Aardrijkskunde h45

Aardrijkskunde h45

Aardrijkskunde h45

De Stercollectie aardrijkskunde van Stichting VO-content geeft je als docent alle ruimte om de lessen naar wens vorm te geven. Het digitaal leermateriaal is naar eigen inzicht in te zetten, te combineren en aan te vullen. De Stercollecties zijn daardoor goed te gebruiken als aanvulling op bestaand leermateriaal. Of vormen een goede basis om een methode te vervangen.

Aan welke kenmerken voldoet de Stercollectie?

  • Actuele digitale leerlijnen voor een vak, niveau en jaar voor iedereen beschikbaar.
  • Kerndoel- en eindtermdekkend, voor aanvullend of (deels) vervangend gebruik.
  • Leerdoeldenken en formatief evalueren zijn geïntegreerd in alle leerlijnen.
  • Flexibel inzetbare en leerlinggerichte opdrachten, bruikbaar voor blended learning.
  • Sluit aan op de door de SLO ontwikkelde leerdoelenkaarten voor het vak aardrijkskunde.
  • Stelselmatig onderhoud en actualisatie op basis van reflecties van gebruikers en experts.
  • Te gebruiken op elke computer, laptop of tablet.

Voor aardrijkskunde zijn de volgende Stercollecties ontwikkeld:

  • aardrijkskunde hv leerjaar 1 t/m 3
  • aardrijkskunde havo leerjaar 4 en 5
  • aardrijkskunde vwo leerjaar 4, 5 en 6
  • aardrijkskunde vmbo-kgt leerjaar 1 t/m 4

Docentenmateriaal
Als jouw school deelneemt aan Stichting VO-content krijg je ook exclusief toegang tot het docentenmateriaal dat bij de Stercollecties hoort.
Check hier of jouw school al deelneemt aan VO-content. Als dit het geval is, kun je direct binnen ‘Mijn VO-content’ het docentenmateriaal eenvoudig filteren op vak, niveau en leerjaar waarna je precies ziet welke materialen er beschikbaar zijn. Denk aan:

  • Toetsen en antwoordmodellen
  • Werkbladen
  • Werkplannen
  • Samenvattingen
  • Woordenlijsten
  • Stercollectie handleidingen
  • Extra oefenmaterialen

Contact
Heb je een inhoudelijke of technische vraag over de Stercollecties? Neem gerust contact op met onze helpdesk of telefoonnummer: 085-0443100 (tot 12 uur).

Deelnemer worden aan Stichting VO-content?
Wanneer jouw school (vanaf dit schooljaar) deelneemt aan VO-content* krijgen jij en collega’s exclusief toegang tot een basispakket met het docentenmateriaal én allerlei programma’s die onderwijs op maat mogelijk maken. Daarnaast kun je er ook voor kiezen om het basispakket aan te vullen met drie extra keuzeprogramma’s. Door deel te nemen draagt je school bovendien bij aan de doorontwikkeling van open leermateriaal (Stercollecties). Een mooie maatschappelijke doelstelling!

Basispakket:

Docentenmateriaal
Extra materialen zoals handleidingen, toetsen, extra oefenmateriaal behorende bij de Stercollecties.

SterMonitor
Digitale leeromgeving waarin de Stercollecties getoond worden met daarin ook de voortgang van de leerlingen.

Oefenprogramma Engels
Een adaptief oefenprogramma voor Engelse lees-, kijk-, en luistervaardigheid.

Extra Programma Nederlands
Naslagwerk Nederlands met theorie en oefeningen.

Rekensite
Een adaptief oefenprogramma voor rekenvaardigheid van niveau 1F t/m 3F.

 

Keuzeprogramma's:

ExamenKracht
Oefenprogramma waarin leerlingen online examens oefenen en feedback krijgen.

Kracht in Controle (KIC)
Lesprogramma sociaal-emotionele ontwikkeling waarmee je inzicht krijgt in de groepsdynamiek en de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen bevorderd.

Portfolio-site
Een digitale tool waarin leerlingen de ontwikkeling van hun competenties bijhouden.


Wil je meer weten over deelname aan VO-content? Op onze site staat meer informatie maar we vertellen er graag meer over. Neem contact met ons op via 030-232 48 22 of mail ons!

* Is jouw school al langer deelnemer aan VO-content en nog niet overgestapt naar het actuele deelnamemodel? Dan kan het zijn dat jullie school geen toegang heeft tot onze nieuwe programma’s SterMonitor en Extra Programma Nederlands. Wil je dit aanpassen? Neem dan contact met ons op.

Opdrachten havo 4 en 5

Domein Wereld

Het domein Wereld bestaat uit de volgende drie subdomeinen:

A Gebieden op de grens van arm en rijk
B Samenhangen en verschillen in de wereld
C Mondiale processen en lokale effecten

Dit domein bestudeer je door de volgende opdrachten te maken:

1.

Vlucht naar welvaart

2.

Jong en oud in Portugal en Angola

3.

Culturen naast elkaar

4.

Industrie en middenstand in Angola

5.

Het zwarte goud

6.

Arbeidsmigranten

7.

Demografische transitie en migratie

8.

Verstedelijking

9.

Musseques  en spookwijken in Luanda

10.

Komt er een mondiale mengcultuur

11.

De motor van globalisering

12.

Economische globalisering​

13.

Culturele globalisering

14.

Netwerken: De wereld hangt van netwerken aan elkaar

15.

Economische ontwikkeling GB en India

16.

Ontwikkeling van de bevolking in Groot-Brittannië en India

17.

Culturele verschillen en culturele kruisbestuiving

18.

Dichterbij elkaar en steeds nader tot elkaar

Domein Aarde

Het domein Aarde bestaat uit de volgende drie subdomeinen:

A Samenhangen en verschillen op regionaal niveau
B Samenhangen en verschillen op aarde
C De aarde als natuurlijk systeem en lokale effecten

Dit domein bestudeer je door de volgende opdrachten te maken:

1.

Verschuivende continenten

2.

Vulkanen in soorten

3.

Leven met de Vesuvius

4.

Aardbevingen en tsunami’s

5.

Hoe gebergten ontstaan

6.

Afbraak en afzetting van gesteenten

7.

Aardverschuivingen

8.

De hydrologische waterkringloop

9.

Stenen vertellen ons hun verhaal

10.

Uit welke hoek

11.

Zeestromen

12.

Klimaten in soorten

13.

Langs de 53e graad Nb

14.

Klimaatverandering

15.

Broeierig

16.

Toeristenbrochure Middellands zeegebied

17.

Aan het landschap herken je het klimaat

18.

Mensen (her)scheppen landschappen

19.

Landdegradatie

20.

Schuivende landschapzones

21.

Mensen herstellen landschappen

 

Domein Ontwikkelingsland

Het domein Ontwikkelingsland bestaat uit de volgende twee subdomeinen:

A Gebiedskenmerken
B Actuele vraagstukken

Dit domein bestudeer je door de volgende opdrachten te maken:

1.

Beeldvorming Brazilië

2.

Het leven in de steden

3.

Het leven op het platteland

4.

Bevolking en bevolkingsgroei in Brazilië

5.

Is Brazilië een smeltkroes?

6.

Goed bestuur in Brazilië?

7.

Allemaal even rijk?

8.

Hoe Brazilië zijn vorm en zijn bodemschatten kreeg

9.

Landschappen en klimaten

10.

Import- en export

11.

Samenwerking van Brazilië met zijn buren

12.

De positie van Brazilië in de wereld

Domein Leefomgeving

Het domein Leefomgeving bestaat uit de volgende twee subdomeinen:

A Nationale en regionale vraagstukken
B Regionale en lokale vraagstukken

Dit domein bestudeer je door de volgende opdrachten te maken:

1.

Rivieren in Nederland

2.

Waterbeleid in Nederland

3.

De stad van de toekomst

4.

Mijn eigen buurt(profiel)

5.

(On)veiligheid in wijken en buurten

Begrippen

Domein Wereld

Absolute en relatieve afstand De reisafstand of rijroute wordt ook de relatieve afstand genoemd. De rechte lijn tussen twee plaatsen, de hemelsbrede afstand of vogelvlucht, is de absolute afstand.
Amerikanisering Amerikanisering is een wereldwijd sociaal-cultureel proces waarin de Amerikaanse cultuur eigen wordt gemaakt in de mondiale samenleving. Hierbij moet men denken aan de cultuur, technologie, ondernemingshandelingen, politieke vaardigheden en de Amerikaans-Engelse taal.
Analfabetisme Het niet kunnen lezen of schrijven
Arbeidsmigratie Bij arbeidsmigratie is werkgelegenheid de reden om te verhuizen.
Beroepsbevolking Mensen die betaald werk willen of kunnen doen, behoren tot de beroepsbevolking.
Bevolkingsdichtheid Het aantal inwoners per vierkante kilometer in een land of gebied.
Bevolkingsspreiding De verdeling van de bevolking over een gebied of land.
Bruto Binnenlands product (BBP) Een gebruikelijke maatstaf voor de welvaart van een land. Het BBP drukt uit hoeveel goederen en diensten de inwoners die in het land wonen hebben voortgebracht.
Bruto Nationaal product (BNP) Bij het BNP gaat het niet om de hoeveelheid goederen en diensten die de inwoners van een land hebben voortgebracht, maar om de hoeveelheid goederen en diensten die de staatsburgers van een land hebben voortgebracht.
Centrum en periferie De centrumlanden zijn de rijke landen in de wereld.  De periferielanden zijn de arme landen.
Concurrentiepositie Als een buitenlands bedrijf beter en/of goedkoper produceert dan een bedrijf in Angola, zal het buitenlandse bedrijf meer producten verkopen dan het Anogolese bedrijf: het buitenlandse bedrijf heeft een betere concurrentiepositie.
Culturele diffusie De verspreiding van cultuurkenmerken en cultuuruitingen vanuit het kerngebied over nabije gebieden.
Culturele globalisering Culturele globalisering heeft te maken met het verwerven van culturen. Doordat culturen zich veel meer mengen en makkelijker verplaatsen is er veel meer sprake van culturele diffusie. Dat betekent dat culturen zich makkelijker verspreiden en dat culturen elkaar overnemen.
Cultuur De manier waarop een groep mensen of een volk leeft of het geheel van geestelijke verworvenheden van een volk.
Cultuurgebied Mensen met dezelfde cultuur leven bij elkaar in een cultuurgebied. Ze delen een aantal kenmerken met elkaar. Bijvoorbeeld het geloof, de taal, muziek en-of kleding. In de wereld zijn er grofweg zeven cultuurgebieden. Nederland valt onder het Westerse cultuurgebied.
Dekolonisatie Dekolonisatie is het proces waarbij kolonies zelfstandig worden van een moederland. De term wordt vooral gebruikt voor het proces waarbij niet-Europese koloniën van Europese koloniale mogendheden onafhankelijk werden.
Demografische druk De verhouding tussen het aantal mensen onder de 20 en boven de 65 jaar enerzijds, en de productieve leeftijdsgroep daartussenin anderzijds.  
Demografische transitie Veranderingen in het aantal geboortes en het aantal sterfgevallen over een langere periode.
Expat Een expat is iemand die tijdelijk in een land werkt met een andere cultuur dan waar hij of zij in is opgegroeid. Onder expats verstaan we meestal hoogopgeleide mensen. Het verblijf in het buitenland kan permanent zijn, maar is over het algemeen tijdelijk. Expats worden vaak door hun werk naar het buitenland gezonden.
Exploitatiekolonie Het gebruiken van een land als wingewest door de vorming van kolonies. Beheersing van de kolonies om de levering van grondstoffen en agrarische producten aan het moederland en de export van industrieproducten naar de kolonie te garanderen.
Financiële dienstverlening Financiële dienstverlening is het leveren van diensten die betrekking hebben op financiële producten door bedrijven en instellingen die daar bevoegdheid voor hebben.
Global shift De verschuiving van economische zwaartepunten en activiteiten over de wereld als gevolg van economische schaalvergroting
Globalisering Door de voortschrijdende internationalisering van de productie van goederen en diensten raken nationale economieën steeds meer met elkaar verweven.
Identiteit Identiteit is dat wat uniek of eigen is aan iets of iemand. Het kan daarbij gaan om zowel personen als organisaties of landen.
Importsubstitutie Importsubstitutie (ook wel bekend als "Import-substituting Industrialization", ISI) is een handelspolitiek gebaseerd op de hypothese dat een land er naar zou moeten streven haar afhankelijkheid van het buitenland te reduceren door lokaal goederen te produceren die anders ingevoerd zouden moeten worden.
Industrialisatie Industrialisatie is het proces van veranderingen in het productieproces door mechanisatie en de daaropvolgende veranderingen in de productieorganisatie, zoals de invoering van het fabriekssysteem. Het betreft dus niet alleen technologische, maar ook sociale veranderingen.
Informatietechnologie Is het vakgebied dat zich bezighoudt met informatiesystemen, telecommunicatie en computers. Hieronder valt het ontwikkelen en beheren van systemen, netwerken, databanken en websites.
Infrastructuur Voorbeelden van infrastructuur zijn: autoweg, spoorweg, kanaal, rivier, sluis, internet- en telefoonverbindingen en het riool.
Internationale arbeidsverdeling Arbeidsverdeling tussen landen, samenhangend met internationale specialisatie.
Kettingmigratie Doordat migranten die al eerder zijn vertrokken, informatie sturen naar de achterblijvers, willen de achterblijvers ook gaan migreren naar dat land. Zij willen die mensen dus gaan 'volgen'
Kolonie Overzeese gebieden die onder invloed stonden van Europese landen.
Koopkracht Hiermee wordt de hoeveelheid goederen en diensten bedoeld dat je voor je geld kunt kopen. Men vergelijkt de koopkracht van een munt in verschillende landen of in de loop van de tijd door na te gaan hoeveel eenheden van die munt men moet betalen voor een standaard “mandje”, goederen en diensten.
Krottenwijk Een krottenwijk of sloppenwijk is een wijk waar mensen wonen die door geldgebrek of woningnood geen betere woning kunnen krijgen. Vaak zijn ze van het platteland naar de grote stad getrokken om werk en een beter bestaan te vinden. De hutwoningen zijn vaak opgebouwd uit bouwafval en andere restmaterialen.
Landvlucht of ruraal-urbane migratie Is migratie van platteland naar de stad.
Leeftijdsopbouw De verdeling van de bevolking in cohorten (leeftijdsgroepen van meestal 5 jaren).
Lingua franca De term lingua franca verwijst naar een taal die op grote schaal als gemeenschappelijk communicatiemiddel wordt gebruikt tussen mensen met een verschillende moedertaal.
Megastad Je spreekt van een megastad als er meer dan 10 miljoen mensen wonen in de stad.
Metropool Een metropool is een agglomeratie bestaande uit een zeer grote stad met de bijgelegen stedelijke gebieden, waaronder voorsteden. Ook bevat deze het perifere ommeland daaromheen dat niet per se stedelijk is, maar waarvan de inwoners aan de stad zijn verbonden door werk of winkelgelegenheden
Migratie Het verhuizen van het ene naar het andere gebied binnen een land (binnenlandse migratie) of van het ene naar het andere land (buitenlandse migratie).
Mondiaal netwerk Mondiaal netwerk: verbinding tussen gebieden en landen op economisch, politiek en sociaal-cultureel terrein. Het kan een netwerk zijn tussen twee landen (transnationaal netwerk) of een wereldwijd (mondiaal netwerk).
Multinationale onderneming (MNO) Een bedrijf die goederen en/of diensten in meerdere landen produceert en verkoopt.
Multinationale ondernemingen Een multinationale onderneming, transnationale onderneming, internationale onderneming of kortweg multinational is een bedrijf dat in meerdere landen tegelijk geregistreerd en/of werkzaam is.
Periferie en centrum De centrumlanden zijn de rijke landen in de wereld.  De periferielanden zijn de arme landen.
Productieketen De productieketen is een netwerk van organisaties, mensen en activiteiten die informatie en-of producten uitwisselen. Dit netwerk is een logistieke keten die ervoor zorgt dat het product of de dienst bij de gebruiker komt.
Pullfactor of vestigingsfactro Reden (meestal positief) om naar een gebied te verhuizen. Veel werkgelegenheid is een belangrijke vestigingsfactor, maar ook de natuur en het klimaat van een gebied kunnen personen aantrekken.
Pushfactor of vertrekfactor Reden (meestal negatief) om uit een gebied te vertrekken. Weinig werkgelegenheid en armoede zijn belangrijke vertrekfactoren.
Regionale en sociale verschillen Grote verschillen in welvaart tussen groepen mensen noemen we sociale ongelijkheid. In Brazilië verdienen de meeste mensen in het zuidoosten prima, maar het noordoosten is even arm als veel gebieden in Afrika. Wanneer er tussen gebieden grote verschillen zijn in welvaart, dan noem je dat regionale ongelijkheid
Regionale ongelijkheid Regionale ongelijkheid is de ongelijkheid tussen verschillende regio's binnen een land. Regionale ongelijkheid wordt vaak weergeven door middel van kaarten met de deelgebieden van een land
Relatieve en absolute afstand De reisafstand of rijroute wordt ook de relatieve afstand genoemd. De rechte lijn tussen twee plaatsen, de hemelsbrede afstand of vogelvlucht, is de absolute afstand.
Ruilvoet Hoe de import en export in een land zich tot elkaar verhouden. Het gaat om de waarde van de importproducten afgezet tegen die van de exportproducten.
Ruilvoetverslechterling Daling van de ruilvoet: een land moet meer exporteren om de import te kunnen betalen.
Sociale ongelijkheid Sociale ongelijkheid is de ongelijke verdeling over personen en groepen van zaken die belangrijk worden geacht in een samenleving en de ongelijke waardering en behandeling van hen op basis van maatschappelijke positie en leefstijl
Suburbanisatie Suburbanisatie is de migratie van mensen vanuit de stad naar het omringende platteland
Tijd-ruimte-compressie Met tijdcompressie verkleinen (comprimeren) we de tijd die het kost om je te verplaatsen tussen twee punten. Met ruimtecompressie verkleinen (comprimeren) we de reisafstand tussen twee punten.
Transnationale identiteit De identiteit van migranten, die wordt bepaald door een gevoel van verbondenheid met hun land van herkomst en door de ervaringen met de cultuur van het vestigingsland.
Transporttechnologie Tak van de weg- en waterbouwkunde die zich bezighoudt met het plannen, ontwerpen en uitvoeren van faciliteiten en systemen die worden gebruikt voor het vervoer van mensen en goederen.
Triade Het woord triade wordt gebruikt voor een groep van drie bij elkaar behorende personen, zaken of begrippen.
Urbanisatie of verstedelijking Het in omvang toenemen van steden in een gebied. Ook wel urbanisatie genoemd. Wanneer we de verstedelijking uitdrukken in het aandeel van de bevolking dat in een stedelijk gebied woont, spreken we van de urbanisatiegraad.
Urbanisatiegraad of verstedelijkingsgraad Het geeft aan hoeveel % van een bepaald gebied in stedelijke nederzettingen woont.
Verplaatsingsnetwerk Onderdeel van een netwerk waarover, tussen knooppunten, goederenstromen verplaatst worden.
Verstedelijking of urbanisatie Het in omvang toenemen van steden in een gebied. Ook wel urbanisatie genoemd. Wanneer we de verstedelijking uitdrukken in het aandeel van de bevolking dat in een stedelijk gebied woont, spreken we van de urbanisatiegraad.
Verstedelijkingsgraad of urbanisatiegraad Het geeft aan hoeveel % van een bepaald gebied in stedelijke nederzettingen woont.
Vertrekfactor of pushfactor Reden (meestal negatief) om uit een gebied te vertrekken. Weinig werkgelegenheid en armoede zijn belangrijke vertrekfactoren.
Vestigingsfactor of pullfactor Reden (meestal positief) om naar een gebied te verhuizen. Veel werkgelegenheid is een belangrijke vestigingsfactor, maar ook de natuur en het klimaat van een gebied kunnen personen aantrekken.
Vestigingskolonie Een gebied waar kolonisten zich blijvend vestigen. Zij bouwen het gebied opnieuw op, vaak naar het voorbeeld van het moederland. Veel vestigingskolonies behoren nu tot de rijkere landen in de wereld.
Vrijhandel Je spreekt van vrijhandel tussen twee of meer landen als die landen afspreken alle handelsbelemmeringen af te schaffen; producten kunnen tussen deze landen ongehinderd geïmporteerd of geëxporteerd worden.
Wereldstad Een wereldstad is een stad die een directe en wezenlijke invloed op de wereldpolitiek heeft door sociaal-economische, culturele en-of politieke middelen.
Wereldsysteem Wereldsysteem: het geheel van landen en de economische, politieke en culturele relaties daartussen.
WTO De Wereldhandelsorganisatie staat ook bekend als de WTO, de World Trade Organisation. De WTO is erop gericht handel te stimuleren.
Zakelijke dienstverlening Zakelijke dienstverlening is een term waarmee een deel van de tertiaire sector wordt aangeduid

 

Domein Aarde

aardbeving Een aardbeving is een trilling of schokkende beweging van de aardkorst wanneer er plotseling energie vrijkomt.
aardverschuiving Een aardverschuiving is een gebeurtenis waarbij vele duizenden tonnen aan grond plotseling in beweging komen en (meestal) langs een helling naar beneden vallen of glijden.
aquifer Een aquifer is een watervoerende bodemlaag van zand of poreus gesteente, doorgaans op 25 à 100 meter diepte, die als bron of opslagplaats van warmte of koude kan dienen.
aride zone Droge landschapszone.
artesische bron Een artesische bron is een bron waaruit het water 'spontaan' naar boven komt door de hydrostatische druk op het water dat zich in een ondergronds bekken bevindt.
atmosferische circulatie De atmosferische circulatie of algemene circulatie is in de meteorologie de verplaatsing op grote schaal van lucht in de atmosfeer.
boreale zone Landschapszone met een landklimaat.
breukgebergten Er zijn plekken op de aarde waar sterke breukactiviteit heerst. Als een gebied langs de breuklijn omhoog (horst) geperst wordt kan een breukgebergte ontstaan, vooral als een naast gelegen gebied langs deze breuklijn daalt (slenk).
broeikaseffect Het broeikaseffect is het proces waarbij warmtestraling van een planetair oppervlak geabsorbeerd wordt door atmosferische broeikasgassen en vervolgens uitgezonden wordt in alle richtingen.
caldera Een caldera (Spaans, maar niet-officieel in het Nederlands) is een grote komvormige krater, gevormd door vulkanische activiteit.
chemische verwering Chemische verwering is de verwering van materiaal door een chemische reactie met water, koolzuur of zuurstof.
condensatiekernen/aerosolen Kleine stofdeeltjes in de lucht (aerosolen) kunnen hier het duwtje in de rug geven: watermoleculen condenseren op die deeltjes, die vervolgens uitgroeien tot druppeltjes of ijskristallen. Dergelijke stofdeeltjes worden wel condensatiekernen genoemd.
convergente plaatgrenzen Een convergente of destructieve plaatgrens is volgens de platentektoniek een plek op Aarde waar twee naar elkaar toe bewegende tektonische platen bij elkaar komen en aan elkaar grenzen.
delta Dichtgeslibde monding van een rivier in de vorm van een Δ (Griekse hoofdletter delta) als gevolg van weinig getijbeweging van de zee waarin de rivier uitmondt.
dieptegesteenten of stollingsgesteenten Gesteente bestaande uit gestolde lava of gestold magma. Voorbeelden graniet en basalt
divergente plaatgrenzen Een divergente of constructieve plaatgrens is in de plaattektoniek een grens tussen twee tektonische platen, waar de beweging divergent is.
drainage Drainage of ontwatering is het afvoeren van water uit de bodem over en door de grond, met als gevolg het verlagen van het grondwaterpeil. Hierbij kan het water worden afgevoerd via drains, kleine sloten of greppels.
effusieve en explosieve eruptie Het belangrijkste onderscheid is tussen effusieve erupties, waarbij voornamelijk lava vrijkomt, en explosieve erupties, waarbij pyroclastisch materiaal uitgestoten wordt. Bij veel uitbarstingen komen beide soorten vulkanische activiteit samen voor.
epicentrum Onder epicentrum verstaat men het punt op het aardoppervlak loodrecht boven het hypocentrum (ondergronds) van een aardbeving. De trillingen van een aardbeving verspreiden zich als uitdijende kringen over het aardoppervlak en het midden van die cirkel wordt aangeduid met epicentrum.
erosie Erosie is het proces van slijtage van een vast oppervlak waarbij materiaal wordt verplaatst of geheel verdwijnt. Op Aarde gebeurt erosie vooral door de werking van wind, stromend water, ijs, maar ook ongewonere vormen van erosie zijn mogelijk als gevolg van vulkanisme en inslagen.
evapotranspiratie Evapotranspiratie is de som van evaporatie en van transpiratie door planten. Evaporatie staat voor de beweging van water naar de atmosfeer. Evaporatie gebeurt vanuit de bodem, bladerdak, en oppervlaktewater.
explosieve en effusieve eruptie Het belangrijkste onderscheid is tussen effusieve erupties, waarbij voornamelijk lava vrijkomt, en explosieve erupties, waarbij pyroclastisch materiaal uitgestoten wordt. Bij veel uitbarstingen komen beide soorten vulkanische activiteit samen voor.
gematigde zone Landschapszone met een gematigd klimaat.
geofactoren Geofactoren zijn natuurlijke processen die elkaar en het klimaat beïnvloeden. De grondsoort, de hoogteligging en het reliëf hebben invloed op de manier waarop de geofactoren op elkaar inwerken
geologische tijdschaal Een geologische tijdschaal is een indeling van de geschiedenis van de Aarde in geologische tijdperken.
gesteentekringloop of -cyclus De gesteentecyclus is een schematische manier om processen in en op de aardkorst te beschrijven, die te maken hebben met de evolutie van gesteenten. De cyclus bevat de drie hoofdtypen gesteenten (sedimentaire, metamorfe en stollingsgesteenten) en beschrijft de processen die tussen de drie plaatsvinden.
golfstroom De golfstroom is een snelle, krachtige warme stroming in de oceaan. De golfstroom vindt zijn oorsprong in de Golf van Mexico. De golfstroom volgt de oostelijke kusten van de Verenigde Staten en Newfoundland.
grondwaterspiegel De bovengrens van het vrij bewegende grondwater. Dit niveau is zichtbaar in putten, sloten, kanalen en andere open gaten in de bodem, en wordt bepaald door neerslag, verdamping, wateronttrekking door planten en eventuele kunstmatige beïnvloeding (irrigatie, drainage en grondwaterwinning)
horsten en slenken Een horst is een geologisch gedeelte dat na een aardbeving, een afschuiving of een opheffing van de druk onder de gedeelten van land omhoog is gekomen, terwijl de slenk bij hetzelfde proces naar beneden gezakt is.
hotspot Een hotspot is een plek op een planeet waar vulkanisme plaatsvindt dat niet gerelateerd is aan plaatbewegingen zoals die in de plaattektoniek gelden
hydrologische kringloop De waterkringloop, hydrologische cyclus of watercyclus is een biogeochemische kringloop en beschrijft alle processen waarbij water door het systeem Aarde circuleert.
hypocentrum Het hypocentrum is de locatie onder de aardkorst tussen twee of meer tektonische platen, waar een aardbeving ontstaat. Dit zwaartepunt van de energiedichtheid wordt doorgaans gevormd door een breuk die onder invloed van platentektoniek geactiveerd raakt, of door een ondergrondse kernexplosie.
intertropische convergentiezone De intertropische convergentiezone of zone van equatoriale lage luchtdruk is de zone met stijgende luchtbewegingen in de buurt van de evenaar.
irrigatie Irrigatie is het met gebruikmaking van allerlei technische middelen toevoegen van water aan landbouwgewassen bij een tekort aan neerslag. Hierdoor wordt de verbouw van gewassen met een betere opbrengst mogelijk gemaakt.
klimaat Het klimaat is de gemiddelde weerstoestand (temperatuur, windkracht, bedekkingsgraad en neerslag) over een periode van minimaal 30 jaar.
klimaatgebieden of klimaatzones Klimaatgebied is een gebied dat op basis van klimaateigenschappen is afgebakend.
klimaatmodellen Klimaatmodellen kunnen worden gebruikt om schattingen te maken van de gevolgen van natuurlijke en menselijke invloeden op het klimaat.
klimaatsysteem van Köppen Köppen heeft een klimaatsysteem bedacht om de verschillende klimaten in te delen.
klimaattop van Parijs De Klimaatconferentie van Parijs 2015 is een klimaatconferentie die van 30 november tot 12 december 2015 plaatsvond in de Franse hoofdstad Parijs.
klimaatverandering Verandering van het klimaat op de aarde als gevolg van natuurlijke oorzaken of door activiteiten van de mens.
landdegradatie Onder het begrip landdegradatie vallen alle veranderingen in het landschap die het vermogen van bodem en grond om gezond voedsel, gewassen, zoet water, brandhout (natuurlijke hulpbronnen) te produceren verminderen.
landschapszones Landschapszones, ook wel fysisch-geografische zones genoemd, zijn zones waarin de landschappen die in de wereld voorkomen kunnen worden ingedeeld. Men erkent doorgaans zes van deze zones: tropische zone, subtropische zone, gematigde zone, boreale zone, polaire zone en aride zone.
lijzijde en loefzijde De loefzijde is dan de zijde waar de wind wordt gedwongen de berg of het eiland op te gaan en waar het dus vaak regent. De lijzijde is de zijde die in de luwte ligt.
lithosfeer De lithosfeer of steenschaal is het buitenste gedeelte van de vaste Aarde en is ongeveer 80 km dik. De lithosfeer verschilt van de onderliggende asthenosfeer doordat het gesteente kouder, sterker en rigider is. De lithosfeer omvat behalve de aardkorst het harde bovengedeelte van de mantel.
loefzijde en lijzijde De loefzijde is dan de zijde waar de wind wordt gedwongen de berg of het eiland op te gaan en waar het dus vaak regent. De lijzijde is de zijde die in de luwte ligt.
mechanische verwering Mechanische verwering is verwering waarbij geen verandering van materialen op treedt.
metamorfe gesteenten Metamorfe gesteenten worden gekenmerkt door metamorfe mineralen, mineralen die onder invloed van druk en temperatuur in het gesteente groeien. Voorbeelden: marmer en leisteen.
mid-oceanische rug Een mid-oceanische rug, soms afgekort tot MOR, is een langgerekte, hoger gelegen structuur op de bodem van een oceaan. Een voorbeeld van een mid-oceanische rug is de Mid-Atlantische rug in de Atlantische Oceaan.
moesson De moesson is de periodieke wind in tropische gebieden die een halfjaar lang uit een bepaalde richting waait om dan ongeveer 180° van richting te veranderen.
morene Een morene is een landvorm gevormd door een gletsjer of ijskap, waarbij het duidelijk herkenbare ruggen in het landschap betreft.
ontbossing Ontbossing is het verdwijnen van bos door handelingen van mensen voor commerciële doeleinden, of om land te winnen voor landbouw of voor nederzettingen.
orogenese Gebergtevorming, de officiële term is orogenese, is een gevolg van de plaattektoniek, de bewegingen van platen langs elkaar (zijschuivingsbewegingen), over en onder elkaar (compressieve bewegingen) en uit elkaar (extensionele bewegingen).
overbevolking Overbevolking is een begrip dat gebruikt wordt om aan te geven dat er te veel mensen wonen, leven of aanwezig zijn in een land, gebied, stad, op een bepaalde plaats, en op wereldschaal, en dit problemen met zich meebrengt.
overbeweiding Het teveel dieren houden op een te klein oppervlak. Hierdoor wordt de vegetatie aangetast en krijgt jonge begroeiing niet de kans zich te ontwikkelen.
passaat De passaat is een zeer bestendige oostelijke wind die het hele jaar waait tussen de subtropische hogedrukgebieden en de intertropische convergentiezone met lage druk.
plaattektoniek Plaattektoniek of platentektoniek of schollentektoniek is de wetenschappelijke theorie die zowel de geografische ligging van continenten, oceanen, gebergten en andere structuren in het aardoppervlak verklaart als de geologische structuren in de aardkorst en de plek waar aardbevingen en vulkanisme voorkomen.
plooiingsgebergten Plooiingsgebergten ontstaan doordat twee continentale platen tegen elkaar botsen. Door de botsing worden verschillende gesteentelagen tegen elkaar gedrukt, en ontstaan er 'plooien' in de aardkorst.
polaire zone Landschapszone rond de polen.
puinhelling Een puinhelling is een helling die bestaat uit gebroken stenen aan de voet van een steile rotswand of onderaan een ravijn.
puinwaaier Een puinwaaier of puinkegel is een bepaald type afzettingsmilieu van sedimentair gesteente.
pyroklastische stromen Een pyroclastische stroom of gloedwolk is een van de verwoestendste effecten van een vulkaanuitbarsting. De golven bestaan uit vaste of halfvloeibare lava, gas, rotsen en as.
regenschaduw Regenschaduw is het droge gebied aan de lijzijde van bergketens. Hier valt beduidend minder neerslag dan aan de loefzijde, waar juist extra stuwingsneerslag valt. Het schaduweffect is over het algemeen sterker naarmate de bergen hoger zijn.
saliniteit Saliniteit (Latijn: salinitas) is het zoutgehalte van het water in een meer, zee of oceaan.
schaal van Richter De schaal van Richter is een meetschaal waarop de energie die vrijkomt bij een aardbeving in een getal wordt uitgedrukt. Dit getal wordt de magnitude genoemd.
schildvulkaan Een schildvulkaan is een type vulkaan dat vlakke hellingen heeft. Schildvulkanen worden gevormd door uitbarstingen waarbij mafische (silica-arme) lava vrijkomt.
sedimentatie Sedimentatie, afzetting of accumulatie is het bezinken en ophopen van sedimenten, waarbij sedimentair gesteente ontstaat.
sedimentgesteenten Gesteente aan het aardoppervlak, ontstaan door bezinking van aangevoerd materiaalof door chemische neerslag. Voorbeelden: zand(steen), kalksteen, schalie, steenkool en zout.
slenken en horsten Een horst is een geologisch gedeelte dat na een aardbeving, een afschuiving of een opheffing van de druk onder de gedeelten van land omhoog is gekomen, terwijl de slenk bij hetzelfde proces naar beneden gezakt is.
stijgingsregens Stijgingsregen ontstaat doordat er warme lucht opstijgt. Het aardoppervlak wordt opgewarmd door de zon en daardoor warmt ook de lucht erboven op.
stollingsgesteenten of dieptegesteenten Gesteente bestaande uit gestolde lava of gestold magma. Voorbeelden graniet en basalt
stratovulkaan Een stratovulkaan is een hoge kegelvormige vulkaan die is opgebouwd uit lagen van gestolde lava en tefra. Stratovulkanen hebben relatief steile hellingen en worden gekenmerkt door regelmatig explosieve uitbarstingen.
stroomgebied Een stroomgebied, drainagebekken of rivierbekken is het gebied dat zijn water via een rivier afvoert. De grens van een stroomgebied wordt de waterscheiding genoemd.
stuwingsregens Regen die ontstaat doordat vochtige lucht gedwongen is te stijgen tegen de loefzijde van een berg.
subductie Subductie is het proces waarbij een oceanische plaat onder een andere oceanische of continentale plaat schuift.
subtropische zone Landschapszone met een subtropisch klimaat.
thermohaliene circulatie De thermohaliene circulatie is het wereldwijde systeem van de zeestromen.
transforme plaatgrenzen Met een transforme plaatgrens of conservatieve plaatgrens wordt in de plaattektoniek een grens tussen twee platen bedoeld waarlangs deze langs elkaar bewegen.
trog (diepzeetrog) Een trog is een smalle en erg diepe kloof in de zeebodem, die ontstaat bij destructieve plaatranden. Hierbij duikt de ene tektonische plaat onder de andere (subductie)
tropische zone Landschapszone rond de evenaar.
tsunami Een tsunami is een vloedgolf veroorzaakt door een krachtige aardbeving onder zee. Het woord tsunami komt uit het Japans en is een samenvoeging van tsu (haven) en nami (hoge golf).
verdroging Verdroging is het verschijnsel waarbij de waterspiegel in het grondwater daalt ten opzichte van het "natuurlijke" niveau of waarbij water met een andere kwaliteit uit andere gebieden (gebiedsvreemd water) lokaal grondwater vervangt.
versterkt Broeikaseffect Menselijk handelen, zoals ontbossing en de verbranding van fossiele brandstoffen zorgen ervoor dat op Aarde de concentratie van een aantal broeikasgassen stijgt, waardoor het broeikaseffect wordt versterkt. Dit leidt tot de opwarming van de Aarde.
verwering Verwering van gesteente is het natuurlijke proces waarbij dit materiaal verandert als gevolg van invloeden van weer, klimaat, zogeheten exogene krachten, en onder invloed van de bodembiologie.
verwoestijning Verwoestijning (of woestijnvorming) is een term die gebruikt wordt voor zowel het oprukken of zich uitbreiden van een woestijn, als het ontstaan van nieuwe woestijngebieden.
verzilting Verzilting is het geleidelijk toenemen van het zoutgehalte van bodem of water. Dat kan komen door overstromingen vanuit zee, door zoute kwel waarbij zeewater via de ondergrond het land binnendringt of door onzorgvuldige irrigatiemethoden.
vulkaan Een vulkaan is een opening in het oppervlak van een planeet waar gesmolten gesteente (magma), gas en brokstukken van vast gesteente (tefra) door naar buiten komen.
vulkanisch gebergte Gebergtes die ontstaan door vulkanische activiteiten. De gebergten worden gevormd door het uiteenschuiven van twee oceanische platen.
waterbalans De vergelijking van de hoeveelheden water betrokken bij toevoer, afvoer, onttrekking en verandering in berging over een bepaalde periode en binnen een gegeven gebied.
watererosie Watererosie is een proces waarbij bodemdeeltjes door de impact van regendruppels en stromend water worden losgemaakt en getransporteerd.
waterkringloop De waterkringloop of watercyclus is een biogeochemische kringloop en beschrijft alle processen waarbij water door het systeem Aarde circuleert.
waterscheiding De grens van een stroomgebied wordt de waterscheiding genoemd.
wet van Buys Ballot Op het noordelijk halfrond waait de wind van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied met een afwijking naar rechts, door de draaiing van de aarde om zijn as.
windsystemen Kringloop van de luchtmassa's in het onderste gedeelte van de atmosfeer, de troposfeer, rond de gehele aarde, gemiddeld berekend over een lang tijdvak.
zeestromen Zeestromen zijn continue bewegingen van het oceaanwater, voor het grootste deel veroorzaakt door de energie van de zon.
zone van equatoriale lage luchtdruk De intertropische convergentiezone of zone van equatoriale lage luchtdruk is de zone met stijgende luchtbewegingen in de buurt van de evenaar.

Domein Ontwikkelingsland

bevolkingsdruk De verhouding tussen het aantal mensen in een gebied en de hoeveelheid werk en eten.
bevolkingsparticipatie Deelname van de mensen aan de samenleving, bijvoorbeeld door lid te zijn van een buurtvereniging, politieke partij, kerk of ander soort maatschappelijke organisatie.
biodiversiteit Biodiversiteit of biologische diversiteit is een graad van verscheidenheid aan levensvormen binnen een gegeven ecosysteem, bioom, geografisch gebied of de gehele planeet.
bovenloop - middenloop - benedenloop Alle rivieren en beken bestaan uit een bovenloop, een middenloop en een benedenloop.
BRICS BRICS is een acroniem gevormd uit de beginletters van de Engelstalige namen voor de vijf landen Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika
Bruto Binnenlands product (BBP) Een gebruikelijke maatstaf voor de welvaart van een land. Het BBP drukt uit hoeveel goederen en diensten de inwoners die in het land wonen hebben voortgebracht.
Bruto Nationaal product (BNP) Bij het BNP gaat het niet om de hoeveelheid goederen en diensten die de inwoners van een land hebben voortgebracht, maar om de hoeveelheid goederen en diensten die de staatsburgers van een land hebben voortgebracht.
centrum-periferie De centrumlanden zijn de rijke landen in de wereld.  De periferielanden zijn de arme landen.
cliëntelisme Cliëntelisme is het verlenen van diensten aan (potentiële) kiezers door een politicus tijdens diens politiek mandaat.
corruptie Corruptie is het politieke, sociale of economische verschijnsel waarbij iemand in een machtspositie ongeoorloofde gunsten verleent in ruil voor wederdiensten of als vriendendienst.
culturele en etnische diversiteit Culturele diversiteit is de verscheidenheid aan culturen binnen een specifieke regio, of in de wereld in zijn geheel. De mate van culturele diversiteit binnen een regio of samenleving kan worden afgeleid van de mate van aanwezigheid van mensen met verschillende etnisch-culturele achtergronden.
democratisering Democratisering is het vergroten van inspraak en medezeggenschap in een organisatie, meer specifiek in het bestuur van een overheid.
demografische druk De verhouding tussen het aantal mensen onder de 20 en boven de 65 jaar enerzijds, en de productieve leeftijdsgroep daartussenin anderzijds.  
elite De elite is een kleine groep in een maatschappij met buitengewone kwalificaties of privileges.
etniciteit Etniciteit gaat over een specifieke soort van identificatie van groepen mensen met bepaalde groepskenmerken. Kenmerkend voor etniciteit is dat mensen verwijzen naar een bepaald territorium, waar dan in hun ogen een specifieke cultuur bij hoort. Bij een etniciteit hoort vaak een gedeelde geschiedenis en soms ook een gedeeld geloof.
exportgerichtheid Het toegespitst zijn op de export.
exportvalorisatie Waardevermeerdering van exportproducten door een verdere bewerking.
externe economische relaties De economische betrekkingen met bedrijven in andere landen of gebieden.
favelas (sloppenwijken) Het woord favela beschrijft een stedelijk gebied met een lage levensstandaard en waar de bewoners van lage inkomens moeten rondkomen. Vaak wordt de term gebruikt om een typische Braziliaanse sloppenwijken te beschrijven.
fossiele energiebronnen Fossiele brandstoffen zijn koolwaterstofverbindingen die zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven in het geologisch verleden van de aarde, vooral in het Carboon maar ook uit andere tijdperken. Hieronder vallen aardolie, aardgas, steenkool en bruinkool.
gezinsplanning Het geheel van maatregelen dat een overheid neemt om gezinnen zover te krijgen niet meer dan een bepaald aantal kinderen te krijgen. Op deze wijze probeert men de bevolkingsgroei af te remmen.
Gini-coëfficiënt De Gini-coëfficiënt, ook wel Gini-index, is een statistische maatstaf van de ongelijkheid in een verdeling. De Gini-coëfficiënt wordt met name gebruikt in de economie om de ongelijkheid in inkomen of vermogen aan te geven.
good governance of goed bestuur Good governance is het besturingsproces met intern en extern toezicht, verantwoording en medezeggenschap.
grootgrondbezit Grootgrondbezit betekent dat alle of bijna alle grond van een land of streek in bezit is van weinig personen. Grootgrondbezit is met name in armere landen een probleem voor de ontwikkeling van die landen.
handelsbalans Op de handelsbalans staat aan de ontvangstenkant staat de geldwaarde van de export van een land over een bepaalde periode en aan de uitgavenkant de geldwaarde van de import.
importeren en exporteren Import is het invoeren van goederen en diensten uit het buitenland. De uitvoer van goederen en diensten heet export.
importsubstitutie Importsubstitutie (ook wel bekend als "Import-substituting Industrialization", ISI) is een handelspolitiek gebaseerd op de hypothese dat een land er naar zou moeten streven haar afhankelijkheid van het buitenland te reduceren door lokaal goederen te produceren die anders ingevoerd zouden moeten worden.
informele sector Onder informele economie verstaat men de wettelijke en onwettelijke economische activiteiten die niet in de officiële cijfers tot uitdrukking komen, doordat ze niet worden waargenomen.
landroof (landgrabbing) Het fenomeen dat steeds meer vruchtbare landbouwgrond in ontwikkelingslanden en opkomende landen wordt opgekocht door internationale investeerder wordt  landroof genoemd. De oogst wordt verscheept naar rijkere laden en daar gebruikt als veevoer of biobrandstof.
Lorenzcurve De Lorenz-curve geeft het verband weer tussen het cumulatief percentage van de bevolkingsomvang, en het cumulatief percentage van de inkomens van diezelfde bevolking. De Lorenz-curve wordt gebruikt om de inkomensverdeling weer te geven.
mangrove Mangroven zijn boom- of struiksoorten die vaak een opvallend boven de grond of het water uitstekend wortelstelsel bezitten en die voorkomen in tropische kustgebieden en rivierdelta’s met getijdewerking.
mental map Een mentale kaart geeft aan hoe een persoon de omgeving bekijkt en interpreteert op basis van eerdere ervaringen en standpunten. Het is geen geografische kaart, maar een representatie van het cognitieve beeld dat een individu zich gevormd heeft
mercosur Mercosur of Mercosul is een douane-unie tussen Brazilië, Argentinië, Uruguay, Paraguay en Venezuela.
mesties Een mesties is een persoon geboren uit een Europese, vaak Spaanse of Portugese, vader en een Indiaanse moeder of omgekeerd.
mestizering Synthese tussen de Spaanse en Indiaanse (Afrikaanse) cultuur in Latijns Amerika, die een nieuwe mestiezencultuur tot resultaat had.
mulat Een mulat is een persoon geboren uit een witte (in Zuid-Amerika vaak Spaanse of Portugese maar ook Franse, Engelse of Nederlandse) ouder en een zwarte ouder.
natuurlijke bevolkingsgroei Met natuurlijke bevolkingsgroei, ook wel natuurlijke groei of natuurlijke aanwas genoemd, worden alle veranderingen in de omvang van de bevolking bedoeld voor zover die het gevolg zijn van geboorte en sterfte.
ommuurde woonwijken (gated communities) Woonwijken waar alle in- en uitgangen zijn afgesloten met hoge hekken, zodat er controle is wie de wijk in- en uitkomt. In Zuid-Afrika en landen in Midden-Amerika zijn gated communities de normaalste zaak van de wereld. Vaak inclusief gewapende bewakers
perceptie Het beeld dat een individu of groep van de omgeving heeft, gesteund op en gekleurd door eigen ervaringen en waarnemingen.
ruilvoet Hoe de import en export in een land zich tot elkaar verhouden. Het gaat om de waarde van de importproducten afgezet tegen die van de exportproducten.
savannes Een savanne is een tropisch of subtropisch graslandschap met verspreid voorkomende bomengroei. In een savanne is gras de overheersende vegetatie gemengd met kruiden.
sloppenwijken (favelas) Het woord favela beschrijft een stedelijk gebied met een lage levensstandaard en waar de bewoners van lage inkomens moeten rondkomen. Vaak wordt de term gebruikt om een typische Braziliaanse sloppenwijken te beschrijven.
sociale bevolkingsgroei/migratie Met sociale bevolkingsgroei, ook wel migratiesaldo, sociale groei of sociale aanwas genoemd, worden alle veranderingen in de omvang en samenstelling van de bevolking van een land als gevolg van migratie bedoeld.
stedelijke netwerken Stedelijke netwerken zijn gebieden met een aantal kernen die met elkaar verbonden zijn omdat ze gezamenlijk cultureel-, economisch- en sociaal kapitaal vertegenwoordigen.
stereotypering Stereotypering is een aanname die mensen automatisch maken, zij gaan er vanuit dat een (andere) groep betrekkelijk homogeen is in zijn samenstelling en kenmerken en gaan er ook vanuit dat deze groep op een aantal kenmerken wezenlijk verschilt van andere groepen.
unasur De Unie van Zuid-Amerikaanse Naties is een politieke en economische unie van twaalf onafhankelijke staten in Zuid-Amerika die officiel is opgericht in 2008.
verhang en verval Het verhang is het hoogteverschil tussen twee punten (verval) aan een rivier gedeeld door de afstand. Het geeft de gemiddelde helling van een rivier aan in de richting van de stroming.
verstedelijkingsgraad of urbanisatiegraad Het geeft aan hoeveel % van een bepaald gebied in stedelijke nederzettingen woont.
verstedelijkingstempo De jaarlijkse groei van de stedelijke bevolking
vrijhandel Je spreekt van vrijhandel tussen twee of meer landen als die landen afspreken alle handelsbelemmeringen af te schaffen; producten kunnen tussen deze landen ongehinderd geïmporteerd of geëxporteerd worden.

Domein Leefomgeving

buurtprofiel Een buurtprofiel wordt gebruikt om in kaart te brengen hoe een bepaalde buurt is opgebouwd en om bepaalde kenmerken van de buurt te noemen.
debiet De hoeveelheid water die in een bepaalde periode door een rivier, sluis of gemaal wordt gevoerd.
dijkverzwaring Verhogen en verbreden van dijken, o.a. in het kader van de Deltawet. Het betreft dijken in Laag-Nederland en langs de grote rivieren.
duale arbeidsmarkt Een vrijwel onoverbrugbare tweedeling van de arbeidsmarkt in de banen voor hoog- en laag opgeleiden.
gentrificatie Gentrificatie is een proces van opwaardering van een buurt of stadsdeel op sociaal, cultureel en economisch gebied, het aantrekken van kapitaalkrachtige nieuwe bewoners/gebruikers en de daarmee gepaard gaande verdrijving van de lagere klassen uit het stadsdeel.
herstructurering Het beleid waarbij men de economische structuur van een gebied wil omvormen. Het gaat dan altijd om gebieden waar het economische slecht gaat.
kanalisatie Kanaliseren is het rechttrekken van meanderende beken of rivieren. De waterloop krijgt zo het karakter van een kanaal.
kenniseconomie Kenniseconomie is een vrij abstract begrip uit de economie waarmee wordt bedoeld dat een significant deel van de economische groei voortkomt uit (technische) kennis.
Komgrond Komgronden zijn de laaggelegen, natte gebieden in het rivierenlandschap die altijd in combinatie met oeverwallen optreden. Ontwatering ten behoeve van de landbouw heeft inklinking veroorzaakt, waardoor de komgronden nog lager werden ten opzichte van de oeverwallen.
krib Een krib is een korte stenen dam in de rivierbedding, haaks op de zomerkade. Kribben werden vroeger ook toegepast bij zeedijken om de stroming uit de kust te houden. Kribben zijn om de paar 100 meter aan beide zijden van de rivier in het zomerbed aangelegd.
kribverlaging Kribben veroorzaken bij hoogwater opstuwing. Door de kribben in zekere mate te verlagen, wordt dit effect verminderd.
Oeverwal Oeverwallen zijn langgerekte hoogtes die langs de oever van een rivier liggen. Ze zijn door de rivier zelf gevormd door afzetting van grof zand en fungeren als een soort 'natuurlijke dijk' die de rivier in zijn stroombedding houdt. Alleen bij hoog water kunnen oeverwallen overstromen.
ontbossing Ontbossing is het verdwijnen van bos door handelingen van mensen voor commerciële doeleinden, of om land te winnen voor landbouw of voor nederzettingen.
piekafvoer Hoogste afvoer tijdens of na een regenperiode.
regiem Met het regiem wordt in de hydrologie de verdeling van de totale hoeveelheid water die een rivier per jaar afvoert bedoeld.
retentiebekken Een retentiebekken is een opvangmogelijkheid voor overtollig water. Het bekken is een gebied dat speciaal is ingericht om overtollig water uit de rivieren op te vangen.
Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat (vaak ook wel afgekort tot RWS) is een overheidsdienst van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat in Nederland. Deze organisatie zorgt voor wegonderhoud en wegaanleg. Daarnaast zorgt ze voor de aanleg en onderhoud van waterwegen.
Rijnconferentie De Rijnconferentie is een conferentie van Rijnoeverstaten ten behoeve van afspraken over beheer van de Rijn.
rivierbedverruiming Meer ruimte aan de rivier geven door bijvoorbeeld de rivierdijk landinwaarts te verleggen.
Science Parks Een wetenschapspark, ook wel kennispark, technologiepark of (naar het Engels) sciencepark, is een bedrijventerrein of industriegebied waarop voornamelijk bedrijven met een wetenschappelijke of technologische inslag en onderzoekinstituten te vinden zijn. Vaak is er een nauwe band met een of meer universiteiten.
Smart City Een slimme stad is een stad waarbij informatietechnologie en het internet der dingen gebruikt worden om de stad te beheren en te besturen. Hierbij gaat het zowel om de administratie als om de voorzieningen zoals bibliotheken, ziekenhuizen, het transportsysteem en de nutsvoorzieningen
sociale cohesie Sociale cohesie duidt op de samenhang in een maatschappij. Naast onderzoek naar sociale ongelijkheid en identiteit is de vraag hoe samenlevingen bij elkaar blijven een van de kernvragen in de sociologie.
stadsvernieuwing Stadsvernieuwing is de term die wordt gebruikt voor het proces van renovatie en-of sloop--nieuwbouw in stedelijke achterstandsgebieden in Nederland.
stuw Een stuw is een waterbouwkundig kunstwerk dat als doel heeft de waterspiegel in een loop, beek of rivier te beïnvloeden.
uiterwaarden Uiterwaarden zijn gronden die gelegen zijn tussen een winterdijk en de bedding van een beek of rivier. De primaire functie van de uiterwaard is waterhuishoudkundig. Het is de ruimte die de rivier nodig heeft om tijdelijke piekafvoeren aan te kunnen
verhang en verval Het verhang is het hoogteverschil tussen twee punten (verval) aan een rivier gedeeld door de afstand. Het geeft de gemiddelde helling van een rivier aan in de richting van de stroming.
verstening van het oppervlak De groei van de steden zorgt echter ook voor een toename in verhard oppervlak: dit wordt verstening genoemd.
vertragingstijd Bij het waterbeheer is de vertragingstijd de tijd die een druppel water nodig heeft om vanaf een bepaalde locatie in een rivier of riool te komen. De vertragingstijd wordt beïnvloed door verstening, ontbossing, klimaatverandering en de helling van de oppervlakte waar de neerslag op valt.
waterkeringen Een waterkering is een object dat als functie het tegenhouden van (oppervlakte)water heeft.
waterschappen Een waterschap is een overheidsorganisatie. Een waterschap zorgt voor het waterbeheer in een bepaald gebied. Het zorgt er bijvoorbeeld voor dat u genoeg en schoon water heeft.
zeespiegelstijging Zeespiegelstijging is een relatieve of absolute stijging van de zeespiegel. Absolute zeespiegelstijging is daadwerkelijke stijging. Relatieve stijging is de zeespiegelstijging ten opzichte van de bodemhoogte.
zomerbed - winterbed Het zomerbed is de bedding van een rivier, die doorgaans door de rivier wordt gebruikt in de zomer.  Gedurende de winter is er gewoonlijk een grotere toevoer van water, waardoor de rivier buiten het zomerbed kan treden. Het zogenaamde winterbed zorgt er dan voor dat de rivier gereguleerd blijft.
  • Het arrangement Aardrijkskunde h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-09-26 15:46:26
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Stercollecties Aardrijkskunde zijn open, digitale leerlijnen die worden aangeboden door VO-content. De leerlijnen voldoen aan de kerndoelen of eindtermen en door de SLO ontwikkelde leerdoelspecificaties. Deze arrangeerbare leerlijn voor Aardrijkskunde voor havo 45 bevat in totaal 4 domeinen.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, h45, hoofdarrangement, leerlijn, rearrangeerbaar, stercollectie, vocontent001