Tijdens een toets
Afspraken: tijdens een toets ................................................................................................
- werk je netjes
- zet je het nummer van de opgave altijd vóór de kantlijn en tegen de kantlijn aan
- teken je met (kleur-)potlood en liniaal/geodriehoek en schrijf je met pen
- haal je fouten met één of twee strepen door en gebruik je dus geen typex
- sla je tussen de verschillende opdrachten een regel over
- maak je de opdrachten onder elkaar
- geef je altijd een volledige berekening/uitwerking/uitleg
- maak je bij de meetkunde opgaven (meestal) een schets
- mag je een schets ook zonder liniaal/geodriehoek maken
- gebruik je geen kladpapier
- heb je al je spullen zelf bij je

- want je mag niets van een ander lenen!