Thema: Energie vmbo-kgt34

Thema: Energie vmbo-kgt34

Thema Energie

Inleiding

Dit thema gaat over Energie. De onderwerpen zijn:

  • Een dag zonder elektriciteit
    Elektriciteit is zo vanzelfsprekend en onmisbaar. Bekijk eens wat je elektriciteitsverbruik is en wat het verschil is tussen grijze en groene stroom.
  • Energie uit fossiele brandstoffen
    Welke bronnen zijn nodig om elektriciteit op te wekken? Je leert welke weg elektriciteit aflegt vanuit de centrale naar je huis. Wat zijn de nadelen van fossiele brandstoffen om energie op te wekken?
  • Fossiele brandstoffen raken op
    Fossiele brandstoffen, zoals steenkool, aardgas en olie, zijn bronnen die vervuilend zijn voor het milieu en die als nadeel hebben dat ze op kunnen raken. Gebruik van kernenergie heeft als nadeel dat de straling van radioactief materiaal lang actief blijft.
  • Energie uit duurzame bronnen
    Het gebruik van zonne-energie, wind- en waterkracht, biomassa en bodem- en aardwarmte is minder vervuilend, en heeft als voordeel dat het niet op kan raken. In de toekomst zullen we steeds meer gebruikmaken van duurzame energiebronnen.
  • Bespaartips
    Om zuiniger met energie om te gaan moet je eerst investeren (in bijvoorbeeld aanschaf van zonnepanelen, led-lampen, isolatiemateriaal) voor het je energie oplevert. Het gebruik van een energielabel maakt ons bewuster van het omgaan met (duurzame) energie.
  • Nederland en Frankrijk
    In Nederland wordt elektriciteit anders opgewekt dan in Frankrijk. In Frankrijk wordt meer gebruikgemaakt van kernenergie, maar ook van getijdencentrales en zonne-energie.
  • Energietransport
    Elektriciteit wordt vanuit de centrale door een netwerk van kabels via transformatoren en regionale elektriciteitsnetwerken aan ons geleverd. Gas wordt vanaf het gasveld tot aan de consument door ondergrondse buizen via regionale gasnetwerken verspreid. De vraag naar elektriciteit en gas varieert. Er moet dus worden bijgeleverd of als reserve worden opgeslagen.
  • Energiecase: Brazilië
    Brazilië is een land wat vooroploopt in het gebruik van duurzame energie, zoals bio-ethanol en waterkracht. Helaas heeft dit grote gevolgen voor de natuur en de oorspronkelijke bewoners.
  • Zuidoost-Brazilië
    De welvaart in dit dichtbevolkte gebied is groot, er is veel industrie. De energiebehoefte is groot en gelukkig kan Zuidoost-Brazilië voor 75% zijn energiebehoefte halen uit hydro-elektriciteit.

 

Introductie - opdracht

Test je kennis over (schone) energie door het beantwoorden van deze quizvragen.

Heb je zeker vijf vragen goed beantwoord? Dan heb je al de nodige kennis van energie!

In dit thema gaan we verder in op (duurzame) bronnen van energie.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kan ik:

Leerdoel Opdracht
het gebruik van energie in de eigen regio beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer gebruik van energie en de effecten ervan beschrijven.
  • Een dag zonder elektriciteit
  • Energie uit fossiele brandstoffen
  • Fossiele bronnen raken op
  • Energie uit duurzame bronnen
  • Energietransport
het gebruik van energie en de gevolgen ervan voor Nederland en een tegengestelde regio elders in Europa (Frankrijk) beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer energiegebruik ervan beschrijven en de situatie in beide gebieden vergelijken.
  • Nederland en Frankrijk
  • Energietransport

het gebruik van energie en de gevolgen ervan in een buiten-Europese regio (Brazilië) beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer gebruik van energie en de effecten ervan beschrijven.

  • Energiecase: Brazilië
  • Zuidoost-Brazilië

 

Wat ga ik doen?

Het thema 'Energie' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd in lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5 Quiz
Opdracht: Een dag zonder elektriciteit 2 Opstel
Opdracht: Energie uit fossiele brandstoffen 2 Stripverhaal
Opdracht: Fossiele bronnen raken op 2 Poster
Opdracht: Energie uit duurzame bronnen 2 Presentatie
Opdracht: Bespaartips 2 YouTubefilmpje
Opdracht: Nederland en Frankrijk 2 Kaart tekenen
Opdracht: Energietransport 2 Energietransportspel
Opdracht: Energiecase: Brazilië 2 Klassegesprek
Opdracht: Zuidoost-Brazilië 2 Fotoreportage
Afsluiting 2 Collage
Totaal 20,5  


De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Opdrachten

Een dag zonder elektriciteit

Een dag zonder elektriciteit

Intro

Wat hebben verlichting, verwarming, een mobieltje en een koelkast met elkaar te maken?
Het antwoord: ze doen het niet zonder stroom.

Elektriciteit is zo vanzelfsprekend dat je er niet bij stilstaat, tot de stroom uitvalt of de accu leeg is.
In deze opdracht sta je stil bij onze afhankelijkheid van elektriciteit en je leert over je eigen elektriciteitsgebruik.

Bekijk deze video. Geef daarna antwoord op de vraag:
Wat zou jij doen op een dag zonder stroom?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • berekenen hoe hoog je eigen elektriciteitsverbruik is en wat de kosten zijn;
  • je eigen elektriciteitsverbruik vergelijken met dat van anderen en bepalen of je een gemiddeld gebruiker bent;
  • omschrijven wat het verschil is tussen grijze en groene stroom;
  • de begrippen dag- en nachtstroom en dag- en nachttarief herkennen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Bestudeer de Kennisbank. Beantwoord vragen over energiemix. Bekijk een video over een dag zonder stroom en houdt een week lang je stroomverbruik bij. Maak een berekening over je elektriciteitsverbruik.
Stap 2 Je bekijkt tarieven op een site. Je berekent de kosten van je elektriciteitsverbruik.
Stap 3  en Je vergelijkt je berekeningen met die van een klasgenoot. Verder onderzoek je of je een gemiddelde verbruiker bent. Tenslotte geef je van stellingen aan of ze waar of niet waar zijn.
Stap 4 en Je bekijkt een video over grijze en groene stroom. Je beantwoordt er vragen over.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over energie en energieverbruik.
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A, dan maak je een toets.
Eindopdracht B of Kies je voor eindopdracht B, dan ga je een kort verslag schrijven over hoe het zou zijn: 24 uur zonder stroom.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Elektriciteit

Bestudeer het volgende onderdeel uit de Kennisbank.
Beantwoord daarna de vragen en bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

We kunnen niet zonder elektriciteit. Hoeveel elektriciteit verbruik je zelf? En hoeveel wordt er in jullie huis verbruikt?
Om daarachter te komen, doe je een kort onderzoek.

Bekijk eerst de video 'Wat is elektriciteit?'.
In welke term wordt de stroomsterkte uitgedrukt?

 

Je houdt één week lang de elektriciteitsmeter in de gaten.
Begin op zondag. Noteer de meterstand en doe dat een week lang elke dag op dezelfde tijd.
De meeste meters geven één stand aan. Sommige meters geven twee standen:
een stand voor het gebruik van stroom overdag, een andere voor het gebruik 's nachts.
Zo'n dubbele elektriciteitsmeter houdt het gebruik overdag en ’s nachts apart bij.
’s Nachts is stroom goedkoper dan overdag. Je hebt in dat geval een dag- en een nachttarief.
Als jullie twee standen hebben, tel je ze bij elkaar op.

Hoeveel elektriciteit gebruik je?

Na een week kijk je eerst of er een bepaalde dag uitspringt. Gebruiken jullie thuis elke dag ongeveer evenveel?
Is het gebruik in het weekend hoger? Of juist door de week?

Bewaar de berekening die je maakt, want in Stap 3 heb je die weer nodig.

Stap 2: Kosten gebruikte elektriciteit

In Stap 1 heb je uitgerekend hoeveel elektriciteit je gemiddeld per dag gebruikt, maar je weet nog niet wat de kosten daarvan zijn.

Ga naar: Wat kost een kwh stroom.
Daar zie je een overzicht van diverse energieleveranciers.
Kies de goedkoopste: nummer 1 (Oxxio).

De stroom wordt per kWh (kilowatt per uur) afgerekend.

Bewaar je berekening voor Stap 3.

 

Stap 3: Hoe gemiddeld ben jij?

In Stap 1 heb je uitgerekend hoeveel elektriciteit jij gemiddeld per dag gebruikt en in Stap 2 heb je uitgerekend hoeveel de stroom kost die jij gemiddeld per dag en in een heel jaar gebruikt.
Maar hoe gemiddeld ben jij eigenlijk?

Vergelijk met je klasgenoten

Bereken eerst het gemiddelde elektriciteitsgebruik in de klas. Tel alle daggemiddelden op en deel dat door het aantal leerlingen in de klas. Zit je er boven of eronder?

Vergelijk met andere Nederlanders

Gebruik je meer of minder dan de gemiddelde Nederlander? Om dat te weten, vergelijk je jouw elektriciteitsgebruik met dat van de Nederlanders in de tabel.

Stroomgebruik per huishouden en per persoon in Nederland
Een huishouden met ... personen Gemiddeld gebruik per jaar ... kWh Gemiddeld gebruik per persoon ... kWh Gemiddeld gebruik per persoon per dag ... kWh
1 2010 2010/1 = 2010 2010/365 ≈ 5,50
2 3360 3360/2 = 1680 1680/365 ≈ 4,60
3 4120 4120/3 ≈ 1373 1373/365 ≈ 3,76
4 4580 4580/4 = 1145

1145/365 ≈ 3,14

5 5450 5450/5 = 1090 1090/365 ≈ 2,99


Let op!
Er is een verschil tussen het gemiddelde energiegebruik per huishouden per persoon en het gemiddelde energiegebruik per hoofd van de bevolking.
Het gemiddelde energiegebruik per huishouden per persoon betreft alleen de stroom die mensen thuis gebruiken.
Bij het gemiddelde energiegebruik per hoofd van de bevolking wordt alle gebruikte elektriciteit in een land (woningen, winkels, bedrijven, fabrieken) opgeteld en gedeeld door alle inwoners.

Vergelijk met andere wereldburgers

Gebruik jij meer of minder dan de gemiddelde wereldburger? Kijk voor een antwoord op deze vraag in de Grote Bosatlas (zoek op kaart: DE WERELD - Energie(verbruik)). Je kunt ook zoeken op internet naar gegevens van het laatste jaar.
Wat is je conclusie?

Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.

Stap 4: Grijze en groene stroom

Hoe zie je het verschil tussen grijze en groene stroom? Het antwoord is: het verschil kun je niet zien.

Het verschil tussen grijze en groene stroom zit in de manier waarop de energie wordt opgewekt.
Bekijk de video over groene en grijze stroom.



Beantwoord nu de volgende vragen.

Afronding

Begrippen

Energieverbruik

Energiebronnen
Krachten en stoffen uit de natuur die zo worden toegepast dat er energie aan ontleend kan worden om apparaten te doen werken.
Energiemix
Een groep verschillende primaire energiebronnen waaruit secundaire energie voor direct gebruik - vaak elektriciteit - wordt geproduceerd.
Energieverbruik
De hoeveelheid energie die wordt gebruikt.
Welvaartsstijging
Als het welvaartsniveau in een gebied toeneemt.
Fossiele brandstoffen
Koolwaterstofverbindingen die zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven in het geologisch verleden van de aarde. Hieronder vallen aardolie, aardgas, steenkool en bruinkool.
Grijze stroom
Stroom opgewekt uit fossiele brandstoffen zoals gas, aardolie en kolen. Niet duurzaam dus.
Groene stroom
Elektriciteit die wordt opgewekt uit energiebronnen die nooit opraken zoals waterkracht, windenergie, zonne-energie en biomassa.

Eindopdracht A: Toets

Kies je voor eindopdracht A, dan maak je de toets 'Een dag zonder energie'.
De toets bestaat uit gesloten vragen. Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.

Eindopdracht B: Opstel maken

Probeer je eens voor te stellen hoe het zou zijn als je een dag zonder elektriciteit moet doorbrengen. Lees eerst onderstaand bericht.

Op 13 maart 2013 drong een rat een transformatorstation in Sebaldeburen (Groningen) binnen. Daar werd hij 'geroosterd' en het transformatorstation vloog in brand.
Het gevolg was een stroomstoring in Grootegast en omgeving. Het duurde wel 24 uur voordat de schade hersteld was. Tussen de 6000 en 7000 huishoudens hadden al die tijd geen stroom.


Wat betekent het voor jou en voor iedereen in jouw dorp of stad als je een hele dag geen elektriciteit hebt?

Schrijf hierover, samen met een klasgenoot of alleen, een kort opstel of verslag.
In verhaalvorm omschrijf je wat je overkomt op een dag zonder elektriciteit, vanaf het moment dat je wakker wordt tot je weer gaat slapen.

  • Word je bijvoorbeeld wel op tijd wakker?
  • Kun je wel naar school?
  • Geeft het alleen maar ellende of komen er ook mooie dingen uit voort?
  • Kom je op nieuwe ideeën?
  • Zijn er goede alternatieven?

Ga er eens goed voor zitten en als je met zijn tweeën werkt, neem dan kort de tijd om daarover te brainstormen.

Schrijf een opstel van minstens een half A4'tje. Hoe je dat kunt doen lees je in de gereedschapskist.

Klaar?
Lees je verslag nog even door. Heb je voldoende verwoord tegen welke ongemakken (of juist voordelen) je aanloopt als je een dag geen stroom hebt? Lever je verslagje in bij de docent.

Beoordeling
Bij de beoordeling let de docent op:

  • inhoud: laat het opstel zien dat je begrepen hebt hoe belangrijk en onmisbaar elektriciteit is?
  • vorm: is het opstel met zorg gemaakt? Is het leesbaar en boeiend geschreven?
  • taalfouten: bevat het opstel niet te veel taalfouten?

Verslag schrijven

Een verslag is een goede manier om een onderzoek te beschrijven dat je hebt uitgevoerd.        

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Besef je wat voor invloed stroom heeft op o.a. ons woon-werkverkeer?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je het verschil tussen groene en grijze stroom omschrijven?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je voldoende tijd voor theorie en oefeningen en de eindopdracht?
  • Inhoud
    Wat vind je van je eigen energieverbruik? Kwam uit de berekening dat je een gemiddeld verbruik had?
    Ben je geschrokken van de kosten, of vind je het juist wel meevallen?
  • Eindopdracht B
    Heb je alleen of met een klasgenoot een opstel geschreven over één dag zonder stroom?
    Kwam je nog tot verrassende ontdekkingen?

Energie uit fossiele brandstoffen

Energie uit fossiele bronnen

Intro

Stroom komt uit een stopcontact. Maar hoe komt het dan in dat stopcontact?
Waar komt stroom vandaan? Hoe wordt elektriciteit gemaakt?
Dat gaan jullie nu uitzoeken.

Bekijk (een deel van) de video. Hierin zie je hoe energie slim wordt opgewekt, gebruikt en opgeslagen.

Welke bewegingen van de koe worden omgezet in energie?

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven welke bronnen nodig zijn om energie op te wekken;
  • het verschil tussen primaire en secundaire energiebronnen omschrijven;
  • omschrijven wat fossiele brandstoffen zijn en twee voorbeelden noemen;
  • twee nadelen noemen van fossiele brandstoffen;
  • herkennen welke weg stroom aflegt vanaf de centrale tot aan huis.

Wat kan ik al?

Wat verstaan we onder fossiele brandstoffen? Waar komen ze vandaan en wat kun je ermee?
Bestudeer eerst de twee pagina's over fossiele brandstoffen in de Kennisbank.


Kijk of je nu de volgende vragen kunt beantwoorden.
In de volgende stappen leer je hoe je energie opwekt met fossiele brandstoffen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Onderdeel Activiteit
Wat kan ik al? Bestudeer pagina's over fossiele brandstoffen in de Kennisbank. Beantwoord er vragen over.
Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Kijk een video over hoe elektriciteit wordt opgewekt in de centrale. Beantwoord de stellingen.
Stap 2

en

Bekijk video's over primaire energiebronnen. Beantwoord vragen met behulp van internet of Grote Bosatlas. Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
Stap 3 Geef van de stellingen aan of ze waar of niet waar zijn.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over energie van fossielen brandstoffen.
Eindopdracht A Kies je voor opdracht A: maak dan de toets 'Energie opwekken'
Eindopdracht B Kies je voor opdracht B: maak dan  een stripverhaal met als titel 'De lange weg van de stroom'.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Elektriciteit opwekken

De stroom uit jouw stopcontact komt uit de elektriciteitscentrale. De stroom gaat met meer dan 1000 volt de centrale uit. Voordat die je huis binnenkomt, moet de spanning worden verlaagd naar 230 volt. Dat gebeurt in een transformatorhuisje.

Waarom moet de spanning eerst worden verlaagd naar 230 volt?

Bekijk de video over het opwekken van elektriciteit.

Stap 2: Energiebronnen

Om stroom op te wekken, zijn primaire energiebronnen nodig.
Voorbeelden van primaire energiebronnen zijn gas, steenkool en windkracht.

Bekijk de volgende video's.

Voor kernenergie is uranium nodig. Waar komt uranium vandaan?
Uranium komt in diepe en minder diepe aardlagen voor waar het al miljoenen jaren ligt in de vorm van uraniumerts.
De voorraden uranium zijn naar schatting veel groter dan de voorraden olie of gas.

Waarschijnlijk zijn de voorraden groot genoeg om kerncentrales nog eeuwen van brandstof te voorzien.
En als uranium op is, kan de nog grotere voorraad thorium worden gebruikt.
Of dat allemaal zo verstandig is...?

Beantwoord de volgende vragen.

Stap 3: Fossiele brandstoffen

Om nog even te oefenen met het begrip 'fossiele brandstoffen', krijg je een oefening met stellingen.
Geef aan of ze waar of niet waar zijn.

Afronding

Begrippen

Fossiele brandstoffen

Energiebronnen
Krachten en stoffen uit de natuur die zo worden toegepast dat er energie aan ontleend kan worden om apparaten te doen werken.
Primaire energiebronnen
Energiebronnen kun je onderverdelen in primaire en secundaire energiebronnen. Voorbeelden van primaire energiebronnen zijn gas, steenkool en windkracht.
Secundaire energiebronnen
Energiebronnen kun je onderverdelen in primaire en secundaire energiebronnen. Voorbeeld van secundaire energiebron is elektriciteit.
Fossiele brandstoffen
Koolwaterstofverbindingen die zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven in het geologisch verleden van de aarde. Hieronder vallen aardolie, aardgas, steenkool en bruinkool.
Energiemix
Een groep verschillende primaire energiebronnen waaruit secundaire energie voor direct gebruik - vaak elektriciteit - wordt geproduceerd.
Energieverbruik
De hoeveelheid energie die wordt gebruikt.
Welvaartsstijging
Als het welvaartsniveau in een gebied toeneemt.
Grijze stroom
Stroom opgewekt uit fossiele brandstoffen zoals gas, aardolie en kolen. Niet duurzaam dus.
Groene stroom
Elektriciteit die wordt opgewekt uit energiebronnen die nooit opraken zoals waterkracht, windenergie, zonne-energie en biomassa.

Eindopdracht A: Toets

Kies je voor eindopdracht A, dan maak je de toets 'Energie opwekken'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen. Aan het eind krijg je je score te zien.

Eindopdracht B: Stripverhaal maken

Je weet nu waar de meeste stroom vandaan komt, hoe het wordt gemaakt en welke andere energiebronnen ervoor worden gebruikt. Gebruik die informatie voor een stripverhaal: 'De lange weg van de stroom'.
Maak het stripverhaal samen met een klasgenoot.

Jullie maken een kort stripverhaal over de herkomst van de stroom die je thuis gebruikt.
Bedenk een kort verhaaltje en bespreek welke tekeningen daarbij horen.
Spreek een werkverdeling af: wie maakt bijvoorbeeld de tekeningen en wie de teksten?
Je mag ook een stripverhaal maken met bestaande afbeeldingen. Bedenk het verhaal wel zelf.

‘De lange weg van de stroom’ kan beginnen bij het moment waarop je een stekker in het stopcontact steekt. Er komt stroom uit voor de pc, radio of wat voor apparaat ook. Volg het spoor van de elektriciteit terug. Van stroom naar plankton of naar uranium.
Je kunt het natuurlijk ook andersom doen.

Zorg ervoor dat het verhaal duidelijk maakt  welke weg elektriciteit aflegt om bij jou thuis een lamp te laten branden.
Hoe je een stripverhaal maakt kun je zien in de gereedschapskist.

Klaar?
Bekijk je stripverhaal goed. Komt duidelijk tot uiting welke weg stroom aflegt?
Klopt het verhaaltje met de tekeningen?
Lever het stripverhaal in bij de docent.

Beoordeling
Bij de beoordeling let de docent op:

  • inhoud: vertelt het stripverhaal het hele verhaal over de lange weg die stroom aflegt?
  • vorm: zijn de plaatjes duidelijk en de teksten in of bij de plaatjes ook?
  • taalfouten: bevatten de teksten in het stripverhaal niet te veel spel- en andere schrijffouten?

Stripverhaal maken

Met een stripverhaal kun je een kort verhaal in beeld brengen. Je maakt een combinatie van tekst en beeld door je verhaal uit te werken in tekeningen met tekstballonnen.        

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Kun je omschrijven op welke manier de koe wordt ingezet voor het opwekken van energie in dit melkveebedrijf?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je omschrijven hoe fossiele brandstoffen ontstaan?

 

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je voldoende tijd voor alle oefeningen? Ook voor het maken van een stripverhaal in eindopdracht B?
  • Inhoud
    Wist je al het een en ander over fossiele brandstoffen? Ook waar ze worden toegepast?
  • Eindopdracht A of B
    Welke eindopdracht het je gedaan A (toets) of B (strip maken)?
    Ben je tevreden met het resultaat?

Fossiele bronnen raken op

Fossiele bronnen raken op

Intro

We gebruiken steeds meer energie en die halen we vooral uit fossiele brandstoffen.
De vraag is hoe lang we daarmee kunnen doorgaan. Fossiele brandstoffen hebben als nadeel dat ze op kunnen raken.

Een andere vraag is of kernenergie wel zo'n goed alternatief is. Op die twee vragen probeer je in deze opdracht een antwoord te vinden.

Bekijk de video over fossiele brandstof.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • herkennen welke grondstoffen gebruikt worden als fossiele brandstoffen;
  • twee voor- en nadelen noemen van het gebruik van aardgas, steenkool en olie als fossiele brandstoffen;
  • met een argument toelichten waarom het gebruik van kernenergie wel of geen goed alternatief is voor de toekomst.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1

 en 

Je kijkt een video over de winning van elektriciteit uit kolen en gas. Je leest een tekst en beantwoordt vragen. De antwoorden vergelijk je met die van een klasgenoot.
Stap 2   en Je kijkt een video over de gevolgen van een olieramp. Je leest een tekst over het winnen van olie en beantwoordt vragen. Vergelijk deze met die van een klasgenoot.
Stap 3   en Je kijkt video's over schaliegas en gaswinning in Groningen. Je beantwoordt vragen en vergelijkt ze met die van een klasgenoot.
Stap 4   en Je leest over de halfwaardetijd van radioactief materiaal. Je bekijkt een video en beantwoordt vragen. De antwoorden bekijk je samen met een klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over fossiele brandstoffen.
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A: dan maak je de toets 'Fossiele bronnen raken op'.
Eindopdracht B Kies je voor eindopdracht B: maak dan een poster voor en een poster tegen kernenergie.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Steenkool

Omgaan met energiebronnen: Steenkool

In deze stappen vind je veel informatie over hoe wordt omgegaan met energiebronnen.
Bekijk de video's en lees de teksten.

Schrijf voor jezelf tijdens het kijken en lezen de belangrijkste boodschap op, die in de video of tekst zit. Het helpt je bij het beantwoorden van de vragen.

Bekijk de video en lees de tekst.

Inwoners Rijnmondgebied leven korter door fijnstof
Inwoners van het Rijnmondgebied overlijden eerder als de nieuwe kolencentrales vol in bedrijf zijn op de Maasvlakte. Jaarlijks zouden 43 mensen vroegtijdig sterven, waarschuwt Greenpeace. De organisatie baseert zich op een onderzoek van de Universiteit van Stuttgart, dat in opdracht van Greenpeace is uitgevoerd. De grote boosdoener is fijnstof: piepkleine deeltjes die ook door de kolencentrales worden uitgestoten.
'Fijnstof gaat in je longen zitten en ook in je bloedbaan. Daar kun je uiteindelijk ziek van worden', waarschuwt Sanne van Keulen van Greenpeace. De kolencentrales zouden jaarlijks miljoenen kilo's fijnstof uitstoten.

Belofte
De milieuorganisatie vreest dat de eigenaren van de centrales, E.ON en Electrabel, terugkomen op een belofte om CO2 ondergronds op te slaan. Van Keulen: 'Ze hebben die beslissing al zeven keer uitgesteld. En ze willen er geen extra geld in steken.'
Van Keulen benadrukt dat ondergrondse CO2-opslag bovendien geen oplossing is voor de uitstoot van fijnstof. 'Dat heeft voor die gezondheidsrisico's geen effect.'
Greenpeace is nog aan het procederen om het beginnen van de kolencentrales alsnog te laten blokkeren. 'We blijven strijden tot die centrales van tafel gaan. Daar is zeker kans voor.'
Bron: www.rijnmond.nl

Beantwoord de vragen. Bespreek daarna je antwoorden met een klasgenoot.

Stap 2: Olie

Omgaan met energiebronnen: Olie

In 2010 vond een olieramp plaats op een olieplatform van BP in de Golf van Mexico.
Welke rampzalige gevolgen dat had voor de natuur zie je in deze video.

De kosten van het winnen van olie worden steeds hoger. Lees de volgende tekst.

Winning duurder

Het energiegebruik stijgt nog steeds wereldwijd. We gebruiken ook nog steeds meer fossiele energiebronnen.
Het vraagt nogal wat van de bedrijven die deze energiebronnen winnen om de stijgende vraag bij te houden.
Een van de redenen waarom de olie zoveel duurder is geworden, is het opraken van de makkelijk winbare olie. Een belangrijk deel van de olie op de markt komt uit bronnen op moeilijk bereikbare plaatsen, het poolgebied of de open oceaan. Er moet eerst enorm veel geld worden uitgegeven voor je olie uit een olieveld kunt halen dat op 1500 meter diepte in zee ligt en bovendien 2000 kilometer van de dichtstbijzijnde kust ligt.

Ook kost het veel geld om olie uit teerzanden in Canada te halen. Men zegt dat het loont om dat te doen, omdat de prijs van olie nu hoog is. Maar wat men nooit zegt, is dat olie uit teerzanden duur is omdat de winning ervan veel geld kost.

Bron: https://zapruder.nl/portal/artikel/olie_en_energiebulletin_week 28


Beantwoord de vragen. Bespreek daarna je antwoorden met een klasgenoot,

Stap 3: Aardgas

Omgaan met energiebronnen: Aardgas

De eerste video gaat over schaliegas. Schaliegas is gas dat ligt opgesloten tussen harde, kleisteenachtige lagen in de bodem. Er zijn speciale boortechnieken nodig om dit gas uit de bodem te halen.

Bekijk de video.


De tweede video  gaat over gasboringen in Groningen.
Welke gevolgen deze boringen hebben is volop in het nieuws.
Bekijk de video


Beantwoord de volgende vragen.
Bespreek je antwoorden daarna met een klasgenoot.

Stap 4: Kernenergie

Omgaan met energiebronnen: Kernenergie

Een van de problemen van kernenergie is het radioactieve afval. Radioactief materiaal heeft een zogenaamde 'halfwaardetijd'. Met halfwaardetijd of halveringstijd wordt hier bedoeld: de tijd die radioactief materiaal nodig heeft om de helft van zijn straling kwijt te raken.

We nemen drie radioactieve stoffen als voorbeeld: jodium, strontium en uranium.
Jodium is in 8 dagen de helft van zijn radioactiviteit kwijt, in nog eens 8 dagen weer de helft daarvan enzovoort.
Strontium heeft voor een halvering 28 jaar nodig.
Bij uranium ligt de halfwaardetijd op 4,5 miljard jaar!

Hoogradioactief afval uit kerncentrales blijft ook heel erg lang radioactief en moet duizenden jaren veilig worden opgeborgen.

Bekijk de video over kernenergie.

 

Beantwoord de vragen. Vergelijk daarna je antwoorden met die van een klasgenoot.

Afronding

Begrippen

Fossiele brandstoffen

Energiebronnen
Krachten en stoffen uit de natuur die zo worden toegepast dat er energie aan ontleend kan worden om apparaten te doen werken.
Primaire energiebronnen
Energiebronnen kun je onderverdelen in primaire en secundaire energiebronnen. Voorbeelden van primaire energiebronnen zijn gas, steenkool en windkracht.
Secundaire energiebronnen
Energiebronnen kun je onderverdelen in primaire en secundaire energiebronnen. Voorbeeld van secundaire energiebron is elektriciteit.
Fossiele brandstoffen
Koolwaterstofverbindingen die zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven in het geologisch verleden van de aarde. Hieronder vallen aardolie, aardgas, steenkool en bruinkool.
Energiemix
Een groep verschillende primaire energiebronnen waaruit secundaire energie voor direct gebruik - vaak elektriciteit - wordt geproduceerd.
Energieverbruik
De hoeveelheid energie die wordt gebruikt.
Welvaartsstijging
Als het welvaartsniveau in een gebied toeneemt.
Grijze stroom
Stroom opgewekt uit fossiele brandstoffen zoals gas, aardolie en kolen. Niet duurzaam dus.
Groene stroom
Elektriciteit die wordt opgewekt uit energiebronnen die nooit opraken zoals waterkracht, windenergie, zonne-energie en biomassa.

Eindopdracht A: Toets

Kies je voor eindopdracht A dan maak je de toets 'Fossiele bronnen raken op'.
De toets bestaat uit gesloten vragen. Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.

 

Eindopdracht B: Poster maken

Op dit moment is er één kernenergiecentrale in Nederland. Soms gaan er stemmen op om er meer te bouwen. Vind je dat een goed idee of juist niet?

Als eindopdracht maak je samen met een klasgenoot twee posters: een voor en een tegen kernenergie.
Op de poster moet ook een argument staan. Gebruik de volgende posters als voorbeeld.
Hoe je een poster maakt, kun je zien in de gereedschapskist.

Atoomstroom, ja of nee?


 

Klaar?
Lever jullie poster in bij de docent. Hij of zij zal de poster beoordelen.

Beoordeling
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • inhoud: de posters zijn duidelijk voor of tegen kernenergie en bevatten een argument daarvoor. De tekst is kort.
  • vorm: de posters zien er aantrekkelijk uit en de boodschap is goed leesbaar.
  • taalfouten: de posters zijn zonder taalfouten.

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Vond je de uitleg over fossiele brandstoffen duidelijk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je enkele nadelen noemen van het gebruik van fossiele brandstoffen?

Hoe ging het?

  • Heb je al eens eerder nagedacht over de vraag of kernenergie een goede oplossing is voor het opraken van fossiele brandstoffen? Wat zie je als nadeel?
  • Eindopdracht
    Welke eindopdracht het je gedaan A (toets) of B (poster maken)?
    Hang je de poster ook op om het resultaat aan iedereen te laten zien?

Energie uit duurzame bronnen

Energie uit duurzame bronnen

Intro

De meeste energiecentrales gebruiken voor de opwekking van elektriciteit niet-duurzame energiebronnen zoals kolen, aardgas en olie.
Omdat die bronnen vervuilend zijn en opraken, is het beter om over te stappen op duurzame, vernieuwbare energiebronnen.
Schone bronnen die niet opraken.

Na de klimaatconferentie in Parijs in 2015 hebben 174 landen van de wereld een akkoord getekend om minder broeikassen uit te stoten en dus minder fossiele brandstoffen te gebruiken.
De Nederlandse regering wil dat in 2023 16% van alle energie duurzaam wordt opgewekt. In 2050 moet het zelfs 100% zijn!

In deze opdracht maak je kennis met duurzame energiebronnen.

Bekijk deze video.
Rijden treinen in Nederland al op groene stroom?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • het begrip 'duurzame energie' omschrijven;
  • voordelen noemen van het gebruik van duurzame energiebronnen t.o.v. fossiele bronnen;
  • drie vormen van duurzame energiebronnen noemen die in Nederland (kunnen) worden gebruikt;
  • omschrijven hoe aard- en bodemwarmte kunnen worden gebruikt als duurzame energiebronnen;
  • beschrijven hoe energie wordt opgewekt met waterkracht.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest over het opwekken van zonne-energie. Met behulp van 2 sites onderzoek je of zonnepanelen op jouw huis energie zouden kunnen opleveren.
Stap 2 Je leest over windmolenparken als duurzame energiebron. Je beantwoordt vragen met behulp van een site.
Stap 3 Hoe wordt biomassa toegepast? Je leest erover en zoekt op 2 sites naar antwoorden op vragen.
Stap 4 Je leest over aard- en bodemwarmte en hoe dat kan toegepast worden als duurzame energiebron. Je bekijkt video's en beantwoordt vragen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over duurzame energiebronnen.
Eindopdracht A Kies je voor opdracht A: maak dan de toets 'Energie opwekken uit duurzame bronnen'
Eindopdracht B Kies je voor opdracht B: presenteer dan een nieuw idee voor het winnen van hernieuwbare energie. Werk samen met een klasgenoot.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Zonne-energie

De energie van de zon wordt meestal op twee manieren opgevangen: met zonnepanelen en met zonnecollectoren. Zonnepanelen zetten zonne-energie rechtstreeks om in elektriciteit. Zonnecollectoren vangen de warmte van de zon op en gebruiken deze om water te verwarmen.

Zonnepanelen en zonnecollectoren worden meestal op de daken van huizen, stallen, kantoren of fabrieken geplaatst. Dit kost veel geld, maar die uitgave verdient zichzelf steeds sneller terug.
Dat komt doordat zonnepanelen steeds goedkoper gemaakt kunnen worden en de energieopbrengst ervan hoger is. Als de overheid subsidie zou geven, kun je de investering nog sneller terugverdienen.

Bestudeer ook de pagina over dit onderdeel in de Kennisbank.

Energiebronnen

Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.

Stap 2: Windmolens

In Nederland staan al aardig wat windmolens, op het land en op zee.
Om nog meer energie uit wind te halen, heeft de regering plannen voor een flinke uitbreiding van het aantal windmolens. Met name in de Noordzee kunnen nog een aantal windmolenparken gebouwd worden.

Beantwoord de volgende vragen.
Vergelijk je antwoorden met die van een klasgenoot.

Stap 3: Biomassa

Biomassa is afval van planten of dieren (organisch afval) of de oogst van speciaal voor biomassa geteelde gewassen. Uit biomassa krijg je energie door het te verbranden.

Biomassa wordt vooral meegestookt in kolencentrales of gebruikt in aparte biomassa-centrales. Biomassa wordt steeds meer toegepast in het opwekken van duurzame energie.

Met behulp van internet zoek je antwoord op de volgende vragen. De antwoorden vergelijk je daarna met die van een klasgenoot.

Stap 4: Bodem- en aardwarmte

Aardwarmte ontstaat in de kern van de aarde. Bodemwarmte is afkomstig van de zon.

Bodemwarmte is warmte die de zon aan het aardoppervlakte heeft afgegeven. Die bodemwarmte halen we uit het water in de bodem tot een diepte van hoogstens 300 meter.

Aardwarmte is warmte van de aarde zelf, die komt uit diepere lagen. Grondwater wordt omhoog gehaald in een geothermische (geo = aarde, thermisch = warmte) centrale. Het aanleggen van dergelijke installaties is duur en daarom wordt er nog niet veel gebruik van gemaakt.

Bekijk de animatie.

 

Waterkracht

De mogelijkheden om energie uit waterkracht te halen zijn in Nederland niet groot.
De waterkrachtcentrales in onze rivieren leveren dan ook maar een kleine bijdrage aan onze energievoorziening.
We moeten het doen met de centrales die er nu zijn.

Bekijk de video over Energie uit water.

In Nederland wordt sinds 2015 bij de Oosterscheldedam ook energie opgewekt.
Die getijdencentrale haalt zijn energie uit de stroming van het water bij eb en vloed.

Afronding

Begrippen

Energiebronnen

Duurzame energie
Duurzame energie, groene energie of hernieuwbare energie is energie waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken en waarbij, door het gebruik ervan, het leefmilieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld.
Zonnepanelen
Deze panelen zetten zonne-energie rechtstreeks om in elektriciteit.
Zonnecollectoren
Zonnecollectoren vangen de warmte van de zon op en gebruiken deze om water te verwarmen.
Windmolens
Windmolens zijn molens die de bewegingsenergie van de lucht (wind) omzetten in rotatie-energie van de wieken, die dan nuttig kan worden gebruikt, bijvoorbeeld voor het opwekken van elektriciteit, het omzetten naar warmte, het malen van graan of het verplaatsen van water.
Biomassa
Plantaardig en dierlijk (rest)materiaal dat als grondstof wordt gebruikt voor de energieopwekking of direct als biobrandstof.
Bodemwarmte
Bodemwarmte halen we tot 100 meter diepte uit de bodem. De warmte wordt gebruikt voor verwarming van woningen, gebouwen en bijvoorbeeld kassen.
Aardwarmte
Aardwarmte ontstaat in de kern van de aarde. Op zeer grote diepte (vanaf 500 meter) zit bruikbare aardwarmte.

Eindopdracht A: Toets

Kies je voor eindopdracht A dan maak je de toets 'Energie opwekken uit duurzame bronnen'.
De toets bestaat uit gesloten vragen. Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je de score.

Eindopdracht B: Presentatie

De regering wil in 2050 alle benodigde energie opwekken met vernieuwbare energiebronnen. Het grote voordeel van vernieuwbare energiebronnen is dat ze duurzaam zijn: ze raken niet op en zijn, op een enkele uitzondering na, niet vervuilend.

Maar hoe gaan we dat voor elkaar krijgen?
Er zijn veel nieuwe ideeën nodig.
Wat vind je van het idee om wegen en fietspaden van zonnepanelen te maken?

Dringend gevraagd: Nieuwe ideeën voor duurzame energie

Bedenk zelf ook een manier om zonne-energie, windenergie of waterkracht te winnen in Nederland. Het mag best een beetje een gek, wild idee zijn. Kijk rond op internet, misschien vind je daar bruikbare ideeën.
Werk samen met een klasgenoot. Zet jullie ideeën op papier.

Maak van jullie idee een korte presentatie van maximaal vijf minuten.
Verwerk in de presentatie een schets van jullie idee.
Hoe jullie de presentatie kunnen voorbereiden, lees je in de gereedschapskist.


Beoordeling
De docent beoordeelt jullie presentatie, waarbij hij let op:

  • inhoud: is jullie idee origineel? Welke energie wordt met jullie idee gewonnen?
    Hebben jullie een goede schets van het idee in de presentatie verwerkt?
  • vorm: is de presentatie verzorgd en duidelijk?

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Wat vond je van het idee van de vier leerlingen? Denk je dat dat echt zou kunnen werken?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je voordelen noemen van het gebruik van duurzame energiebronnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
  • Inhoud
    Denk je dat het gebruik van biomassa echt duurzaam te noemen is? Leg uit waarom wel/niet.
  • Eindopdracht B
    Heb je gekozen voor eindopdracht B? Was het lastig of juist leuk om een nieuw idee te verzinnen?
    Werd jullie korte presentatie over het idee goed beoordeeld?

Bespaartips

Bespaartips

Intro

Energie besparen is niet alleen beter voor het milieu, maar spaart ook de inhoud van je portemonnee.

In deze opdracht leer je hoe je simpel energie kunt besparen.
Soms moet je wel eerst wat investeren voordat je geld kunt overhouden.
Je gaat een top drie met bespaartips opstellen.

Wat vind je van de tips? Zijn er tips bij die je zelf thuis al toepast?

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • het begrip 'nulenergiewoning' herkennen;
  • drie of meer maatregelen noemen die je kunt nemen om een huis energiezuiniger te maken;
  • herkennen dat ik eerst moet investeren in energie voor ik echt kan besparen;
  • omschrijven wat het doel van een energielabel is en wat ik erop kan aflezen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert dat je eerst moet investeren voor je kunt besparen. Doe de bespaartest. Welke bespaartips kosten geen geld?
Stap 2 en Je leest over een nulenergiewoning en bekijkt een video over energie besparen in huis. Beantwoord vragen over energiebesparende maatregelen. Vergelijk de antwoorden met die van een klasgenoot.
Stap 3 en  Je leert dat je eerst moet investeren voor je kunt besparen. Je bekijkt een tabel en beantwoordt er vragen over. Vergelijk je antwoorden met die van een klasgenoot.
Stap 4 en  Je leest over een energielabel en wat je erop af kunt lezen. Je gaat op zoek naar afbeeldingen van een energielabel. Op welke apparaten komen ze voor?
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over bespaartips en energiebesparing.
Eindopdracht Samen met een klasgenoot maak je een YouTube-filmpje over drie bespaartips.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Bespaartest

Energie besparen is gemakkelijk, als je weet waar je op moet letten. Energiebesparing helpt het klimaat, voorkomt vervuiling, spaart kostbare grondstoffen en is goed voor je portemonnee: je krijgt door energie te besparen lagere energiekosten.

Voor sommige energiebesparende maatregelen moet je eerst geld uitgeven voordat je kunt besparen. Andere maatregelen kosten helemaal niets.

Voorbeeld:
Een ledlamp is duurder dan een gloeilamp, maar een ledlamp gaat veel langer mee dan een gloeilamp en de energiekosten voor een ledlamp zijn lager dan die voor een gloeilamp.
Je verdient je uitgave dus wel terug.

Stap 2: Isolatie en besparing

Een nulenergiewoning (of energieneutrale woning) is een woning die over een heel jaar gezien evenveel energie gebruikt als dat het zelf opwekt. Goede isolatie van de woning is daarbij belangrijk.

Bekijk de video en let vooral op de energiebesparende maatregelen.
Beantwoord daarna de vragen.

Stap 3: Besparen en terugverdienen

Om energie te kunnen besparen, moet je er eerst in investeren.
Je moet eerst geschikte energiebesparende voorzieningen treffen en het zal even duren voor je je investering hebt 'terugverdiend'.

Stap 4: Energielabel

Wereldwijd is er aandacht voor energiebesparende maatregelen. Binnen de Europese Unie trekken de landen samen op om energie te besparen.

Een van de energiemaatregelen die de Europese Unie heeft ingevoerd, is het energielabel. Als je een vaatwasser, een televisie, een computer, een auto of een ander groot apparaat koopt, laat het energielabel zien hoe energiezuinig het apparaat is.

Er is sinds 2015 zelfs een (voorlopig) energielabel op koophuizen. Met een energielabel kunnen kopers en huurders in één oogopslag zien of een woning zuinig of onzuinig is. Dat is handig, want een keuze voor een zuinige woning betekent een lagere energierekening, meer wooncomfort en minder CO2-uitstoot, dus beter voor het milieu!

Afronding

Begrippen

Duurzame energie
Duurzame energie, groene energie of hernieuwbare energie is energie waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken en waarbij, door het gebruik ervan, het leefmilieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld.
Zonnepanelen
Deze panelen zetten zonne-energie rechtstreeks om in elektriciteit.
Zonnecollectoren
Zonnecollectoren vangen de warmte van de zon op en gebruiken deze om water te verwarmen.
Windmolens
Windmolens zijn molens die de bewegingsenergie van de lucht (wind) omzetten in rotatie-energie van de wieken, die dan nuttig kan worden gebruikt, bijvoorbeeld voor het opwekken van elektriciteit, het omzetten naar warmte, het malen van graan of het verplaatsen van water.
Biomassa
Plantaardig en dierlijk (rest)materiaal dat als grondstof wordt gebruikt voor de energieopwekking of direct als biobrandstof.
Bodemwarmte
Bodemwarmte halen we tot 100 meter diepte uit de bodem. De warmte wordt gebruikt voor verwarming van woningen, gebouwen en bijvoorbeeld kassen.
Aardwarmte
Aardwarmte ontstaat in de kern van de aarde. Op zeer grote diepte (vanaf 500 meter) zit bruikbare aardwarmte.
Nulenergiewoning
Een huis dat met een normaal leefpatroon en normaal comfort over een heel jaar gezien evenveel energie gebruikt als dat het zelf opwekt.
Energielabel
Het energielabel is een label dat volgens verschillende Europese richtlijnen moet worden meegeleverd bij de verkoop van onder andere auto’s, elektrische apparaten, lampen en gebouwen. Dit label is een maatstaf voor de consument om te zien hoe zuinig, milieuvriendelijk en/of energiebesparend het aangekochte product.

Eindopdracht: Video maken

Als eindopdracht ga je een kort promotiefilmpje maken om jouw Top 3 van bespaartips te delen.
Je kunt deze opdracht samen doen met een klasgenoot.

Stel een lijstje met drie bespaartips op.
Geef aan welke tip je op nummer 1 zet, welke op nummer 2 en welke op nummer 3.
Geef voor elke tip aan waarom je die tip gekozen hebt en waarom deze tip op die plaats staat.

Maak nu een kort promotiefilmpje voor YouTube. Hoe je zoiets aanpakt, kun je lezen in de gereedschapskist.

  • Vertel hierin waarom je het belangrijk vindt dat we proberen zuinig met energie te zijn.
  • Leg uit welke drie tips je hebt voor mensen die op hun energiegebruik willen besparen.
  • Leg duidelijk uit hoe ze kunnen besparen, laat het ook in beelden zien.

Als het klaar is, kunnen jullie het filmpje natuurlijk ook echt op YouTube zetten!

Beoordeling
Laat het filmpje met bespaartips beoordelen door je docent.

Bij de beoordeling let je docent op:

  • inhoud: laat je filmpje zien dat je begrepen hebt hoe belangrijk energiebesparing is? Is het duidelijk waarom je voor die drie tips gekozen hebt?
  • vorm: is het filmpje met zorg gemaakt? Bevat het passende beelden? Is het inspirerend voor anderen, die ook willen besparen op energie?

Video maken

Video kan voor veel dingen gebruikt worden bijvoorbeeld om iets uit te leggen, een project te evalueren of mensen te interviewen.        

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Wat vond je van de tips van Melvin? Vind je ze echt energiezuiniger?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Waarom moet je eerst investeren voordat je besparing wat oplevert?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je die tijd ook nodig voor het beantwoorden van de vragen en het maken van een YouTube-filmpje?
  • Inhoud
    Wat was jouw uitslag van de bespaartest? Kun je nog een flink bedrag besparen?
    Ga je tips thuis ook echt bespreken en uitvoeren?
  • Eindopdracht
    Hoe ging het maken van het filmpje?
    Hadden jullie originele bespaartips die jullie duidelijk in beeld hebben gebracht?
     

Nederland en Frankrijk

Nederland en Frankrijk

Intro

In Nederland wordt elektriciteit heel anders opgewekt dan in Frankrijk. Er zijn overeenkomsten tussen beide landen, maar vooral grote verschillen. De verschillen zijn deels te verklaren uit de geografische omstandigheden in beide landen.

In deze video worden de bronnen van energie in Nederland en Frankrijk met elkaar vergeleken.

Wat is een voordeel en een nadeel van het gebruik van aardgas als energiebron?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • beschrijven met welke energiebronnen de meeste elektriciteit in Nederland wordt opgewekt;
  • beschrijven met welke energiebronnen de meeste elektriciteit in Frankrijk wordt opgewekt;
  • de ligging van enkele bekende centrales in Nederland en Frankrijk herkennen;
  • minimaal twee bijzondere Franse elektriciteitscentrales noemen;
  • uitleggen waarom kernenergie in Frankrijk duurder is dan windenergie.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest over het gebruik van verschillende energiebronnen in verschillende Nederlandse elektriciteitscentrales. Je beantwoordt er vragen over.
Stap 2 Je leest over andere vormen van energiewinning in Nederland (kernenergie, wind- en waterkracht). Je zoekt op websites naar antwoorden op vragen.
Stap 3 Je vergelijkt tabellen van gebruikte brandstoffen in centrales in Frankrijk en Nederland. Je beantwoordt er vragen over.
Stap 4 Je leest over gebruikte energiebronnen en de ligging van verschillende Franse energiecentrales. Je beantwoordt er vragen over.
Stap 5 Je gaat met klasgenoten in discussie over al of niet voortzetting van kerncentrales in Frankrijk of het gebruik van alternatieve bronnen. Na de discussie maak je een sleepoefening.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over energiewinning in Nederland en Frankrijk.
Eindopdracht A Kies je voor opdracht A: maak dan de toets 'Nederland en Frankrijk'
Eindopdracht B Kies je voor opdracht B: geef dan op een kaart van Nederland en een van Frankrijk aan waar de energiecentrales zich bevinden en maak een legenda bij elke kaart. Vergelijk en beoordeel de kaarten samen met klasgenoten.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap1: Elektriciteitscentrales NL

De meeste elektriciteitscentrales in Nederland worden met gas gestookt, maar er wordt ook steenkool gebruikt als brandstof. Er was tot 2018 maar één elektriciteitscentrale in Nederland die alleen op kolen werd gestookt. Dat is de Hemwegcentrale in Amsterdam. Deze centrale werkt nu volledig op aardgas.
In andere kolencentrales wordt met biomassa en/of gas bijgestookt. Dat zijn de combicentrales.

Een van de grotere centrales is de Clauscentrale. Deze heeft een paar jaar stil gelegen, ook vanwege onderhoudswerkzaamheden. De centrale is sinds 2020 weer operationeel vanwege de grotere energiebehoefte en de gestegen stroomprijzen.

Andere bekende elektriciteitscentrales zijn de Maasvlaktecentrale op de Maasvlakte bij Rotterdam, de Eemscentrale bij Eemshaven en de Amercentrale in Geertruidenberg.

Stap 2: Energiewinning NL

Kerncentrale

Nederland heeft maar één werkende kerncentrale, die in Borssele.
De kerncentrale kreeg in 1973 een vergunning voor dertig jaar. Die vergunning is inmiddels verlengd tot 2033, ondanks protesten van Greenpeace en lokale politieke partijen.

Het vermogen van de kerncentrale in Borssele (485 MW) is te vergelijken met een middelgrote elektriciteitscentrale die op gas gestookt wordt. Drie procent van de totale Nederlandse elektriciteitsproductie komt uit de centrale in Borssele.

Bestudeer ook de pagina in de Kennisbank over kernenergie.

Kernenergie

Windmolenparken op zee

De moderne windmolens heten windturbines. De energie van de wind krijgt vat op de molenwieken en laat de as van de turbine draaien. Een generator zet de bewegingsenergie van de as om in groene stroom.

Er zijn al verscheidene windmolenparken op de Noordzee en er zullen er meer bijkomen. Bekijk op deze site waar ze zich bevinden en hoeveel Gigawatt (GW) ze opleveren.
In 2030 zal er ca.11 GW aan windparken op zee staan. Deze leveren dan 8,5% van alle energie in Nederland en 40% van ons huidige elektriciteitsverbruik.

Op deze site kun je zien hoeveel windenergie er op een dag gemaakt wordt in Nederland.

Waterkrachtcentrales

Waterkrachtcentrales zijn elektriciteitscentrales die stromend of neerstortend water gebruiken om een turbine in beweging te brengen. Ze bevinden zich in stromen en rivieren, soms met een kunstmatige dam.

Nederland heeft vier grotere waterkrachtcentrales: in Hagestein, Maurik, Linne en Alphen.
Hoeveel vermogen ze opbrengen, kun je zien op deze site.

Stap 3: Elektriciteitscentrales FR

Frankrijk is zestien keer zo groot als Nederland en er wonen vier keer zoveel mensen.
Het land heeft ook veel meer elektriciteitscentrales dan Nederland.

Bekijk in de tabel welke brandstoffen worden gebruikt in de Franse elektriciteitscentrales.
Vergelijk de tabel met de gegevens over Nederland.

Gebruikte brandstof in elektriciteitscentrales - Frankrijk

Hoofdbrandstof Vermogen in MW Vermogen in %
Uranium 63.130 49,05
Waterkracht 25.388 19,72
Gas 10.520 8,17
Olie 9.374 7,28
Kolen 7.914 6,15
Wind 7.449 5,78
Zonnestroominstallaties 3.515 2,73
Overig (o.a. biomassa) 1.390 1,08

Cijfers van 2016

Gebruikte brandstof in elektriciteitscentrales - Nederland

Hoofdbrandstof Vermogen in MW Vermogen in %
Gas 15.139 68,21
Combi 3.313 14,75
Wind 2.206 9,82
Kolen 630 2,8
Uranium 483 2,15
Zonnestroominstallaties 347 1,54
Biomassa 121 0,53
Waterkracht 37 0,16

Cijfers van 2016

Maak de volgende oefening.

Stap 4: Energiewinning FR

Frankrijk heeft wel negentien kerncentrales voor het opwekken van elektriciteit en er komen er nog meer bij.
Enkele bekende kerncentrales zijn die van Cattenom (bij de grens met Luxemburg) en Gravelinnes (aan de kust bij Duinkerken). De centrale van Chooz (bij de grens met België) omvat twee reactoren, die elk 1.500 MW leveren.

Bijzonder is de opwerkingsfabriek in La Hague. Gebruikte splijtstaven uit andere kerncentrales (ook uit Nederland) worden naar La Hague vervoerd en daar weer opgewerkt zodat ze opnieuw gebruikt kunnen worden. Opwerken is het terugwinnen van nog bruikbare splijtstof uit gebruikte kernbrandstof.

FIL-Centrales-Francaises

Aardwarmte

Je kunt ook warmte - en dus energie winnen -  uit droge, hete gesteenten die diep in de grond zitten.
Om de warmte naar boven te halen, wordt er een netwerk van spleten in de bodem gemaakt waardoor water kan worden rondgepompt. Er wordt koud water naar beneden gepompt, dat warmt op in het gesteente en komt weer naar boven, waar het zijn warmte kan afgeven.
Dit principe van warmtewinning uit hete, droge gesteenten is uitgetest in Soultz-sous-Forêts.

Getijdencentrale

In de getijdencentrale in La Rance bij Saint Malo wordt energie gewonnen door het verschil tussen eb en vloed te gebruiken.
Op de open oceaan is het hoogteverschil tussen eb en vloed maar enkele decimeters, maar aan de kust bij Saint Malo kan het hoogteverschil van het zeewater enkele meters zijn. Dat komt door de bijzondere vorm van de trechtervormige inhammen aan deze kust. Dat hoogteverschil is genoeg om het hoge water bij vloed achter een dam te vangen en dit bij laag water via turbines die aan generatoren gekoppeld zijn, terug te laten lopen in zee.
In Nederland wordt sinds 2015 bij de Oosterscheldedam ook energie opgewekt.

Zonne-energie

In Nederland wordt zonne-energie op (relatief) kleine daken opgewekt. Ook komen er steeds meer grote velden met zonne-energiepanelen. In Frankrijk echter staan vele duizenden zonnepanelen op velden, bijvoorbeeld bij Sainte Tulle en bij Narbonne.

Maak de volgende oefening.

Stap 5: Kernenergie of een alternatief

Zou het niet een goed idee zijn om met de landen van de Europese Unie samen voor onze energiebehoefte te zorgen? Dan kunnen we in Spanje en Portugal de zon optimaal gebruiken en de wind in Nederland en Duitsland.

In 2015 maakte de EU een plan voor een energie-unie. Door een groot netwerk van pijpleidingen en kabels moet de energie door Europa kunnen stromen. En dat moet dan groene energie worden. Er zouden dan misschien minder kerncentrales in Frankrijk nodig zijn. Zijn de Fransen daar blij mee?

Bekijk de video: Energie-Unie: Europa wil wel maar het lukt nog niet

  • Bedenk samen argumenten waarom de kerncentrales in Frankrijk open moeten blijven.
  • Bedenk ook voor wie dat een voordeel is.
  • Bedenk daarna samen argumenten waarom de kerncentrales in Frankrijk moeten sluiten.
  • Bedenk ook hier weer wie er voordeel van hebben dat de centrales sluiten.
  • Geef bij voor en tegen aan welk argument je het belangrijkst vindt.

In de klas voeren jullie een discussie. De stelling is: over vijf jaar moet en kan de kerncentrale van het Franse stadje sluiten.

Er zijn twee groepen:

  1. Een groep mensen die in een stadje dicht in buurt van een kerncentrale in Frankrijk wonen en werken.
  2. Een groep mensen die tegen kernenergie zijn en die komen demonstreren in het stadje.

Gebruik de argumenten die jullie hebben bedacht.

Debat voeren

Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.

 

Maak als afsluiting nog de volgende oefening.

Afronding

Begrippen

Energiebonnen

Duurzame energie
Duurzame energie, groene energie of hernieuwbare energie is energie waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken en waarbij, door het gebruik ervan, het leefmilieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld.
Zonnepanelen
Deze panelen zetten zonne-energie rechtstreeks om in elektriciteit.
Zonnecollectoren
Zonnecollectoren vangen de warmte van de zon op en gebruiken deze om water te verwarmen.
Windmolens
Windmolens zijn molens die de bewegingsenergie van de lucht (wind) omzetten in rotatie-energie van de wieken, die dan nuttig kan worden gebruikt, bijvoorbeeld voor het opwekken van elektriciteit, het omzetten naar warmte, het malen van graan of het verplaatsen van water.
Biomassa
Plantaardig en dierlijk (rest)materiaal dat als grondstof wordt gebruikt voor de energieopwekking of direct als biobrandstof.
Bodemwarmte
Bodemwarmte halen we tot 100 meter diepte uit de bodem. De warmte wordt gebruikt voor verwarming van woningen, gebouwen en bijvoorbeeld kassen.
Aardwarmte
Aardwarmte ontstaat in de kern van de aarde. Op zeer grote diepte (vanaf 500 meter) zit bruikbare aardwarmte.
Nulenergiewoning
Een huis dat met een normaal leefpatroon en normaal comfort over een heel jaar gezien evenveel energie gebruikt als dat het zelf opwekt.
Energielabel
Het energielabel is een label dat volgens verschillende Europese richtlijnen moet worden meegeleverd bij de verkoop van onder andere auto’s, elektrische apparaten, lampen en gebouwen. Dit label is een maatstaf voor de consument om te zien hoe zuinig, milieuvriendelijk en/of energiebesparend het aangekochte product.
Kernenergie
Kernenergie of nucleaire energie is energie opgewekt door kernreacties, de reacties waarbij atoomkernen zijn betrokken. Kernenergie komt in alle gevallen beschikbaar in de vorm van warmte, die in een kerncentrale in elektriciteit kan worden omgezet.
Getijdenwarmte
Energie gewonnen uit water door het verschil tussen eb en vloed te gebruiken.

Eindopdracht A: Toets

Kies je voor eindopdracht A dan maak je de toets 'Nederland en Frankrijk'.
De toets bestaat uit gesloten vragen. Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.

Eindopdracht B: Kaart tekenen

In de eindopdracht ga je de ligging van een aantal energiecentrales in kaart brengen, zowel in Nederland als in Frankrijk.

Download het werkblad Nederland-Frankrijk.
Op de eerste pagina zie je een kaart van Nederland.
Zorg ervoor dat je weet wat de verschillende symbolen op de kaart betekenen.
Maak een legenda bij de kaart en geeft de ligging van de genoemde centrales aan.

Op de tweede pagina van het werkblad staat een kaart van Frankrijk.
Op de kaart van Frankrijk staan enkele symbolen die je ook op de kaart van Nederland bent tegengekomen, maar ook enkele nieuwe symbolen. Maak een legenda voor de symbolen bij de kaart. Geef op de kaart de ligging van de genoemde centrales aan.

Beoordeling
Jullie gaan elkaars ingevulde kaarten beoordelen. Vergelijk je ingevulde kaarten met die van een klasgenoot.

  • Hebben jullie een eenduidige weergave van de centrales?
  • Zijn jullie legenda's gelijk?

Bespreek eventuele verschillen.

Kaart tekenen

Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.  

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de video bekeken?
    Heb je al verschil opgemerkt in gebruik van energiebronnen tussen Nederland en Frankrijk?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aangeven waarom Frankrijk wel gebruikmaakt van getijdenstroom en Nederland niet?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Kun je enkele verschillen in opwekken van elektriciteit in Nederland en Frankrijk opschrijven?
  • Eindopdracht A of B
    Heb je de toets gemaakt en had  je een goede score?
    Of heb je de andere eindopdracht gemaakt? Waren de kaarten van de klasgenoot op dezelfde wijze ingevuld?

Energietransport

Energietransport

Intro

Elektriciteit komt via kabels de huizen binnen, gas via ondergrondse buizen.
De vraag naar elektriciteit en gas is niet altijd precies hetzelfde. Die verschilt per seizoen.

Dus ook het aanbod van energie moet per seizoen kunnen variëren.
In de winter is er bijvoorbeeld meer gas nodig om gebouwen te kunnen verwarmen.
Dat betekent dat er reservevoorraden moeten zijn of dat energie moet worden aangevoerd uit het buitenland.

Bekijk ter introductie van de opdracht deze video over het transport van elektriciteit.
Heb je bij jou in de buurt ook een transformatorhuisje? Waaraan herken je dat?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • beschrijven hoe elektriciteit verspreid wordt vanuit de centrale naar de verbruiker;
  • beschrijven welke weg gas aflegt vanaf de winning tot aan de consument;
  • uitleggen waarom het aanbod van wind- en zonne-energie niet constant is;
  • uitleggen waarom de vraag naar gas en elektriciteit niet altijd hetzelfde is.  

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest de vragen ter voorbereiding. Daarna lees je de teksten over het elektriciteitsnet en het gasnet. Je maakt vast aantekeningen en bekijkt ook een video.
Stap 2 Je leest hoe het in de praktijk gaat met de vraag naar en distributie van gas en elektriciteit. Je beantwoordt zes vragen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over energietransport.
Eindopdracht A Kies je voor opdracht A: maak dan de toets 'Energietransport'.
Eindopdracht B Kies je voor opdracht B: maak dan het 'Energietransportspel'.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Het elektriciteit- en gasnet

In deze stap vind je veel informatie over het elektriciteitsnet en het gasnet in Nederland.

Lees voor je begint de zes vragen. Lees daarna de teksten en bekijk de video.
Probeer tijdens het kijken en lezen de antwoorden op de vragen te vinden en maak aantekeningen. Aan het eind van stap 2 geef je antwoord op de vragen.

  1. Uit welke bronnen komt het gas voor de Nederlandse huishoudens?
  2. Hoe hoog kan de spanning zijn (in kVolt) op de draden van het hoogspanningsnet?
  3. Waarvoor dient de Gate Terminal op de Maasvlakte in Rotterdam?
  4. Waarom is ´s zomers de waterstand van de rivieren belangrijk voor de elektriciteitscentrales?
  5. Waarom is de toevoer van groene stroom (uit wind en zon) niet stabiel?
  6. Waarom kun je als afnemer van groene stroom toch soms stroom uit een Franse kerncentrale krijgen?

Het elektriciteitsnet

Hoogspanning
In de elektriciteitscentrales wekken turbines stroom op met een spanning van 10.000 volt. Met transformatoren kan die wisselspanning worden verhoogd of verlaagd. Als de stroom de centrale verlaat, is de spanning flink opgevoerd: met een spanning tot 380.000 volt (= 380 kVolt) verlaat de stroom de centrale. Dit doet men omdat er bij een hogere spanning minder energie verloren gaat. De stroom wordt verdeeld over alle gebruikers via een uitgebreid netwerk. Het eerste gedeelte daarvan is het hoogspanningsnet.

Van 380 kilovolt naar 230 volt
Het hoogspanningsnet is gekoppeld aan het middenspanningsnet. Bij de koppeling van netwerken bevinden zich verdeelstations. In die verdeelstations verlagen transformatoren de spanning naar 25.000 volt, de zogenaamde middenspanning. Vandaar gaat de stroom in Nederland verder via ondergrondse kabels. In tussenstations wordt de spanning verder verlaagd naar (meestal) 10.000 volt. Deze gaat naar de transformatorhuisjes. Daar wordt de spanning teruggebracht tot industriespanning (700 volt), krachtstroom (400 volt) of lichtnetspanning (230 volt). Deze laagspanning gaat naar de bedrijven, instellingen en huishoudens.

Koppelingen tussen centrales
De elektriciteitscentrale stuurt zijn elektriciteit het distributienet in. Elke centrale heeft een eigen distributienet.
Daarnaast zijn de centrales in Nederland met elkaar verbonden via het zogenaamde koppelnet. Zo kan een tijdelijk tekort bij centrale A worden opgelost door centrale B. Dit koppelnet strekt zich uit tot over onze grenzen, zodat wij in piekuren gebruik kunnen maken van de centrales in het buitenland.
Nederland heeft vijf verbindingen over het land met België en Duitsland. Met Duitsland zijn dat er vier. Duitsland en België zijn op hun beurt met andere landen verbonden. Via zeekabels is Nederland ook verbonden met Noorwegen en Groot-Brittannië.
Grote energieleveranciers (van gas en/of stroom) zijn: Essent, Eneco, Nuon, Engie Electrabel en E-ON (Duits bedrijf). De grootste leveranciers hebben eigen elektriciteitscentrales.
De beheerder van het netwerk van 110 kilovolt en hoger (hoogspanningsnet) is Tennet. Tennet is in handen van de overheid. Netwerkbeheerders onder 110 kV zijn: Liander, Enexis en Stedin. Zij beheren meestal ook de gasnetten.

 

Het gasnet

Het Nederlandse gasnetwerk is, net als het elektriciteitsnetwerk, verdeeld in verschillende netwerken.

Hogedrukgastransportnetwerken transporteren grote hoeveelheden gas direct van het Groningse gasveld naar de regionale gasnetwerken en naar grote eindgebruikers. De regionale netwerken leveren het gas af bij de huishoudens.
Het hogedruknetwerk is in handen van Gasunie, een bedrijf van de Nederlandse staat.
De regionale netwerken zijn eigendom van regionale netbeheerders zoals Stedin, Liander of Enexis.

Op de kaart is het Gasunienetwerk weergegeven. Je ziet de leidingen, mengstations en compressorstations.
De totale lengte van alle leidingen is meer dan 15.000 kilometer!

Stap 2: Zo gaat het in de prakijk

Zomer

Het is zomer, de zon schijnt veel in Duitsland en de temperatuur ligt rond 30 graden. In Duitsland zijn veel zonnepanelen. Deze wekken nu extra veel stroom op. Op zee profiteren de windmolens van de flinke wind die er staat. Het regent weinig, de rivierstanden dalen en de watertemperatuur stijgt sterk. De conventionele elektriciteitscentrales hebben te weinig koelwater en kunnen minder elektriciteit leveren. Ook de waterkrachtcentrales in de rivieren leveren weinig stroom. De hoeveelheid water in de rivier is veel minder dan in de winter. Daarom schakelen de netbeheerders over op andere stroombronnen. Bijvoorbeeld groene stroom uit Nederland en Duitsland. De kolen- en gascentrales worden dan op een laag pitje gezet, omdat de groene stroom goedkoper is. In deze periode hoeven mensen hun huizen niet te verwarmen, waardoor er minder gas verbruikt wordt dan in de winter, het gas stroomt dus langzamer door de pijpleidingen.

Winter

Het is winter en het is koud. Het gasverbruik stijgt enorm. De Nederlandse gasbronnen kunnen de vraag bijna niet aan. Er wordt extra gas uit Noorwegen en Rusland in de leidingen gepompt. Ook in Rotterdam ligt extra gas opgeslagen in de Gate Terminal Rotterdam. Dit vloeibare gas komt per schip uit Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Waar het gas voor jouw huis precies vandaan komt, is dus niet met zekerheid te zeggen.
Omdat het lang donker en koud is, stijgt ook het elektriciteitsverbruik. De aanvoer van groene stroom uit zonnepanelen is veel lager dan in de zomer. De aanvoer van windenergie is onregelmatig. De netbeheerders moeten dan dus grijze bronnen bijschakelen. In een koude winter kan het dus zijn dat je grijze stroom krijgt in plaats van groene. Die grijze stroom kan ook uit Franse kerncentrales komen.

Geef nu antwoord op de zes vragen.

Afronding

Begrippen

Energiebonnen

Duurzame energie
Duurzame energie, groene energie of hernieuwbare energie is energie waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken en waarbij, door het gebruik ervan, het leefmilieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld.
Elektriciteitsnet
Het elektriciteitsnet is het stelsel van elektrische leidingen dat wordt gebruikt om elektriciteit te transporteren van de elektriciteitscentrales naar de eindgebruikers, en tussen centrales onderling.
Gasnet
Het gasnet is het stelsel van gasleidingen, dat wordt gebruikt om gas te transporteren direct van het Gronings gasveld naar regionale gasnetwerken en grootverbruikers.
Grijze stroom
Grijze stroom is stroom opgewekt uit fossiele brandstoffen zoals gas, aardolie en kolen. Niet duurzaam dus.
Groene stroom
Groene stroom is stroom opgewekt uit duurzame energiebronnen, zoals wind-, water of zonkracht, biomassa of bodem en- of aardwarmte.

 

Eindopdracht A: Toets

Kies je voor eindopdracht A, dan maak je een toets.
De toets bestaat uit enkele gesloten vragen.
Na het beantwoorden van de vragen zie je je score.

Eindopdracht B: Spel maken

Je hebt inmiddels het transport van verschillende vormen van energie bestudeerd.
Als eindopdracht maak je samen met een klasgenoot een spel met als titel 'Energietransport'.

Jullie gaan als volgt te werk:

  • Een van jullie bedenkt negen begrippen die horen bij transport van elektriciteit vanaf de bron naar jullie huis. Schrijf die woorden op kaartjes van 3 x 3 cm. Zoek negen foto’s of afbeeldingen die bij die woorden horen en plak die op andere kaartjes met hetzelfde formaat. Je kunt de kaartjes ook zelf illustreren.
  • De ander bedenkt negen begrippen die horen bij transport van gas vanaf de bron naar jullie huis. Schrijf die woorden op kaartjes van 3 x 3 cm. Zoek negen foto’s of afbeeldingen bij die woorden en plak die op andere kaartjes met hetzelfde formaat. Je kunt de kaartjes ook zelf illustreren.

Samen moeten de begrippen en de foto’s het verhaal vertellen van het transport van elektriciteit en gas.

Hussel je kaartjes door elkaar en geef ze aan een andere klasgenoot. Hij of zij moet niet alleen de begrippen en de foto's bij elkaar zoeken, maar ook de weg die de elektriciteit of het gas aflegt op de goede volgorde leggen.

Klaar?
Laat je spel op tafel liggen, zodat de docent het eindproduct kan beoordelen.  Je kunt er ook een foto van maken en die door je docent laten beoordelen.

Beoordeling
Overleg met de docent hoe het eindproduct beoordeeld wordt. Bij de beoordeling zal de docent letten op:

  • inhoud: vormen de begrippen en afbeeldingen één geheel? Zijn afbeeldingen en begrippen goed op elkaar afgestemd?
  • vorm: hebben jullie het spel op creatieve wijze gemaakt? Ziet het er verzorgd uit?
  • taalfouten: bevatten de begrippen geen taalfouten?

 

Spel maken

Een spel is een creatieve manier om informatie te presenteren. Een deel van de lesstof verwerk je in een spel en door deze te spelen onthoud je de kennis beter. Er zijn veel verschillende soorten spellen waarin je informatie kunt verwerken. Denk bijvoorbeeld aan ganzenbord, memory, galgje, een kaartspel, een dominospel, enzovoorts.

 

Kwartet maken

Een kwartetspel is een creatieve manier om informatie te presenteren.

 

Terugkijken

Intro

  • Heb je de introductievideo bekeken?
    Kun je uitleggen waarom de vraag naar elektriciteit en gas varieert per seizoen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de weg omschrijven die elektriciteit aflegt vanaf de centrale tot aan je huis?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je voldoende tijd om te oefenen en het spel in de eindopdracht te maken?
  • Inhoud
    Heb je na het lezen van de teksten de vragen in Stap 2 kunnen beantwoorden? Vond je het moeilijke vragen?
  • Eindopdracht
    Heb je gekozen voor het maken van het spel als eindopdracht? 
    Is het jullie gelukt afbeeldingen en omschrijvingen op elkaar af te stemmen? Is het spel goed beoordeeld door de docent?

Energiecase: Brazilië

Energie-case: Brazilië

Intro

Brazilië is een interessant land om eens te bekijken, als het om energie gaat.
In Nederland gaan we steeds meer duurzame energie gebruiken, in Brazilië doen ze dat al jaren.

Maar er is in Brazilië de laatste jaren wel veel veranderd op het gebied van energieverbruik en energieproductie. Helaas heeft dit grote gevolgen voor de natuur en de oorspronkelijke bewoners van het gebied.

Bekijk deze video over de economische groei in Brazilië.
Waarom zijn de bewoners tegen het kappen van de bomen?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven door welke natuurlijke omstandigheden het duurzaam energiegebruik in Brazilië zo is gegroeid;
  • herkennen dat dit gevolgen heeft voor de welvaart en economische groei in het land;
  • omschrijven welke nadelige gevolgen de stijging van de welvaart en de vondst van olie hebben gehad voor de bevolking en het land.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Lees de teksten over de groene energie die Brazilië voornamelijk uit natuurlijke energiebronnen haalt. Bekijk de video over de grote Itaipu dam. Bepaal wie er welke uitspraak zou doen over de bouw van de Belo Monte dam.
Stap 2 Lees over de welvaart en de economische groei van Brazilië en over de keerzijde van deze groei. Zet zinnen over dit onderwerp in de juiste volgorde.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over natuurlijke energiebronnen en welvaart in Brazilië.
Eindopdracht Je houdt met vier klasgenoten een gesprekje van 3 minuten. Een ieder van jullie verplaatst zich in een inwoner van Brazilië en geeft een mening over de energie-ontwikkelingen en de welvaart in Brazilië. Hoe beïnvloedt dat 'jouw' leven?
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Energiebronnen in Brazilië

Bestudeer eerst een kaart van Brazilië. Houd de kaart bij de hand bij het lezen van teksten.

Het grootste deel van de Braziliaanse energie komt uit groene energiebronnen.
De natuurlijke omstandigheden in het land maken dat mogelijk.
Door Brazilië stromen bijvoorbeeld veel rivieren met grote hoogteverschillen.
Ook is er ontzettend veel vruchtbare grond waarop biobrandstoffen verbouwd kunnen worden.
Aan zon en wind is er geen gebrek.
Slim gebruikmaken van deze mogelijkheden kan veel energie opleveren.

Bekijk de volgende informatie over energiebronnen in Brazilië.

Waterkracht

Het grootste deel van de productie van duurzame energie in Brazilië, meer dan 70%, komt uit waterkracht. Er zijn dammen gebouwd in rivieren, waardoor er stuwmeren ontstaan zijn. Door de dam valt water naar beneden, het vallende water drijft turbines aan die energie opwekken: hydro-elektriciteit.

Een van de grootste leveranciers van waterkracht is de Itaipudam. De Itaipudam is 7,7 kilometer lang en 196 meter hoog. Het is de op een na grootste waterkrachtcentrale ter wereld. Alleen de Drieklovendam in China is groter. De centrale produceert 90% van de elektriciteit voor Paraguay en 19% elektriciteit voor Brazilië.
Deze dam bevindt zich in de rivier de Paraná op de grens van Brazilië en Paraguay. Hij wordt wel beschouwd als een van de zeven moderne wereldwonderen.
Het stuwmeer dat door de aanleg van de stuwdam is ontstaan, heeft een oppervlakte van 1350 km² en is 170 kilometer lang.

Bekijk de video over de Itaipu Dam.

 

​Bio-ethanol

Bio-ethanol is een biobrandstof die wordt gemaakt uit planten. In het geval van ethanol is dat suikerbiet, suikerriet of graan. Brazilië gebruikt vooral suikerriet. Bio-ethanol wordt gebruikt als vervanging voor benzine.

In Brazilië wordt al sinds ongeveer 1975 ethanol gebruikt als brandstof. Alle (benzine)auto’s kunnen er op een mengel van benzine en ethanol rijden: 75% benzine en 25% ethanol. De nieuwe auto’s in Brazilië kunnen op alle mengsels van benzine en ethanol rijden. Ze kunnen ook op pure benzine of ethanol rijden. Ethanol is in Brazilië bijna 40% goedkoper dan de (gemengde) benzine.
Dieselauto’s in Brazilië rijden op een mengsel van biodiesel en gewone diesel. Biodiesel wordt gemaakt van maïs, koolzaad, palmolie of soja. In Brazilië wordt vooral soja gebruikt.

Brazilië loopt wereldwijd voorop in het gebruik van biobrandstoffen. Van de brandstof die gebruikt wordt voor het wegtransport in het land, is ongeveer 23% biobrandstof. Ter vergelijking: in de rest van de wereld is dat percentage ongeveer 3%.
De reden dat Brazilië vooroploopt met het gebruik van biobrandstoffen moet je zoeken bij de oliecrisis van 1975.
De regering van Brazilië besloot toen dat het minder afhankelijk wilde zijn van olie en gas uit het buitenland. Het maken van brandstof uit suikerriet was een goed alternatief. Er was in Brazilië veel grond beschikbaar voor grote suikerrietplantages. Ook waren er voldoende goedkope arbeidskrachten die op die plantages konden werken.
De regering werkte goed samen met de auto-industrie en ondersteunde de nieuwe brandstof ook financieel. Zo werkte Brazilië zich langzaam op als een expert op het gebied van ethanol.

 

Nadelen van hydro-elektriciteit

De duurzame energiebronnen van Brazilië hebben niet alleen maar voordelen. Als er weinig regen valt, zakt het waterpeil van de rivieren en is er minder waterkracht. In 2001 daalde de productie van hydro-elektriciteit enorm. Dat was een gevolg van een tekort aan neerslag in de jaren ervoor. Door een beter water- en landschapsbeheer zijn die problemen opgelost.

Een ander nadeel van hydro-elektriciteit is dat het bouwen van enorme stuwdammen in het Amazonegebied grote gevolgen heeft voor de mensen die in dat gebied wonen.
Neem als voorbeeld de aanleg van de Belo Montedam in de Xingu, een grote zijrivier van de Amazone. Naar schatting verwoest de bouw van deze dam zo'n 500 km2 tropisch regenwoud, omdat dat onder water komt te staan. Een ander deel van de Xingu zal juist opdrogen. Meer dan twintigduizend inheemse bewoners moeten verhuizen. Landbouw en visserij wordt onmogelijk in deel van het gebied, waardoor nog eens dertigduizend mensen hun baan verliezen. Bovendien is de rivier een belangrijke transportroute en kunnen mensen door de dam worden geïsoleerd van andere gemeenschappen.
Er zijn dan ook regelmatig protesten tegen de bouw van de dam. Bijvoorbeeld van vertegenwoordigers van bedreigde indianenstammen. Mensenrechtenorganisaties als Amnesty International steunen deze protesten.

 

Nadelen productie biobrandstoffen

Ook aan de productie van biobrandstoffen kleven nadelen. De grondstoffen die ervoor nodig zijn moeten geteeld worden op vruchtbare landbouwgrond. Doordat de vraag naar soja toeneemt, is er steeds meer landbouwgrond nodig. Hierbij ontstaan vaak conflicten met de inheemse bevolking, die soms wordt gedwongen om land af te staan.
Verder wordt er veel bos gekapt om er landbouwgrond van te maken. In het Amazonegebied gaat dat jaarlijks om 600.000 hectare. Dit heeft grote gevolgen voor de biodiversiteit, de soortenrijkdom aan dieren en planten in die gebieden.

Een voorbeeld van bedreigde natuur is het Amazonewoud. Dit gebied herbergt de grootste verscheidenheid aan soorten ter wereld. In het tropisch regenwoud staan op één hectare grond (twee voetbalvelden) wel twee- tot driehonderd verschillende boomsoorten. Het regenwoud is hard nodig om broeikasgassen om te zetten in zuurstof.
Een ander voorbeeld is de Cerrado. Dit is de meest soortenrijke savanne ter wereld. Er leven unieke zoogdieren zoals de reuzenmiereneter, de capibara, het reuzengordeldier en de jaguar.
Beide gebieden worden in een hoog tempo vernietigd om plaats te maken voor de groeiende sojateelt.

Stap 2: Brazilië: economische groei

De laatste jaren is de economie van Brazilië enorm gegroeid. Het land heeft geprofiteerd van de toenemende globalisering en de lage lonen in eigen land. Er wordt van alles geproduceerd en geëxporteerd: van schoenen en computers tot olieplatforms, auto's en straalvliegtuigen. Ook op het gebied van dienstverlening, zoals telecommunicatie en financiële diensten, ontwikkelt Brazilië zich voorspoedig.

De regering stimuleert de economie door technopolen op te zetten. Een technopool is een samenwerkingsverband tussen universiteiten, onderzoekscentra en hightechbedrijven om onderzoek te verrichten en productie op te zetten.

De economische groei zorgt ervoor dat de welvaart in het land stijgt. Je ziet dat bijvoorbeeld aan de toename van het aantal auto’s en motoren in het land, maar ook aan de groei van de bevolking.
De groei van het aantal motorvoertuigen en de groei van de bevolking zorgen er mede voor dat Brazilië in de laatste vijf jaar is gaan behoren tot de groep van grootste klimaatvervuilers ter wereld.

In 2007 zijn er gigantische olie- en gasvelden gevonden, die van Brazilië in één klap een oliereus maken. De president van het land noemde de ontdekking 'een geschenk van God', dat het land op weg naar de ontwikkeling kon helpen.

Toch is niet iedereen positief. Een vertegenwoordiger van Greenpeace-Brazilië, zegt: "We beginnen met de exploitatie van olie en onze steden kreunen onder de auto's. Terwijl de rest van de wereld naar nieuwe energiemodellen zoekt, gaat Brazilië de andere kant op. Het baart ons zorgen dat de olie in Brazilië wordt gezien als de grote economische kans van de toekomst."

Ook de Braziliaanse natuurkundige en milieudeskundige José Goldemberg is teleurgesteld. Hij is al sinds de jaren zeventig een van de grote promotors van ethanol. Hij zegt: “De exploitatie van de olievoorraden is een stap terug in de geschiedenis. China richt zich nu volledig op zonne- en windenergie en probeert af te stappen van het gebruik van steenkool. Als we de uitstoot van de fossiele brandstoffen gaan verdubbelen, zijn we weer terug bij af.”

Bron: Trouw.


Maak nu de volgende oefening.

Afronding

Begrippen

Hydro-elektriciteit
Elektriciteit geproduceerd uit waterkracht. De elektriciteitsproductie in Brazilië is grotendeels gebaseerd op hydro-elektriciteit: ruim 85% van de opgewekte stroom is afkomstig van waterkrachtcentrales.
Bio-ethanol
Een biobrandstof die wordt gemaakt uit planten. In het geval van ethanol is dat suikerbiet, suikerriet of graan. In Brazilië wordt het gebruikt als motorbrandstof, als vervanging voor benzine.
Biobrandstoffen
Biobrandstof is een algemene verzamelnaam voor verschillende soorten brandstoffen die gemaakt worden uit biomassa.
Technopool
Een samenwerkingsverband tussen universiteiten, onderzoekscentra en hightechbedrijven om onderzoek te verrichten en productie op te zetten.

Eindopdracht: Wat vind jij?

Ter afsluiting van deze opdracht wisselen jullie met elkaar van gedachten over de economische groei en de ontwikkelingen op het gebied van energie in Brazilië .

Vorm een groepje van vier leerlingen. Eenieder van jullie verplaatst zich in een inwoner van Brazilië. Verdeel de rollen in:

  • een werkloze bouwvakker uit Belem;
  • een indiaan uit het Amazonegebied;
  • een medewerker van het ministerie van Economische Zaken;
  • een natuurbeschermer.

Schrijf eerst in steekwoorden op wat jouw inwoner vindt van de economische groei en de ontwikkelingen op het gebied van energie in Brazilië. Zijn deze ontwikkelingen goed voor Brazilië of heb je ook bedenkingen?

Elke spreker krijgt drie minuten de tijd om zijn mening hierover te delen met de anderen.
De andere 'inwoners' mogen vragen stellen. Probeer die - in je rol - serieus te beantwoorden.
Daarna is de volgende ‘inwoner’ aan de beurt. Ga zo door tot jullie alle vier geweest zijn.


Beoordeling
De docent zal jullie uiteenzetting beoordelen, alsook de steekwoorden die je hebt opgeschreven.
Bij de beoordeling let jullie docent op:

  • Blijkt uit de steekwoorden duidelijk wat je mening is over de richting waarin de Braziliaanse energievoorziening zich ontwikkelt?
  • Zijn je argumenten duidelijk?
  • Heb je je mening goed verwoord in het drieminuten-gesprek?

Terugkijken

Intro

  • Wat vond je van de video?
    Kun je uitleggen wat wordt bedoeld met de titel 'Brazilië worstelt met groei en groen'?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je omschrijven welke nadelige gevolgen de stijgende welvaart heeft voor Brazilië?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Kun je een omschrijving geven van de manier waarop met waterkracht energie wordt gewonnen in Brazilië?
  • Eindopdracht
    Vond je het rollenspel leuk om te doen? Is het gelukt om je standpunt duidelijk te maken?.

Zuidoost-Brazilië

Zuidoost-Brazilië

Intro

Van alle delen van Brazilië verbruikt Zuidoost-Brazilië de meeste energie.
Het is een groot, dichtbevolkt gebied, waar een sterke economische groei is en waar veel industrie is.

De welvaart is groot en dat heeft ook een keerzijde. Op grote schaal wordt in Brazilië veel bos gekapt.

Bekijk de video over de massale bomenkap in het Amazonewoud.
Kun je twee redenen noemen waarom er zoveel bomen gekapt moeten worden?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • twee redenen noemen waarom het zuidoosten van Brazilië zoveel energie verbruikt.
  • omschrijven hoe Zuidoost-Brazilië de meeste energie opwekt.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Aan de hand van foto's en omschrijvingen op een werkblad krijg je meer kennis over Zuidoost-Brazilië. Maak combinaties en laat deze door je docent nakijken.
Stap 2 Je leest over de groeiende welvaart en energiebehoefte in Zuidoost-Brazilië. Je maakt een oefening.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen hebben te maken met Zuidoost-Brazilië,
Eindopdracht Je maakt met een klasgenoot een fotoreportage over de energiebehoefte, het energiegebruik en de energieproductie in Zuidoost-Brazilië.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.



Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Brazilië

Zuidoost-Brazilië bestaat uit een aantal deelstaten. Hiervan vormen de volgende staten de regio Zuidoost-Brazilië:
Bahia, Espirito Santo,  Minas Gerais, Rio de Janeiro en São Paulo.
De regio heeft een oppervlakte van ca. 924.511 km². Dat is 10,87% van het  gehele Braziliaans grondgebied.

Zoek een kaart waarop Zuidoost-Brazilië te zien is. Gebruik eventueel Google earth
Kijk of je genoemde staten kunt vinden.

Download het Werkblad Zuidoost-Brazilië. Sla het Google-document op in je eigen omgeving zodat je het kunt bewerken.
Op het werkblad staan zeven foto's en bijschriften.
Ze geven je een indruk van de ligging, economische groei en energiebronnen van Zuidoost-Brazilië.

Je docent kan beoordelen of je de juiste combinatie hebt gemaakt.

Stap 2: Veel mensen, veel energie

De economie van Brazilië is sterk gegroeid in de afgelopen decennia.
Dat kun je aflezen uit de toename van het bruto nationaal product (bnp) van het land.
Het bnp is de waarde van alle goederen en diensten die het land in een jaar tijd maakt.
Tussen 1990 en 2003 bijvoorbeeld groeide in Brazilië het bnp per hoofd van de bevolking gemiddeld met 3,5%.

Ook na 2003 is de economie flink gegroeid. Door die groei is de welvaart toegenomen en daarmee ook de energiebehoefte.
Dat zie je vooral in Zuidoost-Brazilië, een dichtbevolkte regio met een sterk groeiende industrie. Van alle delen van Brazilië verbruikt Zuidoost-Brazilië het meeste energie.

Zuidoost-Brazilië heeft gelukkig uitgebreide mogelijkheden om waterkracht in te zetten voor de productie van elektriciteit. Daar maakt het land ruim gebruik van: bijna 75% van de energiebehoefte wordt gedekt met hydro-elektriciteit.

Afronding

Begrippen

Hydro-elektriciteit
Elektriciteit geproduceerd uit waterkracht. De elektriciteitsproductie in Brazilië is grotendeels gebaseerd op hydro-elektriciteit: ruim 85% van de opgewekte stroom is afkomstig van waterkrachtcentrales.
Bio-ethanol
Een biobrandstof die wordt gemaakt uit planten. In het geval van ethanol is dat suikerbiet, suikerriet of graan. In Brazilië wordt het gebruikt als motorbrandstof, als vervanging voor benzine.
Biobrandstoffen
Biobrandstof is een algemene verzamelnaam voor verschillende soorten brandstoffen die gemaakt worden uit biomassa.
Technopool
Een samenwerkingsverband tussen universiteiten, onderzoekscentra en hightechbedrijven om onderzoek te verrichten en productie op te zetten.
Bruto nationaal product
Het bnp per hoofd van de bevolking is een maat voor de welvaart van een land.

Eindopdracht: Fotoreportage

In de vorige stappen heb je gelezen over de energiebehoefte, het energiegebruik en de energieproductie in Zuidoost-Brazilië.

In de eindopdracht stel je samen met een klasgenoot een fotoboek samen met als onderwerp  'Energie in Zuidoost-Brazilië'. Door de foto's in een bepaalde volgorde te zetten en er tekst bij te schrijven, krijg je een logisch verhaal.

Jullie mogen gebruikmaken van de foto’s (met onderschriften) uit Stap 1.
De foto's kun je vinden in het werkblad Zuidoost-Brazilië.
Natuurlijk mag je ook zelf foto's zoeken en er tekst bijschrijven.
Zorg dat jullie reportage minstens zes foto's bevat.
Hoe je een fotoreportage maakt, kun je lezen in de gereedschapskist.

Beoordeling
Het fotoboek laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling wordt gelet op:

  • inhoud: laat het fotoboek zien waarom Zuidoost-Brazilië zoveel energie verbruikt en ook zoveel energie opwekt?
  • vorm: is het fotoboek met zorg gemaakt?
  • taalfouten: bevatten de teksten bij de foto's geen taalfouten?

Fotoreportage maken

Met een fotoreportage kun je een verhaal vertellen met behulp van foto’s.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen waarom in Zuidoost-Brazilië zo'n grote energiebehoefte is?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je voldoende tijd om de oefeningen te doen en een fotoreportage als eindopdracht te maken?
  • Inhoud
    Kun je wat meer vertellen over welke producten die Zuidoost-Brazilië exporteert?
  • Eindopdracht
    Vond je het leuk om met je klasgenoot een fotoreportage te maken over energie in Zuidoost-Brazilië?
    Is het gelukt om nog extra fotomateriaal te vinden of hebben jullie de bestaande afbeeldingen gebruikt?

Afsluiting

Kennisbanken

Het thema 'Energie' bestaat uit de volgende Kennisbanken:

Eindproduct

Je hebt negen energieopdrachten gemaakt en ongeveer alle aspecten van energie onder de loep genomen: opwekking, transport, gebruik, fossiele brandstoffen, kernenergie en duurzame energiebronnen. Bovendien kunt je de situatie in Nederland vergelijken met die in Frankrijk en Brazilië.
Ben je met deze kennis klaar voor de toekomst?

Samen met twee of drie klasgenoten maak je een collage van krantenkoppen of nieuwskoppen. De koppen drukken uit welke toekomst ons te wachten staat, volgens jullie.

In het eindproduct:

  • brengen jullie in kaart hoe onze energietoekomst zich kan gaan ontwikkelen.
  • tonen jullie de grootste kansen en mogelijkheden op energiegebied in de naaste toekomst.
  • noemen jullie de nadelen en risico's van de verschillende ontwikkelingen.
  • maken jullie een inschatting van wat ons te wachten staat en geven jullie aan waar jullie voorkeuren liggen.

Hoe gaan jullie te werk?

  1. Zet alle positieve ontwikkelingen (mogelijkheden en kansen) op een rijtje.
  2. Zet alle negatieve ontwikkelingen (risico's en bedreigingen) op een rijtje.
  3. Overleg in je groepje en maak een inschatting van jullie visie.
  4. Verzamel krantenkoppen voor jullie collage.

Ter voorbereiding / werkwijze

1. Mogelijkheden en kansen
In de opdrachten die je maakte zijn verschillende positieve ontwikkelingen aan de orde gekomen. Denk aan verminderen van ons energiegebruik (betere isolatie, zuiniger apparaten). Of nieuwe vormen van energieopwekking die schoner en duurzamer zijn (meer zonnecollectoren en -panelen, windmolenparken, enzovoort).
Maar ook op het gebied van de fossiele brandstoffen zijn er ontwikkelingen.

  • Bekijk de volgende video over een BENG-woning (= Bijna Energie Neutraal Gebouw)
  • Kijk terug naar de opdrachten die je al maakte.
  • Zet alle positieve ontwikkelingen die je daarin kunt vinden op een rij.

2. Risico’s en bedreigingen
De toekomst van onze energievoorziening kent niet alleen positieve kanten. De verschillende brandstoffen om energie op te wekken kennen hebben hun nadelen en soms zelfs gevaren.

3. Overleg in je groepje
Maak een inschatting welke kant het opgaat:

  • Ziet onze energietoekomst er zonnig uit?
  • Of voorspellen jullie een hoop ellende en narigheid?
  • Is er misschien nog een tussenweg: we modderen maar een beetje aan?
  • Welk toekomstscenario verwachten jullie?

Onderbouw jullie inschatting met argumenten.

4. Verzamel krantenkoppen: ze vertellen een verhaal
Je kent ze misschien wel, koppen als 'Algerije meldt grote olievondst', 'Warmtewerende ramen vangen zonne-energie op', 'Groene stroom benauwt energiebedrijven', 'CO2 in atmosfeer historisch hoog', 'Nederland blijft achter bij Europa's duurzame koers', 'Nederland loopt achter met vergroening', 'Britse Ikea gaat zonnepanelen verkopen', enzovoort.

Jullie gaan je toekomstvisie op energie uitdrukken in krantenkoppen. Die verzamel je op een groot vel papier.
Hoe je een collage maakt, kun je bekijken in de gereedschapskist.

  • Zoek krantenkoppen die aansluiten bij jullie opvatting en maak er een mooie collage van. Eentje waar het optimisme of het pessimisme vanaf spat, of misschien weten jullie toch een middenweg te vinden?
  • Je hoeft er niet een hele berg kranten voor door te spitten. Op internet is genoeg te vinden.
    Op www.kranten.com kun je met één zoekopdracht een heleboel Nederlanders en Belgische kranten doorzoeken.

Klaar?

Is jullie collage klaar? Lees nog even bovenstaande punten door, die op de collage zichtbaar moeten zijn.
Kijk samen nog eens kritisch naar de collage. Zijn jullie tevreden of missen jullie nog punten?
Kijk in de gereedschapskist naar de beoordelingscriteria van een collage.

Beoordeling

In overleg met jullie docent kunnen jullie je standpunten op deze collage voor de klas toelichten.
De collage wordt inhoudelijk beoordeeld door de docent.
Bij de beoordeling wordt gelet op:

  • inhoud:
    • laat de collage zien hoe onze energievoorziening zich ontwikkelt volgens jullie?
    • laat de collage zien wat de grootste kansen en mogelijkheden zijn op energiegebied in de naaste toekomst?
    • laat de collage risico's en bedreigingen van de energieontwikkeling zien?
  • vorm:
    • is het een heldere en eenduidige collage geworden?
    • zijn jullie creatief geweest en ziet het geheel er verzorgd uit?
  • taalfouten: zijn er geen taalfouten in omschrijvingen of koppen blijven zitten?

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Intro

  • Lees de Inleiding van dit thema nog eens door.
    Zijn alle genoemde onderwerpen voldoende aan bod gekomen, volgens jou?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je een vergelijking maken tussen Nederland, Frankrijk en Brazilië wat het gebruik van duurzame energiebronnen betreft?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor dit thema was ongeveer 20 uur gepland.
    Had je voldoende tijd om alle opdrachten te maken en voor de collage aan het eind van het thema?
  • Inhoud
    In dit thema komen productie, verbruik en besparing van energie aan de orde.
    Welk onderdeel vond je het meest interessant? Kun je uitleggen waarom?
  • Eindopdracht
    Is het jullie gelukt om een collage te maken waarin positiviteit, risico's, nadelen en visie op het gebruik van energie tot uiting kwamen?
    Vond je het een leuk project om samen te werken met een aantal klasgenoten?

 

  • Het arrangement Thema: Energie vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    18-11-2025 07:58:53
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Energie' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VMBO-kgt leerjaar 3 en 4. In het thema ''Energie'' worden negen verschillende onderwerpen besproken. Het eerste onderwerp, genaamd "Een dag zonder elektriciteit", legt uit hoe energieverbruik werkt en wat de kosten ervan zijn. Het introduceert de begrippen groene en grijze stroom en stelt de vraag hoe milieubewust de leerling zelf is. Het tweede onderwerp, "Energie uit fossiele brandstoffen", legt eerst uit hoe energie kan worden opgewekt en welke energiebronnen er bestaan. Vervolgens wordt er specifiek aandacht besteed aan fossiele brandstoffen en wat deze precies zijn. Het onderwerp "Fossiele brandstoffen raken op" behandelt drie bronnen van fossiele brandstoffen: steenkool, aardolie en aardgas. Er wordt ook beschreven hoe kernenergie wordt opgewekt en hoe het opslaan van radioactief afval werkt. Het onderwerp "Energie uit duurzame bronnen" bespreekt vier duurzame energiebronnen: zonne-energie, windmolens, biomassa en bodem- en aardwarmte. Onderwerp vijf, "Bespaartips", bevat als eerste een bespaartest. Vervolgens wordt uitgelegd hoe isolatie geld kan besparen en wat een energielabel inhoudt. Het onderwerp "Nederland en Frankrijk" vergelijkt elektriciteitscentrales en energiewinning in Nederland en Frankrijk. Er wordt ook besproken of kernenergie een goed alternatief is voor fossiele brandstoffen. Het onderwerp "Energie transport" legt uit hoe het elektriciteits- en gasnetwerk werkt en hoeveel volt er door de bedrading gaat. Het volgende onderwerp, genaamd "Energiecase: Brazilië", bespreekt energiebronnen in Brazilië, zoals waterkracht, bio-ethanol, hydro-elektriciteit en biobrandstof. Er wordt ook verteld over de relatie tussen energiebronnen en economische groei in Brazilië. Het laatste onderwerp, genaamd "Zuidoost-Brazilië", bespreekt dichtbevolkte regio's van Brazilië en de relatie tussen een groot aantal mensen en de benodigde energie.
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Natuurlijke hulpbronnen en bronnen van energie; Aardrijkskunde; Duurzaamheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    20 uur 30 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, stercollectie, vmbo leerjaar 3 & 4

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Toetsen. (z.d.).

    Aardrijkskunde vmbo34 - D-toetsen

    https://maken.wikiwijs.nl/156781/Aardrijkskunde_vmbo34___D_toetsen

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Opdracht: Bespaartips vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/146812/Opdracht__Bespaartips_vmbo_kgt34

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Opdracht: Een dag zonder elektriciteit vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/146781/Opdracht__Een_dag_zonder_elektriciteit_vmbo_kgt34

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Opdracht: Energie uit duurzame bronnen vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/146787/Opdracht__Energie_uit_duurzame_bronnen_vmbo_kgt34

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Opdracht: Energie uit fossiele brandstoffen vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/146783/Opdracht__Energie_uit_fossiele_brandstoffen_vmbo_kgt34

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Opdracht: Energie-case: Brazilië vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/146816/Opdracht__Energie_case__Brazili__vmbo_kgt34

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Opdracht: Energietransport vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/146815/Opdracht__Energietransport_vmbo_kgt34

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Opdracht: Fossiele bronnen raken op vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/146785/Opdracht__Fossiele_bronnen_raken_op_vmbo_kgt34

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Opdracht: Nederland en Frankrijk vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/146813/Opdracht__Nederland_en_Frankrijk_vmbo_kgt34

    VO-content Aardrijkskunde. (2019).

    Opdracht: Zuidoost-Brazilië vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/146818/Opdracht__Zuidoost_Brazili__vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Energie Quiz

    Energie

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.