Op deze website vind je alle informatie voor het vak wiskunde van de klas 4 kader voor leerlingen van 't R@velijn.
Deze onlinemethode is gebaseerd op de stercolletie* van VO content, maar aangepast en verrijkt door de docenten van 't Ravelijn.
Voor vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met Dhr. Vriends (docent/ontwikkelaar wiskunde).
In leerjaar 4 gaan we de volgende hoofdstukken behandelen:
9. Exponentiële verbanden
10. Goniometrie
11. Statistiek
12. Verschillende Verbanden
-> Na ieder hoofdstuk word je getoetst d.m.v. een proefwerk
De hoofdstukken van leerjaar 3 worden herhaald:
1. Rekenen deel 1
2. Situaties en verbanden
3. Rekenen deel 2
4. Vlakke figuren
5. Lineair verband
7. Ruimtelijke figuren
8. Kwadratisch verband
* De stercollectie is ontwikkeld op basis van de kerndoelen basisvorming en de door de SLO ontwikkelde inhoud- enleerdoelspecificaties voor het vak wiskunde.
't Ravelijn is een middelbare school in Steenbergen voor mavo en voorbereidend MBO
Rekenen en wiskunde zijn niet hetzelfde, maar hebben wel veel met elkaar te maken. In dit eerste thema leer je in de pragrafen de volgende vaardigheden:
1.1 Afronden en schatten
1.2 Rekenregels
1.3 Verhoudingen en verhoudingstabel
1.4 Verhoudingen vergelijken
1.5 Schaalrekenen
1.6 Rekenen met procenten 1
1.7 Rekenen met procenten 2
1.8 Rekenen met procenten 3
1.9 Rekenen met procenten 4
Samenvatting
Diagnostische toets
Domeinopdracht
1.1 - Afronden + Schatten
In deze paragraaf leer je:
- Hoe je een getal op de juiste manier afrondt
- Hoe je een schatting kan maken
1.1opgave 1
kennisbank
1.1 opgave 2
bekijk het filmpje
1.1 opgave 3
1.1 opgave 4
1.1 opgave 5
kennisbank
1.1 opgave 6
1.1 opgave 7
kennisbank
1.1 opgave 8
1.1 opgave 9
kennisbank
1.1 opgave 10
1.1 opgave 11
bekijk het filmpje:
1.1 opgave 12
1.1 opgave 13
1.1 opgave 14
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
1.2 - Rekenregels
In deze paragraaf leer je:
- Wat zijn de rekenregels.
- In welke volgorde maak je een berekening?
- Op de juiste manier, met gebruik van de rekenregels, een som oplossen
1.2 opgave 1
kennisbank
1.2 opgave 2
bekijk het filmpje
1.2 opgave 3
1.2 opgave 4
1.2 opgave 5
kennisbank
1.2 opgave 6
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
1.3 - Verhoudingen en verhoudingstabel
In deze paragraaf leer je:
- Hoe reken je met een verhouding
- Het juiste aantal uitrekenen als je de verhouding weet
- Gebruik je op de juiste manier een verhoudingstabel
- Berekeningen maken met een verhoudingstabel
1.3 opgave 1
kennisbank
1.3 opgave 2
1.3 opgave 3
bekijk het filmpje
1.3 opgave 4
kennisbank
1.3 opgave 5
1.3 opgave 6
bekijk het filmpje
1.3 opgave 7
1.3 opgave 8
1.3 opgave 9 (Let op! er zit fout in de opgave)
Je kan de antwoorden controleren in je leertaak.
1.4 - Verhoudingen vergelijken
In deze paragraaf leer je:
- Berekeningen maken met een verhoudingstabel
- Twee prijzen met elkaar vergelijken op de juiste wijze
Opgave 1
kennisbank
opgave 2
bekijk het filmpje
opgave 3
kennisbank
opgave 4
opgave 5
opgave 6
opgave 7
De antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
1.5 - Schaalrekenen
In deze paragraaf leer je:
- Berekeningen maken met met schaal
- De juiste schaal berekenen van een kaart
- De juiste afstand berekenen als je op een kaart meet.
1.5 Opgave 1
kennisbank
1.5 opgave 2
1.5 opgave 3
bekijk het filmpje
1.5 opgave 4
1.5 opgave 5
bekijk het filmpje
1.5 opgave 6
1.5 opgave 7
De antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
1.6 - Rekenen met procenten 1
In deze paragraaf leer je:
- Hoe reken je het aantal uit als je het aantal procenten krijgt
- Hoe reken je het aantal procenten uit, als je wil weten hoeveel een bepaald deel van een geheel is.
1.6 Opgave 1
kennisbank
1.6 opgave 2
1.6 opgave 3
bekijk het filmpje
1.6 opgave 4
kennisbank
1.6 opgave 5
1.6 opgave 6
1.6 opgave 7
bekijk het filmpje
1.6 opgave 8
1.6 opgave 9
De antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
1.7 - Rekenen met procenten 2
Procenten erbij - eraf + groeifactor
In deze paragraaf leer je:
- Hoe reken je de nieuwe prijs uit als er een bepaald aantal procenten bij komt
- Hoe reken je de nieuwe prijs uit als er een bepaald aantal procenten af gaat
1.7 opgave 1
kennisbank
1.7 opgave 2
1.7 opgave 3
kennisbank
1.7 opgave 4
bekijk het filmpje
1.7 opgave 5
1.7 opgave 6
1.7 opgave 7 (alleen 3-mavo)
kennisbank (alleen 3-mavo)
1.7 opgave 8 (alleen 3-mavo)
1.7 opgave 9 (alleen 3-mavo)
bekijk het filmpje
1.7 opgave 10 (alleen 3-mavo)
1.7 opgave 11 (alleen 3-mavo)
De antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
1.8 - Rekenen met procenten 3
Procenten uitrekenen bij afkorting + btw berekenen
In deze paragraaf leer je:
- Hoe reken je uit hoeveel % korting je hebt gehad
- Hoe reken je uit hoeveel % je extra moet betalen
- Wat is btw?
- Hoe bereken je uit hoeveel euro je aan btw betaald
1.8 opgave 1
kennisbank
1.8 opgave 2
1.8 opgave 3
1.8 opgave 4
kennisbank
1.8 opgave 5
1.8 opgave 6
1.8 opgave 7
1.8 opgave 8
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
1.9 - Rekenen met procenten 4
Procentberekeningen - terugrekenen naar 100%
In deze paragraaf ga je leren:
- Hoe je de oude prijs berekent als je alleen weet hoeveel procent korting je hebt gehad hebt
- Hoe je de oude prijs berekent als je alleen weet hoeveel procent iets duurder is geworden
1.9 opgave 1
kennisbank
1.9 opgave 2
1.9 opgave 3
1.9 opgave 4
1.9 opgave 5
1.9 opgave 6
kennisbank
1.9 opgave 7
1.9 opgave 8
1.9 opgave 9
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
Samenvatting
Een overzicht van alle kennisbanken van hoofdstuk 1
Oefentoets
opgave 1
opgave 2
opgave 3
opgave 4
opgave 5
opgave 6
opgave 7
opgave 8
opgave 9
opgave 10
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
2 Situaties en verbanden
Thema: Situaties en verbanden
Het thema 'Situaties en verbanden' bestaat uit zeven paragrafen:
2.1 Tabel
2.2 Grafiek
2.3 Formule
2.4 Lettervariabelen
2.5 Rekenen met lettervariabelen
2.6 Rekenschema
2.7 Rekenschema en lettervariabelen
2.1 - Tabel
In deze paragraaf ga je leren:
- Wat de variabelen zijn in een tabel
- Hoe je een verband in een tabel ontdekt
- Hoe je de regelmaat in een tabel kan berekenen
opgave 1
kennisbank
opgave 2
opgave 3
kennisbank
opgave 4
opgave 5
bekijk het filmpje
opgave 6
opgave 7
kennisbank
opgave 8
opgave 9
opgave 10
opgave 11
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
2.2 - Grafiek
In deze paragraaf ga je leren:
- Wat de variabelen zijn in een grafiek
- Hoe je een grafiek moet lezen
- Hoe je een grafiek moet tekenen
opgave 1
kennisbank
opgave 2
opgave 3
opgave 4
kennisbank
opgave 5
bekijk het filmpje
opgave 6
opgave 7
opgave 8
opgave 9
De antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
2.3 - Formule
In deze paragraaf ga je leren:
- Hoe kun je een formule samenstellen aan de hand van een situatie
- Hoe vul je een tabel in aan de hand van een formule
- Hoe teken je een grafiek aan de hand van een formule
opgave 1
kennisbank
opgave 2
opgave 3
opgave 4
kennisbank
opgave 5
opgave 6
opgave 7
bekijk het filmpje
opgave 8
opgave 9
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
2.4 - Lettervariabelen
In deze paragraaf ga je leren:
- Hoe kun je van een woordformule een letterformule maken
- Hoe maak je berekeningen met een letterformule
- Hoe kun je een letterformule maken aan de hand van een situatie
opgave 1
kennisbank
opgave 2
opgave 3
bekijk het filmpje
opgave 4
opgave 5
opgave 6
opgave 7
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak
2.5 - Rekenen met lettervariabelen
In deze paragraaf ga je leren:
- Hoe je dezelfde lettervariabelen korter kan opschrijven
- Hoe je kan rekenen met lettervariabelen
- Hoe je met lettervariabelen een formule kan maken en deze kan
toepassen.
opgave 1
kennisbank
opgave 2
kennisbank
opgave 3
opgave 4
bekijk het filmpje
opgave 5
opgave 6
opgave 7
antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
2.6 - Oplossen met rekenschema's
DEZE OPDRACHTEN ZIJN ALLEEN VOOR 3-MAVO
In deze paragraaf ga je leren:
- Hoe gebruik je een rekenschema bij het oplossen van een vergelijking
- Hoe kun je een vergelijking oplossen?
- Hoe kun je van een rekenschema een formule maken?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In dit derde thema ga je opnieuw veel rekenen.
Het thema herhaalt een aantal zaken die je in de eerste twee jaar ook wel bent tegengekomen, maar je leert ook nieuwe dingen.
Het thema bestaat uit de volgende paragrafen:
3.1 Lengtematen
3.2 Oppervlaktematen
3.3 Inhoudsmaten
3.4 Tijdrekenen
3.5 snelheid berekenen
3.6 Massa
3.7 Machten en wortels
3.8 Grote getallen
3.9 Kleine getallen
3.1 - Omtrek en lengtematen
In deze paragraaf ga je leren:
- Hoe je de omtrek van een figuur berekent
- Hoe je eenheidsmaten van omtrek kan omrekenen naar een andere eenheidsmaat
3.1 opgave 1
kennisbank
3.1 opgave 2
3.1 opgave 3
kennisbank
3.1 opgave 4
bekijk het filmpje
3.1 opgave 5
3.1 opgave 6
3.1 opgave 7
3.1 opgave 8
3.1 opgave 9
3.1 opgave 10
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
3.2 - Oppervlakte en oppervlaktematen
In deze paragraaf ga je leren:
- Hoe je de oppervlakte van een figuur uitrekent.
- Hoe je de oppervlakte van een samengesteld figuur uitrekent.
- Hoe je oppervlaktematen omrekent
3.2 opgave 1
kennisbank
3.2 opgave 2
3.2 opgave 3
kennisbank
3.2 opgave 4
3.2 opgave 5
3.2 opgave 6
kennisbank
3.2 opgave 7
bekijk het filmpje
3.2 opgave 8
3.2 opgave 9
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
3.3 - Inhoud en inhoudsmaten
In deze paragraaf ga je leren:
- Hoe je de inhoud van kubus of balk berekend.
- Hoe je inhoudsmaten omrekent
- Welke eenheid hetzelfde is als liter
3.3 opgave 1
kennisbank
3.3 opgave 2
3.3 opgave 3
bekijk het filmpje
3.3 opgave 4
3.3 opgave 5
kennisbank
3.3 opgave 6
3.3 opgave 7
3.3 opgave 8
bekijk het filmpje
3.3 opgave 9
3.3 opgave 10
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
3.4 - Tijdrekenen
In deze paragraaf ga je leren:
- De tijdsduur tussen twee tijdstippen berekenen
- Het tijdstip berekenen
- Een tijd in een kommagetal omrekenen in andere tijdseenheid
- Een tijd in uren en minuten omrekenen naar een kommagetal
3.4 opgave 1
kennisbank
3.4 opgave 2
bekijk het filmpje
3.4 opgave 3 (vraag het werkblad aan de docent)
3.4 opgave 4
kennisbank
3.4 opgave 5
3.4 opgave 6
3.4 opgave 7
kennisbank
3.4 opgave 8
3.4 opgave 9
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
3.5 - Snelheid berekenen
In deze paragraaf ga je leren:
- Hoe je een snelheid van kilometer per uur omrekent naar meter per seconde
- Hoe je een snelheid van meter per seconde omrekent naar kilometer per uur
- Hoe je de snelheid van een bepaalde situatie berekent.
3.5 opgave 1
kennisbank
3.5 opgave 2
3.5 opgave 3
kennisbank
3.5 opgave 4
3.5 opgave 5
bekijk het filmpje
3.5 opgave 6
3.5 opgave 7
3.5 opgave 8
3.5 opgave 9
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
3.6 - Gewichten
In deze paragraaf ga je leren:
- Welke gewichtsmaten worden gebruikt
- Hoe je gewichtsmaten omrekent
3.6 opgave 1
kennisbank
3.6 opgave 2
3.6 opgave 3
bekijk het filmpje
3.6 opgave 4
3.6 opgave 5
3.6 opgave 6
3.6 opgave 7
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
3.7 - Wortels en machten
In deze paragraaf ga je leren:
- Hoe je rekent met wortels via je rekenmachine
- Op welke manier je een berekening maakt met machten en wortels
- Hoe je rekent met machten op je rekenmachine
3.7 opgave 1
kennisbank
3.7 opgave 2
3.7 opgave 3
kennisbank
3.7 opgave 4
bekijk het filmpje
3.7 opgave 5
kennisbank
3.7 opgave 6
3.7 opgave 7
kennisbank
3.7 opgave 8
3.7 opgave 9
3.7 opgave 10
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
3.8 - Grote getallen
In deze paragraaf ga je leren:
- Hoe je een groot getal schrijf in de wetenschappelijke notatie
- Hoe je een getal dat staat geschreven in de wetenschappelijke notatie kan omschrijven naar een getal.
3.8 opgave 1
3.8 opgave 2
kennisbank
3.8 opgave 3
bekijk het filmpje
3.8 opgave 4
kennisbank
3.8 opgave 5
3.8 opgave 6
3.8 opgave 7
bekijk het filmpje
3.8 opgave 8
3.8 opgave 9
3.8 opgave 10
3.8 opgave 11
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
3.9 - Kleine getallen
In deze paragraaf ga je leren:
- Hoe je kleine getallen kan schrijven in de wetenschappelijke notatie
- Hoe je een wetenschappelijke notatie van een klein getal kan schrijven als een kommagetal
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hier vind je de examentraining Rekenen. In deze examentraining staat de examenstof nogmaals kort uitgelegd, kun je oefenopgaven maken en ga je aan de slag met opdrachten uit eerdere examens.
Overleg met de docent wanneer je de examentraining gaat doen.
Driehoeken, vierhoeken en cirkels zijn voorbeelden van vlakke figuren die je in dit thema regelmatig zult tegenkomen. Je kijkt naar de eigenschappen van deze figuren, je rekent met hoeken en je kijkt wat er gebeurt als je de figuren vergroot of verkleind.
Een aantal onderwerpen die in dit thema behandeld worden, ben je ook in de onderbouw al tegengekomen. Maar er komen ook enkele zaken aan de orde die waarschijnlijk nieuw voor je zijn.
Het thema bestaat uit de volgende paragrafen:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op deze en de volgende pagina's vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij het thema dat je net afgerond hebt. Het zal echter ook wel voorkomen dat je kennis nodig hebt die niet in het thema behandeld is. Gebruik dan je gezonde verstand.
In het thema 'Situatie en verbanden' ben je al heel wat verbanden tegengekomen. In dit thema ga je aan de slag met één soort verbanden, namelijk lineaire verbanden.
- hoe teken ik een grafiek van een lineair verband
- hoe vul ik een tabel in van een lineair verband
5.1 opgave 1
5.1 opgave 2
kennisbank
5.1 opgave 3
5.1 opgave 4
bekijk het filmpje
5.1 opgave 5
kennisbank
5.1 opgave 6
5.1 opgave 7
5.1 opgave 8
5.1 opgave 9
kennisbank
5.1 opgave 10
5.1 opgave 11
5.1 opgave 12
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
5.2 - Formule maken bij tabel
In deze paragraaf ga je leren:
- Hoe je een lineaire formule maakt bij een tabel
5.2 opgave 1
5.2 opgave 2
kennisbank
5.2 opgave 3
5.2 opgave 4
kennisbank
5.2 opgave 5
5.2 opgave 6
5.2 opgave 7
bekijk het filmpje
5.2 opgave 8
5.2 opgave 9
5.2 opgave 10 ALLEEN 3-MAVO
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
5.3 - Formule maken bij grafiek
In deze paragraaf ga je leren:
- het hellingsgetal berekenen uit een grafiek
- een formule maken bij een grafiek
5.3 opgave 1
kennisbank
5.3 opgave 2
bekijk het filmpje
5.3 opgave 3
kennisbank
5.3 opgave 4
bekijk het filmpje
5.3 opgave 5
5.3 opgave 6
kennisbank
5.3 opgave 7
5.3 opgave 8
5.3 opgave 9
5.3 opgave 10 ALLEEN 3-MAVO
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
5.4 - Oplossen met grafieken
In deze paragraaf ga je leren:
- Wat is een vergelijking
- Hoe kun je een vergelijking maken
- Hoe los je een vergelijking op met behulp van grafieken
kennisbank
bekijk het filpmje
5.4 opgave 1
5.4 opgave 2
5.4 opgave 3
kennisbank
5.4 opgave 4
bekijk het filmpje
5.4 opgave 5
5.4 opgave 6
5.4 opgave 7
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
5.5 - Oplossen met inklemtabel
In deze paragraaf ga je leren:
- wat is een inklemtabel
- hoe los je een vergelijking op met een inklemtabel
- hoe schrijf ik een inklemtabel op in het schrift
- hoe geef ik met een inklemtabel de oplossing van een vergelijking
5.5 opgave 1
kennisbank
5.5 opgave 2
5.5 opgave 3
bekijk het filmpje
5.5 opgave 4
kennisbank
5.5 opgave 5
5.5 opgave 6
bekijk het filmpje
5.5 opgave 7
5.5 opgave 8
5.5 opgave 9
5.5 opgave 10
5.5 opgave 11
5.5 opgave 12
5.5 opgave 13
5.5 opgave 14 ALLEEN 3-MAVO
5.5 opgave 15 ALLEEN 3-MAVO
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
5.6 - Oplossen met Balansmethode en Rekenschema's
Wat je in deze paragraaf gaat leren:
- Hoe maak ik van een formule een rekenschema (pijlenketting)
- Hoe maak ik een terugrekenschema
- Hoe los ik een vergelijking op met een terugrekenschema
- Wat is de balansmethode
- Hoe los ik een vergelijking op met de balansmethode
5.6 opgave 1
kennisbank
5.6 opgave 2
kennisbank
bekijk het filmpje (in het filmpje wordt gesproken van een pijlenketting. Een rekenschema en een pijlenketting is hetzelfde)
5.6 opgave 3
5.6 opgave 4
5.6 opgave 5
5.6 opgave 6
kennisbank
5.6 opgave 7
bekijk het filmpje
5.6 opgave 8
bekijk het filmpje:
5.6 opgave 9
5.6 opgave 10
5.6 opgave 11
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
Oefentoets
Probeer zoveel mogelijk de vragen te maken en
schrijf overal de berekeningen op of probeer uit te leggen hoe je aan je antwoord komt.
oefentoets H5 opgave 1
oefentoets H5 opgave 2
oefentoets H5 opgave 3
oefentoets H5 opgave 4
oefentoets H5 opgave 5
oefentoets H5 opgave 6
oefentoets H5 opgave 7
oefentoets H5 opgave 8
oefentoets H5 opgave 9
oefentoets H5 opgave 10
oefentoets H5 opgave 11
oefentoets H5 opgave 12 ALLEEN 3-MAVO TECH (gebruik zoveel mogelijk de balansmethode)
Antwoorden en uitwerkingen komen in de leertaak.
Extra opdrachten
Eindeloos oefenen
Eindeloos oefenen apps
Met de onderstaande knoppen ga je naar web apps om de volgende onderdelen vaker te kunnen oefenen.
Lees de text en ga aan de slag met het opstellen van een formule
Klik op de knop om naar de Geogebra Applet te gaan.
Op deze en de volgende pagina's vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij het thema dat je net afgerond hebt. Het zal echter ook wel voorkomen dat je kennis nodig hebt die niet in het thema behandeld is. Gebruik dan je gezonde verstand.
Hoofdstuk 6 ga je in verslagvorm inleveren bij de docent.
Wat moet je doen?
Er zijn 8 paragrafen.
Bij iedere paragraaf staan 3 of 4 oefenopdrachten. De antwoorden van de oefenopdrachten staan in de leertaak.
Tussen de oefenopdrachten staan de kennisbanken en instructiefilmpjes om de lesstof eigen te maken.
Na de oefenopdrachten staan keuze-opdrachten.
-> Van iedere paragraaf moet je 1 keuzeopdracht uitwerken
(bij paragraf 6.4 moet je 2 keuzeopdrachten uitwerken). Je mag zelf kiezen welke opdracht je uitwerkt.
Je opdrachten maak je in je schrift.
Zorg ervoor dat de opdrachten goed uitgewerkt worden. Je opdrachten worden nagekeken. Het verslag moet voldoende worden afgerond.
Houdt er rekening mee dat je over hoofdstuk 6 na het verslag nog een PTA gaat maken over hoofdstuk 5 + 6.
Dit PTA telt 3 keer mee.
Als je alle opdrachten afgerond hebt, kun je je verslag uploaden in Microsoft Teams. (https://teams.microsoft.com/go#) in het team wiskunde van je eigen klas.
In de contactmomenten met de docent kun je vragen stellen. Als je tussen de contactmomenten door vragen hebt, kun je deze stellen via Teams.
6.1 - In beeld
Wat je in deze paragraaf gaat leren:
- Wat is een beelddiagram.
- Hoe kun je een beelddiagram maken.
- Wat is een staafdiagram.
- Hoe kun je een
- Wat is een lijndiagram
Hieronder staan drie opdrachten om te oefenen.
Daaronder staan 4 keuze opdrachten.
Je moet 1 keuzeopdracht uitwerken en die voeg je toe aan het verslag van hoofdstuk 6.
6.1 oefenopgave 1
kennisbank
6.1 oefenopgave 2
6.1 oefenopgave 3
Bekijk de fimpjes:
KEUZEOPDRACHTEN
Hieronder vind je 4 keuze opdrachten.
Maak 1 keuze-opdracht. Deze voeg je toe aan je verslag hoofdstuk 6.
Let op: de opdrachten moet je goed uitvoeren!
6.1 - keuzeopdracht 1
6.1 - keuzeopdracht 2
6.1 - keuzeopdracht 3
6.1 - keuzeopdracht 4
Voeg 1 keuzeopdracht toe aan je verslag.
6.2 - Cirkeldiagram
In deze paragraaf ga je leren:
- Hoe je het aantal uitrekent van een cirkeldiagram als je het aantal
procenten weet
- Hoe je het aantal graden berekent in een cirkeldiagram
- Hoe je een tabel van een cirkeldiagram invult
- Hoe je een cirkeldiagram tekent.
Hieronder staan drie opdrachten om te oefenen.
Daaronder staan 3 keuze opdrachten.
Je moet 1 keuzeopdracht uitwerken en die voeg je toe aan het verslag van hoofdstuk 6.
kennisbank
6.2 oefenopgave 1
6.2 oefenopgave 2
kennisbank
6.2 oefenopgave 3
Bekijk de filmpjes:
KEUZEOPDRACHTEN
Hieronder vind je 3 keuze opdrachten.
Maak 1 keuze-opdracht. Deze voeg je toe aan je verslag hoofdstuk 6.
Let op: de opdrachten moet je goed uitvoeren!
6.2 - keuzeopdracht 1
6.2 keuzeopdracht 2
6.2 keuzeopdracht 3
Voeg 1 keuzeopdracht toe aan je verslag.
6.3 - Steel-bladdiagram
In deze paragraaf ga je leren:
- Wat is een steelbladdiagram
- Hoe lees je gegevens af in een steelbladdiagram
- Hoe maak je een steelbladdiagram
Hieronder staan vier opdrachten om te oefenen.
Daaronder staan 3 keuze opdrachten.
Je moet 1 keuzeopdracht uitwerken en die voeg je toe aan het verslag van hoofdstuk 6.
6.3 oefenopgave 1
kennisbank
6.3 oefenopgave 2
kennisbank
6.3 oefenopgave 3
bekijk het filmpje:
6.3 oefenopgave 4
bekijk het filmpje:
KEUZEOPDRACHTEN
Hieronder vind je 3 keuze opdrachten.
Maak 1 keuze-opdracht. Deze voeg je toe aan je verslag hoofdstuk 6.
Let op: de opdrachten moet je goed uitvoeren!
6.3 - keuzeopdracht 1
6.3 - keuzeopdracht 2
6.3 - keuzeopdracht 3
Voeg 1 keuzeopdracht toe aan je verslag.
6.4 - Grafen en afstandstabel
In deze paragraaf ga je leren:
- Wat is een wiskundige graaf
- Wat is een gerichte graaf
- Hoe kan ik een graaf tekenen van een bepaalde situatie
- Wat is een afstandstabel
- Hoe kan ik een afstandstabel invullen
Hieronder staan vijf opdrachten om te oefenen.
Daaronder staan 5 keuze opdrachten.
Je moet 2 keuzeopdrachten uitwerken en die voeg je toe aan het verslag van hoofdstuk 6.
kennisbank
6.4 oefenopgave 1
bekijk het filmpje
6.4 oefenopgave 2
kennisbank
6.4 oefenopgave 3
6.4 oefenopgave 4
bekijk het filmpje
6.4 oefenopgave 5
KEUZEOPDRACHTEN
Hieronder vind je 5 keuze opdrachten.
Maak 2 keuze-opdrachten. Deze voeg je toe aan je verslag hoofdstuk 6.
Let op: de opdrachten moet je goed uitvoeren!
6.4 - keuzeopdracht 1
6.4 - keuzeopdracht 2
6.4 - keuzeopdracht 3
6.4 - keuzeopdracht 4
6.4 - keuzeopdracht 5
KENNISBANK:
FILMPJE:
OPDRACHTEN:
6.5 - Infofiguren
Wat ga je in deze paragraaf leren?
- Hoe je een informatief plaatje het beste kan lezen
Hieronder staan vier opdrachten om te oefenen.
Daaronder staan 3 keuze opdrachten.
Je moet 1 keuzeopdracht uitwerken en die voeg je toe aan het verslag van hoofdstuk 6.
6.5 oefenopgave 1
kennisbank
6.5 - oefenopgave 2
6.5 - oefenopgave 3
kennisbank
6.5 - oefenopgave 4
KEUZEOPDRACHTEN
Hieronder vind je 3 keuze opdrachten.
Maak 1 keuze-opdracht. Deze voeg je toe aan je verslag hoofdstuk 6.
Let op: de opdrachten moet je goed uitvoeren!
6.5 - keuzeopdracht 1
6.5 - keuzeopdracht 2
6.5 - keuzeopdracht 3
Voeg 1 keuzeopdracht toe aan je verslag.
6.6 - Gemiddelde
Wat ga je in deze paragraaf leren:
- Hoe je het gemiddelde uitrekent.
- Hoe je een gewogen gemiddelde uitrekent.
- Hoe je het gemiddelde van een tabel uitrekent.
- Hoe je berekent welk cijfer je moet halen om gemiddeld een 6,0 te komen staan.
Hieronder staan drie opdrachten om te oefenen.
Daaronder staan 4 keuze opdrachten.
Je moet 1 keuzeopdracht uitwerken en die voeg je toe aan het verslag van hoofdstuk 6.
kennisbank
bekijk het filmpje
6.6 oefenopgave 1
6.6 oefenopgave 2
kennisbank
6.6 oefenopgave 3
bekijk het filmpje:
6.6 oefenopgave 4
KEUZEOPDRACHTEN
Hieronder vind je 4 keuze opdrachten.
Maak 1 keuze-opdracht. Deze voeg je toe aan je verslag hoofdstuk 6.
Let op: de opdrachten moet je goed uitvoeren!
6.1 - keuzeopdracht 1
6.6 - keuzeopdracht 2
Voor deze opdracht mag je een hartslagmeter gebruiken
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Een kubus, balk, bol, piramide, prisma, allemaal voorbeelden van ruimtelijke figuren. In dit thema staan deze ruimtelijke figuren centraal.
Je bekijkt onder andere hoe ze er uit zien, hoe je ze kunt tekenen, welke doorsneden je van deze figuren kunt maken en hoe je de inhoud van deze ruimtelijke figuren kunt berekenen. Je leert ook ook werken met ruimtecoördinaten en je leert de Stelling van Pythagoras in de ruimte toe te passen.
Het thema ruimtelijke figuren bestaat uit de volgende paragrafen:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op deze en de volgende pagina's vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij het thema dat je net afgerond hebt. Het zal echter ook wel voorkomen dat je kennis nodig hebt die niet in het thema behandeld is. Gebruik dan je gezonde verstand.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op deze en de volgende pagina's vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij het thema dat je net afgerond hebt. Het zal echter ook wel voorkomen dat je kennis nodig hebt die niet in het thema behandeld is. Gebruik dan je gezonde verstand.
Misschien heb je je wel eens afgevraagd hoeveel verschillende postcodes, hoeveel nummerborden, hoeveel PINcodes er zijn.
Of hoeveel mogelijkheden er zijn om een dubbel-zes te gooien met twee dobbelstenen in verhouding tot het totaal aantal mogelijkheden.
Maar dan moet je wel een idee hebben welke mogelijkheden er zijn.
Om daar een goed overzicht over te krijgen kun je het best systematisch te werk gaan.
Boomdiagrammen, tabellen en wegendiagrammen helpen erbij.
Thema: Statistiek
Dit thema bestaat uit de volgende twee paragrafen:
11.1 boomdiagram
11.2 tabel
11.3 wegendiagram
11.4 Kansberekenen
11.5 Verwachting berekenen
11.1 - Boomdiagram
Wat je in deze paragraaf gaat leren:
- Hoe kun je gegevens in een boomdiagram tekenen
- Hoe kun je de verschillende mogelijkheden berekenen met een boomdiagram
11.1 opgave 1
kennisbank
11.1 opgave 2
11.1 opgave 3
11.1 opgave 4
bekijk het filmpje
11.1 opgave 5
11.1 opgave 6
\
Bekijk de leertaak om te zien waar je antwoorden aan moeten voldoen.
11.2 - Tabel
Wat je in deze paragraaf gaat leren:
- Hoe kun je gegevens makkelijk rangschikken in een tabel
- Hoe kun je het aantal mogelijkheden snel berekenen met behulp van
een tabel
11.2 opgave 1
kennisbank
11.2 opgave 2
11.2 opgave 3
11.2 opgave 4
bekijk het fimpje
11.2 opgave 5
11.2 opgave 6
11.2 EXTRA opgave 7
Kijk in je leertaak waar je antwoorden en uitwerkingen aan moeten voldoen.
11.3 - Wegendiagram
Wat je in deze paragraaf gaat leren:11.3
- Hoe kun je gegevens in een wegendiagram tekenen
- Hoe kun je de verschillende mogelijkheden berekenen met een wegendiagram
11.3 opgave 1
kennisbank
11.3 opgave 2
11.3 opgave 3
bekijk het fimpje
11.3 opgave 4
11.3 opgave 5
11.3 opgave 6
bekijk het filmpje
11.3 opgave 7
11.3 opgave 8
Via de leertaak kun je zien waar je antwoorden aan moeten voldoen.
11.4 - Kans
Wat je in deze paragraaf gaat leren:
- Hoe kun een kans berekenen bij een situatie
- Hoe kun je de verschillende kansen berekenen
11.4 opgave 1
kennisbank
11.4 opgave 2
11.4 opgave 3
11.4 opgave 4
11.4 opgave 5
bekijk het filmpje
11.4 opgave 6
11.4 opgave 7
11.4 opgave 8
bekijk het filmpje
11.4 opgave 9
In de leertaak kun je zien waar de antwoorden aan moeten voldoen.
11.5 - Verwachting
Wat je in deze paragraaf gaat leren:
- Hoe kun je een verwachting berekenen bij een bepaalde situatie
- Hoe kun je de verschillende verwachtingen berekenen bij een tabel of diagram
11.5 opgave 1
kennisbank
11.5 opgave 2
kennisbank
11.5 opgave 3
11.5 opgave 4
11.5 opgave 5
11.5 opgave 6
In de leertaak staat waar de opdrachten aan moeten voldoen.
Samenvatting
Oefentoets
Als je deze toets gaat maken, zorg ervoor dat je alle overige opdrachten gemaakt hebt. Deze toets is een goede voorbereiding op de vragen over hoofdstuk 11 in het PTA.
Succes!
Lees de vragen goed.
Schrijf je berekening erbij of geef een uitleg hoe je aan je antwoord komt.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op deze en de volgende pagina's vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij het thema dat je net afgerond hebt. Het zal echter ook wel voorkomen dat je kennis nodig hebt die niet in het thema behandeld is. Gebruik dan je gezonde verstand.
Mocht je vragen hebben, stel deze dan aan de docent.
Praktische Opdracht
Bij welk beroep heb je wiskunde nodig?
Je leraar zegt het zo vaak: "Let nu op, later heb je dit misschien wel nodig!"
Maar is dat ook zo? Wanneer gebruik je wiskunde in een baan?
Opdracht:
Ga op zoek naar de verschillende onderdelen van wiskunde die jij nodig hebt in je toekomstige opleiding. Weet je nog niet precies welke opleiding je gaat doen, zoek op internet naar de onderdelen van wiskunde die je nodig hebt bij de baan die je later wil worden.
Voorbeeld:
Heb je wiskunde nodig als je sportleraar wordt?
Ja, als je sportleraar wilt worden heb je wel wiskunde nodig. Je moet bijvoorbeeld toernooitjes gaan organiseren voor klassen en dan moet je wel een goed schema kunnen maken. Een schema maken heeft te maken met Wiskunde.
Met een goed schema bedoel ik, een schema dat ook echt werkt, dat je kunt zien als je hem goed invult of je doorgaat naar de finale of naar de volgende ronde. In de 3e klas hebben we het over zulke dingetjes gehad. Dan moest je een schema maken over tafeltennis wedstrijden geloof ik. Je moest zorgen dat iedereen een keer tegen elkaar speelde. En je moet dat dus overzichtelijk op papier zetten.
Ook moet je hardloopwedstrijden organiseren om een atletiekbaan. Zoals je weet is een atletiekbaan ovaal en is die verdeeld in banen. Je moet de startposities goed kunnen verdelen, daarmee bedoel ik dat je niet de startposities op 1 lijn kunt zetten, want dan zou de persoon die in de buitenbocht moet lopen veel meer meters moeten maken en dat kan natuurlijk niet. Je moet dus heel nauwkeurig kunnen meten en berekenen. Ook komen er natuurlijk steeds nieuwe records en die moet je in een verschilgrafiek kunnen zetten.
Ook maak je als sportleraar gebruik van schattingen en dan wel te verstaan hele nauwkeurige schattingen, misschien kun je het haast wel berekeningen noemen. Als sportleraar moet je personen kunnen opvangen als ze uit de ringen vallen. Je moet dan een schatting maken waar je het beste kunt vangen, zodat de leerling niet de school moet verlaten door gebroken ledematen. Dit is een hele nauwkeurige schatting en dit kun je natuurlijk ook steeds beter als je meer ervaring krijgt, maar je kunt het toch een vorm van wiskunde noemen.
Extra
Kennisbank
In de thema´s/opdrachten van de Stercollecties wiskunde wordt regelmatig verwezen naar de Kennisbank wiskunde. In de Kennisbank vind je de theorie die je nodig hebt voor het beantwoorden van de vragen en het maken van de opdrachten.
Procenten in Excel
Je hebt vast al wel eens eerder met het programma Excel gewerkt.
In dit rekenprogramma kun je ook rekenen met procenten.
Download het practicum Procenten in Excel.
Download ook het bijbehorende Excelbestand Procenten.xlsx.
Sla de bestanden op op een plaats waar je ze gemakkelijk terug kunt vinden.
Open het pdf-bestand.
Werk de opdrachten in het bestand stap voor stap door.
Klaar?
Je hoort van je docent hoe het ingevulde werkblad wordt nagekeken.
Exponentieel verband in Excel
Kwadratische verbanden in Excel
Kwadratische verbanden in Excel
Je hebt vast al wel eens eerder met het programma Excel gewerkt.
In dit rekenprogramma kun je ook parabolen tekenen. Hoe dat gaat? Probeer maar eens.
Download het practicum Parabool in Excel.
Download ook het bijbehorende Excelbestand Parbool.xlsx.
Sla de bestanden op op een plaats waar je ze gemakkelijk terug kunt vinden.
Open het pdf-bestand.
Werk de opdrachten in het bestand stap voor stap door.
Klaar?
Je hoort van je docent hoe het ingevulde werkblad wordt nagekeken.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Ken je het 24-spel? Dit spel is geschikt om goed te leren hoofdrekenen.
Je krijgt een speelkaart met 4 getallen. Met deze 4 getallen moet het getal 24 gemaakt worden door optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen.
Alle 4 getallen moeten precies één keer gebruikt worden.
Hiernaast zie je een speelkaart.
Lukt het je om de oplossing te vinden?
Probeer vervolgens een aantal series op te lossen.
Het spel is soms lastiger dan je misschien denkt.
Exponentiële verbanden in Excel
Je hebt vast al wel eens eerder met het programma Excel gewerkt.
In dit rekenprogramma kun je ook de grafiek bij een exponentieel verband tekenen. Probeer maar eens.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op deze en de volgende pagina's vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij het thema dat je net afgerond hebt. Het zal echter ook wel voorkomen dat je kennis nodig hebt die niet in het thema behandeld is. Gebruik dan je gezonde verstand.
Het PTA bestaat uit examenvragen. Dit is het examen van dit jaar. De vragen die je nog niet kan weten zijn eruit gehaald. De rest van de vragen zou je moeten kunnen maken.
Ken je het 24-spel? Dit spel is geschikt om goed te leren hoofdrekenen.
Je krijgt een speelkaart met 4 getallen. Met deze 4 getallen moet het getal 24 gemaakt worden door optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen.
Alle 4 getallen moeten precies één keer gebruikt worden.
Hiernaast zie je een speelkaart.
Lukt het je om de oplossing te vinden?
Probeer vervolgens een aantal series op te lossen.
Het spel is soms lastiger dan je misschien denkt.
Procenten in Excel
Grafieken en formules in Excel
Deze opdrachten hoef je NIET te maken. Alleen als je docent dit tegen je zegt.
Rechte lijnen in Excel
Je hebt vast al wel eens eerder met het programma Excel gewerkt.
In dit rekenprogramma kun je ook grafieken maken, onder andere bij een lineair verband.
In het bestand zie je in rij 3 de algemene vorm van een lineair verband.
Hoe de grafiek bij dit verband loopt, hangt af van de getallen die je voor a (= hellingsgetal) en b (= startgetal) invult.
In dit bestand kun je de waarde van het hellingsgetal a en het startgetal b veranderen met behulp van de twee schuifbalkjes.
- Gebruik de schuifbalkjes en kijk steeds hoe de formule verandert.
- Kijk ook hoe de grafiek verandert.
- Gebruik voor a en b zowel positieve als negatieve getallen.
- Wanneer loopt de grafiek horizontaal?
Extra Excel
Je hebt vast al wel eens eerder met het programma Excel gewerkt.
In dit rekenprogramma kun je ook diagrammen maken.
Download het practicum Diagrammen in Excel.
Download ook het bijbehorende Excelbestand Diagrammen.xlsx.
Sla de bestanden op op een plaats waar je ze gemakkelijk terug kunt vinden.
Open het pdf-bestand.
Werk de opdrachten in het bestand stap voor stap door.
Klaar?
Je hoort van je docent hoe het ingevulde werkblad wordt nagekeken.
Je weet nu hoe je een cirkeldiagram in Excel maakt.
Je gaat nu ook een bevolkings'piramide' in Excel maken.
Download de opdracht Bevolkings'piramide' in Excel.
Download ook het bijbehorende Excelbestand Bevolking.xlsx.
Sla de bestanden op op een plaats waar je ze gemakkelijk terug kunt vinden.
Open het pdf-bestand.
Werk de opdrachten in het bestand stap voor stap door.
Klaar?
Je hoort van je docent hoe het ingevulde werkblad wordt nagekeken.
Procenten in Excel
Je hebt vast al wel eens eerder met het programma Excel gewerkt.
In dit rekenprogramma kun je ook rekenen met procenten.
Download het practicum Procenten in Excel.
Download ook het bijbehorende Excelbestand Procenten.xlsx.
Sla de bestanden op op een plaats waar je ze gemakkelijk terug kunt vinden.
Open het pdf-bestand.
Werk de opdrachten in het bestand stap voor stap door.
Klaar?
Je hoort van je docent hoe het ingevulde werkblad wordt nagekeken.
Kwadratisch verband in Excel
Kwadratische verbanden in Excel
Je hebt vast al wel eens eerder met het programma Excel gewerkt.
In dit rekenprogramma kun je ook parabolen tekenen. Hoe dat gaat? Probeer maar eens.
Download het practicum Parabool in Excel.
Download ook het bijbehorende Excelbestand Parbool.xlsx.
Sla de bestanden op op een plaats waar je ze gemakkelijk terug kunt vinden.
Open het pdf-bestand.
Werk de opdrachten in het bestand stap voor stap door.
Klaar?
Je hoort van je docent hoe het ingevulde werkblad wordt nagekeken.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Uitleg over het opstellen van een formule uit een grafiek
uitleg: formule opstellen uit een tabel
In de thema´s/opdrachten van de Stercollecties wiskunde wordt regelmatig verwezen naar de Kennisbank wiskunde. In de Kennisbank vind je de theorie die je nodig hebt voor het beantwoorden van de vragen en het maken van de opdrachten.
In het thema 'Situaties en verbanden' ben je al heel wat verbanden tegengekomen. In dit thema ga je aan de slag met één soort verbanden, namelijk kwadratische verbanden.
Het thema kwadratisch verband bestaat uit de volgende pragrafen:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
Rekenen en wiskunde zijn niet hetzelfde, maar hebben wel veel met elkaar te maken. In dit eerste thema leer je in de pragrafen de volgende vaardigheden:
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje .
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje .
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op deze en de volgende pagina's vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij het thema dat je net afgerond hebt. Het zal echter ook wel voorkomen dat je kennis nodig hebt die niet in het thema behandeld is. Gebruik dan je gezonde verstand.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Tabellen, grafieken en formules in Excel
Je hebt vast al wel eens eerder met het programma Excel gewerkt.
In dit rekenprogramma kun je ook werken met tabellen, grafieken en formules.
Download het practicum Tabellen, grafieken en formules in Excel.
Download ook het bijbehorende Excelbestand TGF.xlsx.
Sla de bestanden op op een plaats waar je ze gemakkelijk terug kunt vinden.
Open het pdf-bestand.
Werk de opdrachten in het bestand stap voor stap door.
Klaar?
Je hoort van je docent hoe het ingevulde werkblad wordt nagekeken.
In dit derde thema ga je opnieuw veel rekenen.
Het thema herhaalt een aantal zaken die je in de eerste twee jaar ook wel bent tegengekomen, maar je leert ook nieuwe dingen.
Het thema bestaat uit de volgende paragrafen:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op deze en de volgende pagina's vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij het thema dat je net afgerond hebt. Het zal echter ook wel voorkomen dat je kennis nodig hebt die niet in het thema behandeld is. Gebruik dan je gezonde verstand.
Driehoeken, vierhoeken en cirkels zijn voorbeelden van vlakke figuren die je in dit thema regelmatig zult tegenkomen. Je kijkt naar de eigenschappen van deze figuren, je rekent met hoeken en je kijkt wat er gebeurt als je de figuren vergroot of verkleind.
Een aantal onderwerpen die in dit thema behandeld worden, ben je ook in de onderbouw al tegengekomen. Maar er komen ook enkele zaken aan de orde die waarschijnlijk nieuw voor je zijn.
Het thema bestaat uit de volgende paragrafen:
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer eerst de kennisbank hieronder, daar staat de uitleg in.
Als je nog wat meer uitleg wil kun je het filmpje bekijken.
Maak daarna de opdrachten, schrijf deze in je schrift en kijk ze na.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op deze en de volgende pagina's vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij het thema dat je net afgerond hebt. Het zal echter ook wel voorkomen dat je kennis nodig hebt die niet in het thema behandeld is. Gebruik dan je gezonde verstand.
In het thema 'Situatie en verbanden' ben je al heel wat verbanden tegengekomen. In dit thema ga je aan de slag met één soort verbanden, namelijk lineaire verbanden.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Rechte lijnen in Excel
Je hebt vast al wel eens eerder met het programma Excel gewerkt.
In dit rekenprogramma kun je ook grafieken maken, onder andere bij een lineair verband.
In het bestand zie je in rij 3 de algemene vorm van een lineair verband.
Hoe de grafiek bij dit verband loopt, hangt af van de getallen die je voor a (= hellingsgetal) en b (= startgetal) invult.
In dit bestand kun je de waarde van het hellingsgetal a en het startgetal b veranderen met behulp van de twee schuifbalkjes.
- Gebruik de schuifbalkjes en kijk steeds hoe de formule verandert.
- Kijk ook hoe de grafiek verandert.
- Gebruik voor a en b zowel positieve als negatieve getallen.
- Wanneer loopt de grafiek horizontaal?
5.4 - Vergelijking
Bestudeer uit de Kennisbank wiskunde het onderdeel:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op deze en de volgende pagina's vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij het thema dat je net afgerond hebt. Het zal echter ook wel voorkomen dat je kennis nodig hebt die niet in het thema behandeld is. Gebruik dan je gezonde verstand.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je hebt vast al wel eens eerder met het programma Excel gewerkt.
In dit rekenprogramma kun je ook diagrammen maken.
Download het practicum Diagrammen in Excel.
Download ook het bijbehorende Excelbestand Diagrammen.xlsx.
Sla de bestanden op op een plaats waar je ze gemakkelijk terug kunt vinden.
Open het pdf-bestand.
Werk de opdrachten in het bestand stap voor stap door.
Klaar?
Je hoort van je docent hoe het ingevulde werkblad wordt nagekeken.
Je weet nu hoe je een cirkeldiagram in Excel maakt.
Je gaat nu ook een bevolkings'piramide' in Excel maken.
Download de opdracht Bevolkings'piramide' in Excel.
Download ook het bijbehorende Excelbestand Bevolking.xlsx.
Sla de bestanden op op een plaats waar je ze gemakkelijk terug kunt vinden.
Open het pdf-bestand.
Werk de opdrachten in het bestand stap voor stap door.
Klaar?
Je hoort van je docent hoe het ingevulde werkblad wordt nagekeken.
6.4 - Grafen
Bestudeer uit de Kennisbank wiskunde het onderdeel:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Een kubus, balk, bol, piramide, prisma, allemaal voorbeelden van ruimtelijke figuren. In dit thema staan deze ruimtelijke figuren centraal.
Je bekijkt onder andere hoe ze er uit zien, hoe je ze kunt tekenen, welke doorsneden je van deze figuren kunt maken en hoe je de inhoud van deze ruimtelijke figuren kunt berekenen. Je leert ook ook werken met ruimtecoördinaten en je leert de Stelling van Pythagoras in de ruimte toe te passen.
Het thema ruimtelijke figuren bestaat uit de volgende paragrafen:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op deze en de volgende pagina's vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij het thema dat je net afgerond hebt. Het zal echter ook wel voorkomen dat je kennis nodig hebt die niet in het thema behandeld is. Gebruik dan je gezonde verstand.
In het thema 'Situaties en verbanden' ben je al heel wat verbanden tegengekomen. In dit thema ga je aan de slag met één soort verbanden, namelijk kwadratische verbanden.
Het thema kwadratisch verband bestaat uit de volgende pragrafen:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Op deze en de volgende pagina's vind je een aantal examenvragen uit examens van vorige jaren. De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij het thema dat je net afgerond hebt. Het zal echter ook wel voorkomen dat je kennis nodig hebt die niet in het thema behandeld is. Gebruik dan je gezonde verstand.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Om de powerpoint optimaal te kunnen gebruiken moet je midden in de powerpoint klikken en dan komen er steeds kleine stapjes te voorschijn. Gebruik dus niet de pijltjes.
De powerpoint wordt gedurende het hoofdstuk aangevuld.
Succes!
Hoofdstuk 10
Het thema Goniometrie sluit je af met een diagnostische toets.
De toets bestaat uit 7 vragen.
Aan de eind van de toets zie je je score.
Bij een score van meer dan 80% heb je een voldoende.
Aan het eind van je toets kun je van de vragen die je fout had, zien wat het goede antwoord was.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In deze examentraining ga je aan de slag met een heel examen. Een wiskunde-examen bestaat gemiddeld uit zo'n 24 vragen verdeeld over een aantal opgaven. Je krijgt in onderdeel B per pagina de vragen van één opgave aangeboden. Voor je de vragen gaat maken, kun je de bijbehorende theorie uit de Kennisbank bestuderen.
Thema: Goniometrie
Je hebt de knopjes 'cos', 'sin' en 'tan' vast al eens op je rekenmachine zien staan. Deze knopjes heb je soms nodig als je de hoek van een driehoek of de lengte van een zijde van een driehoek wilt berekenen.
Het berekenen van hoeken of zijden met behulp van cos(inus), sin(us) en tan(gens) wordt ook wel goniometrie genoemd; de naam van dit thema.
Het thema goniometrie bestaat uit de volgende pragrafen:
10.1 hellingshoek
10.2 Tangens
10.3 Sinus en Cosinus
10.4 Door elkaar / zijden berekenen
10.5 Goniometrie in de praktijk
Oefentoets
Extra oefenopgaven
examenopgaven
Het eerste PTA in de vierde klas gaat over H9 en H10.
H9 - Exponentieel verband
H10 - Goniometrie
Zoals jullie ondertussen wel weten zitten er in het PTA heel veel opgaves waar een heel verhaal omheen wordt vertelt. Dit zijn ook de opdrachten die je op je examen krijgt, daarom zitten ze ook in het PTA. Voordat je zulke opdrachten kan maken moet je eerst de basis goed weten. Je gaat daarom eerst checken wat je nog weet voor je examenvragen gaat oefenen.
Wat ga je doen?
1: Controleer welke basiskennis je nog weet en welke niet meer. Dit doe je door de opdrachten hieronder te maken.
2: Kijk terug in de stukken uitleg naar wat je niet snapt, lees de uitleg goed door, bekijk de voorbeelden. Vraag eventueel uitleg aan de docent. Maak een paar opdrachten uit deze paragraaf om te kijken of je het nu wel snapt.
3: Nu je de basis weer weet kun je dit gaan toepassen in verhaalopgaves. Je gaat dan ook oefenen met de examen opdrachten.
Bovenaan de opdracht staat over welke onderwerp de opdracht gaat.
Succes!!
Als je de volgende opgaven goed kan maken, ben je goed voorbereid op het PTA!
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Deze methode is samengesteld door Dhr. J. Vriends. Voor vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met Dhr. Vriends (docent/ontwikkelaar wiskunde).
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Wiskunde op 't Ravelijn. Samengesteld door docenten op van 't Ravelijn. Gebaseerd op rearrangeerbare stercollectie wiskunde voor leerjaar 3 en 4 VMBO KGT van Stichting VO-content. De stercollectie is ontwikkeld op basis van de eindtermen voor het vak wiskunde. Een Stercollectie wordt onderhouden en geactualiseerd volgens een kwaliteitszorgsysteem van SLO
Wiskunde op 't Ravelijn. Samengesteld door docenten op van 't Ravelijn. Gebaseerd op rearrangeerbare stercollectie wiskunde voor leerjaar 3 en 4 VMBO KGT van Stichting VO-content. De stercollectie is ontwikkeld op basis van de eindtermen voor het vak wiskunde. Een Stercollectie wordt onderhouden en geactualiseerd volgens een kwaliteitszorgsysteem van SLO
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Oefentoets Situaties en Verbanden
Situaties en verbanden
extra oefeningen
Rekenen 2
Vlakke figuren
Informatie verwerking
Ruimtelijke figuren
Exponentiele verbanden
Goniometrie
Kans en verwachting
Oefentoets
Kwadratische verbanden
Afronden
Schatten
Rekenregels
Verhoudingen
Verhoudingstabel
Vergelijken
Op schaal
Procenten
Erbij/eraf
Groeifactor
Tabel
Grafiek
Formule
Lettervariabelen
Rekenen met lettervariabelen
Rekenschema en lettervariabelen
Rekenschema
Lengtematen
Oppervlaktematen
Inhoudsmaten
Tijd en snelheid
Gewicht, massa en dichtheid
Machten
Grote getallen
Kleine getallen
Wortels
Driehoeken
Oppervlakte driehoek
Pythagoras
Vierhoeken
Oppervlakte vierhoek
Vergroten/verkleinen
F- en Z-hoeken
3 Kader - omtrek cirkel
3 Mavo - Omtrek cirkel
3 Mavo - Oppervlakte cirkel
3 Kader - Oppervlakte Cirkel
4.10 Gebieden
Lineair verband
Formule maken bij tabel
5.3. Formules bij een grafiek
5.4 Vergelijking, oplossing en oplossen met grafiek
Oplossen met inklemtabel
Oplossen met rekenschema's
Balansmethode
Lineaire verbanden
Gegevens in beeld
Cirkeldiagrammen
Steel-bladdiagram
Infofiguren
'Afstand'tabel
Grafen
Gemiddelde
Frequentietabel
Modus/mediaan
Afronden
Schatten
Rekenregels
Verhoudingen
Verhoudingstabel
Vergelijken
Op schaal
Procenten
Erbij/eraf
Groeifactor
Rekenen 1 - A
Rekenen 1 - B
Tabel
Grafiek
Formule
Lettervariabelen
Rekenen met lettervariabelen
Rekenschema
Rekenschema en lettervariabelen
Situaties en verbanden
Lengtematen
Oppervlaktematen
Inhoudsmaten
Tijd en snelheid
Massa en dichtheid
Machten
Grote getallen
Kleine getallen
Wortels
Rekenen 2
Driehoeken
Pythagoras
Oppervlakte driehoek
Vergroten/verkleinen
Vierhoeken
Oppervlakte vierhoek
F- en Z-hoeken
Omtrek cirkel
Oppervlakte cirkel
Afstanden en gebieden
Vlakke figuren
Lineair verband
Formule maken
Vergelijking en oplossing
Oplossen met grafieken
Oplossen met rekenschema's
Balansmethode
Lineaire verbanden
Gegevens in beeld
Cirkeldiagrammen
Steel-bladdiagram
Grafen
'Afstand'tabel
Infofiguren
Gemiddelde
Frequentietabel
Modus/mediaan
Informatie verwerking
Ruimtelijke figuren
Uitslagen en aanzichten
Doorsnede
Inhoud
Inhoud2
Vergroten/verkleinen
Ruimtecoördinaten
Pythagoras in de ruimte
Ruimtelijke figuren
Formule/grafiek
Parabool
Oplossing zoeken
Twee oplossingen
Kwadratische verbanden
Kwadratisch verband
Wortelverband
Machtsverband
Hyperbolisch verband
Periodiek verband
Meer dan 2 variabelen
Twee oplossingen
Boomdiagram
Tabel
Wegendiagram
Kans
Verwachting
Tangens
Rekenen met de tangens
Sinus/cosinus
Hoeken en zijden sin/cos
Goniometrie in de praktijk
In de ruimte
Exponentieel verband
Groeifactor
Formule
Oplossing zoeken
Wat weet ik nog van H9 en H10?
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.