Keuzedeel Doorstroom naar HBO gezondheidszorg (2024)
Keuzedeel Doorstroom naar HBO gezondheidszorg (2024)
Keuzedeel K0148 Doorstroom naar hbo gezondheidszorg
Inleiding op het keuzedeel
Met de inhoud van dit keuzedeel oriënteer je je op de inhoud van een of meer HBO opleidingen, op je toekomstig beroep en je oefent de vaardigheden die je nodig hebt in het HBO. Zo oefen je met het plannen van werkzaamheden, onderzoeks- en analysevaardigheden, presentatievaardigheden, rapportagevaardigheden, evaluatietechnieken en met het lezen en verwerken van vakliteratuur. Door het oefenen van deze vaardigheden kun je ontdekken of jouw competenties en motivatie voldoende zijn om mogelijk succesvol door te stromen naar het HBO.
Concreet werk je hierdoor aan de volgende kennis en vaardigheden:
Kennis
De student heeft specialistische kennis van evaluatietechnieken die gehanteerd worden in de gezondheidszorg;
De student heeft kennis van in hbo gezondheidszorg gehanteerde analyse- en onderzoeksmethoden;
De student heeft specialistische kennis van presentatietechnieken;
De student heeft specialistische kennis van projectmanagement;
De student heeft specialistische kennis van vakterminologie voor de gezondheidszorg;
De student heeft kennis van gehanteerde methoden, technieken en kwaliteitseisen in de gezondheidszorg op hbo-niveau;
De student heeft kennis van de voor de vervolgopleiding hbo Gezondheidszorg relevante onderdelen van biologie en/of scheikunde en/of natuurkunde en/of wiskunde op havo-niveau.
Vaardigheden
De student kan vakliteratuur lezen en verwerken.
De student kan specialistische kennis van onderzoek in de gezondheidszorg toepassen.
De student kan beroepsgerichte kennis en vaardigheden verwerven ter voorbereiding op de hbo-opleiding in de gezondheidszorg.
De student kan rapportagevaardigheden (mondeling en schriftelijk) toepassen op beginnend hbo-niveau.
Opbouw van het keuzedeel
Opbouw van de lessenserie
De lessen in het keuzedeel HBO zijn opgebouwd aan de hand van de bijbehorende portfolio onderdelen. De lesdagen van het keuzedeel zijn als volgt opgebouwd:
Keuzedeel dagdeel 1 (do 14 mrt.)
De proefstudeer ochtend is van 09:00 - 13:00 uur aan de Hogeschool Utrecht, Heidelberglaan 7 te Utrecht.
Reflectieverslag Proefstuderen
Keuzedeel ZW ( ma 18 mrt. en wo 20 mrt.)
Opdracht 1: Oriëntatie op Hbo opleiding + presentatie
Opdracht 2: Casus gestuurd leren
Keuzedeel dagdeel 2 (di 2 apr.)
Blok 1: AFP op Hbo niveau (AFP docent) - Onderzoeksvaardigheden
Door de opdrachten in het portfolio leer je welke Hbo-opleidingen aansluiten bij je interesse, welke eisen zij stellen wat betreft vakinhoud en studievaardigheden en denk je na over het wel/niet succesvol doorstromen naar een HBO opleiding.
Het portfolio bevat van elk van de onderstaande onderdelen minimaal 1 bewijsstuk:
1. Oriëntatie op HBO opleiding
Reflectieverslag Proefstuderen
Opdracht 1: Oriëntatie op Hbo-opleiding + presentatie
2. Onderzoek naar vakkeninis en/of vraagstukken
Opdracht 6: Mini onderzoek
3. Beroepsinhoudelijke opdrachten
Opdracht 2: Casus gestuurd leren
Opdracht 5: AFP Quizvragen
4. Presentatie
Opdracht 7: Presentatie (pitch)
5. Studievaardigheden
Opdracht 4: Studievaardigheden
6. HBO-competenties
Opdracht 3: CanMEDS rollen en competenties
7. Conclusie
Opdracht 8: Conclusie
Naast de lessen heb je ook nog opdrachten die je in zelfstudie (zelfstandig werken) maakt.
Om aan het examen te mogen deelnemen moet het portfolio zijn goedgekeurd.
Examenopdracht
Voor het examen schrijf je een verantwoordingsverslag. In het verslag onderbouw je of je voldoende voorbereidt bent op het hbo en welke vervolgstappen je gaat nemen naar aanleiding van je conclusie.
Voorbereiden examen
Ter voorbereiding op je examen lees je je portfolio en opdracht 8: Conclusie nogmaals door. Hierin heb je de volgende punten al verwerkt:
Reflectie op het werken in een projectgroep aan beroepsinhoudelijke opdrachten die relevant zijn voor de doorstroom naar de gekozen hbo-opleiding;
Reflectie op de presentatie van het resultaat van de projectgroep aan medestudenten;
Reflectie op eigen competenties in relatie tot de competenties die nodig zijn voor het hbo;
Het trekken van een eigen conclusie;
Reflectie op het planmatig werken binnen het keuzedeel;
Conclusie of je door gaat stromen naar het HBO en welke vervolgstappen jij gaat nemen.
Afspraken rondom het examen
Voor de afspraken die gelden rondom het examen, zie bijlagen. Mochten er gedurende het keuzedeel wijzigingen zijn in de afspraken rond het examen, dan worden jullie hiervan op de hoogte gebracht.
Let op: Je krijgt de definitieve beoordelingscriteria.
Dagdeel 1 - Proefstuderen aan de Hogeschool Utrecht
Lesdoelen
Tijdens het proeftsuderen ga je aan de slag met de volgende lesdoelen:
Je hebt een goed beeld hoe het studeren aan een hogeschool is.
Je kan medische kennis en klinische vaardigheden eigen maken aan de hand van casuïstiek (casusgestuurd onderwijs).
Daarnaast werk je aan de onderstaande opdracht:
Reflectieverslag (maak je thuis)
Programma
Om een goed beeld te krijgen hoe het studeren aan een hogeschool is en wat er van je wordt verwacht gaan jullie een ochtend “proef studeren”
De proefstudeer ochtend vindt plaats op donderdag 14 maart van 09.00 – 12.00 uur op de Hogeschool Utrecht, Heidelberglaan 7 te Utrecht.Graag 10 min van te voren aanwezig zijn!
De volgende inhoud staat centraal:
09.00 – 10.00 uur: Ontvangst en rondleiding
10.00 – 10.45 uur: Opzet opleiding
10.45 – 12.00 uur: Casus Gestuurd Onderwijs
Daarnaast is er nog gelegenheid tot vragen.
Er zullen 2 voltijd HBO verpleegkunde studenten en zelf een oud MBO Utrecht student aanwezig zijn, die de verkorte route HBO Verpleegkunde volgen.
Maak aantekeningen van deze proefstudeer ochtend. Dit is handig voor de 3 opdrachten die hieraan gekoppeld zijn, die jullie maken tijdens HBO ZW.
Reflectieverslag (maak je thuis/zelfstudie)
Casus gestuurd leren
KD ZW (ma 18 mrt en wo 20 mrt.) - Inleiding en Oriëntatie
Blok 1 en 2: Introductie en oriëntatie op Hbo opleidingen
Lesdoelen
In deze les ga je aan de slag met de onderstaande lesdoelen:
De student heeft kennis van de voor de vervolgopleiding hbo gezondheidszorg relevante onderdelen.
Daarnaast werk je aan de onderstaande opdracht:
Opdracht 1: Oriëntatie op HBO opleidingen + presentatie
Opdracht 2: Casus gestuurd leren
Introductie op het keuzedeel
De docent laat je doormiddel van een PowerPoint presentatie kennismaken met de inhoud van het keuzedeel HBO.
De student maakt een portfolio aan in OnderwijsOnline.
De docent zal met jullie afspraken maken over het inleveren en aanmaken van het portfolio. Zo worden in ieder geval de volgende afspraken vastgelegd:
Inleverdatum (4 werkdagen voor het examen);
Naam van het portfolio (Voor en achternaam - keuzedeel);
Maak kopjes aan de hand van de checklist in de bijlage;
Titel van de opdrachten (Naam opdracht).
Groepsvorming
Tijdens het keuzedeel krijgen jullie te maken met individuele- en groesopdrachten. Om duidelijkheid te creëren over de samenstelling van deze groepjes zullen er vaste groepjes worden gevormd. Alle gezamenlijke opdrachten zullen, om verwarring te voorkomen, in deze groepjes worden gemaakt en uitgevoerd. De docent zal groepjes van 4 studenten maken. De docent maakt groepjes in Teams.
Informatie van MBO naar HBO
Informatie MBO en HBO
Het op de hoogte zijn van de verschillen tussen MBO en HBO kan heel verstandig zijn. Dit is vooral interessant voor de MBO-studenten die na het behalen van hun diploma willen overstappen naar het HBO.
De docent zal doormiddel van een PowerPoint-presentatie deze verschillen kenbaar maken en ingaan op het HBO onderwijs.
Opdracht 1: Oriëntatie op HBO opleidingen + presentatie
Er zijn veel verschillende opleidingen binnen het HBO die zich richten op de gezondheidszorg. Voorbeelden van opleidingen zijn bijvoorbeeld:
Verpleegkunde
Fysiotherapie
Medische beeldvorming en radiotherapeutische technieken
Voeding en Diëtetiek
Biologie en medisch laboratoriumonderzoek (Life Sciences)
Biomedische technologie
Interprofessionele paramedisch zorg
Toegepaste psychologie
Mondzorgkunde
Verloskunde
Ergotherapie
Logopedie
Huidtherapie
Medische hulpverlening
Social work
Sportkunde
Let op: iedere opleiding mag maar 1x worden gekozen!
Aan de hand van de opdracht 1- Oriëntatie op HBO opleidingen (in de bijlag) ga je je in groepsverband oriënteren in een HBO- opleiding in de gezondheidszorg.
De presentatie geef je aan de rest van de klas. De presentatie moet 5-10 minuten per groepje duren.
kennis van de voor de vervolgopleiding hbo gezondheidszorg relevante onderdelen.
Blok 3 en 4: Casus gestuurd leren
Lesdoelen
Je kan einde van deze les:
Je medische kennis en klinische vaardigheden eigen maken aan de hand van een casus.
Daarnaast werk je aan de onderstaande opdracht:
Opdracht 2: Casusgestuurd leren
Opdracht 2: Casus gestuurd leren
Je hebt tijdens het proefstuderen casusgestuurd onderwijs gehad. Indiciueel maak je de volgende opdracht.
Evalueren en afsluiten
Heb je nu :
Je medische kennis en klinische vaardigheden eigen gemaakt aan de hand van een casus?
Dagdeel 2 - Vakkennis en vraagstukken
Blok 1 - Anatomie, fysiologie en Pathologie (AFP docent)
Lesdoelen
Je krijgt deze les een hoorcollege van een AFP docent over het maag- darmstel op Hbo-niveau.
Daarnaast werk je aan de onderstaande opdracht:
Opdracht 6: Quizvragen AFP
Studieactiviteit
Test je kennis
Tijdens een HBO opleiding in de gezondheidszorg krijg je te maken met verschillende onderdelen van het menselijk lichaam. Maak de onderstaande quiz en krijg inzicht in je eigen basiskennis:
Je krijgt deze les een hoorcollege over het maag- darmstel.
Opdracht 6: Quizvragen AFP
Je hebt net een hoorcollege gehad over het maag- darmstelsel. In groepjes maken jullie het volgende:
Opdracht 4: AFP quizvragen. Bedenk per groepje 5 verschillende quizvragen over het maag-darmstelsel. Hiervoor kan je de bijlage: AFP - De maag en dikke darm gebruiken.
Per groepje lever je de vraen in via teams
Voeg de opdracht individuelee toe aan je portfolio.
De quiz wordt de volgende les gezamelijk gespeeld.
Binnen Onderdeel 2- Onderzoek naar vakkennis en/of vraagstukken, werk je in een projectgroep aan opdracht 2: Mini onderzoek. Je maakt kennis met het onderzoek doen. Dit doe je door een vraagstuk vanuit de beroepspraktijk (waar de Hbo-opleiding je op voorbereidt/ toe opleidt) te gaan onderzoeken.
Aankomende lessen krijg je uitleg over onderdelen hiervan (zoals bijvoorbeeld over het doen van literatuur- en praktijkonderzoek). Daarnaast krijg je in de lessen de ruimte om een onderzoeksvraag op te stellen, zelfstandig aan je onderzoek te werken en zal uitleg worden gegeven over het verwerken van bronnen en over het gebruik van literatuur.
De opdracht
Binnen dit onderzoek zul je ongeveer deze stappen doorlopen:
Inleiding
Waarin de aanleiding/het probleem wordt beschreven, de doelstelling en de hoofd-deelvragen.
2. Onderzoeksmethode
In de onderzoeksmethode wordt beschreven welke methode gebruikt is om de hoofdvraag te beantwoorden.
3. Het theoretisch kader
Binnen het theoretisch kader zal literatuuronderzoek worden verricht en geef je de gevonden resultaten weer.
4. Praktijkonderzoek
Binnen het praktijkonderzoek zal praktijkonderzoek (interviews) worden verricht en geef je de gevonden resultaten weer.
5. Discussie
In de discussie ga je in op de resultaten en ga je deze interpreteren/vergelijken.
6. Conclusie
In de conclusie geef je antwoord op de hoofdvraag.
De docent zal met jullie opdracht 2: Mini onderzoek doorlopen om jullie op de hoogte te brengen van de exacte inhoud van de opdracht. Dit is ook de opdracht die uiteindelijk zal worden toegevoegd aan je portfolio.
Inhoud van de opdracht
Binnen deze opdracht ga je onderzoek doen naar een interventie vanuit de werkvloer. Een interventie staat letterlijk voor:
Een interventie is een doelbewuste ingreep om een bepaalde zaak te verbeteren. Het is op meerdere gebieden van toepassing en het hangt dan ook sterk af van de context waarin het wordt geplaatst.
Je onderwerp/interventie hangt af van het vakgebied waar jij in werkt. Belangrijk hierbij is dat je een onderwerp/interventie kiest die je interessant vind en die relevant is binnen jouw vakgebied. Je gaat deze interventie vergelijken met een andere interventie om te bepalen welke van de 2 het beste kan worden ingezet op de werkvloer.
Je zou hierbij bijvoorbeeld kunnen denken aan:
Het spoelen van wonden met NaCl 0,9% of met kraanwater;
Het stillen van pijn met oxynorm of met paracetamol bij dementerende ouderen;
Het gebruik van een AD matras of wisselligging bij patiënten/cliënten met decubitus;
Het toepassen van zwachteltechnieken of steunkousen bij oedeem in de benen;
Het poetsen van een kunstgebit met water of met tandpasta;
Het toepassen van sportactiviteiten ten aanzien van het doen van niets om de werkdruk te verlagen;
Het aanbieden van fruit op het werk ten aanzien van niets om de gezondheid van de medewerkers te bevorderen.
(deze onderwerpen mogen niet worden gebruikt).
Om verdere inspiratie op te doen kun je via de onderstaande link een aantal databanken raadplegen. In deze databanken vind je scripties/ onderzoeken van verpleegkundigen:
Concreet ga je in deze les aan de slag met de onderstaande lesdoelen:
De student kan het belang benoemen van evidence based practice voor de verpleegkundige beroepspraktijk;
De student kan een probleem uit de praktijk herkennen en benoemen;
De student kent het begrip relevantie en weet wat je hierbij moet beschrijven;
De student weet hoe een onderzoeksdoel & probleemstelling moet worden beschreven;
Daarnaast werk je aan de onderstaande opdracht:
Opdracht 2: Mini onderzoek
Onderzoek op Hbo-niveau: Evidence Based Practice (EBP)
Evidence Based Practice (EBP)
Als verpleegkundige streef je naar het verlenen van goede zorg op basis van het beste beschikbare bewijs. Het doel van de zorgverlening is de patiënt ondersteunen gericht op optimale gezondheid. Maar hoe weet je nu wat goede zorg is en waar vind je antwoorden op je vragen? Het stellen van vragen bij situaties, de situatie tot een werkstuk maken, systematisch op zoek gaan naar antwoorden en deze kritisch beschouwen is de basis van onderzoekend vermogen.
De docent zal jullie doormiddel van het onderstaande filmpje bekend laten worden met de term EBP:
In de opvatting over EBP is expliciet ruimte voor ervaring/kennis van professionals en de wensen van de patiënt.
EBP bevat de volgende drie aspecten, die de basis vormen van de besluitvorming.
Het huidige beste beschikbare bewijs;
De professionele kennis en ervaring van de paramedicus;
De waarde(n) en voorkeur van de individuele patiënt.
Probleemstelling
Voor je een onderzoeksvraag/ PICO kunt gaan opstellen moet je nadenken over het probleem. Dit probleem wordt beschreven in de probleemstelling. Deze beschrijft concreet wat het probleem/vraagstuk is dat opgelost moet worden.
Waarom moet je een probleemstelling opstellen?
De probleemstelling is de opstap naar je uiteindelijke hoofdvraag. Zonder probleemstelling kun je geen hoofdvraag opstellen;
De probleemstelling geeft je focus en zorgt ervoor dat je je op één probleem richt. Het geeft je houvast bij je uiteindelijke onderzoek.
Wat is een goede probleemstelling?
Een goede probleemstelling geeft duidelijk aan:
Waar het probleem zich afspeelt.
Wat het probleem is.
De probleemstelling moet daarnaast:
Gericht zijn op één probleem.
Expliciet genoeg zijn geschreven.
Relevant zijn.
Voorbeeld probleemstelling
1. Voorbeeld van een probleemstelling in 1 zin:
De leerkrachten van basisschool de Hoensbroek beschikken niet over de vaardigheden om hoogbegaafde kinderen in de klas te kunnen herkennen en de juiste begeleiding te bieden.
2. Voorbeeld probleemstelling in een beknopte paragraaf:
Werknemers van Rabobank Nederland zijn ongemotiveerd, nadat de Rabobank een nieuwe ontslagronde heeft aangekondigd. Dit terwijl de werkdruk hoog is en blijft. Het risico op meer ziekteuitval dreigt hierdoor. De HR-afdeling heeft op dit moment niet de juiste tools tot beschikking om ziekte-uitval te monitoren, in te schatten en te voorkomen.
Onderzoek op HBO-niveau: PICO
Steeds meer studenten in de zorg kennen anno 2021 de term PICO, een veelgebruikte term bij het vinden van een onderzoeksvraag. Niet alleen verpleegkundigen krijgen ermee te maken, maar ook studenten fysiotherapie, paramedische beroepen en geneeskunde. De docent zal jullie doormiddel van het onderstaande filmpje bekend laten worden met de term PICO:
Filmpje:
Om een klinische vraag te beantwoorden is de PICO-systematiek een effectieve procedure.
P Probleem of patient
I Interventie
C Voor comparison (vergelijking) en
O voor outcome (uitkomst)
Eerst wordt de PICO-vraag geformuleerd, daarna wordt het domein (therapie/preventie, diagnose, etiologie/risico of prognose) vastgesteld waartoe de vraag behoort, alsmede het type onderzoek waarmee de vraag moet worden beantwoord. Vervolgens worden in- en exclusiecriteria geformuleerd om het probleem of de specifieke patiëntfactoren zo nauwkeurig mogelijk vast te leggen. Alvorens in literatuurbestanden te kunnen zoeken moet de PICO-vraag omgezet worden in trefwoorden. Gevonden artikelen dienen op hun wetenschappelijke kwaliteit en bruikbaarheid voor de beantwoording van de vraag te worden beoordeeld. Na deze procedure kan een ‘evidence-based’ antwoord op de oorspronkelijke vraag worden gegeven.
Hieronder is een voorbeeld toegevoegd om dit nog meer te verhelderen:
Opdracht: PICO
In dit gedeelte van de les gaan jullie oefenen met het opstellen van een PICO:
1. Start een vergadering in je groepje;
2. Maak bij het door jouw gekozen onderwerp minimaal 2 verschillende PICO's;
3. Als je de PICO hebt afgerond, geef deze dan aan de docent door. De docent zal jullie PICO's opschrijven en de uitkomsten met jullie bespreken.
Indien jullie PICO is goedgekeurd kun je de onderzoeksvraag invullen zoals deze is omschreven in onderdeel 2- vakkennis en vraagstukken
Onderzoeksvraag en deelvragen
Het opstellen van een onderzoeksvraag is een van de moeilijkste onderdelen in een onderzoek. Je onderzoek staat of valt namelijk met deze vraag en de afbakening die je hierin aanbrengt.
Hoofd- en deelvragen
De onderzoeksvragen worden onderverdeeld in hoofd- en deelvragen:
1. De hoofdvraag is de belangrijkste onderzoeksvraag en bestaat vaak uit meerdere delen;
2. De deelvragen zijn vaak kortere vragen die het beantwoorden van de hoofdvraag vergemakkelijken.
De hoofd- en deelvragen kunnen dan als volgt in je verslag worden weergegeven:
* Hoofdvraag: ...
* Deelvraag 1: ...
* Deelvraag 2: ...
* Deelvraag 3 etc.: ...
Soorten onderzoeksvragen
1. Beschrijvende vragen:
Beschrijvende vragen zijn handig om het onderwerp van het onderzoek te verkennen. Deze vragen zijn meestal het startpunt van je onderzoek (0-meting), en helpen je om het onderwerp van je kwaliteitsproject overzichtelijk te krijgen. Beschrijvende vragen gaan dan ook altijd over het hier en nu. Het antwoord op een beschrijvende vraag beschrijft bijvoorbeeld een situatie, een begrip of een persoon op basis van eigen of verzamelde waarnemingen.
- Voorbeelden van beschrijvende vragen:
Wat is de populatie van de wereld?
Welke maatregelen neemt de overheid komend jaar om de belastingdruk te verlagen?
Welke maatregelen worden er getroffen in Nederland voor kinderen met autisme op de basisschool?
2. Vergelijkende vragen
Een vergelijkende vraag toont verschillen en overeenkomsten aan. Als je verschillen en overeenkomsten wilt aantonen dan doe je dit met een vergelijkende vraag.
- Voorbeelden van vergelijkende vragen:
Wat is het verschil tussen gebarentaal en lichaamstaal?
Wat zijn de overeenkomsten in het politiek systeem tussen Nederland en Rusland?
3. Definiërende vragen
Met definiërende vragen kun je uitzoeken hoe datgene wat je onderzoekt zich verhoudt tot het grotere geheel. Je kunt hiermee een verschijnsel typeren en indelen.
- Voorbeelden van definiërende vragen:
Hoe kan de nieuwe onderklasse die is ontstaan in Nederland typeren?
Bij welke stroming socialisten kun je deze nieuwe opkomende beweging indelen?
4. Verklarende vragen
Verklarende vragen zijn er om de oorzaak van het probleem te achterhalen. Hierdoor worden ze ook wel de ‘waarom’-vragen genoemd. Toch kun je ook verklarende vragen verzinnen met woorden als ‘wat’ en ‘hoe’.
- Voorbeelden van verklarende vragen:
Waarom is er veel ziekteverzuim bij Rabobank Nederland?
Hoe komt het dat elke stof smelt bij een bepaalde temperatuur?
Wat is de oorzaak van het verkleuren van bladeren in de herfst?
5. Voorspellende vragen
Met voorspellende vragen kun je een voorspelling doen voor iets dat in de toekomst mogelijk zal plaatsvinden. Je kunt een uitspraak doen over een te verwachten gevolg in de toekomst.
- Voorbeelden van voorspellende vragen
Hoeveel hypotheken zullen onder water staan als de economische crisis tot 2020 voortduurt?
Welke mogelijk gevolgen heeft het vernieuwde belastingplan voor alleenstaande ouderen?
Zal in de toekomst openbaar vervoer betaalbaar blijven?
Ontwerpende vragen stel je omdat je nieuwe oplossingen voor bestaande problemen wilt vinden. Deze vragen beginnen vaak met ‘Hoe kunnen we…’. Ontwerpende vragen richten zich op de nabije toekomst.
- Voorbeelden van ontwerpende/probleemoplossende/adviserende vragen:
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat Nederland over drie jaar 50% minder analfabeten telt?
Hoe kunnen we de jongerenwerkloosheid terugdringen?
Eisen hoofdvraag
1. De hoofdvraag bestaat uit één vraag
Beperk je altijd tot één vraag. Als je dit lastig vindt dan betekent dit dat je de hoofdvraag meer moet beperken en je het onderzoek beter moet afbakenen.
2. De hoofdvraag volgt logischerwijs uit de probleemstelling
Op basis van de probleemstelling (PICO) maak je de hoofdvraag. Het is daarom belangrijk dat je hebt nagedacht over wat het probleem precies is.
3. De hoofdvraag is een neutrale vraag
Je dient als onderzoeker objectief te zijn met een hoofdvraag.
4. Met de hoofdvraag wil je geen oplossing bieden
Het is niet de bedoeling dat je met de hoofdvraag een oplossing gaat geven voor een probleem. Je onderzoek kan informatie verschaffen die een bijdrage kan leveren aan de oplossing voor een probleem, maar geeft nooit de oplossing zelf.
5. De hoofdvraag is geen ‘waarom’-vraag.
Deze vragen zijn vaak te open en bieden geen goed uitgangspunt voor een onderzoek. Je kunt er nog te veel kanten mee op.
6. Een goede hoofdvraag is geen ja-neevraag.
Dit soort vragen zijn te beperkt en hiervoor is vaak niet veel onderzoek nodig.
(Scribbr, 2019).
Eisen deelvragen
De kenmerken van een goede deelvraag komen vrijwel geheel overeen met de kenmerken van een goede hoofdvraag. Maar daarnaast heeft een deelvraag nog andere kenmerken:
1. De deelvragen zijn minder complex dan de hoofdvraag.
2. Je stelt alleen deelvragen op die je per se nodig hebt om je hoofdvraag te beantwoorden.
Relevantie
Relevantie toont het nut van een onderzoek aan. Een onderwerp is relevant als:
Het probleem nog niet eerder beantwoord/ onderzocht is;
Het probleem de moeite van het beantwoorden waard is;
Het probleem een optimale opbrengst heeft.
Soorten relevantie: Theoretische, maatschappelijke en praktische relevantie.
Onderzoeksdoel
Om te kunnen bepalen welke literatuur je gaat gebruiken is het van belang om een onderzoeksdoel op te stellen. Het onderzoeksdoel stel je op om de relevantie van je onderzoek aan te tonen en de juiste verwachtingen te scheppen voor je opdrachtgever. De doelstelling van het onderzoek is nooit het oplossen van een probleem, maar het beter inzichtelijk maken van het probleem (Scribbr, 2019).
Een hulpmiddel wat je hierbij kunt gebruiken is de RUMBA:
Relevant; is de doelstelling relevant? De doelstelling moet betrekking hebben op het onderwerp c.q. het afgebakende deel ervan.
Understandable; is de doelstelling begrijpelijk? Alle betrokkenen kunnen de doelstelling op dezelfde manier uitleggen, omdat de formulering helder is.
Measurable; is vast te stellen of de doelstelling behaald wordt, liefst door een meting? De doelstelling moet meetbaar zijn in de praktijk. Dat wil zeggen concreet te tellen of waar te nemen.
Behavioral; is de doelstelling beschreven in termen van gedrag?. De doelstelling moet uitgedrukt zijn in waarneembaar gedrag.
Attainable; is de doelstelling haalbaar?. Het nemen van maatregelen (of het niet nemen van maatregelen), nodig om de doelstelling te behalen, is mogelijk en heeft draagvlak. Dit wordt vaak vertaald als realistisch
Zelfstandig werken onderdeel 2 Vakkennis en vraagstukken
In dit gedeelte van de les kunnen jullie zelfstandig (en in groepjes) aan de slag met diverse onderdelen & opdrachten van keuzedeel HBO. Zo kun je bijvoorbeeld aan de slag met:
Het kiezen/vastleggen van het onderwerp;
Opstellen van de samenwerkingsovereenkomst;
Maken van een planning;
Taakverdeling;
Opstellen van een hoofd- en deelvraag.
Voorblad inhoudsopgave inleiding
Blok 3: Vakkennis en vraagstukken Literatuur (artikelen)
PowerPoint
Deze les kan worden geven aan de hand van de volgende PowerPoint.
De lesdoelen, onderwijsleergesprek en opdrachten zijn hierin verwerkt.
Concreet ga je in deze les aan de slag met de onderstaande lesdoelen:
De student begrijpt waarom het belangrijk is om zorgvuldig om te gaan met bronnen.
De student weet wat betrouwbare bronnen zijn om te gebruiken voor een onderzoek.
De student kan artikelen zoeken in databanken.
Inleiding in de literatuur
Welke soorten bronnen gebruik je tijdens je opleiding?
Gezamenlijk zal nu eerst het filmpje worden nabesproken en is er ruimte voor het stellen van vragen.
Zoeken van literatuur
In het vorige stuk van de les is er kort uitleg geweest rondom artikelen. Echter kun je in je onderzoek gebruik gaan maken van veel meer verschillende bronnen: vaktijdschriften, boeken, onderzoeken, internet websites of documentaires.
De docent zal met jullie de bijgevoegde PowerPoint doornemen, omdat hierin beschreven staat hoe je deze artikelen vind en waar je dan op let.
Stappenplan literatuur zoeken
Voor het zoeken naar literatuur kan onderstaand stappenplan worden gebruikt:
Stappenplan:
Om op de juiste manier informatie te verzamelen kun je gebruik maken van onderstaand stappenplan:
Stap 1: beschrijven van de onderzoeksvraag en PICO;
Stap 2: opstellen van zoektermen
Stap 3: invullen van de zoektermen op diverse websites
Stap 1: beschrijven van de onderzoeksvraag en de PICO
In stap 1 kijk je nogmaals naar je onderzoeksvraag, je PICO en de grenzen van het onderzoek. Hierdoor heb je helder en duidelijk naar welke informatie je op zoek wilt gaan en naar welke juist niet.
Stap 2: zoektermen opstellen
In stap 2 stel je zoektermen op.
Stap 3: invullen van zoektermen op diverse websites
In stap 3 vul je de opgestelde zoektermen in verschillende sites.
APA (NL docent)
Tijdens je studie op het HBO krijg je een groot aantal onderzoeks- en/of schrijfopdrachten. Als je deze opdrachten op het HBO inlevert wordt er van je verwacht dat je, de bronnen die je hebt gebruikt, vermeld via de APA systematiek. In dit gedeelte maak je kennis met de APA systematiek en alle richtlijnen die hierbij komen kijken. In je onderzoeksverslag zul je je eigen bronnen dan ook op deze manier moeten vermelden.
De docent zal doormiddel van de PowerPoint de APA richtlijnen aan jullie uitleggen.
Vorige les heb je uitleg gekregen over het doen van literatuuronderzoek en het gebruik van de juiste bronnen hierbij. Tijdens deze les zal het praktijkonderzoek centraal staan en zullen de volgende doelen behaald worden:
Je weet hoe je goede interviewvragen op kan stellen;
Je kan dit toepassen bij jouw eigen onderzoek.
Interview
Binnen jullie onderzoek zullen jullie praktijkonderzoek gaan verrichten. Dit gebeurt met behulp van een interview. In dit gedeelte krijgen jullie uitleg over interviews en zal worden doorgenomen wat hierbij voor jullie onderzoek van belang is.
Klassikaal wordt het onderstaande filmpje bekeken:
Wat vind je van de manier van interviewen?
Interview binnen de praktijk
De docent neemt met jullie de PowerPoint in de bijlagen door.
In dit gedeelte van de les hebben jullie de mogelijkheid om te werken aan het interview. Start bijvoorbeeld gezamenlijk met het opstellen van interview vragen, het verdelen van de taken en/of het plannen van de interview.
KD ZW (ma 8 apr. en wo 10 apr.)
Tijdens deze KD ZW werken jullie verder aan opdracht 6: Mini onderzoek.
Het arrangement Keuzedeel Doorstroom naar HBO gezondheidszorg (2024) is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Chamaira Menig
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2024-04-02 09:52:15
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.