De musici in het symfonieorkest beginnen met spelen en de hardloper gaat van start.
Op welke manier ontvangen zij het signaal om te gaan beginnen?
Hoe wordt het signaal verwerkt?
Hoe worden spieren in gang gezet om de strijkstok in beweging te brengen?
En hoe komen de benen in beweging?
Praat hierover met een klasgenoot na het kijken van de video's.
Kijk de eerste anderhalve minuut van de volgende video over het werk van een dirigent:
Kijk nu de video van het starten van de atleten bij de 100 m sprint voor mannen.
In dit thema ga je de antwoorden zoeken op de volgende vragen:
Bij zowel musici en sporters is een optimale samenwerking tussen zintuigen, spieren en het zenuwstelsel belangrijk. Wat als er daarin iets misgaat?
Op welke manier kunnen een oogarts, neuroloog en revalidatiearts een musicus of sporter ondersteunen om beter te presteren? Of om na een blessure weer terug te komen?
Waar let een behandelend arts op om een diagnose te stellen en welke behandelingen kan zij/hij toepassen? Dat onderzoek en ontdek je in de drie modules die bij dit thema horen.
Kijk voor je nu verder gaat eerst de volgende video. Maak eventueel aantekeningen. De informatie uit de video kun je gebruiken bij het maken van de modules bij dit thema.
Succes!
Wat ga ik leren?
Aan het eind van dit thema:
beschrijf je de samenhang van de regeling van lichaamsprocessen op moleculair niveau onder andere met behulp van het principe van een regelkring en chemische evenwichten.
beschrijf je het belang van (de samenwerking tussen) spier-, zenuw- en hormoonstelsel.
beschrijf je delen van het zenuwstelsel, hun bouw, functies en werking.
benoem je soorten zenuwcellen aan de hand van hun functie.
beschrijf je de relatie tussen zintuigen en het zenuwstelsel.
leg je het algemene principe en de werking van een zintuig uit, met behulp van de begrippen adequate prikkel en drempelwaarde.
legt je uit wat het al dan niet hebben van bepaalde zintuigen betekent voor organismen.
beschrijf je de relatie van het zintuigstelsel met het spier-, zenuw- en hormoonstelsel.
benoem je de uitwendige en inwendige delen van het oog en leg je uit welke functies ze hebben.
beschrijf je de werking van de lens en legt een relatie tussen lensafwijkingen en corrigerende hulpmiddelen.
leg je de bouw, werking en functie uit van de belangrijkste bij beweging betrokken organen van mens en dier en verklaar je daarbij de relatie tussen vorm en functie toe.
Deelconcepten
hormoonstelsel, mechanische-, chemische-, licht-, temperatuur-, tast- en pijnreceptoren, inwendig en uitwendig milieu, regelkring, positieve en negatieve terugkoppeling, dynamisch evenwicht, receptoren in celmembranen en cytoplasma, osmotische waarde, pH, temperatuur, chemische samenstelling, O2-concentratie, CO2-concentratie, buffers van hemoglobine en HCO3-, glucoseconcentratie, waterhuishouding, chemische en drukreceptoren in de aorta, adaptatie, gewenning, motoreiwit, actine, myosine, centraal zenuwstelsel, perifeer zenuwstelsel, autonoom (vegetatief) zenuwstelsel en animaal zenuwstelsel, grote en kleine hersenen, centra voor gevoel, beweging en voor zien in de hersenschors, hersenstam, ruggenmerg, optisch chiasma, gevoels-, schakel- en bewegingszenuwcellen, impulsgeleiding, reflexboog, pupil, lens, netvlies, staafjes, kegeltjes, gele vlek, blinde vlek, adequate prikkel, lenswerking, bijziend, verziend, accommodatie, prikkels, drempelwaarde, zenuw-zintuigstelsel, synaps, neurotransmitter, Na+-kanaal, reactiesnelheid, cellen van Schwann, myelineschede, sprongsgewijze geleiding, dwarsgestreepte en gladde spieren, witte en rode spiervezels, spiercel, pees, antagonist, warming-up, cooling-down, uithoudingsvermogen, doping en EPO.
Wat kan ik al?
Wat weet je al over zintuigen en spieren?
Lees de volgende Kennisbank uit de onderbouw als opfrisser voor dit thema.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hoe haal je het in je hoofd?
Controleer je lijst met deelconcepten.
Verzamel ook de andere belangrijke begrippen uit de modules.
Gebruik eventueel dit lijstje met een aantal begrippen.
Ken je de betekenis van alle begrippen?
Zoek steeds twee begrippen die met elkaar te maken hebben.
Verbind ze door een bruggetje en noteer op de brug het verband.
Gebruik de Kennisbank als je meer uitleg nodig hebt.
Wissel de bruggen uit met een medeleerling en leg het aan elkaar uit.
Hieronder vind je alle Kennisbanken uit dit thema:
Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is, ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.
Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.
Wat is de onderzoeksvraag van Yarrow, Brown en Krakauer geweest?
Wat is de conclusie van hun onderzoek?
Welke vervolgonderzoek zouden ze kunnen gaan uitvoeren?
Op welk organisatieniveau hebben Yarrow, Brown en Krakauer hun onderzoek uitgevoerd?
Wissel de antwoorden uit in de klas of bespreek het na met de docent.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van dit thema nog eens door.
Vind je het een goede intro om het thema mee te beginnen?
Past de video goed bij het thema? Waarom wel of waarom niet?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond een totale studiebelasting van 29 à 30 SLU.
Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
Met welke module ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst?
Herhaling
Heb je voor je aan de modules begon de toets bij 'Wat kan al?' gemaakt?
Wist je het meeste nog?
Inhoud
Het thema bestaat uit drie modules.
Wat kun je vertellen over het thema/de modules?
Wat vond je leuk, blijf je je herinneren, heeft je verbaast, heeft indruk gemaakt, …
Wat kun je vertellen over jouw houding, inzet en ervaringen tijdens het thema?
Maak hiervan een kort verslag op een half A4.
Examenvragen
Je hebt de examenvragen gemaakt.
Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?
Het arrangement Thema: Zintuigen - v456 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Dit thema Zintuigen is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO. Bij het ontwikkelen van het materiaal is gebruik gemaakt van of wordt verwezen naar materiaal van de volgende websites:
Fair Use
In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor vwo leerjaar 4/5/6. Dit thema heet zintuigen.
Aan het eind van dit thema:
beschrijf je de samenhang van de regeling van lichaamsprocessen op moleculair niveau onder andere mt behulp van het principe van een regelkring en chemische evenwichten.
beschrijf je het belang van (de samenwerking tussen) spier-, zenuw- en hormoonstelsel.
beschrijf je delen van het zenuwstelsel, hun bouw, functies en werking.
benoem je soorten zenuwcellen aan de hand van hun functie.
beschrijf je de relatie tussen zintuigen en het zenuwstelsel.
leg je het algemene principe en de werking van een zintuig uit, met behulp van de begrippen adequate prikkel en drempelwaarde.
legt je uit wat het al dan niet hebben van bepaalde zintuigen betekent voor organismen.
beschrijf je de relatie van het zintuigstelsel met het spier-, zenuw- en hormoonstelsel.
benoem je de uitwendige en inwendige delen van het oog en leg je uit welke functies ze hebben.
beschrijf je de werking van de lens en legt een relatie tussen lensafwijkingen en corrigerende hulpmiddelen.
leg je de bouw, werking en functie uit van de belangrijkste bij beweging betrokken organen van mens en dier en verklaar je daarbij de relatie tussen vorm en functie toe.
Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor vwo leerjaar 4/5/6. Dit thema heet zintuigen.
Aan het eind van dit thema:
beschrijf je de samenhang van de regeling van lichaamsprocessen op moleculair niveau onder andere mt behulp van het principe van een regelkring en chemische evenwichten.
beschrijf je het belang van (de samenwerking tussen) spier-, zenuw- en hormoonstelsel.
beschrijf je delen van het zenuwstelsel, hun bouw, functies en werking.
benoem je soorten zenuwcellen aan de hand van hun functie.
beschrijf je de relatie tussen zintuigen en het zenuwstelsel.
leg je het algemene principe en de werking van een zintuig uit, met behulp van de begrippen adequate prikkel en drempelwaarde.
legt je uit wat het al dan niet hebben van bepaalde zintuigen betekent voor organismen.
beschrijf je de relatie van het zintuigstelsel met het spier-, zenuw- en hormoonstelsel.
benoem je de uitwendige en inwendige delen van het oog en leg je uit welke functies ze hebben.
beschrijf je de werking van de lens en legt een relatie tussen lensafwijkingen en corrigerende hulpmiddelen.
leg je de bouw, werking en functie uit van de belangrijkste bij beweging betrokken organen van mens en dier en verklaar je daarbij de relatie tussen vorm en functie toe.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Zintuigen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.