Examentraining 1 vmbo-b34

Examentraining 1 vmbo-b34

Start

Inleiding

Hopelijk kun jij aan het einde van volgend schooljaar ook zeggen dat je geslaagd bent!

Hopelijk kun jij aan het einde van volgend schooljaar ook zeggen dat je geslaagd bent!
Je gaat beginnen met de eerste examentraining.
Deze examentraining ziet er als volgt uit.

 Tekst 1   Begrijpend lezen
 Tekst 2  Samenvatting maken
 Tekst 3  Schrijfopdracht
 Tekst 4  Begrijpend lezen
 Video  Begrijpend kijken en luisteren 


Het examen bestaat uit twee onderdelen: (1) een aantal teksten met vragen, 
en (2) een schrijfopdracht. 
Als jouw school de examens digitaal afneemt, zit er ook nog een kijk- en luisteropdracht in het examen. 
In de trainingen leer je hoe je de opdrachten het best kunt doen.
Op het moment van het echte examen ben je dan goed voorbereid en kom je niet voor verrassingen te staan. 

Planning

In deze examentraining ga je aan de gang met vijf opdrachten
In de tabel staat per opdracht hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

 Activiteit  Aantal lessen 
 Inleiding  0,5
 Tekst 1: Begrijpend lezen  2
 Tekst 2: Begrijpend lezen  2
 Tekst 3: Schrijfopdracht  2
 Tekst 4: Begrijpend lezen  2
 Video: Begrijpend kijken en luisteren   2
 Totaal:  9,5

Tekst 1

Inleiding

Tekst 1: Begrijpend lezen
Het examen Nederlands bestaat voor een groot deel uit teksten waar vragen over gesteld worden.
Het is van belang dat je de teksten en de vragen op een goede manier leest.
In de opdracht op de volgende pagina worden vragen gesteld over de onderwerpen: (1) tekstdoel, (2) hoofdgedachte van een tekst en (3) feiten en meningen. 
Bekijk het filmpje over leesstrategieën.

Lees in de Kennisbank nog een keer de theorie over 'tekstdoelen'.

KB: Tekstdoel en tekstsoort

Bekijk nu ook het filmpje over de hoofdgedachte en het onderwerp.


Als laatste bestudeer je de uitleg in de Kennisbank over 'feiten en meningen'.

KB: Feiten en meningen

Opdracht

Opdracht bij Tekst 1

  1. 'Ontwikkelingshulp kun je zelf doen'.

  2. Lees de tekst globaal door.

  3. Wanneer je de tekst globaal hebt doorgelezen, ga je aan de slag met het beantwoorden van de zes vragen.

  4. Download het Werkblad met de vragen hier.

  5. Lees de vragen intensief.

  6. Ga in de tekst 'Ontwikkelingshulp kun je zelf doen' op zoek naar de antwoorden op de vragen.
    Dit doe je door de tekst te scannen (zie filmpje in de inleiding).

Na het maken van de oefening kun je je antwoorden controleren op het Antwoordenblad. 
Als je een vraag lastig vindt, kun je bij de Tips kijken.

Tips
Tip bij vraag 1: Lees de antwoordmogelijkheden door en lees daarna de inleiding nog een keer.
Streep de antwoorden die fout zijn weg.

Tip bij vraag 2: Met 'de inhoud' wordt 'het onderwerp van de tekst' bedoeld.
In deze vraag wordt naar de inhoud van alinea 2 gevraagd. Je hoeft dus alleen alinea 2 nog een keer te lezen.

Tip bij vraag 3: een feit = waarheid; een mening = wat iemand vindt (hoeft dus niet altijd waar te zijn)

Tip bij vraag 4: Een advies geven is hetzelfde als raad geven. In een samenvatting wordt de inhoud van de tekst in het kort herhaald, in een conclusie staat het uiteindelijke besluit of oordeel.

Tip bij vraag 5: Om de hoofdgedachte te vinden, kun je het volgende doen:

  1. bekijk de titel
  2. lees de eerste alinea
  3. lees de laatste alinea

lees de eerste paar zinnen van de overige alinea's.

Tip bij vraag 6: Je moet aangeven wat het voornaamste doel was van de tekst.
Let goed op de vraagstelling. Er wordt gevraagd wat het belangrijkste doel van de tekst is. 

  1. De eerste antwoordmogelijkheid is amuseren. Een tekstsoort die hierbij past is een stripverhaal of een roman.
  2. De tweede antwoordmogelijkheid is informeren. In dit soort teksten wordt bijna alleen feitelijke informatie gegeven. Voorbeelden van dit soort tekstsoorten zijn een artikel in een krant of een standaardformulier.
  3. De derde antwoordmogelijkheid is overhalen. Het doel van dit soort teksten is de lezer te activeren om iets te gaan doen (bijvoorbeeld het kopen van een product).
  4. De vierde antwoordmogelijkheid is overtuigen. Het doel van deze teksten is de lezer te overtuigen van een mening.

Tekst 2

Inleiding

Tekst 2: Begrijpend lezen
In deze opdracht ga je vragen beantwoorden over een tekst.
De onderwerpen uit de vorige opdrachten komen voor in de tekst.
Daarnaast komen de volgende onderwerpen aan bod:

  • verbanden tussen alinea's
  • onderwerp van een tekst

Bestudeer, voordat je aan de opdracht begint, de Kennisbanken over deze onderwerpen.

KB: Verbanden tussen alinea's
KB: Onderwerp van een tekst

Als je het antwoord op de vragen niet weet, kun je weer bij de tips kijken.
Succes met de vragen!

Opdracht

Opdracht bij Tekst 2

  1. Open de tekst 'Leeftijdsgrens voor schoonheidsoperaties?'.

  2. Lees de tekst globaal door.

  3. Wanneer je de tekst globaal hebt doorgelezen, ga je aan de slag met het beantwoorden van de zeven vragen die je op dit formulier vindt.

  4. Lees de vragen nu intensief.

  5. Ga in de tekst 'Leeftijdsgrens voor schoonheidsoperaties?' op zoek naar de antwoorden op de vragen.

De juiste antwoorden vind je op het Antwoordenblad.
Na het maken van de oefening kun je je eigen antwoorden daar controleren.

Als je een vraag lastig vindt, kun je bij de Tips kijken.
Daar vind je tips die je kunnen helpen bij het beantwoorden van de vraag.

Tips
Tip bij vraag 1
: Lees de antwoordmogelijkheden goed door en lees daarna de inleiding nog een keer heel nauwkeurig. 
Streep eerst de antwoorden weg die zeker niet goed zijn. Als er meer antwoorden overblijven, kies dan het antwoord dat jou het beste lijkt. 

Tip bij vraag 2: Ga op zoek naar de mening van de Minister van Volksgezondheid en de mening van de Nederlandse Vereniging voor Seksuologie. Vergelijk deze meningen met elkaar. 
Als je de tekst op papier voor je hebt liggen, kun je de meningen markeren met een markeerstift, zodat het nog duidelijker wordt. 

Tip bij vraag 3: Met 'de inhoud' wordt 'het onderwerp van de tekst' bedoeld. 
Probeer eerst zelf het onderwerp van alinea 3 te benoemen, zonder naar de mogelijke antwoorden te kijken. Kies daarna het antwoord dat het dichtst bij jouw antwoord ligt. 

Tip bij vraag 4: een feit = waarheid; een mening = wat iemand vindt (hoeft dus niet altijd waar te zijn) 

Tip bij vraag 5: In deze vraag gaat het over verbanden tussen alinea's. Deze verbanden kun je vaak herkennen aan signaalwoorden. Ga op zoek naar de signaalwoorden. In alinea 6 komt het signaalwoord 'Daarnaast' voor. Bij welke verband past dit signaalwoord? 

Tip bij vraag 6: Een advies geven is hetzelfde als raad geven. 
In een samenvatting wordt de inhoud van de tekst in het kort herhaald, in een conclusie staat het uiteindelijke besluit of oordeel. 

Tip bij vraag 7: Je moet aangeven wat het voornaamste doel was van de tekst. Let goed op de vraagstelling. Er wordt gevraagd wat het belangrijkste doel van de tekst is. 

  1. De eerste antwoordmogelijkheid is amuseren. Een tekstsoort die hierbij past is een stripverhaal of een roman.
  2. De tweede antwoordmogelijkheid is informeren. In dit soort teksten wordt bijna alleen feitelijke informatie gegeven. 
    Voorbeelden van dit soort tekstsoorten zijn een artikel in een krant of een standaardformulier.
  3. De derde antwoordmogelijkheid is overtuigen. Het doel van deze teksten is de lezer te overtuigen van een mening.
  4. De vierde antwoordmogelijkheid is waarschuwen. Het doel van deze teksten is de lezer ergens voor te waarschuwen.

Tekst 3

Inleiding

Tekst 3: Schrijfopdracht
Een vast onderdeel in het examen is de schrijfopdracht. 
Het is de bedoeling dat je allerlei soorten teksten kunt schrijven, zoals
een e-mail, brief of een artikel. 
Download het Worddocument: Schrijfoefening en lees een paar handige
weetjes over deze opdracht.

Weet jij nog hoe een zakelijke brief eruit hoort te zien? 
Download het Worddocument: Zakelijk brief schrijven
Hierin vind je meer informatie over een zakelijke brief. 

Veel leerlingen vinden het moeilijk om zelf een stukje te schrijven.
Als je veel oefent, zul je merken dat je het onder de knie krijgt. 

Met een schrijfplan krijg je vooraf een idee hoe je schrijfproduct eruit komt te zien en kun je meteen checken of alle gevraagde informatie in jouw stuk staat.

In deze opdracht ga je oefenen met de eerste stap van een schrijfplan. 
Bekijk in de Kennisbank het onderdeel Schrijfplan.

KB: Schrijfplan

Opdracht

Opdracht bij Tekst 3 

Je gaat een sollicitatiebrief schrijven.

  1. Lees hier de schrijfopdracht uit het examen.

  2. Onderstreep de woorden en de zinnen die belangrijk zijn voor de tekst die je gaat schrijven. Doe dit in de tekst en in de opdracht!

  3. Beantwoord de volgende vragen. Schrijf je antwoorden op.
    1. Voor wie schrijf ik?
    2. Wat is mijn schrijfdoel?
    3. Welke tekstsoort gebruik ik?
    4. Welke datum, adres?

  4. Bespreek de antwoorden op deze vragen met een klasgenoot.

Hieronder vind je nog een oefening. Deze doe je alleen.

Invulbrief 
Doe de invuloefening en maak zo de sollicitatiebrief compleet.

  1. Download het Worddocument: Sollicitatiebrief.

  2. Vul de ontbrekende onderdelen in. Je kunt kiezen uit:

    Jouw naam - Jouw straat en huisnummer - Jouw postcode en woonplaats - Adresgegevens Palace Panini - Plaats, dag, maand, jaar - Aanhef - Afsluiting - Jouw naam 

    Wanneer je al deze gegevens op de juiste manier en op de juiste plaats invult,
    heb je de sollicitatiebrief compleet gemaakt.

  3. Wissel je brief met je buurman/vrouw en beoordeel elkaars brief.
    Kloppen de gegevens? Verbeter elkaar waar nodig.
    Voor de zekerheid kun je de brief uit de inleiding er nog eens op nakijken.

Tekst 4

Inleiding

Tekst 4: Begrijpend lezen
Je zult merken dat dezelfde soort vragen vaak terugkomen op het examen.
Als je steeds dezelfde soort vraag fout beantwoordt, bestudeer dan de theorie over dat onderwerp nog een keer.
Bekijk voordat je aan de opdracht begint de Kennisbanken die jij lastig vindt.

KB: Onderwerp van een tekst
KB: Hoofdgedachte van een tekst
KB: Verbanden tussen alinea's
KB: Feiten en meningen
KB: Tekstdoel en tekstsoort

Opdracht

Opdracht bij Tekst 4

  1. Open de tekst 'Nieuwe maatregel tegen spijbelen'.

  2. Lees de tekst globaal door.

  3. Wanneer je de tekst globaal hebt doorgelezen, ga je aan de slag met het beantwoorden van de zeven vragen.
    Download de vragen hierLees de vragen intensief.

  4. Ga in de tekst 'Nieuwe maatregel tegen spijbelen' op zoek naar de antwoorden op de vragen.

De juiste antwoorden vind je op het Antwoordenblad. 

Als je een vraag lastig vindt, kun je bij de Tips kijken.

Tips
Tip bij vraag 1: In deze inleiding wordt verteld dat spijbelen een bekend probleem is en dat men in Rotterdam is gestart met het invoeren van een nieuwe landelijke maatregel.
Streep de antwoorden weg die sowieso fout zijn. Als er antwoorden overblijven, kies dan het antwoord dat volgens jou het beste is. 

Tip bij vraag 2: Met betrokkenen worden alle mensen bedoeld, die te maken hebben met het opstellen van het contract. 

Tip bij vraag 3: Bestudeer de Kennisbank het onderdeel 'Onderwerp van een tekst'.
KB: Onderwerp van een teks

Let op: in deze vraag wordt alleen gevraagd naar de inhoud van alinea 4. 

Tip bij vraag 4: in de Kennisbank het onderdeel 'Verbanden tussen alinea's'.
KB: Verbanden tussen alinea's

Tip bij vraag 5: Bestudeer in de Kennisbank het onderdeel 'Feiten en meningen'.
KB: Feiten en meningen

Tip bij vraag 6: Bestudeer in de Kennisbank het onderdeel 'Hoofdgedachte van een tekst'.​
KB: Hoofdgedachte van een tekst

Tip bij vraag 7: Bestudeer in de Kennisbank het onderdeel 'Tekstdoel en tekstsoort'.
KB: Tekstdoel en tekstsoort

Video

Inleiding

Video: Begrijpend kijken en luisteren
In deze kijkopdracht ga je aan de slag met de hoofdgedachte en het doel van
een kijkfragment. 

De hoofdgedachte van een kijk- en luistertekst is de belangrijkste informatie
over het onderwerp.
Je kunt deze in één zin formuleren.
Bedenk tijdens het kijken en luisteren wat de spreker zegt over het onderwerp. 

Net zoals geschreven teksten hebben ook gesproken teksten een doel.
De spreker wil je bijvoorbeeld informeren of overtuigen. 

Je kunt filmpjes op verschillende manieren bekijken en luisteren.
Bekijk hiervoor de theorie in de Kennisbank.

KB: Examentips: Kijk- en luisterstrategieën

Opdracht

Opdracht bij Video

  1. Bekijk de twee filmpjes die hieronder staan.
    Beschrijf voor elk filmpje de hoofdgedachte en het doel van het fragment.
    Let op: een filmpje kan meerdere doelen bevatten.

     

  2. Kijk je antwoorden na met behulp van het correctiemodel op het Antwoordenblad.

Moeilijke woorden 
Het kan zijn dat je tijdens het luisteren woorden tegenkomt, waar je de betekenis niet van kent. Als het woord niet belangrijk is, luister je gewoon verder. Als het moeilijke woord wel van belang is, kun je de volgende dingen doen:

  1. Luister goed naar het woord zelf. Het kan zijn dat je de betekenis van een deel van het woord wel kent.
  2. Luister naar aanwijzingen die je misschien helpen om de betekenis van het woord te ontdekken.
  3. Als je de betekenis echt niet weet, schrijf het dan op en zoek de betekenis op in het woordenboek.

Antwoordenblad

Antwoordenblad

Tekst 1

  1. - d 
  2. - c 
  3. - c 
  4. - b 
  5. - a 
  6. - b 

Tekst 2

  1. - a
  2. - d
  3. - c
  4. - a
  5. - a
  6. - a
  7. - b

Tekst 3: Schrijfopdracht

Jouw naam
Jouw straat en huisnummer
Jouw postcode en plaats

Adresgegevens Palace Panini
3 regels om in te vullen.

Plaats, dag maand jaar

Aanhef,

Hierbij reageer ik op de vacature van het warenhuis Palace Panini in Deelden. Graag zou ik het buffet verzorgen en aanvullen. 

Momenteel zit ik op het vmbo leerjaar 4. Ik doe de basisberoepsgerichte leerweg. Ik heb vier jaar lang een krantenwijk gehad en ben gewend om zelfstandig te werken. Positieve punten van mezelf zijn dat ik het erg leuk vind om in een team te werken, en dat ik flexibel inzetbaar ben. 

In de komende zomervakantie, in de maanden juli en augustus, heb ik veel tijd om te werken. Ik kan dan van maandag t/m vrijdag. 

Ik hoop dat u mij uitnodigt voor een persoonlijk gesprek. 

Afsluiting, 

Je naam 

Tekst 4

 

  1. - a
  2. - d
  3. - b
  4. - d
  5. - c
  6. - c
  7. - b

 

Video

Hoofdgedachte fragment 1: De leerlingen van de Nutsschool zijn druk bezig met de voorbereiding op de eerste Koningsdag. 
Doel fragment: informeren en amuseren 

Hoofdgedachte fragment 2: Mogen werklozen worden verplicht om tomaten te gaan plukken? 
Doel fragment 2: informeren 

  • Het arrangement Examentraining 1 vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2016-09-21 11:06:48
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Examentraining 1 vmbo-b34
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 55 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, leerlijn, rearrangeerbare

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Leermateriaal, StudioVO. (z.d.).

    Examentraining 1 vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/74487/Examentraining_1__vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.