Hoe is de Wikiwijs Gespecialiseerd onderwijs ingericht?
Het uitgangspunt is het Landelijk doelgroepenmodel. Iedere wikiwijs is ingericht op thema én op basis van de leerlijnen PO/SBO/SO, leerlijn SO-ZML en de leerlijn VSO. Bij de Wikiwijs Digitale geletterdheid en Praktijkvakken zijn de uitstroomstemming toegevoegd. Dit scheelt zoeken naar geschikt leermateriaal.
Het beschikbare open leermateriaal kan naar eigen inzicht aangepast worden. Als je merkt dat een bepaalde les niet werkt, dan pas je het aan voor een volgende klas.
Het kan een hele leerlijn zijn, maar ook een losse les of een fragment van een video ofeen artikel.
Waarom is het delen van open leermateriaal belangrijk?
Voor leerroute 1 t/m 3 zijn er weinig geschikte methodes. Veel leraren maken zelf lesmateriaal. Het beschikbaar stellen en delen van grotere variatie aan goed, op maat gemaakt en flexibel inzetbaar leermateriaal, bespaart tijd. Die waardevolle tijd kun je besteden aan bijvoorbeeld meer contact met je leerlingen.
Voor leerroute 4 t/m 6 is het een belangrijke aanvulling op de bekende educatieve methodes. Vaak zijn de de stappen in de reguliere methodes te groot of is er te weinig oefenmateriaal in een bepaald niveau.
Hoe meer open leermateriaal gedeeld wordt, hoe meer de leerling op maat en zelfs op verschillende niveaus les krijgt, waardoor de leerling meer regie heeft op zijn eigen onderwijs.
Samenwerkingsverband De verbinding in de regio Arnhem heeft 5 professionals geïnterviewd over hun visie op Open leermateriaal. Ook publiceerden zij een podcast over de kansen van Open Leermateriaal aflevering 3 ' Open leermateriaal'
Een voorbeeld hoe je het landeljk doelgroepenmodel kunt inzetten.
Criteria goed open leermateriaal
Criteria per uitstroombestemming
Het is belangrijk dat er criteria per uitstroombestemming zijn. Leerlingen die niet kunnen rekenen, lezen en schrijven hebben ander open (digitaal) leermateriaal nodig dan leerlingen die dit wel kunnen..
EMB/belevingsgerichte dagbesteding
Het lesmateriaal wordt door de begeleiders ingezet voor het onderwijs aan de leerling
Het lesmateriaal is belevingsgericht / ervaringsgericht
Het lesmateriaal prikkelt de zintuigen (ruiken, kijken, voelen, horen, proeven, bewegen)
Het lesmateriaal is gericht op thema’s (zoals zomer, sinterklaas, etc.) en is niet gericht op (voorbereidend) lezen en rekenen
Het lesmateriaal raakt minstens één van de vijf domeinen: leren leren, communicatie, praktische redzaamheid, sociale en emotionele ontwikkeling of zintuiglijke en motorische ontwikkeling
Het lesmateriaal is te gebruiken door zowel leerling als begeleider
Het is belangrijk dat er technische criteria zijn voor open (digitaal) leermateriaal.
1. Stabiliteit
Alles werkt naar behoren, er doen zich geen onverwachte fouten (bugs) voor
Heeft een korte laadtijd
Heeft geen speciale software nodig; een PowerPoint kan iedereen openen
Heeft goed geluid, de mogelijkheid om het geluid aan/uit te zetten
Heeft een duidelijke navigatie
Er wordt goed Nederlands in gesproken
2. Snelheid
De applicatie reageert snel en is bovendien eenvoudig op te schalen, zodat meerdere gebruikers gelijktijdig met het systeem kunnen werken.
3. Is compatibel
Het werkt op de manier die in de klas/groep of leerling bruikbaar is
Is (vaak) webbased. Geen losse applicaties die geinstalleed of gedownload moeten worden
4. Veiligheid en privacy
Er is altijd een verwerkersovereenkomst opgesteld, waarin afspraken (bv. over verzamelen, delen, analyseren, welke veiligheidseisen) zijn vastgelegd over de verwerking van persoonsgegevens
Gegevens zijn veilig opgeslagen en alleen toegankelijk voor geautoriseerde personen en systemen.
5. Interactief
De (educatieve) apps zijn zelfcorrigerend en/of geven feedback al dan niet met een beloning.
6. Koppeling
Mogelijkheid tot het koppelen van andere platforms zoals Omnidu, Prowise, YouTube, Beeld en geluid op school, SchoolTV
7. Voorleesfunctie
Mogelijkheid tot een voorleesfunctie
Functionele criteria
Het is belangrijk dat er functionele riteria zijn voor open (digitaal) leermateriaal.
1. Sluit aan bij de belevingswereld en ontwikkelingsniveau
Dat betekent gebruiksvriendelijkheid, passend qua onderwerp en in heldere taal.
2. Bevat informatie voor begeleiders
Dit is een duidelijke aanwijzing dat de inhoud betrouwbaar is.
Er moet aanvullende info zijn voor over hoe je meer kunt doen met de content. Ook moeten de contactgegevens van de makers goed te vinden zijn.
3. Is visueel aantrekkelijk
Dit is natuurlijk subjectief, maar een goede app/leermateriaal is mooi vormgegeven, bevat humor en niet teveel tekst.
Het taalgebruik en de beelden zijn eenvoudig en doeltreffend.
4. Is interactief
(digitaal) Leermateriaal waarbij leerlingen op elkaar reageren of waarop je invloed kunt hebben op wat er gebeurt bv. een quiz, meerkeuzevragen.
(Introductie)filmpjes ondersteund met lesideeën kunnen ingezet worden om interactie tussen leerlingen onderling en tussen onderwijspersoneel en leerling te bevorderen.
5. Ondersteunt bij het leerproces
Bijvoorbeeld om schrijfbewegingen te oefenen, rekensommen te maken of topografische kennis te testen. Alleen betaalde apps vermelden als deze van meerwaarde zijn voor het leerproces.
6. Omvat materialen en apps voor de begeleiders (OP en OOP)
Direct in te zetten bij de lessen
Wordt expliciet genoemd in de Wikiwijs als het geschikt materiaal is ter ondersteuning van de lessen.
Leerlijnen
Algemeen
In het gespecialiseerd onderwijs wordt vaak gewerkt vanuit leerdoelen. Wil je leerdoelen goed inzetten bij het maken van open leermateriaal heeft het SLO een Handreiking Onderwijs ontwikkelen vanuit leerdoelen ontwikkeld.
Werk je met anderen aan het ontwikkelen van lesmateriaal? Gebruik de handreiking dan eens als basis voor een inspirerende werksessie of training.
Leerlijnen Plancius zijn voor leerlingen met een ontwikkelingsleeftijd tot 24 maanden/IQ> 35: ontwikkeld door de CEDgroep. Naast de leerlijnen zijn er activiteiten per thema uitgewerkt. Klik hier voor meer informatie
Het bevorderen van werken met open (digitale) leermaterialen is een veranderproces en dat vraagt om inbedding in een strategische visie. Hoe ga je gebruik van open (digitaal) leermateriaal borgen in je organisatie? Het is belangrijk om een organisatie brede onderwijsvisie te hebben over het gebruik van open (digitaal) leermateriaal. Het is een zorgvuldig proces, afgestemd op de visie die de organisatie en de individuele scholen. Ook is het belangrijk om te beschrijven hoe de communicatielijnen verloopt binnen de organisatie.
Afhankelijk van de structuur van de organisatie is het goed om vast te stellen wie
verantwoordelijk is voor het schrijven van beleid en het proces om open (digitaal) leermateriaal in te bedden in onderwijsinhouden en opbrengstgericht werken. Is dit een schoolleider, intern-begeleider, leermiddelencoördinator, kennisteams, werkgroepen of anders?
In het jaarlijkse budget voor de aanschaf van leermateriaal moet ruimte zijn om aanvullend materiaal te zoeken en zo nodig aan te schaffen. Als leraren zelf open (digitaal) leermateriaal moeten ontwikkelen, is hiervoor ruimte nodig in het urenbudget.
Omdat iedere organisatie eigen structuren heeft, wordt in het vervolg de persoon die aangesteld is om de kar te trekken ‘de verantwoordelijke’ genoemd.
De verantwoordelijke:
Geeft vanuit de visie de richting en kaders mee, ook voor het samenstellen van het leermiddelenpakket.
Zorgt en coördineert goede communicatielijnen.
Overlegt regelmatig met betrokken medewerkers
Maakt afspraken met leraren om lesmateriaal openbaar beschikbaar en deelbaar te maken binnen en buiten de eigen onderwijsinstelling. Het lesmateriaal is immers met publiek geld gemaakt.
Je kunt gebruik maken van een stappenplan om tot een goed beleidsplan te komen:
In de inleiding beschrijf je de aanleiding voor het opstellen van beleid. Leg uit wat er binnen de instelling wordt bedoeld met het delen en hergebruik van open leermaterialen. Geef aan voor wie het beleidsdocument is bedoeld. In de verantwoording beschrijf je hoe het document tot stand is gekomen en wat ermee zal gebeuren
2. Formuleer een visie
Beschrijf in dit hoofdstuk hoe het delen en hergebruik van open leermaterialen is ingebed in bestaand beleid. Hoe past het binnen de lopende ontwikkelingen? Hoe breed is de scope, oftewel, wie kan de leermaterialen hergebruiken? Schrijf tot slot een aantal statements die de visie van de instelling kort en krachtig weergeven.
3. Formuleer doelstellingen
Wat wil je bereiken met het delen en hergebruik van open leermaterialen? Beschrijf deze doelstellingen op verschillende niveaus. Voor een leraar zijn er andere redenen om met open (digitale) leermaterialen aan de slag te gaan dan voor een bestuurder of een ondersteuner.
4. Formuleer activiteiten
Beschrijf hoe de instelling delen en hergebruik faciliteert. Zorg ervoor dat de docent de meerwaarde kent. Wat voor infrastructuur is er beschikbaar? Hoe worden docenten juridisch en onderwijskundig ondersteund? Hoe kunnen zij zich verder professionaliseren op dit vlak?
5. Beschrijf de organisatie
Om het delen en hergebruik van open (digitale) leermaterialen een succes te maken moet je vele verschillende stakeholders binnen de instelling betrekken. Iedereen heeft daarin zijn eigen rol. Beschrijf de organisatie die je hiervoor nodig hebt.
6. Maak een planning
Voor een goede planning leg je de resultaten en activiteiten in de tijd vast. Houd hierbij rekening met de vele verschillende actoren en de impact op de organisatie. Kies bij voorkeur voor een project met een gedegen projectorganisatie. Zorg voor een duidelijk opdrachtgever en een stuurgroep. Vergeet niet om meetmomenten en momenten van bijsturing in te plannen.
Houdt het ontwikkelde open leermateriaal niet binnen je eigen organisatie, maar zorg er voor dat het breed gedeeld wordt naar andere scholen. Zet het in Wikiwijs.
Zoek verbinding met expertiseorganisaties, zorginstellingen, samenwerkingsverbanden, bedrijfsleven, uitgeverijen enz.
Impuls open leermateriaal is een voorbeeld waarbij de krachten gebundeld zijn. Kennisnet is de beheerder hiervan
Het arrangement Uitgangspunten van de Wikiwijs community GO is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.