Sectorwerkstuk

Inleiding

Het maken van een sectorwerkstuk heeft als doel dat jij in 4 mavo een onderzoek uitvoert binnen de sector waarin jij examen gaat doen. De resultaten van dit onderzoek presenteer je mondeling op school. Deze presentatie wordt beoordeeld:

  • het onderwerp en de beoordeling van je sectorwerkstuk komen op je diploma te staan;
  • voor de presentatie krijg je een cijfer voor het onderdeel mondelinge spreekvaardigheid van het vak Nederlands.

Het uitvoeren en presenteren van een onderzoek is iets anders dan het houden van een spreekbeurt. Je gaat op verkenning in de wereld van je toekomstige beroep of je onderzoekt een vraag die je al langer bezighoudt en die misschien wel iets te maken heeft met je vervolgopleiding.

Een onderzoek voldoet aan de volgende eisen:

  • er is een duidelijke onderzoeksvraag
  • er is een duidelijk antwoord op die hoofdvraag
  • je hebt verschillende bronnen geraadpleegd tijdens je onderzoek
  • je kunt duidelijk aangeven wat je hebt geleerd op het gebied van samenwerken
  • er is een overzichtelijk logboek met stappen, materiaal en reflectie.

Hoe dit allemaal in zijn werk gaat, wordt stap voor stap uitgelegd in deze website.

Zorg dat je van alle stappen die je zet verslag legt in je logboek.

Planning

Officieel staan er 20 uur studiebelasting voor het sectorwerkstuk. Tijdens de mentorlessen is er vaak ruimte om aan je sectorwerkstuk te werken. Toch zal je er ook buiten schooltijd  aan moeten werken. Dat betekent dat je goed moet plannen en duidelijke afspraken moet maken.

Hieronder vind je de planning van het begin van het schooljaar tot het moment van je presentatie:

CONCEPT planning SWS

 

Een logboek bijhouden

LogloglogIn het logboek houd je bij hoe jullie vorderen tijdens het gehele proces van het maken van het sectorwerkstuk.

Elke stap op deze website komt terug als hoofdstuk in het logboek. Bij elke stap krijg je een aantal vragen. De antwoorden op die vragen vermeld je in je logboek. Gewbruik hiervoor het sjabloon hieronder: je kunt het op een USB-stick bewaren en bewerken, maar wanneer je efficient wilt samenwerken dan kan een oplossing als google drive (zit al bij je schoolmail), dropbox of office live een prachtige oplossing bieden.

Het logboek weegt voor de helft  mee in de eindbeoordeling. Het moet minimaal met een voldoende worden beoordeeld voordat je je eindpresentatie kan doen. Jullie leveren als team één logboek in waarbij jullie persoonlijke evalutatie duidelijk naar voren komt.

Let op:

  • in het sjabloon staan de richtlijnen en vragen die je moet gebruiken;
  • vervang alle tekst <tussen haakjes> door je eigen tekst;
  • wanneer je de volgorde aanhoudt en alle elementen aanvult dan eindig je met een compleet logboek.

 

  • Download een versie van het sjabloon voor je logboek;
  • Sla het sjabloon op in je Google Drive en deel het document met je mentor;
  • Zorg dat jullie namen en klas duidelijk in de titel van jullie logboek staan;
  • Verwerk elke DOEN!-stap direct in je logboek;
  • Hou alles bij, gooi niets weg, je kunt je logboek op het eind helemaal netjes maken.

Download hieronder het sjabloon:

Open bestand Sjabloon logboek sectorwerkstuk

Stap 1: voorbereiden

In de voorbereidende fase ga je een aantal beslissingen nemen:

  1. met wie ga je samenwerken?
  2. over welk onderwerp gaan jullie het hebben?
  3. op welke manier gaan jullie onderzoek doen?

Gebruik de onderstaande powerpointpresentatie als naslagwerk:

Open bestand Van start met je sectorwerkstuk

Vorm een team

Aan een sectorwerkstuk werk je in tweetallen. Verstandig is dat je samenwerkt met iemand uit je eigen klas omdat je elkaar dan vaker tijdens de lessen ziet. Je mag echter ook met iemand samen werken uit een andere 4 mavo klas. Maak dan wel goede afspraken zodat je de werktijd tijdens de mentorlessen goed benut.

  • Beantwoord de vragen voor deze stap in je logboek;
  • Geef zo uitgebreid mogelijk antwoord;
  • Check je antwoord nog eens: zorg dat je in volledige zinnen schrijft.

Kies een onderwerp

Het onderwerp van je sectorwerkstuk moet passen binnen je sector. Werk je samen met iemand die een andere sector heeft, kies dan een onderwerp die bij beide sectoren past.

Er zijn sites die je kunnen helpen bij het kiezen van een onderwerp:

  • Hogeschool Rotterdam - hulp bij onderwerp kiezen
  • Sectorvaardigheden - stappenplan onderwerp kiezen
  • Uitzending gemist - misschien vind je er een onerwerp of goed bronmateriaal voor je onderzoek.
  • TED - alleen maar presentaties over interessante ideeen (met Nederlandse ondertitels), goed voor onderwerpen, bronmateriaal, maar ook voorbeelden van hele goede presentaties over onderzoek
TIP: het kan voorkomen dat je een goed onderwerp hebt bedacht, maar dat achteraf blijkt dat daar weinig informatie over te vinden is of dat het vrijwel onmogelijk is om daar goed veldwerk bij te doen. Wees dan verstandig en denk na over een ander onderwerp dat ook jullie beide interesses heeft.

 

  • Beantwoord de vragen voor deze stap in je logboek;
  • Geef zo uitgebreid mogelijk antwoord;
  • Check je antwoord nog eens: zorg dat je in volledige zinnen schrijft.

Stap 2: onderzoek opzetten

Een sectorwerkstuk is meer dan een spreekbeurt. Bij een spreekbeurt zoek je informatie op over een bepaald onderwerp en daar vertel je wat over voor de klas. Bij een sectorwerkstuk ga je een paar stappen verder.

Bij het sectorwerkstuk wordt er van je verwacht dat je:

  • een echt onderzoek doet
  • verschillende bronnen gebruikt bij je onderzoek
  • een heldere uitkomst van je onderzoek kunt presenteren.

Een 'echt onderzoek' betekent dat je een onderwerp hebt, een onderzoeksvraag, een hypothese, deelvragen en een conclusie die je naast je hypothese legt. Hierover volgt zo dadelijk meer.

TIP: maak gebruik van brainstormsessies of mindmapping om je ideeen helder te krijgen. In deze fase is het belangrijk dat je alles wat je samen bespreekt en bedenkt opschrijft. Daarna ga je schrappen en ordenen om tot een goed onderwerp en een heldere vraagstelling te komen.

 

Gebruik de onderstaande powerpointpresentatie als naslagwerk bij het formuleren van jullie onderzoeksvraag en deelvragen:

Open bestand Onderzoeksvraag en deelvragen

Formuleer een onderzoeksvraag

Een goed onderzoek start met een heldere onderzoeksvraag. Het doel van je onderzoek is om een duidelijk antwoord op die onderzoeksvraag te vinden. Bij het stellen van een onderzoeksvraag zijn er twee mogelijke valkuilen:

  1. je onderzoeksvraag is te algemeen;
  2. je onderzoeksvraag is te beperkt.

Te algemeen wil zeggen: te breed. De vraag beslaat zo'n groot gebied dat je hem nooit binnen jouw onderzoek kunt beantwoorden. Bijvoorbeeld:

     'Wat is de invloed van het broeikaseffect op de toeristische industrie?'

Te beperkt wil zeggen: te smal. De vraag is al te beantwoorden zonder dat je er onderzoek naar hebt gedaan. Bijvoorbeeld:

     'Wat houdt verslaving in?'

Voorbeeld van een goede onderzoeksvraag:

     'Is het noodzakelijk om nieuwe cosmetica eerst te testen op dieren?'

De vraag is goed omdat:

  • het onderzoeksterrein helder is: cosmetica en dierproeven;
  • er een duidelijk antwoord op te geven is (ja, omdat.... of: nee, omdat [...].)
Let op: beperkte onderzoeksvragen kun je vaak wel heel goed gebruiken als deelvraag, gooi ze dus niet zomaar weg!

 

Meer lezen? Via de volgende links kom je bij meer (gedetailleerde) theorie die wellicht bruikbaar is:

 

  • Beantwoord de vragen voor deze stap in je logboek;
  • Geef zo uitgebreid mogelijk antwoord;
  • Check je antwoord nog eens: zorg dat je in volledige zinnen schrijft.

Formuleer een hypothese

Een hypothese is het antwoord dat jullie verwachten te krijgen op de onderzoeksvraag. Wanneer we het voorbeeld van de onderzoeksvraag er nog eens bijhalen:

     'Is het noodzakelijk om nieuwe cosmetica eerst te testen op dieren?'

Dan zou je de volgende hypothese kunnen formuleren:

     'Ja, want anders weet je niet of het product gevaarlijk is voor mensen.'

Let op: het maakt bij de hypothese niet uit of hij goed of fout is! Tijdens je onderzoek ga je ontdekken of je in de goede richting zat of juist niet. Tijdens je presentatie is het al dan niet bevestigen van jullie hypothese een belangrijk onderdeel van het verhaal dat jullie vertellen.

 

  • Beantwoord de vragen voor deze stap in je logboek;
  • Geef zo uitgebreid mogelijk antwoord;
  • Check je antwoord nog eens: zorg dat je in volledige zinnen schrijft.

Formuleer deelvragen

Deelvragen gaan over onderdelen van de onderzoeksvraag. Elke deelvraag geeft een beetje meer informatie over het onderwerp en de antwoorden op de deelvragen sturen je langzaam maar zeker in de richting van een helder antwoord op je onderzoeksvraag.

We gaan nog eens uit van onze voorbeeld onderzoeksvraag:

     'Is het noodzakelijk om nieuwe cosmetica eerst te testen op dieren?'

In dit geval moet je natuurlijk eerst uitleggen wat er met cosmetica wordt bedoeld zodat je er zeker van bent dat iedereen begrijpt weaar je het over hebt.

Zo kun je komen tot de volgende deelvragen:

  1. Wat wordt er bedoeld met cosmetica? Goede eerste deelvraag! Eerst uitleggen wat er met bepaalde termen precies wordt bedoeld!
  2. Hoe wordt cosmetica getest op proefdieren? Heel goed: meer achtergrondinformatie en beeldvorming.
  3. Hoe kan cosmetica getest worden zonder proefdieren? Breng de alternatieven in beeld, een prima deelvraag.
  4. Wat zegt de Nederlandse wet over het gebruik van proefdieren? Ook een prima deelvraag: kijk eens naar de regelgeving betreffende jullie onderwerp.
  5. Wat vinden Nederlanders van het testen van cosmetica op dieren? Bij deze vraag ga je niet alleen zoeken op internet: je gaat natuurlijk ook zelf op onderzoek uit. Deze en de volgende vraag kun je bijvoorbeeld onderzoeken door 25 personen te enquêteren in het winkelcentrum. Vervolgens kun je daar statistieken bij maken en die gebruiken voor jullie presentatie!
  6. Zijn consumenten bereid meer te betalen voor proefdiervrije cosmetica? Zie toelichting hierboven.
TIP: ga voor jullie sectorwerkstuk uit van 5 a 6 deelvragen, dat is meer dan genoeg: minder dan vijf wordt te oppervlakkig, meer dan 6 wordt vaak onduidelijk.

 

  • Beantwoord de vragen voor deze stap in je logboek;
  • Geef zo uitgebreid mogelijk antwoord;
  • Check je antwoord nog eens: zorg dat je in volledige zinnen schrijft.

Stap 3: onderzoek uitvoeren

Tijdens je onderzoek gebruik je verschillende bronnen. Dus niet alleen een middagje googlen over je onderwerp: je gaat ook vragen stellen aan mensen en instanties door te mailen, te bellen of een echt interview af te nemen. Het praten met mensen met ervaring is vaak een van de beste manieren om bruikbare informatie en goede verhalen over je onderwerp te krijgen.

Verder kun je natuurlijk een enquete afnemen (bijvoorbeeld in een google form via facebook of twitter) of in de klas of op school. De resultaten van een enquete kunnen interessante informatie opleveren voor je onderzoek.

TIP: gebruik altijd jullie deelvragen als uitgangspunt voor een interview of een enquete, op die manier blijft je verhaal een samenhangend geheel!

Waar ga je kijken?

Maak een plan voor het uitvoeren van je veldwerk.

  1. Bepaal wat je wilt gaan doen: research op internet en in de bibliotheek, een interview, een enquete, etc.
  2. Bepaal waar je dat gaat doen: ga je research doen op school, thuis of in de bieb? Welke sites kun je gebruiken? Waar ga je een interview of enquete afnemen? Moet je daar nog iets voor regelen?
  3. Bepaal wie wat gaat doen: kijk naar jullie talenten en voorkeuren, doe waar je goed in bent!
  4. Bepaal wanneer jullie dat gaan doen: maak een planning, stel data vast voor elke tussenstap.

Op de volgende pagina's krijg je tips & trucs bij elke vorm van informatievergaring.

 

  • Beantwoord de vragen voor deze stap in je logboek;
  • Geef zo uitgebreid mogelijk antwoord;
  • Check je antwoord nog eens: zorg dat je in volledige zinnen schrijft.

Een interview

Een interview is een goed middel om waardevolle informatie te verzamelen. Wanneer je in gesprek gaat met mensen die veel van jullie onderwerp afweten, krijg je altijd een goed verhaal en details die je zelf nooit kunt vinden. Een goed gesprek is altijd leerzaam.

Een goed interview vraagt enige voorbereiding:

  1. Bereid je vragen voor: schrijf ze alvast op papier.
  2. Verdeel de taken: wie is de interviewer? Wie maakt er aantekeningen?
  3. Vraag of je het interview mag opnemen (mobiel of recorder): het kan bijzonder handig zijn om het interview op te nemen, dan kun je makkelijk in gesprek gaan zonder dat je bang bent om iets te missen. Vaak vloeit het gesprek beter omdat je niet zo vast zit aan de vragen. Nogmaals: vraag hiervoor altijd toestemming!
  4. Een interview kan ook via de telefoon (zie punt 1 en 3).
  5. Een interview kan ook via e-mail: stuur je vragen dan op en geef altijd aan dat je alle extra informatie die ze kunnen geven bijzonder op prijs stelt!
Let op: zorg dat je je vragen en de tekst van het interview zelf toevoegt aan je documentatiemap.

Een enquete

Een enquete is een handig middel om statistische informatie (cijfers) voor je onderzoek te verzamelen: wat zijn de meningen van mensen, hoeveel mensen weten er iets bepaalds over je onderwerp? De grafieken die een enquete oplevert geven vaak een heel duidelijk beeld dat waardevol kan zijn voor je onderzoek en verhelderend in je presentatie.

Let bij het maken van een enquete op de volgende zaken:

  1. Open vragen zijn niet meetbaar: stel altijd gesloten vragen. Een gesloten vraag is een vraag met een aantal vaste antwoordopties zoals: ja, nee, een beetje; of de mogelijkheid om te antwoorden op een schaal van bijvoorbeeld 1 tot 5.
  2. Stel relevante vragen: wanneer je alle mogelijke vragen voor je enquete hebt verzameld, controleer dan of ze wel echt binnen jullie onderzoek vallen.
  3. Zet de vragen in een logische volgorde: stel altijd eerst een algemene vraag en daarna per onderwerp pas deelvragen.
  4. Zorg voor voldoende respondenten (mensen die je enquete invullen): een enquete met maar 10 respondenten zegt niet zoveel.

Handige tools

Let op: je kunt natuurlijk een enquete houden in je klas of in een paar andere klassen op school (overleg altijd eerst met de docent), maar waarom zou je je enquete niet uitzetten in je sociale netwerk (Twitter, Facebook, etc.)? Vraag hierbij ook of docenten je willen en kunnen helpen!

Bronnen verzamelen

Achter in je logboek moet je je documentatie bijhouden. Met documentatie bedoelen we:

  • links naar atikelen op internet
  • informatiefolders
  • vragen en antwoorden van enquêtes, interviews
  • vragen en antwoorden van interviews.

Wees zo compleet mogelijk en bewaar alles wat je hebt in je documentatiemap. Je kunt deze bijhouden op twee manieren:

  1. in een apart document dat je later toevoegt aan je logboek
  2. achterin het logboeksjabloon (er is al een hoofdstuk voor aangemaakt)
TIP: bewaar alles wat je vindt meteen in je logboek, dan raak je het niet kwijt en kun je er op een later moment altijd mee verder werken.

Stap 4: uitkomsten verwerken

Jullie hebben nu een onderzoek opgezet, veldwerk verricht en stapels informatie verzamelt. De stappen op de volgende pagina's helpen jullie om al dit materiaal te verwerken tot heldere antwoorden en conclusies.

Als het goed is dan zien jullie ook al voorzichtig een verhaal ontstaan dat de basis van jullie presentatie gaat vormen. Kijk daar goed naar en let op de zaken die interessant of verrassend waren of die jullie persoonlijk raakten: daar heb je tijdens het maken van je presentatie veel aan!

Antwoorden op de deelvragen

Als het goed is dan heb je nu voldoende informatie verzameld om je deelvragen te kunnen beantwoorden. Misschien moet je alles nog even op een rijtje schrijven. Doe dat dan ook. Denk deraan: dit is nog niet de tekst die je gaat presenteren, dat komt later.

 

  • Beantwoord de vragen voor deze stap in je logboek;
  • Geef zo uitgebreid mogelijk antwoord;
  • Check je antwoord nog eens: zorg dat je in volledige zinnen schrijft.

Antwoord op de onderzoeksvraag

Wanneer je alle antwoorden op je deelvragen op een rijtje hebt, zie je misschien al een duidelijk antwoord op je onderzoeksvraag ontstaan. Dat betekent dat jullie onderzoek er bijna op zit!

Je beantwoordt je onderzoeksvraag door een hele korte samenvatting te maken van wat jullie tijdens jullie onderzoek hebben ontdekt.

 

  • Beantwoord de vragen voor deze stap in je logboek;
  • Geef zo uitgebreid mogelijk antwoord;
  • Check je antwoord nog eens: zorg dat je in volledige zinnen schrijft.

Klopte jullie hypothese?

Een interessant onderdeel van jullie presentatie wordt het bespreken van jullie hypothese. Klopte jullie verwachting? Hoe kwam dat? Hebben jullie iets nieuws geleerd of iets ontdekt dat jullie niet verwacht hadden?

 

  • Beantwoord de vragen voor deze stap in je logboek;
  • Geef zo uitgebreid mogelijk antwoord;
  • Check je antwoord nog eens: zorg dat je in volledige zinnen schrijft.

Evaluatie

Schrijf alvast een stuk van jullie evaluatie: het grootste deel van het werk zit er inmiddels op. Jullie hebben verschillende activiteiten uitgevoerd:

  • overleggen
  • plannen
  • afspraken maken
  • taken verdelen
  • ...misschien nog meer?

Over al deze activiteiten kun je iets vertellen:

  • wat ging er goed?
  • hoe kwam dat?
  • wat ging er minder goed?
  • wat zou je daar aan kunnen doen?
  • heb je talenten van jezelf ontdekt?

 

  • Beantwoord de vragen voor deze stap in je logboek;
  • Geef zo uitgebreid mogelijk antwoord;
  • Check je antwoord nog eens: zorg dat je in volledige zinnen schrijft.

Stap 5: presenteren van je onderzoek

Het woord 'werkstuk' kan de indruk geven dat je aan het eind van de rit alleen maar iets op papier moet inleveren. Dat is echter maar gedeeltelijk waar.  Het sectorwerkstuk eindigt namelijk met een presentatie.

Het presenteren gaat maximaal 20 minuten duren. Jij bepaalt zelf op welke manier je gaat presenteren en welke hulpmiddelen je daarbij gaat gebruiken.

In de volgende stappen krijg je wat tips & trucs voor het maken van een perfecte presentatie. Maak er gebruik van!

Maak een verhaal

Een goede presentatie, een presentatie die je raakt en die je bijblijft, heeft altijd een goed verhaal. Vaak een persoonlijk verhaal. De beste rode draad door een presentatie is dan ook jouw persoonlijke verhaal. Onder persoonlijk verstaan we:

  • wat het onderwerp voor jou betekent;
  • hoe jij met het onderwerp te maken hebt;
  • wat het onderwerp met jou doet;
  • wat jij geleerd hebt over het onderwerp.

Zorg ook voor een pakkend begin: dat kan een (korte) persoonlijke ervaring zijn, maar bijvoorbeeld ook een kort filmpje (zie ook de volgende pagina).

 

Bespreek met elkaar wat jullie persoonlijk hebben geleerd van het onderzoek dat jullie hebben gedaan en doe dat op de volgende manier: 

  1. elk van jullie spreekt 5 minuten terwijl de ander alleen maar luistert
  2. Na die vijf minuten stelt de luisteraar de volgende vraag: 'waarom is dat zo?'
  3. Daarop mag de spreker nog eens antwoord geven;
  4. Stel als het nodig is de waarom-vraag nog een keer;
  5. Wissel van rol.

Gebruik de onderstaande powerpoint als naslagwerk:

Open bestand Hoe vertel je een verhaal?

Vormgeving en medium

Om je presentatie kracht bij te zetten kun je verschillende middelen gebruiken. Je kunt een ouderwetse papieren flipover met stiften gebruiken, of een poster, maar meestal zie je dat mensen gebruikmaken van iets als PowerPoint.

Jullie zijn vrij om je eigen manier van presenteren te kiezen. Hieronder vind je een lijstje met tools die je zou kunnen gebruiken:

Je kunt filmpjes gebruiken in je presentatie, maar:

  • zorg dat ze werken;
  • zorg dat je alleen laat zien wat je wilt laten zien;
  • niet langer dan 1 minuut (liever korter).
TIP 1: zorg dat je niet teveel tijd kwijt bent aan het uitvogelen van een programma! Kies iets wat je direct snapt zodat je gauw verder kunt en niet vastloopt in technisch geneuzel.

 

TIP 2: zorg dat je je presentatie test op school! Werkt het bestand? Kloppen de links? Laden de filmpjes? Ziet alles er uit zoals jullie dat willen?

 

Gebruik de volgende PDF als naslagwerk (de meeste tips zijn bruikbaar voor alle tools):

Open bestand Werkblad Powerpoint

Hoe presenteer je?

Presenteren. Sommige mensen draaien er hun hand niet voor om, anderen zouden zich liever onder de grond verstoppen. Hoe dan ook: presenteren is iets dat je kunt leren wanneer je het lastig vindt en het is iets waar je steeds verder in kunt groeien - ook als je het al kunt.

Hieronder vind je wat links naar sites met tips over presenteren, bruikbaar voor iedereen:

Gebruik de onderstaande powerpoint als naslagwerk:

Open bestand Je sectorwerkstuk presenteren

Oefenen

Misschien heb je het in de tips hierboven al eens gelezen: bij een presentatie is oefenen heel belangrijk. Hieronder volgen een paar tips:

  • oefen thuis voor familie of vrienden (vraag wel om eerlijke feedback!);
  • oefen voor de spiegel;
  • neem jezelf op (gebruik je telefoon of een camera, alleen geluid opnemen werkt ook goed!);
  • oefen met een timer (goed om te checken of je binnen de tijd blijft);
  • oefen van tevoren in een lokaal op school (als dat kan) en vraag je favoriete docent om te komen kijken!

 

  • Kies minimaal twee van de bovengenoemde oefenmanieren en voer ze uit;
  • gebruik je ervaringen en/of de feedback die je krijgt om je presentatie nog beter te maken!

Tot slot

Het werk zit er bijna op: jullie zijn bijna klaar voor de presentatie en bijna alle gegevens staan in jullie logboek.

Toch...?

Gebruik de aanwijzingen en checklist op de volgende pagina's om te controleren of jullie echt alles op orde hebben.

Het logboek

Als het goed is dan is je logboek nu veranderd van een verzameling grotendeels lege blaadjes in een goedgevuld boekwerk.

Niet? Kijk dan eens of je hier en daar nog wat uitgebreider kunt antwoorden, of dat je misschien vragen hebt overgeslagen.

Belangrijk is ook je documentatiemap: voeg die nu goe aan je logboek, wanneer je dat nog niet gedaan hebt. Vraag je mentor nog eens om te kijken of jullie op de goede weg zijn, misschien heeft hij of zij nog tips!

TIP: ga nog even terug naar de evaluatie en vul die verder aan!

Checklist

Checklist logboek:

  • ingevuld voorblad;
  • afbeelding op het voorblad;
  • bij elke stap alle vragen uitgebreid beantwoord;
  • al het gebruikte materiaal in de documentatiemap;
  • alle gebruikte links op een pagina;
  • persoonlijke evaluatie volledig ingevuld;
  • alle feedback van je mentor verwerkt.

Alles check? Dan zijn jullie klaar!

  • Het arrangement Sectorwerkstuk is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Melle Kramer Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-08-24 22:33:45
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Werken aan je sectorwerkstuk, je logboek en je presentatie: stap voor stap, met handige tips en links!
    Leerniveau
    VMBO theoretische leerweg, 4;
    Leerinhoud en doelen
    Nederlands; Mondelinge taalvaardigheid; Spreken;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    20 uur en 0 minuten