Thema Bevolking en ruimte: China vmbo-kgt34

Thema Bevolking en ruimte: China vmbo-kgt34

Bevolkingsontwikkeling in China

Inleiding

De exameneenheid Bevolking en Ruimte geeft aan dat je de bevolkingsontwikkeling en het ruimtegebruik in een regio buiten Europa moet kunnen beschrijven. De aangewezen regio is China.

In dit thema komen de volgende opdrachten aan de orde:

  • Bevolking China
    Een opdracht over de samenstelling, verspreiding en groei van de Chinese bevolking. De jarenlang ingestelde eenkindpolitiek werd afgeschaft en dat heeft de nodige gevolgen voor de samenstelling en de vergrijzing van de Chinese bevolking.
  • Binnenlandse migratie China
    Je leest over de historie en de indeling van China. Door een wijziging in het beleid van de Chinese overheid ontstond er een massale trek van plattelandsbewoners naar de steden. Mensen zochten er een beter bestaan door in de stad te gaan werken. In de autonome (buiten-)gebieden waren de verhoudingen tussen Han-Chinezen en de lokale bevolking niet altijd in evenwicht.
  • China: Verstedelijking 1
    China heeft in de 19e en 20e eeuw een enorme ontwikkeling doorgemaakt. De groeiende stedelijke bevolking leeft in betere levensomstandigheden. Het contrast met de bewoners op het platteland is echter wel groot. De versoepeling van het door de Chinese overheid ingestelde Hukou-systeem heeft een massale trek naar de steden tot gevolg.
  • China: Verstedelijking 2
    China wil verdere verstedelijking om de economische groei te versterken. De enorme groei van steden heeft wel gevolgen voor woon- en werkomstandigheden. Ook het groeiende autobezit vormt in de grote steden problemen, zoals overvolle wegen en smogvorming. De Chinese overheid probeert met maatregelen de toestand van het milieu in de grote steden te verbeteren, zoals het opwekken van duurzamere energie en het verminderen van het afvalprobleem.
  • Economische zones
    Delen van China zijn tot Speciale Economische Zones benoemd. In die gebieden wordt buitenlandse handel en investeringen toegestaan. De SEZ's bevinden zich voornamelijk aan de Chinese kust. China heeft een combinatie van een planeconomie en een vrijemarkteconomie. De overheid bemoeit zich nog op meerdere gebieden met de markt. In de SEZ's stijgt de welvaart door migratie naar de steden. Vanaf 2009 werden ook fabrieken in het binnenland gebouwd, waardoor de verschillen in werkgelegenheid en inkomen op het platteland kleiner werden.

 

Introductie - opdracht

In klas 1 of klas 2 ben je al een aantal begrippen over 'Bevolking en ruimte en 'Arm en rijk' tegengekomen, die betrekking hebben op de bevolking en groei van China.

Maak de toets en kijk wat je van deze onderwerpen hebt onthouden.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kan ik:

Leerdoel Opdracht
de samenstelling, ontwikkeling en spreiding van de bevolking van China vanaf 1980 op hoofdlijnen beschrijven en verklaren.
  • Bevolking China
de omvang en richting van binnenlandse migratie in China en de ontwikkeling daarvan vanaf 1980 op hoofdlijnen beschrijven en verklaren.
  • Migratie in China
de oorzaken van de snelle verstedelijking vanaf 1980 in China op hoofdlijnen beschrijven en verklaren.
  • China: Verstedelijking 1
de gevolgen van de snelle verstedelijking vanaf 1980 in China voor wonen, werken, verkeer en milieu beschrijven.
  • China: Verstedelijking 2
de ligging en groei van de betreffende stedelijke zones in China herkennen, beschrijven en verklaren.
  • Speciale Economische Zones

Wat ga ik doen?

Het thema Bevolking en Ruimte - China uit de volgende opdrachten:

Onderdeel Tijd in lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5  
Opdracht: Bevolking China 5 Toets
Journaalitem
Opdracht: Migratie in China 3 à 4 Toets
kaart China
Opdracht: Verstedelijking 1 5 Muurtkrant
Extra: Animatie
Opdracht: Verstedelijking 2 2 à 3 Werkstuk
Opdracht: Economische Zones 2 Toets
Afsluiting 1 Examenvragen
Totaal 20  


De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.
Voor de extra opdracht in Verstedelijking 1 moet meer tijd worden uitgetrokken.

Opdrachten

Bevolking van China

Bevolking China

Intro

China heeft tot nu toe de meeste inwoners van de wereld.
De grootste groep inwoners zijn de Han-Chinezen. Daarnaast zijn er nog 56 officiële etnische minderheden.

Om de bevolkingsgroei en bevolkingsdichtheid binnen de perken te houden, heeft China maatregelen genomen die hard ingrijpen in het dagelijks leven van de gemiddelde Chinees.

Het probleem van de overbevolking lijkt te zijn afgewend, maar de eenkindpolitiek heeft in China nieuwe problemen opgeleverd, waaronder de vergrijzing.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • de verhouding tussen het aantal Chinezen en de rest van de wereldbevolking herkennen;
  • omschrijven hoe de bevolking van China is samengesteld;
  • omschrijven hoe de bevolking verspreid over het land woont en wat daarvan de oorzaak is;
  • uitleggen waarom de Chinese regering rond 1970 de natuurlijke bevolkingsgroei wilde verminderen;
  • omschrijven waarom de eenkindpolitiek jarenlang door de Chinese regering werd gevoerd;
  • een van de gevolgen omschrijven van de afschaffing van de eenkindpolitiek;
  • omschrijven hoe het staat met de vergrijzing in China en een voorbeeld geven van de negatieve gevolgen van de vergrijzing.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert hoe omvangrijk de Chinese bevolking is ten opzichte van de wereldbevolking. Je bekijkt een tabel en beantwoordt er vragen over.
Stap 2 Je leert over de bevolkingsgroei en het instellen van de eenkindpolitiek. Je bekijkt een tabel en beantwoordt er vragen over. Ook lees je hoe de Chinese bevolking verspreid over het land woont en wat daar de reden van is. Je beantwoordt een vraag hierover.
Stap 3 Je leest over het vaststellen van de eenkindpolitiek, de versoepeling en uiteindelijk de afschaffing en de reden waarom. Ook lees je over de gevolgen, je kijkt een video en je beantwoordt vragen.
Stap 4 Je leest over de vergrijzing in China en welke problemen dat met zich meebrengt. Je kijkt een video en beantwoordt een vraag.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht A Kies je voor opdracht A: dan maak je de toets.
Eindopdracht B Kies je voor opdracht B: dan maken jullie in groepjes een journaalitem over de groei van de Chinese bevolking door de jaren heen en de gevolgen van de eenkindpolitiek.
Terugkijken Je krijgt terug op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 5 lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Chinese bevolking

Wereldbevolking

Aan het begin van onze jaartelling telde de wereld zo’n 200 miljoen inwoners, van wie 60 miljoen Chinezen. Terwijl de wereldbevolking langzaam steeg tot 500 miljoen inwoners in 1650, veranderde er in China aanvankelijk niet zo veel. Pas onder de Ming-dynastie (1368-1644) steeg het aantal inwoners en verdrievoudigde het tot zo’n 180 miljoen.
Rond 1850 had de wereld 1 miljard inwoners, waarvan 430 miljoen Chinezen: van elke vijf inwoners op de wereld waren er twee een Chinees. Daarna steeg de wereldbevolking sneller dan de bevolking van China.

Nu ligt die verhouding ongeveer op één Chinees per vijf inwoners. De bevolking van India groeit sneller dan die van China en in het huidige tempo is India in 2028 het land met de meeste inwoners.

De groei van de wereldbevolking ligt op 1,2% per jaar. In India is dat 1,3% en in China 0,44%. In Nederland ligt de groei op 0,29%.
De verwachting is dat de helft van de bevolkingsgroei vanaf 2017 (7,6 miljard mensen) tot 2050 (circa 9 miljard mensen) afkomstig zal zijn van slechts negen landen, respectievelijk India, Nigeria, Congo-Kinshasa, Pakistan, Ethiopië, Tanzania, de Verenigde Staten, Uganda en Indonesië.

  Wereld China
1959       3 miljard       0,65 miljard      
1993 5 miljard 1,15 miljard
2012 7 miljard 1,30 miljard
2017 7,6 miljard 1,38 miljard

Han-Chinezen

Onder de heerschappij van de communistische leider Mao, vanaf 1949 tot zijn dood in 1976, was het motto: ‘Hoe meer mensen, hoe beter’. Zijn opvolgers hebben dat beleid laten varen en streven naar een bevolkingsgroei van 0%. China zal naar verwachting nog groeien naar 1,6 miljard inwoners in 2060. Dan zal de Chinese regering de gewenste groei van 0% hebben bereikt.

De bevolking van China duiden we meestal met de term 'Chinezen' aan, maar dat is niet helemaal correct. Van alle inwoners behoort 92% tot de Han-Chinezen. De andere 8% bestaat uit 56 officieel erkende etnische volken.
De grootste niet-Han-groep is de Zhuang met 20 miljoen, de kleinste is Hezhe en telt maar 1500 mensen.

Stap 2: Bevolkingsontwikkeling

Bevolkingsgroei

Tot omstreeks 1970 was het geboortecijfer hoog. Het sterftecijfer daalde omdat Chinese burgers gemiddeld steeds langer leven. Was in 1900 de levensverwachting in China 42 jaar, in 1970 werd men gemiddeld 60 jaar oud. Daardoor was het geboorteoverschot hoog en groeide de bevolking sterk.

Daarna kwamen de pil en andere voorbehoedsmiddelen beschikbaar en moedigde de Chinese regering echtparen aan om niet meer dan twee kinderen te nemen. Dat had succes; de natuurlijke bevolkingsgroei nam af, maar de bevolking groeide nog steeds.

In 1979 begon de Chinese regering met de eenkindpolitiek om de natuurlijke bevolkingsgroei helemaal tot staan te brengen. Het beleid werd ingegeven door de angst dat armoede en honger China noodlottig zou worden.
Dit beleid werd in steden een succes, ook omdat veel vrouwen abortus lieten plegen. Op het platteland was het beleid minder succesvol, omdat het moeilijk is na te gaan of alle echtparen zich aan de regels van de eenkindpolitiek hielden (zie ook Stap 3).
Wel is de groei van Chinese bevolking verder afgenomen tot 0,44% per jaar, ondanks het feit dat de gemiddelde levensverwachting verder toenam, namelijk tot 75 jaar in 2010.

Hoe het verder gaat? Kijk naar de tabel en beantwoord de vragen.

Bevolkingsspreiding

De Chinese bevolking is niet gelijkelijk over het land verspreid. Ruwweg kun je zeggen dat maar één derde van het land bewoonbaar is. Daar zijn verschillende redenen voor. In Tibet vind je de hoogste bergen van de wereld en is de bodem grotendeels onvruchtbaar. Ten noorden en noordoosten van Tibet liggen enkele grote woestijnen en helemaal in het noorden bij het Russische Siberië vind je eindeloze naaldbossen. Dat zijn dunbevolkte streken.

De grootste bevolkingsconcentraties vind je in de kustgebieden en in de vruchtbare valleien van de rivieren Huang He (Gele Rivier) en Chang Jiang. Daar wonen ook de meeste Han-Chinezen.
Van alle inwoners woont ongeveer de helft op het platteland en de helft in de steden, maar de verschillen zijn groot. Bijna alle etnische minderheden zijn op het platteland in de binnenlanden te vinden (naast uiteraard ook veel Han-Chinezen). Het zuidoosten van het land is voor meer dan 80% verstedelijkt.

We spreken ook over niet-Chinese streken, aangezien veel nationale minderheden langs de grensgebieden wonen en vaak behoren tot volken die ook in de buurstaten wonen. Je kunt denken aan de Chinese Russen (een etnische minderheid aan de grens met Rusland) en de Menggu (een volk dat we kennen als Mongolen, aan de grens met Mongolië).

Als je in De Grote Bosatlas kijkt (kaart China, deelkaart Bevolkingsdichtheid), zie je dat de bevolkingsdichtheid langs de grenzen overal heel gering is, terwijl in het zuidoosten die dichtheid groter is. De dichtheid is het grootst in de stad Sjanghai, het dichtstbevolkte gebied van de wereld. De stad telt meer dan 20 miljoen inwoners, meer dan het aantal inwoners voor heel Nederland.

Om te voorkomen dat hele streken nog verder ontvolken en de verstedelijking elders verder oploopt, heeft China geen vrije huisvestiging. Je mag pas naar een stad verhuizen als je een werkvergunning hebt.

Stap 3: Eenkindpolitiek

Tussen 1850 en 1950 groeide de Chinese bevolking met 150 miljoen. De toename met de volgende 150 miljoen mensen duurde maar 15 jaar. Nog in de tijd van Mao (1970) werd de eerste maatregel ter beperking van het aantal geboorten uitgevaardigd: Chinese koppels werden aangemoedigd om laat te trouwen en niet meer dan twee kinderen te krijgen. Deze politiek was zeer effectief: binnen tien jaar was het geboortecijfer gehalveerd. Maar volgens de Chinese communistische partij was dit nog niet genoeg.

In 1979 werd de eenkindpolitiek in het leven geroepen om een bevolkingsexplosie tegen te gaan. De overheid vreesde op termijn niet in staat te zijn de immense bevolking te voeden.
Een Chinees koppel mocht maar één kind krijgen. Het krijgen van een tweede kind was strafbaar. Koppels die de hoge boetes niet konden betalen, belandden in de gevangenis.
In de steden was deze politiek succesvol, onder andere door betere anticonceptiemiddelen, maar ook door het grote aantal (336 miljoen!) abortussen. Op het platteland was er veel minder controle en was de eenkindpolitiek daardoor ook minder succesvol.

Versoepeling

In 2013 werd de eenkindpolitiek versoepeld. De politiek gold altijd al alleen voor Han-Chinezen. De etnische minderheden waren van de eenkindpolitiek vrijgesteld.
Er werd een uitzondering gemaakt voor vaders en moeders die zelf enig kind waren. Ook waren er andere uitzonderingen op het strikte beleid. Mensen op het platteland en uit minderheidsgroeperingen mochten al meer dan één kind hebben.

Veel ouders wilden graag een jongen krijgen, omdat een jongen de familienaam in stand houdt en beter in staat wordt geacht geld te verdienen en voor zijn ouders te zorgen. Veel meisjes die werden geboren, werden gedood of te vondeling gelegd. Ook werden er veel selectieve abortussen gepleegd sinds het geslacht van het ongeboren kind met echoscopie kon worden vastgesteld.

In 1964 werden er 105 jongens geboren op elke 100 meisjes. Sinds het gebruik van de echoscopie (1979) is dat gestegen naar 119 jongens op 100 meisjes in 1992. Tegenwoordig is het verboden om de uitkomst van een echoscopie aan de ouders door te geven. Nu al merken veel Chinese jongemannen dat ze maar moeilijk een partner kunnen vinden.

Bekijk de video. Beantwoord daarna de vragen.

Afschaffing

Het strikte beleid is altijd bekritiseerd. Steeds meer wetenschappers drongen er bij de regering op aan de eenkindpolitiek vaarwel te zeggen, die ze beschouwden als ouderwets en onverantwoord. De uitzonderingen op het beleid die in 2013 werden ingevoerd, vonden ze ontoereikend.

De Chinese communistische partij heeft in 2015 de eenkindpolitiek officieel afgeschaft. De bepaling dat stellen niet meer dan één kind mogen hebben, was al aanzienlijk versoepeld in 2013, maar nu mogen alle ouderparen twee kinderen hebben. Reden om nu over te gaan op een tweekinderenpolitiek is de vergrijzing van de Chinese bevolking. China heeft dringend jonge arbeidskrachten nodig om de economie draaiende te houden. In 2030 is waarschijnlijk een kwart van de bevolking boven de 60.

Inmiddels zijn er in China 1,36 miljard mensen. Dat zouden er zonder de eenkindpolitiek naar schatting 300 miljoen meer zijn geweest.

Gevolgen

China hoeft niet bang te zijn voor een extreme bevolkingsgroei de komende jaren, omdat echtparen nog steeds niet meer dan twee kinderen mogen krijgen. Verder is er ook in de mentaliteit van de Chinezen iets veranderd. De ouders van nu zijn zelf enig kind geweest, dus waarschijnlijk zijn ze dat zo gewend, dat ze één kind ook voor de vorming van een eigen gezin genoeg zullen vinden.

Het probleem van de overbevolking lijkt te zijn afgewend, maar de eenkindpolitiek heeft in China nieuwe problemen opgeleverd, waaronder de vergrijzing.

Stap 4: Vergrijzing

In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw werden er heel veel kinderen in China geboren. In de jaren daarna daalde het geboortecijfer drastisch door de eenkindpolitiek. Dat zorgde ervoor dat China een snel verouderend land werd.

Maar er zijn meer redenen waardoor China vergrijst. Door betere hygiënische omstandigheden en door betere medische voorzieningen steeg de gemiddelde levensverwachting met grote sprongen. In 1930 bedroeg de gemiddelde levensverwachting maar 24 jaar(!), nu ligt dat gemiddeld op 75 jaar (vrouwen 77, mannen 73).

In 2033 zullen er meer bejaarde Chinezen (van 65 jaar of ouder) zijn dan actieve Chinezen. Wie moet al die bejaarden verzorgen? Traditioneel verzorgen in China de kinderen hun ouders, maar veel bejaarden op het platteland moeten het zonder hulp doen omdat hun kinderen naar de steden zijn vertrokken.

De toegenomen levensverwachting gaat gepaard met meer chronische ziektes, met name dementie is een steeds groter probleem. Vooral vrouwen worden getroffen. Zij leven langer dan mannen. Van iedereen van 85 jaar of ouder is driekwart vrouw. In de leeftijdsgroep 65-69 jaar heeft 2,6% dementie, maar in de 95-99 jaar is dat al 60,5%. En 100 worden is ook in China geen uitzondering meer…

Bekijk de video over de vergrijzing in China.

Afronding

Eindopdracht A: Toets

Kies je voor eindopdracht A dan maak je de toets.
Je beantwoordt alle vragen en aan het eind zie je je score.

Eindopdracht B: Journaalitem

De Chinese regering heeft besloten dat vanaf 2015 alle echtparen in China twee kinderen mogen krijgen. Hiermee komt de eenkindpolitiek na 46 jaar ten einde.

Jullie maken in groepjes van drie leerlingen een journaalitem over de bevolkingspolitiek die de Chinese regering vanaf 2015 voert. In een kort verslag schets je de redenen waarom de Chinese regering dit besluit heeft genomen.

  • Denk enerzijds aan de angst dat een (snel)groeiende bevolking leidt tot meer armoede en hongersnood.
  • Denk anderzijds aan de problemen die door de eenkindpolitiek zijn ontstaan, waarmee China voorlopig zal blijven worstelen.
  • Verzamel informatie uit de verschillende stappen.
  • Kijk of je via internet nog aanvullende gegevens of voorbeelden kunt vinden.

Hoe gaan jullie te werk?

Spreek af wie wat gaat doen bij het presenteren van het journaalitem.
Je zou de volgende rolverdeling kunnen hanteren: presentator, correspondent ter plaatse, geïnterviewde Chinees. Het journaalitem is tussen de 2 en 5 minuten lang. Om het item vlot te kunnen presenteren, maak je eerst een soort verslag of schrijf je wat korte punten en trefwoorden op, die jullie met elkaar hebben besproken.

Lees in de gereedschapskist tips over een verslag maken of een presentatie houden.

Beoordeling

De presentatie, alsook de voorbereiding daarvan, zal worden beoordeeld door jullie docent. Er zal worden gelet op:

  • inhoud: laat het journaalitem dat jullie hebben gemaakt, duidelijk zien waarom de Chinese regering besloten heeft haar bevolkingspolitiek te wijzigen?
  • vorm: is het journaalitem met zorg gemaakt? Is het interessant, pakkend en helder geformuleerd?
  • taalfouten: bevat het verslag niet te veel taalfouten?
  • taakverdeling: was er een goede taakverdeling bij het verslag en de presentatie? Kwamen jullie allemaal aan bod?

Verslag schrijven

Een verslag is een goede manier om een onderzoek te beschrijven dat je hebt uitgevoerd.        

 

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je iets vertellen over de samenstelling van de Chinese bevolking en hoe het komt dat de bevolking zo verspreid over het land woont?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor deze opdracht is ongeveer 4 à 5 uur berekend. Had je die tijd ook nodig, vooral bij de voorbereiding van het journaalitem als eindopdracht?
  • Eindopdracht
    Heb je gekozen voor de toets of heb je samen met klasgenoten een journaalitem voorbereid en gepresenteerd?
    Hebben jullie duidelijk de gevolgen op lange termijn van de afschaffing van de eenkindpolitiek uitgelegd?

 

Migratie in China

Migratie in China

Intro

Sinds 1980 zijn meer dan 150 miljoen Chinezen binnen hun eigen land verhuisd.
Het was de grootste binnenlandse migratie ooit. Sommige Chinese migranten kozen er zelf voor, anderen verhuisden omdat hun regering dat wilde.

China maakt een onderscheid tussen Historisch China en de autonome gebieden, ook wel 'buitengebieden' genoemd.
De oorspronkelijke bevolking van die gebieden voelt zich vaak onderdrukt door de Han-Chinezen.
In de twee grootste autonome gebieden - Xinjiang en Tibet - breken vaak onrusten uit.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • iets toelichten over de geschiedenis en indeling van Historisch China;
  • omschrijven waarom Keizer Hongwu de Chinese Muur heeft laten bouwen;
  • verklaren waarom in de periode na 1949 de migratie van zoveel Chinezen naar de steden op gang kwam;
  • twee gevolgen noemen van de migratie van platteland naar stad;
  • omschrijven wat de Chinese regering wilde bereiken met 'sinificatie' van regio's;
  • verklaren waarom de Chinese regering de Han-Chinezen aanspoorde om te gaan wonen in autonome gebieden;
  • omschrijven hoe de verhoudingen waren tussen Han-Chinezen en de lokale bevolking in de 'buitengebieden';
  • een reden noemen waarom er Chinese burgers naar grensgebieden van China zijn verhuisd.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest over de totstandkoming en de verdeling van Historisch China. Je maakt een oefening en zoekt de vijf autonome gebieden van China.
Stap 2 Je leert over de migratie naar de grote steden in China. Je bekijkt er video's over en leest wat de gevolgen zijn. Je beantwoordt vragen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A, dan maak je de toets.
Eindopdracht B Kies je voor eindopdracht B, dan maak je samen met een klasgenoot een bewerkte kaart van China, waarin de migratiebeweging duidelijk in beeld is gebracht.
Terugkijken Je kijkt terug op de opdracht.



Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 à 4 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Historisch China

Chinese Muur

China is een van de grootste landen van de wereld, maar het is niet altijd zo groot geweest. De verschillende Chinese keizers moesten in de loop van de geschiedenis hun rijk verdedigen tegen nomadische ruitervolken. Met name de Mongolen hebben vele oorlogen met de Chinezen uitgevochten.

Al ruim voor het begin van onze jaartelling bouwden Chinezen aan hun verdedigingsmuren. Om de Mongolen buiten te houden, liet Keizer Hongwu vanaf 1368 de huidige Grote Muur bouwen.
Het is nu een toeristische trekpleister, maar in die tijd gaf het de grens aan van het Chinese keizerrijk in het noorden. Iedereen binnen het keizerrijk werd als Han-Chinees beschouwd. Het gebied ten zuiden van de Grote Muur wordt het ‘Historische China’ genoemd.

In 1644 kwamen de Mantsjoes in het keizerrijk aan de macht, zij waren nauw verwant aan de Mongolen. Hun macht reikte tot ver voorbij de Grote Muur en het oude Historische China. Deze gebieden werden ‘vazalstaten’ van China. Deze vazalstaten hadden weliswaar een eigen leider (koning of bevelleider), maar in werkelijkheid deelde de Chinese keizer er de lakens uit.

               Mao Zedong

Op het einde van de 19e eeuw was het Chinese keizerrijk met al zijn vazalstaten op zijn grootst.
In 1912 werd de laatste keizer afgezet. China werd een republiek. In 1949 kwamen de communisten aan de macht. Onder leiding van Mao Zedong (zie afbeelding) begon China met het unificatieproces. Unificeren betekent letterlijk: gelijkvormig maken, tot eenheid brengen.
De nieuwe Chinese machthebbers zagen een samenleving waarin iedereen binnen China op een gelijke manier zou kunnen leven zonder ongelijkheid tussen de inwoners van het Historische China en de inwoners van de vazalstaten.

Toch komen we de ‘oude vazalstaten’ nog steeds in China tegen. Vijf van de oude vazalstaten zijn nu ‘autonome gebieden’ binnen China. Autonoom betekent letterlijk ‘zelfstandig’, ‘onafhankelijk’, maar daar moet je je niet teveel van voorstellen. De autonome gebieden mogen hun eigen cultuur promoten en op school lesgeven in een andere taal dan die van de Han-Chinezen. Over de politiek en de economie hebben ze niets te zeggen. Dat wordt allemaal centraal geregeld door de Communistische Partij.

Stap 2: Migratie naar steden

Deng Xiaoping

De Chinese regering onder leiding van Deng Xiaoping heeft vanaf 1978 het Chinese beleid vernieuwd tot een mengvorm van communisme en kapitalisme. Marktwerking werd, gecontroleerd door de overheid, in bepaalde gebieden toegestaan en aangemoedigd. Het gevolg was een enorme economische groei en een toename van de werkgelegenheid.

In het begin werden vooral in havensteden als Shanghai en Guangzhou veel nieuwe fabrieken gebouwd met steun van buitenlandse bedrijven. Toen de kosten van arbeid en grond daar te hoog werden, verhuisden bedrijven hun fabrieken naar steden in het binnenland als Shenyang en Chongqing.

Door de komst van al die fabrieken konden plattelanders makkelijker een baan vinden in de steden. Ze verdienden er meer dan ze als boer ooit hadden gedaan. De werkgelegenheid in de steden en de armoede op het platteland was een belangrijke reden voor plattelandsbewoners om naar de steden te verhuizen.

Bij de verhuizing van het platteland naar de stad onderscheiden we twee groepen migranten:

  • arbeidsmigranten: zij vestigen zich permanent in de stad. Het kunnen fabriekswerkers zijn, maar ook mensen die een carrière willen maken en daar op het platteland geen kans op maken.
  • seizoensmigranten: het zijn vaak boeren die in de landbouw niet voldoende (meer) verdienen en dan tijdelijk naar de stad trekken om geld te verdienen.

Kijk naar het eerste videofragment over migratie naar de grote steden in China.
Beantwoord daarna de vragen die erbij horen.

De Chinese steden groeiden enorm. De stad Shenzhen in de provincie Zhejiang had in 1978 enkele duizenden inwoners en was in 2010 gegroeid naar 12 miljoen. Een echte megastad!

Maar wat zijn de gevolgen van deze migratie voor het platteland?
Bekijk het tweede fragment van de video en beantwoord daarna de vraag.

 

Stap 3: Migratie naar buitengebieden

Ondanks de wens van China een eenheid te maken, spreken de Chinezen nog steeds over de ‘buitengebieden’, ver van de centrale regering in Beijing en het zakencentrum in Shanghai.

Xinjiang

Het grootste buitengebied is Xinjiang. Vroeger werd deze vazalstaat wel Oost-Turkestan genoemd (als deel van het grotere Turkestan dat nu is opgegaan in Rusland, Kazachstan en Turkmenistan).
Xinjiang is veertig keer zo groot als Nederland, maar er wonen minder dan 20 miljoen mensen. De oorspronkelijke bewoners zijn de Oeigoeren.
In 1884 werd Oost-Turkestan een provincie van het Chinese keizerrijk. De nieuwe Chinese naam Xinjiang betekent ‘nieuwe grens’. Na een volksopstand werd het in 1933 weer onafhankelijk, maar in 1949 werd het gebied opnieuw bij China ingelijfd. In 1955 werd het een autonome regio.

De Chinese regering moedigde Han-Chinezen aan om in Xinjiang te komen wonen en werken. De bedoeling daarvan was 'sinificatie' of verchinezing' van de regio. Daarmee wilde de Chinese regering alle Han- en niet-Han-Chinezen verenigen tot één volk. Dat uitte zich in het aanmoedigen van het gebruik van vereenvoudigde Chinese karakters en het spreken van Standaardmandarijn. De Oeigoerse taal en cultuur werden ontmoedigd. Allerlei talen en dialecten zijn inmiddels verdwenen.
Er verhuizen elk jaar vele duizenden Han-Chinezen naar Xinjiang. Het percentage Oeigoeren en Han-Chinezen ligt bijna op 50-50%. Het is slechts een kwestie van tijd voordat de Oeigoeren een minderheid in eigen land zijn.

Officieel heeft elk autonoom gebied recht op onderwijs in eigen taal. Maar sinds 2002 mogen de Oeigoeren geen onderwijs meer volgen in eigen taal. Daarmee schendt China zijn eigen grondwet.
De Chinese regering moedigt ook gemengde huwelijken tussen Oeigoeren en Han-Chinezen aan. Han-Chinese vrouwen die naar Xinjiang verhuizen, krijgen 3.000 yuan (15 keer een gemiddeld maandsalaris). Maar eenmaal getrouwd, kunnen ze heel moeilijk scheiden. Een echtscheiding wordt gestraft met 4000-5000 yuan.
Gemengde huwelijken komen overigens niet zo veel voor omdat de Oeigoeren en Han-Chinezen in gescheiden werelden leven en vaak op gespannen voet met elkaar verkeren.
De Chinese regering heeft deze volken een zekere mate van autonomie verleend, maar is ook bevreesd dat ze in opstand komen tegen het centrale gezag. Dat is de reden waarom de Chinese regering vanaf 1953 veel Han-Chinezen laat verhuizen naar bijvoorbeeld Xinjiang of naar Tibet en andere gebieden. Op deze manier worden de minderheden ook in hun eigen woongebied tot een minderheid gemaakt. Oeigoeren en Tibetanen protesteren er fel tegen. Ze beschouwen het als een bedreiging voor hun toch al beperkte autonomie.

Geweld

Veel Oeigoeren streven naar een onafhankelijk land. Niet alleen omwille van hun taal en cultuur, maar ook omdat ze zich onderdrukt voelen. De Chinese regering ziet de Oeigoerse onafhankelijkheidsbeweging als een terroristische organisatie. En inderdaad, er wordt geweld gebruikt (zoals bomaanslagen) bij het streven naar onafhankelijkheid. Maar er zijn ook tal van incidenten geweest tussen geweldloze Oeigoerse demonstranten en de Chinese oproerpolitie. In 2009 liep het uit de hand toen tijdens een geweldloze demonstratie volgens de Chinezen 2000 Oeigoeren zijn gearresteerd, volgens de Oeigoeren zelf ging het om 10.000 arrestanten.

Kijk naar het volgende videofragment. Beantwoord daarna de vragen.

 

Tibet

Ook Tibet is een voormalige vazalstaat van China, dertig keer zo groot als Nederland. Hoeveel macht de Chinese keizers werkelijk hadden is maar de vraag. Volgens de Tibetanen is Tibet sinds 1640 onafhankelijk. In 1913 werd die onafhankelijkheid vastgelegd in een verdrag met Mongolië. De Chinezen konden alleen maar op afstand toekijken.

Volgens de Chinezen was Tibet een opstandige provincie, die profiteerde van het uiteenvallen van het keizerrijk in 1911 en die nooit onafhankelijk is geweest. In 1950 trokken de Chinezen Tibet binnen ‘om de orde weer te herstellen en de Tibetanen te bevrijden’. Anderen zien het binnenvallen van Tibet als een bezetting die tot nu toe voortduurt.
Lees de volgende teksten over de situatie in Tibet. Maak daarna de oefening.

Lamaïsme
Het grootste deel van de Tibetanen is aanhanger van de Tibetaanse variant van het boeddhisme, het lamaïsme, genoemd naar de religieuze en politieke leider, de Dalai Lama. De Chinezen lieten de dalai lama aanvankelijk met rust. In 1959 werd hij uitgenodigd om naar het Chinese militaire hoofdkwartier buiten de hoofdstad Lhasa te komen. Die uitnodiging ontketende bij de Tibetanen de angst dat hij zou worden ontvoerd. Hij werd door duizenden aanhangers omringd en met hun hulp wist hij te ontsnappen naar India. Vanaf 1959 leidt hij een regering in ballingschap. Voor zijn geweldloze strijd voor een vrij Tibet kreeg hij in 1989 de Nobelprijs voor Vrede, tot grote ergernis van de Chinezen. In 1990 droeg hij de politieke macht over aan de regering in ballingschap. Sindsdien is hij vooral religieus en symbolisch leider.

De volksopstand van de Tibetanen in 1959 leidde ook tot het plunderen en vernielen van duizenden boeddhistische kloosters en het verbranden van eeuwenoude boeddhistische geschriften. Sindsdien zijn er meer dan 400.000 Tibetanen overleden door hongersnood (als gevolg van verkeerd economisch beleid) en door geweld van de kant van de Chinese overheid. Amnesty International en andere mensenrechtenorganisaties hebben diverse malen gerapporteerd over martelingen in gevangenissen.

 

Migratie van Han-Chinezen
In Tibet hanteren de Chinezen dezelfde methode als in Xinjiang: Han-Chinezen werden gestimuleerd te verhuizen naar Tibet of Xizang, de Chinese naam voor Tibet, met geld en belastingvoordeel. In het begin mochten ze ook meer dan één kind krijgen, maar die maatregel is geschrapt.

Hoeveel Han-Chinezen er in Tibet wonen en werken is niet bekend. Volgens Tibetanen in het buitenland wordt Tibet overspoeld door Han-Chinezen. Volgens anderen is maar zo’n zes procent van de inwoners van Tibet van Han-Chinese afkomst. Toeristen en onderzoekers zien regelmatig Han-Chinezen in de steden, maar op het platteland komen ze vrijwel geen Han-Chinees tegen.
Volgens officiële cijfers telt Tibet zo’n 2,5 miljoen inwoners, waarvan zo’n 6% Han-Chinezen. Dat komt neer op ongeveer 150.000. Aangezien de Han-Chinezen bijna allemaal in de steden wonen (en vooral in Lhasa) en er maar weinig steden zijn, past dat wel bij het totale aantal van 300.000 inwoners die Lhasa telt, net iets groter dan de stad Utrecht in Nederland. Op de belangrijke plekken (zoals de ambtenarij) kom je alleen Han-Chinezen tegen, tot frustratie van de Tibetanen. Zij hebben het gevoel dat ze niets in eigen land te zeggen hebben. Het frustreert de Tibetanen ook dat er miljoenen toeristen naar Tibet komen, maar dat vooral de Han-Chinese zakenlui (zij beheren vooral de winkels en hotels) daaraan verdienen.
Bij deze Han-Chinezen moeten wel nog 200.000 Chinese militairen worden opgeteld die de inheemse bevolking onder de duim moeten houden. De aanwezigheid van deze militairen telt niet mee in de officiële cijfers.

Van tijd tot tijd ontstaan er protesten onder Tibetanen. Vooral hoe de Chinese regering met de boeddhistische monniken en nonnen omgaat is hen een doorn in het oog. De Tibetanen hebben veel respect voor monniken en nonnen en gaan voorop in hun verzet tegen de overheersing door Han-Chinezen. Veel monniken en nonnen zijn in het bijzonder bezorgd over de verplichting om in het klooster politieke indoctrinatie te ondergaan onder het mom van ‘patriottische’ en ‘wettelijke scholing’.

In 2008 en 2012 waren er rellen in Lhasa. In reactie op de protesten heeft de Chinese regering massaal mensen opgepakt, onder wie 300 monniken van het Kirti-klooster. Ook is er sprake van verdwijningen, gevangenneming en mogelijk moorden, gepleegd door leger en politie (bron: Amnesty International). Het inzetten van deze zware repressiemiddelen zal naar de mening van Amnesty de wrok onder de Tibetaanse bevolking alleen maar doen toenemen.

 

Waarom bezetting van Tibet?
Je vraagt je af waarom China Tibet bezet houdt. Een groot deel van het gebied is onbewoond of dunbevolkt (grote gebieden hebben een dichtheid van minder dan 1 inwoner per km2, nergens komt die dichtheid boven de 50). Veel industrie is er niet, er zijn wel grondstoffen die echter op grote hoogte moeilijk te winnen zijn. De leefomstandigheden zijn zeker voor niet-Tibetanen zwaar. Het laagste punt van Tibet ligt op 4000 meter boven zeeniveau, met pieken tot boven de 8000 meter. Een kilometer lopen op die hoogte voelt als een marathon in Nederland.

Waarom heeft China Tibet dan wel bezet? Voor sinoloog (China-deskundige) Frank Pieke van de Universiteit Leiden is het duidelijk: “Het strategische belang van Tibet; de grondstoffen; de watervoorraden: het zijn bijzaken. Het gaat bij Chinezen om een diep nationalistisch gevoel: Tibet is van China, zoals Alaska van de Verenigde Staten is. Kom je aan Tibet, dan kom je aan hen.”

 

Afronding

Eindopdracht A: Toets

Maak de toets 'Migratie in China'.
Beantwoord de vragen en bekijk je score aan het eind.
Bekijk aan het eind van de toets ook het overzicht van de juiste antwoorden.

Eindopdracht B: Kaart China

Kies je voor eindopdracht B, dan maak je samen met een klasgenoot een bewerkte landkaart van China. Je kunt gebruikmaken van Photoshop of een ander fotobewerkingsprogramma.
Jullie gaan een landkaart van China bewerken, waarbij jullie gebruikmaken van foto’s, illustraties en tekst.  Aan de hand van de kaart moet de migratie van Chinezen na 1980 zichtbaar zijn.

Hoe gaan jullie te werk?

Zoek op internet een 'lege kaart' van China en print deze uit. Jullie kunnen de kaart ook grof natekenen. Foto’s en illustraties halen jullie van internet. Maak gebruik van begrippen die jullie in deze opdracht geleerd hebben.

Verwerk in ieder geval:

  • Migratiebewegingen van Chinese burgers binnen hun land (naar andere streken binnen China);
  • De redenen voor deze migratie.

Geef op de kaart van China ook de ligging van de volgende grote Chinese steden aan:

Tianjin, Shenyang, Chongqing, Guangzhou (kanton), Harbin, Wuhan en Xi'an.

Waar deze steden zich bevinden, kun je vinden op internet of op de kaart China in De Grote Bosatlas.

Beoordeling

De bewerkte landkaart van China laten jullie beoordelen door jullie docent.
Deze zal bij de beoordeling letten op:

  • inhoud: hebben jullie de afbeeldingen en foto's op de juiste plek op de kaart geplakt? Zegt de informatie of afbeelding iets over de migratiebeweging?
  • vormgeving: is de kaart netjes en met zorg bewerkt? Zijn jullie creatief geweest met het zoeken naar foto's of illustraties?
  • taalfouten: bevatten bijbehorende omschrijvingen geen taalfouten?

Kaart tekenen

Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.  

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen waarom de Chinese regering Han-Chinezen aanmoedigden om in Xinjiang te gaan wonen en werken?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 4 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd voor het beantwoorden van de vragen en voor de eindopdracht?
  • Inhoud
    In deze opdracht heb je veel gelezen over de migratie van Chinezen. Waarom moedigt de Chinese regering de bevolking aan om te migreren?
  • Eindopdracht A of B
    Heb je de toets gemaakt of heb je als eindopdracht gekozen voor het samenstellen van een kaart over China?
    Heb je nu een beter idee over de ligging en de bevolking van de autonome staten?

Verstedelijking China 1 (oorzaken)

China: verstedelijking 1

Intro

China heeft in de 19e en 20e eeuw een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Het land heeft op dit moment een van de grootste economieën van de wereld en een steeds groter deel van de bevolking leeft in welvaart. Dat is terug te vinden in de huisvesting: de oude woonwijken, de hutongs, worden steeds vaker afgebroken en vervangen door moderne hoogbouw.
Het aantal inwoners van de Chinese steden is in de laatste decennia enorm toegenomen.

Om een massale migratie vanaf het platteland naar de steden enigszins te beperken, begon communistisch China (al zo'n 4000 jaar geleden) met het registreren van de inwoners. Dit zogeheten Hukou is een soort binnenlands paspoort en bestaat nog altijd. Op dit registratiesysteem is tegenwoordig veel kritiek.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • aangeven in welke periodes de Chinese steden sterk gegroeid zijn;
  • uitleggen waardoor de stedelijke bevolking na de Industriële Revolutie zo groeide;
  • groeimodellen van Chinese steden herkennen;
  • omschrijven wat hutongs zijn en wanneer deze zijn ontstaan;
  • verklaren waarom hutongs ondanks de enorme groei in steden toch vaak behouden blijven;
  • omschrijven wat het Hukou-systeem inhoudt;
  • voorbeelden geven van kritiek op het Hukou-systeem.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert over de groei van de Chinese bevolking, met name in de steden, na de Industriële Revolutie. Aan de hand van een grafieksite vul je tabellen in over China en Europa en beantwoordt er vragen over.
Stap 2 Je leest over de periodes waarin de Chinese bevolking meer of minder snel groeide. Je bekijkt een video en beantwoordt vragen.
Stap 3 Je bekijkt drie groeimodellen van Chinese steden en beantwoordt er vragen over.
Stap 4

en

Je leest over het ontstaan van hutong-wijken. Je geeft je mening over het belang van het wel of niet voortbestaan van hutongs voor de bevolking. Bespreek je argumenten met een klasgenoot.
Stap 5 Je leert over het Hukou-systeem: de geschiedenis, de tweedeling en de (snelle) hervorming van het systeem. Je beantwoordt vragen over dit systeem.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht A Kies je voor opdracht A: dan maak je de toets.
Eindopdracht B of Je maakt samen een muurkrant, die oproept tot hervorming in China.
Extra opdracht* In overleg met je docent maak je de extra opdracht. Je maakt samen met een klasgenoot een animatie over een groeimodel van een stad in China.
Terugkijken Je kijkt alleen of samen terug op de opdracht.

 


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 5 lesuren nodig.
* De extra opdracht is een tijdrovende opdracht, waar nog extra lesuren voor nodig zijn.

Aan de slag

Stap 1: Groei van de Chinese steden

De grootste bevolkingsgroei in steden, zowel in de Chinese als in de Nederlandse, vond plaats in verschillende periodes van industrialisatie. Gedurende die periodes werden de levensomstandigheden voor mensen beter (bijvoorbeeld door een grotere productie van voedsel, betere gezondheidszorg, beter onderwijs en door meer financiële middelen voor huishoudens). Daardoor konden mensen meer kinderen krijgen, terwijl er minder mensen jong stierven. Omdat de meeste economische groei in de steden plaatsvond, en daar dus meer werk en meer voorzieningen te vinden waren, verhuisden steeds meer mensen naar de stad. Met andere woorden, de stedelijke bevolking nam toe en de steden werden steeds groter.

In Europa begon de Industriële Revolutie rond 1750 in Engeland; de rest van Europa volgde een halve eeuw later, vanaf het begin van de negentiende eeuw. In China kwam de industriële productiewijze pas veel later op gang, vanaf circa 1950. Hoewel het inwonertal van China tot 1960 lager was dan dat van Europa, is het aantal inwoners van China (het bevolkingscijfer van dat land) momenteel bijna twee keer zo groot. China kende in 75 jaar een bevolkingsgroei die bijna het dubbele is van de bevolkingsgroei in Europa in 200 jaar. Het was lang de grootste en snelst groeiende bevolking ter wereld. En die groei vindt met name in de steden plaats.

Bekijk de grafieken op deze website. Gebruik hierbij de onderstaande handleiding.

Handleiding - Grafiek bekijken

  • Als je met je muis beweegt over de grafiek rechts krijgt je het bevolkingsaantal te zien van een bepaald jaar.
  • Boven deze grafiek kun je een jaartal selecteren. Je ziet je keuze direct terug in de bevolkingspiramide links met daarin de bevolkingsopbouw naar leeftijdscategorie en geslacht.
  • Onder de grafiek is het geselecteerde land gemarkeerd. Je kunt ook de gegevens van andere landen opvragen.
 

Beantwoord de volgende vragen over deze tabellen.

Stap 2: Vier periodes

China kent vier periodes van stedelijke groei. In twee van deze periodes groeide de bevolking snel en in twee wat minder.

Periode 1 - Weinig groei tot 1950

De economie was tot 1950 gericht op de landbouw en de steden waren relatief klein. De steden die er waren bestonden uit hutongs. Hutongs zijn traditionele en ommuurde woonwijken met doorgaans kleine huizen en smalle straten. In Stap 4 lees je er meer over.
De Chinese samenleving was een agrarische met weinig economische groei.

Periode 2 - Groei van 1950 tot 1961

De jaren van 1950 tot 1961 vormden de eerste periode van economische groei in China. De industrialisatie was op gang gekomen en er trokken veel arbeiders naar de fabrieken, waardoor steden begonnen te groeien. Rondom de oude hutongs werden nieuwe bedrijventerreinen en woonwijken gebouwd.

Periode 3 - Beperkte groei tussen 1961 en 1979

Toen in de jaren 50 mensen massaal naar de stad trokken, werd er een nieuw systeem ingevoerd: het hukou-systeem. Het is een registratiesysteem waarmee wordt vastgelegd waar je, met toestemming van de regering, woont. Wil je naar een andere regio, dan moet je daarvoor goedkeuring vragen aan de autoriteiten. Het is een middel om volksverhuizingen onder controle te houden en met name plattelanders ervan te weerhouden massaal naar de stad te verhuizen. Een te grote trek naar de stad levert allerlei problemen op, denk aan te weinig werk en woningen. In Stap 5 lees je er meer over.

Periode 4 - Snelle groei vanaf 1979

Het tijdvak van snelle groei begon in eind 1978, begin 1979 toen de Communistische Partij van China zijn economisch beleid herzag: socialistisch maar met Chinese eigenschappen. Door het groter worden van de industriële sector groeiden ook de steden. Momenteel is er zoveel industrie dat er immigranten worden geworven om in China te komen werken.

Stap 3: Groeimodellen

Een stad kan op verschillende manieren groeien. Die groeiwijzen zijn in modellen ondergebracht. De volgende groeimodellen zijn voor deze opdracht van belang:

Model 1 - Concentrisch model

Concentrisch model of monocentrisch model (Burgess): De stad groeit vanuit het centrum naar buiten in steeds grotere ringen.
  1. Centraal ligt het zakendistrict
  2. Overgangsgebied
  3. Woonwijk lage inkomens/arbeiders
  4. Woonwijk middenklasse
  5. Gebied van de pendelaars/forensen

Tussen deze ringen verhuizen mensen van binnen naar buiten zodra ze welvarender worden.

Model 2 - Sectormodel

Sectormodel (Hoyt): Lijkt op concentrisch model. Verschil is dat handel en industrie zich vestigen langs (spoor)wegen.
  1. Zakencentrum
  2. Transport en industrie
  3. Goedkope woningen
  4. Woningen van gemiddelde prijs
  5. Dure woningen

Model 3 - Meerkernenmodel

Meerkernenmodel (Harris en Ulman): De stad groeit per beroepsgroep.
  1. Zakencentrum
  2. Handel en lichte industrie
  3. Goedkope woningen
  4. Woningen van gemiddelde prijs
  5. Dure woningen
  6. Zware industrie
  7. Zakengebied buiten het centrum
  8. Woningen aan de randen van de stad
  9. Industriegebied buiten de stad

 

Stap 4: Hutong wijken

Het woord hutong komt van het Mongoolse woord hottog, dat bron betekent. Een gegraven bron vormde in de Middeleeuwen vaak het centrum van nieuwe woongemeenschappen.
Hutongs zijn ontstaan doordat mensen hun huizen met muren aan elkaar verbonden. Hierdoor ontstonden er smalle straatjes. Volgens de Chinese regels wordt er over hutongs gesproken als de straten minder breed zijn dan 9 meter. In Beijing zijn er wijken waar de straten slechts 50 centimeter breed zijn!

Hutongs kenmerken zich verder door de kleine huizen (van soms maar één kamer) en een muur om de wijk. De huizen hebben over het algemeen geen sanitair, er zijn gezamenlijke toiletten en er is weinig of geen elektriciteit.
De volgende video geeft een beeld van een ‘goed’ onderhouden hutong.

De geschiedenis van de Hutong

De eerste hutongs zijn ontstaan tijdens de Mongoolse Yuan-dynastie (dynastie staat voor een reeks opeenvolgende vorsten uit dezelfde familie) van 1206 tot 1368. Ze ontstonden omdat stadsbewoners muren bouwden om hun huizen met elkaar te verbinden, of hun huizen aan elkaar te bouwen. Ze deden dat om indringers uit hun buurt te houden. Ook om de hutongwijk bouwden ze een muur.

Mensen met dezelfde beroepen woonden vaak bij elkaar in een bepaalde hutong, die dan ook naar hen werd vernoemd. Zo woonden in de wasserij-hutong mensen die de kleren van de keizer wasten. Andere hutongs werden genoemd naar bepaalde families of naar de vorm die ze hadden. De broeken-hutong begint als een laan die zich verderop in twee´broekspijpen’ splitst.
In de hutongs staan veel oude huizen met een binnenplaats, vaak verscholen achter een muur langs de hutong. Je gaat er via een houten deur naar binnen en moet bij het binnengaan om een zogenaamde 'geestesmuur' heen.

Beijing, de hoofdstad van China, is de stad met de meeste hutongs. Oorspronkelijk heeft Beijing duizenden hutongs. Ze liggen rond de Verboden Stad. In hutongs vlak bij de oost- en de westkant van de Verboden Stad woonden leden van de keizerlijke hofhouding en edelen. In andere hutongs noordelijk en zuidelijk van de Verboden Stad woonden kooplui en andere gewone burgers.

De Verboden Stad

De Verboden Stad was de plaats van waaruit de Chinese keizers van de Ming- en de Yaun-dynastie hun rijk bestuurden. De Verboden Stad (Zijin Cheng) werd gebouwd tussen 1406 en 1420. Het complex is verdeeld in een 'Buitenhof' en een 'Binnenhof'. In het ‘Buitenhof’ waren de vergaderzalen voor de keizers, in het ‘Binnenhof’ stonden hun paleizen.

Afbreken of behouden

Hutong ingang, ooit van de rijke
mensen

In Peking bestaan nog verschillende van deze traditionele hutong-wijken. Enkele zijn sterk gemoderniseerd. Het afbreken van hutongs begon halverwege de twintigste eeuw, onder het bewind van de communistische leider Mao. De wijken zouden te ongezond zijn. De mensen wonen er dicht op elkaar en de huizen hebben geen sanitair. Toiletgebouwen staan aan de buitenzijde en zijn gezamenlijke voorzieningen. Elektrische verlichting is er ook nauwelijks.

Helaas hadden de bewoners zelf geen inspraak. Velen wilden hun huizen niet verlaten maar werden gedwongen. Door de groeiende economie in de jaren 80 en 90 kreeg China de kans om steeds meer hoge flats te bouwen. De stadsmuren werden opgeofferd aan een rondweg. Door al deze bouwwerken kwam er steeds meer verkeer en dus ook uitlaatgassen in de hutongs. De omstandigheden om er te wonen, werden slechter en slechter.

In 2005 waren er nog ongeveer 3000 Hutongs in Peking, met daarin bijna de helft van de stedelijke bevolking. De wijken worden inmiddels beter gewaardeerd door de overheid. Sommige Hutongs zijn opgeknapt en voorzien van elektra en water om te voorkomen dat alles aan sloop ten onder gaat. De Hutongs vormen nu een vast onderdeel van de toeristische bezienswaardigheden en een bezoek aan een gezin in een Hutong is mogelijk.

In 2008 moesten veel hutongs plaatsmaken voor hotels en kantoor, in verband met de komst van de Olympische Spelen.

Stap 5: Hukou-systeem

Hukou

China heeft sinds 1949 een communistische regering, die in feite vrijwel alles bepaalt. De overheid zegt bijvoorbeeld waar je moet wonen en werken. De overheid was bang dat vele tientallen miljoenen boeren de armoede op het platteland zouden ontvluchten. De steden zouden al die mensen niet kunnen opvangen, terwijl de economie op het platteland in elkaar zou storten.
Wonen in de stad heeft diverse voordelen. Er is beter onderwijs en een grote keuze aan banen. Ook zijn er in de stad allerlei producten te krijgen die men op het platteland niet vlug zal vinden. In de stad kan men ook veel beter handel drijven. Kortom, in een stad zijn veel meer mogelijkheden.

Om een massale trek naar de steden te voorkomen, maakt de overheid gebruik van Hukou. Dat is een soort binnenlands paspoort waarin staat waar je vandaan komt. Om ergens te wonen en te werken, heb je een Hukou nodig uit de plaats zelf. Ook naar school gaan, of stemmen bij verkiezingen kan alleen met een Hukou. Je kan ook niet zomaar van de ene stad naar de andere verhuizen. Voor de overheid is dit een middel om de migratie (de trek van groepen mensen van de ene plaats naar de andere plaats) van het platteland naar de steden in de hand te houden.

Geschiedenis Hukou

Grote Chinese hongersnood

Het ontstond al in het oude China, ruim 2000 jaar vóór onze jaartelling. Tot op de dag van vandaag bestaat Hukou en heeft het grote invloed op het leven van de mensen.

Pure armoede dreef veel boeren van het platteland naar de steden. Maar in de stad was zo’n plattelander een illegaal. De politie kon hem oppakken en terugsturen naar zijn geboortedorp. Deze illegale burgers woonden in de regel met vele anderen in een krot, deden slecht betaald en vervelend werk en maakten lange werkdagen. Toch hadden mensen het er voor over, want op het boerenland was het vaak armoede en ellende.
Vele Chinezen op het platteland hebben in hun bestaan te maken gehad met onder meer aardbevingen, overstromingen of juist droogte. Tussen 1958 en 1962 was er een grote hongersnood met naar schatting 35 miljoen doden. Het overgrote deel van de slachtoffers (95 procent) stierf op het platteland. Of je een Hukou had voor het platteland of voor de stad, was een zaak van leven of dood.

Tweedeling

Zware arbeid om het Chinese platteland.

De afgelopen jaren is er veel kritiek op Hukou. De critici noemen het een binnenlands paspoort dat een regelrechte tweedeling in de Chinese maatschappij veroorzaakt: aan de ene kant een arme klasse van mensen met een Hukou voor het platteland en aan de andere kant de mensen met een Hukou voor een stad.
Iemand van het platteland kan alleen met een hoge opleiding of veel geld een definitieve Hukou voor een grote stad krijgen. Als je moeder een Hukou voor het platteland heeft, dan krijg je als kind automatisch ook zo’n Hukou, ook al ben je zelf in de stad geboren. Het motto luidt: Eenmaal een plattelander, altijd een plattelander. Je behoort in China tot de boeren, of je hoort bij de stedelingen. Het is moeilijk om te veranderen. Veel kinderen van boeren die in de stad wonen, hebben daar geen recht op onderwijs. Zij verblijven daarom bij hun grootouders op het platteland, waar ze wel naar school mogen. Naar schatting zijn er 130 miljoen kinderen, die zo zonder hun ouders leven.

Sinds 1980 wonen naar schatting minstens 250 miljoen Chinezen buiten het gebied waar ze van oorsprong stonden geregistreerd. Ze leven vaak lange tijd langs de randen van steden als een soort illegale immigranten. Vaak kijken stedelingen neer op de plattelanders en voelen ze zich superieur.

Sinds de communisten aan de macht zijn, heeft Hukou in het voordeel gewerkt van de stedelingen, vooral tijdens de grote hongersnood van 1958 tot 1962. Slechts een klein deel van de 35 miljoen slachtoffers van de hongersnood woonde in de stad. Heel vreemd natuurlijk, want juist op het platteland zou meer voedsel moeten zijn. De communistische leider Mao Zedung dwong alle kleine boeren om samen te werken op grote staatsboerderijen. De boeren moesten hun eigen land opgeven en dat wilden ze eigenlijk niet. Door diverse oorzaken ging de voedselproductie drastisch omlaag. De boeren kregen de schuld en werden daarvoor afgestraft.
De stedelingen genoten allerlei voordelen, terwijl de burgers op het platteland relatief juist meer belasting betaalden. Het is dan ook logisch dat veel boeren naar de stad wilden verhuizen. Vandaag de dag is die situatie nog altijd zo.

Aanpassingen

Sinds de jaren 80 en 90 heeft de overheid de scherpe kanten van het Hukou-systeem afgehaald. Zo konden plattelanders steeds vaker voor een redelijke prijs een tijdelijke verblijfsvergunning kopen voor een stad. Dan waren ze daar in ieder geval legaal. Ook stuurde de politie in de steden minder vaak mensen terug naar de boerderij. Het leven voor de boeren op het platteland werd langzaam ook wat beter.

China veranderde eind vorige eeuw van staatssocialisme naar vrijemarktsocialisme. De communistische harde lijn van Mao Ze Dong raakte op de achtergrond. Er werden enkele “speciale economische zones” ingesteld rondom steden in het oosten van het land. Daar mochten buitenlandse bedrijven onbeperkt geld investeren. In die zones werden veel nieuwe bedrijven gevestigd, die grote aantallen goedkope arbeidskrachten nodig hadden. Die kwamen natuurlijk voor een deel van het platteland. Vanzelfsprekend werd het Hukou-systeem hierop aangepast.
In een communistisch systeem werkt iedereen voor de gemeenschap en verdienen mensen in bepaalde beroepen precies evenveel salaris. Ná 1980 begonnen veel mensen met een eigen bedrijfje en kwamen er meer inkomensverschillen. Er kwamen ook steeds meer producten beschikbaar die mensen konden kopen. Met als resultaat dat de economie begon te groeien.
Een echte hervorming van Hukou durfde de overheid overigens niet aan. Men was nog steeds bang voor een massale trek naar de steden. Daardoor zou de toch al zwakke economie van het platteland nog verder inzakken. Als een stad te snel groeit ontstaan er uiteraard veel problemen. De wegen moeten bijvoorbeeld worden aangepast, evenals rioleringen en de voorzieningen voor drinkwater. Ook neemt de vraag naar elektriciteit snel toe en moeten er extra ziekenhuizen worden gebouwd. Uiteraard ontstaat er woningnood en gaan mensen noodgedwongen op allerlei vreemde plekken wonen.

Versnelde hervormingen

In 2008 schreven dertig intellectuelen een open brief. Daarin werd gepleit voor afschaffing van Hukou. Ze noemden China een land van grote discriminatie. Maar in 2014 bestaat het Hukou-systeem in de kern nog altijd. Wel zijn er veranderingen op til.
Premier Wen Jiabao riep in 2013 op tot versnelde hervorming van Hukou. In 2020 moet 60 procent van de Chinese bevolking in steden wonen. Dat betekent dat nog eens 80 miljoen boeren naar stedelijke gebieden verhuizen. Mensen van het platteland die al lange tijd illegaal in de stad wonen, mogen nu officieel een stedelijke Hukou aanvragen, zo luidt een van de nieuwe maatregelen. Dat geldt ook voor hun familie.

Mensen in steden hebben meer geld en nemen meer producten en diensten af. De overheid wil dat de Chinezen zelf meer eigen producten gaan kopen. Nu is de economie sterk afhankelijk van de export naar andere landen. Als de Chinezen zelf veel producten en diensten kopen, dan is men minder afhankelijk van het buitenland. Er moet in China een sterke binnenlandse markt ontstaan.
China wil dus dat nog meer boeren verhuizen, maar dat moet wel geleidelijk verlopen. Het Hukou-systeem blijft daarbij een belangrijk controlemiddel. De overheid wil dat men zich vooral vestigt in de kleinere steden. Probleem is echter dat het juist de heel grote steden zijn waar de meeste nieuwe banen ontstaan. Voorbeelden zijn Beijing en Sjanghai, die beide nu al meer dan 15 tot 20 miljoen mensen herbergen.

Een ander probleem is dat veel boeren de overheid wantrouwen. Als ze een stedelijke Hukou accepteren, dan zijn ze het kleine stukje land in hun oorspronkelijke woongebied kwijt. Boeren koesteren hun eigen stukje land en doen er niet graag afstand van. Het zou een oplossing zijn als boeren gemakkelijker land zouden kunnen kopen en verkopen. Er zou een openbare veiling, een soort marktplaats, moeten komen waar men land kan kopen en verkopen tegen commercieel aantrekkelijke prijzen.

Afronding

Eindopdracht A: Toets

Kies je voor eindopdracht A, dan maak je de toets.
Aan het eind van de toets zie je je score en kun je kijken of je alle vragen goed beantwoord hebt.

Eindopdracht B: Muurkrant

In China is de muurkrant een veel gebruikt communicatiemiddel. Meestal is een muurkrant een pamflet, waarin de mening van de overheid wordt verkondigd. De muurkrant wordt echter ook gebruikt door actievoerders. Meestal zijn het intellectuelen, kunstenaars of studenten die een afwijkende mening verkondigen.
Tot die laatste categorie behoort jullie muurkrant. Je maakt samen met een klasgenoot een muurkrant, geheel in de Chinese traditie.
Het wordt een muurkrant die oproept tot hervormingen en moet de volgende inhoud bevatten:

Inhoud muurkrant

  • Je toont er begrip voor dat de overheid wil voorkomen dat te veel mensen van het platteland naar de steden gaan. Als deze migratie naar de steden op een te grote schaal plaatsvindt, dan leidt dat tot enorme problemen. Zowel op het platteland als in de steden.
  • De overheid kan de trek naar de steden echter ook voorkomen door de situatie op het platteland sterk te verbeteren. Men zou daar veel meer banen kunnen creëren. De boeren zouden betere prijzen moeten krijgen voor hun producten en minder belasting moeten betalen.
  • De kern van je betoog is de trieste situatie dat 130 miljoen kinderen gescheiden leven van hun ouders. Ze groeien op bij andere familieleden op het platteland en vervreemden van hun ouders. De overheid zou bijvoorbeeld een plan kunnen opstellen, waardoor over een periode van tien jaar geleidelijk steeds meer plattelandskinderen in de stad naar school mogen. Dat moet wel langzaam gebeuren, want 130 miljoen kinderen betekent een onvoorstelbaar aantal extra scholen in de steden.
  • In nette bewoordingen mag je de overheid verantwoordelijk houden voor de ontstane situatie. De overheid is vooral bezig om de economie zo snel mogelijk te verbeteren. Het welzijn van de mensen lijkt minder belangrijk.

De muurkrant heeft een lengte van maximaal één A4'tje. Het zou bijvoorbeeld een brief kunnen zijn, gericht aan de Chinese overheid. Elke stelling moet worden onderbouwd met argumenten. Je moet schrijven op een beleefde toon. Een beschaafde brief maakt altijd de meeste indruk. De argumenten spreken tenslotte voor zich.

Een muurkrant lijkt een beetje op een column, waarin je kort je mening geeft.
Kijk eens in de gereedschapskist voor meer uitleg.

Beoordeling

De muurkrant wordt beoordeeld door jullie docent.
Bij de beoordeling let de docent op:

  • de inhoud: uit de tekst blijkt dat jullie de belangrijkste aspecten van Hukou begrijpen.
  • de vorm: de muurkrant is overzichtelijk, zodat het gemakkelijk kan worden gelezen.
  • taalfouten: worden door jullie zoveel mogelijk verbeterd.

Column schrijven

Een column is een kort stukje tekst, waarin de schrijver zijn mening geeft op een grappige of uitdagende manier.

 

Extra opdracht: Video maken

Als extra opdracht ga je samen met een klasgenoot een animatiefilmpje maken over een van de groeimodellen van de steden van China. In Stap 3 hebben we voorbeelden gegeven van groeimodellen. Leg hierbij uit hoe een stad in een groeimodel is opgebouwd en waar welke bevolkingsgroepen wonen.
Doe dit aan de hand van beelden, tekst en (als dat kan) geluid.

Hoe ga je te werk?

  • Maak een account aan in editor.moovly.com. Door de rondleiding in het programma te volgen, krijg je de mogelijkheden te zien. De rondleiding is in het Engels. Kom je er niet uit, vraag dan hulp aan een klasgenoot of je docent.
  • Maak de animatie (minimaal 1 minuut - maximaal 4 minuten).
  • Download de animatie.
  • Deel de video met jullie docent via e-mail.

Het is een grote opdracht en het is belangrijk dat jullie de taken goed verdelen. Schrijf beiden, als jullie klaar zijn, een procesverslag, waarin jullie uitgebreid omschrijven hoe de animatie tot stand is gekomen. Stuur dit verslag naar jullie docent.
In het verslag schrijf je in ieder geval:

  • Hoe de taakverdeling was.
  • Waar de knelpunten lagen binnen de samenwerking.
  • Op welke manier jullie elkaar hebben geholpen.

Hier zie je een voorbeeld van een animatiefilmpje:

Beoordeling

De animatie en het procesverslag worden beoordeeld door jullie docent.
Bij de beoordeling let de docent op:

  • inhoud:
    • Laat de animatie zien dat je begrepen hebt dat China verschillende periodes van stedelijke groei kende en dat je begrepen hebt hoe deze zijn ontstaan?
    • Geeft de animatie ook een indruk van de opbouw van het groeimodel en de verdeling van de bevolking?
    • Geeft jullie procesverslag een duidelijk inzicht over de totstandkoming van deze animatie?
  • vorm:
    • Is de animatie origineel en creatief samengesteld?
    • Geeft de animatie een goede weergave van het groeimodel?
    • Is jullie procesverslag duidelijk en uitvoerig samengesteld?
  • taalfouten:
    Bevat jullie tekst in de animatie en het procesverslag geen taalfouten?

Video maken

Video kan voor veel dingen gebruikt worden bijvoorbeeld om iets uit te leggen, een project te evalueren of mensen te interviewen.        

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Welke maatregelen neemt de Chinese regering om de binnenlandse markt voor Chinese producten te versterken? Denk daarbij aan het Hukou-systeem.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 4 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd om alle theorie te lezen over China en de vragen te beantwoorden? Heb je in overleg met je docent nog tijd gekregen om de extra opdracht te maken?
  • Eindopdrachten en extra opdracht
    Voor welke eindopdracht heb je gekozen? Heb je in de muurkrant duidelijk het hervormingsbeleid aan de orde gesteld?
    Of heb je gekozen voor de toets of het maken van de extra opdracht: een video over het groeimodel van een Chinese stad?

Verstedelijking China 2 (gevolgen)

China: Verstedelijking 2

Intro

De groei van de Chinese steden is vanaf de jaren 1960 heel snel gegaan.
Deze verstedelijking heeft zeer ingrijpende gevolgen.

Wat zijn deze gevolgen nu en in de toekomst?
Wat betekent deze snelle groei voor de woonomstandigheden?
Wat betekent de groei voor de werkgelegenheid?
Welke effecten heeft de groei op het verkeer en het milieu?

Wat zijn de namen van de tien grootste Chinese steden?
Bekijk de video.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met 'agglomeratievorming';
  • een omschrijving geven van een 'wooncompound';
  • uitleggen waarom de Chinese regering verstedelijking wil stimuleren;
  • een maatregel noemen die de Chinese overheid neemt tegen de nadelige effecten van de snelle groei van de Chinese steden;
  • omschrijven welke gevolgen verstedelijking heeft op het verkeer in grote Chinese steden;
  • omschrijven welke gevolgen verstedelijking heeft op het milieu in grote Chinese steden.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert hoe agglomeratievorming ontstaat en hoe Beijing is opgebouwd in blokken en wooncompounds. Je zoekt een afbeelding van een agglomeratie.
Stap 2 en Je leest over welke groep werkzoekenden naar de steden trekt en waarom de verstedelijking moet worden gestimuleerd. Je denkt na over wat de plannen van de regering betekenen voor de Chinese bevolking. Bespreek je antwoord met een klasgenoot.
Stap 3 Je leest over de problemen die door verstedelijking ontstaan met betrekking tot het verkeer in de grote Chinese steden.
Stap 4 Je leest over smog en afvalproblemen in de grote Chinese steden en wat de regering probeert te doen om de toestand van het milieu te verbeteren. Je bekijkt een video en beantwoordt vragen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Maak samen met een klasgenoot een werkstuk waarin je de gevolgen van de snelle groei in steden laat zien.
Terugkijken Je kijkt terug op deze opdracht.



Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 à 3 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Wonen

De enorme groei van steden in China heeft gevolgen voor de woonomstandigheden. Veel steden groeien zo sterk dat steden aan elkaar vastgroeien en ook omliggende dorpen worden opgenomen. Dit heet agglomeratievorming.

Door deze agglomeratievorming ontstond er ook een soort tweede economie. Slimme boeren met land dat grensde aan de stad bouwden een extra verblijf en verhuurden dat aan nieuwkomers, pas gemigreerde arbeiders. Vaak was het nieuwbouwhuis van deze arbeiders nog niet af. Soms hadden deze arbeiders, omdat ze van het platteland afkomstig waren, geen recht om een woning in de stad te huren (hukou-systeem).
Traditionele hutongwijken werden gesloopt en vervangen door wijken met nieuwbouwwoningen.

Beijing

De hoofdstad Beijing telt ongeveer 21,5 miljoen inwoners. Daar zijn wel de bewoners van de regio bijgeteld. Het blijft gissen naar het werkelijke aantal bewoners, want het aantal illegalen is onbekend. Evengoed is het een enorme stad als je bedenkt dat heel Nederland ongeveer 17,5 miljoen inwoners telt.

De inwoners van Beijing zijn allemaal op de een of andere manier gehuisvest. Voorheen woonde een zeer groot deel van de mensen in hutongs, maar ook maken die steeds meer plaats voor hoge of lage flats. Meestal staan een aantal flats in blokken bij elkaar met daaromheen een soort parkje en een hek. Het omringen van een woonblok met een hek of muur is voor Beijing heel normaal. Hutongs zijn ook ommuurde wijken.

Naast deze nieuwe flatcomplexen zijn er ook moderne wooncompounds. Dat is een verzameling woningen, etagewoningen of grote flats, maar wel weer met een muur eromheen. De compounds zijn vaak voorzien van wat winkels, een kapper en een lunchroom, zodat je voor dat soort zaken niet van het terrein af hoeft. Op een compound loopt een groot aantal bewakers rond.

Wil je meer weten over wonen in Beijing? Kijk dan eens rond op deze site over wonen in Beijing.

Stap 2: Werken

Voor jongeren die van het Chinese platteland komen, is werk in de stad vinden erg lastig. De meeste migranten zijn laagopgeleid en hebben alleen basisonderwijs gevolgd. Deze jongeren trekken naar de stad met niet veel meer dan wat kleren en proberen werk te vinden in de fabrieken. Lukt dit niet, dan komen ze in de informele sector terecht, bijvoorbeeld als straatverkoper, schoenenpoetser of krantenverkoper. Geen mooi vooruitzicht voor de jonge plattelander die zijn heil zoekt in de stad. Maar er lijkt wat te veranderen.

Belangrijk voor de migranten van het platteland is dat de Chinese overheid de verstedelijking wil bevorderen. Verstedelijking, zo denkt de regering, stimuleert de binnenlandse bestedingen en daarmee de economische groei.
China moet zich in de komende decennia van een plattelandsmaatschappij naar een stedelijke samenleving omvormen. Daarom krijgen miljoenen mensen de mogelijkheid zich in de steden te vestigen. In 2030 moeten er in totaal 300 miljoen mensen in steden wonen. De Chinese overheid investeert enorm in de bouw van woningen en het scheppen van werkgelegenheid.

Stap 3: Verkeer

Verkeer in China vormt een groot probleem. Alleen al in Beijing zijn er 5 miljoen auto’s. Ondanks grote hoeveelheden snelwegen en autowegen staat een groot deel van het verkeer stil tijdens de spits. De wegen zijn overvol.
Waar in andere Aziatische landen de bromfiets en de scooter als alternatief voor de auto geldt, is in China de auto populairder. Een auto biedt meer comfort en is ook in China een statussymbool. Hoe groter de auto is, hoe meer status de chauffeur heeft.
Beijing kan de groei van het autobezit niet meer aan en ook in andere grote steden worden kentekens tegenwoordig verloot.

Er wordt wel veel gefietst in China, maar toenemende welvaart maakt autorijden voor meer en meer mensen bereikbaar en dan is de keus snel gemaakt, zeker als het regent of als het koud is.
Niet alleen de drukte veroorzaakt opstoppingen, ook het rijgedrag van veel automobilisten en de slechte handhaving van de verkeersregels.
Het toenemend aantal auto's en het langzaam rijdende verkeer zorgen bovendien voor dichte smog in de grote steden.

 

Stap 4: Milieu

De toestand van het milieu in en rond de Chinese steden is dramatisch.
In Beijing lopen veel mensen met een mondkapje op straat vanwege de enorme smog. De grootste boosdoeners zijn het verkeer en de kolengestookte energiecentrales. Om genoeg elektriciteit te kunnen opwekken, heeft China veel van zulke centrales gebouwd.
Behalve smog veroorzaken de centrales, samen met de vervoerssector, een flinke CO2-uitstoot.
De toenemende bevolking in de Chinese steden vraagt steeds meer elektriciteit en met de bevolking groeit ook het wagenpark.

De groeiende bevolking veroorzaakt ook een groeiend afvalprobleem. De Chinese steden hebben nog niet de capaciteit om al dit afval te verwerken. Er wordt veel gedumpt en illegaal gestort in openbare ruimtes, zoals in oppervlaktewater, waarin mensen ook zwemmen of die belangrijk zijn voor de drinkwatervoorziening.

Verantwoordelijk voor de vervuiling is de economische groei in China en de behoefte van de bevolking aan een snelle stijging van de welvaart. Maar de rest van de wereld, vooral de rijke westerse landen, kan de hand in eigen boezem steken. We laten een groot deel van onze producten zo goedkoop mogelijk maken in China en milieukosten zijn niet in de prijs opgenomen.

De Chinese overheid probeert de toestand van het milieu te verbeteren. Dat gaat niet altijd zonder tegenslagen. Zo probeert China schone energie op te wekken door bijvoorbeeld steenkoolcentrales te vervangen door waterkrachtcentrales. Het aanleggen van de bijbehorende stuwmeren heeft grote gevolgen voor natuur en milieu en verstoort niet zelden hele ecosystemen.

Dat neemt niet weg dat de Chinese overheid langzaam maar zeker met maatregelen de milieuverontreiniging probeert tegen te gaan.

Afronding

Eindopdracht: Werkstuk maken

Als eindproduct van deze opdracht maak je samen met een klasgenoot een werkstuk, waarin je laat zien wat de gevolgen van de snelle groei van de steden betekenen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van de mensen die daar wonen.

  • Wat kan het betekenen voor mensen om zo dicht op elkaar te leven?
  • Wat doet de smog met mensen?
  • Wat betekent het voor mensen om in de informele sector te werken?
  • Wat doet het met mensen als ze dag in dag uit in enorme files staan?

Veel kun je zelf wel bedenken, je kunt ook het internet raadplegen.
Je mag kiezen uit een van de volgende werkvormen: een animatie (Moovly, editor.moovly.com), een PowerPointpresentatie, een fotocollage, een krantenartikel of een muurkrant.
Heb je een ander idee, overleg daarover dan met je docent. Maak eventueel een combinatie van werkvormen, als je dat leuker lijkt.
Zorg er wel voor dat je de gevolgen van de psychische en lichamelijke gezondheid voor alle bovenstaande stappen behandelt.

Hoe gaan jullie te werk?

Noem per onderwerp (wonen, werk, verkeer en milieu) minimaal twee gevolgen voor de psychische en lichamelijke gezondheid. Welke werkvorm je ook kiest voor je eindproduct, hou je aan de volgende richtlijnen:

  • Animatie: Je animatie duurt minimaal anderhalve en maximaal tweeënhalve minuut.
  • Tekstueel: Je muurkrant/krantenartikel(en) bestaan uit minimaal vier A4'tjes.
  • PowerPoint: Je presentatie bestaat uit minimaal acht sheets en maximaal vijftien.
  • Fotocollage: Je fotocollage bestaat uit minimaal twintig relevante en goed zichtbare foto’s die worden ondersteund door relevante koppen (tekst); je fotocollage heeft een A3-formaat.

Jullie docent bepaalt of jullie de producten in de klas presenteren.

Als je klaar bent, mail je ieder afzonderlijk een procesverslag naar je docent: Hoe ging de samenwerking? Wat was de taakverdeling? Vulden jullie elkaar aan of werkten jullie elkaar tegen?

Beoordeling

Het eindproduct laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let de docent op:

  • inhoud: laat het eindproduct zien welke effecten de grote groei van de steden in China heeft op de psychische en lichamelijke gezondheid van de mensen die er wonen?
  • vorm: is het eindproduct met zorg gemaakt?
  • taalfouten: bevat het eindproduct niet te veel taalfouten?
  • creativiteit: heb je geprobeerd een origineel product te maken?

Werkstuk maken

Een werkstuk lijkt op een verslag. Het gaat over een bepaald onderwerp, die vaak in meerdere deelonderwerpen verdeeld wordt door middel van alinea’s en hoofdstukken. Met een werkstuk kun je veel informatie presenteren en combinaties maken van tekst en afbeeldingen.

 

Artikel schrijven

Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.

 

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken? Noem een of twee problemen die wonen in zo'n grote Chinese stad met zich meebrengen.

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen wat de Chinese regering doet om de milieuproblemen in grote steden te beperken?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je deze tijd ook nodig om alle stappen over verstedelijking door te nemen?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Voor welke werkvorm hebben jullie gekozen?
    Hebben jullie de psychische en fysieke problemen van de bewoners in de grote steden goed uitgelegd?

Speciale Economische Zones

Economische zones

Intro

Vanaf 1979 heeft de Chinese regering delen van het land tot Speciale Economische Zones benoemd.
Het zijn gebieden waar andere regels gelden. Zo is er meer gelegenheid voor buitenlandse bedrijven om samen met Chinese partners fabrieken neer te zetten.

Deze opdracht gaat in op de aparte positie in economisch opzicht van de Speciale Economische Zones.

Kijk de video, je krijgt een indruk over de productie in Speciale Economische Zones.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • uitleggen waarom er in China zogenaamde Speciale Economische Zones zijn ingericht;
  • het verschil uitleggen tussen een planeconomie en een vrijemarkteconomie;
  • het begrip 'vrijhandelszone' omschrijven;
  • omschrijven waarom de economie in deze Speciale Economische Zones 'anders werkt' dan die in de rest van China;
  • twee gevolgen voor de Chinese bevolking noemen van het instellen van Speciale Economische Zones.

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert waarom in China Speciale Economische Zones zijn ingericht. Je ziet een afbeelding over deze gebieden en beantwoordt er vragen over.
Stap 2 Je leert wat er speciaal is aan SEZ's  en welke veranderingen dat in de economie van China teweegbracht. Je beantwoordt een vraag.
Stap 3 Je leest over de migratie en welvaart sinds de oprichting van SEZ's, maar ook de schaduwkant ervan. Je beantwoordt de vragen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Eindopdracht Je maakt een toets, waarin allerlei begrippen uit deze opdracht moet worden ingevuld.
Terugkijken Je kijkt terug op de opdracht.



Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Oprichting van SEZ

Shanghai

Oprichting van Speciale Economische Zones

Speciale Economische Zones (in het vervolg afgekort tot SEZ's) zijn gebieden waar de Chinese regering buitenlandse handel en investeringen toestaat. De gebieden zijn aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders, omdat ze gunstige voorwaarden krijgen. Denk aan lage belastingen of in- en uitvoerrechten.

In 1979 richtte de Chinese regering vier zones op, de steden Xiamen, Shenzen, Zhuhai en Shantou. In 1988 werd daaraan het eiland Hainan toegevoegd en twee jaar later ook het district Pudong, waarin Sjanghai ligt.
Het bleek een succesverhaal en het vervolg bestond uit de oprichting van open steden en open regio’s. Ook daar zijn buitenlandse investeerders welkom, maar ze zijn er meer aan regels gebonden dan in een SEZ.
De eerste open steden en open regio’s waren gebieden aan de Chinese oostkust, gevolgd door gebieden in het binnenland. Tenslotte richtte de Chinese regering vrijhandelszones in (zones waar de handel niet of nauwelijks door regels of heffingen wordt belemmerd).
Ook kwamen er centra waar Chinese en buitenlandse bedrijven technisch en wetenschappelijk onderzoek konden doen.

In de SEZ’s moesten producten worden gemaakt voor de uitvoer, zodat China aan die producten kon verdienen. Ook wilde de regering kennis en technieken uit het buitenland verwerven om zelf computers, mobieltjes en andere technisch hoogstaande producten te kunnen maken.

Buitenlandse bedrijven hoopten hun producten ook in China zelf te mogen verkopen, maar dat liet de Chinese regering slechts in beperkte mate toe.

China opende zijn grenzen voor buitenlands kapitaal om de economie flink aan te jagen. Het Bruto Binnenlands Product, ook per hoofd van de bevolking, moesten fors omhoog.

Rijk en welvarend was China toen dit beleid een aanvang nam allerminst. Er was veel armoede in het land, vooral op het platteland. In 1978 was het gemiddelde inkomen op het platteland minder dan 40% van het gemiddelde inkomen in de stad.

Stap 2: Het speciale en SEZ

Wat er “speciaal” is aan de Speciale Economische Zones

China heeft een planeconomie, een centraal geleide economie. De staat is eigenaar van alle productiemiddelen en bepaalt wat er geproduceerd wordt, voor wie, in welke hoeveelheden en tegen welke prijs. Er is geen concurrerend aanbod. Een dergelijke centraal geleide economie tref je aan in communistisch geregeerde landen. Meestal worden de productiedoelen in meerjarenplannen vastgelegd.

Tot 1979 werkte China met dergelijke vijfjarenplannen, maar nadat Deng Xiaoping in de leiding van de Chinese communistische partij was opgenomen, werd het economisch beleid hervormd. Het nieuwe beleid, met de naam Opendeurpolitiek, is ook wel omschreven als kapitalisme met socialistische trekjes. In de Speciale Economische Zones, open steden en open regio’s werd de planeconomie losgelaten en de vrijemarkteconomie ingevoerd.
Een vrijmarkteconomie (of kapitalistische economie) heeft de volgende kenmerken:

  • Er is een vrije markt voor producten. Producenten bepalen wat er wordt gemaakt, meer bedrijven kunnen vergelijkbare producten op de markt brengen en elkaar beconcurreren op prijs en kwaliteit. De prijs wordt bepaald door vraag en aanbod. Is het aanbod groot en de vraag klein, dan zakt de prijs en omgekeerd.
  • Er is een vrije arbeidsmarkt. Werknemers zijn vrij om een werkgever te kiezen, werkgevers bepalen zelf wie ze in dienst nemen. Ze maken onderling uit onder welke voorwaarden en tegen welk salaris het werk wordt gedaan.
  • Bedrijven zijn in particuliere handen en geen eigendom van de staat. Het staat iedereen vrij een bedrijf te beginnen.

Echte vrijemarkteconomieën bestaan niet, overal vind je mengvormen. Meestal kent men minimumlonen, regels voor veilig werken, een gezondheidszorg- of onderwijssector waar de overheid de regels stelt, regelingen voor het landbouwbeleid, enzovoort. De overheid bemoeit zich op talloze manieren met de markt en dat leidt tot gemengde economieën. De een helt over naar de kapitalistische kant, de ander heeft meer elementen van een planeconomie.

Voor China was de door Deng Xiaoping ingezette hervorming nogal een verandering. De grenzen gingen open voor buitenlandse bedrijven. Bestuurders van staatsbedrijven kwamen losser te staan van de communistische partij en konden vanaf 1988 hun bedrijf zelfstandig leiden. Arbeiders krijgen beter betaald naarmate ze beter presteren. Ze krijgen stukloon en wie extra zijn best doet voor zijn werkgever een bonus (eenmalige uitkering bovenop zijn salaris).

Stap 3: Migratie en welvaart

De komst van steeds meer fabrieken in SEZ's, open steden en open regio’s had een enorme groei van de werkgelegenheid tot gevolg. Veel plattelandsbewoners werden erdoor aangetrokken. De armoede op het platteland was groot en de kansen op werk klein.
Vanaf 1980 kwam er een enorme binnenlandse migratie op gang. Eerst trokken plattelandsbewoners hoofdzakelijk naar grote steden aan de Chinese oostkust, daarna voornamelijk naar steden in het binnenland.
In totaal verhuisden tussen 1980 en 2010 ongeveer 150 miljoen plattelandsbewoners naar een stad. Veel steden werden in korte tijd megasteden, enorm groot qua omvang en aantal inwoners.
Het leidde, zoals bedoeld door de landsregering, tot een sterke toename van het BBP van China vanaf 1978 en van de welvaart (bekijk de grafiek).

Grafiek - Bruto binnenlands product China


Maar de welvaart groeide niet overal en voor iedereen tegelijk. Eerst profiteerde vooral de bevolking van de Speciale Economische Zones aan de oostkust. Deze gebieden kenden een snel groeiende middenklasse, bestaande uit mensen met een eigen bedrijf of met een baan die goed kunnen rondkomen met wat ze verdienen.

De welvaart op het platteland nam niet of nauwelijks toe in deze periode. Hierdoor hield niet alleen de migratie van het platteland naar de stad aan, ook nam het verschil in inkomsten tussen stedelingen en plattelandsbewoners toe in de jaren 90 en rond de eeuwwisseling. In 2002 bijvoorbeeld verdienden stedelingen omgerekend gemiddeld 900 euro per jaar, plattelandsbewoners 225 euro.
Dat verschil werd pas vanaf 2009 kleiner. Er werden vanaf die tijd ook fabrieken in de steden in het binnenland gebouwd, waardoor meer werkgelegenheid ontstond.

Afronding

Eindopdracht: Gatentekst

Om deze opdracht af te sluiten, maak je een toets.
In de toets staan zinnen met open plekken, waar begrippen zijn weggelaten.
Het zijn allemaal begrippen die in deze opdracht zijn gebruikt.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je verklaren waarom SEZ's en open regio's zich voornamelijk aan de Chinese kust bevinden?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je voldoende tijd voor het lezen van alle stappen over economische zones en de toetsoefening?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Herkende je alle begrippen? Had je een goede score?

Afsluiting

Kennisbanken

In deze Kennisbanken vind je de uitleg van een groot aantal begrippen die bij het thema Bevolking en ruimte - China.
Let op: Niet alle theorie wordt in deze Kennisbanken behandeld.

Bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid

Omvang bevolking

Industrialisatie, mechanisatie en urbanisatie

Examentraining

Examenvragen
Als eindopdracht drie opdrachten met examenvragen uit examens van vorige jaren.
De vragen passen goed bij het thema Bevolkingsontwikkeling in China.

Om de opdrachten te kunnen maken heb je een Entree-account nodig.

Bekijk voor je aan de opdrachten begint de video.

Bevolkingsontwikkeling in China - vmbo gt 2015-1

Bevolkingsontwikkeling in China - vmbo gt 2015-2

Bevolkingsontwikkeling in China - vmbo gt 2016-1

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Inleiding

  • Lees de Inleiding van dit thema nog eens door.
    Zijn de onderwerpen over bevolking en ruimte in China naar jouw mening voldoende besproken?

Introductie-opdracht

  • Heb je de vragen van de instaptoets goed gemaakt?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je aangeven wat een snelle verstedelijking in China voor gevolgen heeft voor het milieu en de bevolking?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor dit thema was ongeveer 20 uur gepland. Had je voldoende tijd om alle opdrachten te maken?
    De extra opdracht in Verstedelijking 1 kostte meer tijd. Hebben jullie deze extra opdracht in overleg met de docent gemaakt?
  • Inhoud
    In dit thema heb je de migratie van de Chinese bevolking naar de steden kunnen volgen. Welke rol speelt het Hukou-systeem daarbij en waarom werd het systeem na de jaren 80 en 90 aangepast?
  • Eindopdracht
    Je hebt geoefend met examenvragen uit voorgaande jaren. Heb je de meeste vragen goed beantwoord?

 

  • Het arrangement Thema Bevolking en ruimte: China vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-18 07:46:06
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VMBO-kgt leerjaar 3 en 4. In het thema ''Bevolking en ruimte: China'' worden 5 verschillende onderwerpen besproken. In het eerste onderwerp genaamd "Bevolking China" wordt getoond hoe een groot deel van de wereldbevolking in China woont. Er wordt ook gesproken over de bevolkingsdichtheid en het feit dat de inwoners van China niet gelijkmatig over het land zijn verdeeld. De éénkindpolitiek, die in 1979 werd ingevoerd, wordt besproken en hoe deze de bevolkingsstructuur heeft beïnvloed. Tot slot wordt de vergrijzing behandeld en de gevolgen daarvan voor een land. In het tweede onderwerp "Migratie in China" wordt begonnen met een stuk geschiedenis van China. Daarna wordt er verteld over de sterke toename van migratie naar steden sinds eind jaren '70. Er werd ook campagne gevoerd om mensen naar afgelegen gebieden zoals Xinjiang te laten trekken, maar helaas ging dit gepaard met onderdrukking en geweld tegen de oorspronkelijke bevolking, de Oeigoeren. Het volgende onderwerp, genaamd "Verstedelijking in China (oorzaken)", bespreekt eerst de bevolkingsgroei van China en de groei van steden aan de hand van de bevolkingspiramide van China. Er worden vier periodes van groei beschreven en er worden drie verschillende groeimodellen uitgelegd. De Hutong-wijken worden behandeld, gevolgd door het Hukou-systeem dat in China wordt gebruikt. Het vierde onderwerp, genaamd "Verstedelijking in China (gevolgen)", is een vervolg op het vorige onderwerp en bespreekt agglomeratievorming, waarbij Beijing als voorbeeld wordt genomen. Problemen die ontstaan in snelgroeiende steden worden beschreven, zoals werkloosheid, verkeersproblemen, milieuvervuiling en slechte luchtkwaliteit. In het laatste onderwerp, "Speciale economische zones", worden SEZ's (Speciale Economische Zones) besproken en wordt uitgelegd waarom deze gebieden zo aantrekkelijk zijn voor buitenlandse investeerders. Ook worden begrippen zoals vrijhandelszones, planeconomie en vrije markteconomie besproken. Tot slot wordt er gesproken over de afname van de werkloosheid als gevolg van de SEZ's.
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Bevolkingskenmerken; Migratie; Aardrijkskunde; Bevolking en ruimte; Ruimtelijke ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    20 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, bevolking china, bevolking en ruimte: china, migratie in china, speciale economische zones, stercollecties, verstedelijking in china, vmbo leerjaar 3 & 4

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Toetsen. (z.d.).

    Aardrijkskunde vmbo34 - D-toetsen

    https://maken.wikiwijs.nl/156781/Aardrijkskunde_vmbo34___D_toetsen

    VO-content Aardrijkskunde. (2020).

    Opdracht: China: Bevolking China - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/82649/Opdracht__China__Bevolking_China___vmbo_kgt34

    VO-content Aardrijkskunde. (2020).

    Opdracht: China: Economische zones - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/82656/Opdracht__China__Economische_zones___vmbo_kgt34

    VO-content Aardrijkskunde. (2020).

    Opdracht: China: Migratie in China - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/82650/Opdracht__China__Migratie_in_China___vmbo_kgt34

    VO-content Aardrijkskunde. (2020).

    Opdracht: China: Verstedelijking 1 - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/82654/Opdracht__China__Verstedelijking_1___vmbo_kgt34

    VO-content Aardrijkskunde. (2020).

    Opdracht: China: Verstedelijking 2 - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/82655/Opdracht__China__Verstedelijking_2___vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Bevolking en ruimte China

    Bevolking en Ruimte China

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.