Begeleiding

Begeleiding

Inleiding

Je bent dit jaar, samen met vele duizenden jongeren, van het Voortgezet Onderwijs naar het MBO gegaan. Dit lijkt een kleine stap maar voor velen van jullie is die groter dan gedacht.En wat gebeurt er als je je verstapt? Je struikelt...

In de eerste weken zien wij als docenten veel jongeren enthousiast aan de nieuwe opleiding beginnen: een nieuwe school, nieuwe docenten, nieuwe vrienden,nieuwe vakken en nieuwe kansen.

Ondanks dat enthousiasme vallen aan het einde van het eerste blok bij veel studenten de studieresultaten echter tegen. Velen halen de benodigde 15 studiepunten niet en moeten in het tweede blok al een achterstand inhalen. Die achterstand zie je in het tweede blok oplopen en na drie blokken houden zij het voor gezien.

Wat kan daar van de oorzaak zijn?

Wij denken dat het grootste verschil tussen het VO en een ROC zit in een nieuwe studie houding die van je wordt verwacht.

Op een ROC verwachten we van je dat je zelfstandig kunt werken. Dat betekent dat je veel vrijheid krijgt zonder dat je direct het gevolg van je handelen ervaart.

Een voorbeeld hiervan:

Je werkt in de les met je laptop en kunt daarom heel makkelijk je werktijd gebruiken om filmpjes te bekijken. Het resultaat is wel dat je onvoldoende tijd overhoudt om je opdracht goed uit te voeren en je studiepunt niet haalt.

Omdat we ook wel begrijpen dat je niet vanzelf tot een nieuwe studiehouding komt, willen we je daarbij helpen. Dat doen we o.a in het vak "Begeleiding".

Het vak "Begeleiding" is bedoeld  om je vaardigheden aan te leren die je helpen om je opleiding tot een goed einde te brengen. Aan de hoofdstukken kun je zien om welke vaardigheden het gaat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoe leren we de vaardigheden aan?

  1. In de lessen van Begeleiding krijg je steeds een stukje theorie over een bepaalde vaardigheid waarna je aan de slag met de verwerking van de theorie door er mee te oefenen.
  2. Daarnaast krijg je de opdracht om in bepaalde lessen die vaardigheid echt uit te proberen. De betrokken docent weet ook dat de vaardigheid in zijn les getraind/geoefend wordt en verwacht het ook van je.
  3. In de week daarop, laat je in het uur Begeleiding je huiswerk zien en bespreekt dit met de docent en je klasgenoten.
  4. Aan het einde van elk  studieblok  bepaalt de docent of je voldoende vorderingen hebt gemaakt om een studiepunt voor het vak Begeleiding te krijgen.

Levensverhaal

We starten met het schrijven van een levensverhaal. Met dit verhaal geeft je de trajectbegeleider een inkijkje in jouw leven. Op deze manier leert hij jou een beetje kennen en kan ook duidelijk worden welke hobbels er kunnen zijn naar het halen van je diploma.

 

Opdracht: Schrijf een leuk en leesbaar verhaal over jouw leven. Een voorbeeld vind je als je de link Levensverhaal aanklikt.

Welke elementen moeten in elk geval in je verhaal terugkomen?

 

- Waar werd je geboren?

- Hoe zag het gezin eruit? Broers/zussen?

- Hoe was de sfeer thuis?

- Hoe  was je relatie met je ouders?

- Welke waarden en normen werden er gehanteerd?

- Wat voor buurt/wijk woonde je?

- Hoe verliep je basisschool? Plezier gehad? Problemen?

- Schoolkeuze/ Cito/ wat gaf doorslag?

- Hoe verliep het Voortgezet onderwijs/ Relatie docenten? Problemen/zittenblijven/makkelijk/moeilijk?

- Overgang Middelbaar Beroeps/

- Wat wil je gaan doen? Droom?

- wat zouden risico's zijn waardoor jij je opleiding niet gaat halen

- last van problemen als dislexie, ADD, ADHD, autisme etc?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Jouw leven en je studie

 

Je begint dit jaar aan een nieuwe opleiding. Uiteraard hopen we dat je dit doet met veel enthousiasme en bereidheid om je in te zetten.

Maar…… is het leven dat je nu leidt ook ingericht voor het volgen van een opleiding? Of ben je met zo veel andere dingen bezig dat je studie niet in het centrum van je leven staat maar meer aan de rand? Als iets dat je er bij doet?

Een leuke vraag om te onderzoeken.

In deze les willen we gaan kijken hoe jouw dagelijkse activiteiten zich verhouden tot je studie. Met andere woorden: heb je voldoende tijd ingeruimd .

Hoe gaan we dit doen?

 

 

 

 

  1. Allereerst vragen we je om deze week je activiteiten vast te leggen op bijgaande Weekoverzicht. Doe dit zo nauwkeurig mogelijk.
  2. Kijk aan het einde van de dag je aantekeningen na en probeer je bezigheden onder te brengen in genoemde categorieën:
  3. Aan het einde van de week maak je een week-overzicht door alle uren  per categorie op te tellen.

 

Weekoverzicht

Uren

Bijzonderheden

Slapen

 

 

lestijd

 

 

Reistijd

 

 

Ontspanning

 

 

Sport

 

 

Uitgaan

 

 

Studie

 

 

Betaald werk

 

 

Thuis helpen

 

 

…………………..(zelf benoemen)

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht:

    Bespreek de volgende punten met iemand uit de groep:

  1.  Hoeveel tijd heb je voor je studie in je leven ?
  2.  Hoeveel tijd vereist deze opleiding?
  3.  Hoe ga je de dit probleem oplossen? Wat ga je in je leven veranderen?
  4.  Maak een verslag van dit gesprek en noteer zo concreet mogelijk wat de uitkomsten zijn en eventueel wat je gaat veranderen in je leven.
  5. Stuur dit in naar de opdracht in Its learning

 

Opdracht:

bespreek de volgende punten met iemand uit de groep:

  1.  Hoeveel tijd heb je voor je studie in je leven ?
  2.  Hoeveel tijd vereist deze opleiding?
  3.  Hoe ga je de dit probleem oplossen? Wat ga je in je leven veranderen?
  4.  Maak een verslag van dit gesprek en noteer zo concreet mogelijk wat de uitkomsten zijn en eventueel wat je gaat veranderen in je leven.
  5. Stuur dit in naar de opdracht in Its learning.

Aantekeningen maken

Docenten zijn over het algemeen mensen die veel en graag praten. In een les van een uuur kan er dus erg veel gezegd worden. Aangezien je niet alles kunt onthouden, is het slim om aantekeningen te maken.

   

Wat zijn de voordelen van aantekeningen maken?

  • je houdt je aandacht erbij
  • je kunt beter onthouden
  • je bent beter geconcentreerd en ontdekt eerder dat dingen je niet duidelijk zijn
  • je kunt je aantekeningen terug lezen

 

Aantekeningen uitwerken

Omdat je aantekeningen niet altijd duidelijk zijn, is het goed om er direct iets mee te doen.

  • Lees ze zo snel mogelijk nog een keer door
  • orden je aantekeningen
  • maak er korte begrijpelijke zinnen van
  • zet er kopjes boven

Links voor wat meer informatie

"Ja", zul je wellicht zeggen, "makkelijker gezegd dan gedaan". En daar heb je helemaal gelijk in. Het is in de praktijk helemaal niet makkelijk om aantekeningen te maken. Want wat schrijf je op? Beperk je je tot steekwoorden of doe je hele zinnen?

Hieronder vind je de links naar de informatie:

http://www.ikleerinbeelden.nl/beelddenken-leren/hoe-maak-je-aantekeningen/

 

http://educatie-en-school.infonu.nl/studievaardigheden/128409-aantekeningen-maken-tijdens-de-les.html

 

http://www.girlz.nl/life/work--school/6180/tips-voor-aantekeningen-maken-in-de-les

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht:

  1. Bekijk bijgaand filmpje en maak tijdens het bekijken er aantekeningen van.
  2. Werk je aantekeningen om naar een korte samenvatting met kopjes.
  3. Bespreek je samenvatting met die van een ander. Zitten er hiaten bij jou in?
  4. Maak vanaf nu de aantekeningen in de les bij ..................... Volgende week werk je jouw aantekeningen in dit uur om tot een samenvatting. Gebruik elkaars vaardigheden

 

 

Samenvatting maken

Voor veel examens en toetsen is het een vereiste dat je teksten gaat lezen. En helaas zijn het vaak lange teksten.

Een handige manier om grip op lange teksten te krijgen is het maken van een samenvatting:

  • Door het maken van een samenvatting zorg je ervoor dat je de tekst eigen maakt.
  • Daarnaast is het ook handig om voor een toets/examen nog even snel de samenvatting te kunnen doorlezen

 

Hoe maak je een goede samenvatting:

(de meest eenvoudige versie)

1. Lees de tekst goed door.

2. Onderstreep de belangrijkste woorden

3. Begin met het noteren van de kop /het hoofdtstuk

4. Zet vervolgens alle onderstreepte woorden eronder

5.Zet een korte uitleg van het onderstreepte woorde erachter

 

Meer informatie vind je met deze links:

http://www.leren.nl/cursus/leren_en_studeren/actief_leren/samenvatten.html

 

http://www.hoedoe.nl/werk-carriere/communicatie/hoe-schrijf-ik-een-samenvatting

 

http://educatie-en-school.infonu.nl/huiswerk/12011-hoe-maak-je-een-goede-samenvatting.html

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  Opdracht

     1. Bespreek, na het bekijken van de links,  met iemand uit je groep welke stappen jij zet om te komen tot een

        goede samenvatting. Probeer tot 1 aanpak te komen en schrijf deze stappen op.

     2. Neem nu het boek van Marketing en maak op basis hiervan een samenvatting van de hoofdstukken die je gehad

        hebt

     3. Stuur de aanpak en de samenvatting in.

 

 

 

Planning

Plannen van toets/examen

Plannen is niet, zoals veel mensen denken, een kwestie van zo veel mogelijk in zo weinig mogelijk tijd.

Plannen is een kunst en is alleen scucesvol als je er ook aan kunt houden. Je moet dus zeker tijd inroosteren voor ontspanning. Daarom gaan we eerst een oefening doen die er voorzorgt dat je even rust hebt en kunt ontspannen.

Deze oefening kun je dus ook inplannen. Op deze wijze zorg je voor een ontspannen moment tijdens je drukke dag!

Instructie:

  • ga allemaal staan en zorg voor voldoende ruimte om je heen. Ga in een lichte spreidstand staan met de knieen lichtjes naar voren. Doe je ogen dicht en richt je aandacht op het contact met de vloer. Je schouders mogen ontspannen naar beneden hangen. Leg je handen op je buik en adem een aantal keren goed in en uit en probeer hierbij je buik te laten opbollen.
  • Bij deze manssage werk je van boven naar beneden, van top tot teen en van binnen naar buiten. Op deze manier wordt spanning afgevoerd.
  • Breng nu je handen naar je hoofd en masseer met je vingertoppen je voorhoofd. Werk dan heel langzaam door naar achteren alsof je je haar lichtjes insmeert met shampoo.
  • Als je bij het kuiltje  van de nek aangekomen bent gekomen volg je van hier uit met lichte draaibewegingen de rand van de kaak.
  • Nu is het gezicht aan de beurt. Strijk met vlakke hand over je voorhoofd vanuit het midden naar je slapen, alsof je het zweet wegveegt. Neem vervolgens je wenkbrouwen tussenduim en wijsvinger en volg al knedend de wenkbrouwlijn naar buiten toe.
  • Laat je vingers even op je ogen rusten en voel de bewegingen van je oogbollen. Strijk dan vanaf je neus onder je ogen de spanning weg. Herhaal dit een aantal keren.
  • We gaan nu verder met de rest van het lichaam. Kneed met je linkerhand je rechternekhelft, rechterschouder, rechterarm en als laatste de rechterpols en geef al je vingers even aandacht. Doe daarna het zelfde met je  met de linkerarm.
  • Klop vervolgens lichtjes met de vingertoppen op de borst en daal vervolgens  kloppend af naar de ribben.
  • Ga vervolgens door naar de buik. Maak met vlakke handen zachte ronddraaiende bewegingen tot je buik warm aan begint te voelen. Werk rustig naar je onderrug en zak dan af naar je billen, die je ook stevig kneed.
  • Dan kneed je met beide handen stevig je rechterbeen, eerst je bovenbeen en je zakt rustig af naar je knie, je kuit en dan naar je voeten. Na je tenen ga je verder met je linkerbeen.

 

 

Plannen, hoe doe je dat?

  • Bekijk het onderdeel dat je moet leren/maken. Hoeveel hoofdstukken/opdrachten?
  • Maak per hoofdstuk/opdracht een schatting hoeveel tijd je het gaat kosten om te leren/maken. Denk ook aan reservetijd!
  • Kijk nu wanneer je de opdracht klaar moet hebben.
  • Plan nu wanneer je wat wilt gaan leren/maken.
  • Maak een haalbare planning: bouw pauzes in, zorg dat er een escape is (je kunt ineens ziek worden!)
 

 

 

 

 

 

 

Andere tips en trucs

  • Gebruik een agenda. Met een agenda krijg je overzicht wat je per dag moet doen.
  • Maak tijd voor ontspanning. Een ontspanningsoefening is goed maar buiten wandelen of tv kijken ook. Dan kun je daarna er weer lekker tegenaan!
  • Veel bewegen is ook goed om je te kunne concenteren
  • Goede nachtrust. Ga op tijd naar bed en zorg dat je uitgerust bent.
  • Ruim op! Een rommelig bureau zorgt voor afleiding. Bovendien zorgt rommel er voor dat je lang naar iets moet zoeken dat je nodig hebt.
  • Werk met een vast tijdstip. Regelmaat en ritme gaat uitstelgedrag tegen.
  • Maak een to-do list en streep af wat je gedaan . Dat stimuleert je en geeft voldoening.
  • Zorg voor voldoende pauzes.Zorg dat je jezelf niet uitput. Plan daarom de pauzes in
  • Mopper niet maar blijf positief denken). Door negatieve gedachtes(  "ik kan het niet" blokker je jezelf. Je kunt het wel!
  • Beloon je zelf. Kies iets leuk uit voor als je je einddoel bereikt hebt. Dat stimuleert je het af te maken.

 

Opdracht:

       1. Schrijf een verslag waarin de volgende  punten worden uitgewerkt:

  • In hoeverre is er bij jou sprake van uitstelgedrag?
  • Waarin uit het zich en hoe ben je van plan het aan te pakken?

       2. De toetsweek komt al in zicht. Maak een planning voor de vakken en noteer wat- en wanneer je dat gaat                   doen in je agenda. Houdt ook rekening met reserve tijd, ontspanning etc

       3. Stuur alles weer in op Its learning.

 

 

 

Mindmappen

Mindmappen is een eenvoudige manier van het ordenen van informatie.          

Je kunt deze techniek voor heel verschillende dingen gebruiken:

  • om je aantekeningen te maken van wat een docent je vertelt maar ook
  • voor het maken van een planning voor dingen die je moet doen
  • voor een brainstormsessie
  • voor het organisteren van een activiteit

Veel informatie over deze techniek is te vinden op internet.

 

Bekijk een aantal sites:

 

 

 

  Opdracht:

    1. Bekijk het filmpje en maak een mindmap op basis van de informatie op de links

    2. Bespreek met iemand uit de groep jullie mindmap. Zijn er verbeteringen mogelijk.

    3. Maak de defintieve mindmap, maak er een foto van en stuur deze naar Its learning.

    4. Gebruik deze week in de lessen van een van de hoofdvakken de mindmaptechniek om de aantekeningen te          

        maken. Bespreek deze de volgende week in de les Begeleiding.

 

Oefening in de klas

 

 

Opdracht deze week

Sneller lezen

Op een ROC zul je heel veel moeten lezen. En dan is het prettig als je dat goed kunt.

In deze tekst gaan we oefenen met het snel (en goed) lezen. Want als je dat goed kunt, ben je sneller door een ekst en scheelt het je tijd!

  1. Lees de tekst die je hebt gekregen door en beantwoord de vragen. Hoeveel woorden heb je gelezen in een minuut?
  2. Hoeveel vragen had je goed?

 

Hoe zou het komen dat je minder snel leest?

  • Op de basisschool heb je geleerd om hardop te lezen. Dat betekent dus dat je niet sneller kunt lezen dan je spreekt. We spreken tusen de 200 en 250 woorden per minuut. Dat is dus ook de leessnelheid.
  • Velen praten hardop in hun hoofd bij het lezen van de tekst. Dat remt je snelheid.
  • Onderzoek naar de techniek van het lezen wijst uit dat we bij elk woord even stilstaan om een ‘foto’ van te maken en er betekenis aan te hechten. Echter het ‘fixatiegebied’ waar we onze ‘lens’ c.q. onze ogen op richten is veel groter dan één woord! Richt je ogen maar eens alleen op het woord ‘richt’ voor enkele seconden. Welke woorden zie je nog meer? Je fixatiegebied is dus groter dan alleen het woord ‘richt’. Je ziet ook nog de woorden ernaast en een of twee woorden op de regel erboven en een of twee woorden op de regel eronder.ls je de zinnen in dit artikel leest is de kans groot dat je denkt “hé, wat stond daar” en je ogen ‘springen’ terug naar het woord waarvan je denkt dat je niet goed hebt gelezen. Dat heb je echter wel! De betekenis hechten aan ‘de foto’ duurt enkele miliseconden. Dit heet ‘naijleffect’. Het is dus heel vaak niet nodig om terug te springen. Dit terugspringen heet regressie.

   

 

   

Hoe leer je om sneller te lezen?

  • Ga rechtop zitten, zorg voor frisse lucht, onstpan je en concentreer je nu op de tekst.
  • Bekijk globaal het artikel, de titel , de plaatjes.....Zo krijg je al een idee waar het over gaat.
  • Gebruik een pen of potlood en ga met vaste snelheid over de tekst. Volg je pen om te voorkomen dat je ogen weer terug schieten.
  • onderstreep de kernwoorden.
  • Probeer met je pen het leestempo op te voeren
  • Snel lezen leer je alleen door veel te oefenen.
  • Bekijk ook het volgende filmpje

 

Opdracht:

        1. Lees de tweede tekst die je van de docent hebt gekregen door en beantwoord de vragen.   Hoeveel woorden p.m  minuut heb je nu gelezen? Hoeveel van je antwoorden waren goed ?

        2. Snel lezen is een lastige klus om je aan te leren. Probeer het in de komende week een aantal keren, liefst elke   dag een keer en laat in een verslag weten wat je groei op dit punt is. Stuur dit verslag in op Its learning.

 

 

 

Leerstijlen

Vormen van leren

Leren kun je op verschillende manieren doen. Zo heb je bewust en onbewust leren.

Onbewust leren is iets wat je elke dag doet. Deze vorm van leren gebeurt automatisch doordat je dingen probeert of anderen imiteert. Door dit te doen leer je. Voorbeelden hiervan zijn leren lopen of leren hoe je nieuwe telefoon werkt.

Daar tegenover staat " bewust leren"

 

Kennis en inzicht / vaardigheden / houding

Bij kennis- en inzichtsleren gaat het om het opnemen van informatie en het leggen van verbanden.

Vaardigheidsleren gaat om het verbeteren van acties.

Houdingsleren gaat om het inzicht in je eigen gedrag. Normen en waarden worden ontwikkeld, de omgang met anderen wordt onderzocht.

   

Vier leerstijlen van Kolb

In het voorgaande werd gesteld dat men zich het leerproces kan voorstellen als een cyclisch proces van vier fasen die idealiter altijd in dezelfde volgorde (maar niet altijd vanuit hetzelfde beginpunt) worden doorlopen. Mensen hebben echter voorkeuren voor bepaalde fasen uit die cyclus: ze beginnen bij voorkeur in één bepaalde fase of besteden er de meeste tijd aan. Een mathematicus bijvoorbeeld zal veel tijd besteden aan abstracte begripsvorming, terwijl een bedrijfsleider zich eerder zal richten op het in de praktijk toetsen van ideeën.

 

Kolk onderkent 4 manieren om te leren. Ieder mens heeft een voorkeur van leren en zo zijn er dus 4 soorten mensen:

  • Doeners
  • Bezinners
  • Denkers
  • Beslissers

Laten we eerst eens kijken tot welke groep jij behoort.

   Opdracht:

   1. Ga naar de link Leerstijlen van Kolb en maak de test

   2. Bekijk de uitslag en zoek op internet zoveel mogelijk kenmerken op die bij dat type mens/ leren hoort.

   3. Herken jij jezelf in de beschrijving. Noem een aantal voorbeelden uit het leven.

   4. Wat wil Kolb nu dat je zou moeten doen?

   5. Maak ook een overzicht van leerstijlen in de klas

   6. Wat betekent de uitslag voor een docent die aan jou klas lesgeeft

   7. Maak een verslag waarin alle bovenstaande punten worden behandeld en stuur het in naar Its learning.

 

 

 

 

 

Concentreren

Concentratie en afleiding

 

Concentratie is een woord dat betekent dat je al je aandacht richt op een punt.

Als je  thuis een toets leert of in een klas zit waar les gegeven wordt , kunnen er veel dingen zijn die je afleiden . Dat betekent dus dat je afgeleid wordt van de hoofdzaak. Dat is jammer, want de hersenen kunnen maar één ding tegelijk.

 

Hoe kan je de concentratie verbeteren:

1.Rustige omgeving .Zorg dat je in een rustige omgeving zit. Vermijdt pratende mensen, zet de tv en je telefoontje uit. Ga in de klas op een plek zitten waar je zo min mogelijk wordt afgeleid . Meestal is dat vooraan in de klas. Werk je thuis , ga dan niet in de huiskamer zitten waar iedereen met iets bezig is en de tv aanstaat, mar ga naar  je eigen kamer.
 

2. Maak een to-do list. Soms speelt er van alles door je hoofd: je moet dit nog doen, die moet je nog bellen, je moet nog iets regelen voor de vakantie etc. Als die gedachten schieten door je hoofd waardoor je je gedachten niet bij de les kan houden. De oplossing is een lijstje maken van alles wat je nog moet doen. Daarmee is het uit je hoofd en het to-do lijstje zorgt dat je het niet vergaat.

3. Zorg ervoor dat je hersenen alfagolven   produceren
Als je in de alfastaat bent, ben je ontspannen. Je kunt dan je hersenen volledig benutten: je bent alert. Je kunt je hersenen stimuleren in de alfastaat te komen door naar bepaalde muziek te luisteren.
   

 

   

 Deze muziek is uitsluitend instrumentaal  en          heeft meestal een ritme van 60 tellen per minuut. Voorbeelden zijn de Walsen van Chopin, Canon in D. van Pachelbel en de Haffnersymfonie en Praagse symfonie van Mozart. Laat deze 'barokmuziek' zacht op de achtergrond spelen. Zorg daarnaast dat je niet gestoord wordt, want na een storing ben je sowieso niet meer in de alfastaat. Zorg ook dat je rustig en diep ademhaalt, aangezien dit ook het terecht komen in de alfastaat bevordert.

4. Zorg voor een opgeruimde werkomgeving

Ruim je kamer op en gooi weg wat weg mag. Zorg ervoor dat er niets op je bureau ligt, aangezien dit snel afleidt. Onderzoek heeft uitgewezen dat een schoon bureau de productiviteit tot 15% verbetert. Berg ook de documenten op je computer in nette mapjes op.

5. Werk in een vast patroon
Werk bijvoorbeeld in blokken van steeds dezelfde tijd. Zorg dat je elk uur een pauze inlast. Dit zorgt er tevens voor dat je elk uur een beginpunt en een eindpunt hebt. Tijdens deze punten sla je het meest op. Als je bijvoorbeeld drie uur aan een stuk doorwerkt, heb je maar één beginpunt en één eindpunt. Als je drie uur werkt met elk uur een pauze, heb je drie beginpunten en drie eindpunten.

6. Studeer tijdens jouw optimale uren
Tijdens jouw optimale uren kun je je het best concentreren. Bij veel mensen liggen deze uren in de ochtend, en vooral niet vlak nadat je gegeten hebt.

7. Zorg dat alles wat je nodig hebt binnen handbereik is
Ook hier geldt weer, elke onderbreking brengt je uit je alfastaat en zorgt ervoor dat je je opnieuw moet focussen.

8. Neem pauzes. Beloon jezelf na een blok studeren met iets leuks. Ontspan in elk geval en werp je niet direct weer op de binnen gekomen mailtjes en whats-app’s.

9. Zorg voor voldoende nachtrust.

Als je uitgerust bent, kun je veel meer dan dat je moe bent.

10. Zorg voor voldoende beweging. Onderzoek wijst uit dat als jij je veel beweegt/sport, je concentratie beter wordt.

11. Eet gezond.
 

 

 Opdracht

 

 

Vragen stellen

Docenten zijn in de klas het meest aan het woord. Dat ligt voor de hand omdat zij de informatie aan de jullie moeten overdragen.

 

Toch is het zo dat als een docent zijn verhaal goed houdt, dit vragen moet oproepen. Een docent neemt je , als het ware mee op reis en brengt jou op nieuwe gedachten: hoe zit dit dan, hoe werkt dat?

Ook als een docent zijn verhaal minder goed houdt, kom je met andere vragen te zitten: je begrijpt het niet goed en moet wel vragen om nadere uitleg.

Tenslotte kan ook zijn dat hij alles wel goed uitlegt maar jij kennis mist waardoor je het niet kan volgen.

Conclusie: in alle gevallen zullen er vragen in een les gesteld moeten worden.

   

Voor een docent is het ook aangenaam als er vragen worden gesteld tijdens of na zijn verhaal. Hij weet dan dat zijn verhaal overgekomen is of dat sommige onderdelen uit zijn verhaal, niet helder waren. Daar kan hij dan wat extra aandacht aan geven. Bovendien is een les met wisselwerking tussen de docent en zijn studenten ook voor hem aangenamer.

   

Waarom stellen studenten geen vragen?

  • Het verhaal van de docent is duidelijk maar het roept geen vragen op. Hier kan sprake zijn van ongeinteresseerdheid.
  • De student durft om diverse redenen geen vragen te stellen

 

 

   Opdracht

   1. Welke redenen zou een student kunnen hebben om geen vragen te stellen?

   2. Weerhoud jou iets om vragen te stellen aan een docent tijdens de les? Hoe kun je dit oplossen?

   3. Vanaf morgen gaan jullie in elke les vragen stellen aan de docent over de stof. Maak die verdeling van 3 per les.

   4. Stuur deze week in op IL welke vragen jij bij welke les gesteld hebt en de antwoorden                

 

 

Gezondheid

Dat je gezondheid te maken heeft met je leren, ligt voor de hand. Als je ziek bent, uit balans, gestresst of aangeschoten, heeft dit direct gevolgen voor je leerprestaties.

Gezondheid is dus een belangrijk onderwerp bij het vak Begeleiding. Tegelijk is het een heel breed onderwerp. Het bestrijkt het gebied van voeding, drinken, slapen, sporten, ontspannen, stressbeheersing, druggebruik

Hoe kunnen we dit belangrijke onderwerp op een goede manier aan de orde stellen?

 

   

 

   Opdracht

   1. Op wikiwijs staat een arrangement.... Gezondheid klaar voor jullie.

   2. Maak groepjes van 3 personen en kies een onderwerp uit van je keuze

   3. Onderzoek het onderwerp op internet.

   4. Maak nu voor MBO ers een aantrekkelijk programma/les  over dit onderwerp.

   5. Probeer zo veel mogelijk mogelijkheden uit die het programma biedt (links, filmpjes,)

 

Uitstelgedrag

Je kent het vast wel: je hebt morgen een toets maar voordat je gaat zitten om deze te leren, moet je eerst nog van alles doen:

  • je moet je kamer eerst opruimen want anders zit je niet lekker
  • de planten op je kamer moeten verpoot want anders gaan ze dood
  • je haar moet nodig geverfd want je loopt zo voor gek

Dit verschijnsel noem je uitstelgedrag of met een moeilijk woord procrastinatie.

De meeste mensen zullen dit op de een of andere manier wel bij zich herkennen. Het is ook normaal menselijk gedrag dat je iets uitstelt wat niet leuk is om te doen.

Het kan echter ook zijn dat het zo sterk gedrag is dat je er gewoon niet in slaagt om aan de slag te gaan. Dan vormt het dus een blokkade om te kunnen werken.

In deze les gaan we 2 dingen doen:

1. We kijken hoe sterk we last hebben van uistelgedrag

2. we kijken waar het bij ons wordt veroorzaakt

3. we oefenen om dit gedrag te doorbreken.

 

1. Test je uitstelgedrag

Om te kijken of jij last hebt van uitstelgedrag doen we een testje. De test bestaat uit 19 stellingen. Daarna bespreken we de test en moet je 2 van de 19 stellingen uitkiezen die kenmerkend zijn  zijn voor je gedrag.

   

 

2. Waar wordt uitstelgedrag door veroorzaakt?

Bespreking van de twee meest kenmerkende stellingen en de oefening "teken het huis"

   

3. Weg met uitstelgedrag

Er zijn veel technieken om een einxde te maken aan uitstelgedrag of op z'n minst te verminderen. Deze technieken werken niet voor iedereen en zijn persoonsgebonden. Door er eens een paar uit te proberen kom je er al snel achter welke methode voor jou goed werkt.

  • De kaasschaafmethode: uitstellen doe je vaak met grote taken die veel tijd kosten. Deel de klus in kleinere stukjes en de berg wordt kleiner!
  • Halveer je doel. Stel dat je 4 hoofdstukken moet lezen. Doe er dan 2! Wellicht heb je daarna zin om de ander 2 ook nog te lezen!
  • Zelfkastijding. Straf jezelf als je een taak niet afmaakt.
  • Peptalk. Vaak beginnne mensen niet aan een taak omdat ze denken het toch niet te kunnen of het toch niet af te krijgen. Pep jezelf op: ik kan het wel.
  • Zet een klok op een bepaalde tijd. Spreek met jezelf af dat de klok gaat, jij ook met de klus begint. Houdt je er aan!
  • Leg je vast. Vertel iemand watje wilt gaan doen en laat hij je er over bevragen.
  • Deeltaken. Hak een groet klus in keline brokken.
  • Zelfbeloning: spreek met jezelf af wat je mag doen als je de taak afhebt: een film bekijken, iets lekkers eten..
  • De spinaziemethode. Begin met iets dat je het minst leuk vindt. Wanneer je dat afhebt, lijkt alles daarna alleen nog maar mee te vallen.
  • Stimuluscontrole. Leg een voorwerp op je je bureau dat je aan de taak doet denken. Zo wordt je er steeds aan herinnerd wat je nog moet doen.

 

 Opdracht

Maak een kort verslag waarin duidelijk wordt:

  • hoe het uitstelgedrag er bij jou voorstaat,
  • waar het door wordt veroorzaakt
  • welke methode(n) waarschijnlijk het beste bij je past om dit gedrag aan te pakken
  • wat je concreet de komende maand er aan gaat doen
  •  

 

  • Het arrangement Begeleiding is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Jack Bil Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2015-06-25 16:58:59
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    MBO, Niveau 3: Vakopleiding; MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding;
    Leerinhoud en doelen
    Loopbaan; Capaciteiten- en motievenreflectie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Trefwoorden
    studievaardigheden
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.