In dit filmpje komt vliegensvlug voorbij waar dit thema over gaat.
In dit thema leer je wat een levend wezen (organisme) is.
Bacteriën, schimmels, planten en dieren zijn organismen.
Organismen vertonen levenskenmerken.
Organismen kunnen bestaan uit één cel, maar zijn vaak meercellig.
Meercellige organismen zijn opgebouwd uit meerdere cellen.
De cellen vormen samen weefsels, organen en orgaanstelsels.
In dit thema staat je huid centraal. Je huid is het grootste orgaan van je lichaam.
De huid bestaat uit huidweefsel. Huidweefsel bestaat uit verschillende cellen.
De huid is belangrijk om je te beschermen tegen straling van de zon.
Maar ook om je te beschermen tegen indringers zoals schadelijke bacteriën en schimmels.
Bacteriën kunnen bijvoorbeeld zorgen voor puistjes.
Bacteriën zorgen er ook voor dat je zweet gaat ruiken.
En een bekende schimmel is de voetschimmel, of ook wel zwemmerseczeem.
Gelukkig zijn er ook goede huidbacteriën die je juist beschermen tegen schadelijke bacteriën.
Het is verstandig om dit belangrijke orgaan goed te verzorgen.
Smeer je dus in met een zonnebrandcrème als je de zon in gaat en reinig je huid regelmatig.
Je rondt het thema af met een aantal examenopdrachten. De opdrachten gaan over je huid en haar.
Leerdoelen
Kennis
Kan het eind van dit thema kun je:
K4 Levenskemerken
De levenskenmerken herkennen bij organismen.
Het verschil tussen dood, levenloos en levend uitleggen.
K4 Bouw van cellen
Plantaardige en dierlijke cellen herkennen aan hun kenmerken.
K4 Cellen en weefsels
Benoemen hoe weefsels zijn opgebouwd.
Het verschil tussen cellen en weefsels uitleggen.
Enkele type cellen en weefsels onderscheiden.
K4 Van cel tot orgaanstelsel
Uitleggen wat een weefsel is.
Uitleggen wat een orgaan is.
Enkele orgaanstelsels benoemen met hun organen en functies.
K5 Bacteriën
Onderdelen van een bacteriecel benoemen.
Enkele voorbeelden noemen van nuttige en schadelijke bacteriën.
Uitleggen dat bacteriën reducenten zijn.
Uitleggen dat bacteriën ziekteverwekkers kunnen zijn.
Uitleggen hoe bacteriën zich voortplanten.
Uitleggen hoe bacteriën voorkomen en bestreden kunnen worden.
K5 Schimmels
Onderdelen van een schimmelcel benoemen.
Enkele voorbeelden noemen van nuttige en schadelijke schimmels.
Uitleggen dat schimmels reducenten zijn.
Uitleggen dat schimmels ziekteverwekkers kunnen zijn.
Uitleggen hoe schimmels zich voortplanten.
Uitleggen hoe schimmels voorkomen en bestreden kunnen worden.
K10 De huid
In een afbeelding de onderdelen van de huid benoemen.
De functies geven van de verschillende onderdelen van de huid.
Uitleggen wat de rol van pigment is bij de bescherming tegen ultraviolette straling.
Werkplan
Het thema Het grootste orgaan bestudeer je door zeven modules en de afsluiting te maken.
In het schema hieronder een tijdsinschatting.
Module
Aantal lessen
Inleiding
0,5
Levenskenmerken
1
Bouw van een cel
2
Cellen en weefsels
1
Van cel tot orgaanstelsel
2
Bacteriën
2
Schimmels
1
De huid
2
Afsluiting - Examenopgave
1
Totaal
12 à 13
Het is belangrijk dat je goed bijhoudt wat je gedaan hebt.
Om je hierbij te helpen is er een werkplan gemaakt.
Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.
Download hier het Werkplan Het grootste orgaan
Herhaling
Herhaling
Het thema Het grootste orgaan is het eerste thema in leerjaar 3.
Je hoeft geen stof te herhalen om aan het thema te kunnen beginnen.
Succes!
Levenskenmerken
Kennisbank
Biologie betekent: leer van het leven.
Je noemt iets levend als het alle levenskenmerken of levensverschijnselen vertoont.
Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel 'Levenskenmerken'.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In de video hieronder zie je de volgende levenskenmerken:
bewegen (2x)
ademhalen
voortplanten
voeden
uitscheiden
ontwikkelen en groeien
In welke volgorde zie je de levenskenmerken?
Neem de nummers over en vul de levenskenmerken in: 1 = ... 2 = ... 3 = ... 4 = ... 5 = ... 6 = ... 7 = ...
Klaar?
Vergelijk je antwoord met het antwoord van een klasgenoot.
Bespreek verschillen. Komen jullie er niet uit, vraag dan hulp aan de docent.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Gordeldieren zijn zoogdieren die in Amerika leven.
Het lichaam van gordeldieren is aan de bovenkant bedekt met harde schilden. De onderkant is zacht.
Als gordeldieren bedreigd worden, rollen ze zich als een bal op met de harde schilden als bescherming.
Hun voedsel bestaat vooral uit insecten. Ze leven meestal alleen, behalve in de voortplantingstijd.
Negenbandige gordeldieren in Noord-Amerika paren in de zomer.
De innesteling van de embryo’s gebeurt pas in november. De jongen worden in het voorjaar geboren.
In de informatie hierboven wordt over enkele levenskenmerken geschreven, waaronder voortplanting.
Gaat de informatie ook over reageren op prikkels? En gaat de informatie over uitscheiding?
Kies het juiste antwoord.
Over geen van beide levenskenmerken.
Alleen over reageren op prikkels.
Alleen over uitscheiding.
Zowel over reageren op prikkels als over uitscheiding.
Leg je keuze uit aan een medeleerling.
Pekelkreeftjes
Pekelkreeftjes kun je gebruiken als vissenvoer.
Je kunt in de dierenwinkel eitjes van pekelkreeftjes kopen.
Die eitjes zien eruit als donkere korreltjes.
Binnen de eitjes ontwikkelen de larven zich tot volwassen dieren.
Bekijk het filmpje:
Bekijk de levenscyclus van een pekelkreeftje.
In tweetallen.
Pekelkreeftjes zijn levende organismen en vertonen dus levenskenmerken.
Zij kunnen waarnemen. Zij nemen onder andere licht waar en reageren hierop.
Je gaat in een practicum onderzoeken hoe pekelkreeftjes reageren op licht.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Waterpest is een plantje dat veel in sloten voorkomt.
In de bladcellen bevinden zich bladgroenkorrels (of chloroplasten).
Je hebt de cellen van waterpest in het eerste leerjaar misschien ook al bekeken.
Overleg met je docent of je dit practicum gaat uitvoeren.
Je gaat met de microscoop een plantaardige cel bekijken.
Je maakt hiervan een schematisch tekening met bijschriften.
Weet je niet meer hoe je een schematische tekening maakt?
Kijk naar het filmpje van Leo Karper.
Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze.
Beoordeel eerst zelf (eventueel samen met een klasgenoot) de schematische tekening.
Laat de tekening vervolgens beoordelen door je docent.
Succes.
Practicum Wangslijmvlies
Overleg met je docent of je dit practicum gaat doen.
Bekijk het filmpje hoe je een preparaat van het wangslijmvlies maakt.
Dierlijke cellen worden gebruikt bij forensisch onderzoek.
Bijvoorbeeld bloedcellen en cellen van het wangslijmvlies.
Met de chromosomen in de kern kan onderzoek worden gedaan. Dit noem je forensisch onderzoek.
Bekijk ook het volgende filmpje.
Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze.
Beoordeel eerst zelf (eventueel samen met een klasgenoot) de schematische tekening.
Laat de tekening vervolgens beoordelen door je docent.
Succes.
Practicum Chromoplasten
Overleg met je docent of je dit practicum gaat uitvoeren.
Zo niet? Bekijk dan dit filmpje.
Chromoplasten geven kleur aan veel plantendelen, zoals de rode kleur van tomaat, de rijpe rozenbottel of de rode en gele paprika.
Bekijk van één van deze planten enkele cellen met de microscoop.
Maak hiervan een schematische tekening.
Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze.
Beoordeel eerst zelf de schematische tekening.
Laat de tekening vervolgens beoordelen door je docent.
Succes.
Pantoffeldiertjes
Bekijk het filmpje:
In vervuild water leven vaak heel veel pantoffeldiertjes.
Hun lichaam bestaat maar uit een cel. Daarom heten ze eencellige diertjes.
Ze zwemmen met haartjes, die snel bewegen.
In de cel zie je iets kloppen, maar dat is geen hartje.
Pantoffeldiertjes zijn eencellige organismen. Dat betekent dat ze maar uit één cel bestaan.
Beantwoord de volgende vragen:
Bestaan de organismen uit dierlijke of plantaardige cellen?
Waaraan kun je dit zien?
Welke levenskenmerken vertonen de pantoffeldiertjes in het filmpje?
Welke levenskenmerken vertonen de pantoffeldiertjes in het filmpje?
Examenopgave
Beantwoord ter afsluiting van deze module de volgende examenvragen.
Dierlijke cellen, ze hebben geen celwand en cellen zijn daardoor heel gemakkelijke te vervormen.
Bewegen en uitscheiden.
Voortplanten, waarnemen en reageren.
Cellen en weefsels
Kennisbank
Alle organismen bestaan uit cellen.
Soms kunnen organismen zelfstandig leven als eencellige.
Maar de meeste organismen bestaan uit meedere cellen.
Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel 'Cellen en weefsels'.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Been en kraakbeen zijn voorbeelden van steunweefsel.
Steunweefsel zorgt voor stevigheid in het lichaam.
De tussencelstof van been en kraakbeen bevat lijmstoffen en kalkzouten.
Beencellen liggen rondom een klein kanaaltje, kraakbeencellen liggen in groepjes bij elkaar.
Je gaat met de microscoop cellen bekijken van beenweefsel en kraakbeen weefsel.
Voer de opdrachten uit zoals beschreven onder de werkwijze.
Beoordeel eerst zelf (eventueel samen met een klasgenoot) de schematische tekeningen.
Laat de tekening vervolgens beoordelen door je docent.
Succes.
Been en kraakbeen 2
Been en kraakbeen zijn voorbeelden van steunweefsel.
Steunweefsel zorgt voor stevigheid in het lichaam.
De tussencelstof van been en kraakbeen bevat lijmstoffen en kalkzouten.
Lijmstoffen zorgen ervoor dat bot een beetje buigzaam is, kalkzouten zorgen ervoor
dat botten hard zijn.
Werk in tweetallen.
Waaruit bestaat been en kraakbeen?
Als je inzoomt op een organisme, zie je steeds kleinere eenheden.
Van groot naar klein is dat: organisme, orgaanstelsel, orgaan, weefsel, cel.
Meer hierover in het Kennisbankonderdeel 'Van cel tot orgaanstelsel'.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op het werkblad ons lichaam zie je een aantal onderdelen van je lichaam.
Noteer onder elke afbeelding welk onderdeel het is.
Noteer onder elke afbeelding of het gaat om een cel, weefsel, orgaan of orgaanstelsel.
De torso
Bestudeer de namen van de organen in de romp van een mens.
Je kunt hiervoor de torso in de klas gebruiken.
Of gebruik daarbij de volgende links:
Download nu het Knipblad torso.
Knip alle organen uit en plak deze op de juiste plek in de lege torso.
Benoem hierna alle organen en geef de organen die samen een organenstelsel vormen dezelfde kleur.
Laat het resultaat beoordelen door een klasgenoot.
Succes.
Examenopgave
Beantwoord ter afsluiting van deze module de volgende twee examenvragen.
Bacteriën waren waarschijnlijk de eerste levende wezens op aarde.
Bacteriën zijn eencellige organismen.
Sommige bacteriën zijn ziekteverwekkend.
Andere bacteriën zijn juist nuttig voor mensen:
ze helpen bijvoorbeeld bij de vertering van voedsel in het verteringsstelsel en bij de voedselbereiding.
Daarnaast zorgen ze samen met schimmels voor het opruimen van (dode) resten van organismen in de natuur.
Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel 'Bacteriën'.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bacteriën zijn met het blote oog niet te zien.
Met een schoolmicroscoop (400x) zijn ze moeilijk te zien.
Je ziet bacteriën goed als er veel bij elkaar zitten.
Dit noem je een bacteriekolonie.
Je gaat, samen met een klasgenoot, een aantal voorwerpen onderzoeken op de aan- of afwezigheid van bacteriën.
Jullie laten hiervoor bacteriën delen onder omstandigheden waar dat goed gaat: namelijk op een voedingsbodem en in een warme omgeving.
Laat het verslag vervolgens beoordelen door jullie docent.
Succes.
Yoghurt maken
Je gaat zelf yoghurt maken. Wat heb nodig om van melk yoghurt te maken?
En welke veranderingen treden op als melk in yoghurt verandert?
Overleg met je docent met wie je samenwerkt.
Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze.
Beantwoord de vragen onder het kopje conclusie.
Vul eerst samen de beoordeling in.
Laat dan jullie docent de beoordeling invullen.
Succes.
Ziekte van Lyme
In tweetallen.
Bekijk de volgende filmpjes.
Beantwoord de volgende vragen:
Hoe kun je een teek op je huid het beste verwijderen?
Op welke plaatsen zal een teek zich meestal vast hechten?
Een teek is een parasiet. Leg uit waarom.
Hoe kan je besmet raken met Lyme?
Hoe merk je dat je besmet bent met de bacterie?
Wat kan er gebeuren enkele weken of maanden na een infectie met de bacterie die de ziekte van Lyme veroorzaakt?
Hoe kun je toch veilig de natuur in? Welk voorzorgsmaatregelen kun je nemen?
Informatiebord
Met de hele klas.
Maak samen met je klasgenoten een ontwerp voor een informatiebord voor de ingang van een natuurgebied.
De bezoekers worden hierdoor gewaarschuwd tegen teken, de ziekte van Lyme en geïnformeerd over voorzorgsmaatregelen om Lyme te voorkomen.
Verzamel de ideeën in de klas.
Kies per tweetal één handige tip voor bezoekers en werk deze uit.
Voeg alle tips van je klasgenoten samen en maak samen één informatiebord.
Examenopgave
Beantwoord ter afsluiting van dit onderdeel de volgende examenvragen.
Schimmelcellen lijken op plantaardige cellen.
Ze hebben alleen geen bladgroenkorrels.
Sommige schimmels zijn schadelijk omdat ze ziekten veroorzaken of voedsel bederven.
Maar schimmels zijn voor de natuur juist heel nuttig.
Ze helpen samen met bacteriën bij het opruimen van dode (resten van) organismen.
Ook bij de voedselbereiding en bij het maken van enkele medicijnen zijn sommige schimmels nuttig.
Bestudeer het onderdeel 'Schimmels' in de Kennisbank biologie.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Een vliegenzwam leeft vaak dicht in de buurt van een berkenboom.
Ze hebben allebei een voordeel om samen te leven.
Beantwoord de volgende vier vragen.
Wat heeft de vliegenzwam aan een berkenboom?
Wat heeft een berkenboom aan een vliegenzwam?
In het filmpje wordt gezegd: “Een paddenstoel is eigenlijk de vrucht van een schimmel."
Ben je het hiermee eens of oneens?
Leg je antwoord uit aan een klasgenoot.
Vergelijk hierbij de paddenstoel met een vrucht van een appelboom.
Een vliegenzwam is een reducent.
Wat kun je nog meer over een vliegenzwam vertellen?
Kies twee ‘weetjes’ www.natuurpunt.be: weetjes over de vliegenzwam en deel deze met een klasgenoot.
Gist
Bekijk het filmpje over gist.
Hierin wordt eenvoudig uitgelegd wat de werking van deze eencellige schimmel is.
In het filmpje hoor je: “Gist eet alle suikers op die in het deeg zitten, daardoor ontstaat koolzuurgas.
Zo wordt het brood lekker luchtig“ Deze uitleg zal op het examen niet goed worden gerekend.
Hoe zou je het rijzen van het deeg wel goed kunnen verklaren?
Je gaat onderzoeken onder welke omstandigheden gist goed groeit.
Laat het verslag vervolgens beoordelen door jullie docent.
Vriendschapskoek
Lees onderstaande column.
Herman Mijn huisgenoot kwam laatst thuis met een bakje vreemd ogend beslag.
Het moest in onze beslagkom en werd afgedekt met een theedoek.
Verder niets. Het was het beslag voor een vriendschapskoek, legde ze me uit.
Deze vriendschapskoek – hij heet Herman – krijg je van een vriend of vriendin en
geef je na tien dagen zelf ook weer deels weg aan iemand die je lief vindt.
Na tien dagen in onze keuken bakten we de vriendschapskoek.
Zoek het recept op van Herman.
Maak het beslag en bak met een deel van het beslag de vriendschapskoek.
Houd een klein deel van het beslag over en deel dit (met recept erbij) met je vrienden.
Eet smakelijk!
Eetbare schimmels: Paddenstoelen
Veel paddenstoelen zijn giftig. Sommige paddenstoelen kun je wel eten. Welke ken je?
Een aantal paddenstoelen worden gekweekt om later terecht te komen bij de groenteboer of supermarkt.
Bekijk het filmpje over zelf shiitake kweken:
Bekijk de top 10 van meest gegeven paddestoelen.
champignon
oesterzwam
tropische beurszwam of rijst-stro-paddenstoel
shiitake
morielje
cantharel
eekhoorntjesbrood
truffel
zwavelzwam
geschubde inktzwam
Je gaat een gerecht voorbereiden en klaarmaken met als ingrediënt paddenstoelen.
De schimmel leeft van suikers (glucose) die de boom maakt.
De schimmel zorgt ervoor dat de wortels van de boom beter voedingsstoffen uit de grond kunnen opnemen.
Een appel (vrucht) ontstaat door het uitgroeien van het vruchtbeginsel. Het vruchtbeginsel is een deel van de stamper. Een paddenstoel zou je kunnen vergelijken met de stamper.
De huid
Kennisbank
De huid bedekt heel je lichaam aan de buitenkant.
De huid biedt bescherming tegen verschillende gevaren van buitenaf.
Welke dat zijn, lees je in het Kennisbankonderdeel 'De huid'.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Met tastknopjes kun je fijne aanrakingen van de huid waarnemen. Op sommige plekken in de huid liggen meer tastknopjes dan op andere plekken. Op welke plek van je lichaam liggen de tastknopjes dicht bij elkaar? En op welke plekken van je lichaam de tastknopjes verder uit elkaar liggen?
Laat het verslag vervolgens beoordelen door jullie docent.
Succes.
Huidkwalen
De huid beschermt je tegen ongewenste indringers, zoals bacteriën en schimmels.
Toch kan de huid te maken krijgen met allerlei vervelende kwaaltjes.
Zoals:
Steenpuisten
Mee-eters
Jeugdpuistjes
Wratten
Blaren
Zoek in tweetallen op wat er dan aan de hand is met de huid.
Hoe is de kwaal te behandelen of eventueel te voorkomen?
Maak hiervan een beschrijving in je eigen woorden. Of maak een korte animatie met GoAnimate.
Bijna iedereen krijgt in zijn puberteit last van puistjes.
Dat komt door je hormonen, die je talgklieren flink in de war sturen.
Niet prettig, maar wel tijdelijk.
De zon in!
Het is heerlijk om in de lentezon te gaan zitten na een koude winter.
Zonlicht zorgt voor zichtbaar licht, warmtestraling en uv-straling.
Door het zichtbare licht kunnen je ogen overdag ervoor zorgen dat je alles ziet.
De warmtestraling voel je op je huid.
De uv-straling zie en voel je niet. Tenminste niet direct.
Uv-straling zorgt ervoor dat je huid bruin wordt.
Teveel uv-straling is schadelijk voor je huid.
Het zorgt ervoor dat je huid verbrandt als je te lang in de zon bent.
Je bekijkt een aantal filmpjes over positieve en negatieve gevolgen van het zonnestraling voor je lichaam.
Bekijk het filmpje:
De zon is niet alleen lekker warm, maar kan ook huidziektes genezen.
En je wordt er vrolijk van!
Welke stof wordt aangemaakt door zonnestraling?
Waarvoor dient deze stof in je lichaam?
Bekijk het filmpje:
In de zomer krijgen veel mensen een lekker bruin kleurtje.
Hoe komt dat eigenlijk?
Welke stof zorgen ervoor dat je huid bruin wordt?
Wat zorgt ervoor dat niet alle uv-straling op aarde komt?
Op welk deel van de dag wordt de meeste uv-staling doorgelaten?
Met de zonkracht kun je aangeven hoe sterk de uv-straling is.
Wat is de zonkracht vandaag? Ga naar www.knmi.nl
Bekijk de volgende tabel:
Welke omschrijving past het beste bij de zonkracht van vandaag?
Na hoeveel minuten zal je huid rood kleuren zonder bescherming van zonnebrandcrème?
Als je huid rood wordt door de zon is je huid aan het verbanden. De snelheid waarmee je verbrandt door de zon hangt af van je huidtype. Heb je een lichte huid of een donkere huid? Een donkere huid bevat meer pigment. Zo is de huid beter beschermd tegen verbanden dan een lichte huid.
Bekijk het filmpje van het KWF en doe daar de huidtypetest.
Welke huidtype heb jij?
Je ziet dan een aantal adviezen.
Op welke manier kun jij je beste beschermen tegen de zonnestraling
UV gevaar
Veel mensen vinden het in de zomer heerlijk om in de zon te liggen. Dat is lekker warm en je wordt er bruin van wat veel mensen erg mooi vinden. Toch is zonnen niet zonder gevaren. Zo wordt je lichaam blootgesteld aan ultraviolette straling. Daardoor kun je huidkanker krijgen. Gelukkig heeft je lichaam iets bedacht om je te beschermen tegen deze ultraviolette straling: pigment.
Bekijk de twee onderstaande websites waarin wordt gewaarschuwd voor de gevaren van zonnen.
Je hebt in zeven modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gedaan.
Als het goed is ben je nu klaar voor de afsluiting van dit thema.
De afsluiting bestaat uit het maken van vragen van de examenopgave Het grootste orgaan.
Tips
Lees steeds de opgave en de eventuele bronnen/informatie goed door.
Beantwoord daarna de vraag.
Geef antwoord op wat gevraagd wordt (in je eigen woorden).
Schrijf geen dingen op die niet gevraagd zijn.
Meerkeuzevragen vormen een belangrijk onderdeel van de examenopgave.
Weet je het antwoord op een meerkeuzevraag niet, ga dan niet meteen gokken.
Kijk eerst of je antwoorden kunt wegstrepen die sowieso fout zijn.
Kijk dan tussen de overgebleven antwoorden nogmaals of je het antwoord nu misschien wel weet. Zo niet, gok dan pas één van de overgebleven antwoorden.
Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden.
Daarvoor moet je wel ingelogd zijn. Om te kunnen inloggen heb je een Entreeaccount nodig.
Vraag verdere instructies aan je docent.
Het arrangement Thema: Het grootste orgaan vmbo-b34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Sharon IJben
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2017-02-05 19:52:43
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Levenskenmerken
Levenskenmerken op een rij
Cellen van planten en dieren
Cellen en weefsels
Weefsel
Van cel tot orgaanstelsel
Bacteriën
Schimmels
De huid
Toets
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.