Onderzoeksvraag en deelvragen

Het opstellen van een onderzoeksvraag is een van de moeilijkste onderdelen in een onderzoek. Je onderzoek staat of valt namelijk met deze vraag en de afbakening die je hierin aanbrengt.

 

Hoofd- en deelvragen

De onderzoeksvragen worden onderverdeeld in hoofd- en deelvragen:

1. De hoofdvraag is de belangrijkste onderzoeksvraag en bestaat vaak uit meerdere delen;

2. De deelvragen zijn vaak kortere vragen die het beantwoorden van de hoofdvraag vergemakkelijken.

 

De hoofd- en deelvragen kunnen dan als volgt in je verslag worden weergegeven:

* Hoofdvraag: ...

* Deelvraag 1: ...

* Deelvraag 2: ...

* Deelvraag 3 etc.: ...

 

Soorten onderzoeksvragen

1. Beschrijvende vragen:

Beschrijvende vragen zijn handig om het onderwerp van het onderzoek te verkennen. Deze vragen zijn meestal het startpunt van je onderzoek (0-meting), en helpen je om het onderwerp van je kwaliteitsproject overzichtelijk te krijgen. Beschrijvende vragen gaan dan ook altijd over het hier en nu. Het antwoord op een beschrijvende vraag beschrijft bijvoorbeeld een situatie, een begrip of een persoon op basis van eigen of verzamelde waarnemingen.

- Voorbeelden van beschrijvende vragen:

Wat is de populatie van de wereld?

Welke maatregelen neemt de overheid komend jaar om de belastingdruk te verlagen?

Welke maatregelen worden er getroffen in Nederland voor kinderen met autisme op de basisschool?

 

2. Vergelijkende vragen

Een vergelijkende vraag toont verschillen en overeenkomsten aan. Als je verschillen en overeenkomsten wilt aantonen dan doe je dit met een vergelijkende vraag.

- Voorbeelden van vergelijkende vragen:

Wat is het verschil tussen gebarentaal en lichaamstaal?

Wat zijn de overeenkomsten in het politiek systeem tussen Nederland en Rusland?

 

3. Definiërende vragen

Met definiërende vragen kun je uitzoeken hoe datgene wat je onderzoekt zich verhoudt tot het grotere geheel. Je kunt hiermee een verschijnsel typeren en indelen.

- Voorbeelden van definiërende vragen:

Hoe kan de nieuwe onderklasse die is ontstaan in Nederland typeren?

Bij welke stroming socialisten kun je deze nieuwe opkomende beweging indelen?

 

4. Verklarende vragen

Verklarende vragen zijn er om de oorzaak van het probleem te achterhalen. Hierdoor worden ze ook wel de ‘waarom’-vragen genoemd. Toch kun je ook verklarende vragen verzinnen met woorden als ‘wat’ en ‘hoe’.

- Voorbeelden van verklarende vragen:

Waarom is er veel ziekteverzuim bij Rabobank Nederland?

Hoe komt het dat elke stof smelt bij een bepaalde temperatuur?

Wat is de oorzaak van het verkleuren van bladeren in de herfst?

 

5. Voorspellende vragen

Met voorspellende vragen kun je een voorspelling doen voor iets dat in de toekomst mogelijk zal plaatsvinden. Je kunt een uitspraak doen over een te verwachten gevolg in de toekomst.

- Voorbeelden van voorspellende vragen

Hoeveel hypotheken zullen onder water staan als de economische crisis tot 2020 voortduurt?

Welke mogelijk gevolgen heeft het vernieuwde belastingplan voor alleenstaande ouderen?

Zal in de toekomst openbaar vervoer betaalbaar blijven?

 

6. Ontwerpende/ Probleemoplossende/Adviserende vragen

Ontwerpende vragen stel je omdat je nieuwe oplossingen voor bestaande problemen wilt vinden. Deze vragen beginnen vaak met ‘Hoe kunnen we…’. Ontwerpende vragen richten zich op de nabije toekomst.

- Voorbeelden van ontwerpende/probleemoplossende/adviserende vragen:

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat Nederland over drie jaar 50% minder analfabeten telt?

Hoe kunnen we de jongerenwerkloosheid terugdringen?

 

 

 

Eisen hoofdvraag

1. De hoofdvraag bestaat uit één vraag

Beperk je altijd tot één vraag. Als je dit lastig vindt dan betekent dit dat je de hoofdvraag meer moet beperken en je het onderzoek beter moet afbakenen.

 

2. De hoofdvraag volgt logischerwijs uit de probleemstelling

Op basis van de probleemstelling (PICO) maak je de hoofdvraag. Het is daarom belangrijk dat je hebt nagedacht over wat het probleem precies is.

 

3. De hoofdvraag is een neutrale vraag

Je dient als onderzoeker objectief te zijn met een hoofdvraag.

 

4. Met de hoofdvraag wil je geen oplossing bieden

Het is niet de bedoeling dat je met de hoofdvraag een oplossing gaat geven voor een probleem. Je onderzoek kan informatie verschaffen die een bijdrage kan leveren aan de oplossing voor een probleem, maar geeft nooit de oplossing zelf.

 

5. De hoofdvraag is geen ‘waarom’-vraag.

Deze vragen zijn vaak te open en bieden geen goed uitgangspunt voor een onderzoek. Je kunt er nog te veel kanten mee op.

 

6. Een goede hoofdvraag is geen ja-neevraag.

Dit soort vragen zijn te beperkt en hiervoor is vaak niet veel onderzoek nodig.

(Scribbr, 2019).

 

Eisen deelvragen

De kenmerken van een goede deelvraag komen vrijwel geheel overeen met de kenmerken van een goede hoofdvraag. Maar daarnaast heeft een deelvraag nog andere kenmerken:

1. De deelvragen zijn minder complex dan de hoofdvraag.

2. Je stelt alleen deelvragen op die je per se nodig hebt om je hoofdvraag te beantwoorden.