Wat is de persoonsvorm en hoe vind ik die in een zin?
In deze les leer je wat een persoonsvorm is, waarom deze belangrijk is voor je kennis van de Nederlandse taal en spelling, en hoe je een persoonsvorm kunt vinden.
De persoonsvorm vinden met de tijdproef en de vraagproef
In elke zin staan werkwoorden (ww). Dat zijn woorden in een zin die vertellen wat iets of iemand doet of overkomt. Bijvoorbeeld: Jan drinkt een glas cola. Of: Ik moet mijn huiswerk maken. In die laatste zin staan zelfs twee werkwoorden. Net als in de zin: De jongens hebben hun best gedaan. Eén van de werkwoorden in de zin is altijd de persoonsvorm (pv). De rest van de werkwoorden zijn of een infinitief (het hele werkwoord: maken) of een voltooid deelwoord (gedaan).
Er zijn twee manieren om de persoonsvorm in een zin te vinden:
1: de tijdproef: je zet de zin een andere tijd. Je maakt dus van een zin in de verleden tijd een zin in de tegenwoordige tijd, of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Ik moet mijn huiswerk maken wordt Ik moest mijn huiswerk maken | moet is dus de persoonsvorm.
2: de vraagproef: je maakt van een (niet-vragende) zin een vraagzin. Het werkwoord dat vooraan in de zin komt staan, is de persoonsvorm.
Jan drinkt een glas cola wordtDrinkt Jan een glas cola? | Drinkt is dus de persoonsvorm
LET OP: Als een zin in de vragende vorm (Wie helpt mij met afwassen?) staat, kun je er natuurlijk niet opnieuw een vraag van maken. Je kunt dan twee dingen doen:
Kijken naar het eerste werkwoord in de zin: Wie helpt mij met afwassen?
Of alsnog de tijdproef toepassen: Wie hielpmij met afwassen?
Oefenen met de tijdproef en de vraagproef
Hieronder vind je vier oefeningen voor het vinden van de persoonsvorm. Let op: de laatste oefening is alleen voor gevorderden...
Oefening: de persoonsvorm vinden met de tijdproef
0%
1. Zet de onderstaande zinnen in een andere tijd. Het werkwoord in de zin dat verandert, is de persoonsvorm.
2. wijs met de muis van je computer de persoonsvorm aan.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In het tweede deel van deze les leer je de spellingsregels voor de spelling van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd: ik loop, jij loopt, hij loopt zijn werkwoorden die waarschijnlijk niemand verkeerd spelt. Het wordt moeilijker als de ik-vorm van het werkwoord eindigt op een -d, zoals in ik word, jij wordt en hij wordt. Daar kom je opeens een vorm tegen die op -dt eindigt. Hoe zit dat precies? In het volgende filmpje wordt alles uitgelegd.
Samenvatting van de belangrijkste spellingsregels
- Je gebruikt de ik-vorm
als 'ik' het onderwerp is
Ik loop
ik koop
ik word
als 'jij' achter de persoonsvorm staat
loop jij even mee?
koop jij die cd?
word jij nooit moe?
- De hij-vorm is de ik-vorm+t
- Je gebruikt de hij-vorm
als 'hij/zij' het onderwerp is
Hij loopt
zij koopt
de conducteur wordt
als 'jij' het onderwerp is (en 'jij' niet achter de persoonsvorm staat)
Jij loopt
jij koopt
jij wordt
Oefenen met werkwoordspelling in de tegenwoordige tijd
✪ Voor de pro's: waarom is de persoonsvorm zo'n belangrijk werkwoord?
Veruit de meeste spelfouten die mensen maken, zijn fouten in de werkwoordspelling. Is het nou "hijvertelteen mop" of "hijverteldeen mop"? Zowel "vertelt" als "verteld" zijn op zich goed gespelde werkwoordsvormen. Alleen is de eerste (vertelt) een persoonsvorm en de tweede (verteld) een voltooid deelwoord.
De persoonsvorm spel je door de vervoeging
ik-vorm (vertel)
of ik-vorm+t (janvertelt een mop).
Het voltooid deelwoord spel je door de vorm 'langer' te maken:
het is vertelde, dus "hij heeft een mopverteld" spel je met een d.
Maar om te weten wélke van deze twee spellingsregels je moet toepassen, moet je dus eerst weten of het werkwoord dat je tegenkomt, een persoonsvorm is of niet.
Het arrangement Persoonsvorm & spelling in de tegenwoordige tijd is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Merlijn Draisma
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2015-06-02 01:07:53
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
de persoonsvorm vinden met de tijdproef
het vinden van de persoonsvorm door de vraagproef
vind de persoonsvorm
✪ voor gevorderden: de persoonsvorm in samengestelde zinnen
Is het ww een pv ja of nee?
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.