Aan het eind van het 4e schooljaar doe je het praktijkexamen. Tijdens dit examen voer je verschillende opdrachten uit. Opdrachten die bestaan uit onderwerpen die je in leerjaar 3 en 4 tijdens de praktijklessen hebt geleerd.
Wat kun je verwachten?
Om hierop antwoord te krijgen klik je op onderstaande afbeelding. Je kunt in het bestand 'Examen doen' lezen wat je kunt verwachten.
Je ontvangt voor de examens een overzicht wanneer jij welk onderdeel uitvoert.
Kennismaking met het praktijkexamen
Het praktijk examen van KB bestaat uit
meerdere onderdelen. Bijvoorbeeld 4. Dat wordt als volgt aangegeven:
Onderdeel A
Onderdeel B
Onderdeel C
Onderdeel D
Ieder onderdeel bestaat uit:
Een opgaveblad
Eventuele papieren bijlages (In het opgaveblad wordt hiernaar verwezen)
Eventuele digitale bestanden zoals een website, een Excelbestand, een Wordbestand, enz. (In het opgaveblad wordt hiernaar verwezen)
Op de voorpagina van ieder onderdeel wordt het volgende benoemd:
Hoeveel tijd je voor het onderdeel hebt
Hoeveel punten je voor het onderdeel kunt behalen
Welke bijlages er bij het onderdeel horen
Op pagina 2 vind je:
Welk examenonderdeel je maakt.
een overzicht van de opdrachten waaruit het onderdeel bestaat.
Het totaal te behalen punten.
Uit welke onderdelen het examen nog meer bestaat. (Deze zijn grijs en moet je op een ander moment maken. Hiervoor krijg je een examenrooster)
Uitgangspunt van de opdracht
Inleiding
Het onderdeel begint altijd met een korte omschrijving van de situatie (De inleiding). Hier wordt uitgelegd waar de opdrachten mee te maken hebben en welke rol jij daarin speelt.
Uitleg van de opdracht
De deelopdrachten beginnen met een korte uitleg van informatie die je nodig hebt. Deze zijn altijd in een omkaderd gedeelte geplaatst.
Samenvattingen van de theorie
Tijdens het examen krijg je meerdere minitoetsen. Om deze minitoetsen goed te kunnen maken is het belangrijk dat je de theorie kent. Per profielmodule is er een samenvatting van de theorie. Ter voorbereiding op het examen is het dus heel belangrijk om deze samenvattingen goed te leren.
Klik op de afbeeldingen om de samenvatting te openen.
Bij elk onderdeel van het examen maak je een minitoets. In deze minitoets moet je vragen beantwoorden die te maken hebben met één van de profieldele
Daarom is het belangrijk om de samenvattingen te leren!!!
De minitoetsen van voorgaande jaren kun je oefenen. Door deze te oefenen weet je hoe een minitoets werkt en welk soort vragen er worden gesteld. Klik om te oefenen op de volgende link:
Let op gebruik Chrome als browser.
Tik in de zoekbalk 'Groen'. Er verschijnen dan alleen maar groene minitoetsen.
Je werkt bij Land van Groen. Land van Groen heeft een pluktuin. In de pluktuin liggen borders met bloeiende planten, groenten en fruit. Bezoekers mogen alles zelf plukken en oogsten.
Land van Groen heeft ook een winkel. In de winkel zijn allerlei producten te koop, zoals planten en snijbloemen uit de tuin.
Jij hebt als taak om de tuin te onderhouden en uit te breiden. Er ligt een plan om een nieuwe border aan te leggen. Het is jou taak om dit voor te bereiden.
Voor de eerste opdracht heb je het onderstaande filmpje nodig.
Opdr. 4 Instructie Champignonsoep
Snijtechnieken
Julienne snijden
Julienne is een snijtechniek waarbij voedsel in dunne, gelijkmatige reepjes wordt gesneden. Deze techniek is ideaal voor groenten zoals wortels, paprika's en courgettes. Als je het goed doet krijg je prachtige, uniforme reepjes die de textuur van het gerecht verbeteren en zorgen voor een gelijkmatige gaartijd.
Om de perfecte julienne te bereiken, begin je met het snijden van het voedsel in dunne plakken. Stapel deze plakken vervolgens op elkaar en snijd ze in lange, smalle reepjes van ongeveer 3 tot 4 centimeter lang. Het is belangrijk om voorzichtig te zijn en een scherp mes te gebruiken om nauwkeurig te kunnen werken.
Brunoise snijden
Brunoise is een fijne snijtechniek waarbij voedsel in kleine blokjes van 1-2 mm wordt gesneden. Deze techniek wordt vaak gebruikt voor aromatische groenten zoals uien, selderij en wortels. Het resultaat is een perfecte en consistente blokjesvorm, die een verfijnde uitstraling aan je gerecht geeft.
Om brunoise te snijden, begin je met het julienne snijden van het voedsel, zodat je reepjes van gelijke grootte hebt. Snijd vervolgens de reepjes in kleine blokjes. Het vergt oefening en precisie om een brunoise perfect te kunnen snijden, maar het resultaat is de moeite waard.
Een Roux maken
Het maken van een blanke roux. Roux kun je gebruiken voor het binden van soepen en sauzen.
Kijk naar het volgende filmpje hoeje een Roux maakt.
Je kunt met behulp van een kalender bepalen welke werkzaamheden er moeten gebeuren.
Je kunt met behulp van een tabel berekeningen over energie- en eiwitbehoefte voor geiten maken.
Je kunt vragen over vachtverzorging van pony's beantwoorden
Je kunt op basis van voerbehoefte, een bestelling voor diervoer samenstellen.
Deelopdracht 1
Tijdens deze opdracht ga je werkzaamheden bepalen, energie- en eiwitbehoefte berekenen, voer bestellen en vragen over vachtverzorging van pony's beantwoorden. Dit is onderdeel C van het KB examen van 2019.
Open de opdracht in de bijlage.
Open ook de bijlage opgave 1 en 2
Maak de opdracht
LET OP! Schrijf alle berekeningen op.
Lever de opdracht en de uitwerkbijlage in via Elo --> Inleverpunt --> Examentraining 2021
Wanneer vind je iets lekker of wanneer zeg je “dit lust ik niet”? Dat hangt natuurlijk van de smaak van iets af. Of is er nog meer?
Wij ervaren smaak met onze zintuigen. Daar heb je er verschillende van:
De neus neemt geur waar
De ogen nemen licht waar
De smaakpapillen op de tong nemen smaken waar
Ook heb je overal in je lichaam druk en tast zintuigen
Warmte en koude zintuigen nemen de temperatuur waar.
Vind je iets niet lekker voelen in de mond of ruikt het verkeerd, dan is de kans vrij groot dat je het ook niet lekker vind smaken. Of wat dacht je van hoe iets eruit ziet…
Bij een organoleptische keuring (een soort smaakproef), ga je ervaren wat er van een smaak overblijft als je zintuigen uitschakelt.
Tijdens het praktijkexamen maak je meerdere minitoetsen. Je sluit deze examentraining af met het maken van 2 minitoetsen. Deze minitoetsen zijn voor jou een meetpunt of je de theorie over het onderwerp beheerst. Het resultaat van deze minitoetsen wordt geregistreerd.
Hier vind je examenonderdelen van voorgaande jaren. Gebruik deze om te oefenen. Op het beoordelingsformulier kun je per onderdeel zien waarop je beoordeeld wordt.
Je maakt heel onderdeel D van het examen van 2019 BB/blauw. Dit examen is zowel geschikt voor BB als voor KB. Daarom oefent zowel Basis als Kader met dit examen.
Open de bijlage ‘Examentraining opdracht Bloem’
Maak alle opgaven. Daarvoor heb je 90 minuten
Bij de bijlagen vind je de ‘Uitwerkbijlage’ en het digitale bestand 'vb_webwinkel_bb' Deze heb je nodig bij het maken van de de opgaven. (Let op! Klik wel op 'inhoud inschakelen' in de gele balk bovenaan.
LET OP! Schrijf altijd alle berekeningen op.
Lever de opdracht die je hebt ingevuld op papier in bij jou docent.
Je maakt opgave 1 t/m 4 uit onderdeel C van het examen van 2018 KB/blauw.
Open de bijlage ‘Examentraining opdracht Dier KB-18-b-C-1 tm 4’
Maak alle 4 opgaven. Daarvoor heb je 60 minuten
Bij de bijlagen vind je ook enkele bestanden die je nodig hebt om de opgaven te kunnen maken. Deze bestanden worden in de opgave genoemd als je ze nodig hebt.
LET OP! Schrijf altijd alle berekeningen op.
Lever de opdracht die je hebt ingevuld op papier in bij jou docent.
Lever digitale bestanden in via de Elo opdrachten --> inleverpunt examentraining
Je maakt heel onderdeel D van het examen van 2019 BB/blauw. Dit examen is zowel geschikt voor BB als voor KB. Daarom oefent zowel Basis als Kader met dit examen.
Open de bijlage ‘Examentraining opdracht Bloem’
Maak alle opgaven. Daarvoor heb je 90 minuten
Bij de bijlagen vind je de ‘Uitwerkbijlage’ en het digitale bestand 'vb_webwinkel_bb' Deze heb je nodig bij het maken van de de opgaven. (Let op! Klik wel op 'inhoud inschakelen' in de gele balk bovenaan.
LET OP! Schrijf altijd alle berekeningen op.
Lever de opdracht die je hebt ingevuld op papier in bij jou docent.
Je maakt opgave 2 uit onderdeel B van het examen van 2019 KB/blauw.
Open de bijlage “Opdracht 1 Examentraining Theorie KB-19-b-B-2.pdf”
Maak de opgave. Daarvoor heb je 30 minuten
Bij de bijlagen vind je ook het bestand ‘vb_processchema_kb’. Dit bestand heb je nodig om de opgave te kunnen maken. (Deze bestanden worden in de opgave genoemd als je ze nodig hebt)
LET OP! Schrijf altijd alle berekeningen op.
Lever de opdracht die je hebt ingevuld op papier in bij jou docent.
Open onderstaande excelbestand en maak de opdracht. Deze opdracht komt uit een examen van voorgaande jaren. Kies bij iedere foto het juiste type bedrijf. Als je op het invulvakje onder de foto klikt verschijnt er een keuzemenu.
Let op: Wel even op 'inhoud inschakelen' klikken bovenin het document.
Bekijk onderstaande instructiefilm 'Een zaaibak maken'.
Een praktijkopdracht uitvoeren
Bekijk onderstaande instructiefilmpje
Opdracht
Een groot deel van de opdracht 'Uitzetten, meten en afwegen' kun je niet thuis maken. Lees de opdracht wel goed door en stel vragen aan de docent over de onderdelen die je niet begrijpt. Maak wel de berekeningen die gevraagd worden. Bekijk hiervoor ook de instructiefilmpjes over berekenen en afwegen.
Heel vaak moet je op een examen een berekening maken. Dat kan gaan over:
Hoeveelheid bemesting uit rekenen.
Hoeveelheid benodigd zaad uitrekenen.
Bekijk onderstaande instructiefilmpje over een berekening maken
Als je bemesting of zaad moet afwegen doe je dat heel vaak op een digitale weegschaal.
Bekijk onderstaande instructiefilmpje over digitaal afwegen
Bemesting en bemesten
In de theorie vind je informatie over bemesting en bemesten.
Bekijk eerst onderstaande filmpjes
Mestsoorten: natuurlijk of kunstmatig
Planten hebben voedingsstoffen nodig om te kunnen groeien. Deze kunnen van nature aanwezig zijn in een grondsoort, bijvoorbeeld in de vorm van plantenresten. Maar meestal moet je extra voedingsstoffen toedienen aan de grond. Dit noem je dan meststoffen.
Meststoffen
Meststoffen kunnen natuurlijk zijn of kunstmatig.
Natuurlijke meststoffen noem je ook wel organische meststoffen.
Kunstmatige meststoffen, ofwel kunstmest, noem je ook wel anorganische meststoffen.
Natuurlijke meststoffen
Bij de natuurlijke meststoffen zijn er twee mogelijkheden:
of ze zijn van dierlijke herkomst
of ze zijn van plantaardige herkomst.
Dierlijke mest komt vaak van diersoorten van agrarische bedrijven. Dat kunnen koeien, varkens en kippen zijn, maar ook minder bekende diersoorten zoals geiten en nertsen. Plantaardige mest ken je in de vorm van compost.
Kunstmeststoffen
In kunstmest zit geen organische stof. Kunstmeststoffen worden in de kunstmestfabriek gemaakt. In kunstmest kun je precies de voedingsstoffen stoppen die een boer of tuinder nodig heeft.
Nadelen van kunstmest zijn:
Er treedt humusgebrek in de bodem op
De structuur van de grond verslechtert.
Het spoelt uit in het grondwater
Waaruit bestaat bemesting?
De belangrijkste voedingselementen in bemesting zijn:
stikstof (N),
fosfor (P)
kalium (K)
Vruchtwisseling en teeltplan
Vruchtwisseling
Vruchtwisseling is het afwisselen van gewassen op een stuk grond. Bij een vruchtwisseling van 1 op 7, staat de 7 voor het aantal jaren dat ertussen ligt voordat je hetzelfde gewas weer op hetzelfde perceel verbouwt.
Hoe pas je vruchtwisseling toe?
Om een vruchtbare bodem te krijgen en een gezonde gewasgroei, kun je het beste een vruchtwisseling van minimaal 1 op 3 uitvoeren. Daarbij duurt het dus minimaal drie jaar voordat je hetzelfde gewas weer op dat stukje grond verbouwt. Tuinders kiezen vaak voor een vruchtwisseling van 1 op 4 tot 1 op 7.
Het principe van vruchtwisseling komt op het volgende neer:
Groenten worden ingedeeld in een zestal families, elke familie heeft specifieke eigenschappen.
Elke groentefamilie krijgt een eigen stukje moestuin toebedeeld.
Elk seizoen vindt er een soort stoelendans plaats: elke plantenfamilie verhuist naar een nieuw stukje grond, totdat een familie in het zevende jaar weer op haar initiële plekje terechtkomt. Daarna begint de dans opnieuw.
Agrarische bedrijfskolom/keten en bedrijfstypen
Rostirondjes bereiden
Bekijk het volgende filmpje
Opdracht
Deze opdracht kun je niet thuis maken. Lees de opdracht wel goed door en stel vragen aan je docent als je iets niet begrijpt.
Wanneer vind je iets lekker of wanneer zeg je “dit lust ik niet”? Dat hangt natuurlijk van de smaak van iets af. Of is er nog meer?
Wij ervaren smaak met onze zintuigen. Daar heb je er verschillende van:
De neus neemt geur waar
De ogen nemen licht waar
De smaakpapillen op de tong nemen smaken waar
Ook heb je overal in je lichaam druk en tast zintuigen
Warmte en koude zintuigen nemen de temperatuur waar.
Vind je iets niet lekker voelen in de mond of ruikt het verkeerd, dan is de kans vrij groot dat je het ook niet lekker vind smaken. Of wat dacht je van hoe iets eruit ziet…
Bij een organoleptische keuring (een soort smaakproef), ga je ervaren wat er van een smaak overblijft als je zintuigen uitschakelt.
Bekijk onderstaande instructiefilmpje over een product presenteren.
Een flyer maken
Bij het maken van een flyer zijn een paar dingen heel belangrijk.
Let goed op de voorwaarden die in de opdracht staan.
Loop deze voorwaarden aan het eind één voor één na of ze allemaal zijn verwerkt
Gebruik duidelijke plaatjes en tekst.
Zorg dat je weet hoe je een plaatje knipt en in een Word-document plakt.
Zorg dat je weet hoe je de eigenschappen van een plaatje veranderd zodat je hem kunt verplaatsen naar plek waar je hem hebben wilt.
Houd in gedachte dat een flyer bestemd is om iets onder de aandacht te brengen en om informatie te verstrekken.
Zorg dat je weet hoe je, je naam in de 'voettekst' moet zetten. Als je niet weet hoe dat moet zoek dan iemand in je omgeving op die jou dat kan uitleggen.
Een budget berekenen
Hier volgt nog een oefenopdracht voor het berekenen van een 'budget'
Een advertentie maken
Bij een advertentie maken zijn enkele dingen heel belanrijk
Let goed op de voorwaarden die in de opdracht staan.
Loop deze voorwaarden aan het eind één voor één na of ze allemaal zijn verwerkt
Gebruik duidelijke plaatjes en tekst.
Zorg dat je weet hoe je een plaatje knipt en in een Word-document plakt.
Zorg dat je weet hoe je de eigenschappen van een plaatje veranderd zodat je hem kunt verplaatsen naar plek waar je hem hebben wilt.
Houd in gedachte dat een advertentie bestemd is om iets onder de aandacht te brengen en om informatie te verstrekken.
Zorg dat je weet hoe een advertentie op social media er uitziet. Ga naar Instagram en Facebook en let bewust op de advertenties die je daar ziet.
Je maakt heel onderdeel D van het examen van 2019 BB/blauw. Dit examen is zowel geschikt voor BB als voor KB. Daarom oefent zowel Basis als Kader met dit examen.
Open de bijlage ‘Examentraining opdracht Bloem’
Maak alle opgaven. Daarvoor heb je 90 minuten
Bij de bijlagen vind je de ‘Uitwerkbijlage’ en het digitale bestand 'vb_webwinkel_bb' Deze heb je nodig bij het maken van de de opgaven. (Let op! Klik wel op 'inhoud inschakelen' in de gele balk bovenaan.
LET OP! Schrijf altijd alle berekeningen op.
Lever de opdracht die je hebt ingevuld op papier in bij jou docent.
Het arrangement Examentraining Groene profielvakken - KB is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze examentraining is een voorbereiding op het Centraal Schriftelijk en Praktisch Examen (CSPE). In de ze trainer vind je een samenvatting van de theorie en verschillende opdrachten. Door deze opdrachten te maken oefen je voor het examen.
Deze examentraining is een voorbereiding op het Centraal Schriftelijk en Praktisch Examen (CSPE). In de ze trainer vind je een samenvatting van de theorie en verschillende opdrachten. Door deze opdrachten te maken oefen je voor het examen.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.