Buitenland VWO-5 Gebieden: Zuid-Amerika

Buitenland VWO-5 Gebieden: Zuid-Amerika

Introductie

Par. 3.1 Natuurlijke gevaren in Zuid - Amerika

Par. 3.1 Natuurlijke gevaren in Zuid - Amerika
Deze paragraaf gaat over het voorkomen van de natuurrampen in Zuid – Amerika  al dan niet door de menselijke invloed op de natuurlijke leefomgeving.

Om een eerste, globale indruk  van deze paragraaf te krijgen,
bekijk je:
- de indeling aan de hand van de paragraaftitel en de tussenkopjes,
- de inleiding van het paragraaf
- de figuren  met de bijschriften

Begrippen die horen bij deze paragraaf:

  • Aardverschuivingen
  • Lahars
  • Draagkracht
  • Subductie
  • Flash floods
  • Hoge piekafvoer
  • Vertragingstijd
  • Tsunami

     

Hoofdvraag:
Welke natuurlijke gevaren er spelen in Zuid-Amerika en waar deze gevaren spelen?

Vragen die horen bij deze paragraaf:

  • Je kunt uitleggen waarom en op welke manier platentektoniek de oorzaak is van aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en tsunami's in het westen van Zuid-Amerika;
  • Je kunt uitleggen hoe vulkaanuitbarstingen de oorzaak kunnen zijn van Lahars en dat die Lahars een groter gevaar vormen dan de vulkaanuitbarsting;
     

Achtergrondinformatie:

Raadsel van de Andes eindelijk opgelost
De bergketen op onverwachte plek verklaard

Figuur 1 Andes Hooggebergte

De Andes is theoretisch gezien een hooggebergte op de verkeerde plek. Twee teams van Nederlandse aardwetenschappers kwamen dit jaar, onafhankelijk van elkaar, met een verklaring voor deze Zuid-Amerikaanse bergketen.

Het is een raadsel waar veel aardwetenschappers zich het hoofd al over braken: hoe is de Andes ooit ontstaan? Dit gebergte aan de kust van Zuid-Amerika is gemiddeld vier kilometer hoog en heeft toppen van zeven kilometer, en dat is eigenlijk veel te hoog voor de plek waar het ligt.

Hooggebergten ontstaan als twee continenten naar elkaar toe bewegen, leren geologen. Continenten zijn zo licht dat ze beiden blijven drijven op de stroperige aardmantel die eronder ligt. Uiteindelijk botsen ze dus op elkaar en verkreukelen. Zo zijn bijvoorbeeld de Himalaya’s ontstaan.

De kust van Zuid-Amerika is echter een subductiezone: hier duikt een relatief zware oceaanplaat (de Naczaplaat) de diepe aarde in. Dat geeft normaal gesproken wel wat deformatie aan het aardoppervlak, maar geen hooggebergten. Je verwacht in zo’n geval eerder vulkaangebieden, zoals in Indonesië of Griekenland.

Groot en langdurig:
Dat de Andes er toch ligt heeft te maken met de enorme lengte van de subductiezone en de lange tijdsduur van de subductie, concludeert Wouter Schellart, aardwetenschapper aan de Vrije Universiteit Amsterdam, uit simulaties met computermodellen.
Het grote stuk oceaanplaat dat over een lengte van 7000 kilometer de min of meer vloeibare mantel in duikt veranderde de stroming van het mantelmateriaal. Dat zorgde er uiteindelijk voor dat de Naczaplaat weer wat omhoog kwam én tegen Zuid-Amerika aan botste.

Figuur 2: De Naczaplaat duikt onder de Zuid-Amerikaanse Plaat, en veroorzaakt daarmee veranderingen in de stroming van de mantel. Daardoor kon de Andes ontstaan.
W.P. Schellart, Vrije Universiteit Amsterdam

In de simulaties, die een periode van 200 miljoen jaar omvatten, ontstond eerst een ondiepe zee op de plek van de Andes. Pas 80 miljoen jaar later kreeg de duikende plaat invloed op de mantelstroming. De mantel stuwde vervolgens Zuid-Amerika versneld naar het westen en de Naczaplaat terug omhoog, waardoor uiteindelijk het Andesgebergte omhoog kwam zetten.

Tien jaar geleden opperde Schellart dit idee voor het eerst, nu is hij er in geslaagd het ontstaan van de Andes op deze manier met zijn driedimensionale computermodellen te simuleren, op een supercomputer die in Australië staat. “Eerder negeerde men de derde dimensie in dit soort modellen”, zegt Schellart. “Toen had de breedte van de plaat dus geen effect op de resultaten. Maar dat blijkt hier juist de cruciale factor.” Schellart publiceerde zijn bevindingen vorige week in Nature Communications.

Figuur 3 Torres de Paine Range, Andes

Roeispaan
Douwe van Hinsbergen, aardwetenschapper aan de Universiteit Utrecht, vindt het een mooie studie.
Het model gaat uit van de meest voor de hand liggende aannames, en resulteert in een geologische geschiedenis van de Andes die klopt met de reconstructies uit de waarnemingen, legt hij uit. “Ik ben er blij mee. Schellart beantwoordt hiermee precies de vragen die ik zelf nog had”, zegt Van Hinsbergen.

Ook zijn groep puzzelde dit jaar namelijk aan de Andes, en ook zijn groep publiceerde er over in Nature Communications.
De Utrechtse geologen richtten zich vooral op de vraag waarom de Naczaplaat in de loop van de subductiegeschiedenis weer vlak ging liggen – dat speelde een belangrijke rol bij het ontstaan van de Andes.

In eerdere reconstructies is het verkeerde referentiekader gekozen, concludeerden de Utrechters. “Men keek altijd alleen hoe de Naczaplaat en de Zuid-Amerikaanse Plaat ten opzichte van elkaar bewogen”, zegt Van Hinsbergen. “Niemand realiseerde zich dat beide platen ook nog eens als een soort samengesteld vlot naar het westen dreven, over de aardmantel heen.”

Dit kan verklaren waarom de Naczaplaat zich onder Zuid-Amerika terug naar het oppervlak bewoog. Van Hinsbergen: “Vergelijk de omlaag duikende aardschol maar met een roeispaan. Als je vaart hebt, zal het niet lukken deze diep het water in te steken. Hij gaat dan vlak liggen.”

De studie van Schellart sluit hier mooi op aan, vindt Van Hinsbergen. Het onderzoeksteam uit Utrecht concludeerde wat er gebeurd is door alle beschikbare gegevens bij elkaar te leggen.
Van Hinsbergen: “En Schellart heeft deze week laten zien welk proces het vlot aandreef.”

© NEMO Kennislink,13 december 2017
Auteur: Marlies ter Voorde

Opdrachten

Basisroute

Basisroute
Basisroute

Basisroute

Par 3.1 Natuurlijke gevaren in Zuid - Amerika
De onderstaande opdrachten komen uit het werkboek aardrijkskunde.
Blz. 60 - 61

Hoofdvraag:
Welke natuurlijke gevaren er spelen in Zuid-Amerika en waar deze gevaren spelen?

Algemene instructie:
Lees de paragraaf, bekijk de bronnen goed en beantwoord dan de vragen!

Maak de volgende opdrachten:
Vraag a

Vraag b

Vraag c

Vraag d

Vraag e

Hoofdvraag:
Beantwoord  de hoofdvraag van deze paragraaf in eigen woorden.


 


Conclusie:
Schrijf op wat je geleerd hebt van deze paragraaf

 

Verkorte - route

Verkorte - route
Verkorte - route

Zelfstandige - route

Zelfstandige - route
Zelfstandige - route

Zelfstandige – route*
Paragraaf 3.1 t/m. 3.4

Examentraining: Sinop en Lima
1) Sinop
2) Lima


In deze paragrafen vergelijk je twee steden, Lima en Sinop het gaat vooral om de opbouw en ruimtelijke inrichting van deze twee steden.
Lees de paragrafen goed door en zorg ervoor dat je de begrippen die in deze paragrafen genoemd worden kent.

TIP:
1) bekijk op de computer; de rondleiding door de twee gebieden die in deze examentraining aan de orde komen.
2) gebruik daar waar nodig  en/of nuttig is de atlas


Hoofdvraag:
Welke natuurlijke gevaren er spelen in Zuid-Amerika en waar deze gevaren spelen?
Op welke manier men aan hazard management doet in de verschillende landen in Zuid-Amerika;
Je kunt uitleggen hoe steden zijn opgebouwd, en daarna verklaren dat naast megasteden er ook middelgrote steden zijn die snel groeien?
Je kunt uitleggen dat globalisering op het platteland zichtbaar is in plantagegebieden, maar ook in de geldzendingen (remittances) van migranten.


*
Je mag deze route kiezen als je denkt dat je weinig instructie en ondersteuning van de docent nodig hebt.
Overleg wel eerst even met de docent of hij het ook een verstandige keuze vindt.
De docent kan aangeven dat je bij sommige onderdelen van de lesperiode aanwezig moet zijn in het lokaal om uitleg te krijgen.
 

Ondersteunende info

Ondersteunende info
Ondersteunende info

Ondersteunende film

Par. 3.2 Hazard management

Par. 3.2  Hazard management
Deze paragraaf gaat over op welke manieren de mensen in Zuid – Amerika omgaan met het risico van een (natuur)ramp.

Om een eerste, globale indruk  van deze paragraaf te krijgen,
bekijk je:
- de indeling aan de hand van de paragraaftitel en de tussenkopjes,
- de inleiding van het paragraaf
- de figuren  met de bijschriften

Begrippen die horen bij deze paragraaf:

  • Hazard management
  • Risicoperceptie

Hoofdvraag:
Op welke manier men aan hazard manage­ment doet in de verschillende landen in Zuid-Amerika?

Vragen die horen bij deze paragraaf:

  • waarom de risicoperceptie bij de bevolking vaak laag is, en die verkeerde risicoperceptie het ruimtelijk gedrag van mensen verklaart;
  • je kunt het verband aangeven tussen hazard management en risicoperceptie.
     

Achtergrondinformatie:

Hazard management:
Omgaan met rampen: voor en na

 

Opdrachten

Basisroute

Basisroute
Basisroute

Basisroute


Par 3.2 hazard Management
De onderstaande opdrachten komen uit het werkboek aardrijkskunde.
Blz. 62

Hoofdvraag:
Op welke manier men aan hazard management doet in de verschillende landen in Zuid-Amerika;

Algemene instructie:
Lees de paragraaf, bekijk de bronnen goed en beantwoord dan de vragen!

Maak de volgende opdrachten:
Vraag a

Vraag b

Vraag c

Vraag d

Hoofdvraag:
Beantwoord  de hoofdvraag van deze paragraaf in eigen woorden.


 


Conclusie:
Schrijf op wat je geleerd hebt van deze paragraaf

 

Verkorte - route

Verkorte - route
Verkorte - route

Zelfstandige - route

Zelfstandige - route
Zelfstandige - route

Zelfstandige – route:

Zie voor de opdrachten en de uitleg bij paragraaf 3.1

Ondersteunende info

Ondersteunende info
Ondersteunende info

Ondersteunende film

Practicum Opdracht

Practicum
Practicum

Introductie:

Afbeeldingsresultaat voor tungurahuaDe Tungurahua (Quechua: tunguri = "keel", rahua = "vuur"; "vuurkeel") is een actieve stratovulkaan in de gelijknamige provincie in Ecuador. De ongeveer 5 kilometer hoge vulkaan is gelegen nabij het stadje Baños in het noorden van Ecuador, op een afstand van circa 140 kilometer van de hoofdstad Quito. In de afgelopen 1300 jaar was Tungurahua elke 80 tot 100 jaar actief. Grote activiteit was er in 1773, 1886 en in de periode 1916-1918. In 2000, na een lange periode van rust, kwam de vulkaan in een nieuwe actieve fase die nog altijd voortduurt. De hernieuwde activiteit leidde in oktober 1999 tot een asregen en de tijdelijke evacuatie van meer dan 25.000 inwoners uit Baños en omgeving.


Hazard Management Officers Tungaruhua, te Baños

De vulkaan Tugaruhua rommelt weer. En jullie zijn net begonnen aan jullie nieuwe baan als Hazard Management Officers Tungaruhua in Baños. Misschien was Disaster Management Officer een betere titel geweest maar goed. Jullie zijn samen verantwoordelijk voor een gebied met een straal van 10 km rond de krater van de vulkaan.
Het stadje Baños en de dorpen in de omgeving van de vulkaan kennen een lange geschiedenis van vulkaanuitbarstingen en aardbevingen. Deze hebben vele mensen het leven heeft gekost, dorpen verwoest en landbouwgebieden vernietigd. Aan de vulkaanuitbarstingen en aardbevingen kan men weinig doen. Maar men is er veel aan gelegen menselijk leed en schade aan eigendommen, infrastructuur en milieu tot een minimum te beperken.

De United Nations Office for Disaster Risk Reduction (UNISDR) heeft aan Baños gevraagd hoe het zit met hun risicoanalyse. Doet Baños wat het kan om de risico’s op een ramp te verkleinen?
           Jullie moeten deze risicoanalyse maken voor het gebied ronde de vulkaan Tungurahua samen met een plan om de risico’s te verkleinen en een advies met maatregelen om de zaken te verbeteren. En jullie rapport moet heel snel op het bureau van jullie chef liggen anders zijn jullie dat mooie baantje alweer kwijt.
Jullie baas was zo vriendelijk om jullie een oude laptop te geven en het wachtwoord van de wifi. Hij vertelde jullie ook dat het plan niet te veel geld mocht kosten want geld was er niet of je moest zelf geld voor je plannen zien te regelen.
“En jullie moeten vooral veel moeilijke termen van de Verenigde Naties gebruiken in je rapport want dat vinden ze mooi” riep hij nog voor hij wegreed in zijn Toyota pickup truck.

 

(deze opdracht komt van R.Lubberts)

 

 

Hazard Management; De opdracht

De opdracht (hoofd- en deelvragen):
Jullie hebben er zin in. Maar wat wordt er nu eigenlijk van jullie gevraagd? Wat is de hoofdvraag en wat zijn de deelvragen?

  • Hoofdvraag:
    Welke maatregelen moeten er genomen worden in het gebied rond de vulkaan om de risico’s op een toekomstige ramp te verkleinen?

    Wat adviseren jullie de gemeente Baños en wat zijn hiervoor de argumenten? Zijn de mensen in het gebied rond de vulkaan Tungurahua voldoende voorbereid om een rampenscenario het hoofd te bieden (bijv. krachtige eruptie van de vulkaan; grote aardbeving)?
    In welk deel van het gebied wel? Waar eventueel niet?
     
  • Deelvraag 1:
    Wat zijn de hazards (gevaren) die er dreigen rond de vulkaan en waar komen ze voor? Wat is de kans dat zich een hazard event ergens voor zal doen?
     
  • Deelvraag 2:
    Hoe kwetsbaar is het gebied rond de vulkaan voor mogelijke, toekomstige hazards en waar in het gebied is de kwetsbaarheid het groots?
     
  • Deelvraag 3:
    Hoe groot zijn de risico’s dat er mensen gewond zullen raken of misschien wel omkomen of dat er schade zal worden geleden aan de infrastructuur of de economie?
    En vooral: waar in het gebied rond de vulkaan zijn de risico’s het grootst?

Aanpak:
Als Hazard Management Officers Tungaruhua kennen jullie de theorie en weten jullie dat er voor jullie rapport vier taken gedaan moeten worden volgens het risicoanalyseproces van o.a. de UNISDR (zie Bijlage 1, tabel 2).

  • Er moet een hazardkaart gemaakt worden van het onderzoeksgebied met een analyse van de typen hazards en hun eigenschappen (de hazard parameters). Deel 1 van je rapport.
     
  • Er moet een exposure-kaart gemaakt worden van het onderzoeksgebied met een analyse van de kwetsbaarheid. Deel 2 van je rapport.
     
  • Er moet een op basis van deze twee kaarten een risicokaart gemaakt worden met risicoanalyse door de twee kaarten op elkaar te leggen en de risico’s in het gebied te analyseren en te beschrijven. Deel 3 van je rapport.
     
  • Ten slotte moet op basis van de risicokaart en (een) rampenscenario (’s) het reactievermogen van de gemeente Baños geëvalueerd worden en moeten er als het nodig is haalbare voorstellen voor verbetering worden gedaan (advies). De mogelijke risico’s van het scenario geef je aan op een scenariokaart. Deel 4 van je rapport.

Taken 1 en 2 kunnen los van elkaar gemaakt worden. Spreek af wie van jullie taak 1 doet en wie taak 2. Bij taak 3 en 4 moet er samengewerkt worden.

 

Start opdracht

Start Opdracht:

KMZ-bestand  Tungaruhua openen.
Open in Google Earth (GE) het bestand PO Tungurahua.kmz Je vindt nu onder Mijn plaatsten de map  Tungurahua met de volgende submappen:

  • Afbakening gebied
  • Resolutie satellietbeelden
  • Geologische kaart Tungurahua
  • Topografische kaart Tungurahua
  • Exposure map
  • Hazard map
  • Hoogteprofielen


Afbakening onderzoeksgebied
Het gebied wat je gaat onderzoeken is het oppervlak wat ligt binnen een straal van 10 km rond de krater van de vulkaan Tungurahua. Hierbinnen ga je een kartering maken van de hazards (taak 1: hazardkaart),
de exposure (taak 2: exposurekaart),
de risico’s (taak 3: de risicokaart)
en van een of meer scenario’s (taak 4: scenariokaart).
Door met een vinkje in GE in de map Afbakening gebied aan te zetten, zie je voor welk gebied jullie een risicoanalyse gaan maken. Dubbelklik op de map afbakening en je zoomt in op het onderzoeksgebied.

Resolutiesatellietbeeld
De resolutie van de satellietfoto’s in GE is niet overal in het gebied rond de vulkaan even goed1. Door de map Resolutie satellietbeelden aan te vinken zie je grenzen tussen gebieden met verschillende resolutie. Ook al is de resolutie niet overal optimaal, er valt goed te karteren, zeker met behulp van de topografische en geologische kaart.

Overlay topografische kaart
Door het vinkje in GE in de map Topografische kaart aan te zetten zie je de topo-namen gebied tungurahua.png

topografische kaart (Figuur 1). De transparantie van de kaartlaag kun je instellen. Gebruik deze kaart als hulpmiddel, vooral bij taak 2 (kartering van exposure en kwetsbaarheid) maar ook bij alle andere taken wanneer je naar locaties wilt verwijzen in je verslag.

Overlay geologische kaart
Door in GE het vinkje in de map Geologische kaart aan te zetten zie je de geologische kaart (Figuur 2). De transparantie van de kaartlaag kun je instellen. Gebruik deze kaart als hulpmiddel, vooral bij taak 1 (Hazardkaart en analyse).  

Geologische kaart nieuw.JPG

1 Dit heeft o.a. te maken met problemen met de hardware van de Landsat 7 satelliet na 2003, de satelliet die de beelden rond de Tungurahua heeft gemaakt (gelanceerd  in 1999). Er is geprobeerd de resolutie te verbeteren (zie informatie Google resolutie Google Earth) maar dit is niet overal gedaan of niet overal gelukt. In 2013 is er een nieuwe satelliet gelanceerd (Landsat 8). De verwachting is dat de resolutie met de tijd zal verbeteren.

Open bestand Tungurahua.kmz

Open bestand Tungurahua_voorbeelden.kmz

Taak 1; Hazardkaart

Taak 1:
Hazardkaart, profielen en analyse  van typen hazards en eigenschappen:

Doen:

  • Maak een hazard-kaart met Google Earth (GE) en analyseer en beschrijf de typen hazards en hun eigenschappen. 
  • Gebruik de geologische kaart in GE als beeld overlay. Gebruik ook Google Maps (GM).
  • Maak minimaal twee hoogte profielen.
  • Zoek foto’s van hazard events voor in je verslag.
  • Zie tabel 1, 3 en 5 uit Bijlage 1 voor de belangrijkste parameters die je nodig hebt om de hazards te beschrijven. 
  • Bepaal de herhalingsperiode (frequentie) en de tijdsafstand voor de verschillende hazards van een bepaalde magnitude die je hebt gekarteerd of maak een relatieve schatting (Zie Tabel 3 Bijlage 1)  
  • Bepaal op basis van de herhalingsperiode (fequentie) de kans dat een hazard event zich binnen een jaar voor zal doen. (Zie Tabel 5 in Bijlage 1 voor uitleg).
  • Sla een *.kmz bestand op van je kaart voor het einde van de les op een voor jou toegankelijke plek (of van je hele PO Tungurahua map). Zie de handleiding (bijlage 2).
  • Maak een definitieve kaart voor in je verslag met een titel, een korte beschrijving, een legenda, een schaal en een kompasroos. Zie de handleiding (bijlage 2) hoe je dat doet.
  • Selecteer twee hoogteprofielen voor in je verslag. Zie de handleiding (bijlage 2).
  • Schrijf een korte tekst (1-2 A4) waarin je de hazard-kaart, de hoogte profielen en de hazards beschrijft en analyseert.
     

    Producten:

  • Kaart (hazard map)
  • Profielen (minimaal twee)
  • Foto’s
  • Tabel herhalingsperiode (zie ook Bijlage 3)
  • Analyse 1-2 A4. In analyse neem je op: 
    Belangrijkste hazards
    Hazard  eigenschappen (parameters) waaronder:
    *   Ruimtelijke spreiding  
    *   Omvang spreiding
    *   (Relatieve) herhalingsperiode
    *   (Relatieve) Kans
  • Reflectie aan einde taak:
    *   zijn de juiste concepten, begrippen en regels gebruikt?
    *   Gehouden aan opdracht?
    *   Vragen gesteld als je iets niet begreep?
    *   Overlegd? Samengewerkt? Doorgezet?
    *   Planning oké?
    *   Juiste bronnen gebruikt?
     

    Toelichting bij karteren:

    Karteer in Google Earth (GE) met behulp van paden en polygonen en eventueel plaatsmarkeringen (tenminste) de volgende hazards: pyroclastische stromen, lahars, aardverschuivingen, vulkanische asregens en eventueel lavastromen. Voor veel hazards wordt de locatie voor een belangrijk deel bepaald door de topografie (zie Bijlage 3). Karteer daarom belangrijk topografische elementen waar de kans op een hazard events extra groot is: diepe geulen of kloven (pyroclastische stromen, lahars), rivierbedding (lahars), steile, instabiele helling vulkaan (aardverschuiving), etc.

    Hoe je karteert met GE lees je in de Handleiding (bijlage 2). Zet alle plaatsmarkeringen, paden en polygonen die je maakt in de juiste sub-map onder Hazard map in de map PO Tungarahua. De map ziet er zo uit:

    Je kunt zelf nieuwe mappen toevoegen bijvoorbeeld voor lavastromen. Figuur 3 geeft een voorbeeld van hoe je kunt karteren. 

    Figuur 3 Voorbeelden bij karteren van recente vulkanische hazards. Let op het verschil in resolutie van het satellietbeeld. 

    De satellietfoto in GE toont vooral de sporen van recente Hazard events. Gebruik ook de geologische kaart als hulpmiddel voor het karteren van hazard events uit het verleden. Figuur 4 laat zien hoe je dat kunt doen (voorbeeld).

    Figuur 4 Voorbeeld van het karteren vulkanische hazards uit verleden met behulp van geologische kaart. Hier zijn enkel als voorbeeld de aardverschuiving van 3000 jaar geleden en rivier- en lahar-afzettingen gekarteerd.

    Switch in GE naar Google Maps (GM) voor een beeld van het terrein met hoogtelijnen of voor foto’s van het landschap (zie handleiding bijlage 2 hoe). Gebruik street view waar dat kan en zoek foto’s. Zie figuur 5 voor een voorbeeld. Je kunt ook foto’s in GE zoeken maar locatie is vaak onbekend en kwaliteit minder (zie bijlage 2)

    Figuur 5: Voorbeeld van foto uit Google Maps.
    Blik op de vulkaan Tungurahua kijkend in
    oostelijke richting

    Profielen:
    Je wilt weten langs welke flank van de Tungurahua pyroclastische stromen, lavastromen en lahars de hoogste snelheid kunnen behalen en de grootste afstand af kunnen leggen. Of welke flanken het meest stabiel zijn en welke het minst stabiel met oog op aardverschuivingen. 

    Maak minimaal twee 10 km lange hoogteprofielen in de vorm van een noord-zuid-profiel en oostwest-profiel over de kegel van de vulkaan. Zie de handleiding (bijlage 2) hoe. Het mag ook op andere plaatsen. Probeer uit te rekenen met behulp van je profielen hoe steil de helling van de vulkaan is.

    Kijk ook naar de reliëfkaart met hoogtelijnen die je kunt maken met Google Maps. Zie de handleiding hoe, inclusief voorbeeld (bijlage 2).

    Herhalingsperiode:
    Probeer te achterhalen wat de herhalingsperiode (frequentie) is en de tijdsafstand voor de verschillende hazards die je hebt waargenomen en gekarteerd van een bepaalde magnitude (zie Tabel 3 Bijlage 1 Begrippen en concepten). Gebruik de informatie en bronnen in Bijlage 3 (Achterliggende informatie en bronnen bij hazards Tungurahua) en eventueel ook zelf gevonden bronnen op het internet. 

    Je kunt de herhalingsperiode proberen uit te rekenen maar een schatting of relatieve schatting is ook prima. Maak een tabel en vul die eventueel aan met andere gegevens (bijvoorbeeld waarschuwingstijd, duur, ruimtelijke spreiding (dispersie), omvang spreiding); zie Tabel 3, Bijlage 1 voor uitleg hazard parameters. 

    Kans:
    Vertaal de herhalingsperiode naar de kans (waarschijnlijkheid) dat een toekomstig hazard event zich binnen één jaar voor zal doen. Zie Tabel 5 in Bijlage 1 voor uitleg van het begrip kans. Zie Tabel 1 hieronder als voorbeeld.

Hazard

 

magnitude

Berekende of Relatieve herhalingsperiode (b.v. Heel groot, Groot, Klein, Heel klein)

Berekende of Relatieve Kans dat een hazard event zich voordoet binnen één jaar (b.v.Heel groot, Groot, Klein, Heel klein)

Lahar

 

 

 

Pyroclastische stroom

 

 

 

Asregen

 

 

 

Aardverschuiving

 

 

 

Lavastroom

 

 

 

Aardbeving

 

 

 

Andere hazard

 

 

 

Tabel 2 Een voorbeeld van een tabel die je kunt maken. Je kunt de tabel ook aanvullen met andere eigenschappen (zie Bijlage 1 Tabel 3).

 

Taak 2:Exposurekaart

Taak 2 Exposure-kaart en analyse kwetsbaarheid

Doen:

  • Maak een exposurekaart met Google Earth en analyseer de exposure en kwetsbaarheid.
  • Gebruik de topografische kaart in Google Earth (GE) als beeldoverlay. Gebruik ook Google Maps (GM).
  • Zoek foto’s van exposure en kwetsbaarheid met behulp van Google Maps voor bij je verslag.
  • Zie tabel 1 en 2 uit bijlage 1 voor de belangrijkste begrippen.
  • Sla een *.kmz bestand op van je kaart voor het einde van de les op een voor jou toegankelijke plek (of van je hele PO Tungurahua map). Zie de handleiding (bijlage 2) hoe je dat doet.
  • Maak een definitieve kaart voor in je verslag met een titel, een korte beschrijving, een legenda, een schaal en een kompasroos. Zie de bijlage 2 hoe je dat doet.
  • Schrijf een korte tekst (1-2 A4) waarin je de exposure-kaart en de exposure en kwetsbaarheid beschrijft en analyseert.

Producten:

  • Een exposure kaart inclusief kwetsbaarheid
  • Foto’s
  • Een analyse (1-2 A4) met aandacht voor kwetsbaarheid en risicoperceptie.
  • Reflectie aan einde taak:
    *   zijn de juiste concepten, begrippen en regels gebruikt?
  • *   gehouden aan opdracht?
    *   Vragen gesteld als je iets niet begreep? Overlegd? Samengewerkt?
    *   Doorgezet? Planning oké?
    *   Juiste bronnen gebruikt?

Toelichting bij karteren:

Karteer de exposure en de kwetsbaarheid van mensen (steden, dorpen, nederzettingen), landbouwgebieden, infrastructuur (bruggen, wegen, dammen), rivieren etc. in Google Earth (GE) met behulp van plaatsmarkeringen, paden en polygonen. Hoe je dat doet zie je in de Handleiding (bijlage 2).
Zet alle plaatsmarkeringen, paden en polygonen in de juiste sub-map onder Exposure map in de map PO Tungarahua. De map ziet er zo uit:

 

Gebruik de topografische kaart als hulpmiddel.

Figuur 6 Voorbeeld van hoe je exposure en kwetsbaarheid kunt karteren. De overlay met de topografische kaart staat aangevinkt.
In paars enkele landbouwgebieden.
In geel de belangrijkste wegen. In rood de electriciteitsdam.
Met geel en/of tekst zijn locaties van bruggen, dorpen en nederzettingen aangegeven.

Voorbeelden van aan mogelijke risico’s blootgestelde elementen (exposure) waarvan je de kwetsbaarheid wilt onderzoeken zijn: rivieren, landbouwgebieden, steden, dorpen, nederzettingen, bruggen, wegen, elektriciteitscentrale (dam) en andere zaken die je relevant vindt. Wat betreft kwetsbaarheid kun je inzoomen op onvoldoende goed beschermde of gebouwde wegen, bruggen, voorzieningen, hotels, scholen, ziekenhuizen en alles wat in jouw ogen verder waardevol en kwetsbaar is. Neem foto’s op voor je verslag. Kwetsbaarheid kun je bekijken vanuit verschillende dimensies: sociaal, economisch, fysiek, gezondheid, milieu. Denk daar aan bij het maken van je analyse voor het verslag. Figuur 6 geeft een voorbeeld.

 

Switch naar Google Maps (GM) voor meer informatie (zie handleiding bijlage 2). Met GM kun je bijvoorbeeld extra informatie vinden over het terrein en wegen in het gebied en natuurlijk foto’s.

Gebruik street view waar dat kan en zoek foto’s. Figuur 7 geeft een voorbeeld.

Figuur 7 Voorbeeld van foto uit street view. Brug over de rivier Pastaza (Puente de las Juntas). Kwetsbaar?

Risicoperceptie:
De risicoperceptie is misschien niet voor alle mensen in het onderzoeksgebied gelijk. Dat maakt mensen ook meer of minder kwetsbaar. Neem dat mee in je analyse van kwetsbaarheid. Zie Bijlage 4 voor uitleg bij het begrip risicoperceptie.

 

Taak 3: Risicokaart

Taak 3. Een risicokaart met een risicoanalyse.

Doen:

  • Maak een risicokaart met Google Earth en analyseer de risico’s door de hazard-kaart en de exposure-kaart inclusief kwetsbaarheid op elkaar te leggen.
  • Zoek foto’s van locaties waar jij de risico’s groot vindt met behulp van Google Maps (of anders) voor bij je verslag.
  • Zie de figuren 1 en 2 en tabel 1 en 2 en 5 uit bijlage 1 voor de belangrijkste concepten en begrippen.
  • Sla een *.kmz bestand op van je kaart voor het einde van de les op een voor jou toegankelijke plek (of van je hele PO Tungurahua map). Zie de handleiding bijlage 2 hoe je dat doet.
  • Maak een definitieve risicokaart voor in je verslag met een titel, een korte beschrijving, een legenda, een schaal en een kompasroos. Zie de handleiding (bijlage 2) hoe je dat doet.
  • Schrijf een korte tekst (1-2 A4) waarin je de risico’s beschrijft en analyseert.

Producten:

  • Risicokaart
  • Foto’s
  • Risicoanalyse 1-2 A4
  • Reflectie aan einde taak:
    *   zijn de juiste concepten, begrippen en regels gebruikt?
    *   Gehouden aan opdracht?
    *   Vragen gesteld als je iets niet begreep? Overlegd?
    *   Samengewerkt? Doorgezet?
    *   Planning oké? Juiste bronnen gebruikt?

Toelichting bij maken risicokaart

Maak één kaart in Google Earth met alle gegevens uit je hazard-kaart en de exposure-kaart inclusief kwetsbaarheid. Dit doe je door simpelweg alle relevante mappen aan te vinken en niet relevante mappen uit te zetten. Zie de GE handleiding (bijlage 2) hoe je een kaart maakt voor je verslag met een legenda, schaal, kompasroos etc. Zorg voor een goede legenda.

Toelichting bij maken risicoanalyse

Kijk nog eens naar de figuren 1 en 2 en tabel 4 in Bijlage 1 waarin het concept risicoanalyse wordt uitgelegd.

Risico = de kans op een hazard event * kwetsbaarheid * exposure.

Waar zijn in het gebied de risico’s het grootst? Waar is de kans grootst dat er een hazard event met een grote magnitude en intensiteit optreedt? Waar zijn mensen, gebouwen, bruggen, dammen, scholen, hotels etc. en andere zaken die je hebt gekarteerd het meest kwetsbaar? Maak samen een risicoanalyse.

 

Taak 4: Advies-voorstel

Taak 4. Advies: voorstel met maatregelen na evaluatie reactievermogen gemeente Baños bij een rampenscenario.

Doen:

  • Bedenk een scenario voor een ernstig hazard event of een combinatie van hazard events in het gebied rond de vulkaan Tungurahua.
  • Laat met behulp van je risicokaart zien waar de risico’s het grootst zijn als het scenario werkelijkheid wordt en maak een scenariokaart.
  • Maak een definitieve scenariokaart voor in je verslag met een titel, een korte beschrijving, een legenda, een schaal en een kompasroos. Zie de handleiding (bijlage 2) hoe je dat doet.
  • Schrijf een korte tekst (1-2 A4) waarin je het reactie vermogen van de gemeente Baños analyseert en voorstellen doet voor verbetering: welke maatregelen moet de gemeente Baños nemen? Zie Bijlage 5.
  • Onderbouw jullie advies. Noem alle argumenten op basis waarvan jullie tot het advies en de voorgestelde maatregelen zijn gekomen. Gebruik hierbij: i) de antwoorden op de deelvragen ofwel jullie resultaten bij de taken 1, 2 en 3, inclusief het door jullie voorgestelde rampscenario, ii) de door jullie gemaakte kaarten bij taak 3 en 4 (en eventueel ook bij taak 1 en 2) en eventuele foto’s, tabellen en profielen en iii) de achterliggende theorie van risicoanalyse met bijbehorende begrippen (Bijlage 2).

Product:

  • Beschrijving scenario
  • Scenariokaart
  • Beschrijving risico’s
  • Beschrijving reactievermogen bij rampenscenario
  • Advies met voorstel maatregelen (Zie Bijlage 5).
  • Reflectie aan einde taak:
    *   zijn de juiste concepten, begrippen en regels gebruikt?
    *   Gehouden aan opdracht?
    *   Vragen gesteld als je iets niet begreep? Overlegd?
    *   Samengewerkt? Doorgezet?
    *   Planning oké? Juiste bronnen gebruikt?

Toelichting bij maken scenario

Bedenk samen een rampenscenario met een hazard event of een ongelukkige combinatie van gelijktijdige hazard events.

Als je geen eigen scenario wilt maken kies dan uit de volgende scenario’s:

  • een grote aardverschuiving vanaf de helling van de vulkaan Tungurahua
  • een aardbeving van 8 op de schaal van Richter met het epicentrum binnen een straal van 20 km van de vulkaan
  • een krachtige eruptie van 4 VEI
  • extreme regenval van 40 mm/dag voor 3 dagen
     

    Toelichting bij maken scenariokaart

    Maak met behulp van je risicokaart een kaart waarin je met paden, polygonen, tekst of andere symbolen (bijv. pijlen) aangeeft waar volgen jullie de grootste risico’s te vinden zijn als jullie rampscenario werkelijkheid wordt.

     

    Toelichting bij evaluatie reactievermogen

    Kijk naar de begrippen capaciteit en reactievermogen in tabel 2 Bijlage 1. Heeft de gemeente Baños en de gemeenschappen rond de vulkaan Tungurahua voldoende capaciteit denk je om een ramp het hoofd te bieden als jullie rampscenario werkelijkheid wordt? Is het reactievermogen van de gemeente Baños en van de gemeenschappen rond de vulkaan voldoende denk je? Hoe kunnen de risico’s omlaag gebracht worden? Lees tabel 4 in Bijlage 1 goed om te zien hoe je risico’s kunt verkleinen.

     

    Toelichting bij advies: voorstellen tot verbetering reactievermogen

    Schrijf een kort advies (1-2 A4) aan jullie chef waarin jullie eerst het rampscenario en de scenariokaart beschrijven, de risico’s benoemen en de evaluatie van het reactievermogen geven en stel ten slotte de maatregelen voor die de gemeente Baños zou kunnen nemen om de risico’s te verkleinen en het reactievermogen te vergroten.
    Voorbeelden van maatregelen met de keuzes die er gemaakt moeten worden vind je in Bijlage 5. Onderbouw jullie advies (argumenteer). Noem alle argumenten op basis waarvan jullie tot het advies en de voorgestelde maatregelen zijn gekomen. Gebruik voor jullie argumentatie (onderbouwing) van jullie advies:

  1. de antwoorden op de deelvragen (taken) ofwel jullie resultaten bij de taken 1, 2 en 3 en de risicoanalyse van jullie rampscenario (taak 4),
  2. de door jullie gemaakte kaarten bij deelvragen (taken) 3 maar eventueel ook 1 en 2,
    *   de risicokaart (taak 3); eventueel hazard-kaart (taak 1) en exposure-kaart (taak 2)
    *  
    de rampscenariokaart (taak 4),
  3. Eventuele foto’s die je hebt verzameld en/of tabellen of profielen die je hebt gemaakt bij de taken 1, 2 en 3,
  4. de risicoanalysetheorie en bijbehorende begrippen (zie o.a. tabel 4 en figuur 2 uit Bijlage 2),
  5. andere informatie die je relevant vindt.

Bijlagen en Kaarten

Om deze PO te kunnen maken heb je een aantal bijlagen en kaarten nodig. Gebruik de bijlagen en kaarten goed. De bijlagen vind je aan het einde van de PO. De bijlagen en kaarten worden hieronder kort toegelicht.

Bijlage 1: Theorie, concepten en begrippen

Voor de PO heb je enige theoretische kennis nodig over concepten van risicoanalyse en van bijbehorende begrippen als exposure, kwetsbaarheid, risico, scenario, reactievermogen en meer. Deze begrippen vind je niet terug in je aardrijkskunde boek.
Ook heb je enige kennis nodig van de manier waarop je hazards kunt beschrijven en hazard events kunt meten (hazard parameters). Er zijn bepaalde regels die gelden bij een risicoanalyse en er zijn bestaande relaties of verbanden.
Er is een speciale bijlage gemaakt met de belangrijkste concepten en begrippen inclusief voorbeelden (Bijlage 1). Hierin worden de belangrijkste begrippen, regels en relaties uitgelegd. Er worden ook praktische voorbeelden gegeven. Gebruik deze bijlage goed. De begrippen zijn vooral nodig om zaken goed te kunnen beschrijven. De theorie en concepten zijn nodig om je kaarten en andere gegevens te kunnen analyseren (taak 1 en 2) en om evaluaties te maken en te adviseren (taak 3 en 4). Sommige zaken worden in de les klassikaal toegelicht maar niet alles. Probeer dus ook dingen zelf uit te zoeken, gebruik de bronnen op het internet, help elkaar en stel vragen als je er niet uitkomt.

Open bestand Bijlage 1: Theorie, concepten en begrippen

Bijlage 2: Handleiding Google Earth Pro (en Google Maps)

Alle procedures en handelingen die je moet verrichten met Google Earth en Google Maps staan uitgelegd in een handleiding in een aparte bijlage

Open bestand Bijlage 2: handleiding Google Earth Pro

Bijlage 3: Achtergrondinformatie hazards Tungurahua

In Bijlage 3 vind je achtergrondinformatie over vulkanisme, de bijkomende hazards en over eigenschappen van hazards in het gebied rond de vulkaan Tungurahua, waaronder aardbevingen. Gebruik deze bronnen goed.

Je kunt deze informatie gebruiken voor bijvoorbeeld:

  • het maken van je hazard kaart (taak 1)
  • het bepalen van de risico’s (taak3)
  • of het ontwikkelen van een scenario (taak 4).

Open bestand Bijlage 3: Achtergrondinformatie hazards

Bijlage 4: Achtergrondinformatie risicoperceptie

De risicoperceptie van mensen verschilt.  De risicoperceptie bepaalt voor een deel de kwetsbaarheid van mensen voor risico’s.  Je hebt kennis van het begrip nodig voor je risicoanalyse

Open bestand Bijlage 4: Achtergrondinformatie risicoperceptie

Bijlage 5: Achtergrondinformatie maatregelen

In je uiteindelijke advies zul je mogelijk maatregelen willen voorstellen om de risico’s op rampen te verkleinen. Voorbeelden van maatregelen zijn gegeven in Bijlage 5. Gebruik deze bronnen.

Open bestand Bijlage 5: Achtergrondinformatie bij maatregelen

Bijlage: Kaarten

Open bestand Topografische kaarten Tungurahua

2. De opdracht (hoofd- en deelvragen):
Jullie hebben er zin in. Maar wat wordt er nu eigenlijk van jullie gevraagd? Wat is de hoofdvraag en wat zijn de deelvragen?

  • Hoofdvraag:
    Welke maatregelen moeten er genomen worden in het gebied rond de vulkaan om de risico’s op een toekomstige ramp te verkleinen?

    Wat adviseren jullie de gemeente Baños en wat zijn hiervoor de argumenten? Zijn de mensen in het gebied rond de vulkaan Tungurahua voldoende voorbereid om een rampenscenario het hoofd te bieden (bijv. krachtige eruptie van de vulkaan; grote aardbeving)?
    In welk deel van het gebied wel? Waar eventueel niet?
     
  • Deelvraag 1:
    Wat zijn de hazards (gevaren) die er dreigen rond de vulkaan en waar komen ze voor? Wat is de kans dat zich een hazard event ergens voor zal doen?
     
  • Deelvraag 2:
    Hoe kwetsbaar is het gebied rond de vulkaan voor mogelijke, toekomstige hazards en waar in het gebied is de kwetsbaarheid het groots?
     
  • Deelvraag 3:
    Hoe groot zijn de risico’s dat er mensen gewond zullen raken of misschien wel omkomen of dat er schade zal worden geleden aan de infrastructuur of de economie?
    En vooral: waar in het gebied rond de vulkaan zijn de risico’s het grootst?

3. Aanpak:
Als Hazard Management Officers Tungaruhua kennen jullie de theorie en weten jullie dat er voor jullie rapport vier taken gedaan moeten worden volgens het risicoanalyseproces van o.a. de UNISDR (zie Bijlage 1, tabel 2).

  • Er moet een hazardkaart gemaakt worden van het onderzoeksgebied met een analyse van de typen hazards en hun eigenschappen (de hazard parameters). Deel 1 van je rapport.
     
  • Er moet een exposure-kaart gemaakt worden van het onderzoeksgebied met een analyse van de kwetsbaarheid. Deel 2 van je rapport.
     
  • Er moet een op basis van deze twee kaarten een risicokaart gemaakt worden met risicoanalyse door de twee kaarten op elkaar te leggen en de risico’s in het gebied te analyseren en te beschrijven. Deel 3 van je rapport.
     
  • Ten slotte moet op basis van de risicokaart en (een) rampenscenario (’s) het reactievermogen van de gemeente Baños geëvalueerd worden en moeten er als het nodig is haalbare voorstellen voor verbetering worden gedaan (advies). De mogelijke risico’s van het scenario geef je aan op een scenariokaart. Deel 4 van je rapport.

Taken 1 en 2 kunnen los van elkaar gemaakt worden. Spreek af wie van jullie taak 1 doet en wie taak 2. Bij taak 3 en 4 moet er samengewerkt worden.

 

 

Par. 3.3. De stad

Par. 3.3 De stad
Deze paragraaf gaat over de ruimtelijke structuur en ontwikkeling van de Zuid-Amerikaanse stad

Om een eerste, globale indruk  van deze paragraaf te krijgen,
bekijk je:
- de indeling aan de hand van de paragraaftitel en de tussenkopjes,
- de inleiding van het paragraaf
- de figuren  met de bijschriften

Begrippen die horen bij deze paragraaf:

  • Megasteden
  • Middelgrote steden
  • Ontwikkelingscorridors
  • Informele stad
  • Urban sprawl
  • Slum upgrading
  • Plaza mayar
  • Avenida’s
  • Favela’s/sloppenwijk
  • Gentrification
  • Gated communities
     

Hoofdvraag:
Je kunt uitleggen hoe steden zijn opgebouwd, en daarna verklaren dat naast megasteden er ook middelgrote steden zijn die snel groeien?

Vragen die horen bij deze paragraaf:

  • Je kunt uitleggen dat megasteden ongebreideld groeien en dat rondom steden sprake is van verstedelijkt platteland;
  • Je kunt uitleggen hoe het proces van globalisering zichtbaar is in steden in Zuid-Amerika;
  • Je kunt met gebruikmaking van verschillende dimensies de ontwikkelingen in steden en op het platteland analyseren en beschrijven
     

Achtergrondinformatie:

 

Afbeeldingsresultaat voor roltrap sloppenwijkRoltrap naar sloppenwijk

Vijf minuten staan in plaats van zware klim

Inwoners van de sloppenwijk Comuna 13 kunnen voortaan de roltrap van en naar het centrum van Medellin nemen. De openluchtroltrap is net geopend in de tweede stad van Colombia.

Comuna 13 is een van de armste en gewelddadigste sloppenwijken in de stad. Wijkbewoners reizen nu met zes roltrappen van in totaal 384 meter heen en weer naar hun wijk. Ongeveer 12.000 mensen profiteren van het megaproject, dat een steile klim van een halfuur en 350 traptreden terugbrengt tot vijf minuten staan en genieten van het uitzicht. Volgens de burgemeester van Medellin is dit de eerste roltrap in zijn soort die gebouwd is om de armste inwoners van dienst te zijn. Rio de Janeiro zou al interesse getoond hebben in het idee. In de jaren tachtig stond Medellin bekend als de stad met het grootste aantal moorden ter wereld. Sindsdien is er een aantal grote investeringen gedaan. De roltrap, die meer dan vijf miljoen euro kostte, is de laatste in een serie ambitieuze infrastructurele projecten om de armste wijken van de stad uit het slop te halen. De autoriteiten hopen dat de kortere reistijd de inwoners helpt te integreren met de rest van de stad en hen meer mogelijkheden geeft om mee te draaien in de economie. Critici vinden dat de vijf miljoen beter geïnvesteerd had kunnen worden in betere huizen en scholing voor de bewoners

Opdrachten

Basisroute

Basisroute
Basisroute

Basisroute


Par 3.3 De stad
De onderstaande opdrachten komen uit het werkboek aardrijkskunde.
Blz. 62 – 64

Hoofdvraag:
Je kunt uitleggen hoe steden zijn opgebouwd, en daarna verklaren dat naast megasteden er ook middelgrote steden zijn die snel groeien?

Algemene instructie:
Lees de paragraaf, bekijk de bronnen goed en beantwoord dan de vragen!

Maak de volgende opdrachten:
Vraag a

Vraag b

Vraag c

Vraag d

 

Hoofdvraag:
Beantwoord  de hoofdvraag van deze paragraaf in eigen woorden.


 


Conclusie:
Schrijf op wat je geleerd hebt van deze paragraaf

 

Verkorte - route

Verkorte - route
Verkorte - route

Zelfstandige - route

Zelfstandige - route
Zelfstandige - route

Zelfstandige – route:

Zie voor de opdrachten en de uitleg bij paragraaf 3.1

Ondersteunende info

Ondersteunende info
Ondersteunende info

Open bestand Latijns - Amerika; metropolen ontwikkelen zich tot polycentrische structuren

Open bestand Naar steden zonder slums

Open bestand Roltrap -sloppenwijk

Ondersteunende film

Practicum Opdracht

Practicum
Practicum

Afbeeldingsresultaat voor wereldbol bolivia

 

OVERLEVEN IN LA PAZ
EEN SIMULATIESPELAfbeeldingsresultaat voor SLOPPENWIJK LA PAZ
 

 




Doelstelling:

Leerlingen inzicht geven in datgene wat zich afspeelt in het leven van een pas in een grote stad aangekomen migrant.
De nadruk ligt op de woon-, werk- en financiële situatie.

 

Inleiding:
Je bent een migrant die net is aangekomen in La Paz, de grootste stad van Bolivia.
Doel van het spel is om een zo goed mogelijke baan en een zo goed mogelijk huis te krijgen.

Achtergrond informatie:

Als een migrant in La Paz aankomt, moet hij of zij allereerst op zoek naar woonruimte en werk. Migranten die familie en bekenden in de stad hebben, worden daarbij veelal door hen geholpen

Wonen:
In het begin wonen migranten of tijdelijk in bij familie of vrienden, of ze huren een woning. Elk lage inkomenshuishouden heeft als ideaal een eigenwoning—en dus grondeigendom — voor ogen, liefst in de Cuenca (zie kaartje op spelbord). Dit is het deel van La Paz dat feitelijk als 'de stad' wordt beschouwd. Hier is het meeste werk en zijn de meeste voorzieningen. Er gaan vaak vele jaren overheen voordat een migrant een eigen stuk grond heeft. In de tussenliggende periode fungeert de huurmarkt als opvang.

Er zijn verschillende woonmogelijkheden:

  • Inwoning: gratis, tijdelijk onderdak bij familie/vrienden.
  • Huren in centrum.
    In zogenaamde conventillo's zijn kamers te huur. Dit zijn de vroegere huizen van de rijken (soort herenhuizen).
    Nadelen: klein, gehorig, slechte staat onderhoud, duur.
    Voordelen: dichtbij werkgelegenheid, hoog voorzieningenniveau. Steeds meer conventillo's moeten wijken voor moderne kantoorgebouwen. Hierdoor trekken steeds minder migranten naar het centrum.
  • Huren in de periferie.
    Vooral in de oude periferie. Meestal een kamer.
  • Kopen van grond.
    Kan in de nieuwe en in de oude periferie.
    De oude periferie is de vroegere rand van de stad. Migranten die vijftien tot twintig jaar geleden naar La Paz kwamen, vestigden zich meestal hier. Doordat de stad zich echter steeds verder heeft uitgebreid, is deze zone niet langer periferie. Het verschil tussen de nieuwe (de huidige) en de oude periferie is dat de oude periferie een veel meer geconsolideerde woonzone is. Hier vind je niet langer de kleine huizen van afvalmateriaal. In de loop van de tijd hebben de meeste bewoners hun huizen opgeknapt en uitgebreid, er is water en elektriciteit.
    In de nieuwe periferie en dan met name in de buitenste rand daarvan, heeft deze upgrading nog niet plaatsgevonden.
    De oude periferie is behoorlijk volgebouwd. De mogelijkheden voor nieuwe migranten worden steeds beperkter. Dat betekent: hoge grondprijzen. In de nieuwe periferie is grond goedkoper. Het is in de nabespreking erg belangrijk erop te wijzen dat zelfs voor de rijke migranten grond en een huis in de rijke buurt van La Paz (El Bajo) onbereikbaar blijven. De prijzen daar liggen veel hoger!

 

Werken:
De meeste migranten die in de stad aankomen hebben geen (relevante) werkervaring. Hoe langer een migrant werkt, hoe meer ervaring hij of zij opdoet. Met deze ervaring kan als alles meezit in de loop van de tijd beter werk worden gevonden. 'Beter in de zin van hoger loon, vaster werk. Ook het volgen van een opleiding kan hiertoe bijdragen.
Aanbodszijde van de arbeidsmarkt: er is een beperkt aantal banen te vergeven, sommige met hoge eisen, andere met lage eisen. De vraag hangt samen met economisch wel en wee van het land en de stad. Er is weinig vraag naar arbeid vanuit de kapitaalintensieve industrie.
Een groot deel van de beroepsbevolking moet zijn toevlucht zoeken in de zogenaamde 'informele sector'. Dit zijn niet alleen tertiaire activiteiten, maar ook delen van de bouwnijverheid en ambachtelijke nijverheid. Kenmerken: gemakkelijke toegang, kleinschalig, arbeidsintensief, aangepaste technologie, weinig kapitaal nodig, benodigde vaardigheden kunnen buiten het formele schoolsysteem geleerd worden, enzovoorts.

Overig:
Ook andere factoren hebben invloed op woon- en werksituatie. Zowel van persoonlijke als structurele aard. Ook kunnen toevalsfactoren een rol spelen. In het spel is dit verwerkt

Simulatiespel: spelregels

Spelregels:

  1. Het spel wordt minimaal met twee en maximaal met vier spelers gespeeld. Lees voor je begint je rol.
     
  2. Ieder heeft twee pionen van dezelfde kleur: één staat op start, één op de plaats waar je woont (zie rolomschrijving).
     
  3. Je verplaatst je met een dobbelsteen. Wie het hoogst gooit. Mag beginnen. Eén ronde staat voor één jaar.
     
  4. Je financiële situatie houd je bij op een lijst (zie voorbeeldlijst).
    Rood staan mag. Je moet dit echter tot een minimum proberen te beperken. Sta je aan het eind van het spel meer dan vijftien pesos rood dan heb je sowieso verloren!
     
  5. In  het eerste deel van een spelronde ben je op zoek naar werk.
    In de eerste ronde heb je nog geen ervaring en kun je alleen werk van oE doen.
    Als je later in het spel bijvoorbeeld vier ervaringskaarten hebt, dan kan je werk doen van oE, 1E, 2E, 3E of 4E.
     
  6. Als je werk hebt gevonden dan leg je op dat vakje het kaartje waarop de kleur van je pion staat. Iemand anders kan dit werk nu niet meer nemen. Raak je je werk kwijt, dan haal je het kaartje weer weg!
     
  7. Kom je langs het laatste vakje waar “werk” op staat:
    heb je op dat moment werk; pak een ervaringskaart € en schrijf je loon op! Streef naar zoveel mogelijk E-Kaartjes.
     
  8. Wil je in de volgende ronde ander werk (bijvoorbeeld omdat je meer ervaring hebt gekregen of omdat je onder je niveau werkt)? Dan mag je, als je op een vakje komt met beter werk, je kaartje verplaatsen. Je kunt ook hetzelfde werk blijven doen.
     
  9. Kom je langs start, dan:
    -           betaal je de huur van de afgelopen ronde (indien van toepassing)
    -           Betaal je de kosten voor levensonderhoud:
               - geen kinderen: vier pesos
               - één of twee kinderen: acht pesos
               - meer dan twee kinderen: twaalf pesos
     
  10. Op elk moment in het spel mag een ieder voordat hij of zij gaat gooien verbeteringen in de woonsituatie aanbrengen. Hoe meer kaartjes je in de loop van het spel koopt (grond, water, huis, enz.), hoe beter je woont, hoe meer kans je hebt om te winnen.
     
  11. Tot slot:
    -           je kunt pas kinderen krijgen als je bent getrouwd. Je trouwt naar één
               keer.
    -           je moet eerst grond kopen en daarna pas een huis.
    -           je kunt pas op je grond gaan wonen als er een huis op staat. Zolang dat
               huis er nog niet staat, blijf je huren/inwonen op invasiegrond. Op grond
               die je hebt gekocht leg je een kleurenkaartje, zodat iedereen kan zien
               dat die grond al van jou is.
    -           op invasiegrond kun je direct gaan wonen. De grond is gratis; de twee
               pesos zijn de kosten die je maakt om een huis van afvalmateriaal te
               bouwen

 

Voorbeeldlijstje Bernardo
Tijdens het spel komt Bernardo soms op hokjes die een verandering voor hem betekenen. Die zijn in het voorbeeld hiernaast aangegeven.
Maar hij komt ook op hokjes die geen invloed hebben op zijn situatie; dan gebeurt er niets. (een voorbeeld van dit laatste is het krijgen van werk. Omdat hij geen werkervaring heeft komt hij alleen in aanmerking voor werk in een 0E-hokje. Als hij tijdens de eerste ronde bijvoorbeeld op een 3E-hokje komt, gebeurt er niets)

 

Beginsituatie Bernardo:
Bernardo heeft 8 pesos spaargeld, huurt een kamer in de oude periferie (huur 12 pesos  per ronde), is niet getrouwd en heeft geen werkervaring.

De kosten voor het levensonderhoud (8 pesos in dit geval, zie spelregel 9) moet hij, net als de huur, iedere keer als hij “Start” passeert betalen


Omdat Bernardo aan het einde van het spel maximaal vijftien pesos rood mag staan, heeft hij verloren. Hij heeft het niet kunnen bolwerken in La Paz.


Vaststellen van de winnaar:
Er wordt zowel naar de woon- als de werk- als de financiële situatie gekeken.
1)         Woonsituatie; tel de waarde van de kaartjes en de
            grond bij elkaar op.Voor huren worden geen punten
            gegeven

2)         Werksituatie; tel het aantal E-kaartjes

3)         financiën; het eindbedrag. Staat iemand op dat
           moment meer dan 15 pesos rood, dan dingt deze
           persoon niet mee voor de overwinning

Voor de woon-, werk-, en financiële situatie wordt afzonderlijk bepaald op welke plaats een speler is geëindigd.
De winnaar krijgt de meeste punten (4,3 of 2 punten; afhankelijk van het aantal spelers), de verliezer krijgt het minst aantal punten.
Eindigen twee of meer personen in een bepaalde situatie gelijk, dan wordt het gemiddelde genomen van de posities die ze bezetten.
De punten voor alle drie de situaties worden bij elkaar opgeteld.
Uiteindelijke winnaar is degene met de meeste punten.
 

 

Simulatiespel: rollen

Afbeeldingsresultaat voor boliviaanse manRolomschrijving:

  • Bernado:
    Ik kom uit het dorpje Patacamaya. Vorige week ben ik aangekomen in La Paz. Ik ben twintig jaar en nog vrijgezel. Ik kende al verschillende mensen in La Paz waardoor ik makkelijk woonruimte kon vinden. Ik huur nu een kamer bij een vriend in de oude periferie. Ik heb acht pesos spaargeld, genoeg om even van rond te komen. Ik moet echter zo snel mogelijk werk zien te vinden om mijn huur te betalen en om geld naar huis te kunnen sturen. Dat zal in het begin nog even moeilijk zijn, want ik heb geen werkervaring.

     
  • Afbeeldingsresultaat voor boliviaanse jonge vrouwChristina:
    Ik ben zeventien jaar en kom uit een arm boerengezin van het platteland van Bolivia. Mijn ouders konden me niet meer onderhouden en hebben me naar de stad gestuurd. De zus van mijn vader woont in La Paz en ik woon nu bij haar in de nieuwe periferie. Ik kan maximaal twee jaar (=twee ronden) bij haar blijven wonen. Daarna moet ik voor mijn eigen huisvesting zorgen. Mijn vader heeft me twee pesos  meegegeven.
    Ik ga werk zoeken om voor mezelf te kunnen zorgen en om af en toe wat naar huis te sturen. Ik heb nog geen werkervaring.

     
  • Fernanda:Afbeeldingsresultaat voor boliviaanse jonge vrouw
    Ik ben een vrouw van 28 jaar en ben samen met mijn man en twee kinderen naar de stad gekomen in de hoop op een betere toekomst. We huren een conventillo in het centrum van de stad. Ons spaargeld bedraagt elf pesos. Ik hoop werk te vinden: die twee kinderen van mij kosten veel geld. Bovendien wil ik dat ze naar school gaan. Ik heb nog geen werkervaring, maar hoop dat snel op te doen.


     
  • Afbeeldingsresultaat voor boliviaanse manLeonardo:
    Ik ben zestien jaar en ben door mijn ouders naar m’n broer in La Paz gestuurd. De kans op een goede toekomst is hier groter dan op het plaateland. Ik woon bij mijn broer in huis. Hij woont in de nieuwe periferie. Ik heb één pesos spaargeld. Ik mag maximaal twee jaar (= twee ronden) bij mijn broer blijven wonen en moet voor mezelf zorgen. Ik ga dus snel werk zoeken. Ik heb nog geen werkervaring.

 

Par. 3.4 Het Platteland

Par. 3.4 het platteland
Deze paragraaf gaat over de ontwikkeling van het platteland in Zuid – Amrika. Zowel de landbouwontwikkeling als de steeds grotere invloed van de stedelijke invloed op het leven op het platteland.

Om een eerste, globale indruk  van deze paragraaf te krijgen,
bekijk je:
- de indeling aan de hand van de paragraaftitel en de tussenkopjes,
- de inleiding van het paragraaf
- de figuren  met de bijschriften

Begrippen die horen bij deze paragraaf:

  • Handelsgewassen/cash crops
  • Latifundia/minifunddia
  • Landgrabbing/landroof
  • Zelfvoorzienende boeren
  • Agri-business
  • Groene revolutie
  • Landhervormingen
  • Grootgrondbezit
  • Commerciële landbouw
  • Flex crops
  • Plantagegebieden
  • Remittances
  • Verstedelijkt platteland

Hoofdvraag:
Je kunt uitleggen dat globalisering op het platteland zichtbaar is in plantagegebieden, maar ook in de geldzendingen (remittances) van migranten.

Vragen die horen bij deze paragraaf:

  • Je kunt door gebruik te maken van verschillende dimensies de ontwikkelingen op het platteland analyseren en verklarend beschrijven.

Achtergrondinformatie:

De producenten van voedsel
De indeling van de agrarische sector is complex. Er zijn vele soorten benamingen voor landbouw. Globaal kun je wereldwijd een tweedeling maken in traditionele zelfvoorzienende landbouw en moderne commerciële landbouw, zie onderstaand schema

Indeling van de producenten in de landbouw.

  1. In de traditionele landbouw of bevolkingslandbouw werken kleine boeren ('peasants') die vooral op zelfvoorziening zijn gericht. De boeren hebben kleine bedrijfjes (een tot twee hectare), waar zij met eenvoudige landbouwtechnieken op de akkers meerdere voedselgewassen (polycultuur) verbouwen. De diversiteit aan gewassen in deze voedsellandbouw is voor het grootste deel voor de eigen voedselvoorziening. Alles wat in een jaar meer wordt geproduceerd, gaat in verkoop op de lokale markt. Ondanks de kleine schaal waarop deze boeren werken, is de productiviteit per hectare relatief hoog. Dit komt omdat op de kleine bedrijfjes elke vierkante meter optimaal benut wordt. In de traditionele landbouw is meestal sprake van familiebedrijven met vader, moeder en kinderen. Wanneer ook grootouders en getrouwde kinderen met hun gezin van het bedrijf moeten leven, gaat het om een grootfamilie.
  2. In de moderne landbouw of commerciële landbouw werken boeren die met moderne
    landbouwtechnieken voor de markt produceren. Er is sprake van ondernemingslandbouw. Een boerenbedrijf is een echte onderneming die gericht is op het maken van winst. In Nederland kun je bijvoorbeeld denken aan tuinbouwers die sla en komkommer telen of aan akkerbouwers die op honderd hectare graan verbouwen. Hun doel is niet de eigen voedselvoorziening, maar het telen van handelsgewassen. In de commerciële landbouw kan de markt niet alleen het eigen land betreffen, maar ook het buitenland.
    Nederland heeft bijvoorbeeld een sterke exportgeoriënteerde landbouw. Ons aandeel in de wereldexport van snijbloemen (6o%), bloembollen (8o%) en pootaardappelen (6o%) is erg hoog.
    In de tropen of subtropen vind je veel plantages die voor de wereldmarkt produceren. Het gaat om grootschalige ondernemingen. Hier wordt met moderne middelen en in monocultuur (één gewas) geproduceerd. Voorbeelden zijn plantages voor de teelt van thee, koffie, rubber, katoen, bananen of suikerriet.
    In de plantagelandbouw worden enorme hoeveelheden handelsgewassen geproduceerd. Door het omvangrijke landbezit wordt vaak niet alle grond optimaal benut, wat ten koste gaat van de productiviteit.
    Een probleem bij de monoculturen is de snelle verspreiding van plantenziektes of insectenplagen. De kans hierop is groot, omdat op grote oppervlakten maar één gewas wordt geteeld. Commerciële boerenbedrijven investeren daarom tijdens de teelt veel geld in allerlei bestrijdingsmiddelen (pesticides)

 

Opdrachten

Basisroute

Basisroute
Basisroute

Basisroute

Par 3.4 het platteland
De onderstaande opdrachten komen uit het werkboek aardrijkskunde.
Blz. 64 – 65

Hoofdvraag:
Je kunt uitleggen dat globalisering op het platteland zichtbaar is in plantagegebieden, maar ook in de geldzendingen (remittances) van migranten.

Algemene instructie:
Lees de paragraaf, bekijk de bronnen goed en beantwoord dan de vragen!

Maak de volgende opdrachten:
Vraag a

Vraag b

Vraag c

Vraag d

Vraag e

 

Hoofdvraag:
Beantwoord  de hoofdvraag van deze paragraaf in eigen woorden.


 


Conclusie:
Schrijf op wat je geleerd hebt van deze paragraaf

 

Verkorte - route

Verkorte - route
Verkorte - route

Zelfstandige - route

Zelfstandige - route
Zelfstandige - route

Zelfstandige – route:

Zie voor de opdrachten en de uitleg bij paragraaf 3.1

Ondersteunende info

Ondersteunende info
Ondersteunende info

Ondersteunende film

Practicum Opdracht

Practicum
Practicum

Par. 3.5 De winning van natuurlijke hulpbronnen

Par. 3.5 De winning van natuurlijke hulpbronnen
Deze paragraaf gaat over de hamvraag ecologie of economie  bij de winning van de natuurlijke hulpbronnen in Zuid – Amerika.

Om een eerste, globale indruk  van deze paragraaf te krijgen,
bekijk je:
- de indeling aan de hand van de paragraaftitel en de tussenkopjes,
- de inleiding van het paragraaf
- de figuren  met de bijschriften

Begrippen die horen bij deze paragraaf:

  • Natuurlijke hulpbronnen
  • Ontginning
  • Ontbossing
  • Landgrabbing/Landroof
  • Hydro-elektriciteit
  • Delfstoffen
  • Strategisch mineraal
     

Hoofdvraag:
Je kunt uitleggen wat de economische voor- en nadelen zijn van de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen door buitenlandse multinationals.

Vragen die horen bij deze paragraaf:

  • Je kunt uiteggen welke partijen betrokken zijn bij de winning van natuurlijke hulpbronnen en op welke manier deze partijen (actoren) met elkaar botsen.
  • Je kunt uitleggen dat globalisering zichtbaar is in de mijnbouw mar ook in de  boskap.
  • Je weet dat Bolivia en Brazilië in het bezit zijn van welke belangrijke strategische grondstoffen;
  • Je kunt uitleggen op welke manier verschillende actoren (multinationals, bewoners, overheden, ngo's) de winning van natuurlijke hulpbronnen bevorderen of juist proberen tegen te gaan

     

Achtergrondinformatie:

Dossier:
Grondstoffen in Latijns-Amerika
Analyse
Bolivia sleutelt aan de korte keten

In Bolivia, één van de minst ontwikkelde landen van Latijns-Amerika, is sinds 2006 een uitgesproken linkse regering aan de macht. Die heeft haar zinnen gezet op industrialisering. De materiële basis is in ieder geval voorhanden: belangrijke voorraden petroleum en gas in de ondergrond, en aanzienlijke reserves tin, zink en zilver.

Raf Custers . 10 oktober 2014

© Raf Custers

Bolivia heeft nog altijd reserves. Eigenlijk is dat de juiste formulering want het land wordt sinds de oerdagen van de kolonisatie leeggehaald, eerst door het Spaanse koninkrijk, daarna door buitenlandse exploitanten. De huidige regering, onder leiding van president Evo Morales, zet echter revolutionaire stappen. Ze wordt aangevoerd door de MAS, de Beweging voor het Socialisme van de president.

Morales had amper zijn ambt opgenomen, na glansrijk gewonnen verkiezingen, of hij liet het leger de petroleum- en gasputten bezetten. Dat was begin 2006. Maanden later had de regering de uitbatingscontracten met de exploitanten heronderhandeld. Vanaf dan droegen zij tot tachtig procent van de opbrengsten af aan de schatkist.

Met dat manna duwt de MAS-regering zowel de gezinnen als het land vooruit. Ze heeft sociale programma’s en uitkeringen voor de armste gezinnen ingevoerd. Aan snel tempo verbetert ze de wegen en de infrastructuur. Tot in de kleinste dorpen verrijzen openbare gebouwen met spiegelglas. De laatste aanwinst in de hoofdstad La Paz is een kabelbaan die passagiers voor drie boliviano (de prijs van een rit in een taxibusje) vervoert tussen de stationswijk en de veel hoger gelegen buurgemeente El Alto.

Lithium voor batterijen
Bolivia wil ook economisch vooruitgaan, met eigen industriële ketens, waar in opeenvolgende schakels de eigen grondstoffen tot verbruiksgoederen worden omgevormd.De eerste keten is die van lithium. Lithium, het lichtste metaal, kan energie opslaan. Het is daarom bijzonder geschikt om batterijen te maken. In Zuid-Amerika wordt deze grondstof in zoutmeren gewonnen. Daarvan zijn er tientallen te vinden rond het drielandenpunt van Noord-Chili, Noord-Argentinië en het zuidwesten van Bolivia. In dat gebied klim je al gauw naar twee- tot drieduizend meter. Het klimaat is er extreem droog, de zon schijnt er fel en het water van de meren verdampt. Zo vormt zich een zoutkorst.

Sinds lang wordt er zout gewonnen. Maar in Chili, en hoe langer hoe meer ook in Argentinië, wordt uit het zout ook kali gewonnen (voor meststof) en lithium. Dat is het werk van private ondernemingen. Bolivia heeft ‘s werelds grootste voorraad van lithium in het uitgestrekte zoutmeer van Uyuni. Maar de lokale gemeenschappen hebben hun lithium nooit aan privé-ondernemingen willen afstaan.

In 2008 keerde het tij. De regering besliste het lithium zelf uit te baten en verwerken; ze kreeg de steun van de bevolking. De filosofie achter deze innovatie luidt zo: de grondstoffen zijn van alle mensen van het land; ze mogen niet in handen van een dunne toplaag van kapitaalkrachtigen worden geconcentreerd zoals dat volgens de neo-liberale praktijken gebruikelijk is.

© Raf Custers

Een sleutel-op-de-deur-fabriek uit China

Bolivia heeft stoutmoedige ambities met het lithium. Het stelt eigen procédés op punt om het zout uit de meren te splitsen in lithium, kali en andere bestanddelen. Nabij Uyuni is een pilootfabriek gebouwd. Begin 2014 is een tweede pilootfabriek voor lithiumbatterijen ingehuldigd. President Morales demonstreerde er een elektrische fiets met een accu van eigen fabrikaat. Ooit hoopt Bolivia zelfs eigen elektrische auto’s te maken.

De Boliviaanse regering worstelt echter met de erfenis van het verleden. Vroegere regeringen hebben nooit genoeg goede technici geschoold. Bolivia onderhandelt nu met buitenlandse investeerders en instellingen. Druppelsgewijs geef dat resultaten. De Technische Universiteit Delft in Nederland levert technologie voor li-ionbatterijen; de batterijenfabriek in La Placa komt – sleutel-op-de-deur – uit China.

Het proces vordert traag. Veel te traag, zeggen kritische stemmen in Bolivia. De technische achterstand is één factor, een andere is de diepgewortelde corruptie en het feit dat individuen in het regerinsgapparaat persoonlijk profijt zoeken. Je hoort nu vaak in Bolivia dat de mooie woorden van de MAS-regering niet stroken met haar daden. Die kritiek komt ook van buiten. ‘Bolivia verliest zich in prestige-projecten’, zei president Mujica van Uruguay nog toen hij in juli in Bolivia was voor de Conferentie van de G77+China.

© Raf Custers

Leverancier van ruwe mineralen

Het enthousiasme van de begindagen brokkelt af. President Morales zal andermaal de verkiezingen van oktober 2014 winnen, dat is de algemene prognose. Hij kan natuurlijk echte realisaties voorleggen. Maar zijn campagne had ambigue kantjes. De president eiste bijvoorbeeld dat Bolivia toegang krijgt tot de Stille Oceaan. Buurland Chili moet dan maar zijn noordelijke regio’s afstaan (die het in de negentiende eeuw gewapenderhand op Bolivia veroverde). Zulk chauvinisme slaat misschien aan bij de achterban, maar je verwacht het niet van een linkse revolutionair.

Bolivia vervult sinds tijden de rol van leverancier van ruwe mineralen voor de internationale industrie. De regering wil door dat schema breken. Voor lithium nam ze resoluut het initiatief. Dat kon ook omdat die grondstof nog niet ontgonnen werd. Maar buiten lithium liggen de kaarten veel moeilijker omdat die sector in private handen is.

Tot in de jaren zeventig bezat Bolivia meer dan dertig mijnen. Ze stonden onder beheer van de staatsonderneming Comibol. Maar vanaf de jaren tachtig – tijdens de toenmalige dictatuur en de neo-liberale regeringen die erop volgden – zijn de mijnen uitgedeeld aan privé-ondernemers uit binnen- en buitenland. Dat geldt zowel voor tin als voor zink en zilver (die alle royaal voorhanden zijn in de ondergrond) en voor andere materialen zoals indium of wolfram.

Kapitalistische coöperatie:
De nieuwe grondwet van Bolivia (2009) zegt dat de natuurlijke rijkdommen aan het volk toebehoren. Het volk wordt in Bolivia belichaamd door de staat. Het streven is dus om het eigenaarschap van de mijnen terug onder staatscontrole te brengen. Dat gaat hard tegen onzacht. In 2012 nationaliseerde Bolivia de Colquiri-tinmijn, die tot dan werd uitgebaat door de Zwitserse grondstoffenjager GlencoreXstrata. Glencore bleef samen met de Sumitomo-groep (Japan) wel de zinkproductie domineren. Bolivia nationaliseerde ook de indium- en zilvermijn Maku Khota. De vorige privé-uitbater eist nu een schadevergoeding van bijna 400 miljoen dollar.

Ook de Colquiri-mijn kreeg de Boliviaanse staat niet zomaar in handen. Daar eisten Boliviaanse coöperatieven hun deel. Het kwam tot gewelddadige botsingen tussen cooperativistas en mijnwerkers van de staatssector. De coöperatieven vormen een kaste apart. Het zijn kleine privéondernemingen. Hun bazen willen geld verdienen. Ze laten hun mensen zwoegen voor weinig geld en ze verdelen de opbrengsten niet onder het werkvolk, zoals echte coöperatieven zouden doen. Ze bezetten soms mijnen van de staat en baten ze uit voor eigen rekening. Ze hebben ook politieke macht. Daarom zou de nieuwe mijnwet van Bolivia op maat van de kapitalistische cooperativistas geschreven zijn.

Schakels in een keten
Bolivia heeft bijna geen installaties om ertsen om te smelten en te raffineren.  De belangrijkste – Vinto en Karachipampa – zijn van de staat. Voorlopig presteren ze echter slechts op beperkte kracht. Zink en zilver en het meeste tin stromen nog altijd – naar koloniaal model – het land uit. Daarmee verliest Bolivia niet-hernieuwbare grondstoffen.

Met het zink verdwijnt er ook indium naar buiten, dat door de exporteurs niet is gedeclareerd en waarop ze geen heffingen betalen. Dit is een courante praktijk, het is niet eens illegaal. Toch kost de ongeziene indium-export Bolivia elk jaar naar schatting 140 miljoen dollar. Bolivia wil de export dan ook indijken.

Op termijn mag tin niet meer in ruwe vorm worden uitgevoerd. Het erts moet eerst bij Vinto worden omgesmolten. Maar dat is nog altijd maar de eerste schakel van een industriële tin-keten. Het kan jaren duren voor Bolivia over de volgende schakels beschikt.

Dit dossier kwam mee tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.

 

Opdrachten

Basisroute

Basisroute
Basisroute

Basisroute


Par  3.5 De winning van natuurlijke hulpbronnen
De onderstaande opdrachten komen uit het werkboek aardrijkskunde.
Blz. 67

Hoofdvraag:
Je kunt uitleggen wat de economische voor- en nadelen zijn van de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen door buitenlandse multinationals.

Algemene instructie:
Lees de paragraaf, bekijk de bronnen goed en beantwoord dan de vragen!

Maak de volgende opdrachten:
Vraag a

Vraag b

Vraag c

Vraag d

Vraag e

Vraag f

Hoofdvraag:
Beantwoord  de hoofdvraag van deze paragraaf in eigen woorden.


 


Conclusie:
Schrijf op wat je geleerd hebt van deze paragraaf

 

Verkorte - route

Verkorte - route
Verkorte - route

Zelfstandige - route

Zelfstandige - route
Zelfstandige - route

Zelfstandige – route*
Paragraaf 3.5 t/m. 3.8

Examentraining: territoriale conflicten
3) Peru, mijnbouwconflicten
4) Brazilië, landconflict


In deze paragrafen vergelijk je twee territoriale conflicten; een mijnbouwconflict in Peru en een conflict om grondbezit in Brazilië.
Lees de paragrafen goed door en zorg ervoor dat je de begrippen die in deze paragrafen genoemd worden kent.

TIP:
1) bekijk op de computer; de rondleiding door de twee gebieden die in deze examentraining aan de orde komen.
2) gebruik daar waar nodig  en/of nuttig is de atlas


Hoofdvraag:
Je kunt uitleggen wat de economische voor- en nadelen zijn van de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen door buitenlandse multinationals.
Je kunt uiteggen welke partijen betrokken zijn bij de winning van natuurlijke hulpbronnen en op welke manier deze partijen (actoren) met elkaar botsen.
Je kunt uitleggen waarom de kwetsbaarheid van groepen in een samenleving wordt bepaald door verschillen in macht, status, geld, eigendomsrechten en cultuur.
Je kunt uitleggen en verklaren aan de hand van verschillende dimensies  wat de situatie is van de indianen in Zuid – Amerika.


*
Je mag deze route kiezen als je denkt dat je weinig instructie en ondersteuning van de docent nodig hebt.
Overleg wel eerst even met de docent of hij het ook een verstandige keuze vindt.
De docent kan aangeven dat je bij sommige onderdelen van de lesperiode aanwezig moet zijn in het lokaal om uitleg te krijgen.
 

Ondersteunende info

Ondersteunende info
Ondersteunende info

Open bestand Uitleg; ontstaan en verschil ertsen - mineralen

Ondersteunende film

Practicum bedreiging Amazonia

Practicum
Practicum

Onderzoeksopdrachten: Amazonia

Lees de paragraven 3.5 en 3.6 door.

  1. Maak een analyse (bijvoorbeeld in de vorm van een mindmap) van de wijze waarop actoren op lokale, nationale en mondiale schaal invloed uitoefenen op Amazonia.
  2. Maak een analyse van mogelijke oplossingen voor het behoud van de biodiversiteit in Amazonia. Geef sterke en zwakke punten aan.

Aandachtspunten:

  • Landdegradatie en milieuverontreiniging
  • Ontginning van het tropisch regenwoud in Amazonia
  • De betekenis van Amazonia voor mens en natuur
  • Oorzaken en gevolgen van de ontginning van Amazonia
  • Mogelijke oplossingen die bijdragen aan het behoud van het regenwoud

 

Afronding:
Maak een kwis via socratief of kahooth

Figuur 1  Toucan
bron:https://pixabay.com/nl/toucan-vogel-tropische-vogel-bill-2247143/

 

Par. 3.6 Gevolgen van winning van natuurlijke hulpbronnen

Par. 3.6 Gevolgen van de winning van natuurlijke hulpbronnen
Deze paragraaf gaat over de sociale en economische gevolgen van de winning van natuurlijke hulpbronnen in Zuid - Amerika

Om een eerste, globale indruk  van deze paragraaf te krijgen,
bekijk je:
- de indeling aan de hand van de paragraaftitel en de tussenkopjes,
- de inleiding van het paragraaf
- de figuren  met de bijschriften

Begrippen die horen bij deze paragraaf:

  • Duurzaam
  • Biodiversiteit
  • Landdegradatie
  • Draagkracht
  • Waterbalans

     

Hoofdvraag:
Je kunt uiteggen welke partijen betrokken zijn bij de winning van natuurlijke hulpbronnen en op welke manier deze partijen (actoren) met elkaar botsen.

Vragen die horen bij deze paragraaf:

  • Je kunt uitleggen op welke manier verschillende actoren (multinationals, bewoners, overheden, ngo's) de winning van natuurlijke hulpbronnen bevorderen of juist proberen tegen te gaan;
  • Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn van de winning van natuurlijke hulpbronnen voor het landschap, het ecosysteem en de bevolking.
  • Je kunt uitleggen waarom ontbossing, aanleg van stuwdammen en mijnbouw in Amazonia kan leiden tot aantasting van het milieu.
  • Je kunt uitleggen waarom de winning van natuurlijke hulpbronnen in Bolivia mogelijkheden biedt tot ontwikkeling, maar ook leidt tot interne spanningen;

     

Achtergrondinformatie:

De duurzaamheid van de 'commodity boom' in Zuid-Amerika

In Zuid-Amerika is de afgelopen tien jaar substantiële economische groei gepaard gegaan met indrukwekkende sociale vooruitgang. In de meeste landen volgden progressieve regeringen een ontwikkelingsmodel waarin de winning van delfstoffen een centrale rol speelde. Mijnbouw en olie- en gaswinning kregen met nieuwe regelgeving, hogere belastingen en deels ook nationalisatie te maken. Met de extra inkomsten van dit beleid en de commodity boom werden sociale bestedingen en armoedebestrijding uitgebreid en kregen grote groepen van de bevolking een beter bestaan.

Nu de boom ten einde is, is het de vraag wat die periode van bonanza structureel heeft opgeleverd voor de duurzame ontwikkeling van de regio. Vooral sinds 2015 is er sprake van een fikse daling van de prijs van delfstoffen en daarmee van de export, investeringen en economische groei. Hoe breed en blijvend zijn de veranderingen in de delfstoffensector en de sociale vooruitgang geweest?

We brengen drie onderbelichte punten onder de aandacht, te weten de kwetsbaarheid van grootschalige delfstofwinning ten behoeve van ontwikkeling; de lokale effecten van kleinschalige mijnbouw; en, tot slot, het toegenomen lokale verzet tegen grootschalige projecten én kleinschalige mijnbouw. In de conclusies benoemen we aanknopingspunten voor Nederlandse partnerschappen.

Nationale ontwikkeling op basis van delfstoffen?
Het progressieve beleid dat ervoor zorgde dat de commodity boom kon bijdragen aan sociale vooruitgang, was gericht op het afromen van de opbrengsten in de grootschalige winning, zoals de mega-mijnbouw. Zuid-Amerika kent grote reserves van belangrijke mineralen, zoals olie en goud (circa 20% van de reserves wereldwijd), koper en zilver (45%), maar bijvoorbeeld ook van het minder bekende lithium, dat gebruikt wordt in de batterijen van elektrische auto’s. Zo is niet minder dan zo’n 60% van de mondiale reserves van lithium in Zuid-Amerika te vinden.

Door de hoge grondstoffenprijzen en de verhoogde belastingen en royalties op delfstoffen stegen de overheidsinkomsten; bovendien kregen in de olie- en gaswinning staatsbedrijven meer invloed. Naast investeringen in onderwijs en gezondheidszorg werd extra geld vrijgemaakt voor brede sociale-bijstandsprogramma’s (zg. conditional cash transfer-programma’s), zoals Bolsa Família in Brazilië en Juancito Pinto in Bolivia. Tussen 2002 en 2014 steeg het aandeel van sociale bestedingen in de totale overheidsuitgaven gemiddeld van 61% naar 66%. Dit beleid droeg bij aan een substantiële armoededaling en zorgde voor minder ongelijkheid. Tussen 2002 en 2008 daalde de armoede in de regio van 44% naar 34%, en die daling zette in de periode 2012-2014 door tot 28%.

https://spectator.clingendael.org/sites/spectator/files/2016-01/artHogenboom1.jpg
figuur 1 Zuid-Amerika kent grote reserves van belangrijke
mineralen, waaronder olie, goud, zilver, koper en lithium.

Economische diversificatie kwam echter niet goed van de grond. Alhoewel de industrie en de dienstensector ook belangrijk zijn, expandeerde vooral de grondstoffensector. Economie, overheid en samenleving werden dus afhankelijker van deze sector en van de ontwikkeling van grondstoffenprijzen. Het feit dat landen met veel delfstoffen bijna een derde van hun belastinginkomsten hieruit onttrekken, toont de kwetsbaarheid van dit ontwikkelingsmodel. Deze afhankelijkheid leidt ertoe dat de verminderde inkomsten als gevolg van de dalende prijzen al gauw dwingt tot sanering van de sociale programma’s.

Grootschalige projecten prioriteit
De binnenlandse politieke steun en buitenlandse investeringen tijdens de boom waren gericht op grootschalige projecten, die steeds moderner en omvangrijker worden. De mijnen worden groter en leunen meer op (vaak buitenlandse) technologie, kennis en kapitaal. In de olie- en gassector is een start gemaakt met schaliegas, zoals in Argentinië, en in Brazilië met oliewinning in de diepzee. De sociale vooruitgang is dus vooral gebaseerd op belastingrevenuen die het overheden mogelijk maakten in sociale voorzieningen te investeren.

De grootschalige projecten werken op andere vlakken echter ook tegen de bevolking, die te maken krijgt met vervuiling en verlies van territorium waardoor ze bestaansmiddelen kwijtraakt (daarover hieronder meer). Industriële mijnbouw brengt groei, maar lang niet voor iedereen. Voor de lokale bevolking, zo blijkt, levert dit soort mijnbouw relatief weinig directe en indirecte werkgelegenheid op.

Sinds 2015 wordt de regio bovendien geconfronteerd met een crisis als gevolg van de daling van exportopbrengsten, investeringen en overheidsinkomsten. Er is minder geld voor armoedebestrijding, en er is sprake van groeiende inflatie en sociale achteruitgang. In landen als Venezuela en Suriname doen zich bovendien ernstige tekorten aan voedsel en medicijnen voor. Daarbij leggen een reeks recente corruptieschandalen de institutionele zwaktes rondom de delfstoffenwinning bloot, vooral in Brazilië en Venezuela. Deze ontwikkelingen dragen bij aan de groeiende maatschappelijke onvrede en politieke onrust.

Lokale ontwikkeling
De beleidsaandacht van overheden richtte zich exclusief op het ontwikkelen van grootschalige mijnbouwprojecten. Is dat verstandig geweest en paste dat wel bij een beleid van armoedebestrijding? Kleinschalige mijnbouw is veel effectiever in de strijd tegen armoede, omdat het meer mensen werk en inkomen verschaft. Waar de grootschalige, industriële mijnbouw veel (buitenlands) kapitaal, groot materieel, moderne technologie en geschoold personeel vereist, is in kleinschalige mijnbouw sprake van eenvoudige technologie, beperkte investeringen en ongeschoolde arbeid. Met andere woorden, de gewone man of vrouw kan in de kleinschalige mijnbouw vaak wel een inkomen vinden.

Kleinschalige mijnbouw is veel effectiever in de strijd tegen armoede, want het verschaft werk en inkomen aan veel grotere aantallen burgers

In veel situaties vormt kleinschalige mijnbouw ook een aanvullende bron van inkomsten, naast andere activiteiten om in het levensonderhoud te voorzien, zoals landbouw of handel. Bovendien genereert kleinschalige mijnbouw veel (indirecte) werkgelegenheid, bijvoorbeeld in de toelevering van brandstof en voedingsmiddelen en diensten zoals transport. Voor Suriname is enige jaren geleden berekend dat de kleinschalige goudwinning na de overheid, de grootste ‘werkgever’ is. Dit maakt het tot een belangrijke sector in de lokale economie. Kleinschalige mijnbouw is veel effectiever in de strijd tegen armoede, omdat het werk en inkomen verschaft aan veel grotere aantallen burgers.

Goudwinning
In heel Zuid-Amerika is de kleinschalige goudwinning sterk gegroeid, vooral na de dramatische stijging van de goudprijs vanaf 2008. De sector kenmerkt zich in de meeste landen door een grote mate van informaliteit, waarbij zelfregulering in de nederzettingen en goudvelden ver weg in het oerwoud overheerst. Overheden schieten meestal tekort in het organiseren van de productie en handel, omdat de activiteiten zich buiten hun gezichtsveld voltrekken. De bijdrage aan de nationale inkomsten in de vorm van belastingafdracht is dan ook niet groot.

https://spectator.clingendael.org/sites/spectator/files/2016-01/artHogenboom2.jpg
figuur 2 De goudwinning kenmerkt zich in Zuid-Amerika
door een grote mate van informaliteit.

Daarnaast stemt de druk op het milieu tot zorg, onder andere door het gebruik van kwik en cyanide. Het zal nog tijd vergen voor de Minamata conventie tot de uitbanning van het kwikgebruik leidt. De kleinschalige sector profiteerde eveneens van de hoge prijzen, maar werd vaak ontmoedigd of illegaal verklaard. Het belang van de sector werd door overheden niet ingezien, en de opbrengsten die gegenereerd werden leidden niet tot overheidsinvestering.

Verzet
Vooral de grootschalige projecten hebben vaak eveneens grote territoriale en ecologische implicaties en een en ander leidt tot conflicten, vooral met de lokale bevolking. Mijnbouw en olie-en gaswinning gaan ten koste van landbouwareaal, water (kwantiteit en kwaliteit) en tropische bossen en andere natuur. Daarmee raken ze direct aan belangen van de plaatselijke bewoners en gebruikers.

Bij de toekenning van concessies heeft de centrale overheid zelden goed zicht op deze lokale realiteit. De concessies voor de winning van ondergrondse hulpbronnen overlappen vaak met gebied dat gebruikt wordt voor landbouw, bosbouw en visserij, of met beschermde natuurgebieden of erkend territorium van inheemse groepen. Milieuvervuiling en grootschalig watergebruik zijn de gevolgen, die bovendien een veel groter gebied raken. Dat geldt ook voor de aanleg van infrastructuur ten behoeve van deze sector, waaronder wegen, spoorwegen, havens en stuwdammen voor elektriciteitswinning. En dit alles raakt een groeiend deel van de dunbevolkte en onaangetaste gebieden van Zuid-Amerika.

Centrale overheid schiet tekort
De centrale overheid is er ook nauwelijks van op de hoogte dat daar waar industriële mijnbouw ontwikkeld wordt, voorheen meestal al kleinschalige mijnbouw bestond. Dat is vaak het geval bij goudwinning. De goudzoekers worden dan geweerd van de concessie van de grootschalige mijn, maar weten ook de barrières te doorbreken en door te gaan met hun traditionele goudwinning in de nabijheid van de mijn. Dit leidt niet zelden tot gevaarlijke werkomstandigheden en langdurige kat-en-muis-spelletjes tussen de oorspronkelijke bewoners en mijnbouwers, en de bedrijven. Overheden laten het oplossen van het conflict vaak over aan het mijnbouwbedrijf en de lokale overheid en bewoners. Een bekend geval is dat van de Canadese Iamgold-mijn op het grondgebied van de Ndjuka marrons in Suriname.

Kleinschalige mijnbouw wordt veelal geconfronteerd met kritiek en criminalisering in pers en overheidsbeleid, in plaats van erkenning van de positieve economische bijdrage die het levert

Ondanks toegenomen Corporate Social Responsibility en nationale en internationale regelgeving over effectrapportage en consultatie, heeft de lokale bevolking in de praktijk weinig invloed op grootschalige projecten.  Rapportages en consultaties worden veelal top-down uitgevoerd, door externe experts in opdracht van de centrale overheid of van de investeerder. Hierbij is veelal onvoldoende ruimte en aandacht voor lokale kennis, cultuur, behoeftes en verwachtingen.

Lokaal verzet en lokale conflicten in Zuid-Amerika zijn sinds de eeuwwisseling flink toegenomen, vooral rondom mijnbouw.  Omdat er zulke grote belangen op het spel staan, is de reactie op dergelijk verzet niet mals. De schendingen van mensenrechten zijn zeer zorgwekkend. Heel Latijns-Amerika is berucht als gevaarlijkste regio voor milieubeschermers; talloze lokale leiders die zich verzetten tegen plannen voor een groot project zijn onrechtmatig vastgehouden, bedreigd en vermoord.

Positieve stappen
Aan de andere kant zijn er interessante positieve stappen gezet om gedeelde zeggenschap over mega-projecten en lokale ontwikkeling te verwezenlijken. De strategie van georganiseerde lokale groepen omvat niet alleen protest, maar ook deelname aan onderhandelingen, het gebruik van juridische procedures en samenwerking met andere groepen, ook internationaal.

Een geheel nieuwe aanpak is het zelf organiseren van consultaties, dus bottom-up. Veelal werken maatschappelijke groepen daarin samen met de lokale overheid Zowel voor het oplossen en voorkomen van conflicten als voor het tot stand brengen van participatie en lokale ontwikkeling ligt er een sleutelrol voor lokaal bestuur. In de praktijk is deze bestuurslaag meestal echter niet goed toegerust voor die taken, zeker niet in de afgelegen gebieden waar de uitbreiding van delfstoffenwinning vaak plaatsvindt.

Conclusie
De recente crisis en de negatieve kanten van de beleidsnadruk op grootschalige mijnbouw en olie- en gaswinning in Zuid-Amerika maken een herbezinning op het gevoerde beleid nodig. Structurele problemen van grootschalige winning zijn ingrijpend, zowel sociaal en economisch als politiek en ecologisch. Tegelijkertijd kan kleinschalige mijnbouw veelal rekenen op kritiek en criminalisering in pers en overheidsbeleid, in plaats van erkenning van de positieve economische bijdrage die het levert. De erkenning en verbetering van de bestaande kleinschalige-mijnbouwsector biedt ook een route naar een eerlijker verdeling van de opbrengst van de natuurlijke hulpbronnen.

Het is van groot belang dat de problemen in de sector effectief worden aangepakt. Daarvoor is institutionele versterking noodzakelijk, op alle niveaus. Vooral de lokale overheid is onvoldoende toegerust voor de publieke verantwoordelijkheden die komen kijken bij grootschalige en kleinschalige delfstoffenwinning.

Rol voor Nederland
In principe ligt er ook voor Nederland een taak weggelegd bij de hervorming van delfstoffenwinning in Zuid-Amerika. In de huidige Nederlandse partnerschapsrelaties met de regio is de nadruk vooral op handel en investeringen komen te liggen, maar Nederlandse bedrijven en onderzoeksinstellingen kunnen een bijdrage leveren aan duurzaam en inclusief land- en waterbeheer en logistieke ontwikkeling.

Verder ligt samenwerking voor de hand op het uitdagende terrein van institutionele versterking, zowel voor problemen met corruptie en gebrekkig toezicht als met de onrechtmatigheden en onzorgvuldigheden ten aanzien van lokale groepen en belangen. Behalve onderzoekers en ondernemers hebben Nederlandse overheidsinstellingen en maatschappelijke organisaties veel bruikbare kennis en ervaring in huis. Gezien de gezamenlijke belangen van internationale ontwikkeling, vrede en verantwoorde productieketens is het belangrijk de inzet van die kennis en ervaring te faciliteren en tegelijkertijd open te staan voor de realiteit en initiatieven in Zuid-Amerika zelf.

Dit artikel is geschreven n.a.v. een presentatie door beide auteurs voor een seminar op het Ministerie van Buitenlandse Zaken in het kader van het  programma Kennisopbouw Directie Westelijk Halfrond van het landelijk instituut voor Latijns Amerikaanse studies CEDLA (UvA). 18 Jan 2017

 

Opdrachten

Basisroute

Basisroute
Basisroute

Basisroute


Par  3.6 Gevolgen van de winning van natuurlijke hulpstoffen
De onderstaande opdrachten komen uit het werkboek aardrijkskunde.
Blz. 68

Hoofdvraag:
Je kunt uiteggen welke partijen betrokken zijn bij de winning van natuurlijke hulpbronnen en op welke manier deze partijen (actoren) met elkaar botsen;

 

Algemene instructie:
Lees de paragraaf, bekijk de bronnen goed en beantwoord dan de vragen!

Maak de volgende opdrachten:
Vraag a

Vraag b

Vraag c

Vraag d

Vraag e

 

Hoofdvraag:
Beantwoord  de hoofdvraag van deze paragraaf in eigen woorden.


 


Conclusie:
Schrijf op wat je geleerd hebt van deze paragraaf

 

Verkorte - route

Verkorte - route
Verkorte - route

Zelfstandige - route

Zelfstandige - route
Zelfstandige - route

Zelfstandige – route:

Zie voor de opdrachten en de uitleg bij paragraaf 3.5

Ondersteunende info

Ondersteunende info
Ondersteunende info

Open bestand De Amazone in gevaar

Ondersteunende film

Practicum Opdracht

Practicum
Practicum

Onderzoeksopdracht
par.3.6 De gevolgen van de winning van natuurlijke grondstoffen.

Lees voordat je aan de opdracht begint paragraaf 3.6 goed door.
Zorg dat je de tekst begrijpt en de bijbehorende begrippen.

In deze paragraaf draait het om de hoofdvraag:

  • Je kunt uiteggen welke partijen betrokken zijn bij de winning van natuurlijke hulpbronnen en op welke manier deze partijen (actoren) met elkaar botsen.

Opdracht:
Maak een vlog of een blog  over dit onderwerp. De vlog duurt niet langer dan 3 minuten daarin beantwoordt je de hoofdvraag.
En wordt het voor de kijkers duidelijk wat er aan de hand is.

De blog is maximaal 1 A4-tje.
Daarin beantwoordt je de hoofdvraag en wordt het voor de lezers van de blog duidelijk wat er aan de hand is.

Je mag deze opdracht in je eentje uitvoeren, maar het mag ook met twee personen.

Je plaatst de vlog of blog als een bestand op het onderdeel berichten van magister,

 

Par. 3.7 Inheemse volken

Par. 3.7 Inheemse volken
Deze paragraaf gaat over de verschillende Indiaanse bevolkingsgroepen die voorkomen in Zuid – Amerika en de leefomstandigheden van deze inheemse volken.

Om een eerste, globale indruk  van deze paragraaf te krijgen,
bekijk je:
- de indeling aan de hand van de paragraaftitel en de tussenkopjes,
- de inleiding van het paragraaf
- de figuren  met de bijschriften

 

Begrippen die horen bij deze paragraaf:

  • Inheemse bevolking
  • Standenscheiding: de republica de espanoles <> de republica de indios
  • Machtspolitiek
  • Integratie
  • Assimilatie
  • Cultuur

     

Hoofdvraag:
Je kunt uitleggen waarom de kwetsbaarheid van groepen in een samenleving wordt bepaald door verschillen in macht, status, geld, eigendomsrechten en cultuur.

Vragen die horen bij deze paragraaf:

  • Je kunt uitleggen waarom de aanleg van infrastructuur de druk op de natuur en de inheemse bevolking vergroot;
  • Je kunt uitleggen waarom indianen op een bepaalde manier verspreid zijn over Zuid-Amerika;
     

Achtergrondinformatie:

Opdrachten

Basisroute

Basisroute
Basisroute

Basisroute


Par 3.7 Inheemse volken
De onderstaande opdrachten komen uit het werkboek aardrijkskunde.
Blz. 68 – 69

Hoofdvraag:
Je kunt uitleggen waarom de kwetsbaarheid van groepen in een samenleving wordt bepaald door verschillen in macht, status, geld, eigendomsrechten en cultuur.

Algemene instructie:
Lees de paragraaf, bekijk de bronnen goed en beantwoord dan de vragen!

Maak de volgende opdrachten:
Vraag a

Vraag b

Vraag c

Vraag d

 

Hoofdvraag:
Beantwoord  de hoofdvraag van deze paragraaf in eigen woorden.


 


Conclusie:
Schrijf op wat je geleerd hebt van deze paragraaf

 

Verkorte - route

Verkorte - route
Verkorte - route

Zelfstandige - route

Zelfstandige - route
Zelfstandige - route

Zelfstandige – route:

Zie voor de opdrachten en de uitleg bij paragraaf 3.5

Ondersteunende info

Ondersteunende info
Ondersteunende info

Ondersteunende film

Practicum Opdracht

Practicum
Practicum

Afbeeldingsresultaat voor kletsenOpdracht: Kletsdobbelstenen en kletskaarten
Par. 3.7 Inheemse volken
Par. 3.8 de huidige positie van de inheemse volken

Je maakt één of twee  dobbelstenen. Zie hiervoor het knipblad.
Op de zijkanten van de dobbelstenen staan afbeeldingen die horen bij de paragrafen. (3.7/3.8) De afbeeldingen bedenk jezelf en teken je als groepje op de zijkanten van de dobbelstenen. Misschien is het handig als je niet zo goed kunnen tekenen dat je bij de kletsdobbelstenen een legenda maakt met de verklaring van de tekeningen.
Elke tekening staat voor bepaald thema. Bijvoorbeeld; demografie, economie enz.
Bij de dobbelstenen horen kletskaarten. Deze kaarten helpen om aan andere leerlingen te helpen bij het uitleggen van de theorie. Het is de bedoeling dat de kletskaarten om het gesprek op gang te brengen en te houden.
De kaarten zijn ongeveer een halve A5.

Stap1:
Bestudeer  paragraaf 3.7 en 3.8 van het aardrijkskundeboek.
-           schrijf op wat je niet begrijpt in deze paragrafen.
 

Stap 2:
Maak groepjes van maximaal 4 personen
-           bespreek de vragen van de groepsleden. Het doel moet zijn dat iedereen in
           het groepje de inhoud van paragraaf 3.7 en 3.8 goed begrijpt en kan uitleggen.
 

Afbeeldingsresultaat voor inheemse volken zuid amerikaStap 3:
Ga opzoek naar meer achtergrondinformatie over de inheemse bevolking van Zuid-Amerika. De opgezochte informatie moet een verdieping zijn van de theorie van je aardrijkskundeboek.
 

Stap 4;
Deel je informatie met je groepsgenoten.
-        maak de dobbelstenen en met tekeningen
-        maak de kletskaarten
 

Stap 5:
2 groepsleden gaan bij een andere groep zitten. Zo wordt de hele klas over de verschillende groepen verdeeld.
Ga gooien met de dobbelsteen en probeer aan de hand van de dobbelstenen en de kletskaarten de andere leerlingen/groepsleden nieuwe informatie te geven en het thema op de dobbelsteen uit te leggen. Je mag aangevuld worden en verbeterd door de anderen.
Veel succes
 

Open bestand knutselplaat -dobbelsteen

Par. 3.8 De huidige positie van de inheemse volken

Par. 3.8 de huidige positie van de inheemse volken
Deze paragraaf gaat over de achterstelling, emancipatie en herwaardering van de culturele waarden van de inheemse volken in Zuid- Amerika

Om een eerste, globale indruk  van deze paragraaf te krijgen,
bekijk je:
- de indeling aan de hand van de paragraaftitel en de tussenkopjes,
- de inleiding van het paragraaf
- de figuren  met de bijschriften

Begrippen die horen bij deze paragraaf:

  • Discriminatie
  • Regionale autonomie
  • Territoriale conflicten
  • Isolement

     

Hoofdvraag:
Je kunt uitleggen en verklaren aan de hand van verschillende dimensies  wat de situatie is van de indianen in Zuid – Amerika.

Vragen die horen bij deze paragraaf:

  • Je kunt uitleggen waarom sociaaleconomische herverdeling, culturele erkenning en politieke participatie de kerneisen zijn van veel indiaanse gemeenschappen.
  • Je kunt een beargumenteerde mening vormen over de positie van de inheemse volken in Brazilië en de Andestanden;
  • Je kunt uitleggen waarom de kwetsbaarheid van groepen in een samenleving wordt bepaald door verschillen in macht, status, geld, eigendomsrechten en cultuur.


     

Achtergrondinformatie:

Moeten we contact zoeken met inheemse Amazone-stammen?

In Zuid-Amerika leven honderd stammen die nooit in contact zijn geweest met de moderne wereld. De vraag is of dat niet eens moet gebeuren, want ze worden flink bedreigd.

Justin Rohrlich aug. 25 2015,

figuur 1 De Chitonawa doemen op vanuit de jungle vlakbij
Simpatia  Afbeelding via VICE News

In juni 2014 doemden er ineens zeven leden van de Chitonawa-stam op uit de regenwouden van de Amazone. Op een paar lendendoeken na waren ze compleet naakt. Vanaf de overkant van een rivier probeerden ze contact te maken met de mensen uit het kleine dorpje Simpatia, deel van een regio die door de Braziliaanse overheid is beschermd vanwege een andere inheemse groep, de Ashaninka.

In een video die een lokale inwoner van de ontmoeting maakte, lijken de Chitonawa aanvankelijk wat terughoudend. Eentje zwaait wat ongemakkelijk met een vuurwapen dat hij waarschijnlijk heeft meegenomen uit een houthakkerskamp net over de grens met Peru. Maar dan steekt een man uit Simpatia de rivier over om de Chitonawa bananen aan te bieden, waarna ze uiteindelijk meegaan het dorp in.

Volgens lokale media klaagden de Chitonawa over "onderlinge ruzies". Ze werden omschreven als "zeer, zeer bang," en hadden kennelijk bijna honderd kilometer afgelegd vanaf hun thuis in de Peruviaanse jungle. Ze zouden "herhaaldelijk zijn vervolgd en gedood door blanken" – waarschijnlijk drugshandelaren en illegale houthakkers die hun territorium waren binnengedrongen.

"De Chitonawa zeggen dat er al zoveel van hun mensen zijn gestorven dat ze ze niet eens allemaal konden begraven, en dat hun lijken zijn opgegeten door aasgieren," zo zei een van de Ashaninka. De Chitonawa wisten echter niet dat simpelweg de aanwezigheid van buitenstaanders, zelfs de Ashaninka, al dodelijke gevolgen voor ze kan hebben. In de video grijpt een van de bosjesmannen een t-shirt van een reling, waarna een Ashaninka hem abrupt tegenhoudt. Niet omdat dat shirt nou zo belangrijk voor hem is, maar omdat deze overladen is met microben en ziekteverwekkers waar de buitenwereld allang immuun voor is, maar waar een Chitonawa doodziek van kan worden.

Volgens statistieken die aan VICE News zijn verschaft door antropoloog Rob Walker, die aan de universiteit van Missouri onderzoek doet naar Amazoneculturen, hebben tussen 1875 en 2008 al 117 epidemieën het leven geëist van meer dan 11 duizend leden van inheemse Amazonesamenlevingen. Zo'n driekwart van hen stierven aan ziekten als de mazelen, malaria, of griep. Er wordt momenteel geschat dat er zo'n honderd geïsoleerde stammen in het regenwoud leven, van wie de leden nauwelijks bestand zijn tegen dit soort ziektes.

De Funai, het officiële departement van de Braziliaanse overheid dat zich bezighoudt met de bescherming van inheemse stammen, stuurde uit voorzorg een team van medische experts naar de pas opgedoken Chitonawa. Bij allen zeven werden verkoudheden en griep geconstateerd. Niemand ging er uiteindelijk aan dood, maar een van de leidende Funai-dokters vreesde wel dat potentieel dodelijke ziektes, zoals de mazelen en longontstekingen, op korte termijn nog hun intrede zouden kunnen doen.

Om zowel cultuurgevoelige als om biologische redenen, zijn de overheden van Brazilië en Peru voorstanders van een 'hands off'-benadering van ongecontacteerde stammen. Er zijn beschermde reservaten opgericht, waarvan het voor buitenstanders strikt verboden is ze te betreden. Ondertussen is er echter een verwoede strijd ontstaan tussen pleitbezorgers en academici over wat nu te doen. En de inzet daarvan is bijzonder hoog: de leefomstandigheden van mensen – sterker nog: de levens van mensen, kunnen zomaar teniet worden gedaan als de verkeerde keuzes wordt gemaakt.

Rob Walker en zijn onderzoekspartner Kim Hill stelden onlangs in het vakblad voor de American Association for the Advancement of Science dat de huidige situatie een abjecte mislukking is geweest, en dat de stammen geen enkele kans hebben tegen de moderne dreigingen die hun leefgebieden in het geding brengen. Er zijn commerciële belangen met rijke en machtige lobby's, en bovendien zijn er tal van drugsdealers die zich vreselijk weinig aantrekken van alle overheidsregulaties. Daarom bepleiten Walker en Hill dat "gecontroleerd contact" de enige ethische en humane oplossing is voor dit steeds prangender wordende probleem.

"Wij geloven dat het bewijs voor zich spreekt," aldus Walker in gesprek met VICE News. "Deze mensen gaan uitsterven terwijl de wereld erbij staat en toekijkt."

Toch denkt niet iedereen er zo over. Survival International, een non-profitorganisatie uit Londen die strijdt voor de rechten van inheemse volkeren, heeft het artikel van Walker en Hill omschreven als " gevaarlijk en misleidend". Stephen Corry, directeur van Survival International, zei tegen dat VICE News dat hij "niet denkt dat Walker en Hill een mening uitdrukken die breed wordt gedragen onder mensen die veel kennis hebben over dit probleem. Wat ze eigenlijk zeggen is: 'laten we daar naartoe gaan en dit zogenaamde gecontroleerde contact opleggen, wat in feite neerkomt op: 'laten we hun land innemen.'"

Corry zei verder dat er een duidelijk motief bestaat achter elke poging om contact te leggen, en dat is de geïndustrialiseerde samenleving die hongerig is naar meer onroerend goed. Hiermee wordt volgens hem "het feit gerechtvaardigd dat deze mensen zouden moeten 'meegaan met de ontwikkelingen van de moderne wereld,' of hoe ze het ook willen noemen. Onze positie is dat er niks per se modern is aan een geïndustrialiseerde samenleving."

Hoewel het woord 'ongecontacteerd' veelvuldig gebruikt wordt om over de volkeren te praten, zijn veel pleitbezorgers het erover eens dat ze eigenlijk een soort vluchtelingen zijn die zich bewust hebben afgesloten van de buitenwereld. Corry stelt dat deze mensen op geen enkele manier achterlopen op de 'moderne' samenleving – ze hebben er simpelweg voor gekozen om "een ander pad te bewandelen."

"Deze mensen vertegenwoordigen een alternatieve manier om naar de wereld te kijken, en de hedendaagse industriële en politieke elites hebben daar geen antwoord op," zei hij. "De geïndustrialiseerde natiestaat gaat proberen hun land in te nemen, en dat gaat ze ook lukken, zolang iedereen achterover blijft leunen en het accepteert als een onvermijdelijk feit."

Walker geeft op zijn beurt toe dat de meeste mensen het eens zijn met de opvatting van Corry en Survival International. "Maar dat wil niet zeggen dat ze gelijk hebben," zegt hij vervolgens. "Zij zijn activisten, geen wetenschappers." De mensen die pleiten voor het vermijden van contact hameren volgens Walker op "culturele overleving", terwijl degenen die juist wel contact propageren uitgaan van "individuele overleving". Hij gelooft dat dit duidelijk wordt als je kijkt naar de benauwde levensomstandigheden die de volkeren zonder contact hebben.

"Stel je voor dat jouw familie daar wordt vermoord door drugshandelaren, stropers en houthakkers," zegt Walker, "denk je dan echt dat het voldoende is om alleen te proberen om deze groepen uit de buurt te houden? Zou je je familie daarvoor de geneugten van moderne gezondheidszorg ontzeggen?"

Nixiwaka Yawanawa is een lid van de Amazonestam Yawanawa, waar twee generaties geleden voor het eerst contact mee is gelegd. Ook deze stam leeft extreem geïsoleerd: voor de dichtstbijzijnde weg moet je een dag varen per boot. Desalniettemin zijn ze aangesloten op het internet, en voorzien ze de buitenwereld in annatto – een rood pigment dat wordt gemaakt van de zaden van de achioteboom – om cosmeticaproducten mee te maken. Nixiwaka, die soms ook Joel genoemd wordt, woont sinds vier jaar in Londen.

figuur 2 Nixiwaka Yawanawa probeerde tijdens het WK Voetbal van afgelopen
jaar in Londen aandacht te vragen voor de benarde situatie van inheemse
volkeren (foto door Helen Saunders/Survival)

Yawanawa vindt niet dat het contact met de westerse wereld ze veel goed heeft gedaan. "Door de westerse invloed zijn we bijna onze spiritualiteit kwijtgeraakt, net als onze cultuur en onze identiteit. Nog altijd vechten we tegen de effecten van materialisme, verdeling, en ziektes," zei hij tegen VICE News. Nixiwaka is een tegenstander van gecontroleerd contact, maar heeft het zelf prima naar zijn zin in Europa. Vanuit hier denkt hij een beter bewustzijn te kunnen creëren voor de problemen van de Yawanawa.

Volgens Walker kunnen inheemse stammen de interactie met buitenstaanders overleven, als degenen die contact maken zich toeleggen op het leveren van voedsel, tolken, en uitgebreide medische behandeling voor zolang als dat nodig is. Dat is een duur voorstel, waar de meeste Zuid-Amerikaanse overheden niet het geld voor hebben. Walker wijst echter op diverse succesverhalen, vooral die van de Puerto Barra Aché-stam in Paraguay. De Amerikaanse missionaris Rolf Fostervold was de eerste die in de jaren zeventig contact met ze legde, en samen met zijn vrouw en kinderen voorzag hij de Aché toen direct van ondersteuning en medische zorg. Als gevolg daarvan is er slechts één van de achttien Aché overleden als gevolg van de eerste interacties.

Bjarne Fostervold, de zoon van Rolf, was er bij tijdens deze eerste expedities Nu is hij 56, en nog altijd leeft hij met zijn vrouw en drie kinderen te midden van de Aché. Hij omschrijft de diverse non-profitorganisaties die tegen contact zijn als "goed bedoelend," maar zegt ook dat "het nogal simplistisch is om te hopen dat de inheemse volkeren nooit in contact zullen komen met de buitenwereld. Dat is een overgeromantiseerd beeld van hun situatie."

"Ik zal de laatste zijn die gaat roepen dat het Westen alleen maar prachtige oplossingen biedt voor de levens van mensen, maar tegelijkertijd is het ook zo dat de mensen in de oerwouden worstelen met hun eigen grote problemen," aldus Fostervold. Hij vindt dan ook dat de methodologie van gecontroleerd contact ondanks de risico's beter is dan ongepland contact, wat vrijwel zeker dodelijke consequenties heeft. Totale isolatie kan bovendien betekenen dat een compleet volk verdwijnt zonder dat de rest van de wereld daar ooit vanaf zal weten.

"We hebben te maken met een steeds kleiner wordende jungle, en ongecontacteerde groepen hebben nauwelijks nog plekken waar ze naar kunnen uitwijken," aldus Fostervold. "Er zijn groepen in Paraguay die verwijderd willen blijven van de buitenwereld, maar het is een kwestie van tijd voordat de bulldozers over hun land zullen razen. De vraag is: gaan we actief proberen de schade van zo'n tragedie te beperken, of gaan we in het kader van 'bescherming' achterover leunen en helemaal niks doen?"

 

 

Opdrachten

Basisroute

Basisroute
Basisroute

Basisroute


Par  3.8 De huidige positie van de inheemse volken
De onderstaande opdrachten komen uit het werkboek aardrijkskunde.
Blz. 69 – 70

Hoofdvraag:
Je kunt uitleggen en verklaren aan de hand van verschillende dimensies  wat de situatie is van de indianen in Zuid – Amerika.

Algemene instructie:
Lees de paragraaf, bekijk de bronnen goed en beantwoord dan de vragen!

Maak de volgende opdrachten:
Vraag a

Vraag b

Vraag c

Vraag d

Vraag e

 

Hoofdvraag:
Beantwoord  de hoofdvraag van deze paragraaf in eigen woorden.


 


Conclusie:
Schrijf op wat je geleerd hebt van deze paragraaf

 

Verkorte - route

Verkorte - route
Verkorte - route

Zelfstandige - route

Zelfstandige - route
Zelfstandige - route

Zelfstandige – route:

Zie voor de opdrachten en de uitleg bij paragraaf 3.5

Ondersteunende info

Ondersteunende info
Ondersteunende info

Ondersteunende film

Practicum Opdracht

Practicum
Practicum

Zie de opdracht bij paragraaf 3.7

Antwoorden: werkboek

Open bestand Antwoorden werkboek Hoofdstuk 3

Ondersteuning: Powerpoint

Open bestand Powerpoint uitgever par. 3.1 - 3.4

Open bestand Powerpoint uitgever par. 3.5 - 3.8

Toetsvoorbereiding

Deze voorbeeldtoets is een toets die afgenomen is in vwo 5. Deze voorbeeldtoets geeft je een indruk op welke manier de toets is opgebouwd en wat voor soort vragen je kunt verwachten.
Wil je meer oefenen met echte examenvragen maak dan gebruik van het onderdeel examensites.

Veel succes met de toetsvoorbereiding.

Open bestand Voorbeeldtoets Zuid-Amerika vwo 5

Open bestand Voorbeeldtoets Zuid-Amerika vwo 5 ANTWOORDMODEL

Begrippen -hoofdstuk 3 Zuid-Amerika

In dit bestand vind je alle begrippen + omschrijvingen die horen bij hoofdstuk 3 Zuid - Amerika

Als je goed de begrippen wilt leren en je weet niet hoe je dit moet aanpakken, zie map algemene studievaardigheden en dan het onderdeel "Hoe leer ik begrippen".

Veel succes

Open bestand Begrippen - h3 - Zuid-Amerika

Eindtermen

Open bestand Eindtermen-leerdoelen: Zuid - Amerika-vwo5-uitgever

Open bestand Eindtermen: Zuid - Amerika -vwo5-slo

Samenvatting - Samenvattingsopdracht

Samenvatting - opdracht
Samenvatting - opdracht

In dit onderdeel van de wikiwijs vind je de samenvatting* die de uitgever geschreven heeft voor dit hoofdstuk.

Daarnaast vind je een samenvattingsopdracht.

Deze opdracht kun je maken om te controleren of je het hoofdstuk goed begrepen hebt.

 

 

* Je kunt natuurlijk ook zelf een samenvatting maken. Zie voor hoe je dit moet doen en tips in de wikiwijs het onderdeel algemene studievaardigheden.

Wil je zeker weten of je eigen samenvatting goed is dan kun je de samenvatting laten controleren door de docent.  Het bekijken van jouw samenvatting kost tijd dus lever de samenvatting op tijd bij de docent in.

Open bestand Samenvatting-hfdst3 Zuid-Amerika-uitgever

Examentraining - opdrachten

Examentraining - opdracht
Examentraining - opdracht

Examentraining:*

 

Een goede voorbereiding op je toets is het maken van de examentrainingen in je lesboek en werkboek.

De vragen zijn op het niveau van vwo - 4 maar het taalgebruik, manier van vragen en het soort vragen lijkt heel sterk op de vragen die je krijgt tijdens het landelijke eindexamen (CE).

 

Je hebt twee onderdelen als examentraining:

Examentraining: Sinop en Lima (paragraaf 3.1, 3.2, 3.3, 3.4)

1) Sinop

2) Lima

 

Examentraining: Territoriale conflicten (paragraaf 3.5, 3.6, 3.7, 3.8)

3) Peru, mijnbouwconflict

4) Brazilië, landconflict

 

*
de leerlingen die de zelfstandige route hebben gekozen hebben deze examentraining al gemaakt.
Voor hen is het niet zinvol om deze opdrachten nog een keer te maken!
Zij kunnen beter gebruik maken van de bestanden die staan onder het tabblad  Eindexamensite

Eindexamensite

eindexamensite
Eindexamensite is een online platform, waar leerlingen eindexamens kunnen oefenen. De site geeft direct feedback: leerlingen zien welke examenstof ze goed beheersen, en waar ze nog moeite mee hebben. je kunt examenopgaven per onderwerp maken. Je kunt inloggen op Eindexamensite.nl Je hebt dan het schoolaccount van Kennisnet Federatie (Entree) nodig. Je kunt die krijgen bij de docent. De eerste keer dat je inlogt, wordt aanvullende informatie gevraagd voor jouw profiel. Als je dit invult krijg je alleen informatie te zien op jouw niveau en vakkenpakket.

Examenblad
Deze site is de officiële CE examensite hier kun je informatie vinden over het komende eindexamen. Maar ook oude eindexamens inkijken. Je kunt per jaar linksboven op de site het jaar kiezen en dan in het midden van de site vind je het eindexamen van het eerste en tweede tijdvak met bronnen en antwoordmodellen. Zeer waardevol!

Ondersteuning: algemene studievaardigheden

Open bestand Goede werkomgving

Open bestand Hoe lees ik een tekst

Open bestand Hoe leer ik begrippen

Open bestand Hoe leer ik een tekst

Open bestand Hoe bereid je je voor op de toets

Open bestand Hoe overhoor ik mijzelf

Open bestand Hoe maak ik een samenvatting

Open bestand Het maken van een Mindmap in 7 stappen-aardrijkskunde.docx