Thema's leerjaar 1
1 Plaats bepalen
1H01 Leerdoelen .........................................................................................................
Leerdoelen...................................................................................................
Aan het eind van dit thema:
- kun je met codes werken;
- weet je wat een assenstelsel is;
- wet je hoe je een assenstelsel moet tekenen;
- weet je hoe je punten in een assenstelsel kunt tekenen;
- kun je werken met een schaallijntje;
- kun je de schaal van een kaart bepalen.
Voorkennis
Om de opdrachten in de afsluiting van dit thema goed te kunnen maken, moet je de wiskundige namen van de bekendste vlakke figuren weten en moet je lengte-eenheden kunnen omrekenen.
Open hier het thema plaatsbepalen
2 Meetkunde
1H02 Leerdoelen .....................................................................................................
Leerdoelen ..................................................................................................
Aan het eind van dit thema:
- weet je wat het verschil tussen een lijn, een halve lijn en een lijnstuk is;
- weet je wat wordt bedoeld met loodrecht en met evenwijdig;
- weet je wat we in de wiskunde bedoelen met de afstand;
- ken je de begrippen cirkel, straal en middellijn;
- ken je de bekendste vlakke figuren;
- weet je wat wordt bedoeld met de omtrek van een vlakke figuur;
- kun je lengtematen omrekenen;
- weet je wat wordt bedoeld met de oppervlakte van een vlakke figuur;
- kun je oppervlaktematen omrekenen.
Open hier het thema meetkunde
3 Grafieken
1H03 Leerdelen .......................................................................................................
Leerdoelen ..............................................................................................................
Aan het eind van dit thema:
- weet je wat een verband is;
- weet je dat je een verband in een grafiek kunt weergegeven;
- kun je grafieken aflezen;
- kun je bij een tabel een grafiek tekenen;
- weet je wat een somgrafiek en een verschilgrafiek is.
- kun je zelf een somgrafiek en een verschilgrafiek tekenen.
Open hier het thema grafieken
4 Verhoudingstabellen
1H04 Leerdoelen ..............................................................................................................
Leerdoelen ........................................................................................................................
Aan het eind van dit thema:
- weet je wat een verhoudingstabel is;
- weet je dat er verschillende manieren zijn om
verhoudingen uit te spreken;
- kun je grafieken aflezen;
- weet je hoe je verhoudingen kunt vergelijken met verhoudingstabellen.
Open hier het thema verhoudingstabellen
5 Hoeken
1H05 Leerdoelen ..............................................................................................................
Leerdoelen ...............................................................................................................
Aan het eind van dit thema:
- weet je wat een scherpe, een stompe, een inspringende, een gestrekte, een rechte en een volle hoek is;
- weet je dat je de grootte van een hoek uitdrukt in graden;
- weet je dat een rechte hoek 90° is;
- weet je dat een gestrekte hoek 180o is;
- weet je dat een volle hoek 360o is;
- weet je hoe je de grootte van een hoek met een geodriehoek kunt meten;
- weet je hoe je een hoek met een geodriehoek kunt tekenen;
- kun je in bepaalde gevallen een hoek berekenen.
Open hier het thema hoeken
6 Ruimtelijke figuren
1H06 Leerdoelen ...............................................................................................................
Leerdoelen .....................................................................................................................
Aan het eind van dit thema:
- ken je de bekendste ruimtelijke figuren;
- weet je wat wordt bedoeld met de grensvlakken, ribben en hoekpunten van een ruimtelijk figuur;
- weet je hoe je een uitslag van een ruimtelijk figuur kunt maken;
- weet je wat een aanzicht van een ruimtelijk figuur is
- kun je bij een aantal ruimtefiguren op de juiste manier letters bij de hoekpunten plaatsen
Open hier het thema ruimtelijke figuren
7 Negatieve getallen
1H07 Leerdoelen ................................................................................................
Leerdoelen
Aan het eind van dit thema:
- kun je negatieve getallen aangeven op een getallenlijn;
- kun je werken met negatieve getallen in een assenstelsel;
- kun je optellen met negatieve getallen;
- kun je aftrekken met negatieve getallen;
- kun je vermenigvuldigen met negatieve getallen;
- kun je delen met negatieve getallen;
- kun je de rekenregels correct toepassen
Open hier het thema negatieve getallen
8 Symmetrie
1H08 Leerdoelen ..............................................................................................................
Leerdoelen
Aan het eind van dit thema:
- weet je wat lijnsymmetrie is;
- kun je in een lijnsymmetrische figuur de symmetrieas aanwijzen;
- weet je wat draaisymmetrie is;
- kun je van een draaisymmetrische figuur het draaicentrum en de kleinste draaihoek bepalen;
- weet je van de bekendste vlakke figuren of ze symmetrisch zijn;
- weet je wat een motief en een patroon is
- kun je symmetrie gebruiken om een patroon te maken;
- weet je wat schuifsymmetrie is
- kun je in figuren F-hoeken en Z-hoeken herkennen en gebruiken
Open hier het thema symmetrie
9 Verbanden
1H09 Leerdoelen .............................................................................................................
Leerdoelen
Aan het eind van dit thema:
- weet je wat een verband tussen twee variabelen is;
- weet je dat je een verband soms in een formule kunt weergegeven;
- kun je formules schrijven met lettervariabelen;
- kun je bij een formule een grafiek tekenen.
Open hier het thema verbanden.
10 Informatieverwerking
1H10 Leerdoelen .............................................................................................................
Leerdoelen
Aan het eind van dit thema:
- kun je rekenen met procenten
- kun je werken met de volgende diagrammen:
beelddiagram
staafdiagram
cirkeldiagram
- weet je dat er verschillende informatieve figuren zijn;
- kun je het gemiddelde en het gewogen gemiddelde
bepalen van een aantal getallen.
Open hier het thema Informatie verwerken
Rekenhoofdstukken
11 Basisrekenen
Leerdoelen
Aan het eind van dit thema:
- kun je optellen en aftrekken met decimale getallen;
- kun je vermenigvuldigen en delen met decimale getallen;
- kun je decimale getallen afronden;
- weet je hoe de uitkomst van een opgave met decimale getallen kunt schatten;
- ken je de volgorde waarin je bewerkingen moet uitvoeren.
Paragrafen:
12 Breuken
Leerdoelen
Aan het eind van dit thema:
- weet je wat breuken zijn;
- kun je breuken vergelijken;
- kun je optellen en aftrekken met breuken;
- kun je vermenigvuldigen en delen met breuken.
Paragrafen:
13 Procenten
Leerdoelen
Aan het eind van dit thema:
- weet je wat procent betekent;
- kun je rekenen met procenten;
- kun je de nieuwe prijs uitrekenen als je een percentage korting krijgt;
- kun je de nieuwe prijs uitrekenen als je prijs met een percentage wordt verhoogd.
Paragrafen:
De rekenmachine
Inleiding
Inleiding ................................................................................................................
In dit arrangement vind je een aantal filmpjes waarin wordt
uitgelegd hoe je je rekenmachine handig kunt gebruiken
bij het oplossen van wiskunde opgaven.
We maken op school gebruik van de TI 30XB rekenmachine,
daarover gaat ook de uitleg.
Als je een handleiding nodig hebt, dan vind je die hier.
Basisfuncties
Basisfuncties ..........................................................................................................................
Instellingen
Instellingen .......................................................................................................................................
Van breuken naar decimalen
Breuken naar decimalen .......................................................................................................
Van decimalen naar breuken
Decimalen naar breuken ........................................................................................................
Afspraken
Je spullen
Afspraken: spullen .............................................................................................................
Je ringband
Afspraken:Je ringband ............................................................................................
Je gebruikt bij wiskunde een ringband met 23 ringen.
Je werkt bij wiskunde altijd op roosterpapier met "cm hokjes": roosterhokjes van 1 bij 1 cm.
Je zorgt er voor dat je altijd voldoende roosterpapier in je ringband hebt.
Je houdt je ringband netjes en heel.
Als je een ringband in een tas meeneemt, dan plaats je de ringband met de rug naar beneden in je tas (Waarom?).
Ook je werkbladen gaan in je ringband. Als je ze van je docent ontvangt hebben ze al een "multo-perforatie". Dat zijn 23 gaatjes.
Aan het werk
Afspraken: aan het werk .........................................................................................................
Op je wiskundepapier:
-
werk je netjes
-
houd je een kantlijn aan van ca. 2 hokjes
-
zet je het nummer van de opgave altijd vóór de kantlijn en tegen de kantlijn aan
-
teken je met (kleur-)potlood en liniaal/geodriehoek
-
schrijf je met pen
-
haal je fouten met één of twee strepen door en gebruik je dus geen typex
-
schrijf je aanvullingen/verbeteringen bij het nakijken met rood of groen
-
sla je tussen de verschillende opdrachten een regel over
-
maak je de opdrachten onder elkaar
-
geef je altijd een volledige berekening / uitwerking / uitleg!
-
maak je bij meetkunde opgaven meestal een schets
-
mag je een schets ook zonder liniaal/geodriehoek maken
Tijdens een toets
Afspraken: tijdens een toets ................................................................................................
- werk je netjes
- zet je het nummer van de opgave altijd vóór de kantlijn en tegen de kantlijn aan
- teken je met (kleur-)potlood en liniaal/geodriehoek en schrijf je met pen
- haal je fouten met één of twee strepen door en gebruik je dus geen typex
- sla je tussen de verschillende opdrachten een regel over
- maak je de opdrachten onder elkaar
- geef je altijd een volledige berekening/uitwerking/uitleg
- maak je bij de meetkunde opgaven (meestal) een schets
- mag je een schets ook zonder liniaal/geodriehoek maken
- gebruik je geen kladpapier
- heb je al je spullen zelf bij je
- want je mag niets van een ander lenen!
Bij de opgaven
Afspraken: bij de opgaven ......................................................................................................
Als je dit symbooltje tegenkomt bij een opgave, dan maak je die (gedeeltelijk) op je werkblad.
Als je dit symbooltje tegenkomt bij een opgave, dan zitten er lastige onderdelen in.
Als je dit symbooltje tegenkomt bij een opgave, dan maak je die opgave alleen als je voldoende tijd hebt.
Hoe bereid je een wiskunde toets voor?
Hoe bereid jij je het best voor op een wiskundetoets?
Wiskunde is een doe vak. Je leert door te doen. En doen is ontdekken. Hieronder krijg je wat tips om je goed voor te kunnen bereiden op de Wiskunde toetsen. Wat moet je doen om te kunnen ontdekken!
Leren doe je in de les!
- Zorg dat je goed luistert naar de uitleg. De leraar geeft vaak veel meer handige tips dan er op de wiskundepagina's staan.
- Maak aantekeningen van datgene wat belangrijk is. Zo hoef je niet alles te onthouden maar kun je het achteraf nog terug lezen. Zet deze aantekeningen in een duidelijk vak op je ruitjespapier. Geef de titel van het vak bijvoorbeeld een kleurtje zodat je het makkelijk terug kunt vinden.
- Doe actief mee in de wiskundelessen. Zit recht op in de klas, kijk wat er gebeurt op het bord, schrijf de opgaven die op het bord behandeld worden ook op je ruitjespapier op.
- Neem de theorie in de openingspagina nog eens door.
- Kijk de gemaakte opgaven goed na zodat je kunt leren van je fouten. Niemand kan zich ontwikkelen zonder fouten te maken.
Probeer er zelf achter te komen waarom je een opgave fout had. Je leert nog meer van je fouten als je zelf achter het goede antwoord komt, in plaats van dat iemand het je voorzegt.
- Werk je opgaven netjes en nauwkeurig uit. Schrijf met pen en teken met potlood. Wiskunde is een exact vak, waarbij een antwoord goed of fout kan zijn.
- Sla een opgave nooit over omdat je hem niet goed begrijpt. De leraar kan je aan de hand van je foute opgave beter helpen dan wanneer je niets op papier hebt staan. Schrijf je antwoorden volledig op, met berekeningen, tussenstappen en eenheden. Bij Wiskunde zijn we minder geïnteresseerd in het antwoord maar meer in de weg er naar toe. Leg dus altijd uit waarom je tot je antwoord bent gekomen. Dit kan aan de hand van een tekening, berekening of een korte toelichting.
- Zorg dat je altijd je spullen in orde hebt. Je kunt onnodig veel tijdverlies lijden als je bepaalde spullen niet bij je hebt, of opgaven helemaal niet maken.
- Wees vooral niet bang om vragen te stellen. Leraren doen niets liever dan je te begeleiden bij het leren
Tijdens de toets.
- Leg al je spullen klaar. (pen, potlood, gum, puntenslijper, geodriehoek, 3 kleurpotloden, passer* en rekenmachine* en een leesboek)
- Lees de vraag goed door, soms is het handig om informatie te onderstrepen. Dat onderstrepen kan met je kleurpotlood.
- Heb je geen idee hoe je de vraag zou kunnen aanpakken, sla de vraag dan even over. Zet een uitroepteken in je kantlijn zodat je straks aan het eind deze vraag nog even gaat proberen. Zorg er voor dat wanneer je vragen even overslaat die je later gaat maken dat je de opgaven op je toetspapier heel goed nummert!
Het is niet erg een vraag even over te slaan. Maak eerst de vragen die je makkelijk vind of waar je meteen wee hoe je ze gaat oplossen. Zo scoor je in het begin snel punten. Als je veel punten haalt voor je toets haal je natuurijk ook een goed cijfer.
- Lees de volgende vraag door en als je dit handig vindt onderstreep weer nuttige informatie in de vraag met potlood.
- Orden de informatie uit de vraag en maak je berekening. Schrijf je hele berekening op. controleer of je goed hebt afgerond en of je de eenheden achter de vraag hebt gezet.
- Als je denkt dat je klaar bent met je toets controleer je even of je alle vragen gemaakt het. Ook controleer je nog eens of je de antwoorden die je opgeschreven hebt goed zijn afgerond. Kijk nog even naar je tekeningen en assenstelsels staan bijvoorbeeld de goede woordjes bij de assen en zijn de tekeningen netjes met potlood?
- Je bent nu klaar met de toets. Pak je leesboek erbij en ga even ontspannen lezen, of werk aan een ander vak.
Extra!
Wiskunde+
Als je niet bang bent voor wat extra inspanning, dan zijn er heel veel moeglijkheden om op een andere manier met je wiskunde bezig te zijn.
Zo is er de site van waar je bijna alles terug kunt vinden over de wiskunde onderwerpen die we hier op school behandelen.
Wel is dan alles in het (Amerikaans) Engels, maar dat geeft je dan weer de kans voor twee vakken tegelijk slimmer te worden!
Als je daar gebruik van wilt maken moet je even met je docent overleggen hoe je een account aan moet maken; we heben daar op school al een paar dingen voor geregeld zodat je dan ook direct aan de slag kunt.
In overleg met je docent kun je er ook voor kiezen om te gaan programmeren.
Werkbladen
Werkbladen
1VMBO-KGT1 Werkbladen .........................................................................................................
Bij de meeste hoofdstukken heb je werkbladen nodig.
Die krijg je van je docent, maar je kunt ze ook hier downloaden:
Wiskunde vmbo-kgt12
Methode Informatie
Deze informatie hoort bij de stercollecties wiskunde voor klas 1 en 2 vmbo-kgt die in opdracht van VO-content door StudioVO zijn ontwikkeld.
Een Stercollectie is leermateriaal dat voldoet aan de volgende kenmerken:
- kerndoelen of eindtermen dekkend.
- gebaseerd op de door de SLO ontwikkelde leerdoelspecificaties voor het vak wiskunde.
- onderdeel van een leerlijn.
- voor een vak, een afdeling, een leerjaar.
- leerboek en werkboekvervangend.
- digitaal met onderdelen op papier.
- beschikbaar via VO-cotent.nl en Wikiwijs.
- wordt onderhouden en geactualiseerd op basis van gebruikerservaringen.
Voor wiskunde onderbouw vmbo zijn de volgende vier Stercollecties ontwikkeld:
- wiskunde leerjaar 1 vmbo b
- wiskunde leerjaar 2 vmbo b
- wiskunde leerjaar 1 vmbo kgt
- wiskunde leerjaar 2 vmbo kgt
De Stercollecties wiskunde draaien in een browser (IE8, Chrome, FireFox, Safari).
Op Juliana, een Calvijnschool, maken we gebruik van een aangepaste versie van het materiaal van de stichting VO-content. De meeste opdrachten moeten worden uitgewerkt op wiskunde roosterpapier, met roosterhokjes van 1 × 1 cm. Waar werkbladen nodig zijn ontvangt de leerling die eenmalig van de docent. Desgewenst kan een leerling deze ook downloaden en zelf afdrukken.