Opdracht

Opdracht bij Tekst 2

  1. Open de tekst 'Leeftijdsgrens voor schoonheidsoperaties?'.
  2. Lees de tekst globaal door.
  3. Wanneer je de tekst globaal hebt doorgelezen, ga je aan de slag met het beantwoorden van de zeven vragen die je op dit formulier vindt.
  4. Lees de vragen nu intensief.
  5. Ga in de tekst 'Leeftijdsgrens voor schoonheidsoperaties?' op zoek naar de antwoorden op de vragen.

De juiste antwoorden vind je op het Antwoordenblad.
Na het maken van de oefening kun je je eigen antwoorden daar controleren.

Als je een vraag lastig vindt, kun je bij de Tips kijken.
Daar vind je tips die je kunnen helpen bij het beantwoorden van de vraag.

Tips
Tip bij vraag 1
: Lees de antwoordmogelijkheden goed door en lees daarna de inleiding nog een keer heel nauwkeurig. 
Streep eerst de antwoorden weg die zeker niet goed zijn. Als er meer antwoorden overblijven, kies dan het antwoord dat jou het beste lijkt. 

Tip bij vraag 2: Ga op zoek naar de mening van de Minister van Volksgezondheid en de mening van de Nederlandse Vereniging voor Seksuologie. Vergelijk deze meningen met elkaar. 
Als je de tekst op papier voor je hebt liggen, kun je de meningen markeren met een markeerstift, zodat het nog duidelijker wordt. 

Tip bij vraag 3: Met 'de inhoud' wordt 'het onderwerp van de tekst' bedoeld. 
Probeer eerst zelf het onderwerp van alinea 3 te benoemen, zonder naar de mogelijke antwoorden te kijken. Kies daarna het antwoord dat het dichtst bij jouw antwoord ligt. 

Tip bij vraag 4: een feit = waarheid; een mening = wat iemand vindt (hoeft dus niet altijd waar te zijn) 

Tip bij vraag 5: In deze vraag gaat het over verbanden tussen alinea's. Deze verbanden kun je vaak herkennen aan signaalwoorden. Ga op zoek naar de signaalwoorden. In alinea 6 komt het signaalwoord 'Daarnaast' voor. Bij welke verband past dit signaalwoord? 

Tip bij vraag 6: Een advies geven is hetzelfde als raad geven. 
In een samenvatting wordt de inhoud van de tekst in het kort herhaald, in een conclusie staat het uiteindelijke besluit of oordeel. 

Tip bij vraag 7: Je moet aangeven wat het voornaamste doel was van de tekst. Let goed op de vraagstelling. Er wordt gevraagd wat het belangrijkste doel van de tekst is. 

  1. De eerste antwoordmogelijkheid is amuseren. Een tekstsoort die hierbij past is een stripverhaal of een roman.
  2. De tweede antwoordmogelijkheid is informeren. In dit soort teksten wordt bijna alleen feitelijke informatie gegeven. 
    Voorbeelden van dit soort tekstsoorten zijn een artikel in een krant of een standaardformulier.
  3. De derde antwoordmogelijkheid is overtuigen. Het doel van deze teksten is de lezer te overtuigen van een mening.
  4. De vierde antwoordmogelijkheid is waarschuwen. Het doel van deze teksten is de lezer ergens voor te waarschuwen.