Challenge 6: Examenvoorbereiding

Challenge 6: Examenvoorbereiding

Inleiding

Examen

In de laatste drie weken van dit schooljaar bereiden jullie je voor op jullie eerste examen van de opleiding, B1-K1. In het examen staan vier werkprocessen centraal:

  • B1-K1-W1: Treedt op als aanspreekpunt voor klanten;
  • B1-K1-W2: Verzorgt zakelijke communicatie;
  • B1-K1-W3: Verwerkt gegevens;
  • B1-K1-W4: Werkt aan producten/opdrachten binnen geld-, goederen- en informatiebeweging.

Om je voor te bereiden op dit examen lees je de theorie en maak je de opdrachten in deze Wikiwijs. Veel opdracht komen uit Stichting Praktijkleren (SPL). Het is daarom belangrijk dat je je inloggegevens paraat hebt. Soms staan de opdrachten in Wikiwijs (met of zonder bijlage), maar soms moet je de opdrachten ook in SPL maken (maak dan altijd screenshots om te bewijzen dat je de opgaven hebt gemaakt).

De opdrachten worden indivudueel gemaakt. In de planning staat aangegeven op welke data je de verschillende opdrachten in moet leveren. De opdrachten worden beoordeld op basis van het beoordelingsformulier uit het examen (zie Beoordelingsformulier examen in Wikiwijs).

Iedere student heeft gedurende dit traject een eigen coach en zal op twee verschillende momenten de resultaten van de opdrachten met hem of haar bespreken. Onder het kopje Coach zie je wie jouw coach is.

Het examen wordt afgenomen op donderdag 16 juni (1C) en vrijdag 17 juni (1D).

Planning

Coach

De komende drie weken heeft iedere student zijn eigen coach. Twee keer heb je individueel een gesprek met jouw coach over de beoordeling van jouw opdrachten en jouw ontwikkeling gedurende het traject.

Hieronder vinden jullie de indeling per coach.

 

Chantal

4081956 Abdul   Abdulahi Nor
4077628 Shannon   Bas
4079480 Dani   Bunt
4080035 Figo   Eijgenraam
4080890 Lars   Hagen
4080522 Daan   Hordijk
4078386 Chavez   Karsten
4076026 Desley   Molendijk
4071634 Glenn de Oude
4080888 Anas   Rifi
4077877 Tim   Stout
4079918 Noah   Verhespen
4080679 Kangyi   Ye

 

Christiaan

4081440 Ryan   Alioua
4079595 Denzel   Bekoe
4075389 Semih   Cakiroglu
4077880 Luuk van der Elst
4077666 Thom   Heijstek
4049388 Max van Houwelingen
4080160 Jesper   Keulen
4067079 Randy   Nederpelt
4080390 Robin den Ouden
4080036 Joost   Schievink
4077622 Giaro   Strick
4080387 Jair   Vonk
4073799 Tim van der Zaken

 

Fonne

4081167 Damiën van Alphen
4079969 Eline   Blommers
4079543 Levi   Domenie
4078669 Jens van Gemert
4077775 Jack van Herk
4080680 Stijn   Kammeraat
4079119 Imke   Lamers
4070449 Liza   Noordzij
4079797 Gio   Polak
4079276 Virgil   Schlink
4081022 Yannick van Twist
4079831 Xander van Weelden

 

Zekeriya

4070892 Guylian   Bangert
4080252 Tiemen de Boer
4078962 Kanyé   Dorsen
4080389 Aidan de Groot
4079159 Tim van Herk
4069020 Robin van der Zwaal
4075328 Senna   Mangert
4078350 Joël den Otter
4080164 Jesse   Reer
4081957 Zoë   Spalburg
4081310 Jamie   Verheij
4079746 Jasintho   Wielders

 

 

Beoordelingsformulier examen

Hieronder vind je het beoordelingsformulier voor het examen.

Hoofstuk 1: Aanspreekpunt voor klanten

Deel 1: Een goed gesprek

Leerdoel: Je kunt verbeterpunten bij een gesprek aan de frontdesk benoemen.

Als je werkt in de rol van frontdeskmedewerker bij een organisatie, dan heb je een belangrijke taak: jij komt als eerste in aanraking met klanten. Jij bent dan het visitekaartje voor het bedrijf. Je hebt telefonisch klantcontact en je kunt gebruik maken van chat en e-mail, maar er staan ook regelmatig mensen voor jouw desk. Het is belangrijk dat jij klanten kunt helpen met hun vraag of kunt doorverwijzen. Maar hoe doe je dat op een klantvriendelijke manier? Om hier achter te komen, ga je een aantal video´s van gesprekken aan de frontdesk bekijken.

Opdracht slecht baliegesprek en video check-in

A. Slecht baliegesprek

  • Open de bijlage Feedbackformulier frontdesgesprek video
  • Bekijk de video slecht baliegesprek hieronder

 

  • Geef de medewerker feedback aan de hand van het feedbackformulier.

  • Bespreek je bevindingen zo mogelijk met een medestudent:

    • Hebben jullie hetzelfde ingevuld? Waarom wel/niet en wat niet?
    • Heeft de medewerker op jullie ongeveer dezelfde (goede of slechte) indruk gemaakt?
    • Wat heb je voor gedrag bij de medewerker gezien, dat je zelf ook wilt meenemen naar je eigen gesprekken met klanten?
    • En welk gedrag wil je zeker niet zelf inzetten?

B. Video Check-in

  • Open de bijlage Feedbackformulier frontdesgesprek video
  • Bekijk de video in-check Frontoffice gesprek hieronder

 

  • Geef de medewerker feedback aan de hand van het feedbackformulier.

  • Bespreek je bevindingen zo mogelijk met een medestudent:

    • Hebben jullie hetzelfde ingevuld? Waarom wel/niet en wat niet?
    • Heeft de medewerker op jullie ongeveer dezelfde (goede of slechte) indruk gemaakt?
    • Wat heb je voor gedrag bij de medewerker gezien, dat je zelf ook wilt meenemen naar je eigen gesprekken met klanten?
    • En welk gedrag wil je zeker niet zelf inzetten?

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • de 2 video's hebt bekeken en bij elke video een Feedbackformulier frontdeskgesprek video hebt ingevuld. Lever het feedbackformulier in bij de inleveropdracht in MS Teams.

Deel 2: Klachten

Leerdoel: Je kunt klachten registreren en bepalen wie de klacht moet afhandelen.

Waar gewerkt wordt, worden ook fouten gemaakt. Daarover kunnen klanten dan klagen. Klachten zijn dus heel normaal en komen regelmatig voor. Maar wat is nu precies een klacht? Hoe ga je daar mee om? Op welke manier komen klachten binnen bij een bedrijf? Welke emoties kunnen daarbij komen kijken? Hoe registreer je klachten? En waarom zijn klachten belangrijk voor een bedrijf?

 

Leerdoel: Je kunt een reactie geven op klachten en opmerkingen die binnenkomen via social media.

Wat moeten we toch met al die klachten die via social media binnenkomen?
Klanten plaatsen steeds vaker hun mening op de social media en die is lang niet altijd positief. Hierdoor worden er steeds vaker communicatiemedewerkers op de webcare ingezet. Een belangrijk onderdeel van webcare is dat je reageert en bijhoudt wat er op social media binnenkomt over je bedrijf. Hoe kun je die klachten nou omtoveren in kansen? Daar ga je in deze opdracht mee aan de slag.

Opdracht klachten bij Efteling

A. Klachten bij de Efteling

Situatie:
Je bent in dienst van de Efteling in Kaatsheuvel. De Efteling heeft klantvriendelijkheid hoog in het vaandel staan. Liever willen ze helemaal geen klachten. Maar als er toch een klacht is, moet deze zo soepel mogelijk afgehandeld worden.  
Vandaag (22-11-2023) ben jij verantwoordelijk voor het klachtenregistratiesysteem. Helaas zijn er via de voicemail een aantal klachten binnengekomen. Daarmee moet jij snel aan de slag
.

  • Open en lees de Uitleg procedure klachten.
  • Open het document Overzicht taken en verantwoordelijkheden personeel Attractiepark. Hierin kun je lezen welke taken bij welke medewerker thuishoren.
  • Beluister één voor één de acht voicemailberichten met de klachten via deze link en log in met je schoolaccount. Vervolgens ga je naar de button - Startpagina Business Services - Leermiddelen basisdeel - B1-K1-W1 - Klachten 1 - en daar kies je voor opdracht 11 klachten in de Efteling (extra opdracht niveau 4)
  • Je kunt steeds naar de volgende voicemail (= afbeelding) door op de pijltjes aan de zijkanten van de afbeelding te klikken).
  • Bepaal na elk voicemailbericht voor welke medewerker de klacht bestemd is aan de hand van het document Overzicht taken en verantwoordelijkheden personeel Attractiepark.
  • Open het document Klachtenregistratie Efteling en vul de klachten daar zo volledig mogelijk op in. Sommige velden blijven leeg, omdat je niet alle informatie hebt.

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • de acht klachten uit de voicemails volledig hebt verwerkt in de klachtenregistratie en dit formulier hebt ingeleverd in de inleveropdracht in MS Teams.

Opdracht klachten via social media

Je werkt bij Rent & Care. Rent&Care is met twaalf vestigingen een van ’s lands toonaangevende autoverhuurbedrijven. De hoofdvestiging staat in Culemborg.

  • Open en lees de berichten die binnen zijn gekomen op Facebook en Twitter.
    • Gebruik hiervoor bijlage Binnenkomende berichten  
  • Zoek voor een reactie naar de antwoorden op de website van Rent & Care.
  • Reageer op de binnenkomende berichten.
    • Let op positief en actief taalgebruik, het gebruik van de huisstijl van Rent & Care en correct Nederlands.
  • Lever je reacties in bij de inleveropdracht in MS Teams
  • Eisen aan de opdracht:
    • Er is in correct Nederlands gereageerd.
    • De student houdt zich aan de huisstijl van de organisatie.
    • De informatie in de reactie is juist.

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • als je een correcte reactie hebt geformuleerd op alle inkomende berichten en hebt ingeleverd in MS Teams.

Deel 3: De zakelijke e-mail

Leerdoel: Je geeft aan wat je al weet over het versturen van e-mails.
Leerdoel: Je leert op een juiste manier de onderwerpregel bij een e-mail in te vullen.
Leerdoel: Je kunt de juiste informatie vermelden in een e-mail.

Wat weet ik al over het versturen van e-mails? Een e-mail versturen, dat is toch niet zo moeilijk?
Zowel zakelijk als privé zal je weleens een e-mail moeten versturen. Het lijkt zo gemakkelijk, maar toch is er een aantal zaken waar je op moet letten als je een e-mail verstuurt. In deze opdracht laat je zien wat je al weet over het versturen van e-mails.

Opdracht e-mail introductie

Vragen over het versturen van e-mails

  • Open het document vragenlijst
  • Geef antwoord op de vragen (Bij een aantal vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk)
  • Lever jouw vragenlijst in via de inleveropdracht in MS Teams

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • correct antwoord hebt gegeven op alle vragen en de vragenlijst hebt ingeleverd in MS Teams.

Opdracht de onderwerpregel

A. Richtlijnen onderwerpregel

  • Bekijk het document Richtlijnen onderwerpregel
  • Maak de quiz Onderwerpregel via deze link (open de opdracht De onderwerpregel) en geef aan of de richtlijnen goed of niet goed gevolgd zijn. Je moet in ieder geval 80% van de quizvragen goed beantwoord hebben. Zo niet? Doe de quiz opnieuw.
  • Maak een screenshot van het resultaat van de quiz en lever deze in via de inleveropdracht in MS Teams.

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • minimaal 80% van de quizvragen goed hebt een een screenshot van je resultaat hebt ingeleverd in MS Teams.

 

B. De onderwerpregels invullen

In je mailbox ‘Concepten’ staan e-mails die nog niet helemaal klaar zijn om verzonden te worden.

Open de bijlage: Uitgaande e-mails. Lees de e-mails door. Vul bij alle mails de onderwerpregel in (gebruik hiervoor het document: richtlijnen onderwerpregel). Lever het document met de ingevulde onderwerpregels in via de inleveropdracht in MS Teams

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • het document met correcte onderwerpregels hebt ingeleverd in MS Teams.

Opdracht e-mails opstellen

Het opstellen van een e-mail kan op diverse manieren. Als je e-mails naar vrienden stuurt, gebruik je andere woorden dan wanneer je een e-mail naar een klant van je bedrijf stuurt.  

Voordat je op de verzendknop drukt, moet je zeker weten dat je alle informatie juist hebt ingevuld en vermeld.

Om deze opdracht te maken ga je via deze link naar Stichting Praktijkleren. Je klikt daarvoor op deze link en gaat naar de opdracht E-mails opstellen. Maak deze opdracht en lever het resultaat in via MS Teams.

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • alle opdrachten van E-mails opstellen hebt gemaakt en hebt ingeleverd in MS Teams.

Opdracht e-mail opstellen 2

A. Email beantwoorden
Sinds kort werk je als stagiair bij een administratiekantoor. Je hebt een e-mail gekregen van een collega met een document over de richtlijnen voor e-mails van het bedrijf. Jij gaat deze e-mail beantwoorden.  

  • Open het sjabloon e-mail (beschikbaar als Word document)
  • Stel een e-mail op aan je collega Bart Smedes (b.smedes@bedrijf.nl).

  • Stel de e-mail op namens jezelf. Jouw e-mailadres is als volgt: [eigennaam@bedrijf.nl].

  • Vul de rest van de kop van de e-mail in.

  • Vermeld het volgende in de e-mail.

    • Vertel wie je bent.

    • Vertel welke opleiding je doet.

    • Vertel dat je de richtlijnen e-mail opstellen hebt gelezen.  

    • Vertel welke van de onderstaande onderdelen je altijd controleert en welke niet of minder vaak.

      1. Heb je de e-mail naar de juiste persoon of personen opgesteld?

      2. Kloppen de e-mailadressen?

      3. Heb je de onderwerpregel ingevuld?

      4. Is de inhoud van de e-mail compleet en correct?

      5. Zijn de grammatica en spelling in de tekst correct?

      6. Lopen de zinnen in de tekst goed?

      7. Heb je hoofdletters, komma’s en punten juist gebruikt?

    • Gebruik een juiste aanhef en afsluiting.

  • Lever de opgestelde e-mail in via de inleveropdracht in MS Teams

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • de correct opgestelde e-mail hebt ingeleverd via MS Teams.

 

B. Aanvragen verlof

Iedere vrijdag en zaterdag werk je bij Supermarqt. Volgende week vrijdag wil je graag verlof opnemen. Je leidinggevende moet daar toestemming voor geven.

  • Open het Sjabloon e-mail (beschikbaar als Word document)

  • Stel een e-mail op aan je leidinggevende Joris Schouten (j.schouten@supermarqt.nl).

  • Jouw e-mailadres is als volgt [eigennaam@supermarqt.nl].

  • Vul de kop van de e-mail volledig in.

  • Vermeld het volgende in de e-mail.

    • Geef aan waarom je deze e-mail stuurt.

    • Gebruik een juiste aanhef en afsluiting.

    • Geef de juiste datum aan.

    • Geef de reden aan waarom je verlof aanvraagt. Bedenk zelf een reden.

  • Lever de e-mail in via de inleveropdracht in MS Teams

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • de correct opgestelde e-mail hebt ingeleverd via MS Teams.

 

C. Bevestiging sturen

Je werkt op de administratie van een bouwbedrijf. Jouw leidinggevende (de heer Husain) is volgende week donderdag uitgenodigd voor een bespreking bij de gemeente Tilburg. Het gaat over de verbouwing van het gemeentehuis. De bespreking is van 10.00 uur tot 12.00 uur in het gemeentehuis.
De heer Husain vraagt jou om een bevestiging te sturen naar de heer H. de Zwart van de gemeente Tilburg.

  • Open het Sjabloon e-mail (beschikbaar als Word document)
  • Stel een e-mail op aan de heer H. de Zwart (hdzwart@tilburg.nl).  

  • Jouw e-mailadres is als volgt [eigennaam@bouwbedrijf.nl].

  • Vul de kop van de e-mail volledig in.

  • Vermeld het volgende in de e-mail.

    • Verwijs naar de uitnodiging van de bespreking.

    • Bevestig de komst van de heer Husain.

    • Vermeld dat hij zijn collega mevrouw Rijnaerts (afdeling Ontwerp) meeneemt.

    • Vermeld dat hij met de auto komt.  

    • Vraag of hij een parkeerplaats moet reserveren voor zijn auto.  

    • Gebruik een juiste aanhef en afsluiting.

  • Lever de e-mail in via de inleveropdracht in MS Teams

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • de correct opgestelde e-mail hebt ingeleverd via MS Teams.

Hoofdstuk 2: Zakelijke communicatie

Toelichting Hoofdstuk 2

In dit hoofdstuk staat zakelijke communicatie centraal. Je neemt in dit hoofdstuk je kennis van hoofdstuk 1 mee en gaat hier dieper in op huisstijl en redigeren. Ieder deel bevat een uitleg en een of meerdere opdrachten. Zorg dat je de opdrachten maakt (soms in Stichting Praktijkleren en soms in Wikiwijs) en altijd inlevert in Teams. Zorg dat je de gestelde deadlines goed in de gaten houdt.

Deel 1: Corporate identity en huisstijl

Leerdoel: Je kunt een bedrijfsdocument redigeren volgens de juiste huisstijl.

Je herkent een bedrijf vaak al snel aan zijn communicatie. Bijvoorbeeld doordat er altijd dezelfde kleuren en lettertypes gebruikt worden. En natuurlijk een herkenbaar logo.
Zo is een bedrijf gemakkelijk herkenbaar bij het publiek.
Als organisatie wil je een bepaalde indruk maken; een bepaald beeld achterlaten bij je doelgroepen. Kortom: als organisatie wil je een imago dat past bij het beeld waar de organisatie voor staat. Een van de middelen die je daarvoor hebt, is de huisstijl.
Als je gaat schrijven of redigeren, moet je er dus goed op letten dat de huisstijl goed is toegepast.

Corporate Identity

Elke organisatie heeft een corporate identity. De corporate identity is als het ware de persoonlijkheid van het bedrijf. Het imago van het bedrijf is de afspiegeling van die identiteit; hoe een organisatie overkomt bij het publiek. Als bedrijf wil je graag dat je imago klopt met de corporate identity. De identiteit van de organisatie wordt uitgedragen via communicatie, gedrag en symboliek.

Huisstijl
Organisaties communiceren op allerlei manieren met hun doelgroepen. Denk aan brieven, e-mails, nieuwsbrieven en reclame-uitingen. De huisstijl van een organisatie is de manier waarop deze zich naar buiten toe wil presenteren in zijn communicatie. Onder de huisstijl vallen bijvoorbeeld naam, logo, kleur, typografie (lettertype), vormentaal en fotografiestijl.

Al deze elementen worden steeds op dezelfde manier gebruikt in bijvoorbeeld presentaties, briefpapier, visitekaartjes, offertes, facturen, enveloppen, de website, e-mails en bedrijfskleding. Een huisstijl wordt vaak vastgelegd in een huisstijlhandboek.

Opdracht Huisstijl

Opdracht Huisstijl 2

Je werkt bij Frando Sports, een groothandel in sportkleding. Het bedrijf organiseert een feest ter ere van het 25-jarig jubileum. De stagiair Wesley heeft de taak gekregen om een uitnodigingsbrief voor het jubileum te schrijven. De uitnodigingsbrief moet voldoen aan de huisstijl van Frando Sports. Aan jou de taak om de gescheven brief van Wesley te controleren op de huisstijl.

  • Bekijk informatie over bijlagen (Groothandel Frando Sports & Informatie richtlijnen teksten; te vinden onderaan de pagina).
  • Beoordeel de uitnodigingsbrief (te vinden in de bijlage) op de huisstijl aan de hand van de gelezen informatie en richtlijnen.

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • de uitnodigingsbrief correct hebt beoordeeld en hebt ingeleverd in MS Teams.

Deel 2: Redigeren

Leerdoel: Je kunt tekst redigeren op inhoud.
Leerdoel: Je kunt redigeren op taal.

Het controleren en verbeteren van teksten heet redigeren. Redigeren zorgt ervoor dat een tekst echt correct is. Bijvoorbeeld op het gebied van spelling, grammatica, stijl, interpunctie, inhoud en opmaak. Redigeren zorgt er ook voor dat het idee dat de schrijver wil weergeven duidelijk en gemakkelijk te begrijpen is. Als organisatie wil je natuurlijk wel goed en helder overkomen. In deze module leer je hoe je verschillende zakelijke teksten kunt redigeren. Deze module bevat zeven opdrachten en duurt 3 klokuur.

Opdracht Redigeren op inhoud

Als je een tekst controleert, let je op of de inhoud klopt.
Daarbij controleer je bijvoorbeeld namen, telefoonnummers en andere feiten die genoemd worden in de tekst. Als er bijvoorbeeld in een tekst over een zwembad staat dat er drie kleedhokjes zijn, terwijl het er vijfendertig zijn, dan moet je dat aanpassen. Verder moet de inhoud natuurlijk ook passen bij de doelgroep.

  • Open het bestand Bedrijfsgegevens Leef je uit! en lees de inhoud.
  • Open de Flyer Feeling Fit en zoek de vijf fouten in de inhoud. Je hoeft geen taalfouten te zoeken.
  • Noteer de gevonden fouten in het Overzicht fouten.  

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • de gevonden fouten hebt genoteerd en hebt ingeleverd in Teams.

Opdracht Redigeren op taal

Goede communicatie draait om het bereiken van je doel, door aan je doelgroep de boodschap in de juiste vorm aan te bieden.  Als je gaat redigeren, zorg je er dus voor dat een tekst ook correct is qua taal.

Bij goede teksten draait het dus om: doel, doelgroep, boodschap, vorm.

De schrijver van een tekst heeft daar al over nagedacht. Als je gaat redigeren, dan zorg je ervoor dat de boodschap foutloos overkomt. Storende taalfouten kunnen ervoor zorgen dat de boodschap niet begrepen wordt of niet serieus genomen wordt. In deze opdracht leer je de basis van drie onderdelen van de Nederlandse taal die vaak fout gaan in teksten.

  • Werkwoordspelling
    Als je eenmaal weet hoe het werkt, heb je er altijd voordeel van.
  • Moeilijke woorden
    Veel woorden kun je leren, dan schrijf je die nooit meer fout.
  • Interpunctie
    Een komma op de juiste plek zorgt ervoor dat je boodschap duidelijk overkomt.

Kijk voor extra uitleg naar de onderstaande documenten.

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • de onderstaande opdracht hebt gemaakt en een screenshot van je resultaat hebt ingeleverd in MS Teams.

Toets: Opdracht taal

Start

Slottest redigeren

Om de controleren of je goed kunt redigeren, maak je een slottest. Je gaat hiervoor naar deze link (scrol naar beneden en klik op de opdracht Slottest) en leest eerst de nieuwsbrief, de bedrijfsgegevens en huisstijlregels door. Vervolgens kunt je antwoord geven op de vragen. Maak een screenshot van het resultaat en lever dit in via Teams.

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • de slottest hebt gemaakt en je resultaat hebt ingeleverd in MS Teams.

Hoofdstuk 3: Verwerkt gegevens

Toelichting Hoofdstuk 3

In dit hoofdstuk staat het verwerken van gegevens centraal. Je neemt in dit hoofdstuk je kennis van de vorige hoofdstukken mee en gaat hier dieper in op gegevensregistratie, personeelsdossiers en informatiestromen. Ieder deel bevat een uitleg en een of meerdere opdrachten. Zorg dat je de opdrachten maakt (soms in Stichting Praktijkleren en soms in Wikiwijs) en altijd inlevert in Teams. Zorg dat je de gestelde deadlines goed in de gaten houdt.

Deel 1: Tabellen en grafieken

Leerdoel: Je kunt informatie uit een tabel en grafiek aflezen.

Veel informatie is verwerkt in een tabel, zoals een prijslijst voor een pretpark, tarieven voor een autoverzekering of de jaargegevens van een bedrijf. Het is daarom handig dat jij een tabel kunt lezen. Je gaat leren hoe je op de juiste manier gegevens uit een tabel kunt aflezen. 

Opdracht tabellen en grafieken

Als mensen samenwerken, is er altijd sprake van werkoverleg. Er moet regelmatig worden afgestemd wie wat wanneer oppakt. Soms ga je met elkaar brainstormen over een aanpak van een project of neem je gezamenlijk een besluit. Ook kun je een overleg hebben met je leidinggevende over je werkzaamheden. In deze module leer je hoe je op een respectvolle en zinvolle manier aan zo'n werkoverleg deelneemt.

Om de controleren of je de gegevens uit tabellen en grafieken kunt halen maak je de quiz in Stichting Praktijkleren. Voordat je de quiz maakt, bekijk je eerst een video met uitleg. De video en de quiz vind je via deze link (je klikt op Ontcijfer de tabel en volgt de stappen). Maak een screenshot van het resultaat en lever dit in via Teams.

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • de opdrachten hebt gemaakt in SPL en een screenshot van het resultaat hebt gemaakt.

 

Opdracht jouw uitgaven

Wat heb jij uitgegeven?

  1. Schrijf al jouw uitgaven van de vorige maand op.
    Tip: zoek jouw uitgaven op in jouw bankieren-app. Als je niet precies jouw uitgaven meer weet, mag je hier een schatting van maken.

  2. Verdeel de uitgaven in de volgende twaalf groepen: huur, telefoonabonnement, verzekeringen, eten en drinken, uitgaan, sport, kleding, schoenen, cadeautjes, uitjes/dagjes weg, vervoer en overige.
    Bereken per groep een totaalbedrag.

  3. Maak een tabel in Excel van jouw uitgaven van de vorige maand.
    Zet in de eerste kolom de namen van de twaalf groepen. Zet in de tweede kolom de totaalbedragen per groep. Zet de naam van de maand als kolomtitel boven de bedragen. Geef de tabel een titel en maak de tabel overzichtelijk en mooi op.
    Tip: bekijk de YouTube video Tabel maken in Excel voor een uitleg over het maken van een tabel in Excel.  

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • een tabel in Excel hebt gemaakt volgens de richtlijnen van de instructievideo.

 

Opdracht informatie vinden voor collega's

Je werkt voor een groot, internationaal warenhuis D&K. Het warenhuis verkoopt zijn artikelen ook online. Elke dag worden de internetbestellingen in een tabel in Excel gezet.
Dit bestand is vaak zo groot dat het lastig is om goed overzicht te houden. Hier ga jij jouw collega’s bij helpen!

  1. Open het Excelbestand Online verkoop.

  2. Open het Wordbestand Vragen van jouw collega’s.

  3. Noteer het antwoord op de vragen van jouw collega’s in het Wordbestand.
    Tip: sorteer informatie in Excel om snel de vragen te kunnen beantwoorden.

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • als je het antwoord op de vragen hebt verwerkt.

Deel 2: Gegevensregistratie

Leerdoel: Je weet hoe je gegevens kunt registreren en kent voorbeelden van digitale gegevensregistratie.
Leerdoel: Je kunt aangeven wat de belangrijkste gegevens zijn die worden vastgelegd op een
bepaalde plaats. 

Leerdoel: Je bent je bewust van de impact die een fout kan hebben.
Leerdoel: Je kunt ingevoerde gegevens controleren.

We komen om in de gegevens. Tegenwoordig spreken we eigenlijk meer over data.
Met cookies op elke website worden ongelooflijk veel gegevens verzameld, geregistreerd, bewerkt en opgeslagen. Je gaat je nu verdiepen in een onderdeel daarvan, namelijk de gegevensregistratie.

De definitie van gegevensregistratie:  
Gegevensregistratie is een methode om gegevens te verzamelen. De verkregen gegevens zijn vervolgens in analoge of digitale vorm beschikbaar voor verdere verwerking en analyses. Voor registraties worden vaak apparaten of systemen gebruikt bijvoorbeeld scanners voor barcodes of QR-codes.

Belangrijke termen:
Dossier (het; onzijdig; meervoud: dossiers)

  • alle documenten die op een zaak betrekking hebben
    of
  • het geheel van archiefbescheiden, ontvangen of opgemaakt door een instelling, een persoon of een groep personen, bij de behandeling van een zaak.

Procedures (regels, stappenplannen, protocollen) bieden iedereen duidelijkheid en houvast. Ze geven aan wat er in een bepaalde situatie moet gebeuren (of juist wat niet gedaan moet worden!). Dit verkleint de kans op fouten en dit draagt bij aan de productiviteit. Het opstellen (of aanpassen), afstemmen en communiceren van procedures kost tijd en energie.

Elk bedrijf heeft diverse standaardprocedures, of het nu om een standaardprocedure voor productie, verkoop of administratie gaat. Om het proces zo optimaal mogelijk te laten verlopen dient een procedure nauwkeurig beschreven te worden. Deze standaardprocedures zijn meestal goed onderbouwd en uitgedacht, maar toch bereiken ze in de praktijk niet altijd het gewenste effect.

Opdracht wie, wat, waarom wordt het vastgelegd?

Gegevensregistratie is de manier waarop de verzamelde gegevens systematisch worden vastgelegd. Jij gaat nu voor een aantal situaties aangeven welke gegevens door welke bedrijven of organisaties vastgelegd worden. En je gaat motiveren waarom je dat denkt. Maar eerst ga je na welke gegevens jij zelf allemaal nodig hebt en vastlegt!

A. Jouw eigen gegevensregistratie

Welke gegevens registreer je zelf? En hoe doe je dat?

  1. Open de bijlage Wie, wat, waarom wordt het vastgelegd? en maak de opdracht die in de bijlage staat.
  2. Bespreek met een of twee medestudenten de lijstjes die jullie gemaakt hebben.
    Zijn er veel overeenkomsten of juist veel verschillen? Verklaar dat!

 

B. Wat is de informatiebehoefte van een bedrijf of instelling?

  1. Open de bijlage Informatiebehoefte.
  2. Maak de vragen in het bestand.
    Van een aantal soorten bedrijven of organisaties wordt gevraagd of ze bepaalde gegevens wel of niet nodig hebben voor de bedrijfsvoering.
  3. Noteer de score die je hebt behaald.
    Als deze lager is dan 23, schrijf dan op voor welke bedrijven of instellingen jij het verkeerde antwoord hebt ingevuld.
  4. Overleg met een medestudent en bespreek elkaars resultaten.  

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • als je een lijstje hebt gemaakt en als je de vragen hebt beantwoordt.

Opdracht dure grap?!

Tikfoutje in Japan
Een kleine tikfout betekende een grote ramp voor het bedrijf Mizuho Securities. Het wilde één aandeel verkopen voor 610.000 yen (ongeveer 4.500 euro). Door een fout kwamen er echter 610.000 aandelen beschikbaar voor één yen per stuk. Hoewel dit veel meer was dan Mizuho te bieden had en het bedrijf in protest ging, bleven de aandelen beschikbaar en kostte dit hen 225 miljoen dollar.
Bron nieuwsbericht: MSN Nieuws, 10-04-2017

Deze opdracht gaat over het maken van fouten en wat dat kan kosten.

A. Van fouten kun je leren

De Chinese wijsgeer Confucius die rond 500 voor Christus leefde zei het al: Fouten hebben en die niet verbeteren, dat is pas fouten hebben.

  1. Beschrijf ten minste twee fouten van jezelf of van een ander en geef aan wat je daarvan hebt geleerd.
  • Welke fout is er onlangs gemaakt waardoor jij benadeeld bent?
  • Wat had er gedaan kunnen worden om de fout te voorkomen?

2. Bespreek jouw antwoorden met die van een medestudent.  

Niet alle fouten kosten geld. Sterker nog: fouten leveren in sommige gevallen juist geld op.

Misschien ken je wel het spel Monopoly. Bij het Algemeen Fonds zit een kaart met een opmerking die wel bekend is geworden: ‘Een vergissing van de bank in uw voordeel, u ontvangt € 200,-’. Dat is natuurlijk mooi meegenomen.

B. Kosten fouten geld?

Als er fouten gemaakt worden, kun je vaak schadevergoeding krijgen.

  1. Zoek voorbeelden op internet van bedragen die betaald zijn als schadevergoeding.
    Denk bijvoorbeeld aan letselschade.

 

Dit is het einde van de opdracht.

Je hebt de opdracht afgerond als je:

  • twee fouten hebt beschreven en de vragen hierover beantwoordt hebt en voorbeelden hebt gevonden van bedragen die betaald zijn als schadevergoeding.

Opdracht check, check, dubbelcheck

Bij het invoeren van gegevens worden regelmatig fouten gemaakt. Dat is natuurlijk vervelend. Een telefoonnummer of e-mailadres verkeerd overnemen betekent meteen dat het niet bruikbaar is en je die persoon dus niet meer te pakken kunt krijgen.

Belangrijk is dus dat er na het invoeren van gegevens goed gecontroleerd wordt of ze juist zijn overgenomen. Dat ga jij nu oefenen in deze opdracht.

De volgende opdrachten maak je in Stichting Praktijkleren. Om bij de opdracht te komen klik je op deze link. Vervolgens ga je naar de opdracht Check, check, dubbelcheck. Zorg dat je de antwoorden opslaat en inlevert via Teams.

Deel 3: Personeelsdossiers

Leerdoel: Je kunt omschrijven waarvoor een personeelsdossier wordt gebruikt.
Leerdoel: Je kunt gegevens zoeken in een digitaal personeelsdossier.
Leerdoel: Je kunt gegevens invoeren in een personeelssysteem. 
Leerdoel: ​Je kunt wijzigingen verwerken in het personeelsdossier.

In bedrijven worden veel gegevens vastgelegd. Welke gegevens worden geregistreerd en hoe dat gebeurt, verschilt van bedrijf tot bedrijf. Ook binnen bedrijven zijn er vaak veel varianten, afhankelijk van de afdelingen. Dit heb je al geleerd in de taakmodule Gegevensregistratie 1. In deze taakmodule maak je kennis met een specifiek dossier, namelijk het personeelsdossier. Bij alle dossiers speelt privacy en bescherming van persoonsgegevens een belangrijke rol, maar dat geldt met name voor personeelsdossiers. Hierin worden de benodigde gegevens opgeslagen van een medewerker. Deze gegevens zijn onmisbaar voor de organisatie om te kunnen draaien! Natuurlijk staan hier de naw-gegevens in (naam, adres, woonplaats), en zaken als functie, salaris en IBAN-nummer van de bankrekening. Maar wat staat daar nog meer in? Wie heeft toegang tot die gegevens en hoe worden ze opgeslagen? 

Zoeken in personeelsdossiers

A. Introductie.  

  1. Ga naar het virtuele kantoor door op deze link te klikken.

  2. Open PAS2 door op het logo van het programma op het bureaublad te klikken.

 

B. Informatie zoeken

  1. Open de bijlage Vragen.
    Zoek de gevraagde gegevens op in PAS2 en noteer de resultaten.

  2. Lever de uitwerking van de opdrachten (de antwoorden op de vragen in in Teams).

Dossiers aanmaken

Elk bedrijf houdt gegevens van zijn medewerkers bij. Dit wordt in een personeelssysteem gedaan. Dit kan er bij elk bedrijf anders uitzien, maar de gegevens die worden bewaard zijn over het algemeen hetzelfde. Elke medewerker heeft zijn eigen personeelsdossier, hierin staan gegevens als adres, diploma’s, arbeidsovereenkomst, IBAN-nummer en gegevens van een eventuele partner.

Het is belangrijk dat de personeelsgegevens goed bijgehouden worden.

A. Gegevens aanvullen en wijzigen 

  1. Klik op deze link om Outlook en het personeelssysteem PAS te openen. 

  2. Open Outlook en verwerk de gegevens van het nieuwe personeelslid in het personeelsdossier.

  3. Bekijk nadat je alle wijzigingen en aanvullingen hebt verwerkt je logboek. 

  4. Verbeter eventueel gemaakte fouten. 

Gegevens wijzigen

A. Gegevens aanvullen en wijzigen

  1. Klik op deze link om Outlook en het personeelssysteem PAS te openen.

  2. Open Outlook en verwerk de e-mails in het personeelssysteem.

  3. Verbeter eventueel gemaakte fouten.

  4. Bekijk nadat je alle wijzigingen en aanvullingen hebt verwerkt, je logboek.

Deel 4: Financiële documenten

Leerdoel: Je kunt de inkoopfacturen controleren met andere inkoopdocumenten.
Leerdoel: Je kunt een betaalopdracht invullen.  
Leerdoel: Je kunt een bankafschrift lezen.

Inkoopfacturen, verkoopfacturen, bankafschriften en pakbonnen. Misschien komen een aantal begrippen je al bekend voor. Als je op een kantoor gaat werken krijg je te maken met verschillende financiële documenten. In deze taakmodule leer je de belangrijkste informatie te herkennen en op de juiste manier te verwerken. Want ieder klein foutje kan grote gevolgen hebben! Na het afronden van deze module weet jij hoe je deze fouten tijdens je stage, werk of in je privéleven kunt voorkomen! Deze module bevat 21 opdrachten en duurt 6 klokuren.

Opdracht factuur lezen en begrijpen

Elk bedrijf ontvangt dagelijks een of meerdere facturen.
Wat staat er allemaal op zo’n document? Waarom staan die gegevens erop?

Voor het maken van de opdracht klik je op deze link en ga je naar de opdracht Factuur lezen en begrijpen in Stichting Praktijkleren. Lever de opdracht ook in via Teams.

Opdracht inkoopfactuur controleren

Bedrijven ontvangen facturen van leveranciers. Deze facturen moeten betaald worden. Maar voordat je dat doet, zul je ze eerst moeten controleren. In deze opdracht ga je dat doen met de inkoopfacturen van Gerritsen.  

De leverancier stuurt een factuur. Deze factuur noem je een inkoopfactuur.

De inkoopfactuur bij Gerritsen wordt pas betaald als de inkoopfactuur overeenkomt met de bestelling, de orderbevestiging en pakbon.
Je let daarbij op de aantallen en bedragen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In deze opdracht ga je uitzoeken welke facturen betaald mogen worden.  
Je gebruikt daarvoor het bestand Inkoopfacturen controleren.  

  1. Open het bestand Inkoopfacturen controleren.

  2. Vul het invulschema in.  

  3. Bewaar het bestand.

  4. Het bestand controleert of het antwoord klopt.  

Lever de gemaakte opdracht in inTeams.

Opdracht inkoopfacturen betalen

Betalingen vinden digitaal plaats. Je moet daarvoor een betaalopdracht invullen.
Iedere bank heeft daarvoor zijn eigen systeem.  
Een bedrijf betaalt alleen de facturen die akkoord zijn.
Mochten de facturen niet in orde zijn, dan neemt een bedrijf contact op met de leverancier.

Invullen betaalopdracht
In deze opdracht leer je hoe je een betaalopdracht moet invullen.  

Let op het volgende:

  • het bedrag;
  • de naam van de leverancier;
  • het bankrekeningnummer;
  • de omschrijving; de klant en leverancier kunnen
    dan zien bij welke factuur de betaling hoort.

Op tijd betalen
Natuurlijk moet de factuur op tijd betaald worden.
Let daarbij op de vervaldatum. Dit is de uiterste betaaldatum.

Voor het maken van de opdracht klik je op deze link en ga je naar de opdracht Inkoopfacturen betalen in Stichting Praktijkleren. Lever de opdracht ook in via Teams.

Opdracht een bankafschrift lezen

Via jouw inlog bij de bank kun je op je eigen betaalrekening zien wat je hebt betaald of ontvangen. Dat kan een bedrijf ook. In deze opdracht ga je een bankafschrift van Gerritsen bekijken.  

Op het bankafschrift staat het volgende.

  • Het begin- en eindsaldo.
  • Hoeveel het saldo is toe- en/of afgenomen.
  • Wat aan wie is betaald.
  • Wat van wie is ontvangen.

Om de opdracht te maken volg je deze link en klik je op Een bankafschrift lezen in Stichting Praktijkleren. Lever de gemaakte opdracht in in Teams.

Hoofdstuk 4: Geld-, goederen- en informatiebeweging

Deel 1 Informatie verzamelen & informatie analyseren

Leerdoel: Je kunt uitleggen wat projectmatig werken is en welke aspecten er globaal bij komen kijken.

Een project is een tijdelijke manier van samenwerken, gericht op het opleveren van een duidelijk resultaat. Projectmatig werken is een werkwijze waarbij je op een systematische en planmatige wijze werkt aan een project. Projectmatig werken biedt structuur en overzicht, zeker als het een groter project is. Hoe werkt het eigenlijk, projectmatig werken?

 

Leerdoel; Je kunt diverse manieren van efficiënt werken binnen een project herkennen en benoemen.

Wanneer je samenwerkt aan een project, is het fijn dat er efficiënt gewerkt wordt.
Want: tijd is geld! Het is daarom goed om te weten hoe je zo efficiënt mogelijk met de taken binnen het project aan de slag kunt gaan. Bovendien werkt het ook veel prettiger wanneer alles efficiënt verloopt. Per projecttaak kijk je steeds wat de beste manier is. Daarom is het handig om diverse werkwijzen te leren kennen en herkennen.

 

Leerdoel: De student kan de fases binnen een project herkennen en benoemen.

Een project verloopt in fases. Dat zijn stappen die je in een bepaalde volgorde neemt om een project te laten slagen. Deze zijn: de initiatiefase, de definitiefase, de ontwerpfase, de voorbereidingsfase, de realisatiefase en de nazorgfase. In elke fase bouw je verder aan het project. Het projectplan, dat je aan het begin van je project opstelt, wordt in de fases daarna steeds verder uitgebouwd.


Door erbij stil te staan in welke  fase een project zit, kun je bepalen hoe ver het staat met het project. Je ziet dan ook beter welke activiteiten je moet oppakken en welke mensen je erbij moet betrekken.

 

Leerdoel; Je kunt beschrijven wat een SMART-doelstelling is en je kunt zelf een doelstelling SMART formuleren.

Stel, je organiseert met een projectteam een evenement. Dan hoop je natuurlijk dat het evenement een succes wordt. Maar hoe ga je dat precies meten? Je kunt bijvoorbeeld  enthousiaste reacties krijgen van bezoekers. Maar ben je dan ook tevreden wanneer er minder mensen op het evenement afkomen dan je had verwacht? Als er wel heel veel mensen op het evenement afkomen, maar die niet horen bij de doelgroep die je had uitgekozen, vind je het project dan ook gelukt? Om goed te kunnen meten of een project geslaagd is, moet je van tevoren duidelijke doelen stellen.

 

Leerdoel: Je kunt een projectplan opstellen.

Door een projectplan te schrijven, denk je na voordat je iets doet. Die denktijd verdien je later dubbel en dwars terug!

Opdracht projectmatig werken

Wat is projectmatig werken?

  • Bekijk via de link de video projectmatig werken
  • In de video wordt benoemd wat projectmatig werken is.
    Omschrijf in je eigen woorden wat projectmatig werken betekent.

  • Benoem drie belangrijke kenmerken van projectmatig werken.

  • Beschrijf voor jezelf in enkele zinnen op welke wijze je zelf al eens aan een project hebt gewerkt. Uit welke werkzaamheden bleek dat het om een project ging?

  • Lever de uitkomsten in via de inleveropdracht in MS Teams

    Je hebt deze opdracht afgerond als je:
    • in je eigen woorden beschreven hebt wat projectmatig werken is;

    • drie belangrijke kenmerken van projectmatig werken hebt benoemd;

    • hebt beschreven op welke wijze je zelf al eens aan een project hebt gewerkt.

Opdracht efficiënt werken

Drie manieren van werken

 

Improviserend werken
Improviseren is het spontaan bedenken van concepten en ideeën. Bij improviserend werken lopen het denken, doen en uitvoeren door elkaar heen. Daardoor is het nauwelijks mogelijk om uitspraken te doen wat voor resultaat opgeleverd gaat worden. Deze werkwijze is vooral geschikt bij het oplossen van een probleem of bij het grijpen van een kans.

Improviserend werken

 

Routinematig werken
Een routine is iets dat steeds opnieuw gebeurt. Hierbij gaat het dus om telkens terugkerende bezigheden. Bij routinematig werken liggen de uitkomsten en de methode bij het begin al vast. 
Kenmerk van routinematig werken is de herhaling (van procedures, regels, voorschriften en methoden).  Een routineaanpak zet je in wanneer een bepaald resultaat vaker moet worden bereikt. Dus voor gelijke klanten, onder gelijkblijvende omstandigheden en met dezelfde middelen. 

Routine matig werken

 

Projectmatig werken
Bij een project richt je je op een afgesproken projectresultaat.
Binnen projecten werken mensen samen aan bepaalde, unieke en resultaatgerichte activiteiten die met beperkte middelen moeten worden uitgevoerd. Binnen een project kunnen andere, nieuwe regels en afspraken gelden dan voor de ‘normale’ werkzaamheden in de organisatie.  

Projectmatig werken

 

 

Opdracht Efficiënt werken

  • Maak de quiz Werksituaties .
  • Maak een screenshot van het resultaat en lever dit in via de inleveropdracht in MS Teams
  • Je hebt deze opdracht afgerond als je:

    • de quiz Werksituaties goed hebt afgerond en een screenshot van dat resultaat hebt opgeslagen.

Opdracht fases van een project

Hieronder vind je uitleg over de verschillende fases van een project. Lees deze theorie goed door. Scroll dan naar beneden voor de opdracht.

Fase 1 - Initiatiefase: idee

  • Wat is het doel van het project?

  • Welk resultaat wil je behalen?

  • Wat is de planning?

  • Wat mag het kosten (begroting)?

  • Wie neemt deel aan het project (projectorganisatie)?

  • Hoe komen besluiten tot stand?

Doel

  • Het organiseren van het project
  • Toestemming krijgen voor het project

Resultaat
Een projectplan (ook wel Plan van Aanpak genoemd)

 

Fase 2 - Definitiefase: wat?

Welke eisen stel je aan het resultaat?

Doel
Bepalen waar het resultaat aan moet voldoen.

Resultaat
Programma van eisen.

  • Wensen van gebruikers

  • Randvoorwaarden: bijvoorbeeld wet- en regelgeving en vervoer kunnen regelen voor een beurs

  • Functionele eisen: wat moet het resultaat van het project zijn?

 

Fase 3 - Ontwerpfase: hoe?

  • Eerste ontwerp

  • Aanpassen eerste ontwerp (na voorleggen aan betrokkenen en/of gebruikers)

  • Definitief ontwerp

Doel
Vertalen wensen opdrachtgever in een ontwerp

Resultaat

  • Eerste ontwerp (concept)

  • Definitief ontwerp

 

Fase 4 - Voorbereidingsfase: hoe uit te voeren?

De fase waarin je de voorbereiding van het project regelt.
Dit kan kort duren (uren) of lang (maanden), afhankelijk van het project.

Doel
Alles regelen om in de volgende fase tot een resultaat te kunnen komen.
Voorbeeld resultaat: een huis (bouwen), een folder (drukken) of een plan (schrijven).

Resultaat  
Er is een keuze gemaakt voor een reclamebureau, een locatie voor een beurs of alle onderzoeken voor een rapport zijn gedaan enzovoort.

 

Fase 5 - Realisatiefase: uitvoeren

 

Je werkt aan het resultaat. Wat wil je bereiken? Je organiseert een beurs, ontwikkelt een huisstijl, maakt een keuze voor een reclamebureau enzovoort.

Doel
Het realiseren van het resultaat waarvoor het project is gestart.

Resultaat
Een beurs, een nieuw gebouw, een huisstijl, een onderzoeksrapport, een nieuwe website enzovoort.

 

Fase 6 - Nazorgfase: In stand houden

 

Wat gaat goed, wat moet worden aangepast?

Doel
Het overdragen van het resultaat van het project aan de opdrachtgever.

Resultaat

  • Resultaat van het project

  • Projectevaluatie

 

Opdracht projectfases

  • Lees  de drie situaties hieronder door: Huisstijl, Beurs en Reclameprogramma.
    •   In elke situatie wordt een fase van een project beschreven.
  • Noteer per situatie welke fase van het project beschreven wordt.
    •     Leg het antwoord uit; waarom past dit bij die fase?

 

Huisstijl

Situatie:
Je werkt op de afdeling Marketing & Communicatie van een bedrijf en bent betrokken bij de ontwikkeling en invoering van een nieuwe huisstijl.
Het reclamebureau presenteert de nieuwe huisstijl voor de eerste keer aan jou en je collega’s van de afdeling. Jullie geven feedback waarmee het reclamebureau verder kan.

Welke fase wordt hier beschreven en waarom?

 

Beurs

Situatie:
Jouw bedrijf gaat voor de eerste keer meedoen aan een grote publieksbeurs.
Er is een projectgroep gevormd die deze beurs gaat voorbereiden. Het is de bedoeling dat jullie naast het bestaande assortiment een nieuw product gaan
presenteren. Er is een budget bepaald en de projectorganisatie is in kaart gebracht. Nu willen jullie weten wat er allemaal geregeld moet worden.

Welke fase wordt hier beschreven en waarom?

 

Reclamecampagne

Situatie:
Je hebt een reclamecampagne georganiseerd voor een goed doel. De campagne is uitsluitend gevoerd via social media, terwijl het goede doel altijd gebruikmaakte van reclame op televisie, abri’s en billboards. Het resultaat van de campagne mag er zijn. Niet alles is vlekkeloos verlopen, maar het doel is bereikt. Het goede doel heeft 5.000 nieuwe donateurs geworven. Jullie hebben als reclamebureau een rapportage gemaakt met de resultaten van de campagne, aanbevelingen en tips.
Je hebt een afspraak op het hoofdkantoor van het goede doel.

Welke fase wordt hier beschreven en waarom?

 

  • Lever via de inleveropdracht in MS Teams een document in waar je per situatie bepaald en uitgelegd hebt welke projectfase wordt beschreven.

Opdracht So Smart

 

Als je gaat beginnen aan een project, start je in de Initiatiefase.
In deze fase ga je onder andere het doel van het project bepalen.

 

Doel van het project

Je wilt natuurlijk graag weten wanneer een project geslaagd is. In de initiatiefase van een project bepaal je dus ook het doel van het project. Door de doelstelling SMART te formuleren, weet je precies waaraan het project moet voldoen. Ook gaat deze doelstelling je helpen om keuzes te maken bij het vormgeven van het project. 

Een paar goede voorbeelden van SMART-doelstellingen zijn de volgende. 

  • Ik wil voor september 2021 minimaal 50 van de 60 studiepunten van mijn opleiding halen. 

  • Ik wil dat mijn afdeling voor 1 januari 2023 € 575.000,- aan omzet heeft gedraaid. 

  • Wij willen op 31-12-2021 25% meer transacties in de webwinkel ten opzichte van 31-12-2020. Hierbij tellen de transacties die worden geregistreerd via ons online kassasysteem. 

Bekijk het filmpje Jouw SMART-doel in 3 minuten hieronder over het SMART-principe.

 

Opdracht SMART doelstelling

  • Leg in vijf regels in je eigen woorden uit wat het SMART principe is
  • Situatie 1; het management van een organisatie in Freerunning heeft een doel bedacht voor het nieuwe jaar:
    • De hoofddoelstelling is dat een van de vijf grootste gemeenten van Nederland binnen
      een jaar een Freerunningparcours afneemt.

  • Schrijf per letter uit of deze doelstelling volgens het SMART principe is geformuleerd

  • Situatie 2; hetzelfde management van het Freerunningbedrijf heeft een ook een doelstelling geformuleerd voor een beursdag:

    • De doelstelling voor de beursdag is zoveel mogelijk vertegenwoordigers naar de beursstand trekken met een actie.

  • Beschrijf ook voor de doelstelling voor situatie 2 per letter of deze voldoet aan het SMART principe.

  • Verbeter de doelstelling zo dat hij helemaal SMART is

  • Stel voor jezelf een doelstelling voor de komende weken volgens het SMART principe. Bedenk dus voor jezelf een verbeterpunt of actiepunt, bijvoorbeeld op het gebied van sport, studie, communicatie, planning of huishouden.

 

Je hebt deze opdracht afgerond als je:

  • voor twee gegeven doelstellingen per letter hebt opgeschreven of deze SMART is geformuleerd;
  • een doelstelling verbeterd hebt door deze meer SMART te formuleren;
  • een eigen doelstelling SMART geformuleerd hebt.

Opdracht strak plan

 

Naast het SMART formuleren van een doel, is het opstellen van een projectplan ook onderdeel van de Initiatiefase. Bijna alles wat er in een project misgaat, vindt zijn oorsprong in de initiatiefase. Je kunt beter in deze fase iets langer blijven stilstaan, dan te snel in actie willen komen. Eerst denken, dan pas doen!

 

Projectplan

Een projectplan is een document waarin je de volgende zaken noteert:

  • het doel van het project;

  • het eindresultaat van het project;

  • op welke manier het project aangepakt wordt;

  • hoeveel tijd en geld het project gaat kosten;

  • welke risico’s er zijn aan het project.

 

​​​​​​Een projectplan kun je gebruiken om:

  • de gedachten over het project te ordenen;

  • alle neuzen van de betrokkenen dezelfde kant op te krijgen;

  • goedkeuring en betrokkenheid van de (interne) opdrachtgever te krijgen;

  • het project te volgen en bij te sturen;

  • de eindevaluatie te kunnen opstellen.

In een projectplan komen alle lijntjes bij elkaar. Uit het projectplan blijkt of zaken goed op elkaar afgestemd zijn. 
Het projectplan is een groeidocument. Het start klein, maar wordt steeds uitgebouwd. Bijvoorbeeld met een begroting, draaiboek en taakverdeling.  

Dat klinkt misschien erg ingewikkeld. Gelukkig kun je gebruikmaken van een format.
Dat is wel zo handig!  Hiermee ga je oefenen. 

 

 

 

Introductiedag eerstejaars

Situatie
Samen met enkele medestudenten heb je meegedaan aan een wedstrijd om dit jaar de introductiedag voor de nieuwe eerstejaars te mogen organiseren. Het is nu april, dus jullie hebben mooi nog een paar maanden de tijd voordat het september is. Jullie hebben een eigen budget gekregen. Het doel is duidelijk. Je weet wie er bij je in het projectteam zitten. Maar nu?
Hoe begin je? Welke keuzes maak je? In deze opdracht maak je een eerste versie van een projectplan en werk je fictief samen met enkele projectteamleden. 

  • Luister naar de voicemail hieronder (NOG TOEVOEGEN!)
  • Lees de briefing introductie eerstejaars goed door (je hebt nu een idee wat er van je gevraagd wordt, waardoor je aan de slag kan met de klus).
  • Bekijk het document Format projectplan
  • Lees het beoordelingsformulier projectplan
  • Maak een projectplan voor de introductie van de eerstejaars
    • gebruik de indeling uit het document Format projectplan
    • Houd je aan de informatie in de briefing
    • De eerste versie is maximaal 1 A4
  • Lever jouw eerste versie van het projectplan in via de inleveropdracht in MS Teams
  • Je krijgt vervolgens van een willekeurige klasgenoot de eerste versie van zijn of haar projectplan en beoordeelt deze aan de hand van het beoordelingsformulier projectplan.

 

Projectplan verbeteren

  • Gebruik de feedback van jouw klasgenoot op de door jou gemaakte eerste versie van het projectplan om het projectplan aan te passen.

 

Je hebt deze opdracht afgerond als je:

  • het Format projectplan  hebt ingevuld met de informatie uit de briefing;

  • het Beoordelingsformulier projectplan hebt ingevuld over het Projectplan van een ander projectteam.

  • de feedback die een klasgenoot over jouw projectplan heeft gegeven via het Beoordelingsformulier projectplan hebt verwerkt in jouw projectplan.

Deel 2 Budgetteren

Leerdoel: De student kan een begroting voor een project maken en een advies opstellen voor een interne opdrachtgever.

Een project kost geld. Maar hoeveel? En is dat geld er wel? Daar moet je van tevoren over nadenken. Je maakt daarom een begroting. Op een begroting komen alle verwachte inkomsten en uitgaven te staan. Zo zie je snel of het project haalbaar is.

Opdracht: Wat gaat dat kosten

Initiatiefase

Je hebt al ontdekt dat in de initiatiefase het doel van het project bepaald wordt.
Onderdeel van de initiatiefase is ook het maken van een begroting.

Een begroting maken

Een begroting is een overzicht van de inkomsten en uitgaven van een project. Het geeft duidelijkheid over hoe je het geld binnen een project kunt besteden.
Een begroting maak je om te kijken of het budget toereikend is. 

Voorbeeld
Jeremiah en Lobke organiseren een personeelsuitje voor hun afdeling bij de organisatie FrisFruit. Ze hebben grootse plannen: een workshop van een graffiti artist, een rondleiding door de stad en een etentje in een sushirestaurant.

Ze zijn bezig met de begroting en hebben de uitgaven alvast ingevuld. Dan vragen ze aan hun leidinggevende wat het budget eigenlijk is. Dat blijkt 55E per persoon te zijn. Als ze dat invullen in hun begroting zien ze dit:

A. Wat gaat dat kosten?

 

Situatie
Waar voor de eerstejaars een feestelijke introductiedag wordt georganiseerd, is er voor de tweedejaars meestal een diner. Aan jou wordt gevraagd om voor een klas uit het tweede jaar een begroting te maken voor het jaarlijkse etentje.

Vanuit het roc is er € 300,- in de uitjes-pot gedaan. Er zat nog € 140,- in, over van een eerder uitje. Waarschijnlijk gaan er 20 mensen mee. Jij gaat uitzoeken wat het beste betaalbaar is: wokken of een pizza? 

 

Wokken

In het wokrestaurant kun je twee uur wokken voor € 27,50 per persoon, inclusief drankjes. Vanaf groepen van 15 personen wordt er 10 procent korting gegeven.

  1. Bereken hoeveel een etentje van 20 personen aan het wokrestaurant gaat kosten, gebruik voor de berekening het document Begroting etentje.

  2. Bereken of er voldoende geld voor het wokken in de personeelspot zit

 

Pizzeria

Er kan ook gegeten worden bij een pizzeria. Ook hiervoor ga je uitrekenen, wat dit kost. Op de Menukaart vind je de prijzen. Er wordt uitgegaan van vier drankjes per persoon inclusief. Er mag niet gekozen worden voor de Grote Mix Schotels. Extra sla moet zelf worden betaald.  
Vooraf is de inschatting gemaakt dat niemand een broodje kiest en dat ongeveer de helft van de mensen een toetje neemt. De rest neemt koffie of thee.  
12 mensen kiezen voor een pizza met vlees, 4 voor vegetarisch en 4 voor spaghetti.

  1. Bereken hoeveel een etentje met 20 personen aan de pizzeria gaat kosten. Gebruik hiervoor ook weer de eerder gebruikte Begroting etentje.

  2. Bereken of er voldoende geld voor de pizzeria in de personeelspot zit.

 

Wokken of een pizza

Wat is het beste betaalbaar: een etentje bij het wokrestaurant of bij de pizzeria? En wat moet de school doen als uit jouw berekeningen blijkt dat het etentje in beide gevallen niet volledig betaald kan worden uit de beschikbare uitjes-pot?

  1. Schrijf een advies voor de opdrachtgever binnen de school in de eerder gebruikte Begroting etentje en sla het document op.
    Leg goed je gemaakte keuzes uit.

 

Je hebt deze opdracht afgerond als je:

  • een begroting gemaakt hebt voor het etentje van de tweedejaars studenten;

  • een advies hebt geformuleerd voor de interne opdrachtgever voor dit uitje.  

  • bovenstaande hebt ingeleverd in de inleveropdracht in MS Teams

Deel 3; Planning & presentatie

Leerdoel: Je kunt een programma van eisen opstellen

Bij een groot project is het vaak vrij onoverzichtelijk wat er precies moet gebeuren. Daarnaast is het vaak moeilijk voor een opdrachtnemer om precies te begrijpen wat de opdrachtgever wil. Vooral voor grote projecten is een programma van eisen daarom onmisbaar. Het programma van eisen zorgt ervoor dat het voor iedereen duidelijk is wat er gedaan moet worden. Maar hoe stel je nu zo'n Programma van eisen op?

 

Leerdoel: Je kunt een programma voor een project ontwerpen.

Als je een evenement organiseert, moet voor alle betrokkenen precies duidelijk zijn hoe dat evenement eruit gaat zien. Een projectplan is daarvoor niet genoeg. Het plan moet in detail worden uitgewerkt. Waar vindt het evenement precies plaats? Moet er worden gezorgd voor eten en drinken? Hoe ziet het precieze programma eruit? Komen er gastoptredens? Wie moeten er allemaal meehelpen aan het evenement? Over dit soort vragen denk je na in de ontwerpfase.

 

Leerdoel: Je kunt een projectpitch geven.

Binnen een project kan het in verschillende fases voorkomen, dat een deel van het project gepresenteerd moet worden. Bijvoorbeeld aan de opdrachtgever of aan de medewerkers. Dit kan informatief zijn, maar soms is het ook nodig mensen enthousiast te maken en te overtuigen. Dat wordt dan vaak een pitch genoemd. Je gaat nu zelf oefenen met het geven van zo’n projectpitch.

 

Leerdoel: je kunt een taakverdeling maken voor een project

Een goede taakverdeling is heel belangrijk als je een project wilt laten slagen. Je wilt de taken eerlijk verdelen, maar natuurlijk hebben je teamleden ook voorkeuren voor bepaalde taken. En elk teamlid heeft ook nog eens zijn eigen sterke en zwakke punten om rekening mee te houden. Een evenwichtige taakverdeling maken is daarom een hele uitdaging!

 

Leerdoel: Je kunt een projectplanning in een digitale tool uitwerken.

Ben jij niet zo goed in plannen en organiseren? Je bent niet de enige. Daarom zijn er veel handige hulpmiddelen gemaakt om je te helpen bij het plannen en organiseren van een project. Eén van die programma’s is Trello. Dit is een gratis programma, waarmee je heel makkelijk een taakverdeling en planning voor je project kunt maken. Nu hoef jij je alleen nog maar aan de planning te houden!

 

Leerdoel: Je kunt uitleggen waarom tijdbewaking binnen een project belangrijk is en kunt zelf een simpele urenregistratie invullen.

Denk je er weleens over na dat alle mensen die meewerken aan de organisatie van een evenement geld kosten? Om deze kosten in beeld te krijgen, registreer je de tijd die je aan het evenement werkt. Want: tijd is geld. Maar wat wordt daar eigenlijk mee bedoeld?
Hoe krijg je die tijd en dat geld goed in beeld?

 

 

Opdracht: Programma van eisen

Definitiefase

 

Nu de Initiatiefase is doorlopen en er een projectplan (met projectdoel) en begroting ligt, start de Definitiefase. Het doel van de definitiefase is om te bepalen wat je precies verwacht van het resultaat. Waar moet het aan voldoen en wat mag juist absoluut niet?

In deze fase verzamel je alle wensen van de partijen, die bij het project een rol spelen.  Je maakt onduidelijke wensen concreet. Bijvoorbeeld: hoe lang moet een evenement precies duren? Ook bekijk je welke van die wensen realistisch zijn.

In deze fase wordt bepaald waaraan het resultaat van het project moet voldoen. Daarom wordt er in deze fase vaak een Programma van eisen opgesteld.

Wat doe je in de definitiefase?

  • Je verzamelt de wensen van alle partijen die bij het project een rol spelen.
  • Je kijkt welke van deze wensen concreet zijn en welke (nog) niet.
  • Je maakt onduidelijke wensen concreet.
  • Je onderzoekt welke van deze wensen realistisch zijn.
  • Schrijf een Programma van Eisen waarin je alles wat hierboven staat opschrijft.

Aan het einde van deze fase zijn alle eisen duidelijk. Dit zijn de eisen – andere eisen vallen af.

Hoe ver ga je bij het onderzoek naar wensen?
Aan het einde van deze fase moet je alle eisen kennen die de opdrachtgever, eerstejaars studenten, docenten, workshophouders etc, aan het resultaat stellen. Je moet dit onderzoek wel helemaal afmaken. Want na deze fase zal je in de ontwerpfase gaan bekijken hoe het resultaat er precies uit komt te zien. Wanneer je nu niet alle eisen scherp hebt, moet je telkens opnieuw terug naar de tekentafel. Dat kost tijd (en dus geld) en levert ook vertraging op. Zeker wanneer het maken van het ontwerp voor jouw resultaat ingewikkeld is.

 

Programma van eisen

In een Programma van eisen beschrijf je alle eisen waaraan het eindresultaat van jouw project moet voldoen. Het gaat om alle inhoudelijke wensen/eisen die de opdrachtgever en andere partijen (gebruikers en andere betrokkenen) aan het resultaat stellen.

 

In het Programma van eisen staan dus alleen maar wensen/eisen die te maken hebben met de inhoud van het resultaat. Wat moet het resultaat doen of kunnen?

Er zijn verschillende soorten wensen en eisen. De meest voorkomende zijn: randvoorwaarden, functionele eisen en gebruikerswensen.
De wensen en eisen krijg je het gemakkelijkst geformuleerd, door antwoord te geven op een aantal vragen.

  • Randvoorwaarden: waar moet je je aan houden (en kun je vanuit het project absoluut niet veranderen)? Hierbij moet je denken aan bijvoorbeeld wet- en regelgeving waarmee je te maken hebt.  

  • Functionele wensen: wat moet het resultaat kunnen of doen? Hoeveel broden moeten er bijvoorbeeld per dag gebakken kunnen worden?

  • Gebruikerswensen: welke eisen stellen gebruikers aan het resultaat? Oftewel, wat zijn de wensen van de personen/organisaties die het resultaat straks gaan gebruiken? Een voorbeeld: gebruikers moeten maximaal drie keer doorklikken op de website om bij de informatie te komen die ze zoeken

Als het programma van eisen af is, kan het toegevoegd worden aan het Projectplan.

 

A programma van eisen

  • Noteer in maximaal 5 regels wat een 'Programma van eisen' inhoudt.

 

Introductiedag organiseren

Situatie

Jouw projectteam mag dit jaar de introductiedag voor de eerstejaars bedenken. Elk jaar weer is deze dag een geweldig succes. De eerstejaars krijgen een goede indruk van waar ze de komende paar jaar veel tijd zullen doorbrengen. Door de introductiedag zijn ze vaak nog enthousiaster dan ze al waren.

Inmiddels is bekend wie er in de projectgroep zitten en wat het budget is. Ook is de planning bekend en hebben jullie toestemming om het projectplan uit te gaan voeren. Het is nu tijd om vast te stellen aan welke eisen het resultaat, de introductiedag dus, moet voldoen.

 

B. Projectteam (individueel)

  1. Vorm met fictieve medestudenten/collega's een projectteam..
  2. Vul het Programma van eisen introductiedag samen in.
    Stel een Programma van eisen op waarin je de wensen van de betrokkenen (de eerstejaars die meedoen die dag), de functionele eisen (hoe moet de introductiedag er uitzien?) en de randvoorwaarden opneemt.

 

Je hebt deze opdracht afgerond als je:

  • in je eigen woorden hebt uitgelegd wat een Programma van eisen is;

  • voor het project 'Introductiedag eerstejaars' met je projectgroep een Programma van eisen hebt opgesteld.

  • bovenstaande hebt ingeleverd in de inleveropdracht in MS Teams

Opdracht: Projectontwerp

Ontwerpfase

Als de ontwerpfase aanbreekt, weet je al wat het doel en het resultaat van je project moeten zijn. Ook is al bekend aan welke eisen het resultaat van het project moet voldoen. Nu wordt het tijd om te bedenken hoe het resultaat er precies uit moet komen te zien.

De ontwerpfase houdt het volgend in.

  • Het maken van het eerste ontwerp van het resultaat. Zo wordt duidelijk hoe het resultaat eruit zal zien en kun je controleren of je de opdrachtgever goed begrepen hebt.

  • Het aanpassen van het eerste ontwerp, totdat de opdrachtgever tevreden is.

 

De ontwerpfase doorloop je in de volgende stappen.

  • Je maakt het eerste ontwerp.

  • Je legt dit eerste ontwerp voor aan betrokkenen, deskundigen en gebruikers.

  • Je past het eerste ontwerp aan.

  • Je legt dit weer voor aan de opdrachtgever.

  • Je maakt het definitieve ontwerp.

  • Je legt dit weer voor aan de opdrachtgever.
    Aan het einde van de ontwerpfase is duidelijk hoe het resultaat van dit project eruit zal zien.

Het ligt aan het project, welke vorm het ontwerp heeft. Je hierbij kunt denken aan de hieronder genoemde vormen.

  • Tekening

  • Maquette

  • Rekenmodel

  • Processchema

  • Plattegrond

  • Hoofdstukindeling

  • Programma

Aan het einde van de ontwerpfase moet duidelijk zijn wat je straks in de realisatiefase precies gaat maken of doen.  

 

A. Ontwerp voor de Introductiedag eerstejaars

Situatie
Jouw projectgroep is uitgekozen om de Introductiedag eerstejaars vorm te geven. Eerder heb je met je "team" al een projectplan opgesteld en ook een Programma van Eisen gemaakt. Nu de ontwerpfase is aangebroken, ga je een preciezer ontwerp maken voor de introductiedag. Je gaat dit doen in de vorm van een programma. Het programma moet dus in lijn liggen met het eerdere projectplan en eerder opgestelde Programma van Eisen.

  1. Je vormt een fictief projectteam.

  2. Bedenk hoe het programma voor de Introductiedag eerstejaars eruit moet komen te zien.

  3. Vul het Format projectontwerp in.

 

Je hebt deze opdracht afgerond als je:

  • het Format projectontwerp ingevuld hebt. en deze hebt ingeleverd in de inleveropdracht in MS Teams

Opdracht: Pitch je project

Wat is een projectpitch?

Als eenmaal in kaart is gebracht hoe het project er in grote lijnen uit moet komen te zien, is het tijd om de ideeën voor te leggen aan de opdrachtgever. Of je nu een interne of een externe opdrachtgever hebt, deze bepaalt uiteindelijk of je een go of no go krijgt om verder te gaan. Een pitch is hiervoor een goede manier. Een projectpitch  gebruik je om je opdrachtgever ervan te overtuigen om met jou (verder) te werken.

 

Hoe geef je projectpitch?

Je opdrachtgever heeft een probleem (bijvoorbeeld: er moet iets georganiseerd worden of er moet een verbetering worden doorgevoerd) en is op zoek naar de juiste persoon om dat probleem op te lossen. Laat zien dat jij die persoon bent! Maar besteed niet teveel tijd aan jezelf en zorg dat de rest van de pitch gaat over je opdrachtgever. Geef de opdrachtgever het gevoel dat je van zijn probleem jouw probleem maakt. En geef het vertrouwen dat jij het gaat oplossen!

Het voorbereiden van een projectpitch

Situatie

Inmiddels is het projectteam compleet. Het doel van het project is duidelijk, er is een projectplan met begroting opgesteld en de eisen waaraan het project moet voldoen zijn beschreven. Ook hebben jullie een projectontwerp opgesteld, met ideeën voor het programma van de dag. Het is de hoogste tijd dat jullie je presenteren aan de opdrachtgever en hem meenemen in jullie enthousiasme. Dat gaan jullie doen met behulp van een professionele, overtuigende en enthousiaste presentatie, een projectpitch.  

De volgende vragen kunnen helpen bij het voorbereiden van een projectpitch

  • Aan wie geef ik de pitch?

  • Wat is het probleem dat opgelost moet worden met dit project?

  • Wat is het doel van de pitch?

  • Wat wil ik met de pitch bereiken?

  • Wat moet de toehoorder over mij weten?

  • Hoe kan ik de pitch logisch indelen met een inleiding, een boodschap en een afsluiting?

  • Wat is de call to action? 

 

A. Projectpitch

In deze opdracht gaan jullie jezelf voorstellen aan de opdrachtgever. Jullie presenteren jezelf als enthousiast projectteam, dat de introductiedag eerstejaars gaat organiseren. Jullie hebben zoveel goede ideeën! Waarom zijn juist jullie daar zo geknipt voor? Daarvan moet je de interne opdrachtgever zien te overtuigen! Ga als volgt te werk.

  1. Inhoud van de pitch
  • Verzamel de informatie die je nodig hebt om de pitch te maken.
    Betrek hierin ieder geval de samenstelling van de (fictieve) projectgroep en het idee dat jullie hebben voor de introductiedag voor de eerstejaars. Wie zijn jullie, wie is waar goed in, waarom zouden jullie deze dag moeten organiseren?
    Gebruik ook de informatie uit het projectplan en het projectontwerp.
  • Maak een korte presentatie in PowerPoint/Canva/Prezi om de pitch te ondersteunen.
    Kies voor beeldmateriaal dat de sfeer van het evenement weergeeft. Gebruik maximaal vier dia’s.
  1. De oefenronde

  • Oefen de pitch.
    Dat doen jullie door de presentatie op video op te nemen en zelf terug te kijken. Zet de camera (of telefoon) klaar. Presenteer jullie ideeën voor de camera. Neem het serieus, dan heb je de beste voorbereiding.
  1. Terugblik

  • Kijk de oefenronde op het filmpje terug.
  • Vul het Feedbackformulier projectpitch in.
  • Pas zo nodig de pitch en presentatie aan.

 

Je hebt deze opdracht afgerond als je:

  • een video-opname hebt gemaakt van jouw projectpitch;

  • het Feedbackformulier projectpitch hebt ingevuld over de oefenronde van jullie pitch;

  • bovenstaand hebt ingeleverd in de inleveropdracht in MS Teams.

Opdracht: Taakverdeling

Voorbereidingsfase

Na het afronden van de Ontwerpfase, belandt een project in de Voorbereidingsfase.
In de voorbereidingsfase wordt alles geregeld dat nodig is voor het uitvoeren van het project. Het gaat erom dat duidelijk is wat er moet gebeuren in de realisatiefase, door wie en wanneer. Een goede taakverdeling is daarom belangrijk. Verder worden in de voorbereidingsfase nog andere zaken geregeld, zoals leveranciers zoeken,  een draaiboek opstellen, materialen bestellen en personeel briefen. De voorbereidingsfase is klaar als het project daarna ook echt van start kan gaan.

 

Taakverdeling

Bij een goede taakverdeling is het werk gelijkmatig en eerlijk verdeeld over de medewerkers. Daarbij moet je niet alleen kijken naar de hoeveelheid werk, maar ook naar de moeilijkheidsgraad van het werk en voldoende afwisseling van de taken. Het is dan dus handig om te weten welke medewerker waar goed in is. Zo kun je samen fijn en efficiënt werken.

Situatie

Het projectteam van het project ‘Introductiedag eerstejaars’ (waar jij onderdeel van uitmaakt), is al een tijdje aan de gang. Jullie zitten nu in de Voorbereidingsfase van het project en moeten een taakverdeling gaan opstellen. Jullie groepje heeft al opgeschreven welke taken er de komende tijd allemaal opgepakt moeten worden. Maar wie gaat welke klus oppakken?
En waarom? Iedereen heeft het druk, dus de taakverdeling moet wel eerlijk zijn.

A. Wie doet wat?

  1. Vorm met een aantal fictieve studenten een groepje.
    Dit kan hetzelfde 'projectteam' zijn als bij de vorige opdrachten over de Introductie voor de eerstejaars, maar dat hoeft niet.

  2. Vul de Taakverdeling Introductie eerstejaars in.
    De volgende taken moeten worden verdeeld.

  • Catering regelen
  • Sprekers uitnodigen
  • Mail sturen naar alle eerstejaars
  • Locatie regelen: aankleding, welke ruimtes etc.
  • Techniek regelen: beamer, schermen, geluid etc.
  • Social media-uitingen plaatsen
  • Fotograaf regelen
  • Goodybags regelen
  • Sponsors regelen
  • Uitnodiging maken in Canva (of ander programma)
  • Teaser maken in de vorm van een video
  • Programmaboekje uitwerken
  • Financiën bijhouden
  • Openingspresentatie maken
  1. Geef in het schema aan wat er gedaan moet worden door wie.

  2. Geef ook aan wanneer je het project denkt te kunnen afronden.

  3. Zorg voor een evenwichtige taakverdeling.
    Denk aan tijd, maar ook moeilijkheid van elke taak.

  4. Geef daarnaast per taak aan waarom die medewerker de taak oppakt.
    Is er gelet op ieders talenten en voorkeuren?

 

Je hebt deze opdracht afgerond als je:

  • met het projectteam de Taakverdeling Introductie eerstejaars volledig hebt ingevuld en deze hebt ingeleverd in de inleveropdracht in MS Teams.

Opdracht: Plannen in de cloud

 

A. Kennismaken met Trello

  1. Open de Handleiding Trello.

  2. Download de app voor Trello op je mobiel.

  3. Onderzoek alle opties en pas de vormgeving aan.

  4. Experimenteer met de mogelijkheden.

  5. Voeg je coach toe als teamlid.

  6. Loop alle stappen tot en met bladzijde 3 door.
    Je mag gewoon even experimenteren nu. Bedenk bijvoorbeeld even een denkbeeldig project met een aantal taken en teamleden. Het gaat erom dat je ervaart hoe dit werkt.

 

B. Projectplan maken in Trello

Nu je bekend met de digitale tool Trello, ga je onderzoeken hoe je Trello kunt inzetten bij het uitwerken van een projectplanning.

  1. Vorm weer een fictief groepje met medestudenten; hetzelfde groepje als in de opdracht hiervoor Taakverdeling.

  2. Lees het document Notulen door, waarin staat beschreven waarvoor er een taakverdeling moet komen.

  3. Open pagina 4 van de Handleiding Trello.

  4. Meld je weer aan bij Trello.

  5. Maak een planning aan voor de diverse activiteiten die in de notulen besproken zijn.
    Verdeel de rollen en de tijd zoals in de notulen vermeld staat.

 

Je hebt deze opdracht afgerond als je:

  • een taakverdeling in de tool Trello hebt gemaakt met daarin de informatie uit de gegeven Notulen. Je deelt deze planning met jouw coach.

Opdracht: Tijd is geld

 

A. Tijd is geld?

Dat tijd geld kost, is een spreekwoord dat de meesten van ons wel kennen. Als je het zou moeten uitleggen, weet je dan ook echt wat het betekent?

  1. Schrijf in je eigen woorden op wat met het spreekwoord Tijd is geld wordt bedoeld.

  2. Schrijf op wat dit te maken heeft met het organiseren van een evenement.
    Stel dat voor de organisatie van een evenement meer uren nodig zijn dan begroot of juist minder uren. Wat betekent dan “Tijd is geld”?

 

Projectkosten

Situatie:
Voor de organisatie van een open dag in de fabriek van Zandvoort Zink moet een urenregistratie worden ingevuld van alle betrokken medewerkers. Je krijgt daarvoor van de projectleider een lijstje met gegevens aangeleverd. Jij krijgt de taak om dit in de urenregistratie te verwerken.

Het projectteam bestaat uit de volgende mensen.

  • Bas (naam 1), hij verdient € 5,- per uur.

  • Bilan (naam 2), hij verdient € 4,50 per uur.

  • Yigit (naam 3), hij verdient € 7,- per uur.

  • Sare (naam 4), zij verdient € 6,50 per uur.

Op 24 juni hebben ze gezamenlijk de open dag voorbereid. Ze hebben een overleg gehad van twee uur. Alleen moest Bilan een uur eerder weg.

Op 16 juli hebben Bas en Yigit zich beziggehouden met het uitnodigen van sprekers. Daar waren ze drie uur mee bezig.

Vervolgens heeft het hele projectteam op 5 augustus de locatie bezocht. Dat duurde een uur. Sare heeft aansluitend nog een uur met de catering de zaken doorgesproken.

Op 6 september was de open dag. Daar was het hele projectteam in totaal acht uur per persoon mee zoet.

B. Urenregistratie

  1. Open het document Urenregistratie.

  2. Registreer de namen van het team (voor jezelf want invoeren gaat helaas niet ivm beveiliging van het document).

  3. Vul ook het uurtarief in per teamlid.

  4. Vul de data en het aantal uren in dat er door iedereen aan het project is gewerkt.

    Vul vraag 5 en 6 van deze opdracht via de quiz in.
    Deze worden dan direct gecontroleerd.

 

Je hebt deze opdracht afgerond als je:

  • in eigen woorden uitgelegd wat tijd is geld betekent en hebt uitgelegd wat dit te maken heeft met het uitvoeren van een project;

  • de Urenregistratie goed hebt ingevuld en correct antwoord hebtgegeven op de vragen hierover.

  • Het arrangement Challenge 6: Examenvoorbereiding is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Fonne van Nieuwamerongen
    Laatst gewijzigd
    2022-06-07 10:15:42
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    In dit arrangement vind je de voorbereiding voor het examen van het basisdeel van de opleiding (Sport)marketing en communication specialist.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Opdracht Huisstijl

    Opdracht taal

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.