2012 P11-12/7-8 Regie geven en nemen als betrokken begeleider (kraamzorg)

2012 P11-12/7-8 Regie geven en nemen als betrokken begeleider (kraamzorg)

Inleiding

 

Een betrokken begeleider bezit persoonlijke en beroepsmatige deskundigheid

 

De onwennigheid van ergens ‘nieuw’ zijn. Hoe je bent ontvangen door je collega’s, de sfeer in het team.  Het belang van het gevoel ‘welkom’ te zijn. Waardering nodig hebben voor wat jij ‘in huis hebt’, naast wat je collega’s in huis hebben. Vertrouwen krijgen dat je veel mogelijkheden hebt. Gekend worden in wat je kan en begeleid worden in wat je nog moet en wilt leren. Mogen leren. Dan heb je een betrokken begeleider nodig.
In instellingen waar nieuwe collega’s worden opgeleid op de werkvloer, is het leerklimaat van die werkvloer van invloed op het woonleefklimaat van de  cliënt. En andersom. Een belangrijke leerfactor is het ‘goed voorbeeld model’ of ‘rolmodellen’. 

 

Een vergelijkbaar gevoel kan een cliënt hebben als hij zij vertrouwde woonomgeving moet gaan delen met hulpverleners in zijn huis of verder in het proces van afhankelijk zijn: als hij zijn vertrouwde omgeving moet verlaten om te gaan ‘wonen’ in een instelling. Ook deze cliënt wil het gevoel hebben welkom te zijn, heeft waardering nodig voor wie hij was, naast wie hij is geworden. Wil gekend worden in wat hij kan en heeft behoefte aan vertrouwen.  Wil wonen in een klimaat waar hij zich zoveel mogelijk thuis kan voelen. 

Dan heeft de cliënt heeft een betrokken begeleider nodig, die betrouwbaar is door persoonlijke en beroepsmatige deskundigheid. 

 

 

Sterk in je schoenen

 

Een mondige medewerker staat sterk in de schoenen

Cliëntgericht werken aan verantwoorde zorg

De relatie met de zorgvrager(s) is cruciaal voor jouw werkzaamheden. Je doel is een optimaal niveau van functionele autonomie en kwaliteit van leven van de zorgvrager te realiseren aan de hand van het door jou opgestelde zorgleefplan of samenwerkingsplan.

Uitgangspunt hierin is hoe de zorgvrager de autonomie en kwaliteit van leven wenst, op het gebeid van gezondheid, woonleefomgeving, participatie en mentaal welbevinden.

Je handelt zorgvrager gericht, hebt een inlevende houding, toont respect voor de zorgvrager en bent sociaal en communicatief vaardig.

 

Deskundig werken aan kwaliteit in een organisatie.

De complexiteit van de zorgvraag neemt toe. Deze wordt veroorzaak door de toename van mondigheid van cliënten en hun naasten ouderen in de zorg. Ook de verscheidenheid van (culturele) achtergronden en leefstijlen van cliënten neemt toe.

De verschuiving naar vraaggerichte zorg, ontschotting en ketenzorg vragen van jou als verzorgende- IG / woonzorgbegeleider een klantgerichte, ondernemende, flexibele houding en samenwerking met andere disciplines.

Er wordt van je verwacht dat je kennis hebt van andere zorgvoorzieningen: je zal vaker werken in verschillende contexten, intra-, semi-, trans-, extramuraal.  Daarin kan je  solistisch of juist samen met collega´s werkzaam zijn.  

De toename van de mondigheid van zorgvragers maakt dat ook jijzelf mondig moet  zijn: je zult sterk in je schoenen moet staan ten opzichte van de zorgvrager(s) en / naasten en je handelen goed moeten verantwoorden, naar jezelf, je leidinggevende en last but not least: de zorgvrager.

In dit kader is kwaliteitszorg een belangrijk begrip.

 

Als werknemer van een organisatie voer je je werk uit volgens de visie en richtlijnen van die organisatie. In alle werkvelden werk je samen met andere disciplines.

Daarbij wordt de begeleiding en de zorg gegeven op met de zorgvrager en mantelzorgers /
wettelijke vertegenwoordigers afgesproken tijden.  

Naast het verlenen van begeleiding en zorg lever je als  verzorgende- IG /  woonzorgbegeleider een bijdrage aan de professionalisering van het beroep én aan de kwaliteitsverbetering van de zorgverlening. Dit doe je onder andere door te reflecteren op je eigen handelen en door deel te nemen aan deskundigheidsbevordering.

 

Opdracht

 

De projectopdracht is te onderzoeken:

  • hoe je als verzorgende – IG optreedt als betrokken begeleider en mondige medewerker in de rol van regisseur van het zorgproces en
  • hoe je, samen met collega’s, de situatie van de zorgvrager zo faciliteert dat deze de regie wil en/of kan (terug)nemen.

Beroepsprestaties

 

In deze periode werk je op school en in de BPV aan de beroepsprestaties en opdrachten, die in het schema staan, te weten:

  • BP 3.1 (loopt door)
  • BP 3.2 en
  • BP 3.3

 

Door de opdrachten uit te voeren, leer je de werkprocessen en competenties die in deze fase van je opleiding van belang zijn voor je beroep. Voor het leren beheersen van werkprocessen en competenties heb je kennis en vaardigheden nodig. Dit staat per leerlijn beschreven in deze leerwijzer.

 

Let op: Er is verschil tussen vaste en vervangende / aanvullende opdrachten.

 

Vaste opdrachten      
staan al in de beroepsprestatie       
staan al op de beoordelingslijst, onder specifieke bewijsstukken           
zijn genummerd met A, B, C enz.    
zijn verplicht (soms combineren we de opdrachten wel tot een bewijs).

 

Vervangende / aanvullende opdrachten:        
voegen we toe op school of in de BPV      
hebben het nummer X, Y of Z        
worden op de beoordelingslijst toegevoegd       
zijn verplicht.

Beoordeling

 

Hieronder vind je de monitoren

Monitor VZ 3e jr

MONITOR VZ LJ3


Naam: Groep: SLB’er:

 

Wanneer

wordt beoor- deeld?


In periode:

 

Waar

wordt beoor- deeld?


Op:

 

Wan-

neer is het vold.?

1


Bij:

 

Wat is het resultaat?

(invullen door SLB’er)

 

1ste

kans

 

Her-

kansing

 

Eind-

resul- taat 2,

3

 

Beroepsprestatielijn P9/P10/P11/P12: Portfolio over kwalificerende beroepsprestaties uit het fase 2- en 3-pakket (KBex3/4)

 

Wettelijke eisen

 

POK

 

 

9

 

 

School

 

 

Aanw.

 

 

     

Urenregistratie

 

 

11/12

 

 

BPV

 

 

Vold.

 

 

     

BP2.3

(K)

Uitvoeren

van verpleeg-

technische vaardigheden

 

 

BP2.3A Beoordelingslijst

 

 

11

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

     

BP2.3B Klaarzetten materialen voor vier

verpleegtechnische vaardigheden

 

 

9

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.3C Verslag complicaties van verpleeg-

technisch handelen

 

 

9

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.3D Onderzoek naar wetgeving bij

verpleegtechnisch handelen

 

 

9

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.3E/F Uitvoering verpleegt. handelingen

(m.b.v. aftekenkaarten VVV)

 

 

5-11

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.3X = BP2.1ACE

Praktijkexamen 2 Verpleegtechn. hand.

 

 

 

11

 

 

 

School

 

 

Vold.

 

 

   
 

BP2.3Y Toets Verpleegtechnisch rekenen

 

 

 

10/11

 

 

 

School

 

 

Vold.

 

 

   

BP3.1

(K)

Verdiepen in de branche


* Twee van de vijf zijn gedaan tijdens P8.

 

 

BP3.1A Beoordelingslijst

 

 

11

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

     

BP3.1B Vijf casussen *

 

 

(8) 9-11

 

 

School/

BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.1C Vijf zorgplannen * incl.: KZ verslag over borstvoeding

VVT/VGZ verslag over probleemgedrag

 

 

(8) 9-11

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.1D Rapportage over de zorg (a.d.h.v de drie zorg- of begeleidingsplannen bij BP3.1C)

 

 

9-11

 

 

School

/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.1X Praktijkexamen 3 Voorbehouden hand.

 

 

11/12

 

 

School

 

 

Vold.

 

 

   

BP3.2

(K)

Professio-

naliseren

 

 

BP3.2A Beoordelingslijst

 

 

11

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

     

BP3.2B Regie voeren/Werkzaamh. afstemmen

 

 

11

 

 

School

/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.2C Begeleiden van een student

 

 

11

 

 

School

/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.3

(K)

Participeren in kwaliteit van zorg

 

 

BP3.3A Beoordelingslijst

 

 

12

 

 

School

 

 

a/abn

 

 

     

BP3.3B Samenvatting artikel (via  werkstuk)

 

 

12

 

 

School

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.3C Kwaliteitsverbetering (via werkstuk)

NB

 

 

12

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.2D Vakkennis overdragen (via workshop

op minisymposium n.a.v. werkstuk)

 

 

12

 

 

School

 

 

a/abn

 

 

   
 

Verantwoordingsverslag

 

 

11

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

     

Assessmentgesprek

 

 

11

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

     

 


?

 

Monitor VZK 2e jr

MONITOR VZK LJ2


Naam: Groep: SLB’er:

 

Wanneer

wordt beoor- deeld?


In periode:

 

Waar

wordt beoor- deeld?


Op:

 

Wan-

neer is het vold.?

1


Bij:

 

Wat is het resultaat?

(invullen door SLB’er)

 

1ste

kans

 

Her-

kansing

 

Eind-

resul- taat

 

 

2,


3

 

Beroepsprestatielijn P5/P6/P7/P8:

 

 

Portfolio over kwalificerende beroepsprestaties uit het fase 2- en 3-pakket (KBex3/4)

 

Wettelijke eisen

 

POK

 

 

5

 

 

School

 

 

Aanw.

 

 

     

Urenregistratie

 

 

7/8

 

 

BPV

 

 

Vold.

 

 

     

BP2.3

(K)

Planmatig zorgverlenen

2

 

 

BP2.3A Beoordelingslijst

 

 

7

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

     

BP2.3B Twee anamneses

 

 

5

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.3C Twee zorgplannen

 

 

6

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.3D Evaluatie van de uitgevoerde zorg

 

 

6

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.4

(K)

Uitvoeren

van verpleeg-

technische vaardigheden


* gecombi- neerd met BP3.1X

 

 

BP2.4A Beoordelingslijst

 

 

7

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

     

BP2.4B Onderzoek naar relevante wetgeving

 

 

5

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.4C Casuïstiek toepassing verpleegt. hand.

 

 

5

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.4D/E Uitvoering verpleegt. handelingen

(m.b.v. aftekenkaarten VVV)

 

 

3-7

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.4F Voorlichting/advies of instructie geven

 

 

5

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.4X=BP2.1ACE

Praktijkexamen 2 Verpleegtechn. hand.*

 

 

7/8

 

 

School

 

 

Vold.

 

 

   

BP2.4Y Toets Verpleegtechnisch rekenen

 

 

6/7

 

 

School

 

 

Vold.

 

 

   

BP2.6

(K)

Omgaan met grensover- schrijdend gedrag

 

 

BP2.6A Beoordelingslijst

 

 

7

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

     

BP2.6B Observeren grensoverschrijdend gedr.

 

 

6

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.6C Onderzoek grensoverschrijdend gedrag

incl. verdiepingsverslag

 

 

6

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.6D Intervisiegesprek n.a.v. casus

 

 

6

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.7

(K)

Begeleiden bij verandering, pijn en verlies

 

 

BP2.7A Beoordelingslijst

 

 

7

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

     

BP2.7B Rapportage pijnbegeleiding

 

 

5

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP2.7C Begeleidingsplan verliesverwerking

 

 

6

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.1

(K)

Verdiepen in de branche


* gecombi- neerd met BP2.4X

** Twee v/d

vijf zijn gedaan bij BP2.3B/C of BP2.7C

 

 

BP3.1A Beoordelingslijst

 

 

7

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

     

BP3.1B Vijf casussen ** incl.:

KZ verslag over borstvoeding

VVT/VGZ verslag over probleemgedrag

 

 

6-7

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.1C Vijf zorgplannen **

 

 

6-7

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.1D Rapportage over de zorg (a.d.h.v. de drie zorg- of begeleidingsplannen bij BP3.1C)

 

 

6-7

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.1X

Praktijkexamen 3 Voorbehouden hand.*

 

 

7/8

 

 

School

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.2

(K)

Professio- naliseren

 

 

BP3.2A Beoordelingslijst

 

 

7

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

     

BP3.2B Regie voeren/Werkzaamh. afstemmen

 

 

7

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.2C Begeleiden van een student

 

 

7

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.3

(K)

Participeren in kwaliteit van zorg

 

 

BP3.3A Beoordelingslijst

 

 

8

 

 

School

 

 

a/abn

 

 

     

BP3.3B Samenvatting artikel (via  werkstuk)

 

 

7/8

 

 

School

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.3C Kwaliteitsverbetering (via werkstuk)

 

 

7/8

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

   

BP3.2D Vakkennis overdragen (via workshop

op minisymposium n.a.v. werkstuk)

 

 

8

 

 

School

 

 

a/abn

 

 

   
 

Verantwoordingsverslag

 

 

7

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

     

Assessmentgesprek

 

 

7/8

 

 

School/BPV

 

 

a/abn

 

 

     

Projectwerk

 

Een project begint met een opdracht. Een opdracht die verbonden is met je leersituatie én je werk- of stagesituatie.

Een opdracht kan zijn je te verdiepen in planmatig zorg verlenen. Of om te onderzoeken hoe je cliënten kunt ondersteunen bij de basisbehoeften. Of hoe je een groep zorgvragers kunt begeleiden.  De opdracht die je krijgt moet een product opleveren. 

Het mes snijdt aan twee kanten: 

Bij projectmatig werken ben je met de theoretische kant en met de praktische kant van de opdracht bezig. Je schrijft bijvoorbeeld een verdiepingsverslag over visie op verzorgen, en onderzoekt in de BPV hoe die visie handen en voeten krijgt in de dagelijkse zorgverlening aan cliënten. 

De projectgroep

Je vormt samen met een aantal deelnemers de projectgroep. Als projectgroep zijn jullie verantwoordelijk voor de voortgang en resultaten van het project.

Elk initiatief ligt vanaf het begin bij jullie als groep, ook in het informeren van degenen die bij het project betrokken zijn (de projectbegeleider van school, eventueel afwezige projectgroepleden en op onderdelen de begeleider van de afdeling of instelling)

Als goed functionerende projectgroep regelen jullie zelf de communicatie- en informatievoorziening.

De ondersteuning zoeken jullie bij elkaar, bij de projectbegeleider van school en bij de informatiebronnen die jullie ter beschikking hebben. De verantwoordelijkheid voor het slagen van het project is een groepsverantwoordelijkheid én een individuele.

 

De individuele deelnemer

Als individuele deelnemer ben je medeverantwoordelijk voor het welslagen van het project. Dat betekent dat je je kwaliteiten inzet. Anderen kunnen je erop aanspreken als je volgens de projectgroep niet voldoende functioneert.

 

De begeleiding

Vanuit school wordt je gedurende het project begeleid door een docent: deze is de projectbegeleider.

Als projectbegeleider (en ‘mede opdrachtgever’), verwacht hij een goed product. Hij zal jullie begeleiden in het proces, wat leidt tot het product.

Daarnaast vindt er op onderdelen begeleiding plaats vanuit de afdeling of instelling waar je het project uitvoert

Samenwerkingscontract

 

De eerste stap bij projectonderwijs is het opstellen van een samenwerkingscontract

 

Een contract kun je beschouwen als een samenwerkingsovereenkomst. In een contract staan de (samenwerkings-) afspraken en leerdoelen waar je zelf en met de projectgroep aan wilt werken in dit project. Je maakt dusdanige afspraken met de projectgroepleden en de projectbegeleider dat het project grote kans van slagen heeft. Staan alle neuzen de goede (en dezelfde!) kant op?

 

Het contract wordt door alle deelnemers ondertekend, inclusief door de projectgroepbegeleider als die er zijn goedkeuring eraan gegeven heeft.

 

In het startdocument geef je ook aan welke bronnen je gebruikt om inhoud te geven aan het product. Denk aan boeken, tijdschriften, ondersteunende lessen, internet sites, excursies, gastdocenten. 

Producten kunnen zijn: een verdiepingsverslag, een presentatie, een rollenspel, een muurkrant, een film. 

Tijdens het project kun je aan de hand van je samenwerkingscontract en je startdocument steeds nagaan of je nog op de goede weg zit of dat je je plannen moet bijstellen.

 

Startdocument

 

Het startdocument is een beschrijving van een concreet beeld van de producten. Je beschrijft in eigen woorden hoe deze eruit zien en aan welke eisen zij voldoen.

 

Dit kan je doen door ‘ brainstormen’:

 

 

Open bestand Brainstormen

Open bestand Samenwerkingscontract en startdocument

Plannen en uitvoeren

Plannen

In het plan van aanpak is opgenomen lijst van activiteiten en taakverdeling en een tijdspad: wanneer is wat klaar?

Go / no go gesprek

Voordat je verdergaat met uitvoeren, voer je een ‘go/no-go’-gesprek met de projectbegeleider.

Deze bespreekt met jullie de plannen, geeft adviezen en bepaalt uiteindelijk of je verder kunt met het project of dat er plannen bijgesteld moeten worden.

 

 

Uitvoeren: de uitwerking van de projectstappen

Uitvoeren van de taken volgens het samenwerkingscontract en startdocument en plan van aanpak.

En als er dan toch conflicten ontstaan tijdens het samenwerken:

 

Open bestand Stappenplan bij conflicten

 

Controleren en evalueren

Je controleert gaande de rit of jullie nog op de goede weg zitten en of de producten aan de gesteld eisen voldoen. Bij evalueren wordt het product en het proces besproken en bijgesteld waar nodig

Het product wordt beoordeeld op grond van de criteria uit het startdocument.

Het proces aan de hand van het opgesteld samenwerkingscontract

 

Reflecteren

Je geeft hier individueel een beschrijving van hoe je aan het project hebt gewerkt en wat de resultaten zijn. Je blikt dus terug op de samenwerkingsafspraken, het startdocument en het plan van aanpak. Je beschrijft daarin ook leerdoelen waar je zelf en als projectgroep aan hebt gewerkt. Je doet dit aan de hand van de STARRT methode.

Je bespreekt dit reflectieverslag in de projectgroep met je projectgroepbegeleider.  

 

 

Planning

Planning (kan nog worden aangepast)

versie 11 febr ?2013

Open bestand Weekplanning P11 - 12 / P7 - 8

Verdiepingsverslag

 

Het verdiepingsverslag bestaat uit een aantal hoofstukken

zie beoordelingsformulier

.

Open bestand Feedbackformulier verdiepingsverslag

Kwaliteitszorg / artikelen

Hier vind je een aantal artikelen en ander info over kwaliteitszorg.

 

.

Website over Kwaliteitszorg

Open bestand reader kwaliteitszorg

Open bestand CQ resultaten

Open bestand Advies Abvakabo - kopie4

Open bestand Artikel over goede kraamzorg dl 1

Open bestand Artikel over goede kraamzorg dl 2

Open bestand Artikel over goede kraamzorg dl 3

Open bestand Artikel over goede kraamzorg dl 4

Open bestand Artikel over goede kraamzorg dl 5

Open bestand 5 rollen van de verzorgende

Open bestand Artikel kraamsupport over kwaliteit

Open bestand Vaardig in vraaggerichte zorg

Eindscriptie

Verdiepingsverslag en verbetervoorstel:  ‘Kwaliteit in de zorg’

-     Je schrijft een verdiepingsverslag en een verbetervoorstel. (eindopdracht)

 

Uitgangspunt van het verdiepingsverslag is het verbeteren van de kwaliteit en professionalisering van de zorg over een onderwerp uit je beroepspraktijk.

Het onderwerp heeft duidelijk te maken met kwaliteitsverbetering en professionalisering van je beroepsuitoefening,  is actueel en last but not least: de instelling heeft er belang bij dat je juist dát  onderwerp kiest om aan kwaliteitsverbetering te werken.

Wanneer het verdiepingsverslag af is, ligt er een goed doordacht stuk over een vraagstuk  dat speelt in de beroepspraktijk. Je hebt het probleem onderzocht en hebt een verbetervoorstel uitgewerkt om het vraagstuk aan te pakken.

 

Leerlingen van het Drenthecollege schrijven dit verdiepingsverslag en verbetervoorstel alleen.

Leerlingen van het Noorderpoort schrijven dit verdiepingsverslag en verbetervoorstel in twee- of drietallen.

 

Zie het feedbackformulier verdiepingsverslag.

 

Open bestand Vraagstelling

Open bestand Formuleren van doelen

Open bestand Inleiding

Open bestand Voorbeelden van een verbetervoorstel

Open bestand Richtlijnen bronvermelding

Reflectieverslag

 

Schrijf een reflectieverslag over dit project. Doe dat volgens de STARRT methode.

Blik daarin terug op het samenwerkingscontract (inclusief je leerdoelen) het  startdocument. Neem als uitgangspunt de werkprocessen en competenties die centraal staan.

Lees elkaars reflectieverslagen en bespreek deze in de projectgroep met
je projectbegeleider.

Pas je reflectieverslag zo nodig aan en plaats hem in NELO.

Open bestand Reflectieverslag

Workshop

 

Organiseer en verzorg een workshop op school waarin het door jou gekozen verbeterproduct centraal staat.

 

.

Open bestand Feedbackformulier workshop

Video's