Afspraken: aan het werk .........................................................................................................
Op je wiskundepapier:
werk je netjes
houd je een kantlijn aan van ca. 2 hokjes
zet je het nummer van de opgave altijd vóór de kantlijn en tegen de kantlijn aan
teken je met (kleur-)potlood en liniaal/geodriehoek
schrijf je met pen
haal je fouten met één of twee strepen door en gebruik je dus geen typex
schrijf je aanvullingen/verbeteringen bij het nakijken met rood of groen
sla je tussen de verschillende opdrachten een regel over
maak je de opdrachten onder elkaar
geef je altijd een volledige berekening / uitwerking / uitleg!
maak je bij meetkunde opgaven meestal een schets
mag je een schets ook zonder liniaal/geodriehoek maken