Thema: Freizeit vmbo-kgt2

Thema: Freizeit vmbo-kgt2

Start

Einleitung

Einleitung

Lieber Schüler, liebe Schülerin,

Welkom bij het thema Freizeit! In dit thema:

  • hörst du etwas über verschiedene Hobbys und ein Lied über Popmusik;
    hoor je iets over verschillende hobby's en een lied over popmuziek;
  • liest du etwas über einen Ferienkurs, Reiten und andere Hobbys und eine gefährliche Freizeitbeschäftigung;
    lees je iets over een taalcursus voor jongeren en over een gevaarlijke vrijetijdsactiviteit;
  • sprichst du über deine Freizeit und deine Hobbys, über deine Pläne fürs Wochenende und das Fernsehprogramm;
    voer je gesprekken over hobby's/vrije tijd, over de planning voor het weekend en over je favoriete TV-programma;
  • machst du einen Film zum Thema 'Freizeit';
    maak je een film bij het thema 'Freiziet';
  • erfährst du etwas über deutsches Fernsehen und deutsche Bands;
    maak je kennis met Duitse TV-programma's en Duitse bands;
  • lernst und machst du noch viel mehr...

Viel Erfolg!

Inhalt - Inhoud

Het thema Freizeit bestaat uit de volgende onderdelen:

  • Start
  • Werkzeugkasten 1
  • Hören
  • Lesen
  • Werkzeugkasten 2
  • Sprechen
  • Schreiben
  • Landeskunde
  • Sprachaufgaben
     

Veel plezier!

Was kannst du schon?

Wat kan je al?
Ik ben benieuwd of je al wat woorden/zinnen die met 'Freizeit' te maken hebben, kent. Doe de volgende oefeningen om er in te komen.

Hieronder zie je vijf Nederlandse en vijf Duitse woorden.
Zoek bij ieder Nederlands woord het juiste Duitse woord.

 

Oefening:Wat kan je al?

Hoe ging het?
Wist je van de meeste Nederlandse woorden de Duitse vertaling te vinden?

Was wirst du lernen?

Ziele - Doelstellingen

Aan het einde van dit thema kun je:

  • einfache Hörtexte zum Thema Freizeit verstehen;
    eenvoudige luisterteksten over het thema Freizeit begrijpen;
  • einfache Lestexte zum Thema Freizeit und Hobbys verstehen;
    eenvoudige leesteksten over het thema Freizeit begrijpen;
  • einfache Gespräche zum Thema Freizeit führen;
    eenvoudige gesprekken over het thema Freizeit voeren;
  • die Mehrzahl von Substantiven bilden;
    het meervoud van Duitse zelfstandige naamwoorden maken;
  • den Dativ (3. Fall) bilden;
    de 3e naamval van persoonlijke voornaamwoorden gebruiken;
  • den neuen Wortschatz anwenden.
    nieuwe woorden en uitdrukkingen gebruiken.

Opdrachten

Een taal leer je pas goed als je hem ook gebruikt!

In het onderdeel Sprachaufgaben vind je verschillende situaties die uit het leven gegrepen zijn. Ze zijn bedoeld om alles wat je geleerd hebt ook echt te gebruiken. Samen met je docent bepaal je welke van deze taken je gaat doen.

Let bij het maken van die opdrachten op:

  • die Aussprache - de uitspraak
  • die Rechtschreibung - de spelling
  • die sprachlichen Mittel (Wörter, Sätze) - de woorden en uitdrukkingen die je geleerd hebt
  • die Grammatik (nicht nur aus diesem Thema, sondern auch die, die du eher gelernt hast).
    de grammatica (niet alleen van dit thema, maar ook grammatica die je al eerder hebt geleerd)

Je hoeft niet direct alles goed te kunnen.
In de volgende onderdelen leer je alles wat je nodig hebt!

Jetzt geht's los!

Was weißt du schon

Freizeit ist...

Wat betekent het woord 'Freizeit' eigenlijk?

In de encyclopedie Wikipedia staat het volgende:

"Freizeit ist die frei zur Verfügung stehende Zeit des Menschen, vor allem im Vergleich zur Arbeitszeit."

Mooi ingewikkeld, toch?
Hoe zou jij het woord 'Freizeit' beschrijven?

Opdracht A

  • Werk in een groepje: Schrijf in het midden van een (groot) vel papier het woord FREIZEIT en daaromheen allemaal Duitse woorden die met vrije tijd te maken hebben.
  • Bekijk ook de resultaten van de andere groepjes.

Opdracht B

  • Maak een lijstje (in het Duits) van wat jij in je vrije tijd allemaal doet.
  • Vergelijk je lijstje met de lijstjes van de andere leerlingen.
  • Schrijf de vijf vrijetijdsactiviteiten, die het vaakst genoemd zijn, op.

Opdracht C - 1

  • Schrijf op hoeveel vrije tijd je in totaal per week hebt.
  • Maak hier een cirkeldiagram (taart verdeeld in taartpunten).
  • Vermeld hier de volgende informatie (in uren per week):
  1. zelfstudie (huiswerk)
  2. bijbaantje
  3. huishoudelijk werk
  4. zorg voor je broers en/of zussen
  5. hobby's (welke, wanneer, hoe vaak)

Gebruik deze woorden:

  1. Hausaufgaben, lernen
  2. (der) Nebenjob, arbeiten
  3. im Haushalt helfen
  4. auf die Geschwister (die Schwester, den Bruder)aufpassen
  5. Hobbys, lesen, Sport treiben...

Opdracht C - 2

  • Zoek een gesprekspartner. Vul door vragen te stellen een diagram voor je gesprekspartner in.

  1. Wie viel Freizeit hast du?
  2. Wie lange ... du?
  3. Wie oft ... du?
  4. Was machst du am meisten in deiner Freizeit?
  5. Was machst du am wenigsten in deiner Freizeit?

Vergelijk de diagrammen. Zien ze er ongeveer hetzelfde uit?

Arbeitsplan

Arbeitsplan

Ieder thema bestaat uit een groot aantal opdrachten.
Het is belangrijk dat je goed bijhoudt welke opdrachten je gedaan hebt.
Om je te helpen, hebben we een werkplan gemaakt.
Op dat werkplan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt.

Download hier het Arbeitsplan Freizeit

Werkzeugkasten 1

Einleitung

Einleitung

De Werkzeugkasten is een soort gereedschapskist.
In dit deel van de Werkzeugkasten vind je de woordjes en zinnen die je nodig hebt bij het maken van de taaltaken van het thema Freizeit.

In de Werkzeugkasten vind je de onderdelen:

  • Wortschatz-StudioWozzol
  • Kunst und Musik
  • Hobbys und Sport
  • Mehr Freizeit
  • Hilfsmittel
  • Spiele

Veel succes!

Wortschatz - 1

Wozzol - Freizeit
Om de opdrachten in dit thema goed te kunnen maken, moet je een aantal woordjes en zinnen kennen. Voor elk thema staan er in StudioWozzol woordenlijsten klaar, waar je mee kunt oefenen:

  Woordenlijst Wortschatz A

  Woordenlijst Wortschatz B

  Woordenlijst Wortschatz C

 

  Woordenlijst Aussagen A

  Woordenlijst Aussagen B

  Woordenlijst Aussagen C

Je hebt de woordenlijsten geoefend met StudioWozzol.
Met dit programma kun je woordjes op een gemakkelijke en efficiënte manier leren.
Klik op de knop StudioWozzol om met nog veel meer woorden aan de slag te gaan!
De eerste keer moet je je even aanmelden, zodat je voortgang kan worden bijgehouden.

StudioWozzol

Wortschatz - 2

Hier vind je een aantal oefeningen over Wortschatz en Aussagen.

Oefening:Wortschatz A

Oefening:Wortschatz B + C

Oefening:Aussagen A

Oefening:Aussagen B

Oefening:Aussagen C

Kunst und Musik

Los geht's
Je vindt hieronder links naar oefeningen en spelletjes over 'Kunst und Musik' om je woordenschat te verbeteren!

Kerstmis
de kerstman
een lied
zingen
dansen
een film
een bioscoop
een fluit
een gitaar
een piano
een saxofoon
muziek
fluisteren
herrie
grappen maken            
Weihnachten
Weihnachtsmann                
ein Lied
singen
tanzen
ein Film
ein Kino
eine Flöte
eine Gitarre
ein Klavier
ein Saxofon
die Musik
flüstern
Lärm
Witze machen
een koor
een dierentuin
een toneelstuk                
een theater
een zanger
poëzie
een dichter
een schrijver
Literatuur
een penseel
een schilderij
een portret
een circus
een clown
een pop
ein Chor
ein Zoo
ein Schauspiel
ein Theater
ein Sänger
Dichtkunst
ein Dichter
ein Autor
die Literatur
ein Malpinsel
ein Gemälde
ein Porträt
ein Zirkus
ein Clown
eine Puppe


 Oefening 1 - Invuloefening Duits-Nederlands

Toets:Invuloefening 2 Nederlands-Duits

  Oefening 3 - Invuloefening

Tip: Het is verstandig de woorden ook over te nemen in je schrift.

Hobbys und Sport

Los geht's
Je vindt hieronder links naar oefeningen en spelletjes over 'Hobbys und Sport' om je woordenschat te verbeteren!

joggen
spelen
skiën
schaatsen
lopen
gymnastiek          
basketbal
kaarten
dammen
schaken
voetbal
golf
Jogging
spielen
Ski fahren
Schlittschuh laufen          
ein Spaziergang
Gymnastik
Basketball
Karten spielen
Damespiel
Schach
Fußball
Golf
een spel
een vlieger
een schaatsbaan            
een schaats
een rolschaats
een atleet
een bal
boksen
fietsen
surfen
zwemmen
hardlopen
ein Spiel
ein Drachen
eine Eisbahn
ein Schlittschuh
ein Rollschuh
ein Athlet
ein Ball
Boxen
Radsport
Surfen
Schwimmen
Laufen


 Oefening 1 - Invuloefening Duits-Nederlands

Toets:Invuloefening 2 Nederlands-Duits

  Oefening 3 - Invuloefening

Tip: Het is verstandig ook de woorden over te nemen in je schrift.

Hilfsmittel

Hilfsmittel

De volgende hulpmiddelen kun je gebruiken bij het leren van de Duitse taal.

1 Woordenboek
Zowel echte woordenboeken als digitale woordenboeken helpen je bij het opzoeken en leren van nieuwe woordjes.
Een bekend online woordenboek is: vertalen.nu
Probeer ook eens een ander woordenboek, bijvoorbeeld: www.interglot.nl

2 Tekstverwerkingsprogramma
Als je op de computer een tekst schrijft, bv. met Word, kun je natuurlijk de Duitse spellingscontrole gebruiken (bij Taal -> Duits standaard instellen).
Maar opgelet: het programma kan niet al je fouten opsporen; zelf blijven nadenken dus!

Spiele

Los geht's - Sport

Met de volgende spelletjes oefen je woorden bij het thema Freizeit - Sport.

- Memoryspel Sport 1
- Memoryspel Sport 2
- Memoryspel Sport 3
- Memoryspel Sport 4

Los geht's - Musik
Met de volgende spelletjes oefen je woorden bij het thema Freizeit - Musik.

- Memoryspel Musik 1
- Memoryspel Musik 2

Musik
Weet jij hoe een bepaald muziekinstrument klinkt?
In het volgende spelletje (Flash) kun je het testen.

Luister naar het instrument. Vergelijk na afloop jouw score met die van je tegenstander. Dezelfde score? - Wie was er dan sneller? Wie van jullie heeft gewonnen?

Mehr Freizeit

Op de website van sint-lodewijkscollege.be kun je nog meer woorden bij het thema 'Freizeit' oefenen.

  1. Klik op de link en ga naar de website van sint-lodewijkscollege.be.
  2. Maak de volgende oefeningen:
    - Kennst du diese Hobbys? - Puzzel 1
    - Kennst du diese Hobbys? - Puzzel 2
  1. Klik op 'Prüfen' om je antwoorden te controleren. (Let op: de links werken niet in alle browsers.)

Extra: LvoorL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.

Sporten

 

Bekijk ook de volgende video. In deze video wordt de miscommunicatie tussen Nederlanders en Duitsers blootgelegd.

Falsche Freunde

 

 

Let op:
Als je een video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.

 

Hören

Einleitung

Einleitung - Inleiding

Hier übst du das Hören. Dafür machst du verschiedene Hörübungen.
Du hörst etwas über:

  • verschiedene Hobbys, z.B. Sport treiben;
  • Probleme, wenn es nicht genug Freizeitangebote gibt;
  • Karten kaufen und bestellen;
  • Biergarten;
  • Popmusik.
In dit onderdeel oefen en verbeter je je luistervaardigheid.
Dat doe je met behulp van verschillende soorten luisteroefeningen.
Je hoort iets over:
  • verschillende hobby's, bijvoorbeeld over sporten;
  • gebrek aan vrijetijdsactiviteiten en de gevolgen ervan;
  • kaarten kopen en bestellen;
  • 'Biergarten';
  • popmuziek.

Viel Erfolg!

Lerntipp Hören

Vor dem Hören:
  • Lies die Fragen durch. So kannst du dich besser auf die gesuchten Informationen konzentrieren.
Beim Hören:
  • Von Anfang an gut aufpassen! - Konzentriere dich.
  • Schreibe die Antwort auf und lies gleich die nächste Frage.
  • Es ging zu schnell? Wiederhole die Übung, wenn das geht.
  • Du verstehst nicht alles? Kein Problem! Nicht alle Wörter sind nötig, um den Text zu verstehen.
Voordat je gaat luisteren:
  • Lees de vragen. Dat helpt bij het concentreren op de informatie die je zoekt.
Terwijl je luistert:
  • Let vanaf het begin goed op! - Concentreer je.
  • Schrijf het antwoord op en lees dan meteen de volgende vraag.
  • Ging het te snel? Luister nog een keer, als dat kan.
  • Je kunt niet alles begrijpen? Het is niet nodig alle Duitse woorden te begrijpen om te weten waar de tekst over gaat!

Hobbys

Sport ist mein Hobby

Sport is en blijft een van de meest genoemde vrijetijdsactiviteiten.
Je fietst van school naar huis, je voetbalt 's middags met je vrienden in het park of je neemt in het weekend aan een tenniswedstrijd deel.

Je gaat nu naar Julia luisteren. Zij vertelt over haar vrijetijdsbesteding.


Beantwoord vervolgens deze vragen in het Nederlands in je schrift:

  1. Wat heeft Julia gestudeerd?
  2. Wat doet Julia in haar vrije tijd in de zomer? (Noem minimaal 3 van 4.)
  3. Wat doet Julia in haar vrije tijd in de winter? (Noem minimaal 2 van 3.)

Ich reite
In het volgende fragment vertelt Lola over haar hobby paardrijden.


Beantwoord vervolgens deze vragen in het Nederlands in je schrift:

  1. Hoe vaak in de week rijdt Lola paard?
  2. Hoe lang duurt haar les?
  3. Hoe lang rijdt ze al paard?
  4. Waarom vindt Lola haar hobby zo belangrijk?

Freizeitmöglichkeiten

's Avonds lekker uitgaan; dat is toch niet zo moeilijk? Wél voor de jongeren uit een kleine Duitse stad. Er zijn namelijk geen mogelijkheden...
Luister naar Hanne en beantwoord daarna de vragen.

Uitgaan?
Beantwoord de volgende vragen in het Nederlands:

  1. Hoe lossen de jongeren hun probleem op i.v.m. het gebrek aan vrijetijdsactiviteiten in een kleine stad?
  2. Wat zou jouw oplossing zijn?
  • Wissel jullie meningen in de klas uit.
  • Maak een top 3 van mogelijke oplossingen.
  • Zoek de optimale oplossing voor deze situatie.

Lied

Deine Musik

Bij het tandenpoetsen 's morgens, in de middagpauze op school of in je vrije tijd; overal is muziek! En het maakt eigenlijk niet zoveel uit of dat pop-, rock-, rapmuziek of klassieke muziek is. Het moet vooral leuk zijn.

Voor het luisteren:
Beantwoord de volgende vragen in je schrift in het Nederlands:

  1. Wat is jouw favoriete muziek/song/zanger(es)?
  2. Ken je ook Duitse bands/zangers? Welke?

Tijdens het luisteren:
Je hoeft nog geen opdrachten te maken, dus geniet van dit lied.
Luister naar het lied van Die Prinzen - Popmusik:



Na het luisteren:
Luister opnieuw naar het lied. Schrijf de getallen 1 tot en met 11 onder elkaar in je schrift. Probeer nu de ontbrekende woorden in de songtekst in te vullen.

Refrain (2x):

Popmusik - Ich , (1) .................
Popmusik - Jeden Tag,
Pop- pop- pop- pop- pop-
Pop- pop- pop- pop
Sing ich dir was vor,
Hast du (2) ................. im Ohr.

Ich sag "uh baby baby" - Ich sag "ha ha ha ha",
In diesem Film bist du der (3) ................. .
Ich sag " Ha huha" - Ich sag "Beep beep, beep beep",
Für 3 Minuten werden deine (4) ................. wahr.

Rafrain (1x).

Ich sag "Dat dat dat da dadat" - Ich sag "Hey Ho"
Dein Herz schlägt schneller bei jedem Beat,
Ich sag "Oh oh oh, Oh oh oh oh" - Ich sag "aha aha aha aha",
Mach (5) ................., denn für dich gibt´s dieses
(6) .................,

Popmusik - Ich mag,
Popmusik - Jeden Tag,
Pop- pop- pop- pop- pop-
Pop- pop- pop- pop

Ich bin hier um zu (7) .................

Rafrain (1x).

Weißt du eigentlich, was Popmusik kann,
Sie ist tanzbar und regt zum (8) ................. an,
Es geht um Pop.
Die Definition von Popmusik ist hinlänglich bekannt,
Das ist hoch- hoch- (9) ................. .
Es geht um Pop,
Doch im Großen und im Ganzen geht´s ums
(10) ................. .

Ich bin hier um zu sagen...

Popmusik - Ich mag,
Popmusik - Jeden Tag,
Pop- pop- pop- pop- pop-
Pop- pop- pop- pop

Ich bin hier um zu sagen...

Rafrain (2x).

Popmusik - Ich mag,
Popmusik - Jeden Tag,
Pop- pop- pop- pop- pop-
Pop- pop- pop- pop
Ich bin hier um zu sagen, dass eigentlich Popmusik
(11) .................  ist!

 

Lesen

Einleitung

Einleitung - Inleiding
Hier übst du das Lesen.
Du lernst, deutsche Texte besser zu verstehen.
  • Studenten und ihre Freizeit;
  • einen Sprachkurs;
  • Hobbys von armen Kindern;

In dit onderdeel oefen en verbeter je je leesvaardigheid.
Dat doe je door verschillende teksten te lezen.

Je leest iets over:

  • vrije tijd van studenten;
  • een taalcursus voor jongeren;
  • hobby's van arme kinderen.

Viel Spaß!

Lerntipp Lesen

Lerntipp Lesen
Vor dem Lesen:
  • Sieh dir Titel, Abbildungen und hervorgehobene Textstellen gut an. Vielleicht weißt du dann schon, worum es in dem Text geht.
  • Lies die Einleitung. Bestimme die Textsorte (z.B. Brief, Märchen, Gebrauchsanleitung).
  • Lies die Aufgaben. Bestimme die Lesestrategie.
    • skimmen (global lesen, um den Hauptgedanken des Textes zu erfassen)
    • scannen (nach konkreten Informationen suchen, z.B. Namen oder Zahlen)
    • intensiv lesen (Satz für Satz; Details verstehen)
  • Sieh dir bei Multiple-Choice-Fragen die Antworten gut an und achte auf die Unterschiede.
Beim Lesen:
  • Du verstehst nicht alles? Kein Problem! Nicht alle Wörter sind nötig, um den Text zu verstehen.
  • Rate die Bedeutung von Wörtern. Achte dabei auf den Kontext. Vergleiche mit anderen Sprachen (z.B. Englisch, Französisch, Russisch).

Lerntipp Lesen
Voordat je gaat lezen:

  • Bekijk eerst de titel, de plaatjes en de apart gedrukte woorden.
  • Lees de inleiding.
  • Kijk wat voor soort tekst het is (advertentie, gebruiksaanwijzing enz.).
  • Lees de opdrachten.
  • Bepaal de manier van lezen:
    • skimmen (globaal lezen om er achter te komen waar de tekst over gaat),
    • scannen (zoeken naar bepaalde woorden of getallen),
    • intensief lezen (zin voor zin).
  • Als er meerkeuzevragen staan, bekijk dan alle antwoorden en kijk wat de verschillen zijn.


Terwijl je leest:

  • Kun je niet alles begrijpen? Het is niet nodig alle Duitse woorden te begrijpen om te weten waar de tekst over gaat! Vaak kun je de betekenis wel ongeveer raden door de rest van de zin te bekijken of door te kijken op welk Nederlands (Engels, Frans, Russisch enz.) woord het lijkt.

Schellingstraße

Freizeit in der Schellingstraße
Felix, Julian, Freya, Gabi und Nicole wonen samen in het studentenhuis in de Schellingstraße 60 in München.

Hieronder leer je ze beter kennen.

Je komt vooral te weten welke hobby's, dromen en ideeën ze hebben en hoe ze hun vrije tijd invullen. Het is dan ook vaak van het seizoen afhankelijk.

Viel Spaß!

 

Vrijheidsbesteding
Beantwoord eerst de volgende vragen schriftelijk:

  1. Is jouw vrijetijdsbesteding ook afhankelijk van het seizoen?
    Leg uit waarom (niet).
  2. Geef een korte beschrijving in het Duits van hoe je vrije tijd eruitziet:
    - in de winter
    - in de zomer
    - in het voorjaar en ook
    - in het najaar
  3. Is er een hobby bij die onafhankelijk is van de seizoenen?

 

Nicole und ihre Freizeit
Lees nu de tekst over hoe Nicole en haar vrije tijd. Beantwoord daarna samen met een klasgenoot de vragen. Dat mag in het Nederlands.

Text Nicole und ihre Freizeit
Nach einem langen Tag an der Universität freut sich Nicole auf ihre Freizeit. Den ganzen Tag hat sie gelernt, Vorlesungen und Seminare besucht, in der Bibliothek gesessen und recherchiert – 8 Stunden lang aufpassen und sich konzentrieren ist ganz schön anstrengend. Nicole braucht neue Energie. Außerdem will sie fit bleiben und sich wohl fühlen.

Erst mal fährt Nicole mit dem Fahrrad nach Hause uns isst eine Kleinigkeit. Danach hat sie zweimal pro Woche Handballtraining. Da kann sie sich austoben! Mindestens einmal pro Woche geht Nicole ins Müllersche Volksbad und schwimmt eine halbe Stunde.
Manchmal geht sie nach dem Handballtraining mit ein paar Mädchen ins Schwitzbad. Der Wechsel von heiß und kalt belebt die Sinne und tut dem Körper gut.

Am liebsten würde Nicole noch viel mehr Sport machen, aber dafür fehlt die Zeit.

Felix und seine Freizeit
Lees de tekst over Felix. Beantwoord daarna de vragen.

Text Felix und seine Freizeit
In seiner Freizeit spielt Felix in einer Band. Das ist super! Manchmal treten sie bei Schulfesten auf oder wenn ein Bekannter eine Party gibt. Aber meistens spielen sie nur zum Spaß. Geld wollen sie damit noch nicht verdienen. Dazu sind sie auch noch nicht gut genug.
Aber ein Traum ist es schon, um später vor einem großen Publikum aufzutreten und um die Welt zu touren.

Im Winter ist Felix immer auf der Piste anzutreffen. Er kann echt gut Ski fahren, aber Snowboardfahren macht ihm noch mehr Spaß.

Im Sommer tauscht er das Snowboard gegen ein Skateboard. Dann ist er den ganzen Abend mit seinen Freunden draußen und übt die verrücktesten Sprünge.

Was gehört zusammen?
Lees de volgende tekst goed door en maak daarna de sleepopdracht.
Wat hoort bij elkaar?

Text Frühling, Sommer, Herbst und Winter
Die Bewohner des Studentenhauses in der Schellingstraße sind alle sehr sportlich. Nicole, Felix, Gabi, Freya und Julian verbringen ihre Freizeit am liebsten an der frischen Luft und natürlich zusammen mit Freunden.

Je nach Jahreszeit machen sie andere Dinge.
Im Winter freuen sich alle über Schnee. Dann geht’s rauf auf die Piste zum Skifahren und Snowboardfahren. Nur an den langen Winterabenden bleiben sie in ihrem Studentenhaus, lesen Bücher oder die Zeitung, lernen fürs Studium, spielen Computer oder machen zusammen Gesellschaftsspiele wie Mensch-ärgere-dich-nicht.

Den Rest des Jahres fahren alle mit dem Fahrrad zur Uni, nur Gabi geht oft zu Fuß, weil sie gern spazieren geht. Die Jungen spielen abends oft Fußball auf dem Bolzplatz vor dem Studentenheim.
Im Sommer treffen sich die Freunde auch oft am Wochenende.
Dann fahren sie mit den Rädern zu einem kleinen See, wo man prima schwimmen kann. Manchmal gehen sie auch wandern und machen längere Touren. Im Rucksack nehmen sie genug Proviant mit, so dass sie unterwegs Picknick machen können.

Im Herbst gehen sie oft zusammen in den Wald und sammeln Pilze, die sie dann im Studentenhaus zusammen zubereiten und essen.

Sprachkurs Deutsch

Sprachkurs Deutsch
Vele jongeren proberen hun vrije tijd nuttig te besteden, vooral in de lange zomervakantie. De ene heeft een bijbaantje, de andere volgt een cursus.
Over een taalcursus, de mogelijkheden en voordelen gaat onze volgende tekst.

Leistungen
- Deutschunterricht inkl. Unterrichtsmaterial
- Sport-, Kultur- und Freizeitprogramm
- Unterkunft im Internat, bzw. Hotel für junge Erwachsene
- Vollpension
- Betreuung rund um die Uhr
- Teilnahmebestätigung
- Prüfungsmöglichkeiten
- Tagesausflüge
- Kranken und Unfallversicherung
Internetzugang steht in allen Kursorten zur Verfügung.

Altersgruppen
Deutsch für Kinder, 9 - 12 Jahre
2 Wochen, 40 UE, 20 pro Woche
Deutsch für Kinder, 9- 12 Jahre
3 Wochen, 60 UE, 20 pro Woche
Deutsch für Jugendliche, 12 - 15 und 14 - 17 Jahre
3 Wochen, 72 UE, 24 pro Woche
Deutsch für Jugendliche intensiv, 14 - 17 Jahre
3 Wochen, 90 UE, 30 pro Woche
Deutsch für Jugendliche, 14 - 17 Jahre
4 Wochen, 96 UE, 24 pro Woche
Deutsch plus Fußball, 14 - 17 Jahre
3 Wochen, 72 UE, 24 pro Woche
Deutsch für junge Erwachsene, 18 - 21 Jahre
3 Wochen, 72 UE, 24 pro Woche

UE = Unterrichtseinheiten à 45 Minuten

 

Beantwoord de volgende vragen.

Und du?
Beantwoord de volgende vragen in je schrift (in het Nederlands):

  1. Heb je zelf al ervaring met soortgelijke cursussen?
  2. Zou jij graag aan een taalcursus deelnemen?
  3. Wat verwacht je van een taalcursus?
  4. Heb je er ook twijfels erbij? Waarom (niet)?

Bespreek de antwoorden in de klas of in groepjes.

Not macht erfinderisch

Computeren, televisie kijken of sporten; in je vrije tijd heb je een grote keuze aan activiteiten. In sommige landen, zoals Afrika, Azië of Zuid-Amerika, hebben de kinderen geen geld voor speelgoed of sportartikelen. Wat ze in hun vrije tijd doen, lees je in de volgende tekst: Not macht erfinderisch

Und du?
Heb jij een leuk idee?
Maak je eigen speelgoed uit tweedehands spullen/afval.

Geef een korte beschrijving in het Duits:

  • Wat heb je gemaakt?
  • Welk materiaal heb je er voor gebruikt?


Viel Spaß!

Angeln

Anglerlatein

Wenn jemand sagt, dass er einen riesengroßen Fisch gefangen hat, aber in Wirklichkeit war der Fisch gar nicht so groß, dann nennt man das Anglerlatein.

Als iemand zegt dat hij een hele grote vis gevangen heeft, maar in werkelijkheid was de vis niet zo groot, dan noemt je dat 'visserlatijn'.

Ga naar de website van het sint-lodewijkscollege

- Lees de tekst over de vier hengelaars.
- Beantwoord de 10 vragen.
- Hoeveel vragen had je meteen goed?

Witze

Snap je deze moppen?

Hier een aantal moppen. Lees ze, zoek moeilijke woorden op en zorg dat je ze begrijpt. Bespreek dan met een klasgenoot of en waarom ze grappig zijn.

Mop 1
Paulchen ist mit seiner Mutter im Zoo und bettelt: "Mami, ich möchte so gerne ein Tier!" Sie sagt: "Aber Kind, wie sollen wir das ganze Futter bezahlen?"
Da strahlt Paulchen: "Wir holen einfach eins, wo draufsteht, Nicht füttern!"

Mop 2
"Wieso hast du dir denn die Trompete von unserem Nachbarn ausgeliehen?
Du kannst doch gar nicht darauf spielen."
"Nein, aber er jetzt auch nicht mehr!"

Mop 3
In Berlin kommt ein Mann auf die Polizeiwache und berichtet:
"Mir ist ein Pinguin zugelaufen. Was soll ich tun?"
Der Polizist: "Da gehen Sie am besten mit ihm in den Zoo!"
Am nächsten Tag trifft der Polizist den Mann mit Pinguin auf der Straße.
"Sie sollten doch mit dem Pinguin in den Zoo gehen", schimpft er.
Der Mann: "Ja, da waren wir doch gestern. Heute gehen wir ins Kino.

Werkzeugkasten 2

Einleitung

Einleitung

'Werkzeugkasten 2' is een schatkist, waar je allerlei informatie in kunt vinden, bijvoorbeeld:

  • Grammatik: Mehrzahl
  • Grammatik: 3. Fall Personalpronomen
  • Aussprache
  • Hilfsmittel

Grammatik Mehrzahl

Was weißt du noch?

Weet je nog wanneer Duitse woorden mannelijk (der), vrouwelijk (die), of onzijdig (das) zijn? Het is belangrijk dat je dit weet om het meervoud (Mehrzahl) van een woord te kunnen vormen. Als je denkt het niet meer te weten, lees dan de theorie hieronder nog eens.

KB: Der, die oder das

Maak nu de volgende oefening om te checken hoeveel je nog weet.

 

Toets:Der, die oder das

Mehrzahl

Je kunt als het goed is nu van een aantal woorden het geslacht (mannelijk, vrouwelijk of onzijdig) voorspellen. Wanneer dat niet mogelijk is, dan gebruik je een woordenboek om achter het geslacht van een woord te komen.

Het is belangrijk dat je weet hoe je achter het geslacht van een woord komt, omdat je dat nodig zult hebben bij het vormen van het meervoud (Mehrzahl) van woorden in het Duits. Hoe je het meervoud van woorden in het Duits vormt, leer je in de

KB: Mehrzahl

Je gaat nu een aantal oefeningen maken om te oefenen met de meervoudsvormen in het Duits.

Toets:Meervoudsregels herkennen

Toets:Meervoudsregels toepassen

Toets:Meervoudsvormen invuloefening

Samenvatting

Maak de samenvatting hieronder compleet door de blokjes naar de juiste plek te slepen.
De hoofdregels voor het maken van meervoudsvormen in het Duits zijn:

Toets:Hoofdregels

Bonusvraag: Wat zijn de meervoudsvormen van 'die Wurst' en 'das Ei'?

Zoek nu samen met een klasgenoot drie Duitse zelfstandige naamwoorden en schrijf deze op. Zoek het meervoud van deze woorden op, maar schrijf de meervoudsvorm NIET op. Wissel jullie lijstje uit met een ander groepje.

Het andere groepje schrijft de meervouden achter de 3 woorden.
Jullie schrijven de meervouden achter de woorden van het lijstje van het andere groepje.
Geef aan welke woorden regelmatig zijn en welke onregelmatig.

Wissel nu de lijstjes weer om, corrigeer de fouten en geef ze daarna weer terug aan het groepje dat de meervouden gemaakt heeft.

3. Fall Personalpronomen

Was weißt du noch?
We gaan in dit onderdeel van de grammatica kijken naar persoonlijke voornaamwoorden in de derde naamval. Om je goed voor te bereiden gaan we eerst wat stof - die je al eerder gezien hebt - herhalen.
De stof die we gaan herhalen is:

KB: 1e en 4e naamval van het persoonlijk voornaamwoord

De 1e en 4e naamval van het persoonlijk voornaamwoord - Word

KB: Derde naamval van lidwoorden en bezittelijke voornaamwoorden

 

Toets:Persoonlijk voornaamwoord 1e en 4e naamvallen

Toets:Derde naamval - mix meerkeuzeoefening

 

Nu je de 1e en 4e naamval van het persoonlijk voornaamwoord hebt herhaald en weer weet hoe je de 3e naamval gebruikt, ben je klaar voor de nieuwe grammatica: 3e naamval van het persoonlijk vnw.

3. Fall Personalpronomen
We gaan nu kijken naar de Duitse persoonlijke voornaamwoorden in de derde naamval. Je gaat eerst de kennisbank bekijken en daarna oefeningen maken.

KB: Persoonlijke voornaamwoorden in de derde naamval


Dan is het nu tijd voor wat oefeningen!

Toets:Persoonlijke vnw 1e en 3e naamval – match

Toets:Persoonlijke vnw 3e naamval – Nederlandse vertaling

Toets:Persoonlijke vnw 3e naamval - in context - herkennen

Toets:Persoonlijke vnw 3e naamval – in context - invullen

3. Fall Personalpronomen - 2

Toets:Persoonlijke vnw 1e, 3e en 4e naamval – in context – herkennen

Toets:Persoonlijke vnw 1e, 3e en 4e naamval – in context – herkennen

Toets:Persoonlijke vnw 1e, 3e en 4e naamval – in context – herkennen

Aussprache

Op languageguide.org vind je de uitspraak (Aussprache) van een aantal belangrijke woorden die passen bij dit thema!
Ga naar:

Beweeg met je muis over de plaatjes.
Luister naar de woorden en oefen de uitspraak door ze hardop uit te spreken.
Kies de tien moeilijkste woorden uit elke oefening. Schrijf ze op in je schrift.
Lees ze hardop voor aan een medeleerling.

Hilfsmittel

Hilfsmittel

De volgende hulpmiddelen kun je gebruiken bij het leren van de Duitse taal.

1 Woordenboek
Zowel echte woordenboeken als digitale woordenboeken helpen je bij het opzoeken en leren van nieuwe woordjes.
Een bekend online woordenboek is: vertalen.nu
Probeer ook eens een ander woordenboek, bijvoorbeeld: www.interglot.nl

2 Tekstverwerkingsprogramma
Als je op de computer een tekst schrijft, bv. met Word, kun je natuurlijk de Duitse spellingscontrole gebruiken (bij Taal -> Duits standaard instellen).
Maar opgelet: het programma kan niet al je fouten opsporen; zelf blijven nadenken dus!

Extra: LvoorL

Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.

Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.
Meervoud

Let op:
Als je een video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.

Sprechen

Einleitung

Einleitung - Inleiding

Hier lernst du, besser Deutsch zu sprechen.
Dafür machst du verschiedene Übungen:

  • Du vervollständigst Gespräche.
  • Du führst selbst Gespräche.

In dit onderdeel oefen en verbeter je je spreekvaardigheid.
Dat doe je door de verschillende oefeningen te maken:
  • Je maakt gesprekken af.
  • Je voert zelf gesprekken.

Viel Spaß!

Lerntipp Sprechen

Lerntipp Sprechen

Vor dem Sprechen:
  • Lies die Aufgabe gut durch.
  • Überlege, welche Wörter du wissen musst.
  • Schreibe nicht das ganze Gespräch auf. Es klingt viel natürlicher, wenn du nur Stichwörter notierst.
Beim Sprechen:
  • Sieh deinen Partner bzw. das Publikum an.
  • Sprich deutlich, ruhig und nicht zu leise.
  • Umschreibe Wörter, die du nicht kennst.
  • Bitte um Wiederholung oder Erklärung, wenn du deinen Partner nicht verstehst.
  • Hab keine Angst, Fehler zu machen. (Die meisten Leute finden es toll, dass du ihre Sprache sprichst.)

Lerntipp Sprechen

Voordat je gaat spreken:

  • Kijk eerst goed naar de aanwijzingen.
  • Bedenk welke woorden en uitdrukkingen je nodig hebt.
  • Schrijf NIET het hele gesprek op. Als je met trefwoorden werkt, klinkt het gesprek veel natuurlijker.

Terwijl je spreekt:

  • Kijk naar je partner of het publiek.
  • Spreek duidelijk, rustig en niet te zacht.
  • Omschrijf wat je bedoelt als je een woord niet weet.
  • Vraag om uitleg of herhaling als je je partner niet begrijpt.
  • Wees niet bang om fouten te maken. (De meeste mensen zullen het erg waarderen dat je hun taal spreekt.)

Im Tierpark

An der Kasse

Situatie:

Bert Kuipers gaat met zijn vrouw en twee kinderen van 5 en 9 met Pasen naar de dierentuin in Nordhorn.

Bekijk de volgende websites en lees de openingstijden, toegangsprijzen en voedertijden:

Openingstijden en toegangsprijzen
Voedertijden

Je taak:
Je gaat kaartjes kopen voor het hele gezin. Je begrijpt toegangsprijzen en openingstijden. Je stelt vragen over extra activiteiten.

A

Werk samen met een medeleerling. Vertaal de volgende woorden naar het Duits. Gebruik de Werkzeugkasten en/of een (online) woordenboek.

  1. hoeveel
  2. hoe laat
  3. de openingstijden
  4. de entreekaarten
  5. de gezinskaart
  6. de zeehonden
  7. voeren

B
Maak samen met een klasgenoot de gesprekken van Rollenkarte 1 en 2. Gebruik de woorden van onderdeel A (zie pagina 1). Wissel ook van rol.
Download hier Rollenkarte 1 en Rollenkarte 2 .

C
Laat de docent(e) jullie gesprek beoordelen.

 

Am Wochenende

Wohin gehen wir?

Situatie:

Je hebt een lang weekend en wilt een uitstapje maken naar Duitsland.
Bekijk de volgende websites:

Je taak:
Je maakt met een medeleerling plannen voor een weekend en bespreekt verschillende mogelijkheden.

A

Werk samen met een medeleerling. Maak een lijstje met mogelijke uitstapjes voor een weekend met behulp van de websites op pagina 1. Op de website van
helles-koepfchen.de vind je hiervoor een aantal suggesties.

B
Bespreek met je medeleerling welke van de genoemde activiteiten in aanmerking komen.
Denk hier aan:

  • reiskosten,
  • reistijd,
  • entreeprijzen,
  • mogelijkheden voor een lunchpauze,
  • keuze aan activiteiten.

Evaluatie

Je hebt het goed gedaan als:

  • je een klein aantal woorden en eenvoudige vaste uitdrukkingen over persoonlijke details en bepaalde concrete situaties hebt kunnen gebruiken;
  • je een klein aantal eenvoudige grammaticale constructies en uit het hoofd geleerde uitdrukkingen hebt kunnen gebruiken;
  • je vragen hebt kunnen stellen en beantwoorden over persoonlijke details;
  • je korte uitingen hebt gebruikt, voornamelijk standaarduitdrukkingen, waarbij je veel pauzes hebt mogen gebruiken;
  • je de woorden 'en' of 'dan' hebt kunnen gebruiken;
  • je gesprekspartner jouw uitspraak met enige moeite heeft kunnen verstaan.

Fernsehen

Macht Fernsehen doof?

Vele kinderen en jongeren zitten dagelijks urenlang voor de televisie. Is het goed of slecht, word je er slimmer van of niet?

A
Ga naar de website van www.nachrichtenfuerkinder.de en lees de meningen.

B
Je gaat een gesprek voeren met je docent. De docent gaat een paar vragen stellen. Jij geeft antwoord op de volgende vragen:

  • Hoe vaak en hoelang kijk je televisie?
  • Naar welke programma´s gaat je voorkeur uit? Waarom?
  • Kijk je ook naar Duitse zenders? Welke?
  • Wat zijn voordelen van televisie?
  • Kun je ook nadelen noemen? Welke?
  • Welke activiteiten kunnen een alternatief zijn voor televisie kijken?

C
Schrijf 10 hulpwoorden op. Je mag ze tijdens het gesprek gebruiken.
Voer daarna het gesprek.

Ins Kino gehen

Kinokarten telefonisch reservieren

Situatie:

Je bent samen met je ouders voor een weekend in Münster.
Jullie willen's avonds naar de bioscoop gaan.

Ga naar www.cineplex.de en kies een film.

Je taak:
Je gaat telefonisch kaartjes voor een film reserveren.

A
Werk samen met een medeleerling. Vertaal de woorden naar het Duits. Gebruik de Werkzeugkasten en/of een (online) woordenboek.

  1. de bioscoopkaartjes
  2. gesynchroniseerd
  3. er zijn
  4. vrije plaatsen
  5. ophalen
  6. reserveren

B
Maak samen het gesprekje. Gebruik de Rollenkarte 1 en Rollenkarte 2 en de woorden van onderdeel A. Wissel ook van rol.

C
Laat de docent(e) jullie gesprek beoordelen.

Schreiben

Einleitung

Einleitung - Inleiding

In dit onderdeel oefen en verbeter je je schrijfvaardigheid.
Voordat je begint te oefenen, kun je eerst de tips voor het schrijven doornemen.

Viel Vergnügen!

Lerntipp Schreiben

Lerntipp Schreiben
Vor dem Schreiben:

  • Lies zuerst die Hinweise gut durch.
  • Überlege dir, welche Wörter und Ausdrücke du brauchst.
Beim Schreiben:
  • Gebrauche ein Wörterbuch.
  • Wende die Grammatik an, die du gelernt hast.
  • Lies am Ende alles nochmal gut durch.

Voordat je gaat schrijven:
  • Kijk eerst goed naar de aanwijzingen.
  • Bedenk welke woorden en uitdrukkingen je nodig hebt.
Terwijl je schrijft:
  • Gebruik een woordenboek.
  • Pas de grammatica, die je geleerd hebt, toe.
  • Lees aan het einde alles nog een keer goed door.

Auf Deutsch

Mache die Übnung.


Und du?

Schrijf de volgende zinnen in je schrift en vul ze met je eigen gegevens aan.
Laat daarna de zinnen door je docent controleren.

Freizeit

  1. In meiner Freizeit ... .
  2. Mein Hobby ist ... . / Meine Hobbys sind ... .
  3. Ich spiele ... .
  4. Ich ... gern.
  5. Am liebsten ... .
  6. ... pro Woche habe ich Training.

Collage

Was machst du?

Was machst du alles in deiner Freizeit?
Du verarbeitest es in einer Collage.
Wat doe jij allemaal in je vrije tijd?
Je verwerkt het in een collage.

  1. Maak in je schrift een woordweb (Wortigel) met dingen die jij in je vrije tijd doet.
    Haal de Duitse woorden en zinnen die je daarvoor nodig hebt uit de vorige opdrachten, de 'Werkzeugkasten' en/of een (online) woordenboek.
  2. Neem minimaal vijf verschillende activiteiten in je woordweb op.
    Schrijf bij elke activiteit minimaal één zin.
  3. Zoek passende plaatjes bij de verschillende activiteiten.
    Je mag ook eigen foto's gebruiken.
  4. Zet de plaatjes en de Duitse teksten in een collage bij elkaar.
    Dat mag op de computer of op papier.
  5. Presenteer de collage in de klas.
Wer hat die schönste Collage gemacht?
Wie heeft de mooiste collage gemaakt?

Meine Woche

Mein Wochenplan
In deze opdracht beschrijf je in een Wochenplan een gewone week.
In het schema neem je met name op wat je allemaal na schooltijd - in je vrije tijd dus - doet. Download hier het schema: Wochenplan

Beschrijf jouw week in het Duits.

  1. Neem het weekschema over in een tekstverwerkingsprogramma of in je schrift.
  2. Bekijk het voorbeeld dat bij maandag is ingevuld.
  3. Vul je weekschema in met je eigen gegevens.
  4. Schrijf per dag één zin over je schooltijden.
  5. Schrijf per dag minimaal drie zinnen over wat je na schooltijd doet.
  6. Gebruik de Duitse woorden en zinnen uit de vorige opdrachten, de 'Werkzeugkasten' en/of een (online) woordenboek.
  7. Vergelijk jouw weekschema met andere leerlingen. Doe je in verhouding veel of weinig leuke dingen in je vrije tijd?
  8. Laat je weekschema aan je docent zien.

Meine Hobbys

Austauschprofil

In het kader van een uitwisselingsproject heb je de opdracht gekregen een profiel van jezelf te schrijven. De profielen worden op de uitwisselingssite geplaatst, zodat leerlingen uit verschillende landen in contact met elkaar kunnen komen.

Hier lees je vier voorbeelden:

Voorbeeld 1:
Hallo,

ich heiße Maria und ich komme aus Italien.
Mein Hobby ist Klavier spielen. Ich mag klassische und moderne Musik.
Am Wochenende gehe ich mit meinen Freunden aus, ins Kino oder in die Disco.
Sport mache ich nicht gern.
Ich sehe in meiner Freizeit auch fern, lese und sitze am Computer. Ach ja: Ich shoppe total gern!

Voorbeeld 2:
Was ich in meiner Freizeit mache?
Ich spiele Fußball. Mein Verein heißt SG Wacker. Dienstag und Donnerstag trainiere ich. Am Samstag haben wir oft ein Spiel.
Musik höre ich auch gern, am liebsten Heavy Metal.
Ich mache viel Computerspiele. Abends gucke ich meistens fern.

Jonas, 12, Deutschland

Voorbeeld 3:
Ich bin Luda aus der Ukraine. Ich bin 13.

Meine Hobbys sind Tanzen und Handball spielen. Meine Tanzgruppe heißt "Die Teufel". Zweimal pro Woche habe ich Handballtraining.

Ich höre auch viel Musik. Meine Lieblingsgruppe ist Tokio Hotel.

Oft treffe ich mich mit meinen Freunden. Wir haben viel Spaß!

Voorbeeld 4:
Hallo,

ich bin Till aus Österreich, 14 Jahre.
Ich habe eigentlich nicht so viel Freizeit. Ich muss viel lernen und Hausaufgaben machen.
Am liebsten mache ich Computerspiele. Ich chatte auch viel mit meinen Freunden.
Abends gucke ich fern. Meine Lieblingssendung ist Top 25 auf TMF.

 

  1. Schrijf nu je eigen profiel in het Duits.
  2. Gebruik de vorige opdrachten, de 'Werkzeugkasten' en/of een (online) woordenboek.
  3. Schrijf minimaal 50 woorden.
  4. Doe er een foto of een leuk plaatje bij.
  5. Lever je profiel in bij je docent. (Alternatief: zet de profielen van alle leerlingen in de ELO en bekijk ze samen.)

Film

Mein Freizeit-Movie

Je maakt samen met een medeleerling een filmpje bij het onderwerp Freizeit.
Dat doen jullie met behulp van de online moviemaker .

  1. Schrijf samen een gesprek in het Duits: twee jongeren praten over Freizeit.
  2. Gebruik de vorige opdrachten, de 'Werkzeugkasten' en/of een (online) woordenboek.
  3. Let op een goede verdeling van de vragen en de antwoorden. (Dus niet dat de één alleen maar vraagt en de ander alleen maar antwoordt!)
  4. Iedereen moet minimaal vijf keer aan de beurt komen.
  5. Laat het gesprek eventueel nakijken door je docent.

Online Moviemaker

  1. Open de online moviemaker .
  2. Kies de achtergrond en de lucht en klik op NEXT.
  3. Kies RENDEZ-VOUS en klik op NEXT.
  4. Kies twee acteurs en klik op NEXT.
  5. Typ de tekst van jullie gesprek over en klik op NEXT.
  6. Kies een achtergrondmuziek en klik op FINISH MOVIE.
  7. Kies de titelpagina, typ de titel van jullie gesprek en jullie namen in en klik op PREVIEW and SEND MOVIE.
  8. Bekijk het filmpje. Eventueel kun je nog iets veranderen.
  9. Typ de naam en het e-mail-adres in van mensen aan wie je het filmpje wilt sturen (bv. je docent, je medeleerlingen). Typ ook je eigen e-mail-adres in en klik op SEND.
  10. Bekijk de filmpjes van je medeleerlingen. Wie heeft het mooiste filmpje gemaakt? Wie heeft de beste tekst gemaakt?

Landeskunde

Einleitung

Einleitung

Hier erfährst du etwas über:

  • deutsche Fernsehprogramme und Fernsehsendungen
  • eine sehr bekannte deutsche Krimiserie
  • Kinofilme
  • Freizeitparks in Deutschland
  • eine sehr erfolgreiche deutsche Band

Das tust du, indem du:

  • Texte liest
  • Informationen im Internet suchst
  • deine eigene Fernsehzeitung machst
  • ein Miniprojekt zum Thema Freizeitparks machst
  • dir deutsche Musik anhörst

Viel Spaß!


Inleiding

In dit onderdeel kom je meer te weten over:

  • Duitse tv-zenders en tv-programma's
  • een heel bekende Duitse misdaadserie
  • films in de bioscoop
  • pretparken in Duitsland
  • één van de meest succesvolle Duitse bands

Dat doe je door:

  • teksten te lezen
  • informatie op het internet op te zoeken
  • je eigen tv-gids te maken
  • aan een miniproject over een pretparkbezoek te werken
  • naar Duitse muziek te luisteren

Viel Spaß!

Fernsehen

Deutsche Sender
Net als in Nederland heb je ook in Duitsland een groot aantal zenders.
ARD (Duitsland 1) en ZDF (Duitsland 2) zijn landelijke publieke zenders, vergelijkbaar met Nederland 1, 2 en 3. De deelstaten hebben daarnaast hun eigen televisiestations (bv. NDR, SWR), net als de provincies in Nederland.

In Duitsland heb je ook veel commerciële zenders (bv. RTL, Pro7), zenders voor bepaalde doelgroepen (bv. sport-, muziekzenders) en buitenlandse zenders.

In den Niederlanden kann man....

  1. nur mit einem Zusatzabonnement (nicht gratis) deutsche Fernsehsender empfangen;
    alleen met een extra betaalpakket Duitse televisiezenders ontvangen;
  2. (fast) überall deutsche Sender empfangen;
    (vrijwel) overal Duitse televisiezenders ontvangen;
  3. nur in der Nähe der Grenze deutsche Fernsehsender empfangen;
    alleen in de buurt van de grens Duitse televisiezenders ontvangen;
  4. keine deutschen Sender empfangen.
    geen Duitse televisiezenders ontvangen.

Bespreek je antwoord met een medeleerling.

Maak de volgende oefening.

Mein Fernsehprogramm

Jammer: je bent ziek.
Je vrienden zitten op school, je boek heb je al uit en op je computerspelletjes kun je je niet echt concentreren, zodat je toch alleen maar verliest.
Dan toch maar de tv aan. Maar wat is dat?...
Je kunt alleen nog maar Duitse zenders ontvangen!

Stel je eigen tv-programma voor vandaag (11 tot 22 uur) samen.

  • Klik hier om naar de tv-gids te gaan.
  • Bij 'Programm ab:' kun je op tijd zoeken.
  • Bij 'Sparte' kun je op rubriek zoeken.
  • Bij 'TV-Tipps' vind je aanbevelingen.

Zoek programma's die je leuk vindt. Schrijf per programma in het Duits de titel, begin- en eindtijd, zender en rubriek op. Maak er een mooi overzicht van. Voeg er eventueel plaatjes bij. Bekijk de resultaten in de klas. Wie heeft het spannendste/leukste/grappigste programma gemaakt?

Gut aufgepasst

Als je bij het samenstellen van je eigen tv-programma de tv-gids goed hebt bekeken, zullen de volgende woorden je bekend voorkomen.

Toets:Gut aufgepasst

Tatort

Een van de populairste misdaadseries op de Duitse tv is Tatort.
Ook op de Nederlandse tv worden regelmatig afleveringen van Tatort uitgezonden, dan natuurlijk met ondertiteling.

Bekijk de intro: intro Tatort

Heb je deze serie wel eens gezien?

  • Ja, ik heb Tatort wel eens gezien.
  • Ja, ik kijk regelmatig naar de serie.
  • Nee, ik ken deze serie niet.
  • Geen idee.

Tatort-Kommissare

Elk jaar worden ongeveer 40 nieuwe afleveringen van Tatort gemaakt.

Op dit moment zijn er 27 Tatort-rechercheurs in 15 verschillende steden bezig om moorden en andere misdaden op te lossen.

Klik op de link om naar het overzicht met de rechercheurs te gaan.
Navigeer met de muis en klik op een stad. Zoek de informatie die je nodig hebt op om de ontbrekende woorden in de volgende zinnen in te vullen.

  1. In ..... (welke stad?) ermitteln eine Frau und ein Mann.
  2. In Hannover ermittelt ..... (welke naam?).
  3. Moritz Eisner ermittelt in ..... (welk land?).
  4. Die zwei Kommissare auf dem Foto ermitteln in ..... (welke stad?).
  5. 2008 hat das Kölner Team ..... (hoeveel?) Fälle gelöst.
  6. Der Titel Tatort bedeutet ..... .

Heb je alle antwoorden gevonden?
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.

Kino

Kinobesuch
In Duitsland gaan veel mensen in hun vrije tijd graag naar de bioscoop.
Elke niet te kleine stad heeft wel een bioscoop. Grote steden als Berlijn, München enz. hebben zelfs meerdere bioscopen en grote, moderne zalen.

En jij? Ben jij een filmfreak? Sta je te wachten op het moment dat de nieuwste films ook in Nederland uitkomen? Kijk je een film liever in de bioscoop of wacht je tot die op dvd uitkomt?

Hieronder maak je kennis met de bioscoop in Duitsland.

Welke uitspraak is op jou van toepassing?

  1. Ik ga graag en vaak naar de bioscoop. Het maakt mij eigenlijk niet zo veel uit wat er draait. Ik vind bijna alle films leuk.
  2. Ik ga af en toe naar de bioscoop. Van tevoren maak ik een bewuste keuze naar welke film ik ga.
  3. Ik ga (bijna) nooit naar de bioscoop. Vroeg of laat komen al die films toch uit op dvd of op tv.

Neu im Kino
Net als in andere landen komen ook in Duitsland wekelijks nieuwe films uit.
Opvallend is dat er altijd ook Duitse films op het programma staan.
Vaak doen die Duitse films het heel goed bij het publiek.
Af en toe draaien er Duitse films in de Nederlandse bioscopen.
Denk bv. aan 'Der Untergang' of 'Das Leben der Anderen'.

Ga naar de website www.kino.de en bekijk het bioscoopprogramma van deze of de komende week.
Bekijk de informatie bij vijf à zes films die nieuw in de bioscoop zijn.
Er moet wel minimaal één Duitse film bij zitten. Bekijk van deze films een trailer. Maak een Top 3 van de films. Schrijf bij elke film in het Duits de volgende gegevens op:

  • titel
  • genre (komedie, tekenfilm enz.)
  • land van herkomst
  • 2 á 3 zinnen waar de film over gaat
  • 1 á 2 zinnen waarom jij graag naar deze film zou gaan

Vergelijk jouw Top 3 met de Top 3 van je klasgenoten.

Is je bij het bekijken van de trailers iets opgevallen met betrekking tot de taal?
Kies het juiste antwoord. In Duitsland heb je ...

  1. geen ondertiteling. Je moet gewoon de originele taal proberen te begrijpen.
  2. geen ondertiteling. Er wordt gewoon Duits gesproken.
  3. net als in Nederland ondertitels. Daarnaast hoor je de originele taal.

 

Maak de volgende oefening.

Krabat
Bekijk de trailer van de film Krabat.


Doe de volgende oefening.

Wunderland Kalkar

Das Wunderland
Vlak over de grens bij Arnhem ligt Wunderland Kalkar, een familiepark met hotels, restaurants, sportfaciliteiten en een groot attractiepark.
Bij Nederlanders is dit park erg in trek. Het is immers niet ver en je kan je er makkelijk een weekend of meer dagen met het hele gezin vermaken.
Vaak hebben ze mooie aanbiedingen die als folders in de bus vallen of die je in reisbureaus of op internet tegenkomt.

Welke uitspraak is op jou van toepassing?

  1. Ik hoor nu voor het eerst van Wunderland Kalkar.
  2. Ik heb wel van Wunderland Kalkar gehoord maar ben er nog niet geweest.
  3. Ik ben al in Wunderland Kalkar geweest.

Kernies Familienpark
Je maakt nu kennis met Kernies Familienpark .
Dat is het attractieparkgedeelte van Wunderland Kalkar.
Probeer hier de antwoorden te vinden op de volgende vragen,

  1. Het terrein van het familiepark was oorspronkelijk een ..... .
    1. bruinkoolmijn
    2. grindgroeve
    3. kerncentrale
  2. Die heeft echter om ..... redenen nooit gewerkt.
    1. financiële
    2. politieke
  3. In de grote koeltoren is er een ..... .
    1. klimmuur
    2. schaatsbaan
    3. zwemparadijs

Öffnungszeiten
Zoek informatie over de openingstijden van Kernies Familienpark.
Lees de vier uitspraken hieronder. Welke twee uitspraken kloppen?

  1. In september/oktober is het park gedeeltelijk alleen in het weekend geopend.
  2. In het hoogseizoen is het park tot 19 uur open.
  3. Het park is het hele jaar door geopend.
  4. Vanaf 10 uur mag je het park binnen.

Anreise
Bestudeer ook deze informatie. Anfahrt
Welke uitspraak klopt met betrekking tot de reis naar Kernies Familienpark?

  1. Het park is uitstekend met de auto bereikbaar.
  2. Het park is alleen met openbaar vervoer bereikbaar.

Preise
Zoek informatie over de prijzen van het pretpark op.

Preise Wunderland Kalkar

Lees de volgende uitspraken. Welke twee uitspraken kloppen?

  1. Kinderen t/m 2 jaar mogen gratis naar binnen.
  2. In het voorseizoen betaal je €22,50 p.p.
  3. Je hoeft niet extra voor de attracties te betalen.
  4. In het hoogseizoen is het goedkoper.

Abenteuer
Ga nogmaals naar de website www.wunderlandkalkar.eu .
Zoek informatie over 'Adventure plaza'.
Wat is de Adventure Plaza?

  1. Dat is een soort racebaan.
  2. Dat is een andere naam voor Kernies Familienpark.
  3. Dat is een soort jungle met wilde dieren.

Im Park
Je bent in Kernies Familienpark. Je wilt je tijd in het park optimaal besteden, zodat je zoveel mogelijk van de attracties kunt genieten.

Daarom informeer je van tevoren in welke attracties je wel of niet mag.
Klik op de volgende link en ga op zoek naar het antwoord op de twee vragen. Größenvorschrift

  1. Für die Achterbahn musst du mindestens ..... groß sein.
    1. 1.10 meter
    2. 1.30 meter
    3. 1.60 meter
  2. Für die große Kletterwand musst du mindestens ..... alt sein.
    1. 12 Jahre
    2. 14 Jahre
    3. 16 Jahre

Und du?
Je bent nu behoorlijk wat te weten gekomen over Wunderland Kalkar en Kernies Familienpark.

Heb je zin gekregen in een bezoek?

  • Ik vind dit soort parken wel leuk maar zou liever naar een ander park gaan.
  • Ja, ik zou graag een bezoek brengen aan het park.
  • Nee, ik houd niet van pretparken.


bespreek je antwoord met een medeleerling.

Freizeitparks

Projekt

Jullie klas heeft binnenkort een activiteitendag. Jullie hebben besloten om naar een pretpark te gaan. Omdat jullie op de Nederlandse pretparken al een beetje uitgekeken zijn en bovendien voor Duits taalopdrachten moeten doen, willen jullie een dagje naar Duitsland.

Opdracht
Prijs het pretpark van jouw keuze zodanig aan dat de klas voor jouw voorstel kiest.

Voorbereiding
Maak groepjes van 3 à 4 leerlingen. Zoek op internet vijf parken die je leuk lijken. Gebruik eventueel de gegeven links als suggesties( Europa Park , Moviepark Germany , Belantis , Tree2Tree , Phantasialand , Kanditurm ).
Vergelijk de resultaten met de andere groepjes. Kies per groepje één park, maar wel zo dat er geen dubbele keuzes zijn.

Uitvoering

  1. Verzamel Duitstalige informatie over het gekozen park.
    Denk bijvoorbeeld aan de ligging, de reis ernaartoe, de toegangsprijzen
    (en eventuele kortingen), de openingstijden, de attracties.
  2. Schrijf in het Duits op wat dat park zo bijzonder maakt, waarom jullie het zo leuk zouden vinden daar naartoe te gaan.
  3. Bereid de presentatie voor (bijvoorbeeld: folder, gesprek bij de VVV, powerpoint). Gebruik Duitse teksten en ook je eigen stukje van punt 2.

Presentatie:

  1. Presenteer jullie resultaat in de klas.
  2. Kies uit de verschillende presentaties de drie leukste voorstellen.
  3. Vergelijk die drie voorstellen met betrekking tot prijs, reistijd enz.
  4. Kies het voorstel dat volgens jullie het leukst, maar ook haalbaar is.

Die Ärzte

Junge (Simpsons-Video)
Die Ärzte is één van de meest succesvolle Duitse bands.
Ze staan bekend om hun punkachtige rockmuziek in combinatie met kritische teksten. Zij hebben vooral kritiek op het normale, het saaie, het aangepast zijn. In de volgende opdrachten leer je de band en haar muziek kennen.


Bekijk de clip en probeer daarbij te begrijpen waar het lied over gaat.

Kies het juiste antwoord.
Het lied gaat over...

  1. ouders die hun zoon niet meer begrijpen
  2. een jongen die van thuis is weggelopen
  3. een groep jongeren die de buurt onveilig maakt

Junge (Text-Video)
Luister naar het lied en lees de tekst mee.


Waarop hebben de ouders kritiek?
Kies alle juiste antwoorden.

  1. Op het lawaai dat hij met zijn muziek maakt.
  2. Dat hij nooit thuis is.
  3. Dat hij geld van hun gepikt heeft.
  4. Op zijn vriendenkring.
  5. Dat hij dieren mishandelt.
  6. Hoe zijn haar eruit ziet.
  7. Dat hij te veel alcohol drinkt.
  8. Dat hij gaten in zijn broek heeft.
  9. Dat hij slechte cijfers heeft.
  10. Dat hij geen opleiding volgt.

Heb jij dezelfde antwoorden gekozen als je buurman/buurvrouw?

Und du?
Hebben jouw ouders soms ook kritiek op jouw uiterlijk?
Of vinden ze dat je te veel andere dingen doet en je niet genoeg met school bezighoudt?
Herken je het één of andere probleem dat in het lied besproken wordt?
Kun je je er iets bij voorstellen dat de ouders zich zorgen maken?

  1. Praat er kort in de klas over.
  2. Bespreek ook wat volgens jullie de boodschap van het lied is.
    (Op wie hebben Die Ärzte nou echt kritiek?)

Wat vond je van het lied "Junge" van Die Ärzte?

  • Ik vond het echt leuk.
  • Ik vond de muziek wel goed maar de tekst sprak mij niet aan.
  • Ik vond de tekst heel goed maar de muziek beviel me niet.
  • Ik vond er totaal niets aan.
  • Ik vond het wel aardig.

Mehr Ärzte
Kijk even wat rond op de site .

  1. Bekijk bv. de foto's van de band in de Fotogalerie.
  2. Kijk eens bij de Tourdaten naar hun volgende optredens.
  3. In het Forum kun je lezen wat andere van de band of hun songs vinden.
  4. Kijk wat je in de Fanshop kunt kopen.
  5. Bij Diskographie vind je alle albums.


Opdracht
Ontwerp - eventueel samen met een medeleerling - een Ärzte-Quiz door 10 vragen te maken die met behulp van de website te beantwoorden zijn.

  1. Je mag zelf bepalen of je de vragen in het Duits of in het Nederlands maakt.
  2. Vergeet niet de goede antwoorden te noteren.
  3. Je kunt open vragen, meerkeuzevragen of een mengeling daarvan maken.
  4. Vermenigvuldig de quiz, verdeel hem in de klas.
  5. Los elkaars quiz op.
  6. Wie is de expert op het gebied van Die Ärzte?
  7. Wie had de leukste/grappigste/moeilijkste vragen verzonnen?
  8. Maak je de opdracht liever over een andere band? Kijk hieronder.

Mehr deutsche Musik

Als je geen zin meer in Die Ärzte hebt, kun je deze opdracht ook voor een andere Duitse band, zanger of zangeres maken. Hier nog een aantal suggesties als je op zoek bent naar Duitse muziek:

  • Die toten Hosen
  • Die fantastischen Vier
  • Kraftwerk
  • Rammstein
  • Juli
  • Rosenstolz
  • Silbermond
  • Sportfreunde Stiller
  • Wir sind Helden
  • Tokio Hotel
  • Die Prinzen
  • Nena
  • Nina Hagen
  • Herbert Grönemeyer

Sprachaufgaben

Einleitung

Einleitung - Inleiding

Hier vind je een aantal taaltaken waarmee je je taalvaardigheid kunt verbeteren.

  • een e-mail over je hobby/vrije tijd
  • een ansichtkaart vanuit een pretpark
  • een bericht over jouw favoriete muziek voor een website
  • een bericht over jouw favoriete sport voor een website
  • een gesprek over hobby's/vrije tijd
  • een videoverslag over je woonplaats
  • een gesprek over de plannen voor het weekend
  • een spreekbeurt over hoe een gewone week er bij jou uitziet
  • een spreekbeurt over jouw favoriete TV-programma

Je mag zelf kiezen in welke volgorde je deze opdrachten maakt.

Schreiben

Mein Hobby - A1

Je klas doet mee aan een e-mail-uitwisseling met Spaanse leerlingen die ook Duits leren. In een eerste mail hebben jullie al kennis met elkaar gemaakt.
Je hebt met je partner de meest belangrijke persoonlijke gegevens - zoals naam, leeftijd, woonplaats, school - uitgewisseld. In deze tweede e-mail schrijf je meer over je hobby en wat je in je vrije tijd het liefst doet.

Je taak
Schrijf de e-mail over je hobby/je vrije tijd.
Verwerk de volgende informatie in je mail:

  • wat je hobby is
  • wat je zo leuk aan je hobby vindt
  • met wie je je hobby uitoefent
  • waar je je hobby uitoefent
  • wanneer/hoe vaak je je hobby uitoefent
  • wat je nog meer in je vrije tijd doet
  • stel een vraag over de hobby/de vrije tijd van je e-mail-partner

Stappenplan:

  1. Verzamel woorden en zinnen die je nodig hebt. Gebruik een (online) woordenboek, de StudioWozzol-woordenlijsten en de Werkzeugkasten.
  2. Begin je e-mail met een aanhef. Verzin zelf een (Spaanse) naam.
  3. Schrijf de mail. Verwerk de gevraagde informatie.
  4. Let op een goede opbouw. Maak alinea's.
  5. Sluit je mail correct af.
  6. Voeg er eventueel een foto of plaatje bij.
  7. Stuur de mail aan je docent.
  8. Variatie: je docent verdeelt de uitgeprinte e-mails (zonder naam van de schrijver) in de klas. Jullie lezen de mails en raden wie welke mail heeft geschreven.

Freizeitpark - A1

Je hebt tijdens de zomervakantie een leuk(e) jongen/meisje leren kennen. Af en toe sturen jullie elkaar een mailtje of kaartje. Zo ook nu. Je bent namelijk met je ouders naar een pretpark in Duitsland geweest. Van dat uitstapje stuur je een kaartje.

Je taak:
Schrijf de kaart over het pretparkbezoek.
Verwerk de volgende informatie:

  • naam van het pretpark
  • waar het pretpark is
  • dat je er met je ouders bent
  • wat er zo leuk is aan het park
  • wat je al hebt gedaan of nog wilt gaan doen
  • vraag wat hij/zij van pretparken vindt

Stappenplan:

  1. Verzamel woorden en zinnen die je nodig hebt. Gebruik een (online) woordenboek, de StudioWozzol-woordenlijsten en de Werkzeugkasten.
  2. Verzamel informatie over het pretpark op het internet.
  3. Ontwerp een originele kaart op de computer (voor- en achterkant).
    Gebruik passende plaatjes van het internet en wat dikker papier.
  4. Begin de kaart met een aanhef.
  5. Schrijf de kaart. Verwerk de gevraagde informatie.
  6. Sluit correct af.
  7. Zorg ervoor dat de kaart verstuurd kan worden; bedenk een naam en adres als je geen Duitstalige vriend(in) hebt. Een postzegel mag je tekenen; denk aan het tarief.
  8. Bekijk de kaartjes in de klas.
  9. Lever je kaart in bij de docent.

Musik - A1

In het kader van een uitwisselingsproject heb je de opdracht gekregen iets over jouw favoriete muziek te schrijven. De teksten worden op de uitwisselingssite geplaatst, zodat leerlingen uit verschillende landen een passende partner kunnen vinden.

Je taak:
Schrijf de tekst over jouw favoriete muziek voor de website.
Verwerk de volgende informatie:

  • welke muziek je leuk vindt
  • wie je favoriete band/zanger(es) is
  • wat je zo leuk aan je favoriete band/zanger(es) vindt
  • welk nummer je op dit moment leuk vindt
  • welke Duitse muziek je kent
  • wat je aan deze muziek (niet) leuk vindt

Stappenplan:

  1. Verzamel woorden en zinnen die je nodig hebt. Gebruik een (online) woordenboek, de StudioWozzol-woordenlijsten en de Werkzeugkasten.
  2. Schrijf het bericht voor de website. Verwerk de gevraagde informatie.
  3. Let op een goede opbouw. Maak alinea's.
  4. Voeg er eventueel een foto of plaatje bij.
  5. Lever je tekst in bij je docent. (Alternatief: zet de teksten van alle leerlingen in de ELO en bekijk ze samen.)

Sport - A1

In het kader van een uitwisselingsproject heb je de opdracht gekregen iets over jouw favoriete sport te schrijven. De teksten worden op de uitwisselingssite geplaatst, zodat leerlingen uit verschillende landen een passende partner kunnen vinden.

Je taak:
Schrijf de tekst over jouw favoriete sport voor de website. Verwerk de volgende informatie:

  • aan welke sport je doet
  • of je lid bent van een vereniging; zo ja hoe die heet
  • wanneer/hoe vaak je traint
  • of je aan wedstrijden meedoet
  • wat je aan deze sport zo leuk vindt

Stappenplan:

  1. Verzamel woorden en zinnen die je nodig hebt. Gebruik een (online) woordenboek, de StudioWozzol-woordenlijsten en de Werkzeugkasten.
  2. Schrijf het bericht voor de website. Verwerk de gevraagde informatie.
  3. Let op een goede opbouw. Maak alinea's.
  4. Voeg er eventueel een foto of plaatje bij.
  5. Lever je tekst in bij je docent. (Alternatief: zet de teksten van alle leerlingen in de ELO en bekijk ze samen.)

Sprechen

Was ist dein Hobby? - A1
Een groep Duitse leerlingen bezoekt jullie school.
Jullie praten met elkaar over hobby's en wat jullie allemaal in de vrije tijd doen.

Je taak:
Voer samen met een medeleerling een gesprek.
Verwerk de volgende informatie in het gesprek:

  • wat je hobby is
  • wat je zo leuk aan je hobby vindt
  • met wie je je hobby uitoefent
  • waar je je hobby uitoefent
  • wanneer/hoe vaak je je hobby uitoefent
  • wat je nog meer in je vrije tijd doet

Stappenplan:

  1. Verzamel woorden en zinnen die je nodig hebt in je schrift. Gebruik een (online) woordenboek, de StudioWozzol-woordenlijsten en de Werkzeugkasten.
  2. Maak samen met je partner het gesprek. Schrijf niet het hele gesprek op, maar alleen steekwoorden.
  3. Let op een goede verdeling van vragen en antwoorden.
  4. Oefen samen het gesprek.
  5. Presenteer het gesprek in de klas of aan je docent. Je mag er een briefje met maximaal vijf woorden bijhouden.

Freizeit in ... - A1
Binnenkort krijg je in het kader van een uitwisselingsproject een logee in huis.
Je wilt je nieuwe huisgenoot alvast laten zien wat er in jouw stad/dorp allemaal te beleven is.
Daarvoor maak je een videoverslag over je woonplaats.

Je taak:
Maak samen met een medeleerling een videoverslag over je woonplaats.
Denk bijvoorbeeld aan:

  • bioscoop, theater, disco
  • jeugdcentrum, plek waar je met je vrienden afspreekt
  • sporthal, sportplaats
  • zwembad, strand
  • andere plekken waar je kunt sporten
  • plek waar je je hobby uitoefent
  • winkelcentrum, winkelstraat

Stappenplan:

  1. Verzamel woorden en zinnen die je nodig hebt in je schrift. Gebruik een (online) woordenboek, de StudioWozzol-woordenlijsten en de Werkzeugkasten.
  2. Film de plekken (minimaal vijf) waar je je vrije tijd doorbrengt/kunt doorbrengen.
  3. Vertel er telkens iets over (minimaal drie zinnen per plek) in het Duits.
  4. Laat het filmpje aan je docent zien of bekijk de filmpjes samen in de klas.

Wochenendpläne - A1
Binnenkort komt je Duitse vriend(in) op bezoek.
Via de telefoon of skype maken jullie alvast plannen voor het weekend.

Je taak:
Maak samen met een medeleerling het gesprek.
Verwerk in het gesprek informatie over wat jullie willen doen en wanneer jullie dat willen doen.

Stappenplan

  1. Verzamel woorden en zinnen die je nodig hebt in je schrift. Gebruik een (online) woordenboek, de StudioWozzol-woordenlijsten en de Werkzeugkasten.
  2. Maak samen met je partner het gesprek. Schrijf niet het hele gesprek op, maar alleen steekwoorden.
  3. Spreek minimaal vijf verschillende activiteiten af.
  4. Let op een goede verdeling van vragen en antwoorden.
  5. Oefen samen het gesprek.
  6. Presenteer het gesprek in de klas of aan je docent. Je mag er een briefje met maximaal vijf woorden bijhouden.

Meine Woche - A2
Je bent in het kader van een uitwisselingsproject in Duitsland.
Bij het avondeten wil je gastgezin weten hoe een gewone week bij jou eruit ziet.

Je taak:
Beschrijf in het Duits wat je in een gewone week in je vrije tijd doet.
Verwerk de volgende informatie:

  • wat je doordeweeks na schooltijd doet (per dag)
  • wat je in het weekend doet

Stappenplan:

  1. Verzamel woorden en zinnen die je nodig hebt in je schrift. Gebruik een (online) woordenboek, de StudioWozzol-woordenlijsten en de Werkzeugkasten.
  2. Verwerk de informatie in een spreekbeurt. Schrijf alleen steekwoorden op.
  3. Oefen jouw spreekbeurt.
  4. Presenteer jouw spreekbeurt. Je mag er een briefje met max. tien woorden bijhouden. Het gesprek moet minimaal drie minuten duren.

Fernsehen - A2
Tijdens de vakantie praat je met jongeren die je hebt leren kennen over tv-programma's. Zij willen van je weten waar je het liefst naar kijkt.

Je taak:
Je vertelt over (een van) je favoriete tv-programma('s).
Verwerk de volgende informatie:

  • hoe het programma heet
  • waar het over gaat
  • wat je er leuk aan vindt
  • wanneer en hoe vaak het uitgezonden wordt
  • met wie je er (meestal) naar kijkt
  • (eventueel) nog een tweede programma
  1. Verzamel woorden en zinnen die je nodig hebt in je schrift.
    Gebruik een (online)woordenboek, de StudioWozzol-woordenlijsten en de Werkzeugkasten.
  2. Verwerk de informatie in een spreekbeurt. Schrijf alleen steekwoorden op.
  3. Oefen jouw spreekbeurt.
  4. Presenteer jouw spreekbeurt in de klas of aan je docent.
    Je mag er een briefje met maximaal tien woorden bij je houden.
    Het gesprek moet minimaal twee minuten duren.

Auswertung

Evaluatie - A1

Je hebt het goed gedaan als:

  • je een klein aantal woorden en eenvoudige vaste uitdrukkingen over persoonlijke details en bepaalde concrete situaties hebt kunnen gebruiken;
  • je een klein aantal eenvoudige grammaticale constructies en uit het hoofd geleerde uitdrukkingen hebt kunnen gebruiken;
  • je vragen hebt kunnen stellen én beantwoorden over persoonlijke details;
  • je korte uitingen hebt gebruikt, voornamelijk standaarduitdrukkingen, waarbij je veel pauzes hebt mogen gebruiken;
  • je de woorden 'en' of 'dan' hebt kunnen gebruiken;
  • je gesprekspartner jouw uitspraak heeft kunnen verstaan.

Evaluatie - A2

Je hebt het goed gedaan als:

  • je met uit het hoofd geleerde zinnen en woorden beperkte informatie over hebt kunnen brengen;
  • je eenvoudige zinnen hebt gebruikt, die nog een paar kleine fouten mogen bevatten;
  • je korte zinnen hebt gebruikt, waarin nog veel pauzes, valse starts en herformuleringen mogen voorkomen;
  • je voegwoorden zoals: 'en', 'maar' en 'omdat' hebt gebruikt;
  • je uitspraak duidelijk genoeg is geweest om te kunnen volgen, ondanks een misschien hoorbaar accent.

Luisteraars hebben af en toe om herhaling mogen vragen.

Antworten

Antworten

Antworten

Bekijk hier of je de opdrachten goed hebt gemaakt.

Hören
Hobbys

  1. Ze heeft sport gestudeerd.
  2. Tennissen, fietsen, zwemmen en hardlopen.
  3. Skiën, snowboarden en sleeën.
  1. een keer in de week
  2. 1 uur
  3. sinds 5 jaar
  4. men kan iets samen met de pony's doen

 

Sprechen
Im Tierpark

  1. wie viel
  2. wie spät
  3. die Öffnungszeiten
  4. die Eintrittskarten
  5. die Familienkarte
  6. die Seehunde
  7. füttern

Ins Kino geben

  1. die Kinokarten
  2. synchronisiert
  3. es gibt
  4. freie Plätze
  5. abholen
  6. reservieren