Richtlijnen voor het meten van inlands rondhout

Richtlijnen voor het meten van inlands rondhout

Richtlijnen voor het meten van inlands rondhout

Het meten van inlands rondhout is een belangrijke vaardigheid in de bosbouw.

Op de website van de AVIH is een digitale versie van de richtlijnen te downloaden. Van deze versie is voor het MBO een arrangement gemaakt voor studenten die gemakkelijk en overal te gebruiken is.

De website bevat nog veel meer interessante informatie voor de student, de docent en belangstellenden in de bosbouw.

1. Inleiding

Afkortingen en begrippen


AV=    Algemene Voorwaarden voor de verkoop van rondhout (Bosschap)
AVIH= Algemene Vereniging Inlands Hout
Dbh=  diameterborsthoogte (1,30 m boven het maaiveld)
Dg=    diametergrondvlak (diameter behorend bij de gemiddelde oppervlakte op Dhb)
Dm=   diametermidden (diameter gemeten op het midden van de afgeronde werkhoutlengte)
grondvlak= denkbeeldig zaagoppervlak dat ontstaat bij het doorzagen van een boom op borsthoogte
ha=    hectare (100 bij 100 meter)
N=      aantal bomen
O=     omtrek
som= optelling
spilhoutlengte= totale lengte van een boom (van de voet tot de top)
WHL= werkhoutlengte (de lengte van de afgetopte stam)
m2=   vierkante meter (voorbeeld: 2 bij 2 meter is 4 m2)
m3=   kubieke meter (voorbeeld: 3 bij 3 bij 3 meter is 27 m3)
√=     wortel (voorbeeld: wortel uit 64 is 8)
π=     (spreek uit als pi) = 3,14159..
<=     kleiner dan
≥=     groter of gelijk
Ø=     doorsnede
stère= inhoud van een stapel hout met lucht: bepaald door stapellengte, stapelhoogte en
de sortimentslengte= (de breedte van de stapel) met elkaar te vermenigvuldigen
verloop= afname in diameter tussen Dbh en Dm

1.1 Algemeen

In 1985 heeft het Bosschap de ‘Richtlijnen voor het meten en indelen van inlands rondhout ' opgesteld. Aanleiding daarvoor waren aanpassing aan nieuwe inzichten en de zorg voor aansluiting op de EG-richtlijnen van 1968 die met het Landbouwkwaliteitsbesluit van 1973 in Nederlandse wetgeving waren geïmplementeerd. Aan de Bosschapsrichtlijnen van 1985 ging al een versie vooraf (1960). Steeds was het doel te komen tot een uniforme en controleerbare indeling en meting ten behoeve van de houtverkoop. Belanghebbenden beschikken dan over betrouwbare informatie . Immers, voor de vaststelling van de hoeveelheid is een uniforme meetmethode essentieel en voor het vaststellen van de hoedanigheid is een uniforme kwaliteitsindeling onmisbaar.

De richtlijnen zijn verplicht van toepassing op rondhout dat word t verhandeld met de aanduiding ‘volgens de EG normen ingedeeld’. Maar men is vrij om niet – volledig – volgens deze EG-richtlijnen in te delen en te meten. Het is dan aan te bevelen afwijkingen ten opzichte van de EG-richtlijnen schriftelijk aan te geven. Voor de Nederlandse praktijk verdient het aanbeveling om gebruik te maken van de uniforme meetmethoden die zijn beschreven in de Bosschapsrichtlijnen 2002.

1.2 Reden tot herziening van de richtlijnen

In 2001 heeft het Bosschap de werkgroep houtmeten opgericht. Aanleiding hiervoor was een rapport (‘Meten, mag het ietsje minder?? Mag het ietsje beter??’, maart 2000), geschreven door het Staatsbosbeheer, dat ging over het meten van hout. In het rapport wordt, op grond van SBB ’s bevindingen in de eigen organisatie, in het algemeen geconcludeerd dat de meting van rondhout in Nederland verouderd, te duur, te onnauwkeurig en niet georganiseerd is. Ter inventarisatie van de huidige houtmeetpraktijk, zijn in Nederland in 2001 ongeveer 50 kopers en verkopers van hout geïnterviewd. Uit deze interviews blijkt dat de meetmethodes uit de richtlijnen van 1985 vaak niet of slecht worden toegepast (‘De huidige praktijk van het houtmeten’, door R. Schulting i.o.v. het Bosschap). Daarvoor zijn verschillende redenen te noemen. Zo zijn bijvoorbeeld de meetomstandigheden veranderd (door o.a. versterkte inzet van sortimentsmethode), is de verkoop anders georganiseerd en zijn er nieuwe meetmogelijkheden  bijgekomen. Bijvoorbeeld: de electronische boomklem geeft een heel nauwkeurig antwoord, maar aan de klem is niet te zien hoe deze inhoud is berekend of welke tabellen zijn gebruikt. Het lijkt nauwkeurig, maar dat hoefthelemaal niet zo te zijn. Ook past men regelmatig (on)bewust eigen interpretaties op de richtlijnen toe. Bij de meting van hout op stam velt bijvoorbeeld vrijwel niemand voldoende modelbomen of voert de berekening juist uit. Een andere reden tot herziening van de richtlijnen is het feit dat regelmatig de ene soort meting (bijvoorbeeld meting geveld langhout) wordt vergeleken met andere soort van meting (bijvoorbeeld uitlossing aan de fabriek). Vervolgens wordt met die vergelijking dan een uitspraak gedaan over de juistheid van één van de twee metingen. Maar, met het vergelijken van twee soorten metingen die van verschillende gegevens en berekeningen uitgaan, kan niet worden gesteld dat één uitkomst goed is en de ander fout. Beide metingen zijn een benadering van de werkelijkheid. Ve rder is het aannemelijk dat ook niet dezelfde hoeveelheid hout wordt vergeleken (en gemeten). Als bijvoorbeeld een partij hout zowel op stam als aan de stapel wordt gemeten, dan is er altijd minder hout op de stapel dan op stam gemeten. Als het hout als langhout is gemeten, kan tijdens het transport schors verdwijnen. Er komt dus minder hout bij de fabriek aan en er wordt navenant minder hout bij de uitlossing gemeten.

Naast het feit dat de richtlijnen uit 1985 vaak niet of slecht word en toegepast, doet zich het feit voor dat de richtlijnen op een aantal punten voor meer dan één uitleg vatbaar zijn.

Het Bosschap meent dat voor een verbetering van de situatie er in elk geval een heldere beschrijving van de meetmethodes aanwezig moet zijn. Daarom is besloten de bestaande en nieuwe meetmethodes (opnieuw) te beschrijven en de richtlijnen ter zake bij te stellen.

De hier beschreven meetmethoden betre ffen alleen het meten en niet het indelen van inlands rondhout. Het indelen is niet opgenomen omdat in Nederland het hout doorgaans niet volgens de EG-richtlijnen wordt ingedeeld. Deze delen het hout in naar middendiameterklassen met een kwaliteitsaanduiding. In Nederland wordt het hout anders ingedeeld, namelijk naar de eindbestemming: bijvoorbeeld profielhout, zaaghout en paalhout.

De werkgroep van het Bosschap bestond uit: O.O Gorter (voorzitter )
A.H. Bouma (secretaris werkgroep )
C. Boon (AV I H )
H . F.M. Weersink (Unie van Bosgroepen )
W. van Weert (van Weert Rondhout BV)

De werkgroep heeft externe deskundigheid in de persoon van mevrouw R. Schulting ingeschakeld voor uitvoering van een belangrijk deel van de werkzaamheden.

1.3 Meting van hout in het algemeen

Bij de levering en verkoop van hout, de uitvoering van de bosexploitatie en het houttransport moeten koper en verkoper (hiermee worden ook aannemer, opdrachtgever en vervoerder bedoeld) het eens zijn over de toe te passen meetmethode. De koper kan besluiten de gehele partij ‘in de roes’ (één prijs voor de gehele partij, zonder eenheidsbepaling) te kopen, hij weet dan niet precies hoeveel m3 er in zit. Het is gebruikelijker dat men een duidelijke meetmethode hanteert om de totale hoeveelheid te kunnen verrekenen.

Het hout kan op verschillende locaties worden gemeten: in het bos, aan de bosweg, op een vrachtauto en bij de ondhoutverwerkende industrie. Het meten kan op verschillende wijzen plaatsvinden: op stam, geveld langhout en gekort op de stapel. De gebruikelijke eenheden voor het bepalen van de inhoud zijn: m3, stères en tonnen. Welke meetmethode het meest geschikt is voor koper en verkoper hangt bijvoorbeeld af van de verhouding tussen houtopbrengst en meetkosten, de aard van het te leveren hout, de wijze van exploitatie en de terreinomstandigheden. De transactie dient te geschieden op basis van de werkelijke hoeveelheid hout, gemeten volgens een van tevoren overeengekomen vaste methode, tenzij door beide partijen de verkoop is overeengekomen op basis van een volumeraming (schatting) of in de roes. De hoeveelheid hout die is bepaald volgens de overeengekomen methode, is bindend voor de transactie. Ook als een tweede meting, bijvoorbeeld op basis van uitlossing, een andere uitkomst geeft. Het is essentieel dat koper (en verkoper) de mogelijkheid hebben om op dezelfde locatie met dezelfde meetmethode een controlemeting uit te voeren en dus de beschikking hebben over de meetgegevens (zie bijlage 1 AV ).

Meten van hout is niet gemakkelijk omdat de vorm van de stammen nooit hetzelfde is. Meten gebeurt dan ook met een zekere mate van subjectiviteit. Het verdient daarom aanbeveling conform de richtlijnen van het Bosschap te meten.

1.4 Veranderingen in de praktijk van het houtmeten

Na de invoering van de richtlijnen van 1985 was meting van hout op stam in Nederland een zeer gebruikelijke, goede en goedkope meetmethode. Tegenwoordig wordt deze weinig meer toegepast. Mede door veranderde omstandigheden ervaart men nu verschillende nadelen. Bijvoorbeeld het apart moeten vellen van de modelbomen kan zo’n nadeel zijn: vooral als deze stammen lang in de opstand liggen kan dit ten koste gaan van de houtkwaliteit. In gemengde opstanden is het aantal te meten bomen en te vellen modelbomen relatief hoog en zijn de kosten dus ook hoog . Meten op stam is handig als men vóór de velling de te facture ren hoeveelheid wil weten. Bijvoorbeeld als er (te) weinig berg ruimte langs de bosweg is om goed te kunnen meten en afrekening op basis van uitlossing niet mogelijk is of niet wordt gewenst. Wil men hout op stam correct meten dan dient men de richtlijnen te volgen.

In de praktijk wordt het schatten (ook wel ‘ramen’ genoemd) van het staande houtvolume bijvoorbeeld met behulp van volumetabellen (vaak ingevoed in een elektronische boomklem) veel toegepast. Met nadruk wordt erop gewezen dat schattingsmethoden onnauwkeurigheden in de volumebepaling inhouden (schatten is geen meten). Verrekening van meer of minder hout voor een partij die gekocht is op basis van een hoeveelheidschatting is niet mogelijk, tenzij koper en verkoper contractueel zijn overeengekomen dat het te facture ren volume door een bepaalde meetmethode nader wordt vastgesteld (bijlage 1 art. 11.2 AV ).
Schattingen kunnen vaak wel sneller en goedkoper worden uitgevoerd dan metingen. Daarom hebben ze –zeker bij hout van geringe waard – toch een zekere mate van bruikbaarheid voor de praktijk. Omdat deze schattingsmethode veel wordt toegepast, is deze opgenomen in bijlage 3. De werkhoutvolumetabellen zijn opgenomen in bijlage 4.

Nieuwe ontwikkelingen rondom volumemeting door een harvester word e n ook beschreven (hoofdstuk 7). De mogelijkheden van meting met de harvester(kop) zijn groot. De toepasbaarheid van deze meting voor de houtverkoop is nog niet uitgekristalliseerd. De komende twee jaar zal daar in Europees verband verder naar worden gekeken. Het Bosschap wacht op resultaten van dat onderzoek. Op basis van die resultaten zal al dan niet worden besloten de richtlijnen uit te breiden met volumemeting door harvesters .

1.5 Opbouw handleiding

De basisprincipes van het meten van hout worden in hoofdstuk 2 behandeld. Meting van geveld langhout wordt beschreven in hoofdstuk 3 en meting van gekort en gestapeld hout in hoofdstuk 4. Meting van hout op stam staat beschreven in hoofdstuk 5 en het wegen in hoofdstuk 6. De perspectieven van de meting met de harvester staan beschreven in hoofdstuk 7.

In bijlage 1 zijn de relevante artikelen van de Algemene voorw a a rden voor de verkoop van rondhout opgenomen met een toelichting per artikel. In bijlage 2 worden conversiefactoren behandeld. In bijlage 3 zijn twee methoden voor het schatten van het houtvolume van staand hout opgenomen. Voor het snel en globaal inschatten van de gemiddelde diameter grondvlak is het loopje van Weise beschreven. In bijlage 4 staan de werkhoutvolumetabellen. Op de binnenkant van de omslag worden de gebruikte afkortingenverklaard .

2. Meet- en rekenprincipes

Open bestand Meet- en rekenprincipes

3. Meting van geveld langhout

Open bestand Meting van geveld lang hout

4. Meting van gestapeld en gekort hout

Open bestand Meting van gestapeld kort hout

5. Meting van hout op stam

Open bestand Meting van hout op stam

6. Wegen

Open bestand Wegen

7. Volumemeting door harvesters

Open bestand Volumemeting door harvesters

Bijlagen en berekeningen

Open bestand Bijlagen

Verantwoording

Voor de samenstelling van deze leereenheid is de tekst integraal overgenomen zoals die op de website van de AVIH (www.avih.nl) is geplaatst.

Voor de volledige tekst kan het hele boek worden binnengehaald, klik hiervoor op de link hieronder.

 

P. Nugter

De Groene Welle

Hardenberg

December 2009

Richtlijnen voor het meten van inlands rondhout

  • Het arrangement Richtlijnen voor het meten van inlands rondhout is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Johan Schuppert Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2013-11-12 16:29:24
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De hier beschreven meetmethoden betreffen alleen het meten en niet het indelen van inlands rondhout. Het indelen is niet opgenomen omdat in Nederland het hout doorgaans niet volgens de EG-richtlijnen wordt ingedeeld. Deze delen het hout in naar middendiameterklassen met een kwaliteitsaanduiding. In Nederland wordt het hout anders ingedeeld, namelijk naar de eindbestemming: bijvoorbeeld profielhout, zaaghout en paalhout.
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Richtlijnen voor het meten van inlands rondhout
    http://www.avih.nl/pdf/richtlijnen_inlandshout.pdf
    Link