Introductie Diersoortverdieping Overige Zoogdieren
In deze wikiwijs vind je al het lesmateriaal voor het vak Diersoortverdieping Overige Zoogdieren.
Dit leerarrangement is daarnaast bedoeld voor studenten die de vakbekwaamheid "Houder van overige zoogdieren" (volgens het Besluit Houders van Dieren) willen behalen. Het behandelt de theorie die voor het certificaat beheerst moet worden.
Overige zoogdieren, dat klinkt nogal breed en dit vak is ook erg breed! Het vak Diersoortverdieping Overige Zoogdieren gaat over alle gehouden zoogdieren, behalve hond en kat, waar je later in je werk als dierverzorger of paraveterinair mee in aanraking kunt komen. Dit zijn tevens alle soorten die onder de CE Overige zoogdieren i.h.k.v. het Besluit Houders van Dieren vallen. Eigenlijk vallen er alle gehouden dieren onder die niet onder de andere vier CE’s (honden & katten, herpeten, vogels, vissen) vallen.
Het volgen van dit vak is een verplicht onderdeel van het basisdeel van je opleiding. Het behalen van dit vak is voorwaardelijk om te mogen deelnemen aan de examens van de CE Overige Zoogdieren. Het behalen van deze CE is nodig om later in de beroepspraktijk met deze dieren te mogen werken. Dit is vastgelegd in het Besluit houders van dieren (een bedrijf dat handelt en/of fokt met dieren van deze CE, is vanaf 2020 verplicht iemand in dienst te hebben die in bezit is van dit certificaat).
Toetsing en beoordeling
Diersoortverdieping Overige Zoogdieren wordt afgesloten met een schriftelijke toets. Deze toets moet voldoende zijn om de CE Overige Zoogdieren te kunnen behalen.
Daarnaast zijn er een aantal voorwaardelijke opdrachten die je moet maken.
Wat je allemaal moet kennen en kunnen voor deze CE is vastgelegd in landelijke kennis- en vaardigheidseisen. Om je certificaat te kunnen behalen, moet je een (centraal) kennisexamen en een vaardigheidsexamen (uitvoering op school) behalen en moet je voldoende beoordeeld zijn voor de vaardigheidseisen.
Het vak Diersoortverdieping Overige Zoogdieren heeft naast het verbreden en verdiepen van je kennis over gezelschapsdieren als doel je voor te bereiden op het kennisexamen CE Overige Zoogdieren, en daarnaast ook om de kennis aan te brengen die je nodig hebt voor het kunnen uitvoeren van de vaardigheden.
Hieronder vind je het examenplan, de landelijke kennis-eisen zoals die zijn vastgelegd in de examenmatrijs en het vaardigheidsexamen. Daaronder staat de complete lijst met diersoorten en rassen/varieteiten waarover deze CE en dus ook het vak Diersoortverdieping Overige Zoogdieren gaat.
Diersoorten
Het eerste onderwerp waar we mee beginnen is: soortenkennis. Zoals al eerder gezegd bestaat de groep "overige zoogdieren" uit veel verschillende dieren. Om het iets makkelijker te maken verdelen we ze tijdens de lessen in 3 groepen:
1. gedomesticeerde zoogdieren
2. exotische zoogdieren
3. hobbyvee
Bekijk nu eerst het bestand: Soortenlijst Overige Zoogdieren
In de komende lessen gaan we per groep kennismaken met alle diersoorten. Omdat de meeste onderwerpen later in de lessen terug zullen komen, richtten we ons nu vooral op: kenmerken van de diersoort, oorsprong/natuurlijke leefwijze, rassen/varieteiten en aandachtspunten rondom het houden van iedere soort.
Ook gaan jullie starten met de diergroepsoverstijgende opdracht.
Diergroep 1: Gedomesticeerde zoogdieren
De groep gedomesticeerde zoogdieren is de meest gehouden diergroep en informatie over de diersoorten is makkelijk te vinden. Wij gebruiken voor soortinformatie de website van de LICG.
De meeste diersoorten uit deze groep worden al vele jaren door mensen gefokt en door selectie op uiterlijk zijn er verschillende rassen en/of varieteiten ontstaan. In de tabel hier onder staat welke diersoorten en welke rassen/varieteiten je moet kennen:
Tabel soortenkennis gedomesticeerde zoogdieren
Soortnaam |
Wetenschappelijke naam |
Te kennen rassen/varieteiten |
Konijn |
Oryctolagus cuniculus |
Erkende rassen
|
Franse hangoor
|
Vlaamse reus
|
Nederlands Hangoordwerg
|
Kleurdwerg
|
Pooltje (rood-oog/blauw-oog)
|
Hollander
|
Rex (en/of Rexdwerg?)
|
Angora (en/of Angoradwerg?)
|
Voskonijn
|
Niet-erkende rassen
|
Teddy dwerg
|
Baardkonijn/Leeuwenkop
|
|
Cavia |
Cavia porcellus |
Gladhaar/normaalhaar
|
Borstelhaar
|
Amerikaans/Engels gekruind
|
Langhaar of Peruvian
|
US teddy/Rex
|
Skinny
|
|
Syrische hamster |
Mesocricetus auratus |
- |
Russische dwerghamster |
Phodopus sungorus |
- |
Campbelli dwerghamster |
Phodopus campbelli |
- |
Roborovski dwerghamster |
Phodopus roborovskii |
- |
Chinese dwerghamster |
Cricetulus griseus |
- |
Mongoolse gerbil |
Meriones unguiculatus |
- |
Dikstaartgerbil |
Pachyuromys duprasi |
- |
Tamme rat |
Rattus norvegicus |
Japanner
|
Husky
|
Rex
|
Naaktrat (sphynx)
|
Dumbo
|
|
Kleurmuis |
Mus musculus |
Wit (rood-oog/donker-oog)
|
Eenkleurig (zwart, rood, blauw)
|
Goud-agouti ( en zilver-agouti)
Driekleur
|
|
Fret |
Mustela putorius furo |
- |
De informatie die je per diersoort moet kennen staat duidelijk beschreven op de LICG-pagina, hier onder vind je per diersoort de link:
Opdracht gedomesticeerde diersoorten
Maak een presentatie over één van de onderstaande soorten:
- Konijn
- Fret
- Cavia
- Syrische hamster
- Russische dwerghamster
- Mongoolse gerbil
- Dikstaartgerbil
- Kleurmuis
- Tamme rat
Zorg dat de volgende onderwerpen aan bod komen en er voldoende (duidelijk en passende) afbeeldingen in je presentatie zitten:
- uiterlijk
- rassen/varieteiten
- herkomst (voorouder, domesticatie)
- natuurlijke leefomgeving
- natuurlijke leefwijze
- aanschaf *waar, hoe) en kosten (eenmalige en terugkerende)
- benodigde ervaring om dit dier te houden
- aandachtspunten/bijzonderheden
Als je presentatie af is laat je hem nakijken door de docent en na goedkeuring mag je hem presenteren aan de rest avn de klas. De docent geeft inlever- en presentatiedata aan.
Diergroep 2: Exotische zoogdieren
De groep exotische zoogdieren bestaat uit minder bekende en minder gehouden diersoorten. Mensen die deze diersoorten houden hebben zich meestal goed ingelezen in en voorbereid op het houden van de diersoort. Omdat de dieren uit deze diergroep niet-gedomesticeerd zijn stellen ze hogere eisen aan heun huisvesting, voeding en -meestal ook- verzorging. Voor een aantal van deze diersoorten is informatie te vinden op de website van de LICG, voor andere diersoorten is het echt even zoeken naar een betrouwbare informatiebron.
In de tabel hier onder staat welke diersoorten en welke rassen/varieteiten je moet kennen:
Tabel soortenkennis exotische zoogdieren
Soortnaam |
Wetenschappelijke naam |
Sinai stekelmuis |
Acomys dimidiatus |
Veeltepelmuis |
Mastomys natalensis |
Sugarglider |
Petaurus breviceps |
Chinchilla |
Chinchilla laniger |
Degoe |
Octodon degus |
Hudson eekhoorn Boeroendoek |
Tamiasciurus hudsonicus Eutamias sibericus
|
Afrikaanse witbuikegel |
Atelerix albiventris |
Nijlroezet |
Rousettus aegyptiacus |
Bennet wallaby |
Macropus rufogriseus |
Stinkdier |
Mephitis mephitis |
De informatie die je per diersoort moet kennen staat voor een aantal soorten duidelijk beschreven op de LICG-pagina, hier onder vind je per diersoort de link:
Opdracht exotische diersoorten
Maak een informatiekaart voor bij het verblijf voor één van onderstaande diersoorten:
- Sinai stekelmuis
- Veeltepelmuis
- Sugarglider
- Chinchilla
- Degoe
- Hdson eekhoorn
- Boeroendoek
- Afrikaanse witbuikegel
- Nijlroezet
- Bennet wallaby
- Stinkdier
Zorg dat de volgende onderwerpen in de informatiekaart staan, voeg indien dit een toegevoegde waarde heeft afbeeldingen toe:
- uiterlijk
- varieteiten/ondersoorten
- herkomst (gebied)
- natuurlijke leefomgeving
- natuurlijke leefwijze
- benodigde ervaring om dit dier te houden
- aanschaf (waar, hoe) en kosten (eenmalige en terugkerende)
- aandachtspunten/bijzonderheden
De docent geeft tijdens de les de inleverdatum aan.
Diergroep 3: Hobbyvee
De groep hobbyvee bestaat uit dieren die je veelal op kinderboerderijen tegenkomt, maar ook in (kleinere) dierenparken en bij particulieren. Vaak zijn dit bijzondere/minder vaak voorkomende rassen van productiedieren of dieren die elders op de wereld bekend(er) zijn als productiedier (gebruiksdier). Voor de meeste soorten uit deze diergroep is informatie makkelijk te vinden. Wij gebruiken voor soortinformatie de website van de LICG.
De meeste diersoorten uit deze groep worden al vele jaren door mensen gefokt en door selectie op wenselijke gebruikseigenschappen en uiterlijk zijn er verschillende rassen ontstaan. In de tabel hier onder staat welke diersoorten en welke rassen je moet kennen (voor de schooltoets):
Tabel soortenkennis hobbyvee
Soortnaam |
Wetenschappelijke naam |
Te kennen rassen/varieteiten |
Rund |
Bos taurus |
Dexter
Galloway
Lakenvelder rund
Groninger blaarkop
Heckrund
Schotse hooglander
Zeboe
|
Geit |
Capra hircus |
Dwerggeit
Bonte geit
Nederlandse witte geit
Nubische geit
Toggenburger
|
Schaap |
Ovis aries |
Texelaar
Swifter
Zwartblesschaap
Nederlands bonte schaap
Fries (en Zeeuws) melkschaap
Drents heideschaap
Schoonebeker
Ouessant schaap
Coburger fuchs
Kerry hill
Walliser schwarznase
|
Varken |
Sus scrofa |
Hangbuikzwijn
Gottinger varken
Kune kune
Bonte Bentheimer
Nederlandse landvarken
Mangalitza varken
|
Ezel |
Equus africanus asinus |
Mini ezel
Poitou
Grand Noir du Berry
Pyrenese ezel
|
Paard |
Equus caballus |
Arabisch volbloed
Engels volbloed
KWPN
NRPS
PRE (Andalusier)
Fries paard
Belgisch trekpaard
Shire
Tinker
Fjord
Haflinger
IJslander
Welshpony (sectie A t/m D en K)
Shetlander (Shetland pony)
Falabella
|
Lama |
Lama glama |
- |
Alpaca |
Vicugna pacos |
- |
Opdrachten hobbyvee
Opdracht 1
Maak een algemene informatiefolder (flyer) voor mensen die interesse hebben in het houden van hobbyvee, kies hiervoor een van onderstaande diersoorten uit:
- rund
- geit
- schaap
- varken
- ezel
- paard
- lama
- alpaca
Zorg dat de volgende onderwerpen in de informatiekaart staan, voeg indien dit een toegevoegde waarde heeft afbeeldingen toe:
- uiterlijk
- bekende hobbyrassen
- herkomst (voorouder, domesticatie)
- natuurlijke leefomgeving
- natuurlijke leefwijze
- benodigde ervaring om dit dier te houden
- aanschaf (waar, hoe) en kosten (eenmalige en terugkerende)
- aandachtspunten/bijzonderheden
Opdracht 2
Maak een presentatie met afbeeldingen van de te leren rassen voor een van de diersoorten:
- rund
- geit
- schaap
- varken
- ezel
- paard
Per dia één ras: naam, afbeelding, gebruikseigenschap(pen) en (opvallende) uiterlijke kenmerken
De docent geeft tijdens de les de inleverdata van beide opdrachten aan.
Huisvesting
Dit lesblok gaat over het onderwerp huisvesting.
We beginnen met een theorieles, waarna jullie bezig gaan met een viertal opdrachten over dit onderwerp.
Als bronnen bij dit onderwerp gebruiken we de LICG-pagina's en Kenniskiem Huisvesting van gezelschapsdieren.
Orienterende opdracht huisvesting
Er zijn tussen de 3 diergroepen overige zoogdieren (gedomesticeerde zoogdieren, exotische zoogdieren en hobbyvee) veel verschillen maar ook een aantal overeenkomsten in dingen waar je rekening mee moet houden bij het zorgen voor de juiste huisvesting.
Zo heeft hobbyvee bijvoorbeeld aanzienlijk meer ruimte nodig dan de gedomesticeerde zoogdieren.
Bekijk eerst de volgende LICG-pagina's:
https://www.licg.nl/konijnen-en-knaagdieren/
https://www.licg.nl/weidedieren/
https://www.licg.nl/overige-dieren/
Opdracht: Schrijf alle verschillen en overeenkomsten die je kunt bedenken -met betrekking tot huisvestingseisen voor deze 3 diergroepen op. Wissel je antwoorden uit met 1 of enkele klasgenoten en vul je lijstje daarna aan.
Opdracht presentatie huisvesting verschillende diersoorten
Je gaat in tweetallen of groepjes de huisvesting uitwerken voor 1 of 2 diersoorten (zie keuze 1 t/m 12 hier onder), dit doe je in een powerpoint-presentatie waarbij je zorgt voor duidelijke tekst en voldoende passende afbeeldingen.
Kies uit een van deze:
- Konijn en fret
- Cavia en Sinai stekelmuis
- Russische dwerghamster en Roborovski dwerghamster
- Mongoolse gerbil en dikstaartgerbil
- Tamme rat en kleurmuis
- Hudson eekhoorn en Boeroendoek
- Lama en alpaca
- Chinchilla en degoe
- Afrikaanse witbuikegel en Nijlroezet
- Geit en schaap
- Varken en ezel
- Paard (pony en paard, stal/stal en weidegang/buiten met schuilplek/paddock paradise)
De presentatie lever je in bij de docent, na goedkeuring mag je hem presenteren aan klasgenoten. Docent geeft tijdens de les de inlever- en presentatiedata aan.
Opdracht Huisvesting van schooldieren
Voor een van de diersoorten uit de groep overige zoogdieren ga je kijken naar de huisvesting zoals we die op school hebben.
Dit doe je in de volgende stappen:
1. Bekijken en beschrijven huisvesting schooldieren: beschrijf de huidige huisvesting van de dieren. Let op type huisvesting, afmetingen, bodembedekking, inrichting en aantal dieren per verblijf.
2. Zoek vervolgens met behulp van de LICG-pagina van de betreffende diersoort en Kenniskiem Huisvesting gezelschapsdieren de richtlijnen met betrekking tot type huisvesting, afmetingen, bodembedekking, inrichting en aantal dieren per verblijf op
3. Vergelijk de huisvesting van de dieren op school met de richtlijnen en trek een conclusie over de huisvesting van onze dieren. Als er verbeteringen nodig zijn kom dan met een voorstel hiervoor.
Je krijgt een van de volgende diersoorten toegewezen: cavia's, fretten, geiten, pony's, varkens, konijnen, Mongoolse gerbils, Syrische hamsters, tamme ratten, kleurmuizen, Russische dwerghamsters.
Werk deze opdracht uit in een Wordbestand.
De docent geeft tijdens de les aan wanneer en hoe de opdracht moet worden ingeleverd.
Voeding
Dit lesblok gaat over het onderwerp Voeding.
We beginnen met een theorieles, waarna jullie bezig gaan met een viertal opdrachten over dit onderwerp.
Als bronnen bij dit onderwerp gebruiken we de LICG-pagina's en Kenniskiem Voeding.
Opdracht presentatie voeding verschillende diersoorten
Je gaat in viertallen de voeding uitwerken voor 3 of 4 diersoorten Welke soort dit is bepaalt welke dieren uit onderstaand rijtje (1 t/m 5) je hebt voor deze opdracht.
Je bent vrij in de uitwerking, mits je er voor zorgt dat jullie allemaal in 10 minuten een goed voedingsadvies (wat, hoe veel, hoe vaak, aandachtspunten) kunnen geven aan jullie klasgenoten.
Rijtje met diersoorten:
- Paard, Afrikaanse witbuikegel, hamster (alle soorten)
- Geit, fret, gerbil (beide soorten)
- Ezel, Sinai stekelmuis, cavia, Bennet wallaby
- Varken, degoe, schaap, tamme rat
- Lama/alpaca, kleurmuis, chinchilla
Na goedkeuring van jullie uitgewerkte voedingsadvies voor de diersoorten, gaan we de volgende les voedingsadviezen uitwisselen.
Diergroepoverstijgende opdracht
Werk het onderdeel voeding van je "huisdierenbijsluiter" voor jouw diersoort uit en presenteer deze -op de door de docent afgesproken datum- aan de rest van de klas.
Verzorging
Dit lesblok gaat over het onderwerp Verzorging.
Tijdens de lessen gaan we het hebben over: hanteren en fixeren, exterieurverzorging, transport, het verzorgingsplan, reinigen en desinfecteren van een dierverblijf. De meeste lesstof is herhaling uit klas 1 en 2.
We beginnen met een theorieles, waarna jullie bezig gaan met een tweetal opdrachten over dit onderwerp.
Als bronnen bij dit onderwerp gebruiken we de LICG-pagina's en Kenniskiem Diergezondheid bij gezelschaspdieren & Huisvesting van gezelschapsdieren
Opdracht video hanteren diersoort maken
Voor zowel de gezondheid en het welzijn van het dier als de veiligheid voor de verzorging is de juiste wijze van hateren erg belangrijk. Om iemand deze vaardigheid te leren is een instructievideo een ideaal hulpmiddel. Jullie gaan allemaal een instructievideo maken voor het hanteren van een diersoort. Voor onderstaande diersoorten meot een instructievideo gemaakt worden:
1. Rund (= veilig verplaatsen)
2. Paard (of pony of ezel veilig verplaatsen)
3. Geit
4. Schaap
5. Varken
6. Chinchilla of degoe
7. Muis (hanteerbare en niet-hanteerbare)
8. Tamme rat
9. Mongoolse gerbil
10. Syrische hamster
11. Russische dwerghamster
12. Cavia
13. Konijn ( groot ras, middengroot ras én dwergras)
BONUS:
14. Afrikaanse witbuikegel
15. Wallaby
16. Alpaca
17. Eekhoorn
18. Sugarglider
Docent geeft aan hoe en wanneer de video's moeten worden ingeleverd. Tijdens de volgende les(sen) gaan we elkaars video's bekijken.
Opdracht verzorgingskaart maken
Voor een denkbeeldig dierbedrijf ga je een verzorgingskaart maken voor zowel de dagelijkse als de periodieke verzorging. Voor de voeding verwijs je naar de voerkaart (die je voor deze opdracht NIET hoeft te maken). Denk hierbij aan de verzorging van het dier zelf én de verzorging van de leefomgeving van het dier.
Houdt je uitleg beknopt (max.1 A4) en overzichtelijk maar wel duidelijk en compleet.
Let op: denk hierbij aan de wijze van huisvesting passend bij de diersoort: alleen, koppel, groepje en huisvestingsvorm/inrichting verblijf.
Je maakt een verzorgingskaart voor één van onderstaande diersoorten:
1. Alpaca
2. Pony
3. Ezel
4. Dexter rund
5. Kune kune varken
6. Geit
7. Schaap
8. Bennet wallaby
9. Stinkdier
10. Nijlroezet
11. Hudson eekhoorn
12. Boeroendoek
13. Chinchilla
14. Cavia
15. Degoe
16. Dikstaartgerbil
17. Mongoolse gerbil
18. Sinai stekelmuis
19. Veeltepelmuis
20. Kleurmuis
21. Tamme rat
22. Chinese dwerghamster
23. Campbelli dwerghamster
24. Roborovski dwerghamster
25. Russische dwerghamster
26. Syrische hamster
27.Afrikaanse witbuikegel
28. Sugarglider
29. Konijn (zowel dwerg-, midden- als groot ras)
Je levert de verzorgingskaart uitgeprint op iets steviger papier (A4-formaat) in, dit papier zit in een insteekhoesje. Let op: zet je naam en klas op de achterkant van je verzorgingskaart.
Tijdens de volgende les gaan we namelijk elkaars verzorgingskaarten bekijken en voorzien van feedback. Hierna verbetert iedereen zijn verzorgingskaart en levert iedereen zijn verbeterde versie nogmaals uitgeprint in. We maken hier een "verzorgingskaartenmap" mee.
Gezondheid
Dit lesblok gaat over het onderwerp gezondheid.
We beginnen met een theorieles, waarna jullie bezig gaan met 2 opdrachten over dit onderwerp.
Als bronnen bij dit onderwerp gebruiken we de LICG-pagina's, de website Levende Have en Kenniskiem Diergezondheid bij gezelschapsdieren en Infectieziekten.
Opdracht presentaties ziekten
Je gaat samen met enkele medestudenten de komende lessen een drietal presentaties maken over voorkomende ziekten (symptomen, ziekteverloop, behandeling, oorzaak en preventie) bij:
1. gedomesticeerde diersoorten (konijnen, cavia's, ratten en muizen, hamsters en gerbils)
2. hobbyvee (paard en ezel, rund, varken, schaap en geit)
3. exotische zoogdieren (chinchilla en degoe, alpaca en lama, witbuikegel en eekhoorn, sugarglider en wallaby, stinkdier en nijlroezet)
De docent geeft aan wanneer de presentaties moeten worden ingeleverd voor beoordeling en wanneer welke presentaties gegeven mogen worden.
Gedrag en welzijn
Dit lesblok staat het thema Gedrag en welzijn centraal.
We beginnen met een theorieles, waarna jullie bezig gaan met 3 opdrachten over dit onderwerp.
Als bronnen bij dit onderwerp gebruiken we de LICG-pagina's, Dierenwelzijnsweb Reader Ethiek en Kenniskiem Ethologie.
Opdracht gedrag overige zoogdieren
Voor 1 specifieke zoogdiersoort ga je uitzoeken wat zijn natuurlijke of soortspecifieke gedrag is:
- Noem minimaal 3 en maximaal 5 kenmerkende gedragingen die het dier zal vertonen onder goede omstandigheden
- Noem minimaal 3 en maximaal 5 kenmerkende gedragingen die het dier zal vertonen onder goede omstandigheden
Daarnaast zoek je uit hoe de (gedrags)ontwikkeling van een jong dier is, met name wanneer de socialisatieperiode verloopt en hoe je het socialiseren van een jong dier van deze soort het beste kunt doen.
Je hebt keuze uit één van de diersoorten uit de soortenlijst.
Verwerk de informatie in een wordbestand en lever deze ter beoordeling in bij de docent.
Opdracht welzijn overige zoogdieren
Voor de diersoort waarover je de opdracht gedrag hebt gemaakt ga je uitzoeken hoe je deze diersoort moet houden om zijn welzijn te garanderen.
Denk hierbij aan de eerste plaats aan zijn gedragsmatige behoeften, waarbij je zijn natuurlijke leefomgeving/leefwijze en/of soortspecifieke behoeften (mogelijkheid tot uitvoeren gedrag, huisvesting, voeding) als uitgangspunt neemt.
Ook deze opdracht werk je uit in een wordbestand welke je inlevert bij je docent.
Opdracht folder gedrag en welzijn
Als je van de docent de beide wordbestanden van de 2 opdrachten (gedrag, welzijn) voorzien van feedback terug gekregen hebt ga je ze aanpassen/verbeteren en vervolgens de informatie van beide opdrachten verwerken tot een informatiefolder "Gedrag en welzijn van de "naam diersoort".
Deze folders verzamelen in de klas en gaan jullie uitwisselen met medestudenten.
Voortplanting
Dit lesblok staat het thema Voortplanting centraal.
We zullen a.d.h.v. de powerpoint een aantal theorie-lessen over dit onderwerp doen, daarnaast maak je 2 opdrachten waarvan 1 een praktijkopdracht is.
Als bronnen bij dit onderwerp gebruiken we de LICG-pagina's, Kenniskiem Natuurlijke voortplanting en anatomie, Kenniskiem Begeleiden voortplanting en het Elektronisch Leerboek Fokkerij.
Opdracht Elektronisch Leerboek Fokkerij
Ga naar de website van het E.L.F.: http://webprovisioning.ontwikkelcentrum.nl/ELF/index.html of via de Startpagina Dier --> voortplanting naar het E.L.F.
Maak de volgende praktijkvragen:
- Geit: 9, 10
- Paard: 17
- Rundvee: 2, 26
- Schaap: 1, 13, 10
- Varken: 1, 9
De vragen worden klassikaal besproken, zorg dat je ze bij je hebt tijdens de les.
Praktijkopdracht geslachtsbepaling
Tijdens de lessen praktijk klas 3 gaan we bezig met het oefenen van geslachtsbepaling bij: geiten, varkens, paarden, konijnen, cavia's, hamsters, gerbils, muizen en ratten.
Dit is herhaling uit klas 1 en 2. Zorg dat je voor de praktijkles eventueel nog even hebt opgezicht hoe je het geslacht bij deze dieren kunt bepalen. Let op primaire en secundaire geslachtskenmerken.
Wet- en regelgeving
Dit lesblok staat het thema Wet- en regelgeving centraal.
We zullen a.d.h.v. de powerpoint een aantal theorie-lessen over dit onderwerp doen, daarnaast maak je opdrachten.
Bronnen
Informatiebron PowerPoints per diersoort/diergroep
Hieronder vind je een groot aantal informatieve PowerPoints over verschillende diersoorten en diergroepen. Deze kun je gebruiken als informatiebron bij het maken van de verschillende opdrachten of als extra verdiepingsstof.