Inleiding
Voor het staatsexamen maatschappijleer gemeenschappelijk deel moeten de leerlingen twee examens afleggen:
- het schriftelijke examen
- het mondelinge examen
Voor het mondelinge examen moeten de leerlingen naast de domeinen (lesboek) 5 casussen kennen:
1. Eendjes voeren verboden
2. Dreigementen en scheldpartijen: personeel bij zelfscankassa heeft het zwaar te verduren
3. Helmplicht jaagt mensen de auto in
4. E-sigaretten met smaakje per 1 oktober 2023 definitief uit de handel
5. Jongeren zeggen dat 0.0-bier de drempel voor 'echt' bier verlaagt
Het mondelinge examen duurt 25 minuten.
Van de vijf gegeven casussen zullen er twee tijdens het mondelinge examen geëxamineerd worden. Eén casus mag door de kandidaat gekozen worden, de andere wordt door de examinator gekozen.
Daarnaast worden ten minste twee domeinen, gekozen door de examinator, uit de examenstof geëxamineerd.
Deze wiki is gemaakt, zodat de kandidaten door zelfstudie de casussen en de domeinen kunnen verkennen.
Daarnaast zal het altijd nodig zijn om in groepsverband de onderwerpen verder uit te diepen in de klas.
Succes met de voorbereidingen!
Domeinen (lesboek)
Het mondeling examen bestaat uit een bespreking van twee casussen en twee domeinen. Het is mogelijk dat de leerling de casussen en domeinen kan kiezen. Dit is geen vanzelfsprekendheid. Zorg dus dat je voldoende kennis hebt over alle casussen en alle domeinen. Hieronder staan de domeinen in het kort uitgelegd. Dit is slechts een kort overzicht. Het is raadzaam om boek nogmaals te lezen en bestuderen.
Domein 1: Basisvaardigheden
Domein 2: Cultuur en socialisatie
Domein 3: Sociale verschillen
Domein 4: Macht en zeggenschap
Domein 5: Beeldvorming en stereotypering
Domein 1: Basisvaardigheden
Dit is een algemeen domein. De kennis komt voor in alle domeinen. Dit domein kan niet gekozen worden. Het is van groot belang dat je de kennis wel weet!
Maatschappelijk vraagstuk/probleem
- Er moet sprake zijn van een sociaal probleem. Er moet een grote groep mensen last van hebben.
- Er bestaan verschillende meningen over de oplossing van het probleem.
- Het moet gaan om een probleem dat door middel van gezamenlijke actie of door de politiek kan worden opgelost.
- Het vraagstuk krijgt de aandacht van de media.
Benaderingswijzen van een maatschappelijk vraagstuk/probleem
Vanuit de politiek-juridische invalshoek:
- benoemen welke regels van toepassing zijn;
- uitleggen hoe de overheid of hoe politieke partijen het probleem willen oplossen;
Denk aan het standpunt van verschillende politieke partijen.
Denk aan de indeling van politieke partijen en de verschillende stromingen
Links
|
Midden
|
Rechts
|
Ecologisch
|
Sociaaldemocratisch
|
Christendemocratisch
|
Liberalisme
|
Milieu
|
- de machtsmiddelen van de verschillende maatschappelijke groepen en organisaties benoemen;
Denk aan verschillende machtsmiddelen, zoals status, geld, overtuigingskracht etc.
- de machtsmiddelen van de overheid benoemen.
Vanuit de sociaaleconomische invalshoek:
- de maatschappelijke positie van de verschillende maatschappelijke groepen onderscheiden;
Denk aan waar een groep zich op de maatschappelijke ladder bevindt.
- het verband aangeven tussen de maatschappelijke positie van een groep en haar belangen;
- benoemen welke (tegengestelde en gemeenschappelijke) belangen die groepen (en organisaties) hebben.
Vanuit de sociaal-culturele invalshoek:
- de verschillende maatschappelijke groepen en organisaties en hun opvattingen ten aanzien van een maatschappelijk vraagstuk onderscheiden;
Denk aan de waarden en normen van verschillende maatschappelijke groepen.
- benoemen welke (tegengestelde en gemeenschappelijke) normen en waarden die groepen en organisaties hebben;
Standpunt
Een standpunt geeft aan wat iemand ergens van vindt. Synoniemen voor standpunt zijn woorden als mening, oordeel en opinie.
Argument
- moet steekhoudend zijn: met andere woorden het moet kloppen.
- moet altijd gaan over het onderwerp waar discussie of meningsverschil over is.
- is het meest krachtig wanneer het gebaseerd is op feiten, feitelijkheden en in sommige gevallen cijfers.
Domein 2: Cultuur en socialisatie
Socialisatieproces
Socialisatie is letterlijk 'het proces waarbij iemand – bewust en onbewust – de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd. ' Dit klinkt nogal apart, maar je kan het het beste vergelijken met het opgroeien van een baby.
Socialisatieproces is afhankelijk van: plaats; tijd; groep.
Instituties die een rol spelen bij een socialisatieproces
Mensen die van invloed zijn op het socialisatieproces. Bijvoorbeeld: Familie en vrienden, maar ook organisaties, media en de overheid zijn socialiserende instituties.
Aangeboren en aangeleerde eigenschappen
Eigenschappen die je vanaf je geboorte hebt, zoals uiterlijke kenmerken en karaktereigenschappen.
Eigenschappen die je gedurende je opvoeding krijgt aangeleerd.
Internalisatie
Gedrag is zo vanzelfsprekend geworden, dat je er niet meer over nadenkt.
Nurture en nature aanhangers (alleen GT)
Nature aanhangers beweren dat eigenschappen vooral aangeboren zijn. Nurture aanhangers zijn er van overtuigd dat eigenschappen overwegend worden aangeleerd doorheen de tijd.
Cultuur
Een groep met gemeenschappelijke kenmerken, zoals waarden, normen, gewoonten, tradities en feestdagen.
Dominante cultuur
Een overheersende cultuur binnen een samenleving.
Subcultuur
Een cultuur die bij een kleine groep hoort. Bijvoorbeeld: de Surinaamse gemeenschap of de jeugdcultuur gothics.
Sociaal-culturele invalshoek/benaderingswijze
Je kunt (vanuit de sociaal-culturele invalshoek/benaderingswijze) van een bepaald maatschappelijk probleem beschrijven welke waarden en/of normen een rol spelen bij het vormen van een mening over dat probleem. In dat verband kun je bij een gegeven eenvoudige situatie aangeven:
- welke waarden en/of normen je gemeenschappelijk met anderen hebt,
- welke tegengestelde waarden en/of normen anderen kunnen hebben,
- welke waarden en/of normen voor anderen gelden
Domein 3: Sociale verschillen
Sociale verschillen ontstaan door verschillende oorzaken. Deze oorzaken zijn:
- In welke plaats/land je bent geboren en opgegroeid.
- In welke tijd je bent geboren.
- Het opleidingsniveau.
- Het gezin waarin je opgroeit.
- Het inkomen van het gezin waarin je opgroeit.
- Hoe er in het land wordt aangekeken tegen sekse (verschillen).
- Welke kansen je hebt gekregen en welke kansen je hebt gegrepen.
Door sociale verschillen ontstaat er sociale ongelijkheid. Dit heeft als gevolg dat niet iedereen gelijke kansen heeft in de maatschappij.
Dit heeft een gevolg voor de sociale positie van mensen. In de uiterste gevallen zijn er:
Mensen die kansarm zijn. Voorbeeld:
- Door problemen in het gezin heeft het kind minder mogelijkheden gekregen om zich te ontwikkelen. De kans op een goede baan verkleind.
- Bedrijven kijken argwanend naar mensen met een bepaalde etnische achtergrond, waardoor deze mensen minder snel worden aangenomen.
Mensen die kansrijk zijn. Voorbeelden:
- Kinderen met ouders die een hoog inkomen hebben, krijgen meer de kans om zich te ontwikkelen. Zo kunnen deze kinderen verschillende sporten uitoefenen en kunnen ze bijlessen betalen. Deze kinderen groeien op met meer kennis en vaardigheden. En hebben later een grotere kans op een goede baan.
- Kinderen die zowel thuis als op school met de Nederlandse taal opgroeien, beheersen deze taal doorgaans beter.
De sociale positie bepaald de plaats op de maatschappelijke ladder. Deze plaats is afhankelijk van macht, kennis en inkomen. Ook doorzettingsvermogen bepaalt de plaats op de maatschappelijke ladder. Een persoon kan zich bewegen op de maatschappelijke ladder. Het is mogelijk om een hogere positie of lagere positie te krijgen. Dit heet sociale mobiliteit.
De overheid is voor sociale gelijkheid. Dat betekent dat iedereen dezelfde kansen krijgt in dezelfde situatie. Verschillende politieke partijen hebben hier een uitgesproken mening over. In grote lijnen komt deze mening op het volgende neer:
Sociaaldemocratie
|
Christendemocratie
|
Liberalisme
|
Links
|
Midden
|
Rechts
|
Gelijkheid is het grootste goed.
Het is de taak van de overheid om iedereen gelijke kansen te bieden.
De overheid biedt verschillende subsidies (geld) aan bedrijven, zodat mensen met een lagere sociale positie meer kans op werk krijgen.
De overheid biedt subsidies aan, zodat iedereen de mogelijkheid heeft om te studeren.
|
Naastenliefde is het grootste goed. Het is de taak van de overheid om pas in te grijpen op het moment dat het zelf echt niet lukt. De overheid wil de sociale gelijkheid stimuleren, maar laat het eerst over aan de mensen zelf.
|
Vrijheid en eigen verantwoordelijkheid is het grootste goed.
De overheid heeft vooral als taak om de veiligheid in het land te garanderen.
Ze willen wel de sociale gelijkheid stimuleren, maar vinden dit meer een taak van de mensen zelf.
|
PvdA, Groenlinks
|
CDA
|
Ja21, VVD
|
Domein 4: Macht en zeggenschap
Er zijn verschillende vormen van macht:
- Formele macht: invloed die iemand heeft vanuit een bepaalde functie.
- Informele macht: invloed die iemand heeft vanuit overtuigingskracht en/of persoonlijkheid.
Formele macht kun je in grote lijnen vergelijken met gezag. Het gezag met formele macht is dat er bij gezag vertrouwen is in iemands leiderschap.
Macht wordt uitgeoefend aan de hand van machtsmiddelen. Zoals geld, aantal, overtuigingskracht en functie.
In de maatschappij zijn regels vastgelegd in wetten. Aan deze regels moet iedereen zich houden, zowel de burgers als de overheid. Dit zijn geschreven regels (formele normen). Er zijn ook ongeschreven regels. Deze regels zijn gedragsregels die we leren door socialisatie. Er zijn regels in de maatschappij zodat de mensen op een veilige en prettige manier met elkaar kunnen samenleven.
Burgers kunnen invloed uitoefenen om regels te vernieuwen of te maken. Dit kan bijvoorbeeld door:
- Een brief te schrijven aan een minister.
- Te demonstreren.
- Zelf een politieke partij opzetten.
- Te stemmen.
- Gebruik te maken van de media.
Het stappenplan van een nieuwe wet is als volgt:
Stap 1
|
Maatschappelijke probleem
|
Stap 2
|
Voorstel wet
Door een minister of een kamerlid.
|
Stap 3
|
Tweede kamer debatteert.
De Tweede Kamer heeft het recht om het voorstel te wijzigen. Dit heeft het recht van amendement.
|
Stap 4
|
De Tweede Kamer stemt over het wetsvoorstel.
|
Stap 5
|
Bij een meerderheid van de stemmen, wordt het wetsvoorstel voorgelegd aan de Eerste Kamer.
|
Stap 6
|
De Eerste Kamer stemt over het wetsvoorstel.
|
Stap 7
|
Bij een meerderheid van de stemmen wordt het wetsvoorstel aangenomen.
|
Stap 8
|
De Koning en de verantwoordelijke minister tekent het wetsvoorstel.
|
Stap 9
|
Het wetsvoorstel wordt gepubliceerd.
|
Politiek bestuur van Nederland
|
Gemeente
|
Provincie
|
Land
|
Dagelijks bestuur
|
Burgemeester & Wethouders
De burgemeester wordt 1 keer in de zes jaar benoemd.
|
De gedeputeerde Staten en de commissaris van de Koning
|
Regering
Koning + ministers
|
Volksvertegenwoordiging
|
Gemeenteraad
Grootte is afhankelijk van het aantal inwoners van een gemeente
|
Provinciale Staten
De gekozen leden van de Provinciale Staten kiezen de leden van de Eerste Kamer.
|
Eerste en Tweede Kamer
Eerste Kamer= 75 zetels
Tweede Kamer= 150 zetels
|
Domein 5: Beeldvorming en stereotypering
Het beeld dat je hebt bij een bepaald idee, probleem of groep mensen wordt bepaald door je eigen achtergrond, de mensen met wie je omgaat, de tijd en plaats, de overheid en wat je ziet en leest via de media. In Nederland hebben we aan de ene kant steeds meer zeggenschap over wat we zien en lezen. Dit komt door streamingsdiensten en de sociale media. De reclame speelt hier slim op in. Zo ontvang je via de sociale media gepersonaliseerde reclame gebaseerd op jouw eigen zoekfuncties.
Er bestaan rolpatronen.
- Bij rolbevestigend gedrag gedraag je je zoals van je verwacht wordt. Een leerkracht legt vakken/kennis uit bijvoorbeeld. Bij roldoorbrekend gedrag, wordt gedrag vertoont dat je niet verwacht. Een leerkracht komt met een joint in de klas is niet het gedrag dat je verwacht. Roldoorbrekend gedrag heeft in sommige situaties ook voordelen. Denk bijvoorbeeld aan werkende getrouwde vrouwen. Voor de Tweede Wereldoorlog was dit gewenst en in veel gevallen niet geaccepteerd. In de Tweede Wereldoorlog zijn veel vrouwen gaan werken, zodat de economie bleef draaien. Veel mannen konden niet werken in Nederland, omdat ze meevochten met de oorlog. Het heeft na de oorlog nog jaren geduurd voordat het geaccepteerd was dat getrouwde vrouwen werken. Het is echter begonnen met roldoorbrekend gedrag in de Tweede Wereldoorlog.
Als gevolg van beeldvorming kunnen er vooroordelen ontstaan. Een vooroordeel houdt in dat je een bepaald beeld bij iemand hebt, zonder de feiten te kennen of hier rekening mee te houden. Dit heeft meestal een negatief gevolg. Bij stereotypering heb je een beeld bij een groep, zodat de feiten te kennen of hier rekening mee te houden.
Vooroordelen en stereotypering kan leiden tot discriminatie. Mensen worden anders behandelt of buitengesloten op grond van persoonlijke kenmerken. Discriminatie heeft gevolgen voor de sociale gelijkheid ofwel de sociale ongelijkheid.
Begrippenlijst
|
Begrip
|
Uitleg
|
Voorbeeld
|
1
|
Aangeleerde eigenschappen
|
Eigenschappen die je gedurende je opvoeding krijgt aangeleerd.
|
Je leert een taal spreken door de taal die je omgeving spreekt.
|
2
|
Aangeboren eigenschappen
|
Eigenschappen die je vanaf je geboorte hebt, zoals uiterlijke kenmerken en karaktereigenschappen.
|
Dat je verlegen bent.
|
3
|
Beeldvorming
|
De gedachtes die ontstaan bij iets of iemand. Hierdoor ontstaan mogelijk vooroordelen en stereotypes.
|
Hoe vorm je een beeld van migranten?
|
4
|
Belangen
|
Iets waar je voordeel uithaalt.
|
Beter voor het milieu.(meer groen)
Makkelijker bereikbaar. (meer wegen)
|
5
|
Belangengroep
|
Belangengroepen (consumentenbonden) komen op voor werknemers, werkgevers, ondernemers, artsen, automobilisten, enz. - actiegroepen (bijv. aan de snelweg) zijn tamelijk een stuk kleiner dan belangengroepen, ze komen op voor bijv. de renovatie van een huis.
|
FNV
|
6
|
Christendemocratie
|
Christendemocraten vinden Bijbelse waarden zoals naastenliefde en samenwerking belangrijk.
|
Mensen moeten elkaar helpen en steunen.
|
7
|
Compromis
|
Twee of meer partijen komen tot een besluit door hun standpunten op elkaar af te stemmen.
|
Onderhandelen over de prijs van een product op de rommelmarkt.
|
8
|
Cultuur
|
Een groep met gemeenschappelijke kenmerken, zoals waarden, normen, gewoonten, tradities en feestdagen.
|
De Nederlandse cultuur.
|
9
|
Cultuuroverdracht
|
Het overbrengen van de cultuur door je omgeving. Bijvoorbeeld: het overdragen van je ouders van bepaalde waarden, normen en gewoonten.
|
- U zeggen tegen ouderen.
- Sinterklaasfeest.
- Halloweenfeest.
|
10
|
Democratie
|
De macht ligt bij de burgers van een samenleving. Bijvoorbeeld: In Nederland kiezen burgers over hun bestuur.
|
Indirecte democratie:
De volksvertegenwoordiging maakt belangrijke beslissingen.
Directe democratie:
Het volk beslist mee over belangrijke beslissingen (via een referendum).
|
11
|
Dictatuur
|
Een bestuursvorm waarbij het volk heel weinig of niets te zeggen heeft. Eén of enkele machthebber(s) hebben alle macht.
|
China
|
12
|
Discriminatie
|
Iemand in een gelijk geval, ongelijk behandelen.
|
Bij solliciatie bij gelijke vaardigheden, kiezen voor de man in plaats van de vrouw.
|
13
|
Emancipatie
|
Ervoor proberen te zorgen dat mensen gelijke rechten hebben.
|
Dat vrouwen in Nederland mogen stemmen sinds 1919.
|
14
|
Etnische afkomst
|
De etnische achtergrond is de bevolkingsgroep waartoe je behoort.
|
Marokkanen of Indische afkomst.
|
15
|
Extreemrechts
|
Extreemrechtse partijen hebben zulke extreme opvattingen die door de ‘gewone’ partijen niet worden gedeeld. Vaak wordt extreemrechts geassocieerd met een grote liefde voor het eigen land en de eigen nationaliteit.
|
Je ziet vaak dat extreemrechtse partijen dan ook een afkeer hebben tegen ‘vreemden’ in hun eigen land, bijvoorbeeld immigranten. Er wordt vaak gezegd dat extreemrechts populairder wordt als het slecht gaat met een land.
|
16
|
Feit
|
Iets is waar, want je kunt het controleren.
|
De zon komt op in de ochtend.
|
17
|
Formele macht
|
Als je macht hebt vanuit je officiële functie of beroep.
|
De minister president heeft formele macht.
|
18
|
Geschreven regels
|
Er zijn geschreven regels. Die vind je bijvoorbeeld in wetten, reglementen en contracten. Ze maken duidelijk wat je rechten en plichten zijn
|
Je mag niet door een rood stoplicht rijden.
|
19
|
Ongeschreven regels
|
Ongeschreven regels zijn door de jaren heen door iedereen overgenomen, zonder dat iemand ze echt heeft bedacht of heeft opgeschreven. Het zijn gewoontes die je uitvoert zonder dat iemand het zegt.
|
Je zegt gedag tegen een bekende.
|
20
|
Gezag
|
Iemand die iets te zeggen heeft over andere mensen vanuit een functie, heeft gezag.
|
Te vergelijken met formele macht.
|
21
|
Grondwet
|
De belangrijkste wet van een rechtsstaat. Hierin staat dat de macht van de overheid is beperkt en hierin staan de grondrechten van burgers vastgelegd.
|
Kiesrecht.
Vrijheid van meningsuiting.
|
22
|
Identificatie
|
Mensen spiegelen zichzelf aan anderen. Ze vergelijken zich en nemen andermans gedrag over.
|
Je helpt mee, omdat mensen die je leuk vindt dit ook doen.
|
23
|
Imitatie
|
Gedrag kopiëren. Kinderen nemen andermans gedrag over, vaak van de ouders.
|
Je neemt een mening letterlijk over van een ander.
|
24
|
Individuele belangen
|
Belang voor 1 persoon.
|
Persoonlijke overtuiging.
|
25
|
Collectieve belangen
|
Belang voor een groep mensen.
|
Vrijheid
|
26
|
Informele macht
|
Als je veel invloed hebt op mensen vanwege je kennis, overtuigingskracht of charisma.
|
Influencers
|
27
|
Liberalisme
|
Liberalen vinden het belangrijk dat iedereen vrijheid heeft, en mensen moeten hun eigen verantwoordelijkheid nemen.
|
VVD, JA21
|
28
|
Maatschappelijk probleem
|
- Er moet sprake zijn van een sociaal probleem. Veel mensen hebben er last van.
- Er bestaan verschillende meningen over de oplossing van het probleem. ...
- Het moet gaan om een probleem dat door middel van gezamenlijke actie of door de politiek kan worden opgelost. ...
- Het probleem krijgt de aandacht van de media.
|
Lerarentekort.
Corona.
|
29
|
Maatschappelijke ladder
|
Indeling van de positie van mensen in de maatschappij, bepaald door macht, status, functie, aanzien, geld.
|
Een rechter staat hoog op de ladder, en een bouwvakker lager.
|
30
|
Maatschappelijke positie
|
De plek op de maatschappelijke ladder, bepaald door macht, status en inkomen.
|
 Chirurg staat hoog op de ladder, en een vakkenvuller lager.
|
31
|
Macht
|
Het hebben van invloed op het gedrag van een ander, zodat deze naar jouw wens gaat handelen. Het hebben van invloed op het gedrag van een ander, zodat deze naar jouw wens gaat handelen.
|
Werkgever heeft macht over werknemer.
|
32
|
Machstmiddelen
|
Manieren om invloed uit te oefenen.
|
1. Aantal
2. Geweld
3. Functie
4. Kennis
5. Geld
|
33
|
Massamedia
|
Media die met hun boodschap zoveel mogelijk mensen proberen te bereiken.
|
Krant, televisieprogramma's.
|
34
|
Mening
|
Iets wat jij vindt.
|
Ik vind rode schoenen mooier dan blauwe schoenen.
|
35
|
Normbesef
|
Je weet dat er regels zijn en je kent de voor- en nadelen wanneer je hiernaar handelt.
|
Je rijdt niet door een rood licht. Je weet dat de kans bestaat dat je een ongeluk veroorzaakt of dat je een boete krijgt.
|
36
|
Overheidsbeleid
|
Regels en plannen die worden gemaakt door de overheid.
|
Regeringsakkoord.
|
37
|
Persoonlijkheidsvorming
|
Het is het ontwikkelen van denkvaardigheden, persoonlijkheid en karakter, kennis maken met alle culturele en maatschappelijke kanten van de wereld waarin we leven.
|

|
38
|
Politieke agenda
|
Het heeft de aandacht van politieke partijen.
|
Stikstofbeleid.
|
39
|
Politieke partij
|
Een politieke partij is een groep mensen met dezelfde ideeën over allerlei onderwerpen, zoals economie, defensie en onderwijs etc.
|
CDA, SP, FvD
|
40
|
Politieke stromingen
|
De visie (/mening) van een grote groep mensen over hoe we moeten samenleven in Nederland.
|
Sociaaldemocratie
Christendemocratie
Liberalisme
Ecologische stroming
|
41
|
Positieve actie
|
Positieve actie is de aanduiding voor programma's waarin bepaalde groepen met een zwakke positie, zoals vrouwen en minderheden, extra kansen wordt geboden op de arbeidsmarkt, in scholen en dergelijke.
|
Bedrijven ontvangen subsidie wanneer ze mensen met een handicap aannemen.
|
42
|
Rechten
|
Wetten en regels waar je gebruik van mag maken.
|
Recht op vrijheid van godsdienst.
|
43
|
Plichten
|
Wetten en regels waar je je aan moet houden.
|
Leerplicht (ook recht op onderwijs).
|
44
|
Rolpatroon
|
Je gedragen precies zoals van jou (in je rol) wordt verwacht.
|
De rol van ouder: ouders gedragen zich volwassen in het bijzijn van hun kind.
|
45
|
Samenleving
|
Een groep mensen die samen een geheel vormen. Ze moeten zich bijvoorbeeld houden aan de dezelfde wetten.
|
De Nederlandse samenleving, iedereen die in Nederland woont.
|
46
|
Selectie
|
Het kiezen van een bepaalde groep binnen de samenleving.
|
Op basis van leeftijd of inkomen.
|
47
|
Selectieve beeldvorming
|
Het onbewust keuzes maken over welke informatie je tot je neemt.
|
Informatie vanuit de ene politieke partij tot je nemen, en van de andere politieke partij niet.
|
48
|
Sociaal milieu
|
De omgeving waarin je opgroeit.
|
Naast het gezin en de school wordt de vrije tijd gezien als het derde milieu waarin het kind opgroeit. De vrije tijd is belangrijk omdat de kinderen daar de mogelijkheden krijgen om hun gedrag te oefenen en uit te proberen.
|
49
|
Sociale controle
|
Sociale controle is de beheersing van het gedrag van individuen en groepen door de samenleving.
|
De buren houden de buurt in de gaten.
|
50
|
Sociale media
|
Online platformen waarop mensen informatie met elkaar kunnen uitwisselen.
|
Tik tok
Snapchat
|
51
|
Sociale mobiliteit
|
Het veranderen van maatschappelijke positie.
|
Door een verandering van inkomen, opleiding, beroep of functie.
|
52
|
Sociale verschillen
|
Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van mensen in de maatschappij.
|
Sociale verschillen ontstaan door kansen, sociaal milieu.
|
53
|
Sociale ongelijkheid
|
Mensen hebben ongelijke kansen.
|
Sommige mensen zijn kansarm, en anderen zijn kansrijk.
|
54
|
Socialisatieproces
|
Socialisatie is letterlijk 'het proces waarbij iemand – bewust en onbewust – de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd.
|
Je wordt opgevoed in een streng gelovig gezin.
|
55
|
Socialiserende instituties
|
Socialiserende instituties = instellingen, organisaties en collectieve gedragspatronen (gemeenschappelijke gewoonten) waarbinnen en waarlangs de cultuuroverdracht in een samenleving plaatsvindt.
|
Het gezin, school, de overheid en de media.
|
56
|
Socialisme
|
Een politieke stroming die het belangrijk vindt dat alles gelijk verdeeld wordt.
|
Opkomen voor kwetsbaren in de samenleving.
|
57
|
Status
|
Het aanzien dat iemand heeft. Hoe er tegen iemand aan wordt gekeken.
|
De koning heeft een hoge status.
Rapper Boef heeft een hoge status.
|
58
|
Stereotype
|
Een stereotype is een overdrijving, een uitvergroting als kenmerk voor een hele groep.
|
Alle Nederlands zijn gierig.
|
59
|
Subcultuur
|
Een cultuur die bij een kleine groep hoort binnen de dominante cultuur.
|
De Surinaamse gemeenschap of de jeugdcultuur gothics.
|
60
|
Tijd- en plaatsgebonden regels
|
Regels die gelden in een bepaalde tijd en in een bepaalde plaats.
|
Criminaliteit is een tijd gebonden begrip: opvattingen over criminaliteit en hoe dit kan worden voorkomen of bestreden veranderen in de loop van tijd. Hierdoor ontstaan nieuwe rechtsregels. Ook is Criminaliteit is een plaatsgebonden begrip: opvattingen over criminaliteit verschillen per land/cultuur.
|
61
|
Vooroordelen
|
Een oordeel (mening) geven over iets of iemand, zonder dat je dit doet op basis van feiten.
|
Dat iemand die blond is, dom is.
|
62
|
Waarden
|
Dat wat voor iemand belangrijk is. Uitgedrukt in één woord.
|
Gezondheid, betrouwbaarheid, gelijkheid.
|
63
|
Normen
|
Normen zijn regels die voortkomen uit waarden.
|
Je vraagt aan de ander hoe het gaat.
|
64
|
Wet
|
Geschreven regels gemaakt door de overheid.
|
Je mag niet door rood rijden.
|
65
|
Pressiegroep
|
Organisaties en groepen die voor lange tijd bewust invloed proberen uit te oefenen op de politieke besluitvorming, noemen we pressiegroepen. Dit zijn geen politieke partijen, want pressiegroepen focussen op één gebied.
De invloed van een pressiegroep hangt af van haar omvang, geld, positie en kennis.
|
Voorbeelden zijn werknemersorganisaties FNV en CNV. Zij behartigen de belangen van werknemers bij bijvoorbeeld CAO-onderhandelingen.
|
66
|
Actiegroep
|
In tegenstelling tot pressiegroepen zetten actiegroepen zich vaak maar voor korte tijd in op één specifieke kwestie. Ze zijn minder professioneel en georganiseerd, omdat het na de ene kwestie meteen klaar is.
|
Kick Out Zwarte Piet (KOZP) is hier een voorbeeld van: zoals de naam al zegt is deze groep gefocust op één specifiek onderwerp (het afschaffen van Zwarte Piet). Hoewel dit misschien wel langer duurt (al een aantal jaren) dan bij een normale actiegroep, is deze beperkte focus wel het bewijs dat KOZP een actiegroep is.
|
Casus 1: Eendjes voeren verboden
Informatie uit syllabus
Inleiding
Het voeren van stadsdieren in Rotterdam mag niet meer, heeft de gemeenteraad besloten. Bewoners mogen dan nergens meer in de Rotterdamse openbare ruimte stadsdieren zoals eenden, ganzen en duiven voeren. Het verbod draagt er aan bij dat de vogels gezonder worden en dat mensen minder overlast hebben van plaagdieren zoals ratten. Ook maakt dit stadsbrede verbod een einde aan een aantal lokale verboden verspreid door de stad.
Klik op onderstaande link en lees het artikel.
https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/nederland/artikel/5297574/brood-ongezond-eendjes-voeren-verboden-rotterdam-amsterdam
Bron: RTL Nieuws, z.d.
Eendjes voeren, kan dat nog wel?
Natuurlijk is het leuk de eendjes te voeren. Neem wat oud brood mee en de eenden komen naar je toe. Bijna iedereen heeft het wel eens gedaan als kind. En als je later zelf kinderen krijgt, doe je het waarschijnlijk zelf ook.
Toch is het niet per se gezond en goed om onze eendjes vol te proppen met oud brood.
Klik op onderstaande link en lees het artikel.
https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/mogen-we-nog-eendjes-voeren
Bron: Vogelbescherming, 27 oktober 2022
Klik op onderstaande link en bekijk het filmpje.
https://www.youtube.com/watch?v=pY220kskaoc
Bron: Omroep Gelderland, 18 april 2018
Problemen
Klik op onderstaande link en lees een artikel van Stichting DierenLot waarin duidelijk de bezwaren tegen het voeren van eendjes beschreven worden.
https://www.dier.nu/dierenweetjes-artikel/voer-liever-geen-brood-aan-eenden
Bron: DierenLot, z.d.
Klik op onderstaande link en lees een artikel waarin wordt ingegaan op wat wél gevoerd kan worden als je de eendje iets wil geven.
https://www.animalstoday.nl/eenden-gezond-voedsel-brood/
Bron: Animals Today, 28 april 2015
Een maatschappelijk probleem? Beantwoord de volgende vragen.
- Waarom is het voeren van brood aan eendjes een maatschappelijk probleem?
- Welke groepen hebben met dit maatschappelijk probleem te maken?
- Welke belangen hebben zij hierbij?
- Hoe bemoeit de politiek zich met dit maatschappelijk probleem?
- Waarom is het van belang dat dit maatschappelijk probleem media-aandacht krijgt?
Eigen mening
Beantwoord de volgende vragen en probeer per antwoord een of meerdere begrippen uit de begrippenlijst te gebruiken.
- Wat vind je van de maatregelen die de Rotterdamse overheid neemt om het eendjes voeren onder controle te krijgen door een voederverbod?
- Hoe moet de bevolking geïnformeerd worden over dit voederverbod vind jij?
- Waarom vind jij dit?
- Hoe denk jij dat dit maatschappelijk probleem opgelost dient te worden? Geef twee mogelijke oplossingen.
Begrippen en antwoorden
Zoek de betekenis op van de volgende begrippen.
Algemeen belang
|
Belang
|
College van Burgemeester & Wethouders
|
Democratie
|
Feit
|
Gemeenteraad
|
Maatschappelijk probleem
|
Media
|
Milieubeleid
|
Norm
|
Overtreding
|
Pakkans
|
Sanctie
|
Strafbaar gedrag
|
Waarde
|
Wetten
|
Casus 2: Agressie bij zelfscankassa
Informatie uit syllabus
Zelfscankassa
Diefstal
Dreigementen
Klik op onderstaande link en lees het artikel. Beantwoord daarna de vragen.
https://www.rtl.nl/nieuws/editienl/artikel/5422691/scheldkanonnades-bij-de-zelfscan-frustratie-door-controle
Bron: RTL Nieuws, z.d.
Vragen:
- Waarom voelt het winkelpersoneel zich onveilig, als zij bij de zelfscankassa moeten werken?
- Wat is de voornaamste reden dat klanten boos of geïrriteerd reageren?
- Wat is het maatschappelijk probleem?
- Waarom is dit een maatschappelijk probleem?
- Welke groepen hebben met dit maatschappelijke probleem te maken?
- Welke belangen hebben zij hierbij?
- Hoe bemoeit de politiek zich met dit maatschappelijke probleem?
- Waarom is het van belang dat dit maatschappelijke probleem media-aandacht krijgt?
- Noem minimaal twee oplossingen voor dit probleem.
- Welke oplossing vind jij de beste oplossing en waarom?
Onveilig
Aanvullende informatie
Eigen mening
Beantwoord de volgende vragen.
- Wat vind jij van winkeldiefstal bij de zelfscan kassa? Beargumenteer jouw antwoord met de volgende begrippen: criminaliteit/repressie/sociale controle.
- Wat vind jij van de beeldvorming die wordt geschetst van jongeren in het artikel van een vandaag.
- Wat vind jij ervan dat er gezegd wordt dat de schuld bij de winkel gelegd wordt. Leg uit waarom.
Begrippen en antwoorden
Zoek de betekenis op van de volgende begrippen.
Argument
|
Asociaal gedrag
|
Beeldvorming
|
Belang
|
Criminaliteit
|
Discriminatie
|
Dominante cultuur
|
Doelen van straf
|
Grensoverschrijdend gedrag
|
Informatie
|
Maatschappelijk probleem
|
Officier van justitie
|
Overtreding
|
Preventie
|
Repressie
|
Sociale controle
|
Casus 3: Helmplicht
Informatie uit syllabus
Aanleiding
De meeste mensen die een ongeluk krijgen in het verkeer zijn fietsers. En van deze mensen is één derde ouder dan 55 jaar. Maar toch draagt bijna niemand op de fiets een helm, ook niet op de e-bike. Het zit niet lekker, het verpest je kapsel en het ziet er niet mooi uit. En zo snel gaat de fiets toch ook niet? Toch kan een helm voorkomen dat iemand bij een val ernstig gewond raakt. Moet de fietshelm verplicht worden, net als de autogordel en de brommerhelm?
Bekijk het volgende filmpjes en beantwoord daarna de onderstaande vragen.
Kabinetsadviseur dringt aan op helmplicht (wnl.tv)
Bron: Goedemorgen Nederland, 13 april 2022
Artsen: 'Helmplicht voor rijden met elektrische fiets' - YouTube
Bron: 1Limburg, 27 augustus 2021
Vragen
- Wat is de voornaamste reden voor het invoeren van helmplicht op de fiets?
- Wie heeft dit idee aangekaart?
- Wat is het maatschappelijke probleem?
- Waarom is dit een maatschappelijk probleem?
- Welke groepen hebben met dit maatschappelijke probleem te maken?
- Welke belangen hebben zij hierbij?
- Hoe bemoeit de politiek zich met dit maatschappelijke probleem?
- Waarom is het van belang dat dit maatschappelijke probleem media-aandacht krijgt?
- Noem minimaal twee oplossingen voor dit probleem.
- Welke oplossing vind jij de beste oplossing en waarom?
Regels helmplicht
Fietsregels in Europa
Klik op onderstaande link en lees het artikel. Beantwoord daarna de onderstaande vraag.
Fietsverkeersregels in Europa | ANWB
Bron: ANWB, z.d.
Vraag
14. In welke landen in Europa is het dragen van een helm op een fiets verplicht?
Eigen mening
Begrippen en antwoorden
Zoek de betekenis van de volgende begrippen op.
Begrippen
Rechten
|
Plichten
|
Kabinet
|
Belangen
|
Wet
|
Maatschappelijk probleem
|
Leeftijdsdiscriminatie
|
Sanctie
|
Geldboete
|
Waarden
|
Normen
|
Vergrijzing
|
Wetsvoorstel
|
Belastinggeld
|
Casus 4: E-sigaretten
Informatie uit syllabus
Inleiding
Regels en wetten
Schadelijk
Aanvullende informatie
Eigen mening/oplossing
Beantwoord de volgende vragen.
10. Noem minimaal twee oplossingen voor dit probleem.
11. Welke oplossing vind jij de beste oplossing en waarom? Geef minimaal 1 argument
Begrippen en antwoorden
Zoek de betekenis van de volgende begrippen op.
Actieve overheid
|
Algemeen belang
|
Argument
|
Asociaal
|
Belangen
|
Belangtegenstelling
|
Criminaliteit
|
Groepsdruk
|
Illegaal
|
Jongerencultuur
|
Passieve overheid
|
Preventie
|
Repressie
|
Sanctie
|
Vrijheid
|
Casus 5: Alcoholvrij bier
Informatie uit syllabus
Inleiding
Jongeren denken dat alcoholvrij bier de drempel verlaagt om bier met alcohol te gaan drinken. Bijna vier op de vijf jongeren tussen de 12 en 18 jaar hebben wel eens een alcoholvrij drankje gedronken. Ouders zijn zich minder bewust van het drempelverlagende effect dan hun kinderen. Voor jongeren wordt de overstap naar echte alcohol zo een stuk gemakkelijker want ze worden door de lekkere smaak nieuwsgierig gemaakt naar echte alcohol. Als een van je ouders alcoholist is heb je een 34% grotere kans om ook alcoholist te worden. Als beide ouders alcoholist zijn is er zelfs een 40% grotere kans. Genen alleen verklaren niet of iemand alcoholist wordt of niet. Ook omgeving en andere zaken als opvoeding, je persoonlijkheid en je gewoontes spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van verslaving.
Klik op onderstaande link en lees het artikel.
https://www.ad.nl/koken-en-eten/jongeren-zeggen-dat-0-0-bier-de-drempel-voor-echt-bier-verlaagt~ab2324618/
Bron: Algemeen Dagblad, 6 juli 2021
Maatregelen
Welke maatregelen worden er genomen om alcoholgebruik onder jongeren af te remmen?
Drinken van alcohol is mogelijk extra schadelijk voor de gezondheid van jongeren onder de 18 jaar. Bijvoorbeeld voor hun hersenen, omdat die nog volop in ontwikkeling zijn. De overheid wil jongeren met regels en campagnes beter informeren en beschermen tegen de gevaren van alcohol.
Maatregelen om jongeren minder te laten drinken
- Meerderjarigen zijn strafbaar als ze alcohol geven aan minderjarigen op openbare plekken.
- Winkels en webwinkels mogen geen alcohol verkopen aan jongeren onder de 18 jaar. Dit geldt ook voor bijvoorbeeld cafés, sportkantines en festivals.
- De overheid maakt afspraken met scholen over (niet) drinken van alcohol rond school en tijdens schoolactiviteiten.
- Alcoholmerken mogen geen reclame maken voor jongeren.
- Ouders krijgen meer informatie van bijvoorbeeld organisaties zoals Trimbos. Zij informeren over gebruik van alcohol door jongeren.
- Campagnes zoals NIX18 en Dranquilo moeten ouders en jongeren meer bewust maken van de gevaren van alcohol.
- Kroegen en (online)winkels controleren strenger op leeftijd bij verkoop van dranken met alcohol.
Gevaren van alcohol bij jongeren
Er kleven verschillende gevaren aan alcoholgebruik bij jongeren. Zo kan een glas alcohol zorgen voor roekeloos gedrag. Omdat jongeren sneller beslissingen maken zonder daarover na te denken.
Maar ook op het gebied van gezondheid kunnen er problemen ontstaan. Bij veel drinken kan het hart, de lever en de maag beschadigd raken. Wetenschappers geven aan dat alcoholgebruik negatieve invloed kan hebben op de hersenontwikkeling van jongeren. Jongeren lopen dan mogelijk meer risico op problematisch alcoholgebruik op latere leeftijd.
Klik op onderstaande link en lees het artikel.
https://www.alcoholinfo.nl/effecten/risicos-voor-jongeren
Bron: Trimbos, 5 april 2024
Laten staan
Wat levert het je op als je alcohol laat staan?
Wat doet een maand zonder alcohol met je lijf? Wat zegt de wetenschap? Klik op onderstaande link en bekijk de video.
https://www.youtube.com/watch?v=bpv8Dtw255w, 1 januari 2019
Bron: Universiteit van Nederland
Beantwoord de volgende vragen.
1. Waarom is dit een maatschappelijk probleem?
2. Welke groepen hebben met dit maatschappelijk probleem te maken?
3. Welke belangen hebben zij hierbij?
4. Hoe bemoeit de politiek zich met dit maatschappelijk probleem?
5. Waarom is het van belang dat dit maatschappelijk probleem media-aandacht krijgt?
Eigen mening
Beantwoord de volgende vragen en probeer per antwoord een of meerdere begrippen uit de begrippenlijst te gebruiken.
- Wat vind je van de maatregelen die de overheid neemt om het alcoholgebruik onder jongeren te minimaliseren?
- Wat denk je dat beter werkt, meer campagnes vanuit de overheid in de media en bijv. op school (zoals NIX18) of straffen wanneer je betrapt wordt op het drinken van alcohol terwijl je nog geen 18 bent?
- Waarom denk je dat?
- Hoe denk jij dat dit maatschappelijk probleem opgelost dient te worden? Geef twee mogelijke oplossingen.
- Spelen jouw ouders hierin een rol en hoe zouden zij kunnen bijdragen aan een oplossing voor dit probleem?
Begrippen en antwoorden
Zoek de betekenis van de volgende begrippen op.
Begrippenlijst
|
Actieve overheid
|
Afschrikking
|
Argument
|
Asociaal
|
Belangen
|
Belangtegenstelling
|
Beeldvorming
|
Bijkomende straf
|
Cultuur
|
Feit
|
Geschreven regels
|
Geldboete
|
Groepsnorm
|
Imitatie
|
Maatschappelijk probleem
|
Macht
|
Media
|
Massamedia
|
Mening
|
Normen en Waarden
|
Openbaar ministerie (OM)
|
Overheid
|
Overtreding
|
Preventie
|
Rolpatroon
|
Samenleving
|
Sanctie
|
Strafbaar gedrag
|
Strafbeschikking
|
Strafblad
|
Sociale media
|
Status
|
Vooroordelen
|
Wet
|
Klik hier voor het antwoord op de vragen.
Klik hier voor de uitleg van de begrippen.