Thema: Water - hv12

Thema: Water - hv12

Thema Water

Inleiding

In dit thema staat water centraal.
Deze onderwerpen komen aan bod:

  1. Waterkringloop
    Het functioneren van de waterkringloop.
    De invloed van de waterkringloop op de drinkwatervoorziening van de mens.
  2. Waterproblematiek
    Het natuurlijk aanbod van water.
    Verschillen in water gerelateerde problemen in en tussen gebieden.
  3. Nederland waterland
    Water in Nederland, water van Nederland. De bijzondere relatie tussen Nederland en het water.
  4. Water in de toekomst
    Duurzaam gebruik van water.
    Vraagstukken rond de beschikbaarheid en de prijs van water oplossen.

Introductie - opdracht

Wat denk je dat je in dit thema gaat leren?

Maak samen met een klasgenoot een mindmap met het woord Water.
Schrijf zoveel mogelijk begrippen op waarvan je denkt dat die in dit thema aan de orde zullen komen.
Hoe je een mindmap maakt, lees je in de gereedschapskist.

Bewaar de mindmap voor de afsluiting van de opdracht.

Mindmap maken

Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kan ik:

  Opdracht
de verschillende fasen van de waterkringloop uitleggen.
  • Waterkringloop
watervraagstukken (te veel, te weinig, te slechte kwaliteit) analyseren en aangeven welke maatregelen worden genomen om zuiver drinkwater te krijgen.
  • Drinkwater
  • Problemen met water
genoemde begrippen omschrijven, die te maken hebben met het stroomgebied van een rivier: waterscheiding, delta, erosie, sedimentatie, verval en verhang.
  • Rijnreis
bijzondere Nederlandse waterwerken beschrijven en waarderen.
  • Watersnoodramp 1953
de gevolgen van het menselijk ingrijpen in de Nederlandse watersituatie (rivieren, polders en waterwerken) kunnen beschrijven, ter beheersing van water en ter voorkoming van overstromingen.
  • Nederland waterland
  • Ruimte voor de rivier

Wat ga ik doen?

Het thema 'Water' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd
in lesuren
Eindproduct
Inleiding 0,5 Mindmap
Opdracht: Waterkringloop 2 Tekening en omschrijving waterkringloop
Opdracht: Drinkwater 2 Drinkwaterkrant
Opdracht: Nederland waterland 2 Woordenwolk
Opdracht: Watersnoodramp 1953 3 Schoenendoos met voorwerpen
Opdracht: Ruimte voor de rivier 2 Kaart grote rivieren Nederland
Opdracht: Problemen met water 2 Quiz Nederland-Bangladesh-Midden-Oosten
Opdracht: Rijnreis 2 Poster Rijn
Afsluiting 2 Tentoonstelling
Totaal 17,5  

 

De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Opdrachten

Waterkringloop

Waterkringloop

Intro

Het water in de Noordzee is ooit als een regendruppel neergevallen en heeft in het verleden meerdere malen een lange reis gemaakt.

Misschien wel van de top van een berg tot honderden meters onder de grond, eeuwen later opgedronken en uitgeplast, verdampt en als regendruppeltje in een wolk terechtgekomen.
Water is dus altijd onderweg.

Je hebt vast wel eens water gekookt in een pan, fluitketel of waterkoker.
Hoe kun je zien of water kookt?
En wat gebeurt er als je water (te) lang kookt?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • benoemen in welke fasen water voorkomt.
  • de namen van de zes faseovergangen opnoemen.
  • de waterkringloop beschrijven en aangeven op welke plekken in de waterkringloop verdamping en condensatie voorkomen.

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft en verklaart de verschillende fasen van de waterkringloop.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert in welke fasen water kan voorkomen en welke faseovergangen belangrijk zijn in de waterkringloop.
Stap 2 Je bekijkt een korte video over de waterkringloop en sleept gebeurtenissen in de waterkringloop in de juiste volgorde.
Stap 3 Je bekijkt nog een video over de waterkringloop. De drie vragen die je beantwoordt, gaan over de faseovergangen en de rol van de wind.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen In de begrippenlijst vind je begrippen terug die gaan over de waterkringloop.
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A, dan maak je een toets.
Eindopdracht B Kies je voor eindopdracht B, dan maak je een schematische tekening van de waterkringloop met gebruikmaking van de opgegeven woorden.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Het materiaal dat je bij deze opdracht nodig hebt hangt af van je eindproduct.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Water in fasen

Water komt in verschillende toestanden (fasen) voor.
Bestudeer de pagina's 'Water in drie fasen' en 'Waterkringloop' en de video in de Kennisbank.

In het schema zie je hoe de overgangen tussen de verschillende fasen van water genoemd worden.
Bij deze opdracht over de waterkringloop zullen we het hebben over condensatie en verdamping.

Waterdamp is onzichtbaar. Om te bewijzen dat er water in lucht zit kun je je adem op een koude ruit te blazen: de ruit beslaat.
De waterdamp (gas) verandert dus in water (vloeibaar).
Als je even wacht is de ruit niet meer beslagen: het water op de ruit is verdampt.

Stap 2: De waterkringloop

Bekijk de waterkringloop. In de waterkringloop zie je een aantal verschillende gebeurtenissen.
In de sleepopdacht onder de animatie zet je gebeurtenissen in de juiste volgorde.


Maak de sleepoefening.

Stap 3: Water is continu op reis

Water verandert voortdurend van fase. Dat voortdurend veranderen van fase noem je de waterkringloop.
Het woord kringloop geeft aan dat er geen begin is en dus ook geen einde: het gaat dus altijd door!

Bekijk nu het volgende filmpje op Schooltv.
Na het bekijken van de video beantwoord je drie vragen over verdamping, condensatie en de rol van de wind.

Afronding

Begrippen

Fasen
Verschillende ontwikkelingsstappen van het water.
Smelten
Van vast naar vloeistof.
Stollen
Van vloeistof naar vast.
Verdampen
Van vloeistof naar gas.
Condenseren
Van gas naar vloeistof.
Vervluchten
Van vast naar gas.
Rijpen
Van gas naar vast.
Waterkringloop
De 'reis' die water maakt. De stappen die ervoor zorgen dat water verdampt, er wolken komen en dat uit de wolken weer neerslag valt.
Oppervlaktewater
Water dat zich in vloeibare vorm aan de oppervlakte van de aarde bevindt.
Grondwater
Water dat zich niet aan de oppervlakte bevindt, maar ondergronds in de bodems en gesteenten.
Aquifer
Een watervoerende laag in de ondergrond.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap ga je de toets 'Waterkringloop' maken.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Waterkringloop

Je gaat een eindproduct maken waarmee je de waterkringloop in beeld brengt.
Je eindproduct bestaat uit een schematische tekening van de waterkringloop.

Gebruik in het schema in ieder geval de volgende woorden:
oceanen en zeeën, verdamping, waterdamp, condensatie, wind, wolken, neerslag, grondwater en rivieren.

Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door je docent.
In de gereedschapskist zie je de beoordelingscriteria.
Zorg er ook voor dat je je schema op tijd inlevert.

Schematische tekening maken

Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je omschrijven wat er gebeurt als water kookt en/of te lang kookt?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de fasen en faseovergangen van water benoemen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Heb je voor Eindopdracht B gekozen?
    Had je voldoende tijd om een schematische tekening van de waterkringloop te maken?
  • Eindopdracht B
    Heb je alle opgegeven termen in de schematische tekening verwerkt?
    Kun je in je eigen woorden uitleggen hoe de waterkringloop werkt?

Drinkwater

Drinkwater

Intro

In Nederland kun je water uit de kraan drinken.
Het water is gezuiverd grondwater of oppervlaktewater.

Het drinken van voldoende water is belangrijk voor onze gezondheid.
Kun je drie redenen noemen waarom het zo gezond is?

In deze opdracht staat het drinkwater centraal.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • uitleggen waarom zout water niet geschikt is voor consumptie.
  • aangeven waar je zoet water kunt vinden.
  • uitleggen waarom vooral grondwater wordt gebruikt voor het maken van drinkwater.
  • omschrijven hoe waterzuiveringsbedrijven grond- en oppervlaktewater zuiveren tot drinkwater.
  • de drie belangrijkste taken van een waterschap noemen.

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je analyseert en waardeert watervraagstukken op (te veel, te weinig, te slechte kwaliteit) op verschillende ruimtelijke schalen.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert over de waterverdeling op aarde, over watersoorten en je maakt er oefeningen over.
Stap 2 Je bekijkt een video over een waterzuivering en beantwoordt er vragen over.
Stap 3 Je bekijkt een video over oppervlaktewater zuiveren en je kunt aangeven in welke volgorde dat plaatsvindt.
Stap 4 en   Je bekijkt een video over een waterschap. Daarna kun je uitleggen welke taken drinkwaterbedrijven en waterschappen hebben.
Stap 5 en Je bekijkt video's over waterverbruik en waterschaarste. Ook lees je een krantenartikel over waterschaarste. Bij de video's en het krantenartikel zitten een aantal vragen en opdrachten, onder meer over hoe je waterverbruik kunt terugdringen en de betekenis van je voetafdruk.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen In de begrippenlijst vind je begrippen terug die gaan over drinkwater.
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A, dan maak je een toets.
Eindopdracht B en Kies je voor eindopdracht B, dan maak je een drinkwaterkrant.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Voor deze opdracht heb je materiaal voor het maken van een krant nodig.
Zie: www.krantenmaken.nl

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Zoet en zout water

Brak kwelwater in Texel.
De zoutkristallen en de aanwezigheid
van micro-algen zorgen ervoor dat
het water deze kleur aanneemt.
Bron: Natuurmonumenten, 18 juli 2017
Foto: Flying Focus Aerial Photography

Bestudeer alle pagina's van de Kennisbank en bekijk de video in de Kennisbank.

Maak de volgende oefeningen.
Deze gaan over de informatie, die je zojuist in de kennisbank hebt gelezen.

Stap 2: Drinkwater

Ooit waren er bijna 200 waterbedrijven in Nederland, maar uiteindelijk zijn tien grote drinkwaterbedrijven overgebleven.

In Nederland komt er schoon en lekker water uit de kraan. Dat hebben we te danken aan deze drinkwaterbedrijven. Zij maken het water schoon en drinkbaar.

Je krijgt in het filmpje uitleg over hoe in een drinkwaterbedrijf grondwater wordt gezuiverd totdat het gebruikt kan worden als drinkwater.

Bekijk het volgende filmpje tot 03:56 min.
Daarna maak je een oefening waarin je de ontbrekende woorden in de tekst invult.

Stap 3: Oppervlaktewater zuiveren

In deze video over de rioolwaterzuivering krijg je uitleg over hoe oppervlaktewater en grondwater wordt gezuiverd tot drinkwater.

Bekijk nu de video en beantwoord daarna de twee vragen over de video.

Stap 4: Drinkwaterbedrijven

Nederland heeft tien grotere drinkwaterbedrijven. Zij zorgen ervoor dat er op elk moment schoon water uit de kraan stroomt.
Zij halen het uit de grond of uit de rivier en maken dat water vervolgens schoon.
Het gezuiverde water gaat via leidingen naar alle huizen en als je de kraan opendraait heb je schoon drinkwater.

Van al het water dat uit de kraan komt, gebruik je maar een beetje.
De rest verdwijnt via het putje of de afvoer in het riool. Dat is afvalwater.
Het schoonmaken van afvalwater gebeurt door waterschappen. Maar waterschappen hebben nog andere taken.

Bekijk de volgende video over het waterschap Aa en Maas.
Je krijgt daardoor inzicht in wat de taken van een waterschap zijn.

 

Stap 5: Waterverbruik en waterschaarste

Je gaat nu een toets maken over waterverbruik en waterschaarste.
Deze toets bestaat uit vier verschillende onderdelen.

Opdracht 1 Waterverbruik

In Nederland is het heel gewoon om de kraan open te draaien en onze drinkfles te vullen of een douche te nemen.
In Kenia is dat niet zo gewoon.

Bekijk onderstaande video. Je ziet hierin de verschillen in waterverbruik in Nederland en Kenia.



De gemiddelde Nederlandse gebruiker verbruikt ongeveer 128 liter drinkwater per dag.
Hiervan wordt ongeveer 1.8 liter gebruikt om daadwerkelijk ook op te drinken.

Hoe verklaren jullie de 128 liter waterverbruik per dag als daarvan maar 1.8 liter wordt gedronken?
Maak samen een lijst waar die 128 liter waterverbruik vandaan zou kunnen komen.
Zouden jullie je waterverbruik onder de 128 liter kunnen krijgen?

Opdracht 2 Besparen op waterverbruik

Bekijk de video ‘Over waterverbruik en hoe we waterverspilling kunnen bestrijden’.
Kies uit de door jullie gemaakte lijst in opdracht 1 twee mogelijkheden.
Hoeveel zou je kunnen bezuinigen?


 

Opdracht 3: Waterschaarste

De aarde bestaat voor tweederde uit water, maar helaas is niet al dat water drinkbaar of bruikbaar voor landbouw.
Hoe gaan we om met die waterschaarste?
Wat kunnen we doen om die schaarste te verminderen?


Lees onderstaand krantenartikel van de Volkskrant uit 2016.

Vier miljard mensen geconfronteerd met waterschaarste

Het tekort aan zoet water in de wereld is nijpender dan werd aangenomen. Wereldwijd hebben vier miljard mensen minstens een maand per jaar last van ernstige waterschaarste. Dat concludeert Arjen Hoekstra, hoogleraar watermanagement aan de Universiteit Twente, in een onderzoek dat vrijdag is gepubliceerd in Science Advances.


Volgens Hoekstra hebben wetenschappers de waterschaarste tot nu toe onderschat. Dat komt doordat in eerdere studies is gekeken naar de beschikbaarheid van water op jaarbasis en geen rekening werd gehouden met seizoenschommelingen. 'Dat is misleidend', zegt Hoekstra. 'Door naar het tijdsbestek van een jaar te kijken wordt een deel van de schaarste weggepoetst. Het geeft een positiever beeld. Schaarste doet zich vooral voelen in droge periodes. Een watertekort kan in hetzelfde jaar nog worden gevolgd door overstromingen.'

Eerdere berekeningen geven aan dat 2 tot 3 miljard mensen worden geconfronteerd met ernstige waterschaarste. Door voor elke plek op aarde te kijken naar het aantal mensen dat een of meer maanden per jaar met schaarste wordt geconfronteerd komt Hoekstra op het aanzienlijk hogere getal van 4 miljard. Tussen de 1,8 en 2,9 miljard mensen heeft er 4 tot 6 maanden per jaar mee te maken. Een half miljard wereldbewoners kampt het hele jaar door met watertekort.

Meeste slachtoffers in China en India
In de berekeningen van Hoekstra is sprake van waterschaarste als de feitelijke waterconsumptie groter is dan de hoeveelheid water die voor duurzaam gebruik beschikbaar is. Hij spreekt van ernstige schaarste als de vraag naar water minstens 2 keer groter is dan de beschikbaarheid bij duurzaam verbruik. Hoekstra: 'Dan wordt de watervoorraad uitgeput. Dan daalt het grondwater, drogen meren op, stroomt er minder water door de rivieren en komt de watervoorziening voor landbouw en industrie in gevaar.' Bij schaarste wordt de landbouw gewoonlijk het eerst getroffen. Er is te weinig water voor de gewassen, de voedselzekerheid komt in gevaar. Dan volgt de industrie en pas later komt de drinkwatervoorziening in het geding. Het verbruik van drinkwater is slechts een klein deel (gemiddeld 4 procent) van de totale waterconsumptie. Hoekstra: 'Tekort aan drinkwater is vooral een kwestie van infrastructuur: het water is niet daar waar het nodig is.' Bijna de helft van de 4 miljard mensen die te maken heeft met waterschaarste woont in China en India. Maar ook elders in de wereld zijn omvangrijke regio's met problemen. Behalve in India en China heerst schaarste in het westen van de VS, Mexico, Australië, Noord- en Zuid-Afrika, het Midden-Oosten en Zuid-Europa.

Uitvinder van de 'watervoetafdruk'
Hoekstra is degene die het steeds vaker gebruikte begrip 'watervoetafdruk' introduceerde. Het is een manier om te berekenen hoeveel water nodig is voor de productie van bijvoorbeeld een kilo vlees, fruit of een spijkerbroek. Hij becijferde dat de gemiddelde wereldburger 4.000 liter water per dag gebruikt, voor een aanzienlijk deel in de vorm van dierlijke producten.

© de Volkskrant, Cor Speksnijder 12 februari 2016

 

Opdracht 4: Bezuinigen op je voetafdruk

Bekijk de video’s en lees het krantenartikel.
Bespreek met je klasgenoot of je kunt bezuinigen op je eigen voetafdruk.
Noteer minstens drie manieren. Waarom is bezuiniging volgens jou nodig?

Afronding

Begrippen

Zout water
Water waarin zout is opgelost. In zout water zit meer zout dan mensen aankunnen: zout zuigt vocht op.
Zoet water
Water dat wel drinkbaar is. Toch is zoet water in meren, oppervlakten en grondwater vaak wel vervuild.
Brak water
Dit vind je op plaatsen waar zoet water en zout water in elkaar overvloeien.
Kwelwater
Water dat onder de dijk door sijpelt en terug de polder in loopt.
Drinkwaterbedrijf
Een bedrijf dat ervoor zorgt dat grondwater gezuiverd wordt tot drinkbaar kraanwater.
Waterschappen
Een waterschap zorgt voor het waterbeheer in een bepaald gebied. Het is een overheidsorganisatie.
Normaal Amsterdams Peil (NAP)
Om te controleren of de dijken nog hoog genoeg zijn, worden de waterhoogte en hoogte van het land regelmatig gemeten. Deze hoogten worden gemeten ten opzichte van het niveau, het Normaal Amsterdams Peil (NAP).
Peilmerken
Meetmerken waarmee het NAP inzichtelijk gemaakt wordt.
Wadden
Delen van de Waddenzee die bij laag water droog vallen. Een wad is een modder- of zandplaat die in een ondiepe zee is ontstaan.
Getijde
De op- en neergaande beweging van de zee. Deze beweging wordt veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan. De gemiddelde duur van een getijde is iets meer dan 12 uur.
Eb
De periode tussen hoogwater en laagwater.
Vloed
De periode tussen laagwater en hoogwater.
Stormvloed
Het opstuwen van zeewater door stormwinden.
Springtij
Is de periode van het getij waarin het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is. Springtij treedt eens in de ongeveer 14 dagen op.
Waterhuishouding
De organisatie van het afvoeren van regen- en afvalwater en de zuivering daarvan. Verder heeft het te maken met de zorg voor drinkwater.
Waterbeheer
Het zorgen voor veiligheid tegen overstromingen en het zorgen voor de aanwezigheid of aanvoer van voldoende water van goede kwaliteit.

Eindopdracht A: Toets

Hier vind je een afsluitende toets over  'Drinkwater'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Krant maken

Jullie gaan aan de slag met het maken van het eindproduct: een drinkwaterkrant.

In de drinkwaterkrant komen allerlei 'waterweetjes'.
Ga op internet op zoek naar informatie over de winning en het gebruik van drinkwater.
Zoek bijvoorbeeld eens uit hoeveel water een Nederlander gemiddeld per dag gebruikt.
Of hoeveel je moet betalen voor al het water dat je gebruikt. Of zoek uit wat wordt bedoeld met een waterwingebied.
Gebruik eventueel de website www.krantenmaken.nl.

Verwerk al die weetjes in jullie drinkwaterkrant. Zorg ook voor passende afbeeldingen. Zorg ervoor dat je krant op tijd klaar is. Maak hierover afspraken met je docent.

Klaar?
Kijk nog even of de krant voldoet aan de beoordelingscriteria.
Die vind je in de gereedschapskist.
Lever je krant in bij je docent. Die zal de krant beoordelen.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor je drinkwaterkrant als in de krant:

  • minimaal tien weetjes over de winning en het gebruik van drinkwater staan;
  • vermeld staat hoe drinkwater wordt gewonnen;
  • de rol van de drinkwaterbedrijven en de waterschappen bij de winning en het gebruik van drinkwater duidelijk is beschreven;
  • weinig of geen taalfouten staan.

Hij/zij zal ook bekijken of de krant er verzorgd uitziet en weinig of geen taalfouten bevat.

Krant maken

Een krant kun je natuurlijk hartstikke goed zelf maken! Je verzamelt foto’s, tekeningen, schema’s, tekststukjes en quotes over een bepaald onderwerp.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Waarom is water drinken zo gezond?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je het proces van waterzuivering nu beter begrijpen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn. Had je die tijd ook nodig om de krant te maken of kwam je tijd te kort?

  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Hebben jullie genoeg informatie verwerkt over de winning en het gebruik van water?
    Waren de taken gelijk verdeeld tussen je klasgenoot en jou?

Nederland waterland

Nederland waterland

Intro

In het begin van de 17e eeuw kreeg Jan Adriaenszoon Leeghwater de taak om de Beemster droog te leggen. De Beemster was toen een groot meer.

Amsterdamse kooplieden wilden de polder droogleggen om er voedsel te kunnen verbouwen. De Beemster is een goed voorbeeld van hoe Nederlanders grote delen van Nederland zelf hebben 'gemaakt'.

In deze opdracht kijk je naar de drooglegging van de Beemster, maar de opdracht had ook over een andere inpoldering kunnen gaan.

Kun je twee gebieden in Nederland noemen die ingepolderd zijn?

Je krijgt ook uitleg over wat het niveau is van de waterstanden in Nederland en hoe dit wordt gemeten (NAP).

Kun je aangeven waar de letters NAP voor staan?

Centraal staat in deze opdracht de omgang van Nederland met het water.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven waarom waterkeringen en dijken in Nederland belangrijk zijn.
    Ik gebruik daarbij het begrip NAP.
  • beschrijven wat een polder is en waarom polders drooggemaakt zijn.
    Ik kan minimaal twee voorbeelden noemen.

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft de gevolgen van het menselijk ingrijpen in de Nederlandse watersituatie en oplossingen.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert over het begrip NAP en vergelijkt twee kaartjes over het waterniveau in Nederland. Ook beantwoord je een vraag.
Stap 2 Je leest op een website over hoe de inpoldering van De Beemster is verlopen. Tijdens het kijken van video's over inpoldering noteer je 20 woorden die met Nederland waterland te maken hebben.
Stap 3 Je bekijkt samen met een klasgenoot een woordenwolk en beantwoordt er vragen over.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen In de begrippenlijst vind je begrippen die te maken hebben met inpoldering en het waterniveau in Nederland.
Eindopdracht A Kies je voor Eindopdracht A: dan maak je een toets.
Eindopdracht B Kies je voor Eindopdracht B: dan zoek je eerst een tekst. Aan de hand daarvan ga je een woordenwolk maken.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Het materiaal dat je bij deze opdracht nodig hebt hangt af van je eindproduct.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: NAP

Peilmerk NAP

NAP betekent Normaal Amsterdams Peil.

Het is de standaardhoogte waaraan hoogtemetingen in Nederland worden getoetst.
Voor het gemak wordt het NAP gelijkgesteld aan het gemiddeld zeeniveau.

In de Kennisbank Waterverdeling vind je ook een pagina over 'Waterstand'.
Bekijk deze pagina en ook de video in de Kennisbank over NAP.

Bekijk in de volgende opdracht twee kaartjes over de ligging van Nederland ten opzichte van het NAP.

Stap 2: Inpolderen

De Werelderfgoedlijst is een lijst met gebouwen, gebieden en evenementen die uniek zijn en als onvervangbaar worden beschouwd.
De Beemster staat op deze lijst. Deze droogmakerij uit 1612 kan als voorbeeld worden gezien van hoe de Nederlanders zelf land hebben 'gemaakt'.

Op de website entoen.nu/beemster vind je veel informatie over De Beemster.

Bekijk van de website in ieder geval het volgende onderdeel:
Kaart Landaanwinning vanaf 1300

Natuurlijk mag je ook de andere onderdelen bekijken.
Maak tijdens het kijken naar dit onderdeel en naar de video's een lijst met minimaal twintig woorden die te maken hebben met Nederland waterland.

Video: Werelderfgoed De Beemster


Video: De molengang


Video: Water: vriend of vijand?

Stap 3: Woordenwolk

Van een tekst over De Beemster is een 'woordenwolk' gemaakt.
In een woordenwolk geldt dat hoe vaker een woord voorkomt in het artikel, hoe groter het woord in de wolk staat.

Bekijk samen met een klasgenoot de woordenwolk die je hier ziet.
Geef antwoord op de volgende vragen.

  • Wat zijn de belangrijkste tien woorden?
  • Wat is volgens jullie het onderwerp van de tekst die is gebruikt voor het maken van de woordenwolk?

Afronding

Begrippen

Peilmerken
Meetmerken waarmee het NAP inzichtelijk gemaakt wordt.
Normaal Amsterdams Peil (NAP)
Om te controleren of de dijken nog hoog genoeg zijn, worden de waterhoogte en hoogte van het land regelmatig gemeten. Deze hoogten worden gemeten ten opzichte van het niveau, het Normaal Amsterdams Peil (NAP).
Droogmakerij
Een bemalen gebied (polder) dat van oorsprong een meer, een ander groot open water of drasland was.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Nederland waterland'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Woordenwolk

Je gaat nu zelf een woordenwolk maken.
Zoek op internet een tekst van ongeveer 200 woorden die gaat over 'Nederland waterland'.
Selecteer de tekst van het artikel en ga dan naar een van de volgende websites:

Maak op een van de sites een woordenwolk.
Bevat de woordenwolk de woorden die je had verwacht?
Staan er woorden niet in of staan sommige woorden er kleiner (of juist groter) in dan je had verwacht?
Kies de belangrijkste woorden uit je woordenwolk en maak met die woorden één zin die de hoofdgedachte van de tekst weergeeft.

Klaar?
Laat de woordenwolk beoordelen door je docent.

Beoordeling
Je docent beoordeelt de woordenwolk op inhoud en vormgeving.
Het moet duidelijk zijn dat de woordenwolk gaat over de omgang van Nederland met het water.
En de woordenwolk moet er goed verzorgd uitzien.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je zelf twee voorbeelden geven van ingepolderd land?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wel uitleggen waarom waterkeringen en dijken belangrijk zijn voor Nederland?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Was het lastig om een lijstje van 20 woorden over Nederland en het water samen te stellen?
    Heeft het bekijken van de video's je daarbij geholpen?
  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Was het lastig om een woordenwolk te maken over dit onderwerp?

Watersnoodramp 1953

Watersnoodramp 1953

Intro

In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 vond in Nederland een grote overstroming plaats. Er was een zeer zware storm, die in combinatie met het extreem hoge water springtij veroorzaakte.
Het Noordzeewater bereikte een recordhoogte en grote delen van Nederland werden overspoeld.

De provincie Zeeland werd het zwaarst getroffen. Er vielen honderden doden en meer dan 100.000 mensen raakten hun huis kwijt.

In de politiek kwam een discussie op gang over de veiligheid van de dijken in Nederland. Naar aanleiding van de watersnoodramp bedacht men een nieuw plan: De Deltawerken.

Kun je nog een project noemen wat is gerealiseerd om Nederland tegen het zeewater te beschermen?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven waarom en waar De Deltawerken zijn gerealiseerd.
  • omschrijven waarom en waar De Zuiderzeewerken zijn gerealiseerd.

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft de gevolgen van het menselijk ingrijpen in de Nederlandse watersituatie en oplossingen.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1

 en

Je bekijkt video's over de Watersnoodramp van 1953 om een idee te krijgen van de omvang van deze ramp. Je maakt aantekeningen over oorzaak en verloop van de ramp en over de hulpacties. Je vergelijkt je aantekeningen met die van een klasgenoot.
Stap 2 Je gaat een video bekijken en vragen beantwoorden over de totstandkoming van De Deltawerken.
Stap 3 Je leest over de Afsluitdijk, als onderdeel van de Zuiderzeewerken. Je bekijkt een video over deze dijk en beantwoord daarna vragen.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen In de begrippenlijst vind je begrippen die gaan over projecten ter bescherming van Nederland tegen het water.
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A: dan maak je een toets.
Eindproduct B Kies je voor opdracht B: dan ga je een schoenendoos vullen met voorwerpen die te maken hebben met de Watersnoodsramp en de Deltawerken. Daarna bedenk je hoe je de inhoud van die doos zou kunnen presenteren.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Het materiaal dat je bij deze opdracht nodig hebt hangt af van je eindproduct.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Watersnoodramp

In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 vond in Nederland een overstroming plaats. Het Noordzeewater bereikte een recordhoogte en grote delen van Nederland werden overspoeld.

De provincie Zeeland werd het zwaarst getroffen, maar ook andere delen van Nederland werden overspoeld. Er vielen honderden doden en meer dan 100.000 mensen raakten hun huis kwijt.
Ook honderden dieren verdronken en talloze dorpen werden verwoest.

Op internet is ook veel filmmateriaal beschikbaar over de Watersnoodramp van 1953.
De film 'De Storm' uit 2009 van Ben Sombogaart gaat over de watersnoodramp.
Overleg met je docent of jullie deze film gaan bekijken.
Hier kun je in ieder geval vast de trailer van de film zien.

Stap 2: Plan Deltawerken

Na de Watersnoodramp in 1953 kwam in de politiek de discussie op gang over de veiligheid van de dijken in Nederland.

Naar aanleiding van deze watersnoodramp bedacht men een nieuw plan voor de bescherming van Nederland tegen het zeewater: Plan Deltawerken.

De video die je gaat bekijken gaat over het feit dat in 2016 de laatste schuif van het grootste deltawerk, de Oosterscheldekering, werd gesloten.

Video: Grootste deltawerk van Nederland 30 jaar oud

Stap 3: Afsluitdijk

Afsluitdijk

Een belangrijke waterkering in Nederland is de Afsluitdijk. Deze dijk sluit het IJsselmeer af van de Waddenzee. De Afsluitdijk is onderdeel van De Zuiderzeewerken, een geheel van projecten waarmee de Zuiderzee werd afgesloten van de Waddenzee en gedeeltelijk werd ingepolderd.

Bestudeer in de Kennisbank 'Nederland en het water' de pagina over de Afsluitdijk.

Daarna bekijk je een video van Schooltv over de langste dijk van Europa, de Afsluitdijk.

Video: Afsluitdijk, de langste dijk van Europa

Tenslotte beantwoord je de vragen, die over de Afsluitdijk en de polders in het IJsselmeer gaan.

Afronding

Begrippen

Deltawerken
Het verdedigingssysteem ter bescherming van met name de provincie Zeeland tegen hoogwater van de zee.
Waterkering/stormvloedkering
Een waterbouwkundige constructie die bij stormvloed of springtij moet verhinderen dat grote hoeveelheden water vanuit de zee tot overstromingen leiden.
Watersnoodsramp
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 overstroomt een groot deel van Zeeland, een deel van Zuid-Holland en een deel van Noord-Brabant door een enorme storm.
Zuiderzeewerken
Het project waarmee de Zuiderzee werd afgesloten en het (latere) IJsselmeer deels werd ingepolderd.
Rivierbedding
De bodem van een stroom, rivier of beek.
Waterbekken
Een plek waar water (tijdelijk) wordt opgeslagen.
Uiterwaarden
De gronden tussen een winterdijk en de bedding van een beek of rivier. De rivier heeft deze ruimte nodig om tijdelijke piekafvoeren aan te kunnen.
Overstroming
Het onder water lopen van een gebied dat onder normale omstandigheden droog ligt.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Watersnoodramp 1953'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Schoenendoos

Stel, jullie moeten een presentatie geven met de volgende inhoud:

  • de oorzaak van de watersnoodramp;
  • een beschrijving van de ramp;
  • de reddingsacties;
  • de bescherming van Nederland in de toekomst,

welke voorwerpen zou je dan tijdens de presentatie laten zien?
Zou je een url van een filmpje laten zien, of foto's of krantenartikelen uit 1953, of iets anders over de Watersnoodramp en/of de Deltawerken?

Jullie gaan voorwerpen verzamelen in een schoenendoos die jullie zouden kunnen gebruiken bij een presentatie over de watersnoodramp en de maatregelen die Nederland daarna nam om een volgende watersnoodramp te voorkomen.
Let op: de schoenendoos moet nog wel dicht kunnen!
Kijk in de gereedschapskist hoe je de inhoud van je schoenendoos kunt presenteren.

Klaar?
Laat de schoenendoos met spullen beoordelen door jullie docent.

Beoordeling
Bij de beoordeling hanteert jullie docent de volgende criteria:

  • Heeft de schoenendoos een titel?
  • Zitten er voorwerpen van de verschillende aspecten van de ramp in de doos?
  • Zit er materiaal over de Deltawerken in de schoenendoos?
  • Is de doos met zorg gevuld?

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Bekijk de leerdoelen van deze opdracht nog eens.
    Kun je nu meer vertellen over waarom en waar de Deltawerken en de Zuiderzeewerken zijn gerealiseerd?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Was de informatie over de Watersnoodramp en de Deltawerken nieuw voor je of wist je er al veel van?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Vond je het leuk om een schoenendoos samen te stellen?
    Of had je liever alleen een presentatie gehouden over dit onderwerp?

Ruimte voor de rivier

Ruimte voor de rivier

Intro

Nederland en water zijn twee zaken die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

De afgelopen eeuwen hebben wij door dijken en kribben aan te leggen de loop van rivieren naar onze hand proberen te zetten.
Dat heeft echter niet kunnen voorkomen dat er in 1993 en 1995 overstromingen zijn geweest.

Rijkswaterstaat werkt aan een aantal projecten om rivieren meer ruimte te geven onder de naam 'Ruimte voor de rivier'.

In deze opdracht staan de grote rivieren in Nederland centraal.
In Nederland stromen meerdere grote rivieren. Kun je er drie noemen?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • met behulp van drie voorbeelden uitleggen wat Nederland doet om de overstromingskans van rivieren te verkleinen en het water in de rivieren beheersbaar te houden.
  • de begrippen herkennen: stroomgebied van een rivier, waterscheiding en rivierverloop (verval).
  • de begrippen herkennen: bovenloop, middenloop, benedenloop van een rivier en rivierdelta.

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft de gevolgen van het menselijk ingrijpen in de Nederlandse watersituatie en oplossingen.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert allerlei begrippen die met rivieren te maken hebben. Je kijkt naar een video over een overstroomde rivier en wat dat teweeg brengt. Daarna beantwoord je vragen over evacueren.
Stap 2 en Je bekijkt video's over negen mogelijkheden om overstroming van rivieren tegen te gaan. 
Stap 3 en Kijk naar een video over beheersing van water in de grote rivieren en beantwoord je vragen over de video's uit stap 2 en 3.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen In de begrippenlijsten vind je de begrippen terug die gaan over rivieren en maatregelen om overstroming van rivieren tegen te gaan.
Eindopdracht A Kies je voor Eindopdracht A: dan maak je een toets over dit onderwerp.
Eindopdracht B Kies je voor Eindopdracht B: dan ga je een kaart van Nederland maken met daarop de grote Nederlandse rivieren en voeg je afbeeldingen en omschrijvingen toe.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden

  • een kaart van Nederland
  • (kleur)potloden


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: We zijn gewaarschuwd!

Bestudeer in de Kennisbank de twee pagina's Rivier-1 en Rivier-2.

Bestudeer ook in de Kennisbank de pagina 'Hoogwater rivieren' .
Bekijk de video 'Nederland en het water' in de Kennisbank.

In 1993 en 1995 heeft een periode van aanhoudende regen zulke hoge waterstanden veroorzaakt in de rivieren dat overstromingen plaatsvonden.
Met name in het stroomgebied van de Maas kwamen grote gebieden in Limburg onder water te staan.

Bekijk het volgende filmfragment en beantwoord hierna de vragen.

 

Stap 2: Ruimte voor de rivier

Hoogwater Waal 1995

De afgelopen eeuwen is het aantal inwoners in Nederland sterk toegenomen.

Ook in de buurt van de grote rivieren wonen steeds meer mensen.
De gevolgen van een eventuele overstroming worden steeds groter.
Het is daarom belangrijk dat de rivieren stromen zoals wij dat willen.

Bestaat de oplossing dan alleen uit het verhogen of verbreden van dijken?
Of zijn er nog meer mogelijkheden?

Op 34 plekken in Nederland werkt Rijkswaterstaat aan projecten om de rivieren meer ruimte te geven onder de naam 'Ruimte voor de rivier'.
Deze projecten hebben als doel het water in de rivieren beheersbaar te houden en de kans op overstromingen te verkleinen.

Bekijk de volgende filmpjes:

1. Zomerbed verdieping

2. Waterberging

3. Uiterwaard vergraving

4. Rivierverruiming

5. Obstakel verwijdering

6. Kribverlaging

7. Hoogwatergeul

8. Dijkverlegging

9. Dijkverbetering

 

Stap 3: Waterbeheersing

Waterbeheersing van rivieren in Nederland

Via de Maas en de Rijn wordt er een enorme hoeveelheid water door de Nederlandse delta naar zee afgevoerd.
De laatste decennia zijn de rivieren veranderd om ze als verkeersader goed bevaarbaar te houden.
Stedelijke bebouwing en ontbossing hebben de watertoevoer versneld.
Bovendien krijgen rivieren meer regen- en smeltwater te verwerken.
Meer ruimte voor de rivier, is het devies.

Bekijk de volgende video en beantwoord daarna de vraag.

Afronding

Begrippen

Stroomgebied
Het gebied waaruit een rivier (plus zijrivieren) het overtollige water afvoert.
Waterscheiding
Een grens tussen twee stroomgebieden.
Rivierloop
Beschrijft het verval van een rivier van de bron van de rivier tot de monding.
Bovenloop
Dit is het deel van de rivier bij de bron dat meestal het verst van de kust afligt. Het verval is in de bovenloop het grootst en het water stroomt het snelst.
Middenloop
Dit is het deel van de rivier waar de stroomsnelheid afneemt. Het grind dat in de bovenloop is meegevoerd, wordt hier afgezet (sedimentatie).
Benedenloop
Dit is het deel waarbij de rivier bij de monding aankomt. De benedenloop voert meestal door laagland.
Rivierdelta
Een stelsel van aftakkingen van de rivier voordat deze in een zee of in een groot meer uitmondt.
Verval
Het hoogteverschil tussen twee punten in een rivier.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Ruimte voor de rivier'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Kaart maken

Als eindopdracht maak je een kaart van Nederland.
Op de kaart geef je de loop van de grote rivieren aan en geef je aan welke gebieden risico lopen om getroffen te worden door een (rivier)overstroming.
Op de kaart geef je ook aan hoe er wordt geprobeerd overstromingen te voorkomen.

Je kunt zelf een kaart downloaden van internet of gebruikmaken van deze
kaart van Nederland. Ga opnieuw naar www.google.nl

Tik in het zoekvak 'ruimte voor de rivier' in. Kies voor 'Afbeeldingen'.
Kies vijf verschillende afbeeldingen uit. Van de afbeeldingen moet je weten waar ze gemaakt zijn.
Plaats nu ook deze afbeelding op de kaart van Nederland.
Schrijf bij iedere afbeelding ook welke manier bedacht is om overstromingen tegen te gaan.

Klopt het dat:

  • de grote rivieren op de kaart staan aangegeven?
  • er vijf afbeeldingen op de kaart staan die iets vertellen over de overstromingen in 1993 of 1995?
  • er vijf afbeeldingen op de kaart staan die iets laten zien over de manier waarop overstromingen tegen gegaan worden?

Heb je alle drie de vragen met 'ja' beantwoord, laat je eindproduct dan beoordelen door je docent.
De beoordelingscriteria voor de kaart kun je ook terugvinden in de gereedschapskist.
Zorg dat je je kaart op tijd inlevert.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor je eindopdracht als:

  • Op je kaart de grote rivieren zijn ingetekend.
  • Op je kaart vijf afbeeldingen staan die iets vertellen over de overstromingen in 1993 of 1995.
  • Op je kaart vijf afbeeldingen staan die laten zien wat er gedaan wordt om overstromingen te voorkomen.
  • Je kaart met zorg gemaakt is.
  • Je kaart op tijd klaar is. Maak afspraken met je docent.

Kaart tekenen

Op een kaart kun je aangeven waar een gebeurtenis heeft plaatsgevonden of gaat plaatsvinden.  

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Wat wordt bedoeld met 'Ruimte voor de rivier'?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen wat wordt bedoeld met de bovenloop, de middenloop en de benedenloop van een rivier?

Hoe ging het?

  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je op de kaart aangegeven waar in Nederland al maatregelen genomen zijn om de kans op overstromingen te verkleinen?
    En waar die maatregelen uit bestaan?

Problemen met water

Problemen met water

Intro

Aan een aantal wetenschappers werd in 1998 gevraagd wat volgens hun de belangrijkste problemen van 21ste eeuw zouden worden.

De meest genoemde antwoorden: bevolkingsgroei en problemen met water.

Het gaat om drie soorten problemen: te veel water, te vuil water en te weinig water.
Teveel water zorgt voor overstromingsgevaar en te weinig water veroorzaakt problemen voor bijvoorbeeld natuur, landbouw, industrie en scheepvaart.

Heb je een idee wat te vuil water kan veroorzaken? Kun je een voorbeeld noemen?
Denk hierbij eens aan ons drinkwater.

In deze opdracht staan de problemen met water centraal.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • twee redenen noemen waardoor de vraag naar veilig water wereldwijd toeneemt.
  • twee verschillende problemen omschrijven die het gevolg zijn van een tekort aan schoon water.
  • redenen noemen waardoor er in een gebied wateroverlast kan ontstaan en een mogelijk gevolg van wateroverlast beschrijven.
  • aan de hand van een voorbeeld uitleggen dat de verdeling van water kan leiden tot (internationale) conflicten.

 

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je analyseert en waardeert watervraagstukken (teveel, te weinig, te slechte kwaliteit) op verschillende ruimtelijke schalen.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je bekijkt een video over overstromingen in Bangladesh. Je kunt aangeven door welke invloeden deze overstromingen worden veroorzaakt, door middel van het beantwoorden van de vragen.
Stap 2 Je leert waarom naast overstromingen in Bangladesh ook waterschaarste ontstaat en waarom schoon drinkwater een probleem is. Je bekijkt de video en beantwoordt vragen daarover.
Stap 3 Je leert over de verschillen in waterloop, waterstand en weersomstandigheden in Nederland en Bangladesh. Je bekijkt drie video's en beantwoordt daar vragen over.
Stap 4 Je leest een tekst over het te verwachten watertekort in het Midden-Oosten. Tegelijkertijd maak je deze tekst compleet door het invullen van een aantal woorden.
Stap 5 Je leest een tekst over het Project Zuidoost-Anatolië. Terwijl je dit leest, maak je de tekst compleet.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen In de begrippenlijst vind je begrippen terug die gaan over waterschaarste, te veel water en te vuil water.
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A: dan maak je een toets.
Eindopdracht B Kies je voor eindopdracht B: dan maak je een quiz over de waterproblemen in Nederland, Bangladesh en het Midden-Oosten.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht


Benodigdheden
Het materiaal dat je bij deze opdracht nodig hebt, hangt af van je eindproduct.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Problemen met water

Problemen met water kunnen ontstaan door waterschaarste, verdroging, overstroming of door conflicten.

Bestudeer alle pagina's van de Kennisbank en bekijk de video over water in de Kennisbank.

Bangladesh

Bangladesh is een land in Zuid-Azië. Het land grenst aan India en aan de Indische Oceaan. In het noorden ligt het Himalayagebergte. De hoofdstad van Bangladesh heet Dhaka.

Net als in Nederland zijn er veel rivieren in Bangladesh. De twee belangrijkste rivieren zijn de Ganges en de Brahmaputra.
Bangladesh is een van de dichtstbevolkte landen ter wereld. Het land is bijna vier keer zo groot als Nederland en heeft ongeveer 160 miljoen inwoners.

Bekijk het volgende filmpje op Schooltv en beantwoord daarna de vragen over Bangladesh.

 

Stap 2: Geholpen .... met giftig water

Een roodgeverfde pomp

Ondanks de vele overstromingen in Bangladesh is er in sommige perioden sprake van waterschaarste.
Om het land te helpen, hebben hulporganisaties in de jaren 70 van de vorige eeuw meer dan 10 miljoen waterpompen in de grond geplaatst om grondwater op te pompen.

Waterpompen moeten zorgen voor schoon drinkwater. Door schoon drinkwater te gebruiken, kun je voorkomen dat mensen besmet raken met ziekten als cholera en dysenterie die ernstige, zelfs dodelijke, diarree veroorzaken.

Het probleem echter is dat het grondwater van Bangladesh niet zo schoon is.
Schoon grondwater zit veel dieper in de grond. De grond van Bangladesh zit namelijk vol arsenicum. Arsenicum komt daar van nature voor in de aardkorst, rotsen, bodem en de zee.
Het is een zeer giftige, dodelijke stof.

In de jaren 80 begon het grote aantal mensen met zwarte huidvlekken op te vallen, een van de eerste tekenen van langdurige arsenicumvergiftiging. Een kwart van alle waterbronnen in Bangladesh bevat namelijk arsenicum.

Een tien jaar durend Amerikaans onderzoek onder 12.000 Bengali wees in 2016 uit dat een op de vijf sterfgevallen in Bangladesh gerelateerd is aan drinkwater uit bronnen met arsenicumconcentraties van meer dan 10 microgram per liter.

Omdat het water ook wordt gebruikt voor irrigatie, krijgen de mensen via rijst alsnog een dosis mee. Pompen met arsenicum besmet water worden rood geverfd. Toch worden ze vaak nog gebruikt...

Bekijk de volgende video.
Het meisje in het filmpje heeft drie opties: geen water, vervuild water of vergiftigd water.

Maak daarna de oefening.

Stap 3: Nederland en Bangladesh

Luchtfoto van de Ganges

In Nederland komen enkele grote rivieren samen in een delta met rivierarmen die in zee uitmonden.
De Rijn-Maas-Scheldedelta is bijvoorbeeld een grote rivierdelta in Nederland en België die gevormd wordt door de samenvloeiing van de Rijn, de Maas en de Schelde.
Het resultaat is een veelheid van voormalige eilanden en zee- en rivierarmen, die samenkomen in Zeeland, dat het hart van de Delta vormt.

In Bangladesh monden de rivieren de Ganges en Brahmaputra uit in een grote rivierdelta.
Net als Bangladesh heeft Nederland wel eens last van een hevige storm of hoge waterstanden in de rivieren. Maar daarmee houden de overeenkomsten tussen Nederland en Bangladesh wel op.
Om te beginnen kent Nederland geen droog en nat jaargetijde. Het hele jaar door valt er regen.

Je gaat nu kijken naar drie video's over waterzuivering in Nederland.
De eerste video gaat over hoe Nederland zich door de eeuwen heen heeft gewapend tegen overstromingen.
De tweede video belicht hoe vuil grondwater wordt gefilterd om schoon drinkwater te krijgen.
En de derde video laat alle procedures zien die het water doorloopt vanuit de natuur totdat het geschikt is als drinkwater.

Beantwoord na het bekijken van de video's de vragen over Nederland en Bangladesh.

Video: Waterwerken

Video: Filtreren

Video: Drinkwater

Stap 4: Midden-Oosten watertekort

De verwachting is dat het Midden-Oosten in 2040 te kampen krijgt met het grootste watertekort.
Dat is althans de uitkomst van een onderzoek van het World Resources Institute.

Lees het volgende artikel. In de tekst ontbreken echter een paar woorden.
Maak de tekst compleet.

Stap 5: Project Zuidoost-Anatolië

Zuidoost-Anatolië in het rode kader

Project Zuidoost-Anatolië is een project van de Turkse overheid.
Het heeft als doel de inkomens in de Turkse regio Zuidoost-Anatolië te doen toenemen door de economische ontwikkeling te bevorderen. Hierdoor zal een betere levensstandaard worden gecreëerd voor de negen miljoen inwoners van de regio. Er zijn verder tal van ecologische, maatschappelijke en politieke motieven.

In de volgende opdracht krijg je meer uitleg over dit project. Je leest de tekst en vult de ontbrekende woorden in.

Afronding

Begrippen

Waterschaarste
Het gebrek aan voldoende schoon water.
Watervluchtelingen
Mensen die de droogte ontvluchten en op zoek gaan naar gebieden met meer water.
Overstroming
Het onder water lopen van een gebied dat onder normale omstandigheden droog ligt.
Tsunami
Een grote vloedgolf veroorzaakt door een zeebeving.
Moesson
Winden bij de evenaar die elk half jaar van richting veranderen.
Smeltwater
Water dat afkomstig is van gesmolten sneeuw of ijs.
Waterkwaliteit
Hoe het oppervlaktewater en het grondwater zijn samengesteld. Het gaat hierbij om de biologische en de chemische samenstelling.
Arsenicum
Komt van nature voor in de aardkorst, rotsen, bodem en de zee.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Problemen met water'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Quiz maken

Nederland, Bangladesh en het Midden-Oosten
Waterproblemen in de wereld kunnen verschillend van aard zijn. De waterproblemen van Nederland, Bangladesh en het Midden-Oosten kennen overeenkomsten, maar ook grote verschillen.

Het eindproduct van deze opdracht is een quiz maken over de waterproblemen in Nederland, Bangladesh en het Midden-Oosten. Kijk eerst nog even goed naar de leerdoelen en zorg dat deze goed in de vragen terugkomen.

Zorg ervoor dat:

  • de vragen en antwoorden van de quiz duidelijk aangeven welke waterproblemen er zijn in Nederland, Bangladesh en het Midden-Oosten.
  • de quiz duidelijk maakt dat er grote verschillen zijn tussen Nederland, Bangladesh en het Midden-Oosten als het gaat over het oplossen of ontstaan van waterproblemen.

Quiz maken

Bij het maken van een quiz ontwerp je zelf de vragen in groepjes. Via een puntensysteem wordt de winnaar bepaald. Daarna worden de antwoorden besproken.

 

Klaar?
Kijk nog even in de gereedschapskist of je quiz aan de beoordelingscriteria voldoet.
Je docent zal de quiz beoordelen.

Beoordeling
Je krijgt een goede beoordeling voor je eindproduct als:

  • De vragen en antwoorden van de quiz duidelijk maken welke waterproblemen er zijn in Nederland en welke waterproblemen er zijn in Bangladesh en het Midden-Oosten.
  • De quiz duidelijk maakt dat er grote verschillen zijn tussen Nederland, Bangladesh en het Midden-Oosten als het gaat over het oplossen of ontstaan van waterproblemen.
  • De quiz met zorg gemaakt is.
  • De quiz op tijd klaar is.
  • Maak afspraken met je docent.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Herken je de problemen van te veel, te weinig of te vuil water?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aangeven waarom het verkrijgen van schoon drinkwater nog steeds een probleem is in Bangladesh?

Hoe ging het?

  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Vond je het lastig om geschikte quizvragen te bedenken aan de hand van wat je geleerd hebt?

    Vond je het fijn om de opdracht alleen te doen?
    Of had je de opdracht liever samen met een klasgenoot gedaan, zodat je ook wat kon oefenen?

Rijnreis

Rijnreis

Intro

De Rijn is met 1233 km een van de langste rivieren van Europa.
De Rijn stroomt door verschillende landen en taalgebieden.
'Een reisje langs de Rijn' is een zeer populaire trip.

Je gaat in deze opdracht een poster maken, die je voor zo'n reisje langs de Rijn bij een reisbureau zou kunnen hangen. Natuurlijk moet er van alles opstaan over de Rijn en die gegevens ga je in deze opdracht verzamelen.

Kijk vast naar een video over de Rijn. Deze video laat zien waar de Rijn ontstaat en hoe de loop van de rivier is tot aan Bazel.

In welk gebergte ontstaat de Rijn?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • uitleggen dat er in een rivier vaak sprake is van een boven-, midden- en benedenloop.
  • uitleggen dat ik rivieren kan onderverdelen in regenrivieren, gletsjerrivieren of gemengde rivieren.
  • de begrippen stroomgebied, waterscheiding en delta omschrijven.
  • de begrippen erosie, sedimentatie, verval en verhang omschrijven.

 

Wat ga ik doen?

De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je onderzoekt van de rivier de Rijn o.a. oorsprong, boven-, midden- en benedenloop, meandering, verval en verhang.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je gaat informatie verzamelen over het ontstaan en de loop van de Rijn. Je maakt een begin met de A3-poster.
Stap 2 Je leert over de onderverdeling in rivieren. Je zoekt informatie over wat voor soort rivier de Rijn is en verwerkt dat in je poster.
Stap 3 Je leert over stroomgebieden, deltagebieden en waterscheidingen van de Rijn. Je gaat dit op de poster aangeven.
Stap 4 Je leert begrippen als boven-, midden- en benedenloop en je kijkt naar een video. Daarna maak je een tekst hierover compleet.
Stap 5 Je kijkt naar een video over bochten in de rivier en hoe die ontstaan en veranderen. Daarna maak je er een oefening over.
Stap 6 Je leert begrippen als verval en verhang van een rivier. Je verwerkt dit op je poster en zoekt er foto's bij.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen In de begrippenlijst vind je begrippen terug die gaan over rivieren.
Eindopdracht Je gaat je A3-poster afmaken.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden

  • de Bosatlas
  • materiaal voor het maken van de poster

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: De Rijn

Ga op internet en in je atlas op zoek naar informatie over de rivier de Rijn.
Zorg dat je in ieder geval antwoord vindt op de volgende vragen.

Teken nu op een vel A3-papier heel precies de loop van de Rijn na.
Dit wordt het begin van een poster over de Rijn.

Zet de antwoorden op de vragen, die je net over de Rijn gegeven hebt,  op de poster.

Schrijf er ook namen bij van een aantal steden die langs de Rijn liggen.

We gaan de poster in de volgende opdrachten steeds verder aanvullen.

Stap 2: Soorten rivieren

Rivieren kun je onderverdelen in

  • regenrivieren,
  • gletsjerrivieren of
  • gemengde rivieren.

Een regenrivier krijgt zijn water vooral van van regenwater, een gletsjerrivier krijgt zijn water van gesmolten gletsjerijs en een gemengde rivier van allebei.

Gletsjers vind je alleen in het hooggebergte en gebieden in de polen, zoals bijvoorbeeld IJsland, Groenland en Antarctica. Het smeltwater van een gletsjer is het begin van een gletsjerrivier.

Onder welke soort rivier valt de Rijn?
Geef antwoord op de volgende vragen en vul de poster die je in de vorige stap gemaakt hebt, aan.

Stap 3: Zijrivieren

De stad Koblenz. Aan de monding
van de Moezel in de Rijn

In de Kennisbank vind je ook een onderdeel over rivieren.
Bestudeer uit de Kennisbank Rivieren, Rivier-1.

Een rivier kan behalve regenwater en smeltwater van een gletsjer ook water uit zijrivieren krijgen. En die zijrivieren krijgen op hun beurt ook weer water van zijriviertjes en die op hun beurt ook weer.

Het hele gebied waar de hoofdrivier zijn water uit krijgt, noem je het stroomgebied van de rivier.
De scheiding tussen twee stroomgebieden noem je een waterscheiding. Een waterscheiding is vaak een gebergte of een heuvelrug. Aan de ene kant van het gebergte stroomt het water in een ander stroomgebied dan aan de ander kant van het gebergte.

In Nederland is iets geks aan de hand. Daar stromen geen nieuwe riviertjes in de Rijn, maar daar vertakt de Rijn zich in verschillende rivieren. Het gebied van de Rijn in Nederland noem je een delta.

Geef op de poster het volgende aan:

  • het stroomgebied van de Rijn
  • het deltagebied van de Rijn
  • de waterscheiding tussen Maas en Rijn.

Stap 4: Boven-, midden- en benedenloop

Een rivier kun je in drie stukken verdelen:

  • ​de bovenloop
  • de middenloop
  • de benedenloop

Lees de tekst in pagina Rivier - 2 in de Kennisbank.

Bekijk de video over de loop van de rivier de Rijn.
Hierdoor krijg je een beter beeld over de hoogteverschillen en stroomsnelheid van de Rijn.

Je kunt op je poster ook de verdeling van boven-, midden- en benedenloop aangeven.

Daarna maak je een opdracht, waarin je een tekst over het verloop van de Rijn compleet maakt.

 

Stap 5: Bochten in de rivier

Meanders zijn bochten in een rivier, die steeds van vorm veranderen.
De snelheid waarmee het water in de rivier stroomt, heeft invloed op de vorming van deze bochten.

Bekijk het volgende filmpje op Schooltv.
De oefening die je daarna maakt, gaat over het filmpje.

Je kunt in de bovenloop van de Rijn zien, dat deze meandert.
Op je poster kun je dat ook aangeven.

Stap 6: Verhang

Het verval van een rivier is het hoogteverschil tussen twee punten in een rivier. Als je het verval per kilometer uitrekent, spreek je van het verhang.

Kijk ter verduidelijking naar deze video. De video laat zien hoe je het verval en verhang uitrekent.

Afronding

Begrippen

Stroomgebied
Het gebied waaruit een rivier (plus zijrivieren) het overtollige water afvoert.
Waterscheiding
Een grens tussen twee stroomgebieden.
Rivierloop
Beschrijft het verval van een rivier van de bron van de rivier tot de monding.
Bovenloop
Dit is het deel van de rivier bij de bron dat meestal het verst van de kust afligt. Het verval is in de bovenloop het grootst en het water stroomt het snelst.
Middenloop
Dit is het deel van de rivier waar de stroomsnelheid afneemt. Het grind dat in de bovenloop is meegevoerd, wordt hier afgezet (sedimentatie).
Benedenloop
Dit is het deel waarbij de rivier bij de monding aankomt. De benedenloop voert meestal door laagland.
Rivierdelta
Een stelsel van aftakkingen van de rivier voordat deze in een zee of in een groot meer uitmondt.
Soorten rivieren
Een regenrivier krijgt zijn water van regenwater. Een gletsjerrivier krijgt zijn water van gesmolten gletsjerijs. Een gemengde rivier van allebei.
Verval
Het hoogteverschil tussen twee punten in een rivier.
Verhang
Verval per kilometer.
Erosie
In de bovenloop van de rivier worden door de grote stroomsnelheid en harde wind grond en keien meegevoerd. Dit noem je erosie.
Sedimentatie
Als de stroomsnelheid in de rivier afneemt, blijft het grind en de keien in de middenloop van de rivier achter. Dit noem je sedimentatie.
Meander
Een kronkel of lus in de natuurlijke waterloop van een rivier.
Hoefijzermeer
Een meer dat is ontstaan door het afsnijden van een meander van een rivier. Dit komt door erosie in de buitenbocht, waardoor deze steeds wijder en uiteindelijk een meer wordt.

Eindopdracht: Poster maken

Als het goed is ben je al bijna klaar met je eindproduct: een A3-poster voor een reisbureau waarop je een Rijnreis aanprijst.

Op de poster wordt duidelijk:

  • door welke landen de Rijn stroomt;
  • hoe lang de Rijn is;
  • dat de Rijn in verschillende landen een verschillende naam heeft;
  • in welk gebergte de Rijn begint;
  • dat er sprake is van een boven-, midden- en benedenloop;
  • wat het stroomgebied van de Rijn is;
  • dat er een waterscheiding is tussen de Rijn en de Maas;
  • waar sedimentatie en waar erosie plaatsvindt;
  • hoe groot het verhang is tussen Bazel en een plaats in de middenloop;
  • hoe groot het verhang is tussen Bazel en een plaats in de benedenloop.

Daarnaast komen er op de poster foto's en een korte omschrijving van twee of drie interessante plaatsen die langs de Rijn liggen.
Natuurlijk vermeld je op de poster ook hoelang de reis duurt en hoe duur de reis is.

Klaar?
Laat de poster beoordelen door je docent.
In de gereedschapskist zie je de beoordelingscriteria.
Zorg dat je de poster op tijd inlevert.

Beoordeling
Je docent zal de inhoud van de poster conform de omschrijving van de eindopdracht beoordelen.

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je aangeven door welke landen de Rijn stroomt?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen wat de beneden-, midden- en bovenloop van een rivier zijn?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Wist je zelf al veel over de Rijn voor je aan de opdracht begon?
    Noem twee punten die echt nieuw voor je waren.
  • Eindopdracht
    Is je poster mooi geworden?
    Denk je dat je het eindresultaat zo in een reisbureau zou kunnen ophangen?

Afsluiting

Kennisbanken

Het thema 'Water' bestaat uit de volgende vier Kennisbankitems.

Eindopdracht

Je hebt in alle stappen van het thema Water gewerkt aan een aantal opdrachten.
Het is nu tijd het thema Water af te sluiten.

Je sluit het thema af met het inrichten van een tentoonstelling.
Tijdens het maken van de opdrachten hebben jullie een aantal producten gemaakt:
een poster van de Rijn, een woordenwolk, een tekening over de waterkringloop, een drinkwaterkrant, etc.
Met deze producten richten jullie een tentoonstelling in.

Overleg met je docent:

  • waar jullie de tentoonstelling mogen inrichten.
  • wanneer jullie de tentoonstelling gaan inrichten.
  • hoeveel tijd je krijgt om de tentoonstelling op te bouwen.
  • wie jullie gaan uitnodigen als bezoekers van de tentoonstelling.


Klaar?
Na de inrichting van de tentoonstelling zal jullie docent een beoordeling geven.
Hij/zij  beoordeelt jullie werk volgens de beoordelingscriteria van de gereedschapskist.

Hij zal daarbij ook letten op:

  • Hebben jullie van alle opdrachten in dit thema gebruik gemaakt?
  • Komen in de tentoonstelling alle behandelde onderwerpen van water aan de orde?
  • Is de inrichting van jullie tentoonstelling creatief en met zorg uitgevoerd?


Veel plezier!

 

Tentoonstelling maken

Je kunt je werk presenteren door dit ten toon te stellen. Door je werk te verzamelen en te laten zien leer je je eigen werk evalueren.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Verderkijker

Aan het eind van dit thema vind je de 'verderkijker'. De verderkijker biedt een selectie bij het thema passende digitale fragmenten uit het archief van Beeld en Geluid.
Voor het thema Water zijn tien fragmenten bij vier verschillende onderwerpen geselecteerd.

Om de Teleblikfragmenten te kunnen bekijken moet je ingelogd zijn op Teleblik.

1 Nederland waterland
Nederland van boven
Over dijkringgebieden en mogelijke dijkdoorbraken als er een orkaan over Nederland trekt.

2 Drinkwater
Nederland van boven - junior
Medewerkers waterzuiveringsinstallatie over drinkwaterverbruik in Nederland.
Mineraalwater
In Nederland wordt dagelijks een miljoen liter mineraalwater uit flessen gedronken terwijl het leidingwater in Nederland geschikt is om te gebruiken als drinkwater.

3 Watersnoodramp 1953
Dokwerk
Boerderijen in het water en ondergelopen dorpen; overlevenden in reddingsboten.
Hollands nieuws
Terugblik op de watersnoodramp in 1953, die 1835 mensenlevens eiste.

4 Ruimte voor de rivier
Nederland leeft met water
De campagne 'Nederland leeft met water' is een initiatief van het ministerie van Verkeer en Waterstaat om het nieuwe waterbeleid te promoten.
Nederland van boven
Bart Vissers, boer op een stuk land tussen Maas en Waal, die bij een overstroming zwemmend zijn zestig koeien naar een droog stuk land heeft geleid.
De wegen van het water
De overstroming in 1995.
Kronkels van de Maas
Bochten die in de jaren 30 werden rechtgetrokken, worden weer hersteld en het water moet weer de ruimte krijgen.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Kreeg je bij het lezen een goede indruk waar dit thema over gaat?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je uitleggen wat de boven-, midden- en benedenloop van een rivier is?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor dit thema was ongeveer 18 uur gepland.
    Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad?
    Had je voldoende tijd om alle opdrachten te maken en de tentoonstelling voor te bereiden?
  • Inhoud
    In dit thema kwam ruimte voor de rivier ter sprake.
    Kun je aangeven wat Nederland doet qua maatregelen om te zorgen dat rivieren niet overstromen?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Vond je het leuk om een tentoonstelling in te richten?
    Kreeg je daardoor meer overzicht van alle onderwerpen die in dit thema behandeld zijn?
  • Het arrangement Thema: Water - hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-25 12:10:12
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Water' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor HAVO en VWO leerjaar 1. In het thema "Water" worden zeven verschillende onderwerpen besproken. Het eerste onderwerp, genaamd "Waterkringloop", beschrijft welke faseovergangen er zijn en hoe deze heten. Specifiek worden verdamping en condensatie genoemd. Vervolgens wordt de waterkringloop beschreven en wordt uitgelegd hoe water constant op reis is. Het volgende onderwerp, genaamd "Drinkwater", gaat over zoet en zout water en wanneer water geschikt is om te drinken. Er wordt uitgelegd hoe je van water drinkwater kunt maken, bijvoorbeeld door oppervlaktewater te zuiveren, en dat drinkwaterbedrijven dit doen. Daarna wordt aandacht besteed aan waterverbruik en waterschaarste, en de problemen die hierdoor ontstaan. Het onderwerp "Nederland waterland" bespreekt wat het NAP is en benadrukt dat Nederland, doordat een groot deel onder NAP ligt, een hoog overstromingsgevaar heeft. Nederland doet veel aan inpoldering om landbouwgrond te winnen die normaal gesproken onder water zou staan vanwege het NAP. Het onderwerp "Waternoodsramp 1953" beschrijft hoe er in 1953 een grote ramp plaatsvond in grote delen van Zeeland en Zuid-Holland, en hoe daarna het plan voor de Deltawerken werd bedacht. Vervolgens wordt uitgelegd hoe het IJsselmeer is ontstaan door de aanleg van de Afsluitdijk. Het onderwerp "Ruimte voor de rivier" beschrijft het overstromingsgevaar van de rivieren en hoe het project "Ruimte voor de rivier" dit risico kan verminderen. Methoden hiervoor zijn rivierbedverbreding, uiterwaardvergraving, waterberging, rivierverruiming, obstakelverwijdering, kribverlaging, dijkverlegging, dijkverbetering of een hoogwatergeul. Het onderwerp "Problemen met water" vertelt over Bangladesh en het grote overstromingsgevaar dat daar speelt. Ze hebben daar ook te maken gehad met giftig drinkwater als gevolg van vervuiling met arsenicum. Daarna worden de waterproblemen in Bangladesh vergeleken met die in Nederland. Het waterprobleem in het Midden-Oosten wordt besproken, waar ze te kampen hebben met een watertekort. In deze regio leidt het watertekort regelmatig tot conflicten. Als laatste wordt het project Zuid-Oost Antalonie besproken. Het laatste onderwerp, genaamd "Rijnreis", beschrijft de rivier de Rijn en de eigenschappen ervan. Vervolgens wordt besproken dat er drie soorten rivieren zijn: gletsjerrivieren, regenrivieren en gemengde rivieren. De waterkringloop wordt herhaald en er wordt uitgelegd welke rol zijrivieren spelen bij het afvoeren van water. De bovenloop, middenloop en benedenloop van een rivier worden besproken, evenals de grootte van het verhang en verval bij elk deel. Tot slot wordt uitgelegd dat bochten in een rivier meanderen worden genoemd.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 3; VWO 3; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Waterkringloop; Waterproblematiek; Water; Nederland waterland; Aardrijkskunde; Waterbeleid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    17 uur 30 minuten
    Trefwoorden
    aardrijkskunde, arrangeerbaar, drinkwater, hv123, rijn, ruimte voor de rivier, stercollectie, vwo123, waterkringloop, watertekort

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Drinkwater - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52482/Drinkwater___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Nederland waterland - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52483/Nederland_waterland___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Problemen met water - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52486/Problemen_met_water____hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Rijnreis - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52487/Rijnreis___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Ruimte voor de rivier - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52485/Ruimte_voor_de_rivier___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Waterkringloop - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52481/Waterkringloop___hv123

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Watersnoodramp 1953 - hv123

    https://maken.wikiwijs.nl/52484/Watersnoodramp_1953___hv123

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Water D-toets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.