Inleiding
Welkom bij de wiki voor het vak Anatomie en Fysiologie. Dit vak is onderdeel van de vakinhoudelijke kennis en vaardighedenlijn in periode 3. Het vak wordt gedurende 9 lesweken blended aangeboden, dat wil zeggen dat jullie onderwijs op afstand volgen, door deze lessen thuis te doen.
De leerdoelen van Anatomie en Fysiologie zijn:
- Je kan de verschillen tussen anatomie en fysiologie uitleggen
- Je kan de functies van het menselijk skelet en spieren benoemen
- Je kan de werking van de bloedsomloop uitleggen
- Je kan de werking van het ademhalings-, spijsverterings-, zenuw-, en het hormonale stelsel uitleggen.
Dit vak bestaat uit negen deelthema's, iedere week maak je één deelthema. Elke week bestaat uit het bestuderen van theorie in de PowerPoint en het maken van de zelftest. Daarnaast sluit je dit vak af met een eindopdracht. Het maken van de zelftesten is een voorwaarde voor het maken van de eindopdracht.
Beoordeling
Je wordt beoordeeld op de volgende onderdelen:
- Het doorlopen van deze online module
- Het product (zie eindopdracht)
- Het verantwoordingsverslag (zie eindopdracht)
Je levert in:
- Bewijzen van deelname aan de testen in deze wiki
- Het product (website, app, filmpje)
- Het bijhorende verantwoordingsverslag
Planning
Dit vak is ingericht als zelfstudie en sluit af met een gezamenlijke eindopdracht.
Iedere week doorlopen jullie 1 deelthema en maken jullie de zelftestvragen met behulp van de theorie in de powerpoints en de theorie in jullie boek.
In week 9 leveren jullie de eindopdracht in.
Thema's
De begrippen anatomie en fysiologie
Week 1
In je toekomstige werkveld heb je basiskennis nodig van het menselijk lichaam, ongeacht met welke doelgroep je te maken hebt. We beginnen deze week met de termen anatomie en fysiologie. Hierbij hoort thema 1.1 uit je boek.
Benieuwd naar wat je al weet over het mensenlijk skelet? Maak de puzzel.
- Bestudeer de powerpoint van deze week.
- Maak vervolgens de zelftest (en zorg voor een bewijs van deelname, zie beoordeling).
- Tip: start met het plannen en oriënteren op de eindopdracht
De cel
Week 2 - De cel
De cel is het kleinste levende deeltje van de mens.
- Bestudeer de theorie in de powerpoint
- Maak de zelftest
Het skelet en de spieren
Week 3
In week 1 heb je de puzzel over het menselijk skelet gemaakt, om te kijken wat je al weet van het skelet. Deze week gaan we verder met het skelet en de spieren.
- Bestudeer de theorie in de powerpoint
- Maak de zelftest
De bloedsomloop
Week 4
De bloedsomloop hoort samen met de ademhaling (zie volgende week) tot de vitale stelsels van het lichaam. Als er problemen zijn, kunnen er direct levensbedreigende situaties ontstaan. Deze week leer je meer over de bloedsomloop en de moter van je lichaam: het hart.
- Bestudeer de theorie in de powerpoint
- Maak de zelftest
- Reminder: in week 9 lever je de eindopdracht in, begin op tijd!
Het ademhalingsstelsel
Week 5
Je ademhalingsstelsel bestaat uit de longen en de luchtpijp en bronchiën. Samen voorzien zij het bloed van zuurstof en voeren ze overtollig koolstofdioxide uit het bloed. In alle cellen van het lichaam vindt namelijk een verbrandingsproces plaats waarbij koolstofdioxide vrijkomt.
- Lees er meer over in paragraaf 1.5
- Bestudeer de theorie in de powerpoint
- Maak de zelftest
Het spijsverteringsstelsel
Week 6
Voeding is een dagelijkse levensbehoefte. Deze week leer je hoe het spijsverteringsstelsel in het lichaam werkt. In je toekomstige werkveld is dit van belang, omdat voeding van grote invloed is op het welzijn van de mensen met wie je werkt.
- Bestudeer de theorie in de powerpoint
- Maak de zelftest
Het zenuwstelsel
Week 7
In de vorige lesweken hebben jullie geleerd over het spijsverteringsstelsel, de ademhaling en de bloedsomloop. Deze stelsels zouden niet functioneren zonder aansturing vanuit de hersenen via de zenuwen. Het zenuwstelsel is een besturingssysteem van je lichaam.
- Bestudeer de theorie in de powerpoint
- Maak de zelftest
Ter verdieping:
- Lees de volgende tekst over autisme en prikkelverwerking
- Bekijk dan het volgende filmpje. In dit filmpje wordt duidelijk uitgelegd hoe je zenuwstelsel werkt.
Het hormonaal stelsel
Week 8
Vorige week heb je geleerd over het zenuwstelsel, een belangrijk besturingssysteem van het lichaam. Deze week gaat het over het hormonaal stelsel, dat net als het zenuwstelsel een besturingssysteem is. Hormonen zetten processen in het lichaam in werking, zoals de bloeddrukregulatie.
- Bestudeer de theorie in de powerpoint
- Maak de zelftest
- Klik op deze link om meer te lezen over het endocriene systeem.
Chromosomen en DNA
Week 9
Deze week wordt paragraaf 1.9 behandelt, de verdieping: chromosomen en DNA.
- Bestudeer de theorie in de powerpoint
- Deze week lever je de eindopdracht in. Bekijk bij beoordeling wat je precies inlevert.
Eindopdracht
Eindopdracht
In de komende negen weken ga je veel leren over de anatomie en fysiologie van het menselijk lichaam. Dat is nodig, omdat je als persoonlijk begeleider over kennis moet beschikken aangaande de werking van het lichaam. In het kwalificatiedossier staat bovendien dat je kennis moet hebben over gezondheidsrisico's behorend bij de doelgroep, anatomie, fysiologie en pathologie.
Binnen de maatschappelijke zorg heb je te maken met uiteenlopende doelgroepen en moet je soms creatief zijn in het overbrengen van adviezen op het gebied van anatomie en fysiologie. Niet iedere cliënt zal direct begrijpen wat jij bedoelt, het is belangrijk je te verplaatsen naar het niveau en de aanwezige kennis over het menselijk lichaam van je cliënt.
Een mooi voorbeeld hiervan is de website begrijpjelichaam.nl. Deze website is speciaal bedoeld om laaggeletterde mensen uit te leggen hoe het lichaam werkt. Met deze site heb je een mooie manier om eenvoudig te communiceren met laaggeletterde patiënten. In de eindopdracht gaan jullie zelf creatief aan de slag met een voorlichting voor de doelgroep van jullie stage.
- Jullie eindopdracht is zelf een voorlichting in de vorm van een filmpje, website of app te maken voor de doelgroep van je stage. De voorlichting geef je over een gezondheidsprobleem gekoppeld aan één van de deelthema's. Kies een onderwerp uit dat je gaat uitleggen in begrijpelijke taal voor je cliënten en/of naastbetrokkenen. Bij deze voorlichting schrijf je een verslag waarin je verantwoordt:
a). Waarom je voor een bepaald onderdeel van het lichaam hebt gekozen
b). Waarom je voor een bepaalde ziekte of aandoening hebt gekozen en wat de relatie met de gekozen doelgroep is.
c). Hoe de inrichting van jullie app/ website/ informatiefilmpje aansluit bij de cognitieve vermogens en belevingswereld van jullie doelgroep.
In dit verantwoordingsverslag neem je minimaal 2 bronnen op die jullie verhaal ondersteunen. Deze bronnen zoek je via Google Scholar.