Agrarische Bedrijfseconomie
Saldoberekening
1 Opbrengsten uit melk
Na dit hoofdstuk kan je:
- Benoemen welke opbrengsten posten er zijn op een melkvee bedrijf
- De opbrengsten uit melk berekenen
Inleiding
De belangrijkste opbrengsten op een melkveebedrijf zijn natuurlijk de melkopbrengsten. Bij het vaststellen van de melkopbrengsten werken we altijd met een vast gegeven, namelijk de geleverde melk. Hiermee kan worden vastgesteld hoeveel kg melk jaarlijks wordt geleverd.
Met behulp van de administratie kan worden vastgesteld hoeveel koeien er gemiddeld op het bedrijf voorkomen. Door nu de geleverde melk te delen door de gemiddelde aanwezige melkkoeien kan de melkproductie per gemiddelde aanwezige melkkoe worden uitgerekend.
2 Omzet en Aanwas
Na dit hoofdstuk kan je:
- Uitleggen wat er verstaan wordt onder het begrip omzet en aanwas
- Berekenen hoeveel en welke dieren er aangehouden en afgevoerd moeten worden op een melkveebedrijf
- Toelichten hoe het uitvalsrisico berekend wordt
- Een rekentabel in excel maken
Inleiding
De belangrijkste opbrengsten op een melkveebedrijf zijn de melkopbrengsten, zie hoofdstuk 1. Een andere opbrengst op het bedrijf is de post omzet en aanwas. Wat is omzet en aanwas?
Kalf
Vaars
Koe
3 Overige opbrengsten
Na dit hoofdstuk kan je:
- Toelichten hoe toeslagrechten opgebouwd zijn
Inleiding
Tot slot de overige opbrengsten. Dit zijn opbrengsten die niet vallen onder de
opbrengsten die hiervoor genoemd zijn. Vaak worden de kosten die gemaakt worden om deze overige opbrengsten te verkrijgen berekend bij de toegerekende kosten.
Deze opbrengsten dienen dus te worden opgenomen in de saldoberekening.
Toeslagrechten
4 Voerkosten
Na dit hoofdstuk kan je:
- Omschrijven welke kosten bij de saldoberekening horen
- Beredeneren hoeveel voer er aangekocht moet worden
- Berekenen hoeveel extra ruwvoer moet worden aangekocht
- De kunstmelkkosten voor de opfok berekenen
Inleiding
Alle opbrengsten van het melkveebedrijf zijn nu keurig verwerkt in de school opdrachten. Voor de saldoberekening ontbreken nu nog de toegerekende kosten.
(Saldo = Opbrengsten – Toegerekende kosten)
Onder toegerekende kosten verstaan die kosten die direct toe te rekenen zijn aan de opbrengsten. Bijvoorbeeld krachtvoer- en ruwvoeraankopen, veeartskosten, bemesting en loonwerk.
Voeraankopen is vaak de grootste kostenpost. Om deze kostenpost te bepalen is de nodige informatie vereist. Naast de informatie die je kunt krijgen uit de deeladministratie moet je voor de toekomstige voeraankopen nog rekening houden met andere factoren namelijk:
- De ruwvoederbehoefte
- Op een intensief bedrijf moet meer ruwvoer worden aangekocht. (snijmaïs, hooi, voordroog, luzerne)
- De ruwvoederbehoefte van de veestapel neemt af als de melkproductie stijgt, immers; het melkquotum wordt vol gemolken met minder koeien, dus er is minder onderhoudsvoer nodig!
2. De krachtvoerbehoefte / mk, deze neemt toe bij:
- Een hogere productie per koe
3. Het aanbod van eigen ruwvoer, dat toeneemt bij;
- Een hogere N-gift op het grasland
- Een beweidingsysteem met minder beweidingverliezen
- Een groter oppervlak voedergewassen(vooral snijmaïs).
5 Overige bijkomende kosten
Na dit hoofdstuk kan je:
- De bijkomende kosten benoemen en deze verwerken
- De post rente uitleggen en ermee werken
- De diverse kosten benoemen en deze verwerken
Inleiding
Het tweede gedeelte van de saldoberekening gaat over de overige bijkomende kosten voor vee en de directe kosten per ha. Overigens allemaal toegerekende kosten.
6 Directe kosten per Ha grasland
Na dit hoofdstuk kan je:
- De kosten van de meststoffen berekenen
- De kosten van herinzaaien op een bedrijf berekenen
- De directe kosten benoemen en verwerken
- De loonwerkkosten berekenen en verwerken
Inleiding
Het laatste gedeelte van het saldoberekeningsformulier handelt over de directe kosten per ha. De eerste kosten die we dan vinden zijn de bemestingskosten van Stikstof, fosfaat, Kali en diverse meststoffen. We moeten bij het vinden van deze gegevens weer gebruik maken van de administratie. De mineralenbalans kan hierover ook informatie verstrekken. Daarin moeten we zien te vinden hoeveel zuivere NPK er per ha wordt gestrooid. Met behulp van deze gegevens kunnen we dan weer een gemiddelde gift vaststellen.
7 Directe kosten voedergewassen
Na dit hoofdstuk kan je:
- De kosten voedergewassen omschrijven, berekenen en verwerken.
Inleiding
De laatste post op de saldoberekening zijn de kosten voor het verbouwen van voedergewassen. Deze voedergewassen worden aan het melkvee gevoerd en zijn dus toegerekende kosten. Onder voerdergewassen verstaan we alle gewassen anders dan gras.
8 Totaal toegerekende kosten en saldo
Na dit hoofdstuk kan je:
- De saldo berekening van een bedrijf berekenen
Inleiding
Alle toegerekende kosten hebben we nu besproken. De volgende stap is het totaal aan toegerekende kosten optellen. Hiervoor moeten we een saldoformulier gebruiken.
Bedrijfsbegroting
9 Niet-toegerekende kosten
Na dit hoofdstuk kan je:
- Benoemen wat niet toegerekende kosten zijn
Inleiding
In de voorgaande hoofdstukken zijn de opbrengsten en de toegerekende kosten per bedrijfsonderdeel berekend. In dit hoofdstuk houden we ons bezig met de niet toegerekende kosten.
10 Werktuigkosten
Na dit hoofdstuk kan je:
- De vervangingswaarde van werktuigen berekenen
- De bedrijfswaarde van werktuigen berekenen
- De berekende rente van werktuigen verwerken
Inleiding
Om de werktuigkosten te kunnen berekenen, moeten we gebruik maken van het formulier “werktuigen rundveehouderij”. Dit formulier bevat gegevens over de werktuigen die op het bedrijf aanwezig zijn.
11 Gebouwkosten
Na dit hoofdstuk kan je:
- De kosten van de gebouwen benoemen en verwerken
Inleiding
De kosten die jaarlijks worden gemaakt aan gebouwen zijn: Afschrijving, Rente, Onderhoud en Verzekering.
De manier waarop we deze kosten berekenen is vrijwel gelijk aan de manier waarop we de kosten van werktuigen berekenen. Het vaststellen van de vervangingswaarde gebeurt ook met behulp van de KWIN.
12 Grondkosten
Na dit hoofdstuk kan je:
- De kosten van grond berekenen
Inleiding
In dit hoofdstuk komen de kosten van grond en investeringen in grond ter sprake. Naast de kosten die direct met de grond te maken hebben (pacht, rente) worden ook de kosten behandelt voor investering in de grond, zoals drainage en kavelpaden.
Voor het berekenen van de kosten van de grond, moeten we weten met wat voor grondsoort we te maken hebben. Ook de oppervlakte dient bekend te zijn die in eigendom, pacht of erfpacht is.
13 Arbeidskosten
Na dit hoofdstuk kan je:
- De 4 verschillende arbeidskosten benoemen
- De arbeidskosten berekenen en verwerken in de bedrijfsbegroting
Inleiding
De arbeidskosten kunnen worden opgedeeld in 4 soorten:
- de berekende arbeid voor de ondernemers(s).
- de berekende arbeid voor meewerkende gezinsleden.
- de betalende arbeid aan de gezinsleden.
- de betalende arbeid aan “vreemde” arbeidskrachten op het bedrijf.
Vaak wordt op het agrarische bedrijf nog een redelijk inkomen door het gezin als totaal behaald, maar als de arbeid zou moeten worden betaald volgens de CAO in de landbouw, blijkt dat niet uit te kunnen. Er valt te weinig inkomen uit het agrarische bedrijf te halen, om daar de arbeid volgens CAO-normen van te kunnen betalen. Dit is bijvoorbeeld een van de redenen waarom bedrijfsovername minder aantrekkelijk is.
So
14 Algemene kosten
Na dit hoofdstuk kan je:
- Benoemen wat er onder de algemene kosten valt
14 ALGEMENE KOSTEN
De algemene kosten is een verzamelpost van allerlei kleine kosten van een bedrijf, die niet zijn toe te reken aan een dier of hectare. In bedrijfseconomische boekhoudingen worden deze apart vermeld.
15 Bedrijfsbegroting
Na dit hoofdstuk kan je:
- De bedrijfsbegroting in vullen en verwerken
Inleiding
In de voorgaande paragrafen zijn alle onderdelen besproken die op de bedrijfbegroting samenkomen. We bespreken nu in twee gedeelten het bedrijfsbegrotingformulier. In fig. 1 zien we het bovenste gedeelte, waarop de uitkomsten van de saldoberekening kan worden ingevuld. Dit is de saldo berekening van het voorbeeldbedrijf . Zorg dus dat je die bij dit onderdeel bij de hand hebt.
Voorbeeldbedrijf
Voorbeeld bedrijf:
550.000 kg geleverde melk met 4,27 % vet; geleverd eiwitpercentage 3,42 %.
30 ha grasland, 8 ha maïs, grondsoort zand is eigendom.
Kuilgras 6.000 kg ds /ha, mais 16.000 kg ds/ha
Veebezetting: koeien (HF) is 68 stuks;
nuka’s;
24 dieren 0-1jaar;
21 dieren 1-2 jaar;
6 dieren > 2 jaar;
vervangingspercentage 29%
Verkopen: 51 kalveren waarvan 34+4 ♂=38 en (34+3♀)-24=13;
3 pinken ± 1 jr ;
1 pink ± 2 jr;
20 melkkoeien.
Voor de berekeningen nuka’s is er een gemiddelde prijs genomen dus voor totaal 51 stuks.
Nu weten we precies hoeveel melk per gemiddelde aanwezige koe wordt geproduceerd: 550.000/68 melkkoeien = ............. kg melk.
Onbeperkt Weiden, zaagsel in de boxen.
Toeslagrechten € 330/ha grond. Maai perc. 150 % Rentevoet 4.5% kwin 13-14
Verrijkingsstof
Varkenshouderij
BPV opdrachten