Deutsch Schuljahr 2 Thema 1 Begrüßen

Deutsch Schuljahr 2 Thema 1 Begrüßen

Intro

Herzlich Willkommen bei Deutsch Schuljahr 2!

Dit schooljaar ga je kennis maken met de Duitse taal.

Je gaat leren spreken, schrijven, lezen en luisteren in het Duits.

In deze wikiwijs zullen jullie regelmatig verschillende opdrachten krijgen met verschillende kleuren.
De kleuren geven aan wat voor soort opdracht het is.

Aufgabe zusammen: Deze opdrachten maken we klassikaal.
Aufgabe Allein: Deze opdrachten maak je zelfstandig.
Aufgabe Gruppe: Deze opdrachten maak je met een klein groepje.
Aufgabe Spiel: Deze opdracht is een klassikaal spel. 


Dit zullen jullie echter niet in jullie eentje hoeven doen.
Jullie zullen dit schooljaar namelijk veel hulp krijgen van de Experts, maar ook van onze assistent Duits:

Thema Begrüßen

Stundenplan Thema 1

Op deze pagina zal je de planning voor de komende weken van Thema 1 te zien krijgen.

Probeer je zo goed mogelijk aan de planning te houden.

De experts wachten namelijk niet op je en houden zich vast aan de planning.

Woche 37 (12 September bis 16 September)

Level 1

  • Les 1: Leerdoelen bespreken, ABC, Begrüßen
  • Les 2: Personalpronomen, duzen oder siezen, Schönen guten Morgen

Woche 38 (19 September bis 23 September)

Level 2

  • Les 1: Leerdoelen bespreken, Familie, Personalpronomen
  • Les 2: Haben, Sein, Deutschland

Woche 39 (26 September bis 30 September)

Level 3

  • Les 1: Leerdoelen bespreken, Charakter, haben und sein
  • Les 2: Zahlen, Bingo

Woche 40 (3 Oktober bis 7 Oktober)

Level 4

  • Les 1: Farben
  • Les 2: Körper, Steckbrief, Österreich

Woche 41 (10 Oktober bis 14 Oktober)

Level 5

  • Les 1: Hobbys, haben und sein Wiederholung
  • Les 2: Der/Die/Das, Erweiterung Grammatik Extra

Woche 42 (Ardennenreis)

Woche 43 (Herbstferien)

Woche 44 (1 November bis 4 November)

Level 6

  • Les 1: Nicos Weg
  • Les 2: Voorbereiden Prüfungswoche

Woche 45 (8 November bis 11 November)

Level 7 Prüfungswoche

  • Les 1: Kennistoets
  • Les 2: Interview inleveren

 

 

Wörterliste Thema 1

Arbeitsbuch

Level 1 ABC Aussprache + begrüßen

Lernziele (Woche 37 12 bis 16 September)

Was sind Lernergebnisse? Was sind Lernziele? - Isabell Goes Edu-TechMavo: 

  • Ik weet hoe de letters van het alfabet klinken.
  • Ik kan het verschil tussen Duzen en Siezen uitleggen.
  • Ik kan iemand in het Duits begroeten.

Havo

  • Ik kan de klanken van het Duitse alfabet nadoen.
  • Ik kan het verschil tussen Duzen en Siezen uitleggen.
  • Ik kan iemand in het Duits begroeten en mezelf kort in het Duits voorstellen.

VWO

  • Ik kan enkele woorden in het Duits zonder hulpmiddelen spellen.
  • Ik kan het verschil tussen Duzen en Siezen uitleggen en daarvan een voorbeeld geven.
  • Ik kan iemand in het Duits begroeten en mezelf in het Duits voorstellen. 

ABC

Das ABC

In het Duits kennen ze natuurlijk ook het Alfabet. De uitspraak van enkele letters is alleen anders dan je waarschijnlijk gewend bent.

Aufgabe 1 zusammen: Luister naar het volgende lied en noteer welke letters anders klinken in het Duits dan je verwachtte. Er zijn 8 letters die anders zijn, dus luister goed.

Aufgabe 2 Allein: Luister naar het volgende Alfabet filmpje. In dit filmpje worden de letters uitgeschreven. Download het Arbeitsbuch en noteer bij de eerste opdracht hoe je de letters uitspreekt. Denk ook aan de nieuwe letters, die je nog niet kende.

Aufgabe 3 Gruppe: Probeer in je groepje de uitspraak van de volgende woorden te oefenen. Verbeter elkaar als je hoort dat een woord niet goed wordt uitgesproken. Na deze opdracht moet je namelijk klassikaal enkele Duitse woorden gaan spellen.

Pferd Küche Typisch
Schule Zebrastreifen Entschuldigung
Kreuzung Tasche überqueren
Straße Krankenhaus Beziehung
Fußball über Brötchen
Tankstelle unter quitschen
geradeaus Spielzeug Eichhörnchen
Spielplatz Stuhl ärgern
Vater kochen barfuß
Zimmer Tasse Charisma
hören voraus Frage
ich heiße Uhr Rücken
selbständig Verzeignis ziemlich
während zurzeit weiß

 

Aufgabe 4 Spiel: Wörter BINGO!! Je schrijft voor jezelf zeven willekeurige woorden die hierboven staan op een Post it. Daarna krijgt iedereen een van deze woorden. Willekeurig wordt iemand genoemd en die gaat het woord op zijn blaadje voorlezen. Zijn al jouw zeven woorden voorbij gekomen, dan heb je BINGO!

Als je in het Duits verschillende woorden kunt spellen, dan weet je vaak al snel hoe een woord in het Duits moet worden uitgesproken. en als je weet hoe het woord wordt uitgesproken, weet je vaak meteen de betekenis al.
Kijk maar naar de volgende woorden:

  • Hut
  • Kuh
  • können
  • Sonne
  • Herz

Begrüßen

In het Duits is het natuurlijk ontzettend belangrijk dat jij je netjes voor kunt stellen in het Duits, en natuurlijk ook dat je netjes afscheid kunt nemen.

Aufgabe 1 Zusammen: De volgende woorden kun je gebruiken om iemand te begroeten.

  1. Herzlich willkommen
  2. Hallo
  3. schönen Gutentag
  4. schönen Gutenmorgen
  5. schönen Gutenabend

De volgende woorden kun je gebruiken om afscheid van iemand te nemen.

  1. auf wiedersehen
  2. tschüss
  3. tschau

De volgende zinnetjes gebruik je om jezelf voor te stellen.

  1. ich bin ......../ ich heiße ......../ mein Name ist ...........
  2. ich bin .......... Jahre alt.
  3. ich wohne in ............

Aufgabe 2 Zusammen: Je gaat jezelf begroeten aan de expert/klas. Begroet, stel jezelf voor en neem afscheid.

Personalpronomen

Bij het onszelf voorstellen hebben we al kennis gemaakt met één van de persoonlijke voornaamwoorden. In het Duits heten deze Personalpronomen. We nemen de andere Personalpronomen even samen door!

Duzen / Siezen

Duzen oder Siezen?

Oftewel jij of u zeggen.

Aufgabe 1 Zusammen:  We gaan samen naar de onderstaande tekst kijken. De Expert leest de tekst 1 keer voor en jullie lezen mee. 

Aufgabe 2 Allein: Ga naar het Arbeitsbuch. Beantwoord de vragen van Duzen oder Siezen!

Aufgabe 3 Spiel: We gaan een Kahoot maken over "Duzen oder Siezen."

 

Schönen guten Morgen

Bij het kopje Begrüßen hebben we al kennis gemaakt met de term schönen guten morgen. De Duitsers hebben er zelfs een liedje over geschreven. Voordat je het liedje te horen krijgt, krijg je eerst de volgende opdracht!

Aufgabe 1 allein: Bekijk de opdracht in je Arbeitsbuch en combineer het juiste woord met de juiste afbeelding.

Laat het hokje rechtsonder de afbeelding nog leeg.

Aufgabe 2 Zusammen: We gaan het liedje 'Schönen guten Morgen' bekijken. Het lied zal de eerste keer zonder geluid worden afgespeeld. Zet een kruisje bij elk voorwerp, dat in het filmpje voorbij gekomen is!

 

Level 2 Haben und Sein

Lernziele Woche 38 19 bis 23 September

Mavo:

  • Ik ken de vertaling van de woordenlijst van Level 2.
  • Ik kan grotendeels een presentatie in het Duits volgen.
  • Ik kan de werkwoorden haben en sein vervoegen.

Havo:

  • Ik kan de woorden van de woordenlijst van Level 2 naar het Duits vertalen.
  • Ik kan een presentatie in het Duits volgen. 
  • Ik kan de werkwoorden haben en sein in een zin vervoegen.

Vwo:

  • Ik kan een kort zinnetje maken met de woorden uit de woordenlijst van Level 2.
  • Ik kan een presentatie in het Duits volgen en daarover vragen beantwoorden. 
  • Ik kan de werkwoorden haben en sein in een zin vervoegen en zelfs kleine zinnetjes ermee maken.

 

Familie

Aufgabe 1 allein: Leer voor de komende les de volgende woorden.

  • die Familie
  • der Vater
  • die Mutter
  • der Bruder
  • die Schwester
  • die Geschwister
  • der Sohn
  • die Tochter
  • der Onkel
  • die Tante
  • der Neffe / der Cousin
  • die Nichte / die Cousine
  • der Großvater
  • die Großmutter
  • Stief-
  • der Junge
  • das Mädchen
  • das Kind

Aufgabe 1 Zusammen: Benoem twee punten die je opvallen in deze woordenlijst!

 

Personalpronomen

Uiteindelijk is het de bedoeling dat we op het einde van dit thema ons allemaal netjes kunnen voorstellen in het Duits. Daarvoor hebben we natuurlijk wel wat grammatica nodig.

We beginnen makkelijk.

Aufgabe 1 Zusammen: Open het Arbeitsbuch! Pak het schema van de Personalpronomen erbij.

Bekijk het filmpje hieronder en vul het schema met behulp van het filmpje in.

Aufgabe 2 Allein: Probeer de online opdracht hieronder te maken. Kom je er niet helemaal uit vraag dan de expert om hulp.

Toets:Personalpronomen

Personalpronomen ersetzen:

Aufgabe 3 Zusammen: Ga naar je Arbeitsbuch. Maak aantekeningen naar aanleiding van de uitleg van de Expert. 

In het Duits en het Nederlands kun je personen vervangen door een Personalpronomen.

Voorbeeld: "Tom en Suzan spelen een spel" / "zij (mv) spelen een spel."

 

Aufgabe 3 Allein: Maak de volgende opdracht in de Wikiwijs!

Toets:Personalpronomen ersetzen

Haben


haben - Konjugation des Verbs „haben“ | schoLINGUA

Aufgabe 1 zusammen: Bekijk het filmpje waarin Malte de vervoeging van het werkwoord haben uitlegt.
Open je Arbeitsbuch en vul de Tabel van haben in.

 

Aufgabe 2 allein: Gebruik de volgende online opdracht om te oefenen met het werkwoord haben.

Toets:Haben

Toets:Uitbreiding Haben

Sein


sein - Konjugation des Verbs „sein“ | schoLINGUA

Aufgabe 1 zusammen: Bekijk het filmpje waarin Malte de vervoeging van het werkwoord sein uitlegt. Open je Arbeitsbuch en vul de tabel van sein in.

Aufgabe 2 allein: Gebruik de volgende online opdracht om te oefenen met het werkwoord sein.

Toets:Sein

Toets:Uitbreiding Sein

Deutschland

De Vlag Deutschland Van Kaartduitsland Vector Illustratie - Illustration of  genaturaliseerd, vlag: 121004230Bij dit onderdeel krijgen jullie van de expert een presentatie over Duitsland. Gedurende de presentatie is het de bedoeling dat je goed oplet, want na de presentatie krijgen jullie een Kahoot over de prestentatie. 

Aufgabe 1 Zusammen: Luister naar de Expert, die een presentatie over Duitsland geeft, en maak daarna de Kahoot over de prestentatie. 

Level 3 Persönlichkeit

Lernziele Woche 39 26 bis 30 September

Mavo:

  • Ik ken de woorden van de woordenlijst van Level 3.
  • Ik kan de getallen 1 t/m 20 in het Duits opnoemen.

Havo:

  • Ik kan de woorden van de woordenlijst van Level 3 naar het Duits vertalen.
  • Ik kan de getallen 1 t/m 20 in het Duits opschrijven.

Vwo:

  • Ik kan de woorden van de woordenlijst van Level 3 naar het Duits vertalen en er korte zinnetjes mee maken.
  • Ik kan de getallen 1 t/m 20 in het Duits opschrijven. 

Charakter

PersönlichkeitWann bin ich eine "Persönlichkeit"? (aus: Führungsfaktor Psychologie)

Iedereen heeft zijn eigen persoonlijkheid en iedereen zal zichzelf ook anders omschrijven. Deze woorden kun je gebruiken om iemand te omschrijven.

  • nett
  • gemein
  • fröhlich
  • aggressiv
  • behilflich
  • kreativ
  • begeistert
  • gemütlich
  • witzig
  • intelligent
  • süß
  • klug
  • sozial
  • sportiv
  • selbstsicher

 

Aufgabe 1 Gruppe von 2: Maak bij elk woord een bijpassende foto. Zet de foto's in het Arbeitsbuch.

 

Haben und Sein

Aufgabe 1 allein: Vorige week heb je geoefend met haben und sein. Maak de onderstaande opdracht ter herhaling!

Toets:Haben und Sein

 

Haben und Sein: Ein bayerisches Traumpaar? | Land und Leute | Bayern 2 |  Radio | BR.deAufgabe 2 allein: Open de link en maak de opdracht 1 t/m 4 op het oefenblad. Luister goed naar de Expert. oefenblad

Aufgabe 3 allein: Maak onderstaande Wikiwijsopdracht. Daar moet je goed naar de zin kijken om te achterhalen of het haben of sein is. Probeer een score van 75% te halen en laat het de expert zien.

 

Toets:Vervoeging haben und sein

Zahlen

die Zahlen :: die.DeutschlehrerinWelke getallen kennen jullie al in het Duits?

 

Aufgabe 1 zusammen: Bekijk het filmpje en schrijf alle cijfers voluit in je Arbeitsbuch.

 

Aufgabe 2 allein: Rekenen met de cijfers. Maak de volgende opdracht die hieronder staat weergegeven.

Toets:Rechnen

Bingo


De Grote online DOS Bingo | D.O.S.1937

Bij het vorige onderdeel heb je de getallen 1 t/m 20 geleerd. Nu ga je echter de getallen t/m 100 leren.

 

Aufgabe 1 zusammen: Expert legt uit hoe de getallen 1 t/m 100 uitgesproken/geschreven worden.

Aufgabe 2 Spiel: Je gaat Bingo spelen met de hele klas. De expert is de spelmeester en leest de getallen voor. Zorg dat je voor jezelf speelt en vertaal de getallen dus niet naar het Nederlands voor je klasgenoten.

Aufgabe 3 allein: Leer de getallen 1 t/m 100 met de opdrachten die hieronder staan.

0-100 Aufgabe

Toets:Zahlen bis 100

Level 4 Aussehen

Lernziele Woche 40 3 bis 7 Oktober

Mavo:

  • Ik ken de vertaling van de woorden van de woordenlijst van Level 4.
  • Ik kan met behulpmiddel van een stappenplan aangeven of een woord m/v/o is.

Havo:

  • Ik kan de woorden van de woordenlijst van Level 4 naar het Duits vertalen. 
  • Ik kan met een klein beetje hulp van een stappenplan aangeven of een woord m/v/o is. 

Vwo: 

  • Ik kan de woorden van de woordenlijst van Level 4 naar het Duits vertalen en er enkele korte zinnetjes mee maken. 
  • Ik kan zonder hulp van het stappenplan aangeven of een woord m/v/o is. 

Farben


Die vielen Farben des Wasserstoffs

Zoals je aan de afbeelding kunt zien betekent Farben kleuren. Aussehen: De titel van dit Level betekent uiterlijk. Om iemands uiterlijk te beschrijven is het ontzettend handig te weten welke kleuren er allemaal zijn. Bijvoorbeeld als je wilt zeggen: "blauwe ogen".

We gaan dus deze les aan de slag met de kleuren in het Duits.

Aufgabe 1 allein: combineer de Duitse benamingen van de kleuren met de juiste kleur.

 

Toets:Farben

Je hebt nu alle kleuren in het Duits voorbij zien komen. Leer deze kleuren goed, want je hebt ze nog hard nodig.

Aufgabe 2 zusammen: Neem een leeg a4tje voor je neus en kleurpotloden. De expert gaat in het Duits vertellen wat je op het vel moet gaan tekenen. Luister dus goed naar de expert en gebruik de kleuren, die hij noemt.

Aufgabe 3 Allein: Neem de achterkant van het a4tje waarop je de tekening hebt gemaakt. Deze keer ga je naar Malte luisteren, die een tekening omschrijft. Luister naar Malte en teken wat hij beschrijft. 

Körper


Het uiteindelijk doel van dit thema is dat we ons zelf kunnen voorstellen/omschrijven. Voor het omschrijven van onszelf is het natuurlijk handig als we de bewoordingen weten van ons lichaam in het Duits. Bij dit onderdeel gaan we de woorden van ons lichaam leren aan de hand van twee verschillende opdrachten.

Aufgabe 1 Gruppe 2 Personen: Van de expert krijg je een afbeelding van Malte met daaronder de verschillende lichaamsdelen in het Duits. Combineer het juiste woord met het juiste lichaamsdeel.

Körper Aufgabe

Aufgabe 2 allein: Leer de woordjes!

 

der die das


Bij het leren van de woordjes heb je de woorden der, die en das al regelmatig voorbij zien komen. Vandaag gaan we leren waar deze lidwoorden voor staan en krijg je enkele handvatten om te achterhalen welke van de drie je moet gebruiken bij welk woord.

Let op! Er zijn uitzonderingen.

Aufgabe 1 zusammen: De expert geeft uitleg over der die das. Neem in je Arbeitsbuch de desbetreffende regels die worden uitgelegd over.

Hieronder vind je het stappenplan met uitleg.

Stappenplan der/die/das

Aufgabe 2 Gruppe: Bekijk de volgende opdracht in de Wikiwijs. Maak deze met je buurman/buurvrouw. Probeer bij elk woord te achterhalen of het der die of das moet zijn aan de hand van de regels, die de expert heeft omschreven.

 

Toets:der die das

Großbuchstabe

Bunte vektor Illustration einer vollständigen Alphabet Buchstaben in  Großbuchstaben mit quadratischen Format dekorative Dekoration hinter jeder  Großbuchstabe in Stock-Vektorgrafik - AlamyIn het Duits heb je al bij de Wörterliste gezien dat een heleboel woorden in het Duits met een hoofdletter geschreven worden. Bij dit onderdeel gaan jullie goed naar enkele zinnen kijken om te achterhalen hoeveel hoofdletters er in een Duitse zin zitten. Kijk dus goed naar de zinnen en let op de volgende regels:

  • Het eerste woord van een zin met één hoofdletter.
  • Elk zelfstandig naamwoord met één hoofdletter. 
  • Maanden en dagen met één hoofdletter.

Aufgabe 1 allein: Maak de onderstaande opdracht en geef aan hoeveel hoofdletters er in de zin horen te zitten. 

Toets:Großbuchstabe

Grochbuchstaben

Level 5 Hobbys

Lernziele Woche 41 10 bis 14 Oktober

Mavo:

  • Ik ken de woorden van de woordenlijst van Level 5.
  • Ik kan een kort stuk over mezelf schrijven in het Duits.

Havo:

  • Ik kan de woorden van de woordenlijst van level 5 naar het Duits vertalen.
  • Ik kan een kort stuk over mezelf schrijven in het Duits.

Vwo:

  • Ik kan de woorden van de woordenlijst van Level 5 naar het Duits vertalen en er kleine zinnetjes mee maken. 
  • Ik kan een kort stuk over mezelf schrijven in het Duits. 

Hobbys

Het beschrijven/omschrijven van je hobbys is natuurlijk ontzettend belangrijk als je jezelf wilt voorstellen. Bij dit Level gaan we dan ook aan de slag met het thema vrije tijd/ hobby's.

Aufgabe 1 Zusammen: We luisteren gezamenlijk naar het volgende fragment. Probeer de hobby's die je hoort voor jezelf te noteren.

Aufgabe 2 Allein: combineer bij onderstaande opdracht de Duitse woorden met de bij behorende afbeeldingen. 

Toets:Hobbys

Aufgabe 3 Gruppe von 2: Lees de tekst en probeer de onderstaande vragen te beantwoorden. Tip: Probeer de vragen te beantwoorden met de juiste Duitse woorden uit de tekst.

  • Was mag Lena?
  • Wie heißt Lena’s Bruder?
  • Was machen (doen) Lena und ihre Mutter oft (vaak) am Wochenende (weekend)?
  • Was macht (doet) die Familie auf oder in der Elbe?
  • Wo schwimmt Lena im Sommer oft?
  • Woher (waarvandaan) kommt Lenas Mutter?
  • Wo liegt Hamburg in Deutschland?
  • Was macht (doet) Lena mit ihrer Familie in Bayern
  • Welche Hobby mag Tom?
  • Wie heißen die Eltern von Lena?

Aufgabe 4 allein: Je gaat nu een kort stukje tekst over jezelf schrijven. LET OP!!!! Deze opdracht is erg belangrijk voor het Finalprodukt van dit thema. Bewaar deze opdracht dus goed. Tip: Gebruik de bovenstaande tekst bij het invullen van de opdracht.

Mein Name ist ______________.

Ich wohne in ______________.

__________ ist eine Stadt in ___________________.

Meine Hobbys sind ________________________.

Das ist meine Schwester. Sie heißt __________________.

Sie magt___________________________.

Das ist mein Bruder. Er heißt __________________.

Er magt _______________________________.

Meine Eltern heißen ____________________________.

Sie mögen ____________________________.

Am Wochenende ________________________________.

In den Ferien ____________________________________.

Aufgabe 5 Zusammen: Bekijk de onderstaande afbeelding en geef aan welke Duitse woorden wel één hobby zijn en welke géén hobby.

Hobby 

Hobby 

 

 

 

 

 

 

 

Aufgabe 6 spiel: De experts hebben voor jullie enkele omschrijvingen van bepaalde Hobby's gemaakt. Noteer de Hobbys die je hoort. Degene die uiteindelijk de meeste Hobby's goed heeft geraden wint het spel.
Gedurende het spel leest de expert de 12 hobbys voor!

Aufgabe 7 allein: Leer de woordjes. Zie daarvoor de Wörterliste bij het kopje Thema Begrüßen.

 

Haben und Sein Wiederholung

Beheers je de vormen van haben und sein al goed, dan kun je nog volgende opdracht maken. Probeer bij deze opdracht 100% te scoren, dus dat alles in een keer goed is.

Veel succes.

Haben und Sein 1

Haben und Sein 2

Steckbrief

We hebben nu de verschillende kleuren en we hebben de lichaamsonderdelen leren kennen. Ter voorbereiding op de eindopdracht is het ontzettend handig om al een keer met schrijven te oefenen voor het uiteindelijke interview.

Dat gaan we doen aan de hand van een soort persoonomschrijving van je favoriete superheld. 

Aufgabe 1 allein: Bekijk de opdracht in het Arbeitsbuch met de kop Steckbrief. Vul het formulier in met telkens hele zinnen.

Erweiterung Grammatik Extra

Toets:Grammatik Übung

Level 6 Nicos Weg

Lernziele Woche 44 1 bis 4 November

Mavo:

  • Ik kan een Duitse film volgen.

Havo: 

  • Ik kan een Duitse film volgen en daarover enkele vragen beantwoorden.

Vwo:

  • Ik kan een Duitse film volgen en daarover enkele vragen beantwoorden / samenvatten. 

Nicos Weg

Nicos Weg!

De komende lessen gaan we de volgende film bekijken. Nicos Weg. In deze film zie je hoe Nico op weg is naar Duitsland en zie je wat voor avonturen hij meemaakt. Op enkele momenten zet de expert de film stop en krijg je de kans om de vragen, die in je werkblad staan te beantwoorden.

De vragen bij de Film (controleer nogmaals de vragen en tot hoever we gaan kijken)

Viel Spaß beim Sehen des Films!

 

Finalprodukt Vorstellungsgespräch

Op het einde van elk thema gaan jullie een Finalprodukt maken.

Bij dit Finalprodukt gaan jullie jezelf in het Duits voorstellen. We gaan jullie daarbij natuurlijk goed helpen. De opdracht is als volgt:

Bewerbungsgespräch: In 5 Gesprächsphasen überzeugen

Je gaat een Voorstellingsgesprek maken in het Duits. Je presenteert als het ware jezelf en probeert zoveel mogelijk over jezelf te vertellen in minimaal 45 seconden in het Duits. Zorg dat je bij dit Vorstellungsgespräch in beeld bent. 

Gedurende het voorstellingsgesprek kun je aan het volgende denken:

  • Hoe je heet?
  • Hoe oud je bent?
  • Waar je woont?
  • Wat je hobby's zijn?
  • Wat je karakter is?
  • Hoe je eruit ziet?
  • Waaruit je familie bestaat?

Dit Finalprodukt lever je uiteindelijk de tweede les van Level 7 in.

 

Level 7 Prüfungswoche

Kenntnistest

Deze week hebben jullie de eerste les van de week de kenntnistest.

In de test komt naar voren:

  • Luisterfragment met meerkeuzevragen
  • Korte tekst met meerkeuzevragen
  • Enkele woorden vertalen (leer alle woordjes van Thema 1 van NL > D en D > NL)
  • haben / sein verwerken
  • der/die/das verwerken

Deze tweede les moeten jullie het Vorstellungsgespräch oftewel Finalprodukt inleveren.

De eisen daarvoor kun je vinden bij Level 6 Finalprodukt.

Grammatikliste

hebben haben
ik heb ich habe
jij hebt du hast
hij/zij/het heeft er/sie/es hat
wij hebben wir haben
jullie hebben ihr habt
zij/u hebben (heeft) sie/ Sie haben

 

zijn sein
ik ben ich bin
jij bent du bist
hij/zij/het is er/sie/es ist
wij zijn wir sind
jullie zijn ihr seid
zij/u zijn (bent) sie/Sie sind

 

M = der
V = die
O = das
MV = die

Stap 1

Eindigt het woord op –chen of –lein = O

Stap 2

Mannelijke personen of mannelijke beroepen = M

Vrouwelijke personen of beroepen die eindigen op –in = V

Stap 3

Eindigt het woord op –heit, -keit, - schaft, -ung, -ei, -ik, -ion, -tät, -ur  = V

Stap 4

Eindigt het woord op –e = vaak V (zie uitzonderingen)

Stap 5

Windrichtingen, dagen, maanden, seizoenen en windrichtingen = M

Stap 6

Kun je er in het NL het voorzetten = vaak O

 

Link naar anderen Thema's