Inleiding
Je bent begonnen aan je tweejarige opleiding voor Verkoper Detailhandel aan het Noorderpoort. Het schooljaar is opgesplitst in 4 perioden van elk 10 weken lang. In de tweede periode van je 1e jaar ga je stage lopen en dat is best spannend. Stage wordt ook wel Beroepspraktijkvorming (BPV) genoemd.
In het project “Bagage voor je stage!” word je voorbereidt op dit belangrijke moment. Je stage!
De bedoeling van dit project is:
- dat je een goed beeld krijgt van het door jou gekozen bedrijf of het bedrijf dat je nog gaat zoeken.
- dat je voldoende in je eigen woorden kan uitleggen wat je opleiding inhoudt.
- dat je goed beseft hoe belangrijk een correcte beroepshouding is.
- dat je goed voorbereid sollicitatiegesprekken kan voeren met mogelijke leerbedrijven.
- dat je een indruk krijgt van werkzaamheden die je bij een leerbedrijf kan verwachten.
Ook is het de bedoeling dat je optimaal wordt getraind op eigenschappen en vaardigheden (competenties) die tijdens je opleiding en tijdens je stage, als onderdeel van je beroepshouding, van je worden verwacht.
Bagage voor je stage bestaat uit diverse opdrachten die je voorbereiden op je stage.
Hoe werkt Bagage voor je stage?
Het gaat niet alleen om het eindresultaat per opdracht. Het proces om tot het eindresultaat te komen is minstens zo belangrijk. Daar leer je van. Centraal staat dat je in de loop van het project aantoont dat je vaardigheden leert beheersen die belangrijk zijn voor een beginnend beroepsbeoefenaar.
Belangrijke vaardigheden van een Verkoper zijn:
- Plannen en organiseren
- Discipline
- Je houden aan je afspraken
Weblog (blog)
Het is verplicht om gedurende het project je blog (een soort dagboek) bij te houden. Dit moet je dadelijk op je stage ook doen. In je blog beschrijf je nauwkeurig wat je in de lessen van Bagage voor je stage hebt gedaan. Met andere woorden: Hoe heb je de opdracht aangepakt? Waar had je moeite mee, wat ging goed? Wat kan een volgende keer beter? Je moet je blog te allen tijde up-to-date houden. Je docent controleert je hier veelvuldig op!
Vergelijk een blog maar gewoon met een radioverslag van een voetbalwedstrijd; die van minuut tot minuut van commentaar wordt voorzien, van de aftrap tot het eindsignaal.
Hoe maak ik een Weblog?
Reflectie
Als je consequent je blog bijhoudt, dan leg je automatisch situaties vast die voor jou belangrijk waren. Op die situaties word je geacht, reflectie te geven. Reflectie is niets meer dan een grondige uitleg over die bewuste situatie. Wat was de situatie, wat deed je, hoe had je dit anders aan kunnen pakken, wat heb je ervan geleerd?
Vergelijk reflectie maar met de momenten die tijdens een voetbalwedstrijd (zie blog) bepalend waren voor de afloop. Op die momenten wordt na de wedstrijd altijd uitvoerig teruggeblikt in een interview. Ze worden grondig uitgediept en vaak eindeloos geanalyseerd.
Afspraken vooraf
Maken en inleveren van de opdrachten
Voordat we starten nemen we even de spelregels door voor het maken en het inleveren van de opdrachten.
Lees de opdracht van tevoren zorgvuldig door en zorg ervoor dat, voordat je aan de opdracht begint, alles duidelijk is. Check, voordat je de opdracht inlevert, of deze voldoet aan de eisen. Elke keer als je een opdracht inlevert, controleer je of je aan alles hebt gedacht. Je levert de opdracht tijdig bij je docent in en je controleert jezelf altijd op de volgende punten:
Afspraak 1: Heb je de opdracht goed uitgevoerd? Zal je werkgever (docent) tevreden zijn?
Afspraak 2: Heb je in je blog reflectie op de opdracht gegeven? Bijvoorbeeld: Hoe ging de uitvoering? Wat viel mee en wat viel tegen? In hoeverre ben je zelf tevreden over het resultaat van de opdracht? Welke competenties heb je moeten toepassen / heb je getraind?
BPV-protocol: De richtlijn voor je stage
Het BPV – protocol is een landelijk plan van aanpak voor de invulling van de BPV (Beroepspraktijkvorming = stage) binnen het Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO). In het protocol staat in hoofdlijnen aangegeven wat van de betrokken partijen wordt verwacht:
-
in aanloop naar de stage
-
tijdens de stage
-
tijdens de beoordeling van de stage
-
bij de evaluatie na afloop van de stage
Voor de duidelijkheid; de betrokken partijen zijn: De student (jij, dus!), de school, het leerbedrijf en het kenniscentrum (KC Handel)
H1 "Motivatie voor de opleiding"
Opdracht 1
Welke opleiding volg je nu eigenlijk?
- Je legt je opleiding aan de docent uit aan de hand van een presentatie op papier.
- Je motiveert waarom je voor deze opleiding hebt gekozen.
Het is belangrijk dat je dit goed onder woorden kan brengen. Je gaat dadelijk immers op stage en dan moet je het ook kunnen uitleggen aan het leerbedrijf.
Je kunt voor het uitvoeren van deze opdracht de onderstaande links gebruiken.
Opleiding Verkoper
Beroepenfilm
Opdracht 2
Presenteer, de gevonden informatie uit opdracht 1, in 1 1/2 minuut.
Let bij de mini presentatie op:
- Je houding
- Wel/geen kauwgom
- Oogopslag
- Taalgebruik
- Jas aan, petje op?
H2 "Beroepsoriëntatie"
Opdracht 1
Hoe werken onze hersenen?
Onze hersenen bestaan uit 2 helften. De linker is voor cijfers, teksten en het leggen van verbanden. Simpel gezegd: Je leest, je redeneert, je praat en je rekent door gebruik te maken van de linker hersenhelft (ASSOCIATIE).
De rechter is voor je verbeelding en je creativiteit. Door je rechter hersenhelft te gebruiken is het mogelijk om je kennis aan beelden koppelen en te verrijken met creatieve inzichten (VERBEELDING).
Door bij het nadenken over een onderwerp zowel de linker als de rechter hersenhelft te gebruiken combineer je de krachten van beide hersenhelften. Hierop is Mindmappen gebaseerd
Bewijs dat de linker en de rechter hersenhelft los van elkaar werken.
-
Mensen die je kent hebben een naam en een gezicht. De naam is opgeslagen in de linker en het gezicht in de rechter hersenhelft. Iedereen maakt wel eens mee dat je een bekende tegenkomt van wie je de naam zo gauw niet meer weet. Dit komt omdat de informatie verschillend in de hersenen is opgeslagen. De naam links, het gezicht rechts.
-
Mensen die stotteren worden daardoor niet gehinderd als ze zingen. Voor zang gebruik je namelijk je rechter hersenhelft (creativiteit, verbeelding). Voor praten en redeneren gebruik je je linker hersenhelft
Opdracht
Je maakt een mindmap van je toekomstige BPV en je laat je kennis tot de verbeelding spreken.
Gratis windows mindmap
Opdracht 2
Waar wil ik stage lopen?
Je gaat in de 2e periode van het 1e leerjaar stage lopen. Je moet je stageplaats zelf regelen. Je gaat dus ook zelf op zoek naar een passend leerbedrijf. Het is verstandig om nu nadenken wat er het beste bij je past, er over praten, er mee bezig zijn, want voor je het weet is het zover.
Voordat je met zoeken begint, is het goed om te kijken in wat voor soort branches mensen met jouw opleiding werken. Verder is het verstandig om na te denken over welke werkzaamheden je in deze branches verwacht tegen te komen. In de ene branche is dit immers anders dan in de andere (bijv. uitzendbranche versus autobranche).
Opdracht:
Je gaat je uitgebreid in diverse branches verdiepen en je verzamelt zinvolle informatie. Alleen dan kan je goed kiezen! Onthoud hierbij: Een goede voorbereiding is 90% van het succes!!
- Maak een top 3 van branches die jij aantrekkelijk vindt om in te werken.
- De informatie die je verder gaat verzamelen bij Branches:
- De kern(belangrijkste) activiteiten van de branche.
- Het type producten of diensten dat in deze branche wordt verhandeld (ge- en verkocht).
- Het aantal werknemers dat in deze branches werkt.
- Omzetgegevens van de branches.
- Je zoekt drie vacatures op bij een bedrijf in jouw no. 1 branche. Je denkt na en je legt uit wat jou het meeste aanspreekt in deze vacatures.
- De vacatures zijn van bedrijven uit jouw favoriete branche.
- In de vacatures staat een uitgebreide functieomschrijving en ook de functie-eisen die van de sollicitant worden verwacht.
- Je legt in eigen woorden uit wat jou het meest in de functieomschrijving aanspreekt.
Hulpmiddelen:
Je gebruikt je laptop en raadpleegt diverse informatiebronnen
Gebruik zoekwoorden als ‘branche’, ‘bedrijfstak’, ‘sector’, Kamer van Koophandel, etc.
Zie hier onder de te gebruiken website:
Detailhandel.info
H3 "Welke competenties heb ik nodig?"
Opdracht 1
De competenties, of vaardigheden, die je stapje bij beetje moet leren beheersen, staan in de verschillende opdrachten centraal. In Bagage voor je stage worden willekeurige werkzaamheden die je tijdens je stage kan tegenkomen nagebootst.
Dat is heel leuk, maar welke vaardigheden beheers je al en welke moet je nog onder de knie krijgen? Wat je eigenlijk in beeld moet hebben is:
Wie ben ik? Wat zijn mijn sterktes en zwaktes en wat versta ik onder beroepshouding? Waar ben je nu echt goed in en wat kan beter?
Opdracht
Zoek op internet een competentietest en vul deze in en bewaar hem bij je documenten. Let op, het moet wel een GRATIS test zijn.
Voorbeeld van een gratis test zie website:
123test.nl
Opdracht 2
In deze link staat een overzicht van de competenties waarop je tijdens je opleiding wordt getraind om straks je beroep als Verkoper goed te kunnen uitoefenen.
Het is belangrijk dat je een goed beeld krijgt van welke competenties je al beheerst en aan welke je nog moet werken.
In de vorige opdracht heb je een test gedaan om te kijken hoe je ervoor staat.
Opdracht:
- Kies 5 competenties uit waarvan jij vindt dat je die heel goed kunt. Leg ook uit waaruit blijkt dat jij die heel goed kunt.
- Kies 2 competenties waarvan jij vindt dat je ze nog niet goed genoeg beheerst. Leg uit waarom jij dat denkt.
- Welke stappen zou jij kunnen zetten om deze twee te leren beheersen?
Opdracht 3
Competente verkoper
Wat zijn ontwikkellijnen?
Opdracht
- Vul de ontwikkellijnen in.
- Noem 5 werkzaamheden die een verkoper tijdens zijn werk moet uitvoeren.
- Welke competentie hoort bij welk werk?
- Welke van deze 5 competenties beheers jij? En waaruit blijkt dat?
- Aan welke van deze 5 competenties moet jij nog werken om een goede verkoper te kunnen zijn?
H4 "Welk bedrijf past bij mij?"
Opdracht 1
Op zoek naar leerbedrijven die bij jou passen!
Een kenniscentrum is een instantie die o.a. de kwaliteit bewaakt van alle bedrijven die zich aanbieden als leerbedrijf. Het kenniscentrum onderhoudt zowel met de bedrijven als met de scholen intensieve contacten.
Het kenniscentrum speelt ook een belangrijke rol bij de praktijkexamens, de zgn. kerntaken die per opleiding moeten worden uitgevoerd tijdens een stage (de BPV). Sterker nog: Zij stellen ze samen in nauw overleg met de onderwijsinstellingen en met het bedrijfsleven.
Als je een stageplaats hebt gevonden, dan moet het leerbedrijf altijd door een kenniscentrum erkend (= goedgekeurd) zijn. Dit wordt ook wel ‘geaccrediteerd’ genoemd. Is dit niet het geval, dan is formeel genomen, jouw stage niet rechtsgeldig (ongeldig, dus!)
Tip: CHECK ALTIJD OF JOUW LEERBEDRIJF ERKEND IS DOOR HET KENNISCENTRUM
De websites waar veel over je opleiding te lezen is en waar leerbedrijven te vinden zijn:
www.s-bb.nl www.stagemarkt.nl
Opdracht
Je gaat bovengenoemde websites zeer grondig verkennen. Je mag elkaar zeker helpen. De volgende les worden jullie uitgenodigd om je docent haarfijn uit te leggen hoe de sites moeten worden gebruikt.
Opdracht 2
Je oriëntatie naar een stageplaats gaat beginnen!
Opdracht:
- Selecteer 10 bedrijven (via internet) die voor jou in aanmerking zouden komen om stage te gaan lopen.
- Vervolgens ga je per fiets of lopend het winkelcentrum in en noteert minimaal 5 andere bedrijven die je tegenkomt.
- Hieruit maak je weer een selectie van 3 bedrijven. Bestudeer hun websites!
- Wat maakt dat je nu juist deze bedrijven kiest? Motiveer je keuze.
- Ga ook na of de bedrijven 'erkend zijn' voor jouw opleiding en hoe je dit hebt ontdekt. Zijn ze niet erkend? Dan is dat op zich nog geen probleem. In dat geval moet het bedrijf dus nog wel bezocht worden door het Kenniscentrum om voor jouw opleiding erkend te worden.
Let op!
- Gebruik bij je zoektocht Stagemarkt.nl
- Bestudeer de websites van diverse bedrijven en informeer jezelf!
H5 "Solliciteren"
Opdracht 1
Solliciteren
Nu gaat het er om spannen. Bij welk bedrijf wil je het liefst stage lopen en waarom? Je moet nu in actie komen! Niets doen is geen optie. Je stage word je niet zomaar in de schoot geworpen. Daar moet je wat voor doen! En er zullen nog meer studenten zijn die, net als jij, druk op zoek zijn naar een stageplaats. Er zijn kapers op de kust.
… Tja; dat heet concurrentie. Je moet dus het verschil maken!
Opdracht:
-
Maak een C.V. (Curriculum Vitae)
-
Stel een sollicitatiebrief op in het Nederlands
Je moet overtuigen, dus moet je op zoek naar argumenten waarom jij graag bij dit bedrijf stage wilt lopen en waarom dit bedrijf nu uitgerekend jou uit al die sollicitanten zou moeten kiezen.
Let op!
Kijk ook op internet naar voorbeelden van een C.V. en van een sollicitatiebrief
Opdracht 2
Je bent geselecteerd voor een sollicitatiegesprek. Dit is dé kans om jezelf op de kaart te zetten! Let op: Een goede voorbereiding bepaalt voor 90% het succes!
Opdracht
Open vragen formuleren
- Maak een lijst met tien open vragen die een personeelsfunctionaris aan jou kan stellen.
- Maak een lijst met tien open vragen die jij als sollicitant kunt stellen. Jij wilt immers ook informatie inwinnen, dus de vragen moeten jou zinvolle informatie opleveren.
Eisen open vragen
- De vragen moeten relevante (goede) informatie opleveren
Tip: Oefen tijdens de lessen met een klasgenoot “vraag en antwoord”.
Filmpjes die we voor deze opdracht klassikaal gaan bekijken op youtube.
Opdracht 3
Maak je eigen DIGITALE visitekaartje!
Opdracht
Je maakt je eigen visitekaartje. Dit doe je geheel naar eigen ontwerp. Je voorziet dit visitekaartje van een QR – code. Achter deze QR – code zit een foto waarin jij jezelf presenteert. Je maakt handig gebruik van de kennis die je hebt opgedaan in eerdere opdrachten.
Kijk ook eens naar het filmpje: Demonstratie QR code (DDQ.nl)
Sites:
Let op: Een goed begin is het halve werk!
Als je deze opdracht optimaal uitvoert, dan heb je meteen een fantastische binnenkomer naar bedrijven toe! En reken maar dat ze dit zullen waarderen. Bovendien komt het professioneel over. Aan de slag, dus!
Opdracht 4
Het sollicitatiegesprek
Je bent er helemaal klaar voor. Je houdt je sollicitatiegesprek. Je bent tot de tanden gewapend, inclusief visitekaartje. Je sollicitatiegesprek kan je evt. laten opnemen op je smartphone. Je kunt je eigen gesprek dan achteraf nog eens terugzien. Dit is erg leerzaam.
Opdracht
Iedereen beoordeelt twee sollicitatiegesprekken. Hiervoor gebruik je het beoordelingsformulier. Lever het beoordelingsformulier in bij de docent.
Eisen t.b.v. het invullen van een beoordelingsformulier
- Het beoordelingsformulier vul je in, inclusief feedback op het gesprek.
- Het cijfer dat je geeft voorzie je van duidelijke uitleg hoe jij tot dat cijfer bent gekomen.
- Denk eraan: Neem een actieve houding aan
- Denk eraan: Spreek correct Nederlands
Opdracht
Maak gebruik van de 2 vragenlijsten, opdracht 2, en houd die bij de hand.
Je bedenkt wat jij zou willen weten van iemand die bij jou komt solliciteren. Je denk vervolgens goed na over het antwoord dat jij dan zou kunnen geven. Daarna draai je de rollen om en denk je na over dingen die jij wilt weten over het bedrijf en over de stage.
Let op!
De docent is je opdrachtgever en je begeleider. Lever bij hem of haar de vragen in die jij wilt stellen. Als deze akkoord zijn bevonden, kun je sollicitatiegesprekken voeren met een klasgenoot. In het ene gesprek ben jij de sollicitant, in het andere gesprek ben jij het leerbedrijf.
Opdracht 5
Gefeliciteerd je bent aangenomen!
Opdracht
Toets je CREATIVITEIT en je OVERTUIGINGSKRACHT
Overtuig ons van het nut van het product dat je ons gaat presenteren!!
- Je bent aangenomen! Laat maar meteen zien wat je in huis hebt. Je gaat een zgn. ‘low interest’ product presenteren.
- Je mag kiezen uit: een paperclip, een lucifer, een kartonnen doos, een toiletrol, een bierviltje, een boterhamzakje, een koffiefilter, een elastiekje, een stuk papier of een potlood.
- Bestudeer het product uitgebreid en ga na waarom er, ondanks dat het een low interest product is, toch behoefte aan is.
- Breng het product van je keuze aan de man. Geef uitleg over het product en overtuig ons waarom dit product nuttig voor ons is en waarom we het bijv. zouden moeten kopen.
- Je geeft voor de klas in minimaal een minuut een overtuigende en creatieve presentatie.
Doel
Het doel van deze opdracht is dat je leert je fantasie te gebruiken en dat je leert creatief om te gaan met de factor tijd. En natuurlijk moet je kunnen overtuigen!
De onderwerpen waarover je iets moet vertellen zijn bewust onderwerpen waar weinig emotie bij zit. Ze zijn ook bewust niet echt ‘sexy’. Toch moet je er makkelijk minutenlang overtuigend over kunnen vertellen.
In het bedrijfsleven zal soms moeten presenteren. Aan een presentatie is altijd een minimale tijd gekoppeld. In de regel moet een voordracht al gauw plm. 10 minuten duren. Met deze opdracht word je gaandeweg getraind op deze belangrijke vaardigheid (een stukje time management).
Eisen aan de presentatie
H6 "Ken je product"
Opdracht 1
Nieuw product
- Je moet voor je leerbedrijf een wervende brochure/flyer maken voor een nieuw te introduceren product. Deze brochure moet de (toekomstige) klanten informeren en verleiden om het product te kopen!
- In de praktijk kan je helaas nooit alle (toekomstige) klanten persoonlijk informeren over een nieuw product. Je hebt dan een wervende brochure (flyer) nodig om je marketing/verkoopinspanningen een extra stimulans te geven. Bedenk hoe je met een QR iets kan toevoegen.
- Jij gaat de brochure nu maken en je mag zelf het product kiezen! Neem dus een product dat jou aanspreekt.
Opdracht 2
Verkoopgesprek
Het is nu aan jou om je product aan de klant te presenteren in een verkoopgesprek! Je hebt de opdracht om het verkoopgesprek van het nieuwe product volledig te verzorgen.
Let op!
Gebruik je creativiteit, je fantasie, je enthousiasme en overtuig de klant! Je moet tijdens het verkoopgesprek ook minstens een monster bij je hebben (een ‘proefexemplaar’ van het product).
Eisen
- Je gebruikt de brochure als rode draad voor je verkoopgesprek
- Je verdiept je van tevoren grondig in de behoefte waaraan jouw product voldoet
- Je doet te plekke nader onderzoek naar de behoefte van de klant (de docent of een mede deelnemer)
- Je vergelijkt het product met concurrerende producten
- Wat maakt juist jouw product nu zo bijzonder?
Je verkoopt het product aan een klasgenoot. Jullie zetten samen een verkoopgesprek in scène en voeren het op voor de klas. Je mag ook het verkoopgesprek filmen en dan tonen aan de klas.
H7 "De Werkprocessen"
H8 "Website"
Je eigen website maken
Je gaat de komende weken je eigen website maken! Dit doen we aan de hand van Joomla; een echt Content Management Systeem (CMS-systeem).
Omdat je je weblog al hebt aangemaakt, heb je in feite ongemerkt al een aardige basisstructuur gemaakt om met deze opdracht aan de slag te gaan.
Het is vooral de bedoeling dat we gaandeweg elkaar helpen bij het maken van een website.
Je werkt aan de website in de lessen van “Bagage voor je stage!” én in de ICT lessen.
H9: Uitleg tools: Weblog, Mindmap, Website.
Weblog
Wat is een Weblog?
Een weblog of blog is een persoonlijk dagboek op een website. Deze website wordt regelmatig bijgehouden. Het is een programma dat via internet wordt aangeboden en gratis te gebruiken is. Meestal gaat het om teksten die in omgekeerd chronologische volgorde verschijnen. Het kunnen ook video's (vlog), foto's (fotoblog) of geluidsfragmenten (podcast) zijn. Weblogs bieden hun lezers vaak de mogelijkheid om reacties onder de berichten te plaatsen.
Weblog tijdens stage
Tijdens de stage ga je wekelijks een blog bijhouden waarin je je ervaringen, knelpunten en leerpunten worden weergegeven. Wekelijks leest je docent en praktijkbegeleider deze blogs.
We willen graag dat je een Blog met een besloten toegang aanmaakt. Dit om te voorkomen dat eventuele gevoelige bedrijfsinformatie vrij op het internet te vinden is. Zowel docent als praktijkbegeleider kunnen een reactie schrijven op de blog. Voordelen van een blog
Ga naar de site http://www.blogger.com en log in met je Google-account. Vervolgens ga je aan de slag. Bij Instellingen regel je wie mag bewerken en lezen. Je kunt hierin per student een blog maken.
Een handleiding vind je hier:
Handleiding Blogger bij google
We maken afspraken over:
- wie is eigenaar van de blog
- wie mag wat bewerken en lezen
- het taalgebruik: wat mag wel en wat niet
- hoe wordt de blog opgebouwd
Tijdens de ICT lessen krijg je een workshop "Blog maken" met o.a. de volgende onderwepen:
- opbouw: wat wil ik doen
- verhaal: wat heb ik gedaan
- conclusie: wat vond ik ervan
- wat is de functie van de titel van een blogpost
- moet er beeldmateriaal bij de blogpost worden geplaatst
- het auteursrecht
Mindmap
Misschien heb je op een vorige opleiding al eens een mindmap gemaakt en heb je mogelijk al een account. Voel je vrij om deze dan te gebruiken.
Wanneer je nog nooit een digitalemindmap hebt gemaakt, kun je kiezen uit de onderstaande 2 mindmap tools.
Mindomo
Popplet
Wanneer je de tools download, bekijk dan aandachtig de vinkjes en zet ze als het nodig is uit!
Je docent zal in de klas 1 Mindmap tool uitleggen.
Website