Het arrangement B. Blauwdruk ontwikkeling, uitvoering, evaluatie en doorontwikkeling is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteurs
- Laatst gewijzigd
- 2022-06-22 22:48:21
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- Op deze wiki vind je informatie over het ontwikkelen, uitvoeren en doorontwikkelen.
- Eindgebruiker
- leraar
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
- Studiebelasting
- 4 uur 0 minuten
Bronnen
| Bron | Type |
|---|---|
| VISIEtatie <a href="https://youtu.be/7swL8b2yGvw">https://youtu.be/7swL8b2yGvw</a> | Video |
| Onderwijsvisie AVD <a href="https://youtu.be/RoOgMa7WU-w">https://youtu.be/RoOgMa7WU-w</a> | Video |
| https://youtu.be/APUmiAmXtNU <a href="https://youtu.be/APUmiAmXtNU">https://youtu.be/APUmiAmXtNU</a> | Video |
Gebruikte Wikiwijs Arrangementen
Onderwijsmodel Avans. (z.d.).
C. Ontwikkeling van een module in de MOT
https://maken.wikiwijs.nl/172875/C__Ontwikkeling_van_een_module_in_de_MOT
Op deze wiki gaan we de diepte in en vind je per stap van het blauwdrukproces informatie die je mogelijk zoekt tijdens het ontwikkelen van je blauwdruk. Hier kun je rondkijken of er iets bij zit wat jullie helpt in het proces en past bij jullie context.
lijn van de opleiding (het curriculum) wordt beschreven. Dit zijn eigenlijk de opbrengsten van jullie ontwerpproces van het curriculum. Het helpt om van daaruit samen te werken, modules te ontwikkelen maar ook heb je al een groot deel van je verantwoording (bijv. voor accreditatie) op orde.
het HBO-niveau beschrijven.
in vergelijking met het VO en MBO, is dat onze eindkwalificaties globaal zijn geformuleerd. Er wordt niet exact beschreven in welke mate je Franse grammatica moet toepassen (VO) of hoe je als timmerman (MBO) in de praktijk met een lineaal moet kunnen werken. Dit biedt voordelen, namelijk als opleiding heb je veel ruimte om dit zelf te interpreteren en invulling te geven. Dit biedt ook nadelen. Het is namelijk niet zo duidelijk als in het VO en MBO en dát vraagt er om dat je als opleiding (als heel team) hier nog mee aan de slag gaat.
een landelijk beroeps en/of opleidingsprofiel gemaakt. Hierin worden alle eindkwalificaties van de opleiding beschreven. De manier waarop dit wordt gedaan is nogal verschillend. Wat bij de ene opleiding competenties wordt genoemd, wordt bij de andere opleiding leeruitkomsten genoemd. En nee, dan niet de leeruitkomsten zoals die waar wij als deeltijd-opleidingen mee werken. Dat maakt het dus allemaal niet makkelijker helaas.
zijn vaak redelijk algemeen geformuleerd. In veel gevallen is er aanvullend een Body of Knowledge and Skills (BoKS) uitgewerkt. Dit helpt om concreet te maken welke kennis en vaardigheden nodig zijn om de eindkwalificatie te kunnen realiseren. Deze BoKS helpt je om in beeld te krijgen van wat je moet leren qua kennis en vaardigheden om een startbekwaam beroepsbeoefenaar te worden. Een BoKS zegt helaas zelden iets over het niveau waarop onderdelen behaald moeten worden en de verschillende begrippen in de BoKS hebben vaak een verschillend abstractieniveau. Het is goed om in je opleiding samen te bespreken hoe de onderdelen van de BoKS invulling krijgen in het curriculum.
uitgelegd dat eindkwalificaties in het HBO niet zo eenvoudig zijn te gebruiken als in het VO en MBO. Daar komt nog een uitdaging bij: er worden heel veel verschillende woorden gebruikt voor de eindkwalificaties. Na contact met de NVAO (maart 2021) kunnen we hier laten weten dat we van een aantal begrippen afscheid kunnen nemen, namelijk:
waar je je als team verplicht aan dient te houden. In deze wiki proberen we zo concreet mogelijk uit te leggen waar het kader vandaan komt (wet, landelijke eisen, Avans) en wat dit inhoudt voor het ontwerpen van onderwijs.
van de Vereniging Hogescholen met de landelijke database van opleidingsprofielen.
vragen als kwaliteitscheck bij deze stap.
voorwaarde voor kwalitatief goed onderwijs is een gedeelde doorleefde visie (Onderwijsraad, 2015). Dit houdt in dat er een gedeeld beeld is van de stip aan de horizon waar we naartoe willen en dat iedere medewerker deze gedeelde stip in eigen woorden uit kan leggen. Dit zorgt voor:
visie biedt de mogelijkheid om ieder team/opleiding een vertaling te laten maken naar hun context: als dit het kader is waarbinnen we werken hoe ziet dat er dan bij ons uit? Dit zorgt voor de verbinding van de individuele waarden met de waarden van de organisatie. Dit is voorwaardelijk voor intrinsieke motivatie en eigenaarschap. Op deze manier is een gedeelde doorleefde visie ook een sturingsinstrument om je strategische doelen te realiseren en de productiviteit te verhogen.
De gedeelde doorleefde visie maakt het mogelijk om de expertise, denk en innovatiekracht van medewerkers en teams optimaal te benutten: het geeft hen een kader waarbinnen ze mee kunnen denken over hoe binnen hun opleiding de visie te realiseren. Hierdoor kun je als organisatie, na het vertragen om te komen tot een gedeelde doorleefde visie, juist versnellen. Daarmee is een gedeelde doorleefde visie ook een van de belangrijkste voorwaarden voor zelforganisatie en werk van betekenis.
uitgelegd bij
hierboven zie je dat kwaliteitseisen in het onderwijs kwalitatief van aard zijn: ze beschrijven de waarden waar wij voor staan. Het voelt daarmee misschien subjectief. Maar het feit is dat we in het onderwijs immers geen thermometer in een patient kunnen steken en met 100% zekerheid constateren of de patient koort heeft.
de eindkwalificaties van jullie opleiding verzameld.Dit betreffen de eindkwalificaties voor de vakinhoud, HBO-niveau en de Avans eindkwalificaties (Nederlands, Engels & de SDG's).
de
historie verzameld (oude documenten), de kaders waarbinnen jullie als opleiding dienen te handelen (eindkwalificaties), het onderwijsmodel visie van jullie eigen identiteit. De volgende stap is om dit samen te voegen tot één geheel.
bij Avans ontwikkelen we beroepsgericht. Dit houdt in dat in onze opleidingen het beroep en het werkveld centraal staat. Van oudsher werden opleidingen in het hoger onderwijs aangeboden in de vorm van vakken. In het non-voorbeeld hiernaast gaat het om vakken die van toepassing zijn in de opleiding tot meubelmaker. Denk aan kennis van materialen zoals hout, kennis van kunststromingen, vaardigheden als houtbewerking, het maken van een plan van aanpak van ontwerp tot en met uitvoering en het maken van een technische tekening. Allemaal noodzakelijke kennis en vaardigheden om als meubelmaker te bezitten. Het probleem is echter dat we als mensen deze geleerde vaardigheden in de vorm van één vak, lastig kunnen vertalen naar andere contexten. Dat is best een probleem tijdens de stage en later als een afgestudeerde het werkveld in gaat. In de praktijk zijn vraagstukken meestal niet op te lossen met de kennis en vaardigheden vanuit één vak maar juist door de combinatie van de vakken. Het opleiden in de vorm van vakken draagt daarom niet bij aan een optimale voorbereiding van onze studenten op de beroepspraktijk.
maken we een mindswitch van vakgericht onderwijs naar beroepsgericht onderwijs. Niet de vakken staan centraal maar stukken van het beroep. Die stukken van het beroep noemen we (deel)beroepsprestaties. In hetzelfde voorbeeld van de meubelmaker, betreft een (deel)beroepsprestatie het maken van een kast met een element van een kunststroming (zie afbeelding hier rechts). Om dit te kunnen doen heb je kennis nodig van materialen, gereedschappen, kunststromingen etc. Al die kennis en vaardigheden samen zijn nodig om de (deel)beroepsprestatie te leveren. Met al die beroepsprestaties samen wordt de beroepsbekwaamheid aangetoond, het eindniveau van de opleiding. Dit wordt weergegeven in onderstaande afbeelding.

is in de metafoor van de boekenkast, de beschrijving van de uitkomst. Waar moet de boekenkast aan voldoen? Hoeveel boeken moeten er is? Dient er een kenmerk van een kunststroming te worden toegepast. Welke technieken wil je zien? Welke kennis is voorwaardelijk om de prestatie te leveren? Welke extra bronnen dient de student te zoeken en te gebruiken? Welke hulp is voor handen? Welke beroepsstandaarden dienen gebruikt te worden? Met wie dient er samengewerkt te worden?

Lees
oorzaak voor het ontbreken van betrokkenheid van docenten bij kwaliteitszorg betreft de ‘smalle focus’ op kwaliteit. Vinkenburg (2011) beschrijft de ‘smalle focus’ op kwaliteit aan de hand van de empirische school. Deze kwaliteitsschool gaat uit van feiten en cijfers, registreert en controleert en heeft objectiviteit tot doel. In het hoger onderwijs betreffen elementen van de empirische school o.a. rendementscijfers, student/staf ratio´s. Handige en onmisbare informatie. Het gevaar is echter dat de data los van de context worden beoordeeld. Een onderwijsteam dat een lager rendement heeft behaald in de propedeuse, kan het echter heel goed gedaan hebben in het kader van de oriëntatie, selectie en verwijsfunctie.
van Avans (