Deze oefening is voor de havo-leerlingen en voor de leerlingen die gewoon goed zijn in grammatica.
Sommige zinnen zijn makkelijk. Er wordt één mededeling gedaan, en dat is de zin. Dat soort zinnen hebben één persoonsvorm. Dat zijn enkelvoudige zinnen. Maar er bestaan ook samengestelde zinnen.
Een enkelvoudige zin bestaat uit slechts één hoofdzin, en heeft maar één persoonsvorm: 'Lisa kijkt naar haar buurman.' Een samengestelde zin bestaat uit meerdere hoofdzinnen of heeft een of meer bijzinnen. Elke deelzin heeft een eigen persoonsvorm:
De jongen liep de trap op en ging zijn kamer in.
Als je goed kijkt , zie je dat hier eigenlijk twee mededelingen worden gedaan: de jongen loopt de trap op + de jongen ging zijn kamer in.
De beste truc om in een samengestelde zin alle persoonsvormen te vinden, is de tijdproef: verander de zin van tijd en kijk welke werkwoorden veranderen:
De jongen loopt de trap op en gaat zijn kamer in.
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je antwoorden bekijken door terug te gaan naar de vragen.