk in tweetallen jullie berichten
Leerjaar 2
Opdracht: Vergelijk in tweetallen jullie berichten
Onderstreep de belangrijkste verschillen tussen jullie berichten. Bedenk daarna bij elk communicatiemiddel uit dit hoofdstuk drie regels waar mensen zich aan zouden moeten houden. Zijn er bepaalde dingen die je juist wel of niet moet doen via dit middel? Wat zijn volgens jullie de belangrijkste do’s en don’ts?
Als B/K-leerling ga je nu solliciteren voor je profiel.
Als TL-leerling ga je nu solliciteren voor 1 keuzevak.
Solliciteren betekent eigenlijk dat je een bedrijf laat weten dat je graag bij ze wilt gaan werken. Je stuurt dat bedrijf dan een CV (zie vorige hoofdstuk) en een sollicitatiebrief. Daarin laat je zien dat je geschikt bent voor de baan of stage die zij aanbieden. In de volgende opdracht ga je alleen niet solliciteren voor een baan bij een bedrijf, maar voor een profiel/keuzevak bij jouw docenten.
Op deze manier kom je erachter of je voldoende argumenten hebt (kan onderbouwen, uitleggen), waarom je dit profiel of dit keuzevak kiest.
8.5 Solliciteer voor je profiel
Leerjaar 2
Opdracht: Solliciteer voor je profiel d.m.v. een sollicitatiebrief én een filmpje of ‘pitch’
Bedenk welke van jouw kwaliteiten passen bij het profiel/keuzevak dat jij kiest. Noem er minimaal 3 (zie werkboeken Wie ben ik? / Wat kan ik? uit klas 1 en je portfolio).
Bedenk welke van jouw interesses passen bij het profiel/keuzevak dat jij kiest. Noem er minimaal 3 (zie werkboek Wat wil ik? uit klas 2 en je portfolio).
Bedenk welke beroepen, die jou leuk lijken, passen bij het profiel/keuzevak dat jij kiest. Noem er minimaal 3.
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
8.6 Promotiefolder
Leerjaar 2
Opdracht: Promotiefolder
Maak op een A4 een promotiefolder over jezelf, waarin jij jezelf aanprijst voor de docenten van het profiel/keuzevak. Maak een tekst op een A-viertje waarin jij aangeeft wat jij kan, waar jij goed in bent, waar jij voor staat en wat jij zoekt.
Je schrijft dus een korte aantrekkelijke tekst om jezelf aan te prijzen bij een persoon waar je wat aan kunt hebben voor je toekomst.
Nu ga je je écht solliciteren, zowel schriftelijk als via een presentatie.
8.7 Schrijf een sollicitatiebrief
Leerjaar 2
Opdracht: Schrijf een sollicitatiebrief
Je gaat een sollicitatiebrief schrijven (volgens de richtlijnen van het vak Nederlands). Daarin presenteer je jezelf en overtuig je de lezer waarom jij goed bij dit profiel/keuzevak past.
Bedenk eerst wat je in je brief gaat zetten. Maak gebruik van de dingen die je op de vorige bladzijdes (bij je CV in de vorige hoofdstukken) hebt opgeschreven.
Let op de opbouw van je brief:
Inleiding: vertel wie je bent en voor welk profiel/keuzevak je wilt solliciteren.
Kern: leg uit wat jou aanspreekt in dit profiel/keuzevak en waarom jij geschikt bent voor dit profiel/keuzevak.
Slot: vat nog één keer samen hoe graag je dit profiel/keuzevak wilt doen.
Typ je brief netjes uit in een Word-document (lettertype: Arial). Hang deze in de OneDrive.
8.8 Maak een filmpje of houd een pitch!
Leerjaar 2
Opdracht: Maak een filmpje of houd een pitch
Nu ga je jezelf presenteren. Dit ga je doen door een filmpje te maken of een elevatorpitch te houden. Je mag bij deze opdracht in tweetallen werken, maar het is niet verplicht.
@Filmpje
Je gaat een filmpje maken. Daarin presenteer je jezelf en overtuig je de kijker waarom jij goed bij dit profiel/keuzevak past. Je filmpje mag niet langer dan twee minuten duren!
Bedenk eerst wat je wilt zeggen in het filmpje. Schrijf je tekst uit en oefen een paar keer totdat je het uit je hoofd kunt vertellen. Maak gebruik van de dingen die je hierboven hebt opgeschreven.
Bedenk wat je wilt laten zien in het filmpje. Welke beelden passen erbij? Hoe ga je het filmen? (op je mobiele telefoon)
Neem het filmpje op.
@Elevatorpitch
Een pitch is een hele korte presentatie. In minder dan twee minuten moet je niet alleen je boodschap duidelijk maken, maar ook je luisteraars overtuigen van jouw idee, mening of vaardigheden. Kijk maar eens naar uitleg over een elevator-pitch:
De elevatorpitch gaat uit van de denkbeeldige situatie van twee mensen, die elkaar niet kennen en korte tijd samen in de lift staan. De lift is zo beneden en de hele rit duurt maar maximaal twee minuten en dan gaan de deuren weer open en loopt iedereen weer uit de lift. Die tijd heb je dus om iemand iets belangrijks te vertellen en te vragen i.v.m. je toekomst. Een voorbeeld:
De volgende 2 punten zijn hierbij belangrijk:
Weten wat je boodschap is.
Een manier van spreken vinden, die voor de andere partij overtuigend en inspirerend is.
8.9 Klassikale opdracht
Leerjaar 2
Opdracht: Presenteren
Hoe ga jij presenteren à via een:
filmpje
elevatorpitch
Zet het antwoord op de OneDrive.
Maak nu deze film/pitch en presenteer dit (in overleg met je docent) in je klas.
8.10 Portfolio-opdracht
Leerjaar 2
Opdracht: Portfolio-opdracht
Hang deze sollicitatiebrief én film/pitch in je Wikiwijs-portfolio.
8.11 Reflecteren
Leerjaar 2
Opdracht: Reflecteren
Beantwoord de onderstaande vragen. Zet je antwoorden in het word-document dat je hier kunt downloaden.
Hoe ging het solliciteren? Wat vond je makkelijk aan het solliciteren voor je profiel/keuzevak?Leg ook uit waarom.
Wat vond je moeilijk aan het solliciteren voor je profiel/keuzevak?Leg ook uit waarom.
Sta je nog steeds achter je profiel-/keuzevakkeuze? JA / NEE (omcirkel) Leg je antwoord uit:
Heeft deze opdracht ervoor gezorgd dat je zekerder bent van je profiel-/ keuzevakkeuze? Leg ook uit waarom.
WEL / NIET (omcirkel) zeker van je profiel/keuzevakken, omdat
Sla je antwoorden op.
Upload je word-bestand naar de OneDrive.
9. Schooljaaroverzicht
9.1 Vul het paspoort in
Leerjaar 2
Tot slot ga nu een schooljaaroverzicht maken. Dit doe je door terug te kijken en te ontdekken wat je hebt geleerd van je ervaringen en door vooruit te kijken op volgend jaar..
Opdracht: Vul het paspoort in en hang het in je portfolio
Het arrangement LOB Het Hooghuis jaar 2 - Wat wil ik? is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.