Profiel Dienstverlening en producten - kopie 1

Profiel Dienstverlening en producten - kopie 1

Profiel Dienstverlening en producten

Wat is het profiel Dienstverlening en producten?

Dit vak wordt georganiseerd om je kennis te laten maken met het werkveld. Hierin kun je kijken waarin je verder wilt gaan na het VMBO. Door een periode te werken aan een activiteit krijg je een veel beter beeld van het werkveld dan wat je ooit verteld kan worden of dat je op een excursie kan zien. Je hebt de gelegenheid om 'aan den lijve' te ervaren hoe zwaar, leuk, vervelend, boeiend, interessant, spannend, saai, moeilijk of veelzijdig het werk is. Het vak dienstverlening en producten hoort bij het lesprogramma op ‘t Ravelijn.

Met de ervaringen die je opdoet, kun je waarschijnlijk een betere keuze maken voor een vervolgopleiding of het werk dat je na het VMBO wilt gaan doen. Het is dus belangrijk dat je je moet afvragen of het werk wat je dan doet ook het werk is dat je later wilt gaan doen. Als je het werk bijvoorbeeld moeilijk of saai vindt, kan dat zijn omdat je er nog geen opleiding voor gehad hebt. Je ontdekt dus wat je nog moet gaan leren als je de beroepsopleiding uiteindelijk gaat volgen in het MBO. Het gaat hier niet alleen om bepaalde competenties die je hebt of gaat leren, maar ook om vakkennis.

 

Profiel Dienstverlening en producten

Profiel Dienstverlening en producten op 't R@velijn

Alle leerlingen in leerjaar 3 van de leerroute GL volgen het profiel Dienstverlening en producten.

Aan het eind van leerjaar 3 wordt dit profiel afgetoetst met een landelijk Centraal Schriftelijk en Praktisch Examen (CSPE).

GL-leerlingen worden getoetst over:  

  • Module 1 Organiseren van een acitviteit
  • Module 4 Multimediale productie maken

Gedurende het schooljaar krijgen leerlingen toetsen volgens het PTA-programma.

 

Het diploma voor het profiel Dienstverlening en producten wordt behaald nadat in leerjaar 4, twee keuzevakken met goed vervolg wordt afgesloten. De keuzevakken worden getoets met een schoolexamen (SE).

 

 

Module 1: Organiseren van een activiteit

1.1 OPDRACHT VAN EEN OPDRACHTGEVER

Mindmapping - Het idee

Samenwerken
Tijdens D&P is de competentie samenwerken erg belangrijk. Als je in de toekomst een baan hebt zal je ook met je collega’s moeten kunnen samenwerken. Deze opdracht doe je dan ook met z’n twee.

Stap 1: Installeer de App Popplet op je Ipad

Afbeeldingsresultaat voor popplet

Stap 2: Maak een Mindmap (Woordweb) met in het midden de naam van het evenement. Schrijf alle woorden en ideeën op die bij je opkomen als je aan het evenement denkt. Onderstaande vragen kunnen je helpen.

·       Wat voor activiteiten zouden jullie organiseren?

·       Hoe zou de locatie eruit komen te zien?

·       Voor welke doelgroep wil je het evenement organiseren?

·       Hoe zou je bezoekers kunnen aantrekken?

·       Wat moet er hoe dan ook geregeld worden?

·       Veiligheid?

·       Entree?

·       Vergunningen?

·       Facilitaire zaken (toilet, water, afval e.d.)?

Gebruik kleuren om de verschillen tussen ideeën en vragen weer te geven

 

Stap 3: Presenteer jullie idee!

  • Sla de popplet op.

 

Stap 4: Maak een PowerPointpresentatie

Minimale eisen:

  • Dia 1: Naam evenement + groepsleden.
  • Dia 2: Jullie popplet.
  • Dia 3: Toelichting op jullie ideeën (extra uitleg).
  • Dia 4: Argumenten waarom jullie idee het beste is.
  • Dia 5: Vragen vanuit publiek
  • Dia 6: Slot

 

Gesprek met de opdrachtgever

De beroepshouding

Stap1: Open onderstaand Word-document

Stap 2: Beschrijf de betekenis van de begrippen in je eigen woorden in de eerste kolom. Als je het woord niet kent laat je het hokje leeg! (kruis erin)

Stap 3: Zoek op het internet de letterlijke betekenis op van de begrippen en noteer deze in kolom 2.

Stap 4: Sla het eindresultaat op.

‘Je idee verkopen met een pitch’

Wat is een pitch?

 

https://www.youtube.com/watch?v=-24vGUgTtbg

 

Een pitch, of, met de volledige naam “elevator pitch” is een boodschap van een minuut. Het is de bedoeling dat je binnen deze tijd je werk of idee zo duidelijk onder woorden kunt brengen dat de andere partij op zijn minst zeer geïnteresseerd is geraakt. Uiteraard ben je in het verhaal eerlijk en oprecht. Het idee stamt uit Amerika. Er is berekend dat je, als je samen met iemand anders in de lift staat op weg naar de bovenste verdieping, ongeveer een minuut hebt om je verhaal te vertellen. Je moet je dus beperken tot de belangrijke punten. Zorg daarnaast ervoor dat je jezelf blijft en straal zelfvertrouwen uit.

 

 

Tips:

• Begin met een “ijsbreker” om interesse te wekken (Tip, link: beste ijsbrekers )

• Vertel niet te veel, maar zeker ook niet te weinig

• Gebruik gewone taal. Vermijd vakjargon en afkortingen

• Vertel je verhaal met zekerheid: vermijd woorden als “misschien”, “eventueel”

• Wees altijd beleefd.

• Maak je zinnen niet te lang, en haal op tijd adem

• Probeer (positief) op te vallen, dan blijft je verhaal langer hangen

• Bereid je pitch goed voor, maar dreun hem niet op, en lees hem niet voor vanaf een briefje.

• Zorg ervoor dat je enthousiast en sprankelend overkomt, alsof je je verhaal nu voor het eerst verteld.

• Wees eerlijk! Spiegel mensen geen dingen voor die je achteraf niet kunt bieden.

 

Opdracht

  • Bereid in tweetallen een Pitch voor van maximaal 3 minuten. Daarin vertel je kort en krachtig waarom de opdrachtgever voor jouw idee moet kiezen.
  • Hierbij maak je gebruik van Powerpoint, Prezi of een ander digitaal middel. Gebruik hierbij de antwoorden en foto’s uit de voorgaande opdrachten.
  • De pitch wordt beoordeeld m.b.v. onderstaand schema.

 

Succes!

Inventariseer de wensen van de opdrachtgever

Stap 1: Maak een lijstje van 9 vragen die je zou willen stellen aan je opdrachtgever.
Gebruik hiervoor je mindmap met je plannen voor het evenement. Daarnaast kunnen de onderstaande punten je helpen!

Open het bestand: gespreksnotitie onderaan de pagina en vul de vragen in die je wilt stellen.

Welke vragen zou jij willen stellen?

·        Welke activiteit?

·        Voor welke leeftijd?

·        Past de activiteit bij de leeftijd?

·        Welke datum?

·        Waar?

·        Binnen of buiten?

·        Feesttijd?

·        Budget?

·        Met of zonder eten / dranken

·        Uitnodigingen?

·        Aandachtspunten zoals rolstoelgebruikers?

·        Zijn er vergunningen nodig?

·        Kan men informatie over deze vergunningen verstrekken?

·        Is er subsidie mogelijk?

·        Kan men informatie over deze subsidie verstrekken?

 

Sla je bestand op!


Stap 2: Oefen het gesprek in tweetallen, iemand heeft de rol van de opdrachtgever, de ander heeft de rol van een leerling. Wissel daarna om.


Gebruik de bijlage: Hoe presenteer je jezelf? bij deze opdracht zodat je professioneel overkomt

Gedragsregels samenstellen voor een formeel gesprek

Gedragsregels samenstellen
Werk samen met een klasgenoot

Stap 1: Het gesprek zal plaatsvinden met de opdrachtgever, zoek zijn naam op, of vraag dit aan de docent
Stap 2: Maak een lijst van 10 gedragsregels die tijdens een formeel gesprek met de opdrachtgever zouden moeten gelden voor jullie.
Kort gezegd “Hoe moet je je gedragen?

Maak gebruik van onderstaande afbeelding ter inspiratie!

Stap 3: Werk de gedragsregels duidelijk uit, schrijf dus op wat jij bijvoorbeeld verstaat onder “Beleefd zijn”

Stap 4: Bereid een mindmap voor. Hierin leg je met z’n tweeën uit wat jullie gedragsregels zouden zijn. Maak gebruik van afbeeldingen/foto’s om jullie lijst kracht bij te zetten.

Stap 5: Voeg je mindmap toe aan je PPP (vorige opdracht).

1.2 EEN ACTIVITEIT ORGANISEREN

Organiseren, hoe doe je dat?

Een activiteit organiseren

 

Iets organiseren kan iedereen. Maar tussen organiseren en goed organiseren zit een heel groot verschil. Onderstaande informatie gaat over hoe je een activiteit GOED organiseert, dus waar je allemaal aan moet denken en hoe je te werk gaat.

Algemene gegevens

Bij het organiseren van een activiteit krijg je te maken met 7 W’s:

  • WAAROM, om welke reden(en) wil je een activiteit organiseren?
  • WIE, voor wie, welke leeftijd organiseer je deze activiteit?
  • WAT, welke activiteit ga je organiseren?
  • WAAR, op welke plaats/accomodatie ga je de activiteit organiseren?
  • WANNEER, op welke dag/dagdeel en welk tijdstip organiseer je de activiteit?
  • WELKE, op welke manier organiseer je een activiteit?
  • WAT DAARNA,wat gebeurt er na afloop van de activiteit?

Zoals je al gemerkt hebt zijn het allemaal vragen. Als je een activiteit wilt organiseren moet je deze 7 vragen beantwoorden. De stappen Wie, Wat en Waarom heb je de vorige keer al beantwoord, daarna ga je verder met de overige W’s. Lees onderstaande tekst zorgvuldig door.

WAAROM? Waarom wil je een activiteit organiseren? Om welke reden(en) kies je: bijvoorbeeld ter gelegenheid van een jubileum, een wedstrijd, een evenement of iets dergelijks. Naar aanleiding van de gevonden reden(en) bepaal je wat voor een activiteit je gaat organiseren.

WIE? Voor wie, welke leeftijdsgroepen wil je een activiteit gaan organiseren?

WAT? Wat voor een activiteit ga je organiseren? Dit heeft te maken wat voor een doelgroep c.q. leeftijdsgroep je voor ogen hebt. Bijvoorbeeld voor een groep jongeren organiseer je een dropping of Kartactiviteit, en geen Kienavond etc.

WAAR? Als je weet wat voor een activiteit voor wie gaat organiseren moet je gaan plannen waar je deze activiteit kunt gaan houden. Houd hierbij rekening met de doelgroep. Bijvoorbeeld: voor een activiteit van een groep kleuters geen accommodatie die moeilijk bereikbaar is.

WANNEER? Als de accommodatie naar jouw idee prima is voor de activiteit en redelijk tot goed bereikbaar is, moet je de dag gaan bepalen wanneer de activiteit gehouden wordt. En wanneer op de dag. Je moet rekening houden met:

  • Schoolvakanties
  • Wintersportvakanties van de ouders (voorjaarvakantie)
  • Beschikbaarheid van de accommodatie zelf
  • Grote activiteiten van andere clubs (als er een feesttent in het dorp/wijk staat waar een muziekband komt ga je niet een discoavond organiseren. Als het Nederlands elftal speelt tijdens WK weet je ook dat er vele niet zullen komen.)
  • De activiteit op zich; een Kerstdisco organiseer je in december en niet in januari!
  • Voorbereidingstijd die je nodig hebt. Soms reken je vooruit. Maar wanneer het bijvoorbeeld over een kerstdisco staat, staat de datum vast en reken je juist van die datum terug naar wanneer je wat moet doen.

WELKE manier? Hoe en op welke manier ga jij deze activiteit op dat tijdstip in die accommodatie met deze groep mensen organiseren? De eerste vijf W’s zijn snel te beantwoorden. Maar hoe je de activiteit gaat organiseren gaat niet zo snel. Daar komt veel meer bij kijken! Dit wordt uitgebreid behandeld in de onderdelen “de organisatie vooraf” en  “de organisatie van de activiteit zelf”.

WAT DAARNA? Als de activiteit afgelopen is, is de organisatie nog niet afgelopen. Want er moet nog opgeruimd worden, maar het nabespreken (evalueren) van de activiteit is eigenlijk nog belangrijker. Waarom? Omdat je naar aanleiding van de genoemde punten uit de evaluatie weer kunt leren voor een volgende keer.

  • De organisatie vooraf (planning en voorbereiding)
  • De organisatie van de activiteit (realisatie)
  • De organisatie na afloop (evaluatie en succesverhaal delen)

Bovenstaand is de logische volgorde om een activiteit te organiseren.

Na de “algemene gegevens” wordt de “organisatie van de activiteit” beschreven. Deze keuze is gemaakt om je een indruk te geven van de inhoud van de activiteit. Zodat eerst de inhoud van de activiteit duidelijk is en pas daarna wordt de voorbereiding van de activiteit beschreven en komt ook duidelijk over. In werkelijkheid begin je bij het begin dus bij “de organisatie vooraf”.

 

  1. DE ORGANISATIEVOORAF

 

Planning en voorbereiding zijn hierbij de trefwoorden. Je moet ruim van tevoren beginnen om alles op tijd klaar te krijgen!

 

Kijk het onderstaande filmpje.
Alles valt of staat bij een goede voorbereiding!
Zorg dat je deze stappen één voor één afwerkt!

Hoe organiseer je een event?

In het filmpje worden 8 stappen beschreven.

Open onderstaand bestand en zet de 8 stappen in de tabel!

De locatie verkennen

Wanneer je een evenement gaat organiseren is het belangrijk dat je een goede locatie kiest. Veiligheid, grootte, overlast en facilitaire voorzieningen zijn belangrijke onderwerpen waar je van te voren over na moet denken.

De opdracht

  • Ga met jouw aangewezen groep op locatie kijken.
  • Open onderstaand document.
  • Beantwoord de onderstaande vragen in tweetallen.

 

Je idee verkopen

‘Je idee verkopen met een pitch’

Wat is een pitch?

Een pitch, of, met de volledige naam “elevator pitch” is een boodschap van een minuut. Het is de bedoeling dat je binnen deze tijd je werk of idee zo duidelijk onder woorden kunt brengen dat de andere partij op zijn minst zeer geïnteresseerd is geraakt. Uiteraard ben je in het verhaal eerlijk en oprecht. Het idee stamt uit Amerika. Er is berekend dat je, als je samen met iemand anders in de lift staat op weg naar de bovenste verdieping, ongeveer een minuut hebt om je verhaal te vertellen. Je moet je dus beperken tot de belangrijke punten. Zorg daarnaast ervoor dat je jezelf blijft en straal zelfvertrouwen uit.

 

 

Tips:

• Begin met een “ijsbreker” om interesse te wekken

• Vertel niet te veel, maar zeker ook niet te weinig

• Gebruik gewone taal. Vermijd vakjargon en afkortingen

• Vertel je verhaal met zekerheid: vermijd woorden als “misschien”, “eventueel”

• Wees altijd beleefd.

• Maak je zinnen niet te lang, en haal op tijd adem

• Probeer (positief) op te vallen, dan blijft je verhaal langer hangen

• Bereid je pitch goed voor, maar dreun hem niet op, en lees hem niet voor vanaf een briefje.

• Zorg ervoor dat je enthousiast en sprankelend overkomt, alsof je je verhaal nu voor het eerst verteld.

• Wees eerlijk! Spiegel mensen geen dingen voor die je achteraf niet kunt bieden.

 

Opdracht

  • Bereid in tweetallen een Pitch voor van maximaal 3 minuten. Daarin vertel je kort en krachtig waarom de opdrachtgever voor jouw idee moet kiezen.
  • Hierbij maak je gebruik van Powerpoint, Prezi of een ander digitaal middel. Gebruik hierbij de antwoorden en foto’s uit de voorgaande opdrachten.
  • De pitch wordt beoordeeld m.b.v. onderstaand schema.

 

Succes!

 

Organiseer een sportdag!

In deze opdracht werk je als medewerker van Ravelijn Sports. Je doet zowel werkzaamheden in de voorbereiding als in de uitvoering van een sportdag. Je maakt een draaiboek voor een sportdag tijdens het evenement en presenteert dit aan je leidinggevende.
Je maakt een informatiepakket dat naar de opdrachtgever opgestuurd kan worden.
Je werkt in tweetallen.

 

Waar moet de opdracht aan voldoen?

De presentatie aan jullie leidinggevende en het programma moet aan de volgende eisen voldoen:

  • Er is een kloppend draaiboek.
  • Jullie vertellen enthousiast over het programma dat jullie bedacht hebben.
  • Jullie kunnen de sporten en spellen duidelijk uitleggen.
  • Het programma is geschikt voor de doelgroep.
  • Het programma is gevarieerd.

 

Het informatiepakket voor de opdrachtgever bevat:

  • een duidelijke brief waarin je het pakket aanbiedt aan de opdrachtgever;
  • een voorstel van het dagprogramma (inclusief tijden);
  • een schema met teamindeling;
  • een roulatieschema;
  • een poule en scoreformulier (indien van toepassing);
  • een voorstel voor prijzen voor de winnaars.

 

Wat kun je en wat weet je na deze lesbrief?

  • Je weet wat het verschil tussen regelen en organiseren is.
  • Je weet welke vaardigheden je nodig hebt om te kunnen regelen en organiseren.
  • Je weet wat de onderdelen van een draaiboek zijn.
  • Je kunt in stappen denken bij regelen en organiseren.
  • Je kunt reflecteren op de vaardigheden die je nodig hebt bij regelen en organiseren.
  • Je kunt aangeven of organiseren bij je past.
  • Je kunt aangeven of regelen bij je past.
  • Je kunt een draaiboek schrijven.
  • Je kunt een informatiepakket samenstellen.
  • Je kunt de inhoud van de sportdag enthousiast presenteren.

 

Welke stappen moet je doorlopen?

 

Stap 1: Oriënteren

 

 

 

 

Verzamel informatie over het regelen en organiseren van een sportdag.

Geef aan welke eigenschappen en vaardigheden je inzet.

Brainstorm over het regelen en organiseren van een sportdag.

Stap 2: Voorbereiden

Maak je planning.

Oefen met roulatieschema’s of doordraaisystemen.

Oefen met scores en poules.

Kies sport en spellen en oefen met uitleg geven.

Bekijk draaiboeken.

Bereid je presentatie voor.

Stap 3: Uitvoeren

Maak het informatiepakket.

Maak het draaiboek.

Oefen je presentatie.

Stap 4: Afronden en evalueren

Geef je presentatie.

Bedank je klasgenoot voor de samenwerking.

Kijk terug op wat je gedaan hebt.

 

 

 

Onderdeel 6 van het bovenstaande plaatje:

Hoe maak je een draaiboek voor je evenement?

Een gedetailleerd draaiboek voor je evenement is onmisbaar. Maar hoe begin je er nu precies aan?

 

Een goed draaiboek beschrijft:

  • Wat er gaat gebeuren
  • Wie er wat en wanneer moet organiseren
  • Wat er van alle teamleden wordt verwacht
  • Budget en kosten
  • Evaluatie

 

Drie redenen om een draaiboek in te voeren

  1. Je feesten/activiteiten organiseren wordt makkelijker: je denkt aan alle stappen want ze staan in je draaiboek!
  2. Activiteiten zijn niet meer afhankelijk van één persoon.
  3. Het helpt je om alles af te vinken. Een voldaan gevoel na afloop is het resultaat.

Die evaluatie vergeten we vaak. Maar vaak is er aan het eind van een feest genoeg te evalueren. “Dit moet de volgende keer anders!” kan gelijk in het draaiboek meegenomen worden.

 

Begin met een ruwe timing van je evenement

 

In je uitnodiging heb je jouw gasten al verteld wat het programma is en hoe laat ze verwacht worden. Deze timing kun je gebruiken voor een eerste aanzet voor je draaiboek.

Plaats het programma als rode draad in je draaiboek en begin daarrond te werken.

Hoe laat verwacht je jouw personeel?

Wanneer is de briefing? (zoek het woord briefing nog even op,…..).

Hoe laat komen de hapjes of serveer je de drankjes?

Het zijn slechts enkele vragen die je moet beantwoorden in het draaiboek.

Draaiboek maken: wie doet wat en van wie komt er hulp?

Een evenement organiseer je nooit zonder een beroep te doen op partners of leveranciers. Denk maar aan het geluid, de catering, een ontvangstcomité  of het ophangen van de jassen. .

Ga in je mailbox op zoek naar de concrete afspraken en vertaal deze naar je draaiboek.

  • Hoe laat komen je leveranciers of partners aan?
  • Wanneer moet wie klaarstaan?
  • Wie kunnen ze bellen bij problemen?

Merk je dat hier nog geen duidelijke afspraken over gemaakt zijn?

Zet dat dan alsnog in jouw draaiboek.

 

Wil je graag een voorbeeld voor je draaiboek? 

https://www.lerenleukermaken.nl/wp-content/uploads/bsk-pdf-manager/2018/02/Draaiboek.pdf

 

Wie is er verantwoordelijk (de baas),

Hoe je het ook draait of keert, een evenement run je nu eenmaal niet in je eentje. Het is onmogelijk om overal tegelijk te zijn.

  • Verdeel de verantwoordelijkheden onder enkele collega’s. Organiseer je een congres? Maak dan iemand verantwoordelijk voor het vlot verloop van de sprekers. Deze persoon zorgt ervoor dat de sprekers op tijd staan waar ze moeten staan en houdt hun tijd in het oog. Heb je een grote gastenlijst? Zorg dan dat er iemand is die de hostessen kunnen aanspreken wanneer iemand komt opdagen zonder ticket of niet op de lijst staat.
  • Per onderdeel vermeld je duidelijk wie voor wat verantwoordelijk is. Zo weet iedereen duidelijk wat zijn taak is en worden bij problemen meteen de juiste mensen gecontacteerd.

Zorg voor contactgegevens

Wanneer je mensen aanduidt in je draaiboek is het ook belangrijk om hun contactgegevens te vermelden. Het zorgt ervoor dat je de dag zelf iedereen makkelijk kunt opbellen. Zo hoef je niet door duizenden mails te scrollen op zoek naar dat telefoonnummer van die ene leverancier. Je kan ook een apart blad maken met alle telefoonnummers dat je uitdeelt of ophangt voor al je medewerkers.

 

Communiceer over het draaiboek van je evenement

Is je draaiboek af? Stuur het dan naar iedereen die betrokken is.

  • Doe dit niet één dag van te voren, de kans is dan groot dat niet iedereen het gelezen heeft. En als je dan nog feedback krijgt, is het té ‘last minute’ om nog grote veranderingen door te voeren.
  • Wat wel een goede termijn is? Minstens vijf werkdagen voor de aanvang van je evenement. Zo heeft iedereen voldoende tijd gehad om het document door te nemen en kun je eventuele feedback nog verwerken en aanpassen.
     
  • Zorg op je evenement ook voor enkele uitgeprinte versies zodat je er altijd op kunt terugvallen.

 

Een sportdag is een hele leuke manier om elkaar goed te leren kennen en lekker bezig te zijn! Je kunt een sportdag organiseren voor een grote organisatie, een bedrijf, een school, een vereniging of een gezellige familie, als je maar een leuke groep mensen bij elkaar hebt! Maar een sportdag organiseren is nog niet zo gemakkelijk. Jullie gaan erbij helpen en gaan uitleggen in een paar stappen hoe je een super sportdag organiseert!

Waar moet je beginnen?

Stap 1: Doelgroep
Voordat je een evenement of sportdag organiseert is het belangrijk om te weten voor wie je de dag organiseert. Zijn het basisschool leerlingen, tieners, volwassenen, hebben ze een sportieve achtergrond of juist niet? Je doelgroep bepaalt hoe de dag er uit komt te zien. Als je groep uit heel veel verschillende personen bestaat waarbij de ene helft erg sportief is maar de andere helft helemaal niet, houdt hier dan rekening mee bij het uitzoeken van je sportieve onderdelen.

Stap 2: Hoeveel deelnemers zijn er?
Als je weet voor wie je het evenement of de sportdag organiseert, dan weet je als het goed is ook hoeveel deelnemers er zijn. Het deelnemersaantal is erg bepalend voor de keuze van je locatie en de keuze van je sportieve onderdelen. Als je weet wie er mee doen, kun je ook alvast nadenken over een teamindeling. Strijden de teams tegen elkaar? Dan is het leuk om na te denken over een passende prijs of beloning.

Stap 3: Locatie
Heb je een grote locatie nodig of kan het ook op een wat kleinere locatie? Dat weet je pas als je weet hoeveel deelnemers er zijn. Je kunt ook nadenken over een indoor of outdoor locatie. Het weer in Nederland is onvoorspelbaar, houdt daar ook rekening mee als je een locatie uitkiest. Je kunt kiezen voor een eigen locatie en daarmee de kosten laag houden, soms is een locatie huren ook een optie. Mocht je gebruik willen maken van (een gedeelte) van de openbare ruimte, check dan even of je een vergunning nodig hebt. Mogelijke locaties zijn: lokale sportvelden, gymzaal van een school, een park of grasveld in de buurt, een buurthuis, de camping etc.

 

 

 

 

Stap 4: Bepalen van de Sportieve onderdelen en uitdagingen
Je weet nu wie er mee doen, hoeveel personen er zullen zijn (en hoeveel teams) en waar het evenement zal plaatsvinden. Nu begint het leukste gedeelte! Je mag bepalen welke sportieve onderdelen en uitdagingen je wilt inzetten. Hieronder geven we een aantal suggesties, maar je kunt natuurlijk ook op internetpagina’s rondkijken voor leuke onderdelen.

A.      Organiseer een Zeskamp
Een zeskamp is een sportieve wedstrijd waarbij er tussen twee of meerdere teams gestreden wordt om de overwinning. Er moeten zes verschillende sportieve onderdelen gewonnen worden om met de prijs naar huis te gaan. Stel een spellenpakket samen waarmee je gemakkelijk een zeskamp kunt organiseren. Je kunt natuurlijk ook zelf een aantal spellen en attracties huren om een complete zeskamp te organiseren.

 

 

 

 

 

B.      Een zeskamp voor de kleintjes
Wil je het allemaal iets rustiger houden maar toch een leuk competitie gevoel creëren? Denk hierbij bijvoorbeeld aan: Zaklopen, kegelen, blikgooien, ringwerpen, koe ballen gooien of de tractor spiraal. Deze spellen zijn leuk, gemakkelijk op te bouwen en op te ruimen, en de kinderen hebben de tijd van hun leven!

 

 

 

 

 

C.      Een voetbal dag
Voetbal is misschien wel de meest populaire sport van Nederland. Er zijn maar liefst 3200 voetbalclubs in Nederland. En in iedere klas zitten wel kinderen die graag deze sport spelen. Zelfs als ze niet bij een vereniging voetballen vinden ze het nog leuk. Het is dus geen gek idee om voetbal een grote rol te laten spelen tijdens je sportdag.

 

 

 

 

 

 

Nog een paar tips om een super sportdag te organiseren!

1.       Sommige teams zijn slim, andere zijn sterk. Zorg dat je een goede balans vindt tussen onderdelen die met kracht en fitheid te maken hebben en onderdelen die gaan over inzicht en slimheid. Ook samenwerking is belangrijk om in de onderdelen te betrekken.

2.       Soms is het ook leuk als een Sportdag niet alleen om winnen gaat, maar ook om grenzen verleggen. Zo kun je ook voor (Sportieve) onderdelen kiezen die je normaal nooit doet, hierbij kun je denken aan een klimtoren. Dit is een spannende uitdaging en veel kinderen hebben dit nog nooit eerder gedaan.

 

 

 

 

 

3.       Huur een Stormbaan als echte eyecatcher. Een stormbaan is een bijzonder luchtkussen met verschillende obstakels. Je kunt er gemakkelijk een race van maken tussen twee personen. Om een stormbaan lastiger te maken kun je er ook voor kiezen om deelnemers aan elkaar vast te binden of om de baan nat te maken. Dat zorgt voor wat extra voorbereiding, maar een uitdaging zal het zeker zijn.

4.       Denk van te voren goed na over het beschikbare budget. Dit voorkomt dat je later tijdens de organisatie voor problemen komt te staan.

5.       Bepaal van te voren de spelregels en communiceer deze ook duidelijk aan de deelnemers. Niets is zo vervelend als discussie achteraf over wie nou eigenlijk de winnaar is.

6.       Heb je genoeg hulp en begeleiders? Bij ieder sportief onderdeel moet eigenlijk een scheidsrechter of begeleider staan om de spelregels uit te leggen en toezicht te houden. Ook is het een goed idee als er hulp ingeschakeld kan worden voor het op en afbouwen van de verschillende spel onderdelen.

7.       Maak een spelschema. Zeker met veel deelnemers is dat belangrijk. Welk team moet naar welk onderdeel toe? Strijden alle teams een keer tegen elkaar? Worden alle onderdelen gespeeld?

 

Stap 5: Maak een draaiboek van jullie sportdag

Je gaat nu het informatiepakket voor de opdrachtgever en het draaiboek voor jullie leidinggevende maken. Kijk voordat je begint nog eens goed naar de eisen van de opdracht die aan het begin van de lesbrief staan.

Informatiepakket voor de opdrachtgever samenstellen

Het informatiepakket dat jullie samenstellen voor de opdrachtgever moet er perfect uitzien. Je wilt tenslotte deze klant binnenhalen. Jullie hebben met allerlei opdrachten geoefend: schema’s maken, sporten en spellen opzoeken en uitleggen. Ook hebben jullie allerlei draaiboeken bekeken. Nu gaan jullie alle ideeën, die jullie zijn tegengekomen tijdens de oriëntatie en voorbereiding, uitwerken voor jullie sportdag.

  1. Overleg hoe de dag er komt uit te zien.
  2. Welke sporten en spellen gaan jullie aanbieden? Maak hiervan een tijdschema. Denk ook aan het indelen van pauzes.
  3. Bespreek uit welke onderdelen het pakket voor de opdrachtgever in elk geval moet bestaan. Voegen jullie nog extra zaken toe?
  4. Verdeel de onderdelen van het informatiepakket. Wie maakt wat? Noteer alles duidelijk en spreek af wanneer het klaar moet zijn.

Draaiboek voor jullie leidinggevende maken

Jullie leidinggevende wil graag een kloppend draaiboek ontvangen. Jullie weten nu hoe de sportdag er uit komt te zien.

  1. Overleg welke onderdelen in jullie draaiboek komen. Let op! Denk aan het volgende. Stel je voor dat jullie ziek zijn op de dag dat de sportdag wordt gehouden. Een collega neemt jullie taak dan over. Maak het draaiboek zo dat voor de collega alles meteen duidelijk is.
  2. Maak het draaiboek.

Welke stappen moet je doorlopen?

Stap 1: Oriënteren

Verzamel informatie over het regelen en organiseren van een sportdag.

Geef aan welke eigenschappen en vaardigheden je inzet.

Brainstorm over het regelen en organiseren van een sportdag.

Stap 2: Voorbereiden

Maak je planning.

Oefen met roulatieschema’s of doordraaisystemen.

Oefen met scores en poules.

Kies sport en spellen en oefen met uitleg geven.

Bekijk draaiboeken.

Bereid je presentatie voor.

Stap 3: Uitvoeren

Maak het informatiepakket.

Maak het draaiboek.

Oefen je presentatie.

Stap 4: Afronden en evalueren

Geef je presentatie.

Bedank je klasgenoot voor de samenwerking.

Kijk terug op wat je gedaan hebt.

Een zakelijke email maken

http://maken.wikiwijs.nl/158472/zakelijke_email_maken

Eindopdracht

1.3 FACILITAIRE WERKZAAMHEDEN

https://maken.wikiwijs.nl/172995/Facilitaire_zaken

1.3.1 Koken

Instructiefilmpjes

Handen wassen

Hoe werkt een oven?

Bakken in een pan

Hoe gebruik je een koksmes

Een ui snipperen

Hoe hak je verse kruiden fijn?

Hartige muffins

de basisprincipes

Basisprincipe koken

Bakken

bakken

blancheren

Hoe blancheer je groente?

gerechten afwerken

Gerechten opmaken

apparatuur en gereedschap voor dranken

Opdracht Koken doe je zo!

Afbeeldingsresultaat voor 24 kitchenR@velijn Kitchen

Koken doe je zo!

Kook voor je ouders!
De opdracht is om een hoofdgerecht te bedenken. Dit gerecht ga je maken voor je ouders (en broertjes en zusjes). Het gerecht moet makkelijk te maken zijn en je ouders moeten het lekker vinden. Ook moet het niet te duur zijn . Je moet dus creatief zijn! Ook moet het gezond zijn! Het gerecht moet passen bij een gezonde levensstijl. Overleg het gerecht ook eerst met je ouders!!!
De frituurpan mag NIET gebruikt worden!!

Waarom deze opdracht?
De handelingen die bij het koken horen zijn onderdeel van het examen D&P.
Hieronder in het schema is te zien waar je op afgetoetst kan worden tijdens het examen D&P.

De Opdracht

Wat is een gezonde levensstijl ?
Een gezonde levensstijl  zorgt ervoor dat je als persoon goed in je vel komt te zitten, zowel geestelijk als lichamelijk, en kan zelfs (chronische) ziektes helpen voorkomen. Een gezond leefpatroon bestaat niet alleen uit goed eten en bewegen. Ook een balans tussen werk en ontspanning en een goede nachtrust is belangrijk.

Opdracht 1 : Het Recept schrijven
Ontwerp een gerecht. Zoek hiervoor een bestaand recept op het internet of probeer creatief te zijn door zelf het recept te schrijven.

Opdracht 2: Inkooplijst
Maak een boodschappenlijst met de producten die je nodig denkt te hebben uit de winkel. Vermeld erbij wat het kost (zoek dit op!) (ga naar de site van de Jumbo bijvoorbeeld!)
Het gerecht mag maximaal 12,50 kosten. Als je nog producten in de kast heb staan kan je die ook gebruiken. Zoek wel op wat deze producten kosten en schrijf deze toch op je boodschappenlijstje.

Opdracht  3: Lijst met Benodigdheden
Maak een lijst met keukenapparatuur en die je wilt gebruiken bij het maken van je gerecht.

Opdracht  4 : Promotie
Bedenk een naam voor je gerecht. En ontwerp een menukaartflyer met daar op de ingrediënten van jouw gerecht. En natuurlijk hoe je het gerecht gemaakt hebt. De flyer maak je in Microsoft Word of Microsoft Publisher en mag maximaal 1 a-4/a-5 zijn. Print hem uit en lever hem in bij je docent.

Opdracht  5: Maak een schoonmaakplan
Het is belangrijk na het maken van het gerecht dat de keuken weer schoon gemaakt wordt. Maak een overzicht wat je allemaal gaat schoonmaken in de keuken.

Opdracht 6: Kook het gerecht voor je ouders
Kook het gerecht in je eigen keuken thuis. Film alle handelingen die je doet met je iPad of telefoon. (dit filmpje ga je later zelf monteren). Met handelingen bedoelen we: Snijden, koken, wassen, schillen, kruiden, roeren, bakken, verwarmen. Kortom alles. Net zoals in een kookprogramma. Vertel terwijl je het doet, wat je aan het doen bent.
Zorg dat je de juiste kleding draagt, zoals een schort zoals een echte kok bijvoorbeeld!

Opdracht 7: Dek de tafel
Pak het stappenplan van de etiquette van het dekken van een tafel en dek
de tafel. Zorg dat de tafel ook in beeld staat, en voorkomt in je filmpje!

Opdracht 8: Presenteer het gerecht aan je ouders.
Serveer het gerecht aan je ouders. Voordat je het op tafel zet vertel wat het is, wat er in zit en hoe je het gemaakt hebt. Wens ze netjes eet smakelijk, en eet zelf natuurlijk mee.

Opdracht 9: Opruimen
Ruim de tafel af, doe de afwas, en maak de keuken schoon. Zet alle spullen die je gebruikt hebt weer op de juiste plaats terug.

Opdracht 10: Monteren van het filmpje
Kies een programma uit waarin je het filmpje kan bewerken (Windows Moviemaker bijvoorbeeld). Het filmpje en de inhoud ervan moet aan de onderstaande eisen voldoen

 

De Etiquette van het tafeldekken

Hoe hoort de tafel gedekt te worden?

 

 

Bestek

Voor het juist neerleggen van het couvert zijn er een aantal gouden regels.

  • Werk van buiten naar binnen, het bestek dat je het eerst gebruikt ligt aan de buitenkant;
  • Messen en lepels rechts, vorken links, dessertbestek boven;
  • Zorg dat de snijzijde van het mes naar binnen gericht is;
  • En dat de onderkanten van het bestek netjes uitgelijnd zijn.

 

Op de afbeelding staan van links naar rechts een saladevork, dinervork, dinermes, theelepel en een soeplepel. Boven het bord liggen een dessertlepeltje en een taartvorkje.
Let erop dat het bestek goed schoon en gepoetst is!

Borden
In het midden staan de borden van groot naar klein opgestapeld, op twee vingers van de rand van de tafel.
Het kleinste bord dient voor de salade. Het hoofdgerecht kan op een voorverwarmd bord apart geserveerd worden. Erg mooi is een groot onderbord in de stijl van de tafel.

Links bovenin staat een klein bordje voor het (stok)broodje vooraf, met een botermesje.

Glazen
De glazen staan rechts bovenin. Op de afbeelding staan van links naar rechts glazen voor water, rode wijn en witte wijn. Rechts onderin staat het koffie- of theekopje, welke pas worden neergezet tijdens het dessert.

Servet
Serveer je soep, dan ligt het servet links naast de vorken. Anders kan het servet op het bord neergelegd worden. Het servet kan mooi gevouwen of in een servetring gerold worden.

Hoe wordt het cijfer van het koken berekend?  
Totaal aantal punten te behalen: 20
Cijfer = aantal punten gedeeld door 2. punt
Vooraf heb je aan de docenten jouw menu (voor- en hoofdgerecht) doorgegeven en je hebt toestemming om te beginnen 1
Het filmpje duurt maximaal 4 minuten 1
Recept is  duidelijk vermeld (bv. met een foto of door het op te lezen) 1
Ingrediënten zijn duidelijk vermeld (met hoeveelheid in gram/ kop etc.) 1
duidelijk is hoeveel jouw menu ongeveer kost a.h.v. kostenplaatje 1
Er is een beginscherm met een titel en je naam en een muziekje onder de eerste 5-10 seconden 1
Er is een eindscherm met je naam en ‘bedankt voor het kijken’ en een muziekje onder de laatste 5-10 seconden 1
je laat creativiteit zien bij de garnering/ opmaak van het bord 1
gezond en past binnen een gezonde levensstijl 1
Je handelingen zijn allemaal zichtbaar in het filmpje. Snijden, koken, wassen, schillen, kruiden, roeren, bakken, verwarmen. Kortom alles. Net zoals in een kookprogramma. 1
Te zien is dat jij zelf de handelingen verricht!
de hygiëne- maatregelen heb je gevolgd en dat is ook zichtbaar 1
het filmpje is in de juiste volgorde gemaakt, dus eerste handeling eerst 1
de tafel zelf op de juiste wijze gedekt hebt (waar hoort wat) 1
voldoende gepaste kleding voor in de keuken 1
het gerecht serveert aan je ouders/ vriend/ buurman/ vriendin of andere gast(en) 1
Uitleg geeft hoe je het gemaakt hebt en welke ingrediënten er in je gerecht zitten. 1
De kwaliteit van het filmpje is voldoende en is aantrekkelijk om naar te kijken 1
Ergens in het filmpje is een menukaart opgenomen 1
het afruimen van de tafel en de afwas  is zichtbaar en we zien ook dat jij dit doet (bij de vaatwasser zien we het inruimen)  1
Moeilijkheidsgraad  (moeilijke gerechten leveren tot 1 punt meer op) 1
   
Aantal punten: 20
                                                                                                                                                  Cijfer:  

1.4 VEILIGHEID EN MILIEU

Wetten

Wetten, regels en verordeningen.

In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) staat de gemeentelijke regelgeving op het gebied van openbare orde en veiligheid. Elke gemeente heeft een eigen APV. Deze kunt u meestal vinden op de gemeentelijke website. De APV geldt voor iedereen binnen de gemeente.

De volgende zaken kunnen in dit geval van belang zijn:

 

Stap 1: bekijk het volgende filmpje:

 

Evenementen vergunning
Organiseert je een evenement op een plaats die toegankelijk is voor publiek? Dan heb je mogelijk een evenementenvergunning van de gemeente nodig. Soms is een melding voldoende. Het gaat onder andere om:

 

Het evenementenbeleid

Het evenementenbeleid geeft aan wat er in een plaatselijk beleid wel en niet mag als het gaat om evenementen.

 

Stap 2: Bekijk de website met de volgende link:

Evenementenbeleid_gemeente_Steenbergen

 

Stap 3: Beantwoord de volgende vragen:

Brandveiligheid

Brandveiligheid bij evenementen

 

Voor elk evenement, een buurtfeest, festival, circus, braderie of manifestatie, gelden regels voor de organisatie. Vaak is een vergunning van uw gemeente nodig. Bij de aanvraag zijn in ieder geval gegevens nodig over het soort evenement, het aantal te verwachten bezoekers en de eventuele plaatsing van tenten en tribunes. Het is gebruikelijk dat de gemeente de vergunningaanvraag voor advies doorstuurt naar de brandweer, die hem toetst op de brandveiligheidseisen.  Eisen waarop de brandweer een aanvraag toetst zijn onder andere:

 

  • De doorrijbreedte voor brandweervoertuigen is tenminste drie en een halve meter.

     

  • Als een straat moet worden geblokkeerd, gebeurt dit in overleg.

     

  • De minimale doorrijhoogte is vier meter.

     

  • Rond brandkranen wordt een meter vrijgehouden.

     

  • Brandkraanbordjes blijven zichtbaar.

     

  • Aansluitingen voor droge blusleidingen worden vrijgehouden.

     

  • Toegangen tot belendende percelen worden niet geblokkeerd.

     

  • Gewone uitgangen en nooduitgangen van bioscopen, cafés en dergelijke worden vrijgehouden.

     

  • De begin- en eindtijd van het evenement worden op aanvraag aangegeven.

     

  • Voor de doorvaart van de blusboot (als van toepassing) wordt vijf meter vrijgehouden.

 

Opdrachten:

Maak onderstaande opdrachten over brandveiligheid en sla het document op.

https://www.youtube.com/watch?v=XFNRChFcdeI
Een veilige vluchtweg.....in dit filmpje zitten veel elementen die in het proefwerk voorkomen!

 

 

 

 

Calamiteiten bij evenementen

Stap 1: Verdeel de onderstaande onderdelen onder de klas
Je moet werken in groepje, dit onderdeel is voor een cijfer!

1. Calamiteiten
2. Sanitair en Hygiënezorg
3. Veiligheid
4. Wet van de geluidshinder
5. Verkeersmaatregelen
6. Vuurwerkbesluit
7. Drank- en horecawet en bierverordening en Wet op de kansspelen

Stap 2: Onderzoek alles omtrent jouw onderwerp voor het evenement.

Stap 3: Maak een moodboard met jouw informatie voor het evenement van
Formaat: 1 A3

Stap 4: Geef met je groepje een presentatie over jouw onderdeel van maximaal 3 minuten. Doe dit in PowerPoint.
Maak gebruik van plaatjes, foto’s of filmpjes.

 

 

1. Calamiteiten:

Er kan ook van alles gebeuren. Wat doe je met calamiteiten? Als er een calamiteit plaatsvindt, waar laat je dan alle gasten naartoe gaan?

 

 

Er bestaat ook een bordje, wat je op kan hangen. Dat bordje betekent dat de gasten zich daar moeten verzamelen als er iets misgaat. Wellicht een idee een dergelijk bord te bevestigen? Goed zichtbaar natuurlijk!

Weet je dat? is het voor jou belangrijk om te weten waar het dichtstbijzijnde ziekenhuis is? Kruis het juiste antwoord aan:

  • Ja, want als er iets ergs gebeurt met 1 van de gasten, dan moeten we weten waar we naartoe moeten
  • Nee, want als het echt ernstig is, dan komt er wel een ambulance naar het strand
  • Nee, want we kunnen niet autorijden, dus aan ons hebben ze toch niets.

 

2. Sanitair en hygiënezorg

Als er veel mensen op het evenement zijn, zullen zaken als een wc ook geen overbodige luxe zijn. Hoe kan je dat organiseren? Maak een lijstje met mogelijke calamiteiten en kijk wat de oplossing zou kunnen zijn.

Denk aan brand, ongeval, botsing, muggen etc.

 

3. Veiligheid

Ken je de volgende veiligheidssymbolen en wat betekenen ze? Bedenk of je deze nodig zou hebben. Hoe kom je dan aan die bordjes en waar zou je ze hangen?

 

     

 

 

4. Wet van de geluidshinder

In Nederland zijn er, door het bepalen van normen, afspraken gemaakt over wat acceptabele geluidsniveaus zijn en wat niet. Deze normen zijn voor een aantal belangrijke bronnen of groepen van bronnen vastgelegd in de Wet geluidhinder. Dit is bijvoorbeeld het geval voor geluid afkomstig van wegen, spoorwegen, inrichtingen of vliegvelden. Voor burenlawaai zijn geen normen in de wet vastgelegd. Wanneer een wettelijke geluidsnorm wordt overschreden, is er sprake van een te hoge geluidsproductie. Of er ook sprake is van geluidshinder, hangt af van de beleving van de persoon die het geluid ervaart.

Zijn er mogelijkheden de geluidshinder te beperken of wellicht de buren vooraf te informeren?

 

5. Verkeersmaatregelen

Welke maatregelen moet je nemen om te zorgen dat het allemaal goed komt met je project. Denk hierbij aan:

  • Parkeermogelijkheden voor;
    • Auto’s
    • Fietsen
    • Scooters
  • Verkeersbordjes naar de event
  • Alles wat je zelf nog toe kan voegen!

 

6. Vuurwerkbesluit

Stel je voor dat we ook een vuurwerk willen organiseren. Wat zijn de regels en wetten waar we dan rekening mee moeten houden? Kan dat? Mag dat?

 

7. Drank- en horecawet en bierverordening  en de Wet op de kansspelen

Je wil een mogelijkheid bieden tot eten en drinken. Welke wetten zijn hieraan verbonden. Kijk de regelgeving rond drank- en horecawet en de bierverordening na. Wat kunnen wij in ons project wel of niet organiseren?

Willen we ook kansspelen toevoegen? Kijk wat kansspelen zijn en waar we ons dan aan moeten houden.

 

 

 

milieu en duurzaamheid

Kijk eerst het filmpje

 

We gaan aan de slag met duurzaamheid. 

 

https://www.youtube.com/watch?v=pUkFzrqdU7o&feature=youtu.be

Met dank aan Greenpeace, hebben we digitale lessen met uitwerkingen en beoordelen de leerlingen hoe duurzaam productieprocessen van hun voedsel zijn. Dit doen ze door te kijken naar mensenrechten, milieu en dierenwelzijn.

1.5 EXCEL 2020

1. Tabellen

Inleiding Excel

Excel is software die overal ter wereld gebruikt wordt. En dat komt omdat je in Excel je gegevens goed kunt ordenen, mooie grafieken kunt maken, maar vooral: omdat je in Excel kunt rekenen.

In het filmpje zie je dat Excel eigenlijk een rekenblad is met hokjes. Als je je cursor beweegt spring je van hokje naar hokje.

Je kunt de hokjes groter en kleiner maken of een kleurtje geven. Maar vooral kun je er in typen. Je kunt er tekst in zetten en getallen. Die tekst of getallen kun je opmaken: groter of kleiner maken, een kleur geven enzovoorts.

Maar het belangrijkste in Excel zijn de getallen. En met die getallen kun je in Excel rekenen.

Wat is een tabel?

Een tabel is een lijst met gegevens die netjes geordend zijn. Bijvoorbeeld een lijst van alle leerlingen in de klas, op alfabet. Of een lijst van alle cijfers die je behaald hebt. 

Een tabel kent rijen en kolommen.

Eén hokje in zo'n tabel noem je (in Excel) een cel.

In Excel kun je zo'n geordende lijst heel gemakkelijk maken.

OPDRACHT a: Tabel cijfers

  • Maak de tabel hierboven na in Excel. Denk erom dat je de kolommen breed genoeg maakt.
  • Sorteer daarna de tabel op alfabetische volgorde
  • Zorg dat de kopregel opvalt

Open het bestand hieronder om te zien hoe het moet.

OPDRACHT b: Tabel lengte

NODIG: 

  • Schrijf de namen van 15 van jouw klasgenoten op en gok daarbij wat hun lengte zou zijn (groter of kleiner dan jij en dan ongeveer, als je dit niet exact goed hebt, is dat niet belangrijk, het is een schatting/ een gok..
  • Schrijf alle namen en de lengtes in een tabel:
  • Maak nu zelf een tabel.
    • De eerste kolom geef je als kop ‘naam’
    • De tweede kolom geef je als kop ‘lengte in m’
    • In de eerste kolom zet je de namen van alle leerlingen
    • In de tweede kolom zet je hun lengte.
  • Maak de tabel netjes op. Denk aan de breedte van de kolommen, een kleurtje voor je kolomkoppen en het gebruik van randen.
  • Sorteer de tabel zodat de kortste leerling bovenaan staat en de langste leerling onderaan.

Noteren lengte

De lengte noteer je als een getal. Je zet in de cel alleen 1,52 en niet 1,52 m.

Zet je die m erachter dan raakt Excel in de war: Excel gaat er dan vanuit dat je tekst hebt ingetypt. Zet dus onder de kop ‘lengte in m’ alleen maar getallen.


Als je opdracht 1 goed hebt uitgevoerd, weet je hoe dit moet. Iets vergeten? Zoek het dan op in de handleiding van opdracht 1.

 

OPDRACHT c: Tabel schoenmaat

Verzamelen gegevens

  • Werk op dezelfde wijze als bij de bovenstaande opdracht.
  • Maak een Excel spreadsheet aan, sla het op
  • Vul  in kolom A de naam in.
  • Vul in kolom B de schoenmaat in.

 

Verwerken gegevens

  • Sla de gegevens nu onder je eigen naam op.
  • Zet een kopregel boven de gegevens, voeg lijnen toe om de cellen, en maak de tekst van de kopregel vet. Voeg bij de kopregel een achtergrondkleur toe.
  • Sorteer de gegevens zodat de leerling met de kleinste schoenmaat bovenaan staat.
  • Sla je wijzigingen op.

 

2. Formules

Vulgreep, kopiëren en formules

formule in excel

  • Je kunt een heleboel cellen tegelijk vullen met de vulgreep, het kleine vierkantje dat je rechtsonder ziet als je op een cel gaat staan. Excel denkt bij het vullen met je mee.
  • Je kunt ook de inhoud van cellen kopieren (net als in Word) met kopieren en plakken. Ook dan denkt Excel mee.
  • In Excel kun je formules maken. Een formule begint altijd met een = teken.

OPDRACHT 2a: tafels

a. Tafel  van 79

  • Maak de tafel van 79 in Excel.
  • Maak de kolommen breed of smal genoeg
  • Maak de tekst bovenaan vet
  • Geef de kop bovenaan een mooie kleur
  • Let op: in de kolom antwoord gebruik je een formule.
  • Typ niet alles in maar kopieer wat je nodig hebt of gebruik de vulgreep.
  • Kopieer ook je formule
  • Controleer of de antwoorden kloppen.


Tafel van 54301

Kun je nu in 10 seconden de tafel van 54301 maken?

  • Verander je tabel uit opdracht 3a zo dat je de tafel van 54301 krijgt.

Werken met + - * en /

Je hebt geleerd dat een formule in Excel altijd begint met =.

Je hebt ook gezien dat je in Excel kunt vermenigvuldigen door het sterretje * te gebruiken.

Je kunt in Excel op dezelfde manier ook aftrekken, vermenigvuldigen en delen.

OPDRACHT 2b: Rekenen

3. Grafieken

Grafiek maken in Excel

Grafiek in Excel

Grafieken zijn een goed hulpmiddel om gegevens in één klap duidelijk te presenteren. Er zijn verschillende soorten grafieken. De bekendste soorten zijn de kolomgrafiek, de lijngrafiek en het cirkeldiagram. In Excel kun je die grafieken gemakkelijk maken. In het filmpje zie je:

  • Gemakkelijk een grafiek maken
  • Werken met 'aanbevolen grafieken'
  • De opmaak van een grafiek aanpassen

OPDRACHT a: Bloedsuiker I

Antoinette meet een aantal weken haar bloedsuikersspiegel. Ze vult de scores elke keer in een spreadsheet in. Om de waarden te kunnen bepalen prikt ze iedere dag twee keer bloed: vóór het avondeten en ná het avondeten.

  • Open het excelbestand bloedsuiker. Je ziet dit bestand onderaan deze pagina.
  • In het excelbestand bloedsuiker vind je een tabel. Maak op basis van die tabel onderstaande grafiek.
  • Hoe het moet lees je in het pdfdocument bloedsuiker onderaan de pagina.

 

 

OPDRACHT b: Bloedsuiker II

In de vorige opgave heb je een kolomgrafiek gemaakt van de bloedsuikerspiegel van Antoinette. Je hebt alleen de bloedsuikerspiegel vóór het eten in de grafiek gezet. Je gaat nu verder met de grafiek die je hebt gemaakt in opgave 5.

  • Nu ga je de grafiek uitbreiden. Je gaat óók de bloedsuikerspiegel na het eten in je grafiek opnemen. Je gebruikt daarvoor een ander grafiektype: de gegroepeerde kolomgrafiek.
  • Hoe het moet lees je in het wordbestand onderaan deze bladzijde.
  • Als je klaar bent ziet je grafiek er ongeveer zo uit:

4. Soorten grafieken

Staafdiagram / kolomdiagram 1

Grafieken worden in veel vakken gebruikt, bijvoorbeeld in de biologie, economie en wiskunde. Er zijn diverse soorten grafieken. De drie meest gebruikte zijn het cirkeldiagram (soort taartgrafiek), kolomgrafieken/staafdiagrammen en lijngrafieken.

Niet ieder type grafiek is even geschikt voor ieder doel.

Belangrijk om te weten is dat de namen die Excel gebruikt voor de grafieken soms net even anders zijn dan bij wiskunde gebruikelijk is. 

Met een staafdiagram kun je onderzoeksresultaten onderling snel vergelijken. De staven staan los van elkaar.

 

In Excel vind je dit diagram onder het kopje ‘kolomdiagram’. Kies daaruit het juiste type. Afhankelijk van het aantal gegevensreeksen wordt steeds één of meer kolommen getoond.

Staafdiagram / kolomdiagram 2

In een samengesteld staafdiagram zijn er a.h.w. twee of meer staafdiagrammen in één figuur getekend. Daarbij kunnen de staven zowel naast als op elkaar getekend zijn. Staan ze op elkaar dan noem je dit ook wel een stapeldiagram. Je kunt op die manier in één oogopslag bijvoorbeeld resultaten uit verschillende jaren, resultaten per leeftijdsgroep e.d. met elkaar vergelijken.

 

n Excel vind je deze types grafieken onder de kolomgrafieken.

Lijndiagram

Een lijndiagram laat zien hoe een verschijnsel zich door de tijd heeft ontwikkeld.

Je ziet dat er verbindingsstreepjes tussen de meetpunten staan. Dat kan alleen bij continue gegevens. Als je groeit door de tijd, dan gebeurt dat continu. Je meet 1x per maand, maar je weet dat je ondertussen doorgroeit. Dan is een lijndiagram goed te gebruiken.

Krijg je 1x per maand een hoeveelheid geld en ertussendoor niets, dan is dat geen continu proces en kun je geen lijngrafiek gebruiken.

In Excel kies je voor 'lijndiagram'. 

Cirkeldiagram

Een cirkeldiagram geeft een goed beeld van een verdeling in percentages.

 

Ook in Excel heet dit een cirkeldiagram. Kies de vorm die jij het duidelijkst vindt:

OPDRACHT 4A: Welk grafiektype?

OPDRACHT 4B: hartslag

In de vorige opgave heb je de bloedsuikerspiegel weergegeven met staven (in Excel heet dat een kolomgrafiek of een gegroepeerde kolomgrafiek).

Je gaat nu een grafiek maken met een lijn. Je neemt ook meteen alle gegevens mee. 

5. Meer formules

Som, gemiddelde, minimum, maximum, tellen, tekst samenvoegen

Tot nu toe heb je gezien dat je met Excel kunt optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Er is echt nog veel meer mogelijk. Een paar van de meest gebruikte formules vind je hier.

Som, gemiddelde, maximum, minimum, aantal

Tekst samenvoegen

 

TIP: Excel kan bijna alles. We gaan hier maar een paar formules behandelen. Maar als je Excel iets wilt laten uitrekenen, kijk dan in het lint bij 'formules' en zoek zelf op welke formule je nodig hebt.

OPDRACHT 5A: Schaatsen

Tjibbe Lemstra is bezig met een nieuwe uitvinding: de Topschaats. Hij denkt dat op deze schaatsen een topschaatser gemiddeld wel een seconde per rondje sneller kan gaan dan op de huidige klapschaatsen en de vroegere Noren.

Hij gaat met zijn uitvinding naar het Thialf-stadion en laat in de loop van 3 weken een aantal topschaatsers  10 rondjes rijden op achtereenvolgens oude Noren, Klapschaatsen en zijn nieuwe uitvinding, de Topschaatsen.

De benodigde tijd over elke ronde van 400 meter wordt gemeten. De uitkomsten worden gemiddeld. De omstandigheden zijn uiteraard zoveel mogelijk gelijk gehouden om zo zuiver mogelijke meetresultaten te verkrijgen.

In de tabel hiernaast zie je de resultaten.

  • Open het excelbestand hieronder.
  • Maak een nieuwe rij aan en noem die: Totale tijd.
  • Maak een tweede nieuwe rij aan en noem die: gemiddelde rondetijd.
  • Maak een derde nieuwe rijd aan en noem die: snelste rondetijd.
  • Bepaal nu m.b.v. een formule voor zowel Noren, Klapschaats als Topschaats de totale tijd, de gemiddelde rondetijd en de snelste rondetijd.

Beantwoord nu de volgende vragen:

  • Welke schaats doet het 't best over 10 rondjes? Waarop baseer je die opvatting? Zet je antwoord onder je spreadsheet. Wees zo duidelijk mogelijk.
  • Welke schaats zal het waarschijnlijk 't best doen over 5 kilometer? Waarop baseer je die opvatting? Zet je antwoord onder je spreadsheet. Wees zo duidelijk mogelijk.

OPDRACHT 5B: Planeten

Gegevens zoeken en tabel maken

Maak een tabel waarin je 3 eigenschappen van de planeten in ons zonnestelsel vergelijkt. Eén van de eigenschappen, nl. de middellijn van de planeten in km, is gegeven (zie hieronder).

  • Je mag zelf kiezen welke andere 2 eigenschappen je gebruikt. Let op: de eigenschappen moeten WEL kloppen!

  • Zoek de informatie die je nodig hebt op internet

  • Werk je tabel netjes af

Formules

Creëer extra betekenisvolle informatie in je tabel door formules te gebruiken.

  • Bereken in ieder geval de gemiddelde middellijn van de planeten

  • Laat ook met behulp van een formule zien welke planeet de grootste middellijn heeft.

  • Laat met een formule zien hoeveel planeten er in ons zonnestelsel zijn

  • Bedenk ook voor de andere gegevens die je hebt opgezocht betekenisvolle formules.

OPDRACHT 5C: Namen

https://www.youtube.com/watch?v=Pw7gQ48C47o

Hieronder zie je een Excelbestand 'namen'. Open dit bestand en voer de volgende opdrachten uit:

1. Maak kolom E breder en zet randen om de cellen
2. Geef de kolom als titel 'volledige naam'
3. Zet m.b.v. de formule TEKST.SAMENVOEGEN de volledige naam in kolom E
4. Sorteer je tabel op achternaam
5. Zet randjes om de cellen in kolom F
6. Geef de kolom als titel 'Aanhef'

 

Sla je werk op onder je eigen naam.

6. Voorwaardelijke opmaak

Voorwaardelijke opmaak

In het filmpje zie je hoe je cellen die aan een bepaalde voorwaarde voldoen kunt markeren. Je kunt die cellen extra laten opvallen door bijvoorbeeld een afwijkende kleur.

Je gebruikt hiervoor voorwaardelijke opmaak. Afhankelijk van de waarde die in de cel staat, krijgt de cel dan dus automatisch een andere kleur.

TIP: na klikken op 'markeringsregels voor cellen' zie je een aantal mogelijke voorwaarden. Staat er niet bij wat je zoekt? Klik dan op 'meer regels'.

OPDRACHT 6A: Collectanten

Een aantal leerlingen heeft gecollecteerd voor een goed doel. De bedragen die ze hebben opgehaald, zijn in een Excel spreadsheet gezet.

Alle collectanten die meer dan € 20,-- hebben opgehaald, krijgen een sleutelhanger. Collectanten die minder dan € 10,-- hebben opgehaald, krijgen nog een extra straat om te collecteren.

  • Open het Excelbestand collectanten en sla het op onder je eigen naam.
  • Zorg dat alle bedragen worden getoond met twee cijfers achter de komma en een euroteken.
  • Gebruik voorwaardelijke opmaak om alle bedragen van meer dan € 20,-- lichtgroen met donkergroene rand te tonen.
  • Gebruik voorwaardelijke opmaak om alle bedragen van minder dan € 10,-- lichtrood met donkerrode rand te tonen.
  • Test je voorwaardelijke opmaak door het bedrag van Dounia te veranderen naar € 41,70. Als het goed is, wordt de achtergrond nu groen in plaats van rood.
  • Vergeet niet om je werk op te slaan.

OPDRACHT 13: Maak je eigen quiz

Je gaat nu een eigen quiz maken.

  • Verzin 10 vragen. Let op: zorg ervoor dat je vragen bedenkt waar een kort antwoord op gegeven kan worden, dus bijvoorbeeld ja/nee, een getal of een kort woord.
  • Zet de vragen onder elkaar in een Excel-spreadsheet. Geef de kolom als titel vragen.
  • Maak een tweede kolom en geef die als titel antwoorden.
  • Zorg er nu met behulp van voorwaardelijke opmaak voor dat de cel achter je vraag groen wordt bij het juiste antwoord.
    • Laat de cel 'antwoord' blanco.
    • Kies voor 'voorwaardelijke opmaak', 'markeringsregels voor cellen' en dan voor 'is gelijk aan'.
    • Typ bij de voorwaarde het juiste antwoord en zorg dat de cel dan lichtgroen wordt met een donkergroene rand.
  • Probeer je quiz uit.
  • Sla je quiz op onder je eigen naam.

Beveiligen

Als jij je best hebt gedaan om handige formules te verzinnen en een mooi spreadsheet te maken, wil je niet dat iemand anders je formules per ongeluk kan wijzigen of wissen.

In Excel is het daarom mogelijk om bepaalde stukken van je spreadsheet te beschermen.

Vaak wil je dat mensen die je spreadsheet gaan gebruiken WEL bij sommige cellen kunnen om daar bijvoorbeeld gegevens in te voeren, maar NIET bij andere. Dat regel je als volgt:

  • Selecteer de cellen die WEL mogen worden bereikt
  • Klik op de rechter muisknop en kies 'celeigenschappen' 
  • Kies voor 'bescherming'
  • Zet het vinkje 'geblokkeérd' uit en klik op 'ok'.
  • Ga nu in het lint naar het tabje 'controleren' en klik op 'blad beveiligen'
  • Zorg dat ontgrendelde cellen selecteren aangevinkt is.
  • Geef een wachtwoord op. Daardoor kun jij alleen zelf de beveiliging weer opheffen.

OPDRACHT 14: Maak je quiz mooier

In opdracht 13 heb je een quiz gemaakt. Wel aardig, maar als je de quiz door iemand laat spelen, kan die persoon gemakkelijk de juiste antwoorden opzoeken.

Daarom ga je die antwoorden verbergen.

  1. Roep je quiz op.
  2. Zet de juiste antwoorden in een aparte kolom
  3. Wijzig nu je voorwaardelijke opmaak:
    • Kies voor 'voorwaardelijke opmaak'
    • Kies voor 'regels beheren'
    • Roep je regel op door erop te klikken. Wijzig de voorwaarde. In plaats van het juiste antwoord klik je op de cel waarin je het juiste antwoord hebt opgenomen. Er staat dan $g$3 of iets soortgelijks in de voorwaarde.
    • Sla de voorwaarde op.
  4. Doe dit voor al je vragen.
  5. Nu staan de juiste antwoorden gewoon in je spreadsheet en iedereen kan ze zien. Dat is niet de bedoeling. Verberg de antwoorden door de tekst wit te maken.
  6. Het is nog niet goed, want iemand die op de cel klikt waarin een antwoord staat, zie nog steeds het goede antwoord. Dit ga je voorkomen door de cellen te beveiligen.
    • Selecteer de cellen met voorwaardelijke opmaak.
    • Klik met de rechtermuisknop en kies voor celeigenschappen.
    • Kies voor 'bescherming'
    • Zet het vinkje 'geblokkeérd' uit en klik op 'ok'.
    • Ga nu in het lint naar het tabje 'controleren' en klik op 'blad beveiligen'
    • Zorg dat ontgrendelde cellen selecteren aangevinkt is.
    • Geef een wachtwoord op. Daardoor kun jij alleen zelf de beveiliging weer opheffen.
  7. Test je quiz.
  8. Ruil je quiz met die van een klasgenoot en speel elkaars quiz.

7. Lineaire functies / grafieken

Benodigde voorkennis en start

Benodigde voorkennis

Deze opgaven kun je maken als:

  • je hoofdstuk 1, 2, 3, 4 en 6 hebt doorgewerkt
  • je met wiskunde begonnen bent met woordformules en lineaire functies

Opgaen en antwoorden

De antwoorden op de 27 opgaven kun je opnemen in een Excel-antwoordblad.

  • Ga nu naar de volgende pagina
  • Open het Excel-antwoordblad
  • Sla het antwoordblad op onder je eigen naam.
  • Maak de opgaven en werk de antwoorden uit in je antwoordblad
  • Vergeet niet om regelmatig je antwoordblad op te slaan!

OPDRACHTEN lineaire grafieken

8. Grafieken gevorderd

Benodigde voorkennis

Om deze opdrachten te kunnen maken moet je hoofdstuk 1 t/m 6 hebben doorgewerkt.

OPDRACHT 15. Hifi

OPDRACHT 16. Soorten grafieken

OPDRACHT 17: Statline

Excel: Grafieken maken - Deel 3

 

1

Voor alle opdrachten geldt: je moet zorgen voor passende en correcte opmaak in de

brede zin van het woord. D.w.z. inclusief lettergrootte, kleurgebruik, schaal, titels,

legenda, etc.

2

Ga naar het bijgevoegde wordbestand.

  • Selecteer de gegevens en kopieer ze naar Excel. Gebruik hiervoor een nieuw Excel bestand.

2A

 

Maak het rekenblad netjes door hem aan te passen. Zorg dat er geen onnodige tekst bij staat. Met tekstcellen kun je niet rekenen, Excel kan er dus ook geen grafieken mee maken. Controleer of je cellen de goede eigenschappen hebben om mee te rekenen.

2a (zet de antwoorden onder je grafiek in je werkblad)

  • Maak een grafiek van de verdeling in percentages van de mate van overgewicht bij personen van 16-20 jaar in 2019. Werk de grafiek netjes af.

 

  • Zet je grafiek in een apart werkblad.

 

  • Kies zelf het type grafiek dat je wilt gebruiken. Leg uit waarom je voor dit type grafiek hebt gekozen.

 

2b

Trek nu een vergelijking tussen de percentages van personen per leeftijdscategorie met een normaal gewicht.

 

  • Maak hiervan twee verschillende grafieken. Werk ze allebei netjes af. Vergeet ook niet om een nette legenda te maken.

 

  • Welke grafiek vind jij het duidelijkst? Leg uit waarom en zet je uitleg erbij.

 

  • Waarom zou je wel/niet een cirkeldiagram gebruiken? Zet je antwoord in het spreadsheet.

2c

Kopieer de beste grafiek van opdracht 2A2 drie keer naar een leeg blad in Excel.

 

 

OPDRACHT 18. Ouders

OPDRACHT 19. Griep en salaris

9. What-if formules in Excel

Wat is een what-if / wat-als formule?

Om deze opgaven te kunnen maken moet je hoofdstuk 1 t/m 6 hebben doorgewerkt.

Uitleg what-if

OPDRACHTEN wat-als

Extra opdrachten

Overig

Naslag

Cursus Excel 2007

Opdrachten in Word

Basis Excel

Lineaire functies en grafieken

Grafieken gevorderden

Als-formules in Excel

Uitwerkbijlagen Excel

1.6 PROFIELVAK EN EINDEXAMEN

hoe ziet het eindexamen eruit?

LOB en eindexamen

https://maken.wikiwijs.nl/173382/LOB_en_eindexamen

Opleidingen en beroepen

Mogelijke beroepen, die horen bij de vaardigheden die je hebt geleerd:

(schrijf onder jouw evaluatie 3 onderdelen van onze lessen die jij heel leuk vond en geef daarbij aan welk beroep daarbij zou kunnen horen).

  • Gesprek met de opdrachtgever en uitzoeken wat de wensen zijn:
    • Al eens gedacht aan medewerker marketing en communicatie? (niveau 4)
    • Gastheer/ gastvrouw in de horeca (niveau 2)
  • Organiseren van een event of een sportgebeuren:
    • Basisopleiding toerisme (niveau 2)
    • Manager recreatie en toerisme (niveau 4)
    • Medewerker evenementen (niveau 4)
  • ICT
    • Applicatie- en media ontwikkelaar (niveau 4)
    • Medewerker ICT beheer en helpdesk (niveau 3)
  • De muziek van de feestavond:
    • Herman Brood academie (niveau 4)
  • De begroting opstellen:
    • Bedrijfsadministrateur (niveau 4)
    • Financieel administratief medewerker (niveau 3)
    • Junior accountmanager (niveau 3)
  • De locatie verkennen:
    • Bouwkunde (richting regulier en uitvoer niveau 4)
  • De mindmap / moodboard maken:
    • Bouwkunde (richting design niveau 4)
  • Het handelen over de kosten van de spullen
    • Commercieel medewerker (niveau 3)
  • Alle wetten / regels met de calamiteiten en de APV
    • Juridisch administratief dienstverlener (niveau 4)
  • Mensen aangeven wat ze moeten doen en hoe dit wordt geregeld (bv. In het draaiboek)
    • Managementassistent(niveau 4)
    • Directieseretaresse(niveau 4)
    • Manager Recreatie en toerisme (niveau 4)
    • Medewerker human resource management (niveau 4)
  • Het verkopen van ons product
    • Manager retail (niveau 4)
    •  
  • Regelen van alle spullen die nodig zijn
  • Het uitwerken van het draaiboek
    • Medewerker administratie (niveau 2)
    • Medewerker excellent bedrijfseconomie en accountancy (niveau 4)
  • Het uitleggen aan anderen
    • Onderwijsassistent PO/VO (niveau 4)

Kijk ook eens op de LOB site: Beroepen in het MBO - bekijkjetoekomstnu 

 

 

1.7 PROJECT, de onderdelen

Teams 2020-2021

Verschillende teams voor de projectdag

* managementteam

               - gesprekken voeren

               - aansturen

               - foto’s / video

 

* cateringteam

               - drankje/ hapje

 

* begrotingsteam

               - hou het budget in de gaten

 

* promotieteam

               - uitnodiging

               - bedankje

 

* draaiboekteam

- draaiboek maken

- overleggen met andere teams, het wordt één draaiboek!

 

* inkoopteam

               - aankleding

               - inkoop

               - benodigdheden

 

 

ALGEMEEN:

- Iedereen helpt tijdens het evenement zelf.

- Presenteren: ieder groepje 2 ideeën.

Organiseren hoe doe je dat?

Leerpyramide, we leren van elkaar!
Leerpyramide, we leren van elkaar!

 

Zijn we al klaar voor ons evenement? Wat hebben we tot nu toe gedaan?

 

1.Contact:

Hierbij hebben we geleerd:

a. Het gesprek met de opdrachtgever (hoe stel je je op, wat vraag je, wat niet, hoe presenteer je jezelf

b. Het budget van het feest = ………………………………….

 

2. Briefing:

 

 

3. Presentatievoorstel

a. We hebben een mindmap gemaakt met een idee

b. We hebben een moodboard gemaakt en aan de gemeente gepresenteerd over de wetten.

c. We hebben een powerpoint gemaakt over het feest

d. We hebben gestemd n.a.v. de powerpoint en de pitch.

 

4. Voorbereiding.

We gaan een team organiseren- wie doet wat? Want anders gaan we de deadline niet halen

Wat hebben we nodig om een feest te organiseren? Welke groepen en waarom gaan we welke groepen maken?

  1. Een draaiboekteam (op welk tijdstip gaan we wat doen, wie en wanneer?)
  2. Een promotieteam (zie 4)
  3. Een beveiligingsteam (beveiliging regelen)
  4. Een interieurontwerpteam (welke versiering, hoe, wanneer, wie en waar)
  5. Een cateringteam (hapjes maken, drank inkopen)
  6. Een begrotingsteam (die gaan een begroting van kosten en opbrengsten maken).
  7. Een calamiteitenteam (zij zorgen dat alles goed loopt, bij problemen tijdens de avond kijken we naar hen, zij bedenken vooraf wat er mis zou kunnen gaan, tijdens zoeken ze naar een oplossing en vooraf kijken ze of aan alle wetten van de is voldaan).

 

Verder gaan we allemaal deel uitmaken van:

Een schoonmaakteam en het evaluatieteam. (onderdeel 5 en 6).

We gaan het event promoten – het promotieteam

Dit kan de andere helft van mavo 3, die momenteel met de module 4 is verzorgen. Wat wij moeten weten is hoe willen we het promoten?

 

Onze keuze was een flyer en via de social media. We hebben dus een team nodig, dat, in medewerking met de andere helft van mavo 3, het event gaan promoten. Maar jullie zijn ook degene die aan de hand van de flyer de kaartjes gaan maken!

 

Wat moet je kunnen om het voor te bereiden?

Opdracht: Zoek de volgende begrippen op:

Bevoegdheden

 

 

Draaiboek

 

 

Begroting

 

 

Offerte

 

 

Variabele kosten

 

 

 

 

Opdracht: Zet de woorden in de juiste plaats in het schema:

Salarissen van extra uitzendkrachten – verlichting en verwarming – huur van een ruimte –  hapjes van de catering – kapotte  koelkast – hesjes van de beveiliging – flyers – drank

 

Vaste kosten

Variabele kosten

Onvoorziene kosten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opdracht: Er werd aangegeven dat we veel verdienen met de hapjes. Dus die zijn een belangrijk onderdeel. Hoe ziet een begroting eruit?

Inkomsten

In Euro

Uitgaven

In Euro

Entreekaartjes

 

Vaste kosten:

 

 

 

 

 

Drank

 

 

 

 

 

Variabele kosten:

 

Hapjes

 

 

 

 

 

Onvoorziene kosten:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5. Afsluiten en evalueren

  • Een draaiboekteam (op welk tijdstip gaan we wat doen, wie en wanneer?)

 

 

 

 

  • Een promotieteam (zie 4)

 

 

 

 

  • Een beveiligingsteam (beveiliging regelen)

 

 

 

 

  • Een interieurontwerpteam (welke versiering, hoe, wanneer, wie en waar)

 

 

 

 

  • Een cateringteam (voor de drank en de hapjes van de avond, samenwerken met het begrotingsteam is wel een must! ).

 

 

 

 

  • Een begrotingsteam (opstellen van de begroting, bepalen wat we inkopen in samenwerking met de catering)

 

 

 

 

  • Een calamiteitenteam (zij zorgen dat alles goed loopt, bij problemen tijdens de avond kijken we naar hen, zij bedenken vooraf wat er mis zou kunnen gaan, tijdens zoeken ze naar een oplossing en vooraf kijken ze of aan alle wetten van de calamiteiten is voldaan).

 

 

 

 

Managementteam

Het managementteam zorgt voor:

 

* gesprekken voeren

*  aansturen

*  (laten) maken van foto’s / video

* voortgangsrapportage; waar zijn we

* communicatie in de organisatie

 

Draaiboekteam

Hoe ziet een draaiboek eruit?

Een draaiboek is :

·       een hulpmiddel

·       Belangrijk voor de voorbereiding

·       Een overzicht

Als het draaiboek klopt zal de organisatie een stuk makkelijker verlopen.

 

Hoe maak je die?

Het bestaat uit:

1. Algemeen

2. Taken en acties (wie, wat, waar)
3. Benodigdheden en materialen

 

1. Algemeen :
Het algemene deel van het draaiboek bevat informatie die alle medewerkers nodig hebben om hun werkzaamheden tijdens het evenement goed te kunnen uitvoeren. Dit deel moet in ieder geval het volgende bevatten:

·       Wie doet wat, waar en hoe?

·       Het programma met de begin- en eindtijden en optredens

·       Een overzicht van andere relevante organisaties, denk aan adressen, contactpersonen en telefoonnummers. Denk hierbij ook aan artsen met weekenddienst, spoedposten voor medische hulpverlening e.d.


2. Taken en acties: wie, wat, waar en hoe laat
Dit is de uitgebreide beschrijving van het programma. Voor elk programmaonderdeel is aangegeven:

·       WAT het inhoudt

·       HOE LAAT het begint en eindigt

·       WAAR het zich afspeelt

·       WIE voor het onderdeel verantwoordelijk is


3. Benodigdheden en materialen

Bijlages kunnen zijn:

plattegronden, huisregels, routebeschrijvingen, gebruiksaanwijzingen en materiaallijsten. Begin tijdig met dit soort overzichten en controleer ook tussentijds regelmatig of alles klopt.

 

Tips
Hoe maak je een goed draaiboek?

·       Bedenk goed voor wie het draaiboek bestemd is;

·       Houd het draaiboek zo kort en bondig mogelijk;

·       Beperk je tot relevante informatie;

·       Begin op tijd met het opstellen van het draaiboek;

·       Gebruik het draaiboek als een soort checklist vooraf;

·       Maak een duidelijke lay-out en werk bijvoorbeeld met kleuren om de verschillende delen en hoofdstukken van elkaar te onderscheiden.



Wangedrag

  • Geef beveligers een duidelijke instructie om bij dreigende opstootjes duidelijk herkenbaar als officials de gemoederen te sussen;
  • Maak gebruik van een schadeformulier waarop de schade veroorzaakt door mensen te noteren.


Weersomstandigheden

  • Zorg voor een noodscenario als bepaalde weersomstandigheden de organisatie van een evenement kunnen beïnvloeden.

 

Algemeen

  • Stel een directeur aan die tijdens het evenement het aanspreekpunt vormt bij onvoorziene gebeurtenissen en die zo mogelijk de problemen afhandelt;

 

 

Een draaiboek maken in Excel

Zie bijlage in het hoofdstuk Excel (hieronder een screenshot)


Met behulp van het Excel werkblad ‘Draaiboek in Excel’ (zie bestand onderaan de pagina) kunnen eenvoudig draaiboeken worden vormgegeven voor evenementen en activiteiten. Het werkblad is bewust niet beveiligd, zodat het naar eigen inzicht kan worden uitgebreid en aangepast.

 

Hieronder een kleine handleiding om hier mee om te gaan:

  • Start met het invullen van Cel B3: Vul hier de naam van het evenement in (in het voorbeeld staat nu <>;
  • Vul vervolgens de datum in cel D3 in. Dit is de startdatum van het evenement. In het voorbeeld staat nu ’31-12-2009’.

 

In de kolommen daaronder komt de volgende informatie:

  • Volgr:

Dit is een volgnummer voor de activiteit. Er zijn nu 10 regels ingevuld, maar dit kun je naar eigen inzicht nog wijzigen. Met name als je later activiteiten of regels toe wilt kunnen voegen is het beter om opvolgende tientallen te gebruiken: 10, 20, 30, 40 etc. Je kunt dan later regels tussenvoegen en die tussenliggende nummers geven.

  • Omschrijving:

Dit is een korte omschrijving van de activiteit. Indien je langere teksten ingeeft wordt de hoogte van de cel automatisch aangepast.

  • Verantwoordelijk:

Vul hier de naam of namen in van de persoon of personen die verantwoordelijk is voor deze activiteit.

  • Datum gerealiseerd:

Vul hier de datum in waarop je een activiteit hebt afgerond. De eventuele activiteiten die hierna pas kunnen worden opgestart worden dan in planningsdatum aangepast indien nodig.

 

Let op:
Kolom H en I bevatten formules, maar deze zijn maar voor 10 regels ingevoerd. Kopieer deze cellen simpelweg naar de onderliggende rijen als je meerdere regels nodig hebt. Dit zal vrijwel altijd het geval zijn.

Het draaiboek wordt standaard ‘liggend’ afgedrukt. Er kunnen maximaal 500 regels worden ingegeven.

 

Open onderstaande link voor het Excel-bestand:

Draaiboekteam

 

 

Een draaiboekteam (op welk tijdstip gaan we wat doen, wie en wanneer?)

o   Vul het draaiboek (Excel via leertaken) zo goed en ver mogelijk in.

o   Overleg met de andere teams en stuur hen updates van het draaiboek

o   Zorg dat je ook binnen het draaiboekteam de taken verdeelt:

§ Wie is jullie aanspreekpunt?

§ Wie maakt het draaiboek?

§ Wie overlegt met anderen?

§ Wie stuurt updates van het draaiboek?

§ Wie neemt contact op met mensen van buiten af / mensen van school?

 

 

 

Een promotieteam (zie 4)

§ Wie is jullie “baas”

§ Wie maakt de Flyer en wanneer is deze klaar?

§ Hoe ga je deze Flyer verspreiden? Dit kan ook digitaal…

§ Maak entreekaartjes

§ Kijk vooraf goed bij voorbeelden op internet; wat moet er in ieder geval op de Flyer en entreekaartjes staan?

 

Een beveiligingsteam (beveiliging regelen)

§ Wie is de baas van de beveiligers?

§ Zelf zijn jullie onderdeel van het beveiligingsteam.

§ Wil je nog meer mensen en zo ja wie?

§ Hoe zorg je dat het team zichtbaar is?

§ Ken je wellicht iemand uit de beveiligingswereld die jullie kan helpen?

§ Maak een overzicht, een schema, met wie, wanneer en waar.

 

Een interieurontwerpteam (welke versiering, hoe, wanneer, wie en waar)

§ Wie is jullie aanspreekpunt?

§ Wat wil je aan versiering aanschaffen? Wanneer?

§ Bespreek vooraf de kosten met het begrotingsteam.

§ Misschien wil je wel een offerte laten maken, bij een bedrijf, als je heel veel van een bepaald product wil aanschaffen

§ Maak een moodboard met de sfeer, die je die avond zou willen hebben.

 

Een cateringteam (voor de drank en de hapjes van de avond, samenwerken met het begrotingsteam is wel een must! ).

§ Wie is jullie aanspreekpunt?

§ Wat wil je aanschaffen en wanneer?

§ Wat is je budget?

§ Je hebt van mevrouw van Dongen begrepen dat we verdienen aan de hapjes en drankjes

§ Wat ga je aanschaffen?

§ Wat mag het kosten?

§ Wat hou je dan over?

§ Maak een overzicht van de kosten en ons budget

§ Kun je misschien korting krijgen op spullen?

 

Een begrotingsteam (opstellen van de begroting, bepalen wat we inkopen in samenwerking met de catering)

§ Wie is de baas van het begrotingsteam?

§ Wie zorgt dat de andere teams op de hoogte zijn van wat ze mogen uitgeven?

§ Wie maakt de begroting ? Deze kan je ook delen via OneDrive bv.

§ Wat is je budget?

§ Maak een totale begroting (zie Excel leertaken) van het hele feest

§ Hou goed contact met de andere groepen

 

Een calamiteitenteam (zij zorgen dat alles goed loopt, bij problemen tijdens de avond kijken we naar hen, zij bedenken vooraf wat er mis zou kunnen gaan, tijdens zoeken ze naar een oplossing en vooraf kijken ze of aan alle wetten van de calamiteiten is voldaan).

§ Wie is de baas van het calamiteitenteam?

§ Ga na welke calamiteiten kunnen optreden (zie vorige lessen en internet)

§ Hierbij kan je natuurlijk ook gebruik maken van de presentaties bij de gemeente

§ Zorg voor EHBO materiaal

§ Zorg dat de mensen die ondersteunen weten wat ze moeten doen als er iets gebeurd

§ Maak daarvan één werkboek.

§ Wie doet wat, wanneer en waarom?

Begrotingsteam

Calamiteitenteam

Promotieteam

Cateringteam

Interieurteam

Moodboard school
Moodboard school

Evaluatie

1.8 DE PROJECTEN op een rij

Strandje bij Steenbergen project 2016

BN de Stem:

Naar het strand bij de Meermin in Steenbergen

STEENBERGEN - Het Steenbergse stadsstrand komt op het terrein van zwembad De Meermin. Dat hebben leerlingen van 3 MAVO van 't Ravelijn in Steenbergen besloten.

Redactie 27-01-17, 13:06 Laatste update: 12:28 Bron: destem

Het recreatieve stadsstrand is het winnende voorstel van leerlingen van 't Ravelijn tijdens het jaarlijkse jongerendebat vorig jaar. Ze wilden daarmee Steenbergen aan zee promoten. Ze kregen 2.500 euro voor de realisatie ervan.

De leerlingen wilden het strand eerst bij het aquaduct 'Steenbergen aan Zee', maar dat bleek niet haalbaar. Zwembad de Meermin sprong er bij het gros van de leerlingen uit, vanwege de combinatie met zwem- en speelmogelijkheden rondom het zwembad. Ook zijn daar al diverse voorzieningen, zoals water en elektriciteit aanwezig.

Nu de locatie bekend is, gaat een deel van de scholieren met de gemeente en zwembad De Meermin aan de slag om verder invulling te geven aan het strandje. Zo gaan ze samen een ontwerp maken op de locatie.

Het stadsstrandje wordt rond mei 2017 feestlijk geopend.

Project Open Dag 2017

Open avond

 

Hoe zou jij de Open avond vormgeven? Wat zijn de belangrijke zaken om op te letten?

Welke teams hebben we?

Elk team werkt een PPP uit van zijn opdracht en presenteert die, met de poster, in een pitch naar de andere leerlingen toe.

 

 

Evaluatie.........
Evaluatie.........

project jongerenbus 2018

Woensdag 21 November 2018

Jongerenbus gaat on tour door gemeente Steenbergen

STEENBERGEN – Een bus gemaakt voor en door jongeren die overal in de gemeente Steenbergen zal opduiken en waar de jeugd kan samenkomen. Dat is het idee van de 0167-bus die vandaag officieel in gebruik is genomen door de jongerenwerkers en sportcoaches van de gemeente Steenbergen. Leerlingen van 3-mavo van ’t Ravelijn hebben meegedacht over de binnen- en buitenkant van de bus en waren dus ook aanwezig bij het openingsfeestje.

Een goed idee, een hippe bus, en genoeg ideeën waarvoor de bus ingezet kan worden. Toch zit er een kleine smet op het samenwerkingsproject tussen de gemeente Steenbergen en ’t Ravelijn. Groepjes leerlingen gingen vorig jaar samen met een kunstenaar aan de slag om ontwerpen voor de jongerenbus te maken. Het idee van het winnende groepje zou op de bus terechtkomen. Maar dat is uiteindelijk niet gebeurd omdat de gemeente ervoor heeft gekozen om elementen uit meerdere ontwerpen te verwerken in de bestickering.

 

Jennifer van Marion, Francesca Castelijns en Kyra Margaritha van het winnende groepje staan er dus ietwat beteuterd bij. “Het is gewoon jammer dat je er bijna niks van terugziet. Het was leuk geweest als onze namen er nog opstonden bijvoorbeeld. Ik hoop dat ze nog wel iets gaan doen met ons idee om de bus op Instagram en op de website te zetten”, zegt Jennifer. “En ze hadden het gewoon eerder aan ons moeten vertellen dat ons ontwerp er niet opkwam, dat was ook beter geweest”, voegt Kyra toe. Maar de bus zelf vinden ze een goed initiatief. “Hopelijk kunnen ze dan ook iets doen aan het drugsprobleem, want er wordt best veel gedeald onder jongeren in Steenbergen”, weet Jennifer.

Project kerst 2018

Inleiding

Kerst, dat is een mooie boom in huis. Lekker samen eten. En soms ook pakjes… Maar wat gaan we nu doen tijdens het project?

 

* wat gaan we doen?

* wat kost het?

* met welke doelgroep?

* wanneer?

* wat is ons draaiboek?

* wat kost het en waar gaan we ons budget aan uitgeven?

* wat gaan we verzinnen voor een hapje en een drankje?

* wat gaan we wanneer versieren, klaarmaken, voorbereiden?

 

Al deze vragen gaan we uitzoeken, we gaan samen, als groep, het project organiseren en uitvoeren!

 

Wat ga je doen?

Je gaat samen met jouw groep kerstactiviteiten uitwerken. Zorg dat je alles opslaat op een PowerPoint/ in Excel.

 

Met hoeveel personen?

Deze opdracht bereid je voor in groepjes. Elk van de groepjes heeft een taak. Die taak zet je in de OneDrive.

 

Team ouderendag 2019

Team kidsdag 2019

Kidsdag                                                                         

 

De kidsdag gaat plaatsvinden op woensdag 18 december  2019.

We gaan uit van 25 kleuters van 4 tot 6 jaar.

 

Na de herfstvakantie gaat de interieurgroep met 2 dames van de managers, naar de Veste om daar te kijken naar de locatie en de spullen.Hiervoor is een mail opgesteld door het managementteam.

 

We gaan de koekjes vooraf bakken.

 

Het schema wordt van 9.00-12.00 uur en om 12.00 uur moet het klaar zijn. Er worden 6 groepjes gemaakt, in een roulatiesysteem die worden gekoppeld aan de groepjes van de leerlingen van mavo 3.

 

Er zijn 3 onderdelen, kidsgym, kidsfilm en kidstekeningen/ kaarten maken voor de ouderen.

 

Wij worden uitgenodigd door de docente mevrouw van Dongen, om met de kleuters aan de slag te gaan. We maken zelf uitnodigingen enzovoort.

 

CS 4-10-2019

 

Debatdag 2020

GECANCELLED VANWEGE HET CORONAVIRUS

! De opdrachten over duurzaamheid kun je natuurlijk wel maken.

De opdracht over mindmaps staat in de onderstaande link: 

 

https://maken.wikiwijs.nl/156215/Project_duurzaamheid_maart_2020

 

Het Jongerendebat is op  24 maart (dinsdag)

In december is er een vergadering geweest met mevrouw van der Meer (raadsgriffier), mevrouw van Dipte (griffiemedewerker) en mevrouw Sinke (D en P docente).

Hierin is besloten dat de leerlingen van mavo 3 van het Ravelijn een debat gaan voeren. Hierbij worden ze geassisteerd door mensen van de gemeente.

Het debat zal gaan over duurzaamheid.

De leerlingen van het Ravelijn hebben voorafgaand aan dit debat lessen gehad over duurzaamheid, politiek en burgerschap.

 

Draaiboek jongerendebat 24 maart 2020

Tijd

Wat

09.00 uur

Ontvangst jongeren in de raadzaal (plenair)
Presentatie over de gemeente/gemeenteraad/wat gaan we doen.

Heeft school nog behoefte aan het verwerken van bepaalde informatie in de presentatie (over bijv. beoordeling etc.).

 

10.00 uur

De fracties gaan uit elkaar onder begeleiding van een raadslid om het idee uit te werken en de presentatie te maken. Er komt een lijst met welke groep met welk raadslid waar zit.

11.00 uur

De fracties krijgen ambtelijk advies over de door hun gekozen onderwerpen.

12.00 uur

De leerlingen oefenen met elkaar de presentatie.

12.30 uur

Pauze (lunch) in de hal van het gemeentehuis.

13.00 uur

Plenair gesprek met de wethouder in de raadzaal.

13:30 uur

Voorbereiden op het debat:

  1. Presentatie oefenen.
  2. Vragen voor anderen. Wie let waarop etc.
  • Overtuigen

Interrumperen

14:30 uur*

Vergadering (er volgt een agenda):

  • Opening
  • Jongereneed
  • De fracties krijgen om de beurt het woord om hun voorstel te presenteren (6x5 = 30 minuten).
  • De fracties kunnen elkaar vragen stellen over de voorstellen (6x5= 30 minuten)
  • Schorsen (10 minuten)
  • Vervolg vergadering: de fracties geven korte toelichting op wat er in de schorsing is bespreken en of ze nog iets toe te voegen hebben aan hun standpunt.

16.00 uur

Stemmen

17.00 uur

Uitslag en prijsuitreiking

*tijden zijn indicatief

Ergens in de ochtend: gesprek met de griffie; tips en hoe werkt een vergadering in de raadzaal.

 

Tussen 13.00 uur en 14.30 uur zal de wethouder van duurzaamheid mevrouw Baartmans de 6 fracties langsgaan voor tips.

 

 

Project gemeente 2021

Inmiddels is het mei 2021 en al enige tijd is er een overleg met meneer S. Heerdink en mevrouw C. Sinke over een nieuw project.

De leerlingen zijn weer druk aan de slag geweest met algemene lessen over burgerschap en politiek. De komende lessen worden wat specifieker.

Gelukkig lijkt het er nu op, dat we ook echt naar de gemeente toe mogen binnenkort. Inmiddels zijn de regels wat versoepelt, vanuit de RIVM en we kunnen we onze ouders op de hoogte gaan stellen van ons nieuwe project.

Op 20 mei gaat het project van start en komt meneer Heerdink op school om instructie over het project te geven. Dat betekent dat alle leerlingen aanwezig zijn, we op het grote zorg en welzijn plein zitten en de helft van de klas aan de slag gaat met het project en de andere helft een toelichting van meneer Heerdink zal krijgen. 

 

https://maken.wikiwijs.nl/177406/Project_gemeente_2021

Examenvoorbereiding

Wat kost dat nou?

Examen 2016

Examen 2017

Examen 2018

Minitoetsen oefenen

http://https://oefenen.facet.onl/facet/pages/oefen/vo/?menu=1_3
Minitoets oefenen facet

Examen 2019

Stage

Eindtoets Excel

Tijdens het examen van het profiel Dienstverlening en producten moet je verschillende opdrachten uitwerken. Een belangrijk deel hiervan moet je uitwerken in het programma Excel. Hierdoor is het noodzakelijk dat iedere leerling het programma Excel beheerst.  

De eindtoets van Excel is daarom een handelingsdeel. Dit betekent dat deze toets met een voldoende moet worden afgesloten. Dit onderdeel mag, indien nodig, herkanst worden.  

 

Lees de opdracht goed door, voordat je aan de uitvoering van de opdracht begint.

 

Succes! 

Inleiding

Je loopt stage bij Feel Good Events. Feel Good Events organiseert het hele jaar door evenementen en markten met een thema. Een van de markten is de Feel Good Market.

Op de Feel Good Market is het aanbod erg verschillend:  van huishoudelijke producten tot betaalbare kunst. Behalve al het shopplezier is er ook (h)eerlijk eten en drinken.

De stands van de Feel Good Market staan op het binnen- en buitenterrein van een oude melkfabriek in Drongelen.

Je gaat je stagebegeleider helpen bij verschillende werkzaamheden op deze Feel Good Market.

 

 

Informatie over het maken van dit onderdeel

  • Lees de opdracht door, voordat je aan de uitvoering van de opdracht begint.
  • Voor een aantal opdrachten heb je ICT-bestanden nodig. De examinator vertelt je waar je deze bestanden kunt vinden en waar je die moet opslaan. 
  • Bij het printen van de uitwerking van opdracht 1 is het belangrijk dat je de knop Print onderaan het bestand gebruikt.  
  • Lever na afloop van elk onderdeel alle examendocumenten in bij de examinator. Zorg ervoor dat overal je naam en kandidaatnummer op staat.

 

1 Schoonmaakkosten berekenen

Feel Good Events wil bezuinigen op de schoonmaakkosten van de toiletten op de Feel Good Market. Je stagebegeleider vraagt je de schoonmaakkosten te berekenen.


Voor deze opdracht heb je het bestand schoonmaak_gl.xlsm nodig.

A. Uitvoering van de opdracht deel 1 schoonmaaktijd

* Open het bestand schoonmaak_gl.xlsm.  

* Vul je naam en klas in. 

* Sla het bestand op als schoonmaak_gl [jouw naam].xlsm. 

* Vul de tabel ‘tijd per dag per toiletgebouw in minuten’ in.

 

Gebruik deze informatie:

  • Elk toiletgebouw wordt per dag vier keer schoongemaakt.
  • Overzicht schoonmaakwerkzaamheden:
schoonmaakwerkzaamheden

tijd per

toiletgebouw

verwijderen van los afval en legen van afvalemmers   8 minuten
schoonmaken van deurklinken, spoelknoppen en kranen 10 minuten
schoonmaken van toiletpotten buitenkant en toiletbrillen   8 minuten
schoonmaken van toiletpotten binnenkant   8 minuten
bijvullen van materialen (toiletpapier, handdoeken)   8 minuten
overige tijd (administratie/opruimen)   8 minuten
extra reiniging toiletten met desinfectiemiddel 10 minuten
extra reiniging vloeren met desinfectiemiddel 10 minuten

 

  • De extra reiniging gebeurt alleen in de tweede en vierde schoonmaakbeurt. 
  • Alle overige werkzaamheden voeren de schoonmakers bij elke schoonmaakbeurt uit.

 

* Bereken per schoonmaakbeurt de totale tijd per toiletgebouw en de totale tijd per dag per toiletgebouw.  Let op: De knop autosom doet het niet. 

B. Uitvoering van de opdracht deel 2 schoonmaakkosten

* Vul in de tabel ‘loonkosten per maand’ het uurloon van de twee schoonmakers in. 

Gebruik deze informatie:

  • Er zijn twee schoonmakers: mbo-stagiaire Sandra en ervaren medewerker Moniek van 30 jaar.
  • Tabel uurloon:
leeftijd uurloon
17 €   4,10
18 €   4,74
19 €   5,46
20 €   6,40
21 €   7,54
22 €   8,84
23 of ouder  € 10,40
stagiair mbo €   3,50
stagiair hbo €   4,00

 

* Sandra en Moniek maken allebei per dag één toiletgebouw schoon. 

* Bereken het aantal uren dat Sandra en Moniek elk per dag nodig hebben voor het schoonmaken en vul dit in. 

* Vul de rest van de tabel in en bereken de loontoeslag per maand in euro’s.

 

Gebruik deze informatie:

  • Moniek en Sandra werken beiden 22 dagen per maand. Dit is inclusief vier zondagen.
  • De schoonmakers ontvangen een loontoeslag van 50% voor de gewerkte uren op zondag. Deze toeslag geldt ook voor stagiaires.

C. Uitvoering van de opdracht deel 3

* Feel Good Events wil bezuinigen op de personeelskosten en wil geen stagiaires meer in dienst hebben. De directie denkt erover om twee krachten van 19 jaar aan te nemen, die dezelfde uren maken als Sandra en Moniek. Vul de tabel ‘loonkosten per maand nieuwe situatie’ in en bereken de besparing per maand.  

* Maak een afdruk met de Printknop.

Bestanden en bijlagen

4.1 een digitaal ontwerp maken

Digitaal ontwerp maken:

hierin ga je de volgende zaken leren;

 

Brochure maken 

Nieuwsbrief maken

Poster/ flyer maken

teksten, beelden en illustraties opmaken met eenvoudige software

 

https://maken.wikiwijs.nl/173285/Een_digitaal_ontwerp_maken

4.2 Film maken

http://maken.wikiwijs.nl/155682/Film_maken

4.3 Een website maken

https://maken.wikiwijs.nl/160050/Een_website