Motivatie

Motivatie

Inleiding

Onze Wikiwijs is bedoeld om mededocenten te inspireren. De term motivatie triggert ons. Wij zijn allen beginnende docenten, die het vak dat wij geven en waar ons hart inzit, willen doorgeven aan volgende generaties. Dat proberen we te doen door betekenisvolle lessen te bedenken, voor te bereiden en te geven. Wij willen in de vingers krijgen wat we moeten doen om de leerling aan het leren te krijgen. Hoe krijg ik jou gemotiveerd? Dat is de vraag.

Onze zoektocht is vastgelegd in deze Wikiwijs. Een panklaar recept om de leerling te motiveren is het niet. Gemotiveerde leerlingen krijg je alleen als je als docent flink gemotiveerd bent. Je zult je in iedere leerling moeten verplaatsen, om leerlingen dát te kunnen bieden wat ze nodig hebben. In deze Wikiwijs geven we tips en tops over het motiveren van leerlingen in de vorm van theorie en verzamelde artikelen.

We geven bovendien suggesties voor activerende werkvormen, zodat je in je lessen beter kunt aansluiten op de belevingswereld van de leerling. Als je activerende werkvormen goed inzet, zul je leerlingen individueel raken. In de kern. Daar waar je ze wilt raken, om ze in beweging te krijgen. Je wilt dat hun talent boven komt drijven. Je moet dat echter wel durven. Veel docenten, ook beginnende docenten, geven volgens ons nog klassiek les (de lesmethode volgen) en maken weinig oh zo waardevolle zijsprongen.

Om jou als beginnende docent, of jou als door de wol geverfde docent bij de les te houden - de onze wel te verstaan - hebben we opdrachten aan deze Wikiwijs toegevoegd. Ze zijn bedoeld om jouw eigen motivatie te triggeren, maar ook om jou te laten nadenken over het motiveren van leerlingen. 'Hoe houden we jou erbij, als beginnende docent?' is de titel, die je wat opdrachten betreft in de gaten moet houden.

Een van de dingen die wij als beginnende docenten en als schrijvers van deze Wikiwijs met elkaar gemeen hebben, is dat wij niet bang zijn om onszelf te laten zien. Kwetsbaarheid is kracht. Om die reden geven we onder de noemer "Onze Praktijk" door de hele Wikiwijs heen een inkijkje in onze eigen ervaringen met gemotiveerde of ongemotiveerde leerlingen. Voor de leuk, maar ook omdat het allemaal zo herkenbaar is...

De eerste lessen in een nieuw schooljaar zijn essentieel. Daar leg je de kiem voor de rest van het jaar. Voor ons is het dus de gewoonste zaak van de wereld om onze Wikiwijs te beëindigen met tips over de invulling van de eerste lessen in een nieuw schooljaar. Voor ons maakt het de motivatiecirkel rond:

Als je leerlingen zover krijgt dat ze van je willen leren, dan komt het goed. Met hen én met jou als hun docent...

Tot slot, de afbeelding van Loesje bij deze inleiding is zo krachtig. Het geeft zo mooi weer dat iets kunnen niet zozeer te maken heeft met intelligentie, maar des te meer met wilskracht en iemand zijn instelling. Leren is een kwestie van mindset!

"Onze Praktijk"

Wat is motivatie?
Wat is motivatie?

"Shining Eyes komt uit een Japans gezegde en betekent: het licht dat schijnt van binnenuit. In Japan is deze uitspraak een belangrijk criterium voor goed onderwijs. Ik vind het een prachtig gezegde. Het doet me denken aan mijn leraar Onderwijskunde. Hij zei, 'heel soms pak je even het moment van die leerling'. Ik hoor het hem nog zeggen. 'Dan gaan de luikjes open! Je ziet de shining eyes. Het zal het moment zijn dat jij als leraar in een flow zit. Het lukt je, alles valt op zijn plaats. Het werkt! Jouw leerlingen zijn gemotiveerd, want je hebt ze geraakt met je woorden.' Zoals die docent Onderwijskunde mijn luikjes op dat moment opende."

Doelen

Wij bieden op 15 juni 2016 een door ons ontwikkelde Wikiwijs aan, die docenten ondersteunt bij het ontdekken van wat elke leerling in een nieuwe groep motiveert.

 

 

Deelvragen

  • Wat is motivatie?
  • Wat zijn de belangrijkste factoren om een leerling te motiveren?
  • Hoe geef je zo vorm aan je lessen, dat je leerlingen gemotiveerd raken en blijven?
  • In hoeverre kun je met activerende werkvormen leerlingen motiveren?
  • Hoe belangrijk is de introductieles en zijn de eerste lessen erna? Kun je leerlingen gaandeweg het schooljaar nog motiveren?

Motivatie

Motivatie is dat wat ervoor zorgt dat je begint...

Motivatie is willen... Willen is kunnen...

Volgens ons is motivatie een positieve houding hebben ten opzichte van leren en naar school gaan. Als dat goed zit, komt het goed met jou! 

Motiveren is mijn werk

"Onze Praktijk"

"Shaadi, wat vind je nog moeilijk? Praten, lezen of schrijven? "Praten." "Omdat je dat niet goed durft." "Klopt." "Ik weet het. Jouw fotocamera is je mond. Je verbergt jezelf achter de camera als je foto's maakt in het café waarin je werkt... Om maar niet te hoeven praten..." "Ja..." "Maar doe dat toch maar. Zet gewoon je camera eens neer en praat met al die mensen die je fotografeert, en die jou kennen als de uitgaansfotograaf. Niemand zal midden in een zin zeggen dat je een werkwoord verkeerd verbuigt. Je kunt het... Echt... Ik weet het..." "Super bedankt! Ja klopt, ga ik dat doen. Ik ga met mensen proberen praten. En komt goed." "Weet ik. Alles komt altijd goed. Ik herken het. Ik was net als jij. Maar nu sta ik voor de klas en mag ik wat ik heb geleerd andere mensen leren. Ik praat... Vanuit mijn hart... Ik ben gelukkig. Als jij gaat praten vanuit je hart, zal je gelukkiger zijn."

Hoe houden we jou erbij, als beginnende docent?

 

  • Pak pen en papier en probeer antwoord te geven op de vraag: Wat is motivatie?
  • Stel deze vraag ook eens aan twee collega's en vergelijk jouw antwoord.

 

Intrinsiek

Hoe laat je intrinsieke motivatie groeien?

De link naar het artikel van Dirk van der Wulp beschrijft aan de hand van een aantal factoren, waar het in de kern om gaat om te komen tot gemotiveerde leerlingen.

Als beginnend docent komt er veel op je af. Je bent al blij als de les ordelijk verloopt en volgens je lesplan. Je werkt hard aan intrinsiek gemotiveerde leerlingen en ontdekt dat het prikkelen van de intrinsieke motivatie behoorlijk lastig is. Lees je dit artikel door dan is het een stuk helderder wat er allemaal speelt of kan spelen. Vanuit verschillende theorieën worden verbanden gelegd en de verbinding gemaakt. 

Wij waren enorm blij toen we dit artikel vonden, omdat wij stoeiden met een 'ui-model'. We wilden hierin twee vragen beantwoorden. Zowel op de eerste vraag: Waar gaat het in de kern om?, als op de tweede: Wat zijn de randvoorwaarden die bij die kern horen?, kregen wij antwoord. Ook vonden we een treffend 'ui-model', dat uitkomst bood. 

Hoger leerrendement door autonome motivatie

Dit artikel gaat wat verder de diepte in dan het vorige artikel. De basis is gelijk: de zelfdeterminatietheorie van Deci & Ryan, op dit moment een van de meest invloedrijke theorieën over motivatie. De kern hiervan zijn (weer) drie psychologische behoeftes, die goed ingevuld moeten worden: relatie, competentie en autonomie. 

Als je voor het eerst met deze theorie in aanraking komt dan klinkt het soms nogal abstract. Dat gevoel heb je af en toe ook in dit artikel. Probeer je de theorie naar jezelf en de dagelijkse praktijk in de klas te vertalen, dan merk je dat het werkt. Want ga maar na, jij wilt zelf toch ook in een goede sfeer samenwerken aan dingen die je begrijpt, en zelf bepalen wanneer je iets doet? Als volwassene vind je dat normaal, als puber is het niet anders. Als je dat begrijpt, dan begrijp je het echt!

Onderwijs maak je samen/ de gemotiveerde leerling

Bovenstaand artikel trok gelijk mijn aandacht door de uitspraak van Covey:

“Motivatie is als een vuur van binnenuit. Als iemand anders dat vuur onder jou probeert op te stoken, dan is de kans groot dat het maar kort zal branden.”

– Stephen R. Covey

Het artikel beschrijft heel helder hoe Behaviorisme en de klassieke conditionering zich verhoudt tot de Zelfdeterminatie Theorie. Bovendien wordt het heel mooi doorgetrokken naar inspelen op intrinsieke en extrinsieke motivatie uit De gemotiveerde leerling.

Iedere leerling gaat zijn eigen weg. Iedere leerling heeft zijn eigen unieke talenten en uitdagingen. Een leraar kan deze ontwikkeling nooit van een leerling overnemen. Echter, in het artikel beschrijft Egoscoop waarom het zin heeft een docent te stimuleren in zijn pedagogische tact en dat de docent alles in het werk moet stellen om te beantwoorden aan die peilloze nieuwsgierigheid en motivatie van de leerling.

Motivatie van leerlingen/leraar24

Hierboven wordt een goede beschrijving gegeven van de Self-Determination Theory, waarin staat dat het belang van het betekenisvol maken van lessen en het hebben van autonomie voorop staat bij de mate van intrinsieke motivatie. Ook wordt helder uitgelegd dat extrinsieke motivatie ten koste kan gaan van intrinsieke motivatie. Het is als docent ontzettend belangrijk je bewust te zijn van dit gegeven.

Hoe houden we jou erbij, als beginnende docent?

 

Bekijk onderstaand filmpje
Wat is jouw eye-opener?

Motivatie leerling

Ongemotiveerde leerlingen zijn ook gemotiveerd

www.ikleerinbeelden.nl/op.../ongemotiveerde-leerlingen/

Dit artikel stipt een aantal factoren aan, waardoor een leerling ongemotiveerd kan zijn. 

Wij hebben in onze zoektocht naar de methode om een leerling gemotiveerd in de les te krijgen het antwoord niet gevonden. Dat is ook logisch. Soms is het dan handig om de vraag om te draaien: wat zorgt voor demotivatie? Dat stipt dit artikel aan. Door de vraag om te draaien, kwamen we sneller bij de kern. Wij noemen dat het hart van de afgepelde ui. Gelukkig bleek hier al een mooi model van te bestaan. Je ziet het hieronder.

De kern bestaat uit 3 psychologische behoeftes: relatie, competentie, autonomie. Hoe je dit vertaald naar lesgeven, kun je leren. Een aantal verwijzingen naar artikelen hierover vind je ook in deze Wikiwijs. Deze behoeftes worden ondersteund door interactie, instructie en je klassenmanagement. Zaken die je kunt organiseren. Samen zorgt dit voor vertrouwen, ondersteuning en uitdaging. Wat ons betreft is dit de kern van motivatie.

"Onze Praktijk"

"Wat moet ik hier doen dan? In dit taaltalentenatelier? Ik vind taal stom." "Nou, je mag hier heel veel. Eigenlijk alles wat je wil, als je aan het einde van deze anderhalf uur mij maar een stuk papier kunt laten zien waarop je een verhaal vertelt. Je mag je verhaal typen op een ouderwetse typemachine of gewoon op de computer, je mag met een kroontjespen schrijven, je mag tekenen wat je wilt vertellen en er dan een afdruk van maken, je mag dichten, een strip maken, afbeeldingen printen of plaatjes uit ansichtkaarten of tijdschriften knippen, mij maakt het niet uit hoe je het doet. Kies wat je leuk vindt."

Murmel... murmel... murmel.... mopper, mopper, mopper...

"Wow, wat geweldig! Wat een goed idee van jou om een woordslang te maken!" "Een woordslang?" "Ja, kijk, deze sliert groene papiertjes die je achter elkaar hebt geplakt, lijkt toch net een slang? Je moet alleen nog even met rood een tong maken en ogen, dan heb je vooraan een slangenkop. Als je dan op het eerste vel slang zet, noteer je op het tweede vouwblaadje een dier dat begint met een g en op het volgende blad een woord dat weer begint met de laatste letter van het laaste woord, enzovoort... Dan heb je aan het eind van de les een woordslang."

"Kijk meester Jeffrey, wat ik heb gemaakt! Een woordslang. Ik ben de enige. Niemand anders kwam op het idee. Mooi is ie, hè?"

 

 

Hoe krijg ik jou gemotiveerd?

Dat het onderwerp motivatie ons bij de kladden heeft en niet meer loslaat - laten we er niet omheen draaien - heeft er natuurlijk alles mee te maken dat wij idealisten zijn. Diep in ieder van ons zit stiekem een wereldverbeteraar verscholen.

De Amerikaan Michael Soskil hoort datzelfde stemmetje binnenin spreken. Lesgeven is volgens hem: kinderen leren hoe ze de wereld kunnen verbeteren. Zijn activerende lessen om kinderen te motiveren, behelsen het kennismaken met leeftijdgenoten van over de hele wereld.

Soskil: "Praat met je leerlingen, en ontdek what makes them tick. Alleen dan zullen ze werkelijk iets leren."

Zijn aanpak leverde hem een plaats in de toptien voor de Global Teacher Prize 2016 op. In de link Global learning (hieronder) lees je er alles over.

Global learning

Wat een bewustwording, de Leerpyramide van Bales. Het besef dat rijtjes uit je hoofd leren niet helpt... De opsomming in percentages geeft houvast. het geeft een beeld dat dus blijkbaar werkt. En hoe herkenbaar het rijtje is... Ik ben nog niet iemand tegengekomen die het tegendeel beweerd heeft. Jij wel?

Dus laat de leerling het uitleggen aan de ander!

Activerende werkvormen.

Activerende didactiek is een didactiek waarbij je de les zo actief mogelijk probeert te benaderen. Je wordt er als het  ware in meegenomen. Hierdoor word je betrokken en actief. Je wordt een actieve leerling. Als je activerende didactiek toepast, is het belangrijk dat het afwissselend is. Je moet veel variatie in werkvormen aanbieden. 

Je probeert met activerend leren zoveel mogelijk aan te sluiten bij hoe mensen leren. Dit kun je doen door de leerlingen te laten discussiëren, of je laat ze iets uitleggen aan anderen. Ook kun je iemand een persoonlijk stuk laten vertellen, een dansstuk laten maken, een betoog laten houden, maar je kunt ze ook aan het tekenen zetten, etc...

Als je de leerlingen maar actief met de stof bezig laat gaan.


Hieronder staat een leuke, frisse link met allerlei voorbeelden van werkvormen en energizers...

Werkvormen

Hieronder een link, die saai lijkt, maar boordevol staat met actieve werkvormen die schriftelijk heel gedetailleerd worden uitgelegd

Activerende werkvormen te kust en te keur

"Onze Praktijk"

"Toen ik net begonnen was met school als wannabe docent viel het me op dat mijn medestudenten overliepen van creatieve ideeën met actieve werkvormen.

  • Zo was er een medestudent, die ons een wedstrijdje liet doen door zo snel mogelijk door een visnet te kruipen. Hiermee waren wij de aderverkalking in het bloedvat. We gingen zo snel mogelijk, maar hoe drukker het achter ons werd, hoe vaster we in het visnet kwamen te zitten.
  • Ook was er een medestudent, die onze longinhoud ging testen met een een omgekeerde, oude, plastic melkfles, vol water. Door er via een gaatje met een rietje zo hard mogelijk in te blazen, konden we meten hoeveel water we eruit konden blazen en daarmee hoe groot onze longinhoud was. Het onderwerp ging over roken.

Het kan zo simpel zijn. Door middel van een spel, competitie, maak je een les in een mum van tijd betekenisvol. Het beklijft. Dat kunnen wij ook!"

 

Samenwerkend leren

Samenwerkend leren is een manier van teamleren (coöperatief leren). Leerlingen werken samen om gezamenlijke doelen te bereiken. Heel belangrijk hierbij is de interactie tussen de leerling en docent, maar ook tussen leerlingen onderling.

Belangrijk onderdeel hierbij is zelfstandig leren, waarbij óf individueel óf in groepsverband wordt gewerkt. Ook ligt er veel nadruk op omgang met elkaar, de sociale vaardigheden. Bij samenwerkend leren is er sprake van wederzijdse afhankelijkheid (de leerlingen hebben elkaar nodig om het doel te bereiken), maar ook individuele aansprakelijkheid (er kan altijd een beroep worden gedaan op jou als individu). Samenwerkend leren dwingt je min of meer om gemotiveerd aan de slag te gaan. Daarom is het ook zo'n geschikt middel om in te zetten.

 

Hoe houden we jou erbij, als beginnende docent?

 

Wat versta jij nou onder activerende didactiek en samenwerkend leren?

Pak een stel tijdschrijften, knip en plak.

Maak een mooie poster wat het begrip volgens jou omvat. Alles wat jou houvast geeft, kun je in de poster tot uitdrukking brengen. 

GIPS model

Het GIPS model zegt iets over de kenmerken waar actieve werkvormen en samenwerkend leren aan moeten voldoen.

 

Gelijkheid in aandeel:

In de groep moet iedereen ongeveer evenveel doen. Je kunt dit bereiken door bijvoorbeeld een rolverdeling te maken en hierin af te wisselen.

 

Individuele verantwoordelijkheid:

Ieder is lid is verantwoordelijk voor het eindresultaat en daarmee ook even belangrijk.

Je spreekt allen namens de groep. Ieder lid kan dus ook benaderd worden om voor de groep te spreken. Wanneer je als leerling minder goed bent in een bepaald vak, kun je toch een goed antwoord geven. Dat is goed voor het zelfbeeld en zelfvertrouwen. Uiteraard leer je ook veel van elkaar.

 

Positieve wederzijdse afhankelijkheid:

Je hebt elkaar nodig om tot een goed eindresultaat te komen. Je hebt er dus voordeel bij om samen te werken. Wanneer er meer aandacht zal zijn voor individuele resultaten, zal dit belang minder zijn. Daarmee is het niet wenselijk.

 

Simultane activiteit:

Wanneer één leerling aan het woord is, kun je de anderen ook een opdracht geven, zodat allen actief blijven. Inzet is om leerlingen actief te laten blijven.

 

Factoren

Iedere leerling heeft een natuurlijke behoefte aan relatie, autonomie en competentie. Als aan deze drie behoeften wordt voldaan, zal een leerling zich lichamelijk, geestelijk en sociaal goed voelen. Hierdoor zullen motivatie, inzet en zin in leren sneller aanwezig zijn. Schiet één van deze drie behoeften terkort, dan zal een leerling zijn interesse verliezen, waardoor hij minder gemotiveerd raakt.

In de volgende koppen gaan we dieper in op de basisbehoeften van een leerling. Ook wordt benoemd welke factoren een rol spelen bij een leraar. Wat heeft een leraar nodig om een leerling optimaal te kunnen motiveren?

 

 

Competentie

Een competentie is een vaardigheid of bekwaamheid die je bezit. Het bestaat uit de volgende vier elementen:

  • Kennis & inzicht
    • Over welke informatie beschikt iemand.
    • Over welke inzichten beschikt iemand.
  • Vaardigheden
    • Vaardigheden zijn fysieke handelingen waar iemand bedreven in is.
  • Houding en persoonskenmerk
    • Intelligentie.
    • Persoonlijke eigenschappen.
  • Motivatie
    • Iets willen bereiken.
    • Je ergens voor inzetten.

Een leerling wil graag laten zien wat hij of zij goed kan. Door de behoefte van competentie zal een leerling meer gemotiveerd zijn om zijn leerdoel te behalen. Daardoor krijgt een leerling energie om na te denken  en aandacht voor zijn doel. De leerling staat open voor nieuwe infromatie en wordt uitgedaagd tot spel. De behoefte aan competentie zorgt ervoor dat een leerling op zoek gaat naar uitdaging en activiteiten die aansluiten bij zijn eigen kunnen.

Een leraar speelt een belangrijke rol in de competentie van een leerling. Als een leraar dit niet afstemt in het onderwijs zal een kind niet worden uitgedaagd. De leerling zal minder snel opletten, niet meedoen, onderpresteren of zichzelf niet durven zijn. Door de ontwikkeling van een leerling serieus te nemen zal de leerling voor zichzelf leerdoelen maken en daardoor  voor hem haalbare resulaten boeken. Daarom is het van belang dat een leraar een stabiele relatie opbouwt met een leerling, zodat er bij de leerling een gevoel van vertrouwen en ondersteuning ontstaat.

Autonomie

Autonomie: "Recht om zelf te bepalen wat je doet"

Zelfstandigheid, onafhankelijkheid, zonder bemoeienis van buitenaf kunnen handelen, zijn allemaal verwijzingen naar autonomie.
Een leerling wil het gevoel hebben dingen zelf te kunnen bepalen. Dit kan alleen als de leraar een leerling deze ruimte geeft. Leerlingen hebben al snel de behoefte om zich te onderscheiden, en hun eigen keuzes te maken.

Een reactie van een leraar hierop is het bieden van veiligheid, ruimte, begeleiding en ondersteuning. Een leerling zal een groot gedeelte autonoom zijn. Maar een leraar is er voor om te waarborgen dat een leerling een ander hierbij niet beperkt in zijn of haar vrijheid. Autonomie gaat dan ook altijd samen met relatie. Van leraren wordt gevraagd dat zij zich bewust zijn van de behoefte aan autonomie. Een leraar moet de leerling de gelegenheid geven om de wereld te verkennen, en het gevoel geven dat een leerling zijn eigen weg mag gaan bewandelen. Hierdoor zal een leerling zijn eigen ontwikkeling maken en verantwoordelijkheid nemen voor de gemaakte keuzes.

 

"Onze Praktijk"

Geef leerlingen autonomie

In het artikel wordt gesproken over verantwoordelijkheid van de leerling. Als iemand ruimte krijgt om autonoom te zijn, dan word je ook verantwoordelijk voor eigen handelen. Bij het lezen van dit artikel dacht ik aan een eigen les waaraan ik heb deelgenomen.

Wij kregen les in verpleegtechnische vaardigheden. Doel van deze lessen was dat een medeklasgenoot de instructie moest voorbereiden. Aan de hand van deze les had de klasgenoot feedbackformulieren meegenomen. Helaas was er geen tijd meer om deze te behandelen, waardoor er werd afgesproken de week erop de feedback mee te nemen en in te leveren. De week erop had bijna niemand de feedback meegenomen en reageerde de klasgenoot teleurgesteld waardoor het muisstil werd in de klas. Niemand reageerde.  Niemand probeerde snel een oplossing te vinden.

De leraar liet de klasgenoot eerst proberen de situatie zelf te leiden, maar het had niet het gewenste effect. Daarom legde zij de les stil. Ze richtte zich tot iedereen persoonlijk:

"Judith kun je me vertellen waarom je het feedbackformulier niet hebt meegenomen? Slikk... die kwam binnen. Tja, waarom niet.. Wat moest ik zeggen?" Ze kreeg een eerlijk antwoord, ik had er niet meer aan gedacht. Ik moest nu reageren, ik kon mij niet meer verschuilen, omdat er op de man af naar werd gevraagd.

Hoe de leraar de vraag stelde deed mij heel erg beseffen dat ik mijn verantwoordelijkheid niet had genomen. Op dat moment vond ik het niet belangrijk genoeg om het te onthouden Door deze vragen bestefte ik mij dat het niet fijn is voor de klasgenoot die hard heeft gewerkt en daar graag feedback over wilde hebben.

Relatie

De leerling moet het gevoel hebben erbij te horen.  Hierover is een reviewstudie gedaan door Helma Koomen en haar collega’s. 

Uit dit onderzoek blijkt dat de invloed van de relatie juist groter wordt, naarmate kinderen ouder zijn. Kinderen in de bovenbouw van het primair onderwijs profiteren meer van een goede relatie dan in de onderbouw. Leerlingen in het voortgezet onderwijs meer dan in het primair onderwijs. De onderzoekers hadden deze conclusie niet verwacht, maar Koomen ziet wel een mogelijke verklaring. Als kinderen ouder worden, neemt de intrinsieke motivatie om te leren af. De werkhouding verslechtert. Bij deze leerlingen is dus meer te winnen. De leerkracht kan het verschil maken. Een leerkracht met wie ze een positieve relatie hebben en die ze helpt, bevordert de motivatie. Dat geldt vooral voor leerlingen uit lagere sociale milieus en zorgleerlingen. Bij hen is de invloed van de leerkracht op de leerprestaties groter dan bij de gemiddelde leerling.

Jongens blijken nog meer baat te hebben bij een goede relatie, meer nog dan meisjes. Meisjes zijn uit zichzelf meer betrokken bij de taken die ze moeten uitvoeren. De onderzoekers keken ook naar etnische achtergrond, maar de onderzoeksresultaten daarover waren te divers en te weinig afgestemd op de Nederlandse situatie. De kwaliteit van de relatie beïnvloedt het leren, de taakbetrokkenheid en de motivatie, zo blijkt uit het onderzoek. Maar andersom geldt dat ook. De leerling die goed zijn best doet, kan rekenen op sympathie van de leerkracht. Wat er eerder is, de kip of het ei, is nog niet onderzocht.

Waarom het ontwikkelen van een relatie met je leerlingen belangrijk is!

Tot frustratie van veel beginnende docenten gaat het de eerste momenten van het contact met de leerlingen wel eens mis. Vanuit het vak Onderwijskunde hebben we veel handvaten gekregen. Maar wat doet het met je als beginnend docent? Hoe hard we ook werken en ons best doen vaak lukt het maar moeizaam. Vaak ligt de sleutel bij jezelf. Wanneer je je bewust wordt van het probleem ben je al voor de helft op de goeie weg. Wanneer het om persoonlijke ontwikkeling gaat, coaching, les geven, kennisoverdracht, zijn wij beginnende docenten vaak geneigd om de focus te leggen op wat niet goed gaat. Maar misschien kun je ook kijken naar wat wel goed gaat? En belangrijker nog, benut je wat goed gaat, ook tijdens je lessen?

Hier volgen een paar tips.

  1. Zet om te beginnen je kritische zender met beperkende ideeën, als 'ja maar, wat heb ik nou …' wat zachter en geef je opbouwende zender, 'wat ik aandacht geef….  Eigenlijk stel ik mezelf teleur als ik het niet zo doe…' wat meer volume.
  2. Maak een lijstje van dingen die je leuk vindt om te doen met je leerlingen. Grote kans namelijk, dat het de zaken zijn waar je ook nog eens goed in bent. Denk breder: wat vond jij als leerling leuk om te doen? Zo verzamel je dingen die voor jou inhoud geven aan je les en dingen die jou succesvol maken. Schrijf dit op maak er een samenvatting van.
  3. Vraag aan een paar collega’s vrienden en familie wat ze sterk vinden van jou. Wat zijn jouw kwaliteiten volgens hen? En ja, je vraagt alleen naar je kwaliteiten. Doe dit bij voorkeur op schrift, misschien via de mail, zodat je de teksten nog eens terug kunt lezen. Schrijf ook hier een samenvatting van op grond van de kwaliteiten die je hebt ontvangen van de mensen die jou goed kennen.
  4. Neem eens rustig de tijd om deze twee samenvattingen terug te lezen. Wat ervaar je nu? Dat voelt goed. Jou kwaliteit is wat ze jouw sterke kant noemen. Dat zorgt voor jouw sterke gevoel. Zorg ervoor dat je dat sterke gevoel elke dag even kan oproepen. Lees, ervaar het voor jezelf en deel het met anderen.
  5. Onderneem actie. Tijdens je lessen onderneem je elke dag iets waardoor je je sterker voelt. Gebruik je kwaliteiten. Ik weet zeker dat je lessen hiermee een boost krijgen.
  6. En nu ga je op zoek naar de talenten in je klas. Praat met je leerlingen, vraag waar hun talenten liggen. Gebruik deze talenten om de leerlingen met elkaar te verbinden, maak het betekenisvol voor ze. Deze samenwerking tussen jou en de leerlingen zorgt voor een boost in jullie relatie.
  7. Als je deze veranderingen wilt doorvoeren, kijk dan wat er goed gaat. Versterk dat. Ontwikkel het. Maak een veilige basis van positiviteit en werk met jouw leerlingen aan een stevige basis in jullie relatie.

Bij de  factor relatie moet de leerling het gevoel hebben erbij te horen. Door als beginnende docent je kwaliteiten in te zetten, kun je bouwen aan je relatie met je leerlingen. Je leerlingen bouwen aan een relatie met elkaar. Het zien van je leerlingen en het benutten van hun kwaliteiten is een stap in de goede richting.

 

"Onze praktijk"

"Tijdens een voorbereiding van de les sociale communicatieve vaardigheden werd aan mij gevraagd of ik een les “omgaan met elkaar” wilde voorbereiden. Heel lang heb ik nagedacht over hoe ik hier invulling aan wilde geven en hoe ik het voor de leerlingen interessant kon maken. Ik was pas nieuw en voelde me als stagiaire nog wat onzeker in het contact met de leerlingen. Wat kon ik doen?

Ik heb een filmpje op You Tube gezocht en deze gebruikt in ongeveer dezelfde vorm als dat er hier wordt voorgedaan.

https://www.youtube.com/watch?v=tyaEQEmt5ls

Wanneer je de link gebruikt, kan je hem met Nederlands ondertitelen.

Met de keuze voor dit filmpje laat ik zien dat ik gemotiveerd ben om samen te bouwen aan een veilige leeromgeving. Wij als klas kunnen met elkaar en van elkaar  leren. We zijn allemaal hetzelfde, niet verschillend, maar we kunnen wel verschillend denken of voelen. Toch zijn we niet anders. Verdraagzaamheid begint in het klein. Wij, als groep met elkaar, staan samen sterk. Zelfs ons DNA laat zien dat we allemaal verschillend zijn, maar ook veel overeenkomsten hebben.

Tijdens deze les heb ik dus gezocht naar een manier om de relatie met elkaar en met mij als docent te versterken. Ik heb geprobeerd de leerlingen met elkaar te verbinden als groep maar ook individueel. Mijn motivatie was verdraagzaamheid naar elkaar toe te creëren. In de hoop, de relaties in de klas op die manier te verbeteren."

Verdraagzaamheid

Tips en een brief

Hoe mooi zou het zijn, als je als beginnend docent zou weten, waar leerlingen zich massaal aan storen bij de huidige leraren. Een ware 'to do, or don't do'-lijst!

Zoek niet langer. Hier is de lijst. Driehonderd leerlingen van verschillende scholen zijn ondervraagd, 42% is blijkbaar niet tevreden.

Hieronder het krantenartikel met de 10 Tips... Doe er je voordeel mee...!

10 tips voor de saaie leraar

Jelte van der Kooi, de schrijver van onderstaande link: 'Brief uit mijn hart', heeft een missie. Hij wil het onderwijs verder laten gaan dan aardig, waardig en vaardig. Alles wat hij doet, doet hij vanuit de overtuiging dat het onderwijs anders mag, kan en moet.

De brief uit Jelte's hart begint ermee dat hij zich als klein kind al afvroeg hoe het kon dat meester F. hem kon bereiken. "Met meester F. kon je lachen en je mocht toneelstukken schrijven en uitvoeren..." Hij had ook les van meester K., die het maar niet lukte om de jonge Jelte te motiveren.

Later toen Jelte zelf leerkracht werd, en weer later directeur van een basisschool, maakte hij zich er hard voor de betrokkenheid van elk kind bij het leren te vergroten. Dit deed hij met behulp van innovatieve en creatieve projecten. "Op die manier werd elk kind bereikt. Elk kind werd geraakt. De projecten sloten aan bij de leef- en belevingswereld van elk kind. Dat we erin slaagden alle leerlingen aan het leren te krijgen, had er ook mee te maken dat het schoolpersoneel er zelf van genoot."

Ik ken Jelte persoonlijk. Al voordat ik hem interviewde voor DvhN over zijn boek 'Ik, Lente'... Achteraf was het wel dat gesprek, die ontmoeting, die de kiem legde om deze studie te beginnen. We vonden elkaar in onze passie om anderen te willen leren wat wij hebben geleerd. In de hoop jonge mensen, kwetsbare mensen een duw in de goede richting te geven, verder te helpen...

Wie de link 'Brief uit mijn hart' leest ontdekt gauw genoeg wat ons verbindt. Motiveren is ook hier weer het sleutelwoord.

 

Brief uit mijn hart

Rol van de leraar

Zoals elke leerling heeft een docent ook verschillende factoren waardoor de motivatie van een leerling wordt bevorderd. Door goed in te spelen op de intrinsieke en extrinsieke motivatie van de leerling zorgt de leraar ervoor dat aan de basisbehoeften wordt voldaan.  


In een onderzoek naar de leraarrol in betrekking tot motivatiebevordering zijn er twee factoren die invloed lijken te hebben op de motivatie van de leerling.

De factoren zijn:

  • Instructiegerelateerde factoren: een viertal concepten over onderwijzen en leren, te weten procesgeoriënteerde instructie, differentatie, verbinding met de leefwereld van de leerling en coöperatief leren.
  • Persoonlijkheidsgerelateerde factoren: Self-efficacy, professionaliteit en motivatie van leraren.

Instructiegerelateerde factoren:
Onder instructiegerelateerde factoren verstaan we factoren die te maken hebben met het lesgedrag van de docent. De vier concepten zijn in zekere mate te relateren aan het vernieuwende onderwijs. Het word steeds zichtbaarder dat een docent steeds minder kiest voor het traditionele frontaal lesgeven. Dit om een verbinding met de leefwereld van een leerling te krijgen. Door te diffrenteren zal een leraar een leerling sneller bereiken dan door frontaal les te geven. Met deze vier concepten wordt geprobeerd een betere aansluiting op de leerbehoeften van de individuele leerling te bereiken, een betere aansluiting op de motivatie van de leerling en waar het uiteindelijk om draait, om te komen tot een betereschoolresultaat.

Persoonlijkheidsgerelateerde factoren
Onder persoonlijkheidsfactoren verstaan we factoren in de persoonlijkheid van leraren die hun opvattingen, houding en gedrag met betrekking tot lesgeven beïnvloeden en daarmee vorm en kleur geven aan hun professionele identiteit. De persoonlijkheidsgerelateerde factoren vallen en staan met 'self-efficacy van de docent. De docent met self- efficacy heeft vertrouwen in zichzelf over zijn beïnvloedingsmogelijkheden in bepaalde situaties. Dit heeft positieve invloed op de motivatie van de leerling.

Uit onderzoek blijkt dat gemotiveerde leraren met een hoge self-efficacy sterker dan anderen zijn gericht op professioneel leren en op onderzoeken ‘wat werkt en hoe het werkt’docenten kunnen op grond van deze professionele attitude bijdragen aan de motivatie en leeropbrengsten van hun leerlingen. Met andere woorden: er zijn sterke aanwijzingen dat self-efficacy, motivatie en professionele oriëntatie van leraren met elkaar samenhangen en dat van leraren die hoog scoren op deze persoonlijkheidskenmerken een positief effect uitstraalt op hun leerlingen.

"Onze Praktijk"

"Eén van de begrippen die in de economieles behandeld moest worden was Fair Trade. Maar hoe leg je dat leerlingen op een manier uit die aansluit bij hun wereld? Door het ze te laten proeven en te laten ontdekken dat daar het verschil niet in zit!

De proef was heel simpel, in de ene bak zat 'gewone' chocolade, in de andere 'Fair Trade'. Van beide mochten alle leerlingen een stukje proeven. De vraag die beantwoord moest worden was wat het verschil is tussen deze twee chocolades. Het antwoord dat werd gegeven was unaniem: de tweede is lekkerder! Er was dus gelukkig een positief smaakverschil voor Fair Trade.

Op de vraag welke chocolade het 'lekkerste' was voor de cacao-boer in een ver land, werd niet eenduidig antwoord gegeven. Het was de perfecte kapstok om uit te leggen hoe het geld in de hele economische kolom van chocolade bij de ene soort verdeeld werd en hoe bij de andere. Het laat zich raden welke chocolade de voorkeur had na deze les. 


De leerlingen begrepen nu beter waarom Fair Trade (meestal) ook duurder is. Dit prijsverschil kan bij verschillende producten groot zijn. Zo is het prijsverschil bij chocolade groot, bij bananen klein. Een aantal leerlingen vertelde voortaan eerst op het logo te letten en dan pas de prijs te vergelijken.

Het mooiste compliment van deze les kwam bij het vertrek: 'Was een leuke les meneer!'. Daar doe je het voor."

Hoe houden we jou erbij, als beginnende docent?

Opdracht 1
Bedenk voor jezelf eens hoe je hier naar kijkt? Probeer het eens uit te leggen aan een ander in vijf minuten.Als je een ander iets uitlegt dan structureer je het voor jezelf.

Opdracht 2

In het filmpje wordt verteld waarom de persoonlijkgerelacteerde factor (eerste indruk) belangrijk is.  Bedenk voor jezelf welke eerste indruk jij wilt maken als je voor de klas staat. Komt dit overeen met het filmpje?

 

 

 

 

Eerste indruk

 

"Voor mijn stage dacht ik dat ik niet echt een inspirator was. Ik was niet diegene met de ideeën. Ik ben meer de trekker  Nu, na mijn stage actief bezig te zijn geweest met actieve werkvormen en dergelijke, heb ik als feedback gekregen dat ik er wel goed in ben. Dat voel ik zelf ook zo.

Wat gebeurde er nou? Ik moest, maar ik wilde het ook zo graag. Eerder durfde ik het ook vooral niet. En toen gingen mijn luikjes open, want ik deed het gewoon. Self Fulfilling Prophecy."

 

"Onze Praktijk"

"In september 2015 zijn we begonnen met de opleiding en zo kwamen we voor het eerst in de wondere wereld van Onderwijskunde terecht. Hier leerden we dat we 'wees jezelf" in het onderwijs niet moeten verwarren met 'wees authentiek'. Deze opmerking uit Handboek van leraren maakte een aantal van ons nogal boos. Wat, jezelf niet meenemen? Waarom zijn we dan docent geworden?

Toch hebben we gemerkt vanuit onze ervaring en tijdens werk en stage dat het klopt. In het Handboek wordt beschreven:  "Wees docent!". Dat lijkt inderdaad meer gepast. Het zegt namelijk niet dat je daarmee afstand doet van je waarden en normen. Je bent duidelijker, meer voorspelbaar in gedrag, krijgt misschien ook meer respect. Er wordt namelijk vanuit jouw rol als docent verwacht dat je grenzen stelt en de koers bepaalt. Oh, zo zit dat dus. Maar ook dat moet je leren, door eerst te voelen..."

 

 

Dooddoeners
Dooddoeners

Nieuw jaar, nieuwe klas

Hoe je de eerste weken bent als docent, wat je die eerste lessen doet, dat zet de toon voor de rest van het schooljaar. Dussss. Niets belangrijker dan die eerste lessen. Je kunt maar één keer een eerste indruk maken. Let op, dan hebben we het over jou als docent. De leerling mag het hele jaar door nieuwe kanten van zichzelf laten zien. Daarvoor ben je docent geworden. Je wilt eruit halen wat erin zit.

Om leerlingen te motiveren moet je van de lesmethode durven afwijken. Maar hoe moet dat dan met de referentiekaders, die wettelijk zijn vastgelegd? Echt, afwijken van de lesmethode betekent niet dat je doelstellingen niet worden gehaald. Je haalt ze op die manier juist! Je weet toch waar je naartoe wilt werken met je leerlingen en daar ga je ook naartoe. Alleen doe je dat op jouw manier. Vertrouw op jezelf.

Activerende werkvormen die je kunt gebruiken om de motivatie te vergroten vond je eerder al in deze Wikiwijs. Voor het begin van het schooljaar zul je je moeten verdiepen in introductielessen. Want hoe zorg je ervoor dat de leerling zich vanaf dag één in jouw klas veilig voelt? Wat moet je daarvoor doen? Hoe zorg je ervoor dat de sfeer in de klas goed is van het begin af aan? Een goede introductielessenreeks doet wonderen. Het is even flink investeren, maar dan heb je ook echt wat.

 

Hieronder vind je een link waarin Bart Ongering (Meester Bart) en Daphne Jonkmans-Melenhorst vertellen hoe zij het nieuwe jaar voor de nieuwe klas beginnen. Niet met de handen in de zakken, kan ik alvast verklappen. Lezen! Hoe bereid jij je voor?

Die eerste belangrijke lessen in een nieuw schooljaar

Na jarenlang studeren komt het moment dat je echt aan het werk gaat. En dat valt niet altijd mee. Je maakt in korte tijd kennis met tientallen collega's, honderden leerlingen, de regels van de school en nog veel meer. Hoe kom je deze periode ongeschonden door? Hieronder een link met tips voor de beginnende docent, zodat je die belangrijke eerste lessen goed doorkomt.

De eerste maanden als beginnend docent. Hoe pak je dat aan? Wat kun je beter laten?

"Onze Praktijk"

"Je eerste baan in het onderwijs is vaak als invalkracht. Ga er maar aan staan, om na de kerstvakantie als invaller Nederlands voor de periode van slechts één maand les te geven aan 1, 2 en 3 havo/vwo. Ik mocht dat genoegen smaken, begin dit jaar. Ik zweette peentjes.

Ik begin er hier over, omdat ook ik te maken kreeg met voor mij totaal nieuwe klassen. Weliswaar was het schooljaar al op de helft, maar als leerlingen weten dat je er maar voor vier weken bent, is het echt zaak iets leuks te bedenken als introductieles. Je moet te weten komen wat voor vlees je in de kuip hebt. Anders ben je de pisang.  

Ik had vooraf maar één doel, behalve overleven: zo snel mogelijk de namen leren.

In de kerstvakantie veranderde ik om de haverklap van introductie-idee. Midden in het schooljaar kun je niet maken dat je de leerlingen vraagt zich nogmaals voor te stellen. Ze kennen elkaar. Uiteindelijk koos ik ervoor om elke leerling zijn buurman of buurman voor te laten stellen. Ze moesten de naam zeggen, de woonplaats én vertellen wat je bijzonder vindt aan de ander. Iets positiefs.

Dat heeft me erg geholpen om die eerste vier weken als beginnend docent door te komen. ik bereikte ermee dat ik met de moeilijkste en kwetsbaarste leerlingen vanaf het begin goed contact had. Drie leerlingen wilden in deze korte, woelige periode, bij mij in de les hun verjaardag vieren. Dat deed me veel plezier.

Deze eerste baan, die eerste les, heeft bevestigd waar mijn kracht ligt. Ik zie elke leerling. Hoe ik dat zo durf te stellen? Het is zo, omdat ik dat wil."

Introductievoorbeelden

Voorbeelden voor de introductieles

Bronvermelding

In de diverse artikelen waarnaar wij refereren, is een directe link naar de bron (het artikel) opgenomen.

 

Daarnaast hebben wij de volgende bronnen geraadpleegd:

Geerts, W. & Van Kralingen, R. (2015). Handboek voor Leraren. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
Slooter, M. (2015). De vijf rollen van de leraar. Amersfoort: CPS.
Teitler, P. (2015). Lessen in orde. Bussum: Uitgeverij Courthino.
Hoogeveen, P & Winkels, J. (2011​). Het didactische werkvormenboek. Assen: Koninklijke Van Gorcum.
Van der Burg,C & Sijsling, H. (2008). Basisboek activerende didactiek en samenwerkend leren. Amersfoort: CPS.