Kwaliteit van onderwijs is iets wat iedereen belangrijk vindt en waar we allemaal mee bezig zijn zowel bewust als onbewust. Vaak denken we bij kwaliteit als eerste aan cijfers en tevredenheid. Echter, duidt dat voor jou als docent nu echt dé kwaliteit? Kwaliteit in het onderwijs is veel breder dan tevredenheid alleen. Wat is 'goede onderwijskwaliteit'?
Waar hebben jullie het over in het team als jullie de kwaliteit van het onderwijs bespreken? Hebben we met elkaar wel taal om de kwaliteit van het onderwijs bespreekbaar te maken? En hebben we wel een gezamenlijk beeld van die kwaliteit? Anders is een gesprek immers best lastig. Kortom, hoe omschrijven jullie kwalitatief goed onderwijs in jullie context? Wanneer doen jullie het goed? Hoe weet je dat? Wat zie of ervaar je dan? Net als bij een sportwedstrijd, is het voor teamwerk, voorwaardelijk dat je helder hebt wanneer je het goed doen. Maar is het zo helder net als bij die voetbalwedstrijd wanneer je "wint", met andere woorden wanneer je goed bezig bent als opleiding?
Kwaliteitzorg vinden we allemaal belangrijk maar doen we dat op een effectieve en impactvolle manier? Hebben studentevaluaties impact op verbetering? En vindt de echte kwaliteitszorg niet plaats bij het koffiezetapparaat?
Op die eerste vraag is het antwoord simpel: studentevaluaties hebben weinig impact om de volgende redenen:
Maakt dit nieuwsgierig? Lees de blog op vernieuwenderwijs waarin op basis van wetenschappelijke
literatuur wordt uitgelegd wat de risico's en kanttekeningen zijn bij studenttevredenheid.
Benieuwd naar overige voorwaarden voor effectieve kwaliteitszorg? Kijk naar de tekening hier rechts.
Een andere mogelijke oorzaak voor het ontbreken van betrokkenheid van docenten bij kwaliteitszorg betreft de ‘smalle focus’ op kwaliteit. Vinkenburg (2011) beschrijft de ‘smalle focus’ op kwaliteit aan de hand van de empirische school. Deze kwaliteitsschool gaat uit van feiten en cijfers, registreert en controleert en heeft objectiviteit tot doel. In het hoger onderwijs betreffen elementen van de empirische school o.a. rendementscijfers, student/staf ratio´s. Handige en onmisbare informatie. Het gevaar is echter dat de data los van de context worden beoordeeld. Een onderwijsteam dat een lager rendement heeft behaald in de propedeuse, kan het echter heel goed gedaan hebben in het kader van de oriëntatie, selectie en verwijsfunctie.
De normatieve school gaat uit van normen en modellen over hoe de wereld er uit zou moeten zien, aan de hand van standaarden en door middel van zelfevaluaties en audits wordt de kwaliteit gecontroleerd. Uitgangspunt in tegenstelling tot de empirische school betreft de organisatie als integraal systeem in plaats van de focus op losse processen zoals in de empirische school. Een aandachtspunt bij deze kwaliteitsschool betreft de verbinding tussen het beleid en procedures enerzijds en het primaire proces anderzijds. Te weinig communicatie over het waarom van beleid en procedures en het ontbreken van participatie vanuit docenten en leidinggevenden, kan er toe leiden dat beleid een doel op zich wordt en dat de docent of de leidinggevende vergeet in de praktijk een beslissing te nemen op basis van het beleid (de liniaal van de timmerman) én de eigen professionele inschatting (het timmermansoog). Dat brengt, zo waarschuwt ook de Onderwijsraad (2015) een risico van ‘window dressing’ en strategisch gedrag met zich mee.
Reflectievragen in plaats van conclusies – HAN-ILS De analyses van rendementscijfers of de nationale studenten enquête, worden in lijn met de reflectieve school, niet voorzien van conclusies. In plaats daarvan worden de analyses voorzien van reflectievragen. Deze vragen worden samen met vertegenwoordigers van het docententeam doorgenomen en zo mogelijk beantwoord. Dat levert context specifieke antwoorden op die inzicht geven in belemmeringen en succesfactoren.
|
In toenemende mate wordt gepleit om aandacht te besteden aan opvattingen en overtuigingen als onderdeel van kwaliteitszorg (Kemenade, Pupius, & Hardjono, 2008; Vinkenburg, 2011; Onderwijsraad, 2015). Vinkenburg (2011) geeft dit expliciet een plek binnen de reflectieve school. De reflectieve school gaat er vanuit dat ‘dé werkelijkheid’ niet bestaat, iedereen ervaart die anders. Zodoende dient de dialoog continu gevoerd te worden over wat kwaliteit is en wat kwaliteit kenmerkt maar ook welke overtuigingen ieder individu drijft en belangrijk vindt. De aandacht voor kwaliteitszorg komt in deze school van binnenuit en wordt niet alleen extern gedreven door bijvoorbeeld audits en visitaties. Het streven is hier om iedere dag de kwaliteit op orde te hebben voor studenten en daarmee is de opleiding tevens iedere dag visitabel.
In het verleden zijn we mogelijk doorgeschoten in kwaliteitszorg vormgeven vanuit de empirische en normatieve school. Deze kwaliteitsscholen geven door middel van feiten en cijfers en normen en procedures monitorings- en sturingsinstrumenten. De publieke (overheid) en corporate (bestuurders) besturingswerelden leken op dit vlak hoofdzakelijk actief, terwijl docenten zo een prominente rol hebben in de dagelijkse kwaliteit van het onderwijs.
Hieronder worden per benadering van kwaliteitszorg voorbeelden gegeven van bijbehorende vormen van kwaliteitszorg.
Empirische school | Normatieve school | Reflectieve school |
Studentevaluaties | Beleid | Gedeelde doorleefde visie |
Financiering op orde | Audits, liefst met "objectieve" auditors die zo min mogelijk bij de context betrokken zijn. | Participatief proces komen tot visie |
Benchmarking cijfers | Kaders | Betrokkenen uit opleiding voeren audit uit bij collega's. Achtergrondinformatie helpt om situatie te begrijpen en te adviseren. Audit tevens leerzaam voor auditors zelf (peerreview). |
Werken volgens PDCA. | Eigen docenten en/of eigen adviseurs (KZ,OWK) voeren mede audit uit. Door ervaring kunnen ze met vragen de diepte in. | |
Werkveld tevredenheids-onderzoek | Kwaliteitszorgplan per proces. | Integraal kwaliteitszorgplan vanuit de breedte van strategische doelstellingen van de opleiding. |
Sinds 2006 heeft Avans een vastgesteld kwaliteitssysteem; ‘Kwaliteit in Beweging’. ‘Kwaliteit in Beweging’ is gericht op onderwijs, onderzoek, valorisatie en bedrijfsvoering en toegesneden op de vragen van de verschillende stakeholders. Hierdoor komt het integrale karakter van het kwaliteitssysteem meer tot uitdrukking.
In het onderstaande model is het kwaliteitssysteem van Avans visueel weergegeven. Het model bestaat uit verschillende onderdelen.
Hieronder lichten we de verschillende onderdelen kort toe:
Bovenstaande elementen worden in het model ‘gesteund’ door een pijler van facilitering en borging. De kwaliteit van het kwaliteitssysteem en de kwaliteitszorg zelf, dienen namelijk ook geborgd te zijn om actueel, uitvoerbaar, onderhoudbaar en toekomstbestendig te blijven.
Evalueren is het bekijken en waarderen van het resultaat aan de hand van de doelen. Een evaluatie kan bijvoorbeeld gaan over de leerprestaties, de docent of het onderwijs. Evalueren gebeurt in een vaste cyclus: informatie verzamelen, registeren, evalueren en dan vervolgstappen bepalen.
In het onderwijs zijn er verschillende mogelijkheden om te bepalen wat de waarde is van onderwijs en leerprocessen. Een aantal van deze mogelijkheden zijn: observeren, het afnemen van vragenlijsten, het voeren van gesprekken.
Waarom evalueren?
Er zijn een aantal redenen om te evalueren:
De evaluatiecyclus
In ieder evaluatieproces, wordt een evaluatieve cyclus doorlopen. De evaluatieve cyclus bestaat uit vijf stappen:
Accreditatie | In tegenstelling tot wat veel mensen denken is het bezoek aan de opleiding NIET de accreditatie. Het bezoek aan de opleiding is de visitatie. De accreditatie is het moment dat het hele visitatieproces is voorlopen, de NVAO het visitatierapport heeft bekeken en een accreditatierapport heeft gemaakt en tot slot de minister zijn/haar handtekening zet. Deze handtekening zorgt er voor dat de accreditatie wordt bekrachtigd en de opleiding voor de komende zes jaar wordt gefinancierd. |
Evaluatiebureau |
Het bacheloronderwijs wordt niet door de NVAO zelf gevisiteerd. Als HBO huur je hiervoor een evaluatiebureau in. Dit zijn bijvoorbeeld Hobéon, NQA of Equivet. Deze bureaus kunnen in opdracht een visitatie uitvoeren en leveren o.b.v. de visitatie een rapport aan. De opleiding dient dat rapport in bij de NVAO om een accreditatie aan te vragen.
|
KIB | Kwaliteit in beweging. Het kwaliteitsbeleid van Avans. |
NQA | Zie evaluatiebureau |
Visitatie | Het bezoek aan de opleiding door een evaluatiebureau. Zie evaluatiebureau. |
Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 19 januari door Jolanda van Bentum en Myrte Legemaate.