4.4 Voortgangscriteria en niveau bepaling

Voor de niveau 2 opleidingen Zakelijke dienstverlening, Handel en Logistiek zijn de volgende voortgangscriteria van toepassing:

  Opleidingsonderdeel

  Criterium per onderdeel

  Rekenvaardigheid

  • Gemiddeld voldoende (5,5), minimumcijfer 3
  • Voldaan aan exameneisen

  Loopbaan en burgerschap

  • Loopbaan
  • Burgerschap

 

  • Voldaan aan eisen checklist
  • Elke kerntaak of dimensie voldoende

  Nederlands

  • Het gemiddelde eindcijfer van opdrachten en toetsen moet voldoende (5,5) zijn waarbij voor één onderdeel een minimumcijfer van 3,0 behaald mag worden.
  • Voldaan aan exameneisen

  Engels

  • Het gemiddelde eindcijfer van opdrachten en toetsen moet voldoende (5,5) zijn waarbij voor één onderdeel een minimumcijfer van 3,0 behaald mag worden.
  • Voldaan aan exameneisen

  Duits

  • Het gemiddelde eindcijfer van opdrachten en toetsen moet voldoende (5,5) zijn waarbij voor één onderdeel een minimumcijfer van 3,0 behaald mag worden.
  • Voldaan aan exameneisen

  BPV*1

  • Moet voldoende zijn ( stageovereenkomsten, urenkaart en opdrachten moeten voldaan zijn)

  Keuzedeel

 

  • Voldaan aan exameneisen

  Beroepsspecifieke onderdelen

  • Opdrachten (project, verslag e.d.)
  • Brancheverslag
  • Toetsen
  • Examens
  • PvB / examenprojecten

 

  • Opdrachten en verslagen gemiddeld voldoende
  • Voldoende (5,5), voorwaardelijk voor de Proeven van Bekwaamheid
  • Gemiddeld voldoende (5,5), minimumcijfer 4, voorwaardelijk voor de Proeven van Bekwaamheid
  • Voldoende (5,5), voldaan aan exameneisen. Examens moeten voldaan zijn.
  • Voldoende

 

  Digitale vaardigheden

  • Gemiddeld voldoende, minimumcijfer 3

  Algemene
  vaardigheidsonderdelen

 

  • Voor de onderdelen werkveldverkenning, BPV project, kassatraining en verkooptraining geldt dat alle opdrachten gemaakt en voldoende moeten zijn.
  • Voor de vakken communicatie, digitale vaardigheden en e-commerce geldt dat alle opdrachten moeten zijn gemaakt en dat het  gemiddeld cijfer een 5,5 dient te zijn waarbij voor één vak een minimumcijfer van 3,0 behaald mag worden.


Als de leerresultaten niet aan bovenstaande criteria voldoen, worden deze in de docentenvergadering besproken en krijg je een advies om wel of niet door te gaan met de opleiding. Als je niet aan alle criteria voldoet en toch kunt doorgaan met je opleiding, zal er met jou een plan van aanpak worden gemaakt om de opgelopen leerachterstanden in te halen of je studietraject aan te passen.

Daarnaast letten we ook op:
• Aanwezigheid / ongeoorloofde afwezigheid
• Netjes afmelden
• Te laat komen
• Opdrachten op tijd inleveren (plannen)
• Afspraken nakomen (verantwoordelijkheid tonen)
• Leerbaarheid (evalueren en reflecteren)
• Communicatie (gedrag naar leerlingen en docenten)
• Aantal keren dat een leerling moet hertoetsen

*1 BPV. Als je op stage gaat moet je ‘stagebekwaam’ zijn. Dat betekent dat er vanuit de school voldoende vertrouwen moet zijn in jouw leer-, werk- en beroepshouding, zodat je met succes je stage af zult kunnen ronden. Als eerstejaars leerling kun je die leer-, werk- en beroepshouding bij uitstek laten zien op school.