Na de onderbouw kies je een sector. Daarmee kies je je programma voor de rest van deze school. Het is ook de eerste stap naar een vervolgstudie en je toekomstige baan.
De vakken Mens & Maatschappij (MM), beeldende vorming (BV), en Mens & Natuur (MNA) leveren ook hun bijdrage aan het thema WIE BEN IK. Dit doen zij met opdrachten die te maken hebben met jouw omgeving, verleden en kennis over bijvoorbeeld jouw lijf.
Bij BZW zullen we je laten kennismaken met deze sector door middel van een aantal practische en theoretische opdrachten.
Als afsluiting maak je een digitale presentatie waarbij je alle gemaakte opdrachten presenteert aan je groep.
Leerdoelen
Na deze opdrachten:
ben je ervan bewust dat andere mensen hulp nodig hebben
ben je in staat om de hulpvraag te vertalen naar een practische invulling
kun je een tabel maken in het programma Word
kun je een eenvoudige berekening maken in het programma Excel
kun je een werkstuk maken in het programma Word
kun je een digitale presentatie maken
ben je in staat om een presentatie voor je eigen groep te doen
Maar het meest belangrijk is dat je gaat nadenken of deze sector is iets voor jou!
1. Gezondheid
Zorg en Welzijn heeft heel veel te maken met GEZOND(heid).
Vandaar dat we dieper ingaan op wat dat nou is: gezondheid.
Lees alle teksten van stap 1 tot en met stap 4 goed door om de vragen goed te kunnen beantwoorden.
Van al deze informatie ga je een krantenpagina maken.
Lees voordat je begint ook de stappen 5 tot en met 8 door.
Stap 1
Nooit hoofdpijn, verkouden of grieperig, en altijd fit en opgewekt. Wat is het geheim van deze supergezonde mensen?
Ken jij ze ook mensen die nooit eens een dagje ziek zijn? Van die mensen die midden in de winter blaken van gezondheid, terwijl iedereen aan het sniffen en hoesten is. Om jaloers op te zijn.... Maar denk niet dat dit allemaal vanzelf gaat, meestal doen ze er wel wat voor.
Maar wat is nu precies gezondheid?
Stap 2
De Wereldgezondheidsorganisatie zegt (WHO):
"Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken."
Wat betekent dat dan allemaal?
Gezondheid houdt dus meer in dan alleen maar een lichaam dat het goed doet.
· Lichamelijk goed voelen: dat je lichaam goed werkt en vrij is van pijn.
· Geestelijk goed voelen: dat je geen last hebt van de dingen die je denkt en voelt
· Sociaal goed voelen: dat je je goed voelt met andere mensen in je omgeving.
Stap 3
Welzijn:
Welzijn heeft te maken met dat jij je gewaardeerd voelt bij je klasgenoten, familie of sportvereniging. .
Als je sociaal welzijn goed is straal je dit ook uit en ontvang je positieve reacties. Mensen vinden het fijn om samen met je te werken.
Welzijn heeft natuurlijk ook met jezelf te maken.
Eigenlijk is het een soort van tevredenheid op allerlei gebieden. (een zekere mate van materiële en immateriële tevredenheid: blij zijn met wie je bent en wat je hebt aan bezittingen.).
Zorg en Welzijn
Waar hebben we het dan over?
Welzijn: blij zijn met wie je bent en wat je hebt aan bezittingen
Zorg: Aandacht geven aan gezondheid. Het verzorgen en onderhouden van mensen die dat zelf niet (goed) kunnen, dat kunnen mensen zijn met een beperking, ouderen, kleine kinderen etc.
Zorg en Welzijn zijn dus al die beroepen die te maken hebben met gezondheid. Van genezen, verbeteren, voorkomen tot verzorgen.
Stap 4
Ziekten en Beperktheid (handicaps)
Ziek of gezond?
Je gezond voelen en je ziek voelen zijn voor iedereen verschillend.
Dat kan met je werk te maken hebben, het kan ook met jezelf te maken hebben. De een voelt zich sneller ziek dan een ander.
Beperking (Handicap), je bent niet ziek maar je lichaam of geest werkt minder goed.
Een lichamelijke beperking heb je als een deel van je lichaam niet goed functioneert. Sommige kinderen kunnen bijvoorbeeld hun benen niet gebruiken, andere kinderen zijn blind. Er heel veel verschillende lichamelijke beperkingen.
Een verstandelijke beperking heb je als er iets niet goed is met je hersenen.
Met je hersenen denk je na en leer je. Kinderen met een verstandelijke beperking kunnen dingen daarom vaak niet zo goed begrijpen of leren.
Meervoudige beperking is dat iemand zowel verstandelijk als lichamelijk beperkt is.
Stap 5
Je gaat een krant maken waarin je de volgende vragen gaat beantwoorden:
Vind jij gezondheid belangrijk? Leg uit waarom je dat vindt. (minstens 2 redenen noemen).
Wanneer voel jij je lichamelijk goed?
Wanneer voel jij je geestelijk goed?
Wanneer voel jij je sociaal goed?
Kun je alle beperkingen (handicaps) voorkomen? Leg je antwoord uit.
Noem 4 dingen die jezelf kunt doen die goed zijn voor je gezondheid.
Noem 5 dingen die invloed hebben op je gezondheid.
Met welke stellingen ben jij het eens? waarom vind je dat? Beantwoord de beide stellingen.
1e stelling:
Micha zegt: Ik zet mijn radio zachter als ik weet dat mijn buurjongen in bed ligt te slapen.
Ik vind dat je rekening moet houden met anderen.
2e stelling:
Ronald zegt: Ik ben alleen verantwoordelijk voor mijn gezondheid. Met anderen heb ik niets te maken
Dus ik hoef geen rekening te houden met anderen mensen. Zij moeten maar
Voor zichzelf zorgen.
Denk eraan dat je de artikelen zo schrijft dat het duidelijk is waar je antwoord over gaat! De lezer moet kunnen lezen waar het over gaat zonder dat de vrraag erbij staat!
Stap 6
Hoe werkt NIEUWSTOOL?
Om aan de slag te kunnen met de website nieuwstool.nl zie je hieronder een filmpje staan.
Kijk deze eerst. Op de website van nieuwstool.nl staat ook veel informatie om de krant te kunnen maken.
Stap 7
Hoe?
Dit moet je weten voor je begint aan de online krant:
Je begint aan je krant: verander titel en schrijf je naam eronder!
Verwijder alle teksten, zodat je gelijk kunt zien wat jij moet vullen!
Als je aan de krant hebt gewerkt is het belangrijk de link goed op te slaan, zodat je jouw krant terug kan vinden. De link naar de krant staat bovenin de balk.
Kopieer de link en lever die alvast in via ItsLearning.
Dit is belangrijk omdat je dan altijd naar jou website terug kunt gaan en je je werk niet kwijtraakt. Anders moet je weer helemaal opnieuw beginnen!!!
Stap 8
Wat moet er in de krant komen:
Vul de datum van de krant in.
Beantwoord de vragen in verhaalvorm in je krant
Gebruik afbeeldingen om je verhalen te ondersteunen.
Vul de rest van de krant met reclames, strips, ander interessant nieuw (als het nepnieuws is zet je dat erbij), schoolweetjes enzovoort
Maak de krant zo mooi/aantrekkelijk mogelijk
Klaar: Lever je link naar je krant in via de inleverknop.
2. Droombaan
Stap 1
Ogen dicht.
Schrijf op wat jouw droombaan is.
Wat zou jij het allerliefst willen worden later?
Waar droom je van?
Je maakt in je OneDrive een map: BZW
Je opent in je BZW-map een Word document.
Als eerste verander je de naam in : droombaan met daarachter je eigen naam.
Je maakt een voorkant met je naam, klas, datum, titel en toepasselijk plaatje.
Je gaat je droombaan beschrijven.
Beschrijf wat je allemaal doet als je deze baan hebt.
Beschrijf hoe je werkdag eruit zou zien als je deze baan zou hebben.(hoe laat begin je en eindig je, moet je lange dagen maken)
Wat zou je met deze baan kunnen verdienen per maand?
Wat lijkt jou zo leuk aan deze baan? Noem in ieder geval drie dingen.
Heeft deze baan ook nadelen? Benoem ze.
Maak je document mooi met toepasselijke plaatjes.
Stap 2
De één kan goed met dieren omgaan. De andere repareert alles wat kapot is. Weer een ander kan goed tekenen of is goed met cijfers. Als je weet waar jij goed in bent, is het makkelijk om een sector te kiezen.
Bekijk de vaardigheden hieronder.
Een vaardigheid is iets wat je goed kunt.
Voorbeelden van vaardigheden zijn:
Bakken, sleutelen, koken, dingen repareren, rekenen, op de computer werken, schrijven, luisteren, tekenen, in de tuin werken, met mensen opgaan, met gereedschap
omgaan, mensen aan het lachen maken, omgaan met kinderen, met mijn handen
Misschien is het lijstje niet compleet. Je mag zelf aanvullen.
In stap 1 heb je al een document gemaakt over jouw droombaan.
Maak een nieuw hoofdstukje in je document. Daarin ga je vertellen wat jouw vaardigheden, talenten of kwaliteiten zijn.
Denk nog eens na over je droombaan: welke kwaliteiten heb je nodig voor jouw droombaan? Heb je die al of zou je die nog verder moeten ontwikkelen?
Verwerk die informatie ook in jouw document van stap 1 in.
Stap 3
Je gaat terugkijken op deze opdracht.
Noem 2 dingen die goed gingen bij het maken van dit document
Noem 2 dingen die minder goed gingen
Noem 2 verbeterpunten, wat zou je de volgende keer anders doen?
Dit vermeld je ook in je document als nieuw hoofdstukje.
Stap 4
Als laatste ga je jouw gemaakte document beoordelen met het schema dat onder aan de bladzijde staat of dat je krijgt van je docent.
Je gaat je gemaakte document kritisch bekijken en beoordelen. Je vult in de 2e kolom de punten in die jij denkt dat je gescoord hebt. Kijk ook goed naar de maximale score.
(Ook kun je dit schema goed gebruiken om te kijken of je alles gedaan hebt. En kan je dus nog dingen verbeteren of aanvullen: een soort checklist dus.)
Daarna plak je dit ingevulde beoordelings-schema achter je document. Dus dat wordt de laatste bladzijde.
Mantelzorg is onbetaalde zorg voor zieke of gehandicapten vrienden, familie of bekenden. Mantelzorgers doen heel nuttig en zinvol werk. Dankzij mantelzorg kunnen bijvoorbeeld mensen die zorg nodig hebben langer zelfstandig thuis blijven wonen. In meer dan de helft van de gevallen is de zorgperiode langer dan drie maanden. Vaak is het een periode van jaren. Misschien ben je zelf ook wel mantelzorger van iemand? Of 1 van je ouders? Het is belangrijk om als verpleegkundige/verzorgende aandacht te geven aan de mantelzorgers.
Stap 1
Jij gaat mantelzorg verlenen aan iemand uit je eigen omgeving.
Vraag opa, oma, buurman, buurvrouw, oom, tante, vrienden en kennissen of zij iemand kennen die hulp van anderen nodig heeft. Misschien heeft één van hen dat wel nodig…..
Ken je al iemand die mantelzorg zou kunnen gebruiken?
Heb je nog geen idee? Aan wie zou je dat kunnen vragen?
Schrijf je antwoord in je werkboek.
Stap 2
Leg contact met jouw zorgvrager en vraag naar zijn/haar beperking.
Waarmee kun je hem/haar helpen?
Wie heb je gevonden?
Wat is zijn/haar beperking waardoor hulp welkom is?
Waarmee kun jij helpen?
Noteer je antwoorden in je werkboek.
Stap 3
Je gaat een werkstuk maken over jouw "zorgvrager" en de mantelzorg die jij gegeven hebt.
Wat moet er allemaal in je werkstuk komen te staan?
Wat is de beperking van mijn zorgvrager?
Waardoor wordt deze beperking veroorzaakt?
Wie heeft deze diagnose gesteld?
Is deze beperking blijvend?
Wat zijn de gevolgen van deze beperking in het dagelijks leven?
Wat kan ik doen als mantelzorger?
Maak een enquête met minimaal 7 vragen die jouw zorgvrager invult nadat jij zorg verleent hebt.
Maak een foto-reportage waarin jij aan het werk bent.( 5 foto’s)
Kijk terug op deze opdracht en beantwoord de volgende vragen:
Noem twee dingen die goed gingen
Noem twee dingen die minder goed gingen
Noem twee verbeterpunten
Leg ook uit waarom iets goed of minder goed ging.
Stap 4
Je maakt een afspraak (in eigen tijd, huiswerk dus) om zorg te gaan verlenen.
Ga ook in gesprek om erachter te komen wat de beperking is van jouw zorgvrager. Deze informatie heb je nodig voor je werkstuk.
Je zult vast meer informatie moeten hebben. Maak gebruik van internet!
Stap 5
Hoe moet het werkstuk eruit zien?
Voorkant met titel, toepasselijke illustratie (plaatje), je naam en klas, datum
Inleiding: wat ga ik doen in dit werkstuk, beschrijf de opdracht
Hoofdstukken: de onderwerpen die je behandelt (de vragen 1 t/m 9)
Nawoord: hoe ging het maken van dit werkstuk, ben je tevreden, waarom wel of niet.
Vul als laatste het "beoordelingsformulier" in en lever ook deze in.
Tijd om af te wassen en alle gebruikte materialen weer op de goede plaats in de keuken te krijgen. Schoon en droog natuurlijk!
6. Levensfasen
Levenscyclus
Tijdens je leven maak je een lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling door.
De lichamelijke ontwikkeling is de verandering en groei van het lichaam.
Doordat je lichaam verandert, kun je in andere levensfasen ook nieuwe dingen leren zoals lopen of fietsen, je wordt beter in sport, kunt nauwkeuriger werken.
Geestelijke ontwikkeling is de groei en verandering in wat je met je verstand kunt en doet, zoals leren praten en lezen, studeren, oordelen en redeneren.
Sociale ontwikkeling is hoe de mens groeit en verandert in zijn benadering en contacten met anderen.
Iedere levensfase heeft bepaalde kenmerken en ontwikkelingen.
Meer daarover lees je in de volgende kennisbank:
Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.
Lever je gemaakte tabel in via Itslearning.
Stap 2
Als activiteitenbegeleider help je mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking.
Je ondersteunt ze bij hun dagbesteding of werk.
Je wil dat op een zinvolle en plezierige manier invullen.
Je begeleidt bijvoorbeeld een verstandelijk gehandicapte bij het verzorgen van de dieren in de kinderboerderij of gaat schilderen met een groepje dementerende ouderen.
Je stemt je activiteiten steeds af op de leeftijd.
Bij iemand met een verstandelijke beperking kan de echte leeftijd verschillen met de ontwikkelingsleeftijd. Dan pas je je activiteit daar op aan.
Je houdt bij de activiteit rekening met iemands wensen en mogelijkheden.
Je kunt als activiteitenbegeleider zowel met individuen werken als met groepen.
In groepjes.
Maak een plan voor een activiteit als activiteitenbegeleider.
Bedenk eerst goed:
voor wie je wat wil doen (doelgroep);
wat je wilt gaan doen;
waarom die activiteit bij de doelgroep past;
waar je het wilt doen;
wat je ervoor nodig hebt;
wie hoe je ervoor nodig hebt en
hoe je het gaat uitvoeren.
Overleg met je docent wat je budget is voor eventuele aankopen.
Bespreek het plan met je docent. Vul zo nodig je plan verder aan.
Maak een tijdsplanning voor de voorbereiding en de uitvoering van de activiteit.
Maak van dit plan een mooi Worddocument en lever het in via Itslearning.
Stap 3
LOB opdracht.
Maak de LOB opdracht : Tabel maken
7. EHBO poster
Eerste Hulp Bij Ongelukken
Als een mens in nood verkeert zoals bij flauw vallen, een diepe snee in vinger, bewustenloosheid of een gekneusde voet dan leren we door EHBO hoe we hier als hulpverlener mee om moeten gaan. Hoe kunnen we de persoon in nood helpen bij de eerste hulp? Dat is de vraag waar EHBO antwoord op geeft.
Stap 1
Deze opdracht maak je in tweetallen.
Wat zijn de 5 belangrijke punten van EHBO?
Maak een mooie POSTER OF FLYER van deze regels. Zoek er per regel een bijpassend plaatje bij.
Noteer in je werkboek met wie je gaat samenwerken.
Noteer ook of je kiest voor een poster of een flyer.
Je kunt natuurlijk het filmpje nog een keer kijken als je de regels niet meer weet of gebruik de volgende link:
Maak je een poster: dan ga je aan het tekenen, knippen en plakken op een A3.
Als je kiest voor een flyer dan doe je dat in het programma Publisher.
Je mag ook een filmpje maken over de vijf regels!
Je poster lever je in bij je docent.
Je flyer of film lever je in via Itslearning.
Stap 2
LOB opdracht.
Maak de LOB opdracht: Poster maken
8. Verbandtrommel
Een verbandtrommel is een trommel of doos gevuld met verbandmiddelen. Je gebruikt deze trommel als je EHBO toepast.
Wanneer je iets uit de trommel gebruikt, moet je het direct weer aanvullen. In de verbandtrommel zit een lijst met wat er allemaal in die doos hoort te zitten. Het is verstandig om af en toe de inhoud van de verbandtrommels te controleren.
Het hebben van een EHBO-koffer is verplicht op bijvoorbeeld elke school, bij elke vereniging, in elk bedrijf en op evenementen.
Toch is er geen duidelijkheid over de inhoud van deze koffers.
Het Oranje Kruis, die de richtlijnen van de EHBO in Nederland bepaalt, heeft daarom een aantal richtlijnen opgesteld over wat de aanbevolen inhoud van een EHBO-koffer moet zijn. Doordat het richtlijnen zijn bestaat er dus geen precies voorgeschreven inhoud.
De richtlijnen moeten gezien worden als een basis, daarnaast is het aan de (werk)sector om de inhoud aan te vullen met materialen en middelen die gericht zijn op het specifieke werk dat daar verricht wordt.
In de horeca bijvoorbeeld mogen er geen witte en bruine pleisters in de EHBO-koffer zitten, maar moeten de pleisters blauw zijn. Blauw is namelijk een kleur dat goed opvalt in het eten, aangezien er heel, heel weinig blauw eten is.
Bij de voetbalclub ziet de verbandtrommel er waarschijnlijk anders uit.
Daarnaast hebben mensen thuis ook vaak een verbandtrommel. Of ze hebben er één in de auto.
Informatie verbandtrommel voor thuis: https://www.ehbo-koffer.nl/verplichte-inhoud-ehbo-koffer/inhoud-verbanddoos-voor-thuis/
Stap 1
De volgende opdrachten maak je met z'n tweeën.
Maak je eigen EHBO-kistje
Wat heb je nodig voor deze opdracht?
o Een doos
o Eventueel wat pleisters
o Gekleurd karton en papier om je verbandmiddelen te maken
o Maak een inhoudslijst voor aan de binnenkant van de deksel
o Maak de doos zo dat je kunt zien dat het een EHBO-doos is
o Informatie over de richtlijnen van het Oranjekruis; wat zou er in moeten zitten?
Sporten en bewegen doen we met onze botten, spieren, pezen en gewrichten. We noemen dat ook wel ‘het bewegingsapparaat’. Wanneer u veel sport wordt uw bewegingsapparaat sterker. Botten en pezen worden steviger, spieren worden dikker en uw gewrichten soepeler.
Soms gaat het even mis. Een spier rekt te ver uit, een gewricht kantelt de verkeerde kant op, een pees scheurt of u breekt zelfs een bot. We spreken dan van sportblessures.
Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.
Stap 2
Hoe voeg je notities toe aan je PowerPoint?
Notities toevoegen tijdens het maken van de presentatie
Het notitievenster is een vak dat onder elke dia wordt weergegeven.
In een leeg notitievenster wordt de tekst Klik hier om notities toe te voegen weergegeven.
Stap 3
Klaar?
Heb je al de vragen behandeld in je PowerPoint?
Ziet je PowerPoint er goed uit?
Vul het beoordelingsformulier in en lever die in bij je docent.
Lever je PowerPoint in via de inleverknop van Itslearning
10. EHBO DOEN!
In drietallen gaan jullie de volgende opdrachten maken, uitvoeren / oefenen en presenteren aan de rest van je klas.
Noteer in je werkboek met wie je gaat samenwerken.
De presentatie mag je maken in Prezi, PowerPoint of Sway.
Je krijgt van je docent twee EHBO behandelingen toegewezen.
1 en 2: Vuiltje in oog & Drukverband enkel
3 en 4: Hevig bloedende wond & Buikstoten
5 en 6: Brandwond & Draaien van buik naar rug
7 en 8: Dekverband hand & Splinter
9 en 10: Bloedneus & stabiele zijligging
11 en 12: Rautekgreep & schaafwond
Stap 1
In je presentatie moeten de volgende onderdelen zitten:
- wanneer je deze behandelingen toepast
- welk soort verwonding,
- hoe te herkennen,
- wat verder te doen.
Informatie kun je vinden op Internet.
Stap 2
Van de gevonden informatie ga je een presentatie maken met het programma SWAY( te vinden op office 365), Powerpoint of Prezi.
Stap 3
Je gaat deze behandeling ook oefenen met behulp van de werkkaarten.
Stap 4
Dan ga je je presentatie en je geoefende behandelwijze presenteren aan de rest van je groep.
Stap 5
Je vult voor jezelf een evaluatie in en je klas vult ook een evaluatie in voor je presentatie.
Stap 6
LOB opdracht.
Maak de LOB opdrachten: Presenteren & Samenwerken
11. Knutselen
Bij zorg en welzijn is werken met kinderen één van de onderwerpen die aan bod komen. Hier leer je onder andere een baby te verzorgen, in bad te doen, een flesje te maken, te verschonen. Ook leer je van alles over kinderziektes, gezonde voeding, ontwikkeling van kinderen en spelen met en door kinderen.
Kinderen vinden knutselen en tekenen vaak erg leuk. Hierdoor leren ze hun fijne motoriek te ontwikkelen door te knippen, te kleuren en te plakken.
Lees voordat je begint eerst de hele opdracht goed door zodat je weet wat er van je verwacht wordt.
Je gaat:
een knutselopdracht verzinnen voor een kind van ongeveer 5/ 6 jaar
Een werkstuk lijkt op een verslag. Het gaat over een bepaald onderwerp, die vaak in meerdere deelonderwerpen verdeeld wordt door middel van alinea’s en hoofdstukken. Met een werkstuk kun je veel informatie presenteren en combinaties maken van tekst en afbeeldingen.
Stap 1
Bedenk een knutselwerkje voor een kind van 5/ 6 jaar. Probeer een knutselwerkje te bedenken met materialen die in huis zijn/ geen geld kosten.
Maak van het knutselwerkje een lijst met benodigdheden
Welke stappen moet je nemen om dit knutselwerk te kunnen maken? Maak een stappenplan.
Stap 2
Je gaat het knutselwerkje zelf maken.
Maak foto’s van alle stappen die je maakt! (of film het…)
Beschrijf hoe de planning eruit ziet voor een activiteit van 50 minuten met een kind. Denk daarbij ook aan klaarzetten en opruimen!
Stap 3
Bedenk tot slot een gezonde traktatie voor het kind.
Je werkt deze traktatie uit:
uit welke ingrediënten bestaat de traktatie
hoe ga je te werk (bereidingswijze)
Werk dit netjes en volledig uit. Voeg ook een foto van het resultaat toe.
Stap 4
Terugblik:
Hoe vond je de opdracht? Leg uit waarom je het leuk of minder leuk vond.
Noem twee dingen die goed gingen.
Noem twee dingen die minder goed gingen.
Noem twee dingen die je de volgende keer anders zou doen
Kijk kritisch naar je werkstuk en beoordeel deze aan de hand van de beoordelingslijst lijst onderaan deze bladzijde. Doe dit zo eerlijk mogelijk!
Plak deze (ingevulde) lijst als laatste bladzijde in je werkstuk.
Zij kunnen je hulp goed gebruiken bij het zoeken naar een nieuwe huisarts, tandarts en andere instanties die zij nodig hebben.
Stap 1
Maak een sociale kaart van je eigen woonomgeving.
Een sociale kaart is een informatiekaart waarop je allerlei gegevens van organisaties kunt vinden die zich bezig houden met zorg & welzijn, wonen, werk & inkomen, kinderen en jeugd.
Wij gaan een sociale kaart maken met daarop informatie over zorgverleners in jouw omgeving.
Deze sociale kaart maken we in een tabel (Word).
De volgende hulpverleners ga je in je sociale kaart verwerken:
Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.
Stap 3
Je moet de volgende gegevens vermelden:
NAW-gegevens (naam, adres, woonplaats met postcode)
Website
Denk van tevoren goed na hoeveel rijen (van links naar rechts) en hoeveel kolommen (van boven naar beneden) je nodig hebt.
Zorg dat alle informatie op één pagina past.
Maak een mooie lay-out ( lettertype, kleur, tekstblokken).
Lever je kaart in via Itslearning en geef het de naam: socialekaarteigennaam
13. Beroepskeuzetest
Stap 1
Op internet kun je allerlei testen doen.
Van “eet ik wel gezond” tot “ben ik een normale jongere”.
Er zijn ook heel veel mogelijkheden voor beroepskeuzetesten. Die kunnen je helpen als je nog niet weet welke beroepen voor jou interessant zijn.
Natuurlijk zijn niet alle testen even betrouwbaar. En de uitslag hoeft niet altijd te kloppen. Maar als je zo’n test serieus invult kan het wel een idee geven over de richting van je interesses en kwaliteiten.
Stap 2
Download onderstaande document.
Sla het op in je map BZW1.
Geef het de naam: beroepskeuzetest met je eigen naam erachter. (beroepskeuzetest pietje puk).
Volg alle stappen van de opdracht.
LET OP!!!
Blijf op deze website totdat je de opdracht helemaal klaar hebt!
Je kunt dit namelijk niet opslaan en later verder gaan!
Lever de opdracht in via de inleverknop van Itslearning.
14. Gezond Recept
Intro
Je gaat een slaapfeestje geven. Voordat de avond en nacht gaan beginnen met films, limonade en chips willen jullie eerst gezellig met elkaar koken en eten.
Liefst ook nog een beetje gezond!
Jullie gaan in je groepje gezonde recepten bedenken. En er één uitkiezen om te koken.
Dit wel in overleg met je docent.
Stap 1
Lees nog eens goed de informatie over de schijf van vijf door, zodat je weet hoe een gezonde maaltijd eruit zou moeten zien.
Maak een Word document in je OneDrive, geef het de naam: GEZOND RECEPT met je naam erachter.
Maak alvast een voorkant met je naam, klas, datum, titel en afbeelding.
Zoek op internet of in de aanwezige kookboeken een recept op dat je lekker en gezond lijkt.
Een recept bestaat uit:
Ingrediëntenlijst (met de hoeveelheden in grammen, eetlepels, theelepels…)
Bereidingswijze (hoe ga je te werk)
Stap 3
Je hebt een recept gevonden.
Pak de schijf van vijf erbij: zet de groepen van de schijf van vijf op een rij onder het recept. Schrijf nu je ingrediënten van je recept bij de juiste groep.
Mis je nog een ingrediënt van een bepaalde groep? Bedenk dan een bijgerecht waardoor wel alle groepen in je maaltijd zitten.
Stap 4
Klaar met je voorkant, recept, schijf van vijf.
Dan is het nu tijd om al deze documenten samen te voegen in één gezamenlijk document.
Hoe doe je dat?
Eén van jullie deelt zijn document met de rest van de groep.
Dan kunnen jullie je eigen document kopiëren naar het gezamenlijke document.
Als je dat gedaan hebt: maak dan één gezamenlijke voorkant waarop al jullie namen staan.
Stap 5
Alle recepten zijn klaar: tijd om te kiezen!
Bedenk hoe jij ervoor gaat zorgen dat de rest op jouw gerecht stemt.
Schrijf dit op in steekwoorden.
Je krijgt één minuut de tijd om te vertellen waarom de groep voor jouw recept moet kiezen. Hou de tijd bij met een stopwatch.
Vervolgens gaan jullie stemmen. Schrijf op een briefje welk recept je kiest. Je mag niet op je eigen recept kiezen!
Tel de stemmen en besluit welk recept jullie gaan maken.
Welk recept wordt het? Overleg dit ook met je docent.
Hoe ging het kiezen van het recept?
Maak hiervan een verslag.
Dit voeg je toe aan je gezamenlijke document.
Stap 6
Jullie gaan samen dit recept maken.
Maak een taakverdeling: wie doet wat?
Ook deze stap weer opnemen in jullie gezamenlijke document.
Stap 7
Terugkijken
Wat vond je van de opdracht?
Noem twee dingen die goed gingen
Noem twee dingen die minder goed gingen
Noem twee verbeterpunten
Hoe verliep jullie samenwerking?
Maak hier een verslag van en voeg dit toe aan je document.
Stap 8
Als laatste vullen jullie samen de ingevulde beoordelingslijst in. Deze krijg je van je docent.
Lever je gemaakte document in via Itslearning. Je beoordelingsformulier lever je in bij je docent.
Recepten
binden met een roux
Roux; de basis van gebonden sauzen en soepen – Een roux maken is een echte basistechniek, eentje die veel gebruikt wordt om sauzen en soepen mee te maken. Het is eigenlijk niks meer dan een bindmiddel gemaakt van (ongeveer) gelijke delen boter en bloem.Het zetmeel in de bloem zorgt voor dan voor de binding. Door vloeistof (melk, bouillon, kookvocht) toe te voegen krijg je een gebonden saus of soep.
De bekendste bindmiddelen op basis van zetmeel zijn aardappel- en maïszetmeel.
Maak van een van deze bindmiddelen eerst een koud papje door er wat water of melk aan toe te voegen en te roeren. Voeg een paar lepels van de warme vloeistof aan het papje toe zodat het handwarm is. Voeg dit mengsel toe aan je saus. Kook niet langer dan 2 minuten, want dan wordt de saus weer dun.
Arrowroot, maïzena en aardappelmeel zijn zetmeelsoorten waarmee je sauzen kan binden. Aardappelzetmeel geeft een heldere, doorschijnende binding en brengt geen kleurverandering van de te binden vloeistof teweeg. Maïszetmeel veroorzaakt daarentegen wel een troebele binding van de saus.
Het arrangement PAX VMBO Beroepsgericht Zorg & Welzijn is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.