Verkoper BOL niveau 2 Emmen
Crebonummer: |
23080 |
Leerweg: |
BOL |
Sector: |
Economie en dienstverlening |
Cohort: |
2019 |
De verkoper werkt in een verkoopfunctie in de meeste gevallen in een winkel binnen het MKB of GWB in alle sectoren, food en non-food. Hij werkt meestal in een verkoopteam en onder leiding van een leidinggevende. De branche is bepalend voor de accenten in de taakuitvoering.
Typerende beroepshouding
De verkoper is klantgericht en servicegevoelig en kan zich snel inleven in de klant om op de klantbehoefte in te springen. Hij combineert zijn open houding met commerciële gedrevenheid en 'feeling' met de branche waarin hij werkzaam is. Hij is bereid om zijn handen uit de mouwen te steken om de goederenstroom snel en adequaat te verwerken. Hij toont inzicht in de invloed van de goederenstroom op het goed kunnen bedienen van de klant.
Hij toont discipline door zich te confirmeren aan de huisregels en brengt dat tot uiting in zijn gedrag (op tijd komen, beleefd zijn, afspraken nakomen, etc.) Hij heeft een eerlijke houding bij het werken met geld en gaat integer om met bedrijfsspecifieke informatie.
Resultaat van de beroepengroep
De beroepsbeoefenaar draagt bij aan de commerciële doelstellingen van de onderneming door werkzaamheden binnen de goederen-, klanten- en/of geldstroom uit te voeren.
Beroep in beeld
Coronavirus huiswerk
Rekenen
Kerntaak 2
Voor komende weken staat in Magister wat je per week moet maken. Onderaan deze pagina kun je ook de lesstofwijzer downloaden. Hierin staat per week aangegeven wat wij van je verwachten. Als je graag wil dat mevrouw Drent gemaakt werk nakijkt dan adviseren wij om van het gemaakte werk foto’s te maken en deze in Word te plakken. Vervolgens kun je dan het Wordbestand inleveren via Magister en zal mevrouw Drent het spoedig nakijken.
Gemaakt werk tot en met de planning van week 12 kun je inleveren in Magister bij de opdracht “week 12 (16 t/m 20 maart) kerntaak 2”. Voor volgende week kun je gemaakt werk inleveren in Magister bij de opdracht “week 13 (23 t/m 27 maart) kerntaak 2”. Zo kun je dat ook doen voor week 14, week 15 en week 16. Als je graag uitleg wil over een bepaalde opdracht of onderwerp, zet dat dan ook in het Wordbestand.
Als er vragen zijn over de lesstof van kerntaak 2 kunnen jullie tijdens de lestijden van kerntaak 2 (dinsdag van 8.30uur-10.00uur van mevrouw Eikens en 13.15uur-15.00uur van mevrouw Drent) ons mailen. Wil je graag dat wij je bellen stuur dan een email met je telefoonnummer.
Download hier de lesstofwijzer van Kerntaak 2
Ondernemend Gedrag
Planning 2019-2020
Vakantie
Nederlands
Kerntaak 1
In de studiewijzer kerntaak 1 "Ontvangt en verwerkt goederen" kun je per week zien welk huiswerk je moet maken en wanneer je dit uiterlijk moet afhebben.
Download hier de studiewijzer KT1
20-03-2020 - Kerntaak 1 heeft nagenoeg iedereen afgesloten! Heb je lager dan een 5,5 gehaald dan zul je deze toets nog moeten herkansen.
Kerntaak 2
In de studiewijzer kerntaak 2 "Verkoop en Marketing" kun je per week zien welk huiswerk je moet maken en wanneer je dit uiterlijk moet afhebben.
Download hier de studiewijzer KT2
VACCM (Veiligheid, Arbo, Criminaliteit, Calamiteit en Milieu)
In de studiewijzer VACCM "Veiligheid, Arbo, Criminaliteit, Calamiteit en Milieu" kun je per week zien welk huiswerk je moet maken en wanneer je dit uiterlijk moet afhebben.
Download hier de studiewijzer VACCM
20-03-2020 - VACCM heeft nagenoeg iedereen afgesloten! Heb je lager dan een 5,5 gehaald dan zul je deze toets nog moeten herkansen. Overleg dit met je LOB'er.
Ondernemend gedrag
Hier komt de studiewijzer voor Ondernemend gedrag.
Toetsrooster
Periode 3
Toetsperiode 3 week 17 (20-04-2020 t/m 24-04-2020). Deze volgt spoedig.
Herkansingen in periode 3
Periode 4
Toetsperiode 4 week 28 (06-07-2020 t/m 10-07-2020). Deze komt beschikbaar in de loop van periode 4.
Herkansingen in periode 4
Het opleidingstraject
2.1 Inleiding
Landelijk is vastgesteld welke onderwerpen aan de orde moeten komen in een Mbo-opleiding. Dit zijn beroepsgerichte onderwerpen en algemene onderdelen.
De beroepsgerichte onderdelen zijn beschreven in het “kwalificatiedossier’’ dat door de Minister wordt vastgesteld. Het zijn de kerntaken en werkprocessen die de student in het toekomstige beroep moet uitvoeren. De opleidingen zijn opgebouwd uit een basisdeel, een profieldeel en keuzedelen.
De algemene, of generieke, onderdelen bestaan uit Nederlands, Engels, Rekenen en Loopbaanoriëntatie en Begeleiding en Burgerschap. Elke beroepsopleiding kent verschillende taalvaardigheidseisen en rekenvaardigheidseisen waar de student wettelijk aan moet voldoen. Voor sommige opleidingen is ook een vreemde taal verplicht.
In het onderdeel Loopbaanoriëntatie en Begeleiding en Burgerschap gaat het om persoonlijke en loopbaanontwikkeling en over het burger zijn in Nederland en Europa. Dat betekent kennis over en deelname aan politiek, werknemer zijn en een gezonde levensstijl hebben: een politiek-juridische, economische en sociaal-maatschappelijke dimensie en vitaal burgerschap. Het onderdeel Loopbaan gaat over persoonlijke mogelijkheden en toekomst. Dat kan zowel zijn in een beroep als in een vervolgstudie.
De opleiding die je volgt kent naast allerlei verplichte onderdelen ook keuzedelen. Keuzedelen vormen een verplicht onderdeel van je opleiding. Je opleiding bestaat daarmee uit een basis- en een profieldeel en uit keuzedelen.
Hierna is uitgewerkt welke onderdelen voor deze opleiding zijn vastgesteld. Deze onderdelen komen terug in het onderwijs, de beroepspraktijkvorming en in de examens.
2.2 Kerntaken en werkprocessen
Basisdeel
De gemeenschappelijke kerntaken en werkprocessen voor het gehele kwalificatiedossier zijn de volgende:
B1-K1 Ontvangt en verwerkt goederen
B1-K1-W1 Ontvangt goederen
B1-K1-W2 Slaat goederen op en verzorgt de opslagruimte
B1-K1-W3 Verzamelt goederen voor (online-)bestellingen
B1-K1-W4 Controleert en vult artikelpresentaties aan
B1-K1-W5 Bouwt artikelpresentaties op
B1-K2 Verkoopt en handelt verkoop af
B1-K2-W1 Maakt de verkoopruimte verkoop klaar en verzorgt deze
B1-K2-W2 Ontvangt en benadert klanten
B1-K2-W3 Voert verkoopgesprekken
B1-K2-W4 Maakt artikelen op maat of gebruiksklaar
B1-K2-W5 Handelt de verkoop af
B1-K2-W6 Sluit het afrekensysteem af
B1-K2-W7 Neemt (online)verzoeken, bestellingen en/of klachten van klanten aan
B1-K2-W8 Neemt deel aan werkoverleg
2.3 Keuzedeel
Een mbo-opleiding bestaat uit een kwalificatie met beroepsgerichte en generieke vakken en een of meer keuzedelen. Met keuzedelen kan de student zijn vakmanschap verbreden of verdiepen. Ook kunnen keuzedelen gaan over doorstroom naar een vervolgopleiding of over een goede voorbereiding op de uitstroom naar de arbeidsmarkt. Keuzedelen zijn een verplicht onderdeel binnen de mbo-opleiding. De student doet examen voor ieder keuzedeel maar kan hier (nog) niet op zakken. Het resultaat voor het keuzedeel wordt vermeld op de resultatenlijst bij het diploma.
2.4 Generieke onderdelen
De generieke onderdelen zijn Nederlands, Rekenen, Loopbaanoriëntatie en -begeleiding en Burgerschap.
Hieronder is beschreven aan welke niveaus voor Taal en Rekenen de student moet voldoen. Ook wordt vermeld of er voor een bepaald onderdeel een centraal schriftelijk examen wordt afgenomen. De student kan de examencommissie verzoeken om deze examens op een hoger niveau van het referentiekader te mogen doen.
De eisen voor Nederlands en Rekenen staan beschreven in het Referentiekader Taal en Rekenen.
2.3.1 Nederlands
Het vastgestelde referentieniveau voor Nederlands is 2F
In de tweede helft van de opleiding doet de student mee aan een centraal examen lezen en luisteren. Dit examen wordt digitaal afgenomen. Verder komen de onderdelen spreken, gesprekken voeren en schrijven aan de orde.
2.3.2 Rekenen
Het vastgestelde referentieniveau voor rekenen is 2F
In de tweede helft van de opleiding doet de student mee aan een centraal examen. Dit examen wordt digitaal afgenomen. De onderdelen zijn getallen, verhoudingen, meten & meetkunde en verbanden.
2.3.3 Burgerschap
Bij het vak Burgerschap gaat het om persoonlijke ontwikkeling en je ontwikkelt een kritische kijk op de wereld. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld over het burger zijn in Nederland en Europa, kennis van en deelname aan politiek, een werknemer zijn en een gezonde levensstijl hebben.
2.3.4 Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB)
Tijdens lob leert de student de eigen loopbaan vorm te geven. Er zijn opdrachten en activiteiten om er achter te komen welke kwaliteiten de student heeft, wat deze graag zou willen, wat er wordt verwacht in de opleiding en de arbeidsmarkt en wat de student nog moet leren en ontwikkelen en wie daarbij kan helpen. Het gaat om de ontwikkeling van de volgende vijf loopbaancompetenties:
- Capaciteitenreflectie
- Motievenreflectie
- Werkexploratie
- Loopbaansturing
- Netwerken
2.5 Fases in de opleiding en BPV-model
Drenthe College verdeelt elk schooljaar in vier onderwijsperiodes van negen weken. Aan het eind van een periode is er een beoordeling van de vorderingen (zie hoofdstuk 4). In de volgende periode is er een nieuw rooster en misschien ook andere vakken.
BPV staat voor Beroeps Praktijk Vorming en is ook een belangrijk onderdeel in elke beroepsopleiding. In het onderstaande schema staat in welke onderwijsperiodes de BPV gepland is. Wat de student tijdens een BPV-periode precies moet doen staat in een BPV-boek. Dit wordt uitgereikt aan het begin van de BPV-periode.
Leerjaar 1 |
Periode 1 |
Periode 2 |
Periode 3 |
Periode 4 |
Dagen BPV per week |
|
2 dagen |
2 dagen |
2 dagen |
Loopbaanbegeleiding en BPV-begeleiding
Binnen Drenthe College krijgt iedere student een loopbaanbegeleider (lob’er). De lob’er is degene die de student begeleidt bij de studie. Hij is het eerste aanspreekpunt voor onderwerpen zoals voortgang of welbevinden op school.
De bedoeling van LOB is dat de student ervaart en nadenkt over zijn of haar wensen en kwaliteiten. Het gaat over het leren om keuzes te maken en hoe doelen kunnen worden bereikt en wie daarbij kan helpen. Dat gebeurt zowel in LOB lessen als in individuele gesprekken.
Als je je bpv invult bij een bedrijf, word je natuurlijk ook begeleid. Je hebt een begeleider die in het bedrijf werkt en je op je bpv-plek begeleidt. Vanuit de school is er een docent die op afspraak het bedrijf bezoekt om het verloop van de bpv met jou en je begeleider te bespreken. Tijdens LOB-lessen of LOB-gesprekken kun je je ervaringen over de bpv delen.
Beoorderling
Na elke periode van negen weken wordt de student beoordeeld op voortgang op de verschillende onderdelen. We noemen dit de voortgangsbeoordeling. Op grond van deze beoordelingen wordt bepaald of de student ‘nog op schema ligt’ met de opleiding, of dat er misschien ergens extra aandacht aan moet worden besteed. De voortgangsbeoordeling heeft dus invloed op het vervolg van de studie.
Dat is iets anders dan een examen. Pas als de stof voldoende geoefend is, doet de student examen in een bepaald onderdeel. De examens hebben te maken met het diploma en zijn officiële beoordelingen die aan meer voorwaarden moeten voldoen dan de voortgangstoetsen. Zowel de resultaten van de voortgang als de examens zijn onderdeel van het LOB-gesprek.
De manier waarop voortgang wordt beoordeeld staat onder het kopje “Onderwijs”. De examinering wordt uitgebreid in hoofdstuk 5 besproken
4.1 Inleiding
In de schema’s onderwijsplanning in een aparte bijlage bij dit OER staat welke vakken voor de verschillende onderwijsperiodes gepland zijn. Wijzigingen in dit schema zijn mogelijk gedurende de opleiding. De genoemde vakken en uren worden uitgewerkt in een lesstofoverzicht van het betreffende vak.
Het kan zijn dat je aan bepaalde voorwaarden moet voldoen om naar een volgende periode te gaan of aan een volgende onderdeel van de studie te mogen beginnen. Dit noemen we een ‘voortgangscriterium’. Als dat het geval is staat dat onder de betreffende onderwijsperiode.
4.2 Onderwijsplanning
Zie voor de schema’s m.b.t onderwijsplanning de overzichten in de bijlage bij dit document in de vorm van leerplanschema’s.
Curriculum 2019-2020
4.3 Verantwoording studiebelasting in klokuren
|
Leerjaar 1
|
Totaal
|
Lessen / IO's
|
554
|
554
|
BPV
|
480
|
480
|
Introductie / projecten
|
20
|
20
|
Toetsing / examinering
|
40
|
40
|
Huiswerk / zelfstudie
|
534
|
534
|
Totaal per jaar
|
1600
|
1600
|
4.4 Voortgangscriteria en niveau bepaling
Voor de niveau 2 opleidingen Zakelijke dienstverlening, Handel en Logistiek zijn de volgende voortgangscriteria van toepassing:
Opleidingsonderdeel
|
Criterium per onderdeel
|
Rekenvaardigheid
|
- Gemiddeld voldoende (5,5), minimumcijfer 3
- Voldaan aan exameneisen
|
Loopbaan en burgerschap
|
- Voldaan aan eisen checklist
- Elke kerntaak of dimensie voldoende
|
Nederlands
|
- Het gemiddelde eindcijfer van opdrachten en toetsen moet voldoende (5,5) zijn waarbij voor één onderdeel een minimumcijfer van 3,0 behaald mag worden.
- Voldaan aan exameneisen
|
Engels
|
- Het gemiddelde eindcijfer van opdrachten en toetsen moet voldoende (5,5) zijn waarbij voor één onderdeel een minimumcijfer van 3,0 behaald mag worden.
- Voldaan aan exameneisen
|
Duits
|
- Het gemiddelde eindcijfer van opdrachten en toetsen moet voldoende (5,5) zijn waarbij voor één onderdeel een minimumcijfer van 3,0 behaald mag worden.
- Voldaan aan exameneisen
|
BPV*1
|
- Moet voldoende zijn ( stageovereenkomsten, urenkaart en opdrachten moeten voldaan zijn)
|
Keuzedeel
|
|
Beroepsspecifieke onderdelen
- Opdrachten (project, verslag e.d.)
- Brancheverslag
- Toetsen
- Examens
- PvB / examenprojecten
|
- Opdrachten en verslagen gemiddeld voldoende
- Voldoende (5,5), voorwaardelijk voor de Proeven van Bekwaamheid
- Gemiddeld voldoende (5,5), minimumcijfer 4, voorwaardelijk voor de Proeven van Bekwaamheid
- Voldoende (5,5), voldaan aan exameneisen. Examens moeten voldaan zijn.
- Voldoende
|
Digitale vaardigheden
|
- Gemiddeld voldoende, minimumcijfer 3
|
Algemene
vaardigheidsonderdelen
|
- Voor de onderdelen werkveldverkenning, BPV project, kassatraining en verkooptraining geldt dat alle opdrachten gemaakt en voldoende moeten zijn.
- Voor de vakken communicatie, digitale vaardigheden en e-commerce geldt dat alle opdrachten moeten zijn gemaakt en dat het gemiddeld cijfer een 5,5 dient te zijn waarbij voor één vak een minimumcijfer van 3,0 behaald mag worden.
|
Als de leerresultaten niet aan bovenstaande criteria voldoen, worden deze in de docentenvergadering besproken en krijg je een advies om wel of niet door te gaan met de opleiding. Als je niet aan alle criteria voldoet en toch kunt doorgaan met je opleiding, zal er met jou een plan van aanpak worden gemaakt om de opgelopen leerachterstanden in te halen of je studietraject aan te passen.
Daarnaast letten we ook op:
• Aanwezigheid / ongeoorloofde afwezigheid
• Netjes afmelden
• Te laat komen
• Opdrachten op tijd inleveren (plannen)
• Afspraken nakomen (verantwoordelijkheid tonen)
• Leerbaarheid (evalueren en reflecteren)
• Communicatie (gedrag naar leerlingen en docenten)
• Aantal keren dat een leerling moet hertoetsen
*1 BPV. Als je op stage gaat moet je ‘stagebekwaam’ zijn. Dat betekent dat er vanuit de school voldoende vertrouwen moet zijn in jouw leer-, werk- en beroepshouding, zodat je met succes je stage af zult kunnen ronden. Als eerstejaars leerling kun je die leer-, werk- en beroepshouding bij uitstek laten zien op school.
4.5 Herkansingen
Wanneer vinden herkansingen plaats?
- In periode 2 vinden de herkansingen van periode 1 plaats.
- In periode 3 vinden de herkansingen van periode 2 plaats.
- In periode 4 vinden de herkansingen van periode 3 plaats.
- Eind periode 4 vinden de herkansingen van periode 4 plaats.
Hoe vaak mag ik herkansen?
Vakken beroepsgericht algemeen
Wanneer je toetscijfer lager is dan een 5,5 mag je een herkansing doen. Je mag elke toets maximaal één keer herkansen. Het hoogst behaalde cijfer telt.
Vakken beroepsgericht specifiek
Wanneer je toetscijfer lager is dan een 5,5 mag je een herkansing doen. Je mag elke toets maximaal één keer herkansen. Het hoogst behaalde cijfer telt.
Nederlands
Het vakgebied Nederlands kent voor de voortgangstoetsen één herkansing die na de toetsen van P4 kan worden afgenomen.
Engels, Duits en rekenen
Wanneer je toetscijfer lager is dan een 5,5 mag je een herkansing doen. Je mag elke voortgangstoets maximaal één keer herkansen. Het hoogst behaalde cijfer telt.
N.B. Ziek zijn of anderszins afwezig zijn tijdens een toets telt mee als kans. In uitzonderlijke gevallen kan met duidelijk aantoonbaar bewijs een extra herkansing aangevraagd worden bij de examencommissie.
4.6 Bindend Studieadvies (BSA)
Elke student krijgt in het eerste leerjaar van de opleiding te maken met een bindend studieadvies. Bij opleidingen die 1 jaar duren, krijgt de student een bindend studieadvies tussen de derde en vierde maand na de start van de opleiding; bij opleidingen die twee jaar of langer duren, komt dit bindend studieadvies tussen de negende en de twaalfde maand na de start van de opleiding.
Het BSA geeft aan of de student verder mag met de opleiding of dat deze moet stoppen. Een negatief studieadvies betekent stoppen met de opleiding.
Situaties waarin een negatief bindend studieadvies kan worden gegeven, zijn:
- Als er onvoldoende voortgang is in de resultaten waardoor de achterstand groot is en het halen van een diploma niet of nauwelijks nog mogelijk is;
- Als de student onvoldoende inspanning levert om tot voldoende resultaten te komen, waardoor deze een achterstand kan oplopen die succesvolle voortzetting of afronding van de opleiding vrijwel onmogelijk maken (gebrek aan motivatie of inspanning);
- Als de student herhaaldelijk ernstig verstorend gedrag vertoont dat de gang van zaken in de les negatief beïnvloedt;
- Als uit het gedrag of de houding van de student blijkt dat deze onvoldoende geschikt is voor het beroep waarvoor wordt opgeleid, zowel in de stage als op school.
Als de opleiding vermoedt dat er een negatief bindend studieadvies zal volgen, dan wordt de student ± zes weken van tevoren hierover geïnformeerd en krijgt deze een voorlopig studieadvies/1e negatief studieadvies (voorbeeld brief studieadvies). De student en de LOB-er bespreken wat er moet gebeuren om de situatie te verbeteren. De afspraken worden schriftelijk vastgelegd. Als blijkt dat de situatie onvoldoende is veranderd, volgt een definitief negatief bindend studieadvies en moet de student de opleiding verlaten. Deze wordt dan doorverwezen naar Studentenadvies om een alternatief te zoeken.
Bij onderstaande opleiding(en) krijg je een bindend studieadvies:
Crebonummer
|
Naam opleiding
|
Bindend studieadvies in periode
|
|
|
3e – 4e maand
|
9e – 12e maand
|
25167
|
Verkoper
|
x
|
|
Examens
5.1 Inleiding
In dit hoofdstuk staat informatie over de examinering van deze opleiding. In het examenplan hierna is beschreven welke examens onderdeel uitmaken van je opleiding. Het is ook meteen een overzicht waarin je kunt lezen wat je moet doen om je diploma te halen.
Examinering is aan spelregels verbonden. De spelregels vind je in het examenreglement van Drenthe College dat op de Intranetpagina staat.
De examencommissie is eindverantwoordelijk voor de examens en de diplomering.
Zoals al eerder is beschreven bespreekt de lob-er de vorderingen met de student en overlegt over examens.
5.2 Examenplan
5.2.1 Onderdelen per kerntaak – hoe rond ik een kerntaak af
Alle kerntaken moeten met een voldoende ( =>5,5 ) zijn afgesloten. In de volgende tabel zie je welke examenonderdelen deel uit maken van de kerntaken en hoe het resultaat per kerntaak wordt bepaald.
Crebonummer opleiding: 25167
|
Naam opleiding: Verkoper
|
kerntaak
|
exameneenheid
|
examenvorm
|
resultaten
|
weging
|
B1-K1
|
Ontvangt en verwerkt goederen
|
PVB
|
=>5,5
|
1
|
B1-K2
|
Verkoopt en handelt verkoop af
|
PVB
|
=>5,5
|
1
|
Voorwaardelijkheid afname Proeve van Bekwaamheid
Om de Proeven van Bekwaamheid af te mogen leggen moeten de beroepsspecifieke theorietoetsen afgesloten zijn met een gemiddeld cijfer van => 5,5 waarbij een minimumcijfer van 4,0 behaald mag worden. Het brancheverslag moet voldoende (=>5,5) zijn en wordt afgesloten met een presentatie.
Naam toets /verslag
|
Toetsvorm
|
Ontvangt en verwerkt goederen
|
Theorie-toets, voorwaardelijk minimumcijfer 4,0
|
VACCM
|
Theorie-toets voorwaardelijk minimumcijfer 4,0
|
Verkoopt en handelt verkoop af
|
Theorie-toets voorwaardelijk minimumcijfer 4,0
|
Brancheverslag
|
Werkstuk + presentatie voorwaardelijk, minimumcijfer 5,5
|
De theorietoetsen moeten met een gemiddelde van =>5,5 afgesloten zijn.
5.2.2 Beroepsgerichte Moderne Vreemde Talen (MVT) niveau 2
Bij niveau 2 opleidingen is een generieke MVT niet verplicht. De sector EDI van DC biedt desondanks in alle niveau 3 opleidingen een MVT (Engels) aan. MVT- generiek is voor niveau 2 opleidingen geen onderdeel dat bepalend is voor de slaag-/zakregeling.
Dit vak wordt aangeboden en geëxamineerd in het kader van doorstroom naar een andere opleiding en vanuit het maatschappelijk belang.
De MVT kan worden geëxamineerd op verschillende niveaus.
MVT niveau 2

5.2.3 Beroepspraktijkvorming (BPV)
De beroepspraktijkvorming (bpv) is het deel van de opleiding dat in de praktijk van het beroep wordt uitgevoerd en is een verplicht onderdeel van elke beroepsopleiding. Het oordeel ‘de bpv is met goed gevolg afgesloten’ is een aanvullende voorwaarde voor diplomering. Hiervoor wordt het beoordelingsformulier BPV gebruikt. Daaruit blijkt dat het eindoordeel van de beroepspraktijkvorming voor de betreffende uitstroomdifferentiatie met een voldoende is afgesloten.
5.2.4 Generieke eisen Nederlands en Rekenen
De onderstaande exameneenheden van Nederlands vormen een examenonderdeel. Dit geldt ook voor Rekenen. De onderliggende exameneenheden worden met een cijfer op 1 decimaal nauwkeurig beoordeeld.
Wanneer een kandidaat voor generieke examenonderdelen (Nederlands, rekenen of Engels) bij de examencommissie een verzoek heeft ingediend op een hoger niveau te examineren en dat niveau heeft afgerond (bv. 3F i.p.v. 2F bij mbo3), wordt het resultaat van het hogere niveau op het diploma vermeld. Bij een eindresultaat van <6 voor het hogere niveau, wordt het resultaat van het lagere niveau vermeld op het diploma.
Nederlands niveau 2F

Rekenen niveau 2F
Naam Exameneenheid
|
Vorm
|
Beheersings-
niveau
|
Eindresultaat
(in geheel getal)
|
Rekenen
|
Centraal schriftelijk examen
|
2F
|
|
Eindbeoordeling Generieke onderdelen Nederlands en Rekenen
De zak-/slaagregeling voor de generieke onderdelen wordt landelijk vastgesteld door de Minister. Dit wordt per diplomeringsjaar op intranet onder het kopje “Taal en Rekenen en MVT” vermeld.
5.2.5 Loopbaan en burgerschap
Om Loopbaanoriëntatie en Begeleiding en Burgerschap met een voldoende af te kunnen sluiten, hebben de studenten een inspanningsverplichting. De student levert een verantwoordingsdocument in waaruit blijkt dat hij/zij zich in het onderwerp heeft verdiept. Dit document wordt beoordeeld volgens de standaard beoordelingsformulieren.
Naam
|
Vorm
|
Afname periode
|
Competentie
|
Bewijzen
|
Loopbaanoriëntatie en Begeleiding
|
Opdrachten en LOB-gesprekken
|
Zie leerplan schema
|
Capaciteitenreflectie
Motievenreflectie
Werkexploratie
Loopbaansturing
Netwerken
|
Een ingevuld Drenthe College L&B Beoordelings-formulier Loopbaan
|
|
|
|
Dimensie
|
|
Burgerschap
|
Opdrachten
|
Zie leerplan schema
|
2.1 politiek-juridisch
2.2 conomisch
2.3 sociaal maatschappelijk
2.4 vitaal burgerschap
|
Een ingevuld Drenthe College L&B Beoordelings-formulier Burgerschap
|
Bewijsstukken m.b.t. de afronding van de onderdelen voor Loopbaanoriëntatie en Begeleiding en Burgerschap kunnen gedurende de opleiding worden verzameld door verschillende producten in te leveren, conform het verantwoordingsdocument.
5.3 Aantal malen per jaar waarop het examen kan worden afgelegd
Aan het begin van het schooljaar wordt bekend gemaakt in welke weken de examens worden afgenomen. De examencommissie geeft dan ook aan of de student zich moet aanmelden om aan een examen deel te nemen en vóór welke datum dat moet.
5.4 Diploma-eisen
Om voor het diploma in aanmerking te komen moeten alle kerntaken met een voldoende zijn afgesloten en moet voldaan zijn aan de slaag-zakregeling voor Nederlands. Daarnaast moet aan de verplichtingen voor Rekenen, Keuzedelen en Loopbaan en Burgerschap zijn voldaan. De BPV moet met een voldoende beoordeling zijn afgesloten.
Schematisch weergegeven:
Kerntaken
|
Allemaal tenminste een score 5,5 of een oordeel voldoende
|
Wettelijke vereisten, indien in kwalificatie opgenomen
|
n.v.t.
|
Branchevereisten, indien in kwalificatie opgenomen
|
n.v.t.
|
Nederlands
|
Tenminste het eindcijfer 5,0
|
Rekenen
|
Deelname aan centraal schriftelijk examen verplicht,
invloed op slaag- zakregeling verschilt per diplomeringsjaar
|
Loopbaan
|
Voldaan
|
Burgerschap
|
Voldaan
|
Keuzedelen
|
Beoordeling van het gemaakte examen
|
BPV
|
Totaaloordeel: voldoende
|
Beroepspraktijkvorming (BPV)
Communicatie / brieven
Correspondentie naar de student
(Aanvraag)formulieren
Herkansing
Verlof
Vanuit leerplicht mag Drenthe College studenten onder de 18 jaar geen verlof verlenen.
Voor studenten boven de 18 jaar mag Drenthe College iets coulanter zijn, afhankelijk van het verzoek.
Om verlof aan te vragen dient u onderstaand formulier te gebruiken. Deze in zijn geheel invullen en inleveren bij je mentor.
Aanvraag formulier verlof
Vrijstelling
Wanneer je denkt voor vrijstelling in aanmerking te komen overleg je dat eerst met je docent. Als deze goedkeuring verleend kun je m.b.v. onderstaande formulieren je vrijstelling aanvragen bij de examencommissie.
Vrijstelling aanvragen voor generieke vakken (Engels, Nederland, Rekenen)
Vrijstelling document voor generieke vakken
Vrijstelling aanvragen voor beroepsgerichte vakken (Kerntaken 1 & 2, VACM, BPV)
Vrijstelling document beroepsgerichte vakken