Leerjaar 2

Opdracht: Thuisopdracht

Bespreek onderstaande vragen met je ouders/opvoeders.

  • Waarschijnlijk kennen je ouders/opvoeders veel volwassenen die een beroep hebben of ervoor geleerd hebben. Maak er gebruik van!
  • In deze opdracht breng je het netwerk van je ouders in kaart en ga je dit netwerk gebruiken.
  • Hoe kan deze persoon je helpen?
  • Hoe ga je deze persoon benaderen?

Bespreek met je ouders/opvoeders welke beroepen hun vrienden, familieleden en kennissen hebben.

Schrijf van minimaal vijf personen uit hun netwerk het beroep op. Bespreek samen wat het beroep ongeveer inhoudt. Gebruik hierbij het wordbestand dat je hier kunt downloaden.

Bekijk het netwerk. Welke persoon heeft een beroep dat jou leuk lijkt? Markeer die.