Verantwoording keuzedeel
Algemene informatie
Relevantie van het keuzedeel
De zorgvraag van patiënten/cliënten wordt in alle branches steeds complexer en de kans op complicaties groter. Steeds vaker komt 'dubbele problematiek' voor, zoals hart- en vaatlijden en Diabetes Mellitus, maar ook psychiatrische in combinatie met medische problematiek.
Beginnend beroepsbeoefenaars komen hierdoor steeds vaker in aanraking met instabiele en acute zorgsituaties. Dit keuzedeel biedt een verdieping van onder andere het proactief klinisch redeneren en het verpleegkundig interveniëren waardoor in dergelijke complexe situaties optimale zorg kan worden verleend.
Met dit keuzedeel versterkt de beginnend beroepsbeoefenaar daarom zijn toerusting op de arbeidsmarkt.
Beschrijving van het keuzedeel
In dit keuzedeel worden de vakkennis en vaardigheden van de beginnend beroepsbeoefenaar verdiept, zodat deze proactief, adequaat, kwalitatief goed en veilig kan handelen bij instabiele en acute zorgsituaties. Zij kan onder andere de volgende vaardigheden uitvoeren en hierin een proactieve houding laten zien: o.b.v. specialistische kennis, continu en op methodische wijze klinisch redeneren; adequaat reageren en handelen en daarbij diverse methodieken inzetten; de situatie kernachtig en methodisch bespreken met collega's en artsen; prioriteiten stellen en interventies delegeren; voorstellen doen voor medischverpleegkundige behandeling en interventies (Bron: SBB)
Kerntaak + Werkprocessen
Het keuzedeel is gebaseerd op de kerntaak en werkprocessen zoals beschreven in het kwalificatiedossier. Wat deze kerntaak en werkprocessen inhouden kun je lezen in het document Zorg in instabiele en acute zorgsituaties dat hieronder als bijlage is toegevoegd.
Opbouw van het keuzedeel
Opbouw
Het keuzedeel telt in totaal 3 hele lesdagen, met daartussen zelfstudie en tijd aan opdrachten die je in je eigen praktijk maakt.
Dag 1 = betreft een halve lesdag (online). Het betreft de introductie van het keuzedeel + uitleg redeneerhulpmiddelen
Dag 2 = Masterclassdag 1 op locatie
Dag 3 = Masterclassdag 2 op locatie
Dag 4 = betreft een lesdag waar het examen wordt afgenomen. Je ontvangt hier vroegtijdig informatie over van je begeleidende docent.
Opdracht(en) portfolio
Portfolio
Tijdens het doorlopen van het keuzedeel worden er opdrachten gemaakt in de praktijk die uiteindelijk als bewijsstuk aan het individuele portfolio toegevoegd dienen te worden.
Opdrachten worden door de student altijd eerst in Teams ingeleverd, waar ze door de docent worden nagekeken. Als de opdracht minimaal met een voldoende is beoordeeld, kan aan het einde het examen plaatsvinden.
Afronding keuzedeel: examen
Examen
Het keuzedeel wordt afgesloten met een examen dat meetelt in de zak/slaagregeling en moet hierom derhalve minimaal met een voldoende worden afgesloten.
Voor het examen wordt gebruik gemaakt van het exemplaar van Consortium. Hiervan wordt 1 onderdeel in de praktijk (op de werkplek) uitgevoerd en volgt het examengesprek (het verantwoordingsgesprek) op de laatste keuzedeeldag op school.
Bekijk het examen (zie bijlage) zodat je op de hoogte bent van beoordelingscriteria. Noteer eventuele vragen en stel deze aan de docent.
Bronnen
Introductiedag keuzedeel acute zorg
Onderwijsactiviteit 1: uitleg keuzedeel
Uitleg en verantwoording keuzedeel
De docent geeft informatie over het dagprogramma en doorloopt vervolgens met de groep het kader waaruit het keuzedeel is opgebouwd. Zij maakt hiervoor gebruik van de uitwerking van de SBB. Uitleg over de opbouw van het keuzedeel, (portfolio)opdrachten en het uiteindelijke examen worden nader toegelicht. Eventuele vragen hierover kunnen gesteld worden. Informatie is ook terug te lezen in het hoofdstuk: verantwoording keuzedeel.
Onderwijsactiviteit 2: (M)EWS, AVPU, EMV, SCEGS
(M)EWS, AVPU, EMV en SCEGS
Inleiding:
Het Early Warning Score (EWS) systeem is een eenvoudig systeem dat wordt gebruikt in de gezondheidszorg om vitale parameters te observeren. Het activeert een oproep bij slechts één afwijkende waarde. In tegenstelling hiermee is het Modified Early Warning Score (MEWS) een meer uitgebreid systeem dat reageert op ernstige afwijkingen in één parameter of een combinatie van afwijkende parameters. De (M)EWS fungeert als een hulpmiddel om te beoordelen of het noodzakelijk is om medische hulp in te roepen wanneer vitale functies afwijken. Hoe hoger de score, hoe ernstiger de situatie, en hoe sneller medische actie vereist is.
Het bewustzijn van een persoon kan worden geëvalueerd en geclassificeerd met behulp van hulpmiddelen zoals AVPU en EMV. AVPU is een vereenvoudigde versie van EMV, ook bekend als de Glasgow Coma Scale (GCS).
Soms blijven lichamelijke klachten langer dan enkele weken aanhouden, zelfs na grondig medisch onderzoek. In dergelijke gevallen spreken we van Somatisch Onvoldoende Verklaarde Lichamelijke Klachten, oftewel SOLK. Bij SOLK wordt uitgebreid onderzoek gedaan met behulp van het redeneerhulpmiddel SCEGS om mogelijke oorzaken voor de aanhoudende klachten te identificeren. SCEGS biedt overzicht in het omgaan met de verscheidenheid aan klachten. (Bronnen: Vmszorg.nl en Hovumc.nl)
Leerdoelen:
- Je hebt specialistische kennis van de redeneerhulpen: (M)EWS, AVPU, EMV en SCEGS
- Je hebt geoefend met het toepassen van de hierboven genoemde redeneerhulpmiddelen
Onderwijsactiviteit:
De docent gaat na of er studenten zijn die bekend zijn met de redeneerhulpmiddelen: (M)EWS, AVPU, EMV en SCEGS. Achtergrondinformatie omtrent deze redeneerhulpmiddelen wordt gegeven d.m.v. een presentatie. Hierna zal m.b.v. casuïstiek gezamenlijk geoefend worden.
Onderwijsactiviteit 3: ABCDE methodiek
ABCDE Methodiek
Inleiding:
De ABCDE methode wordt wereldwijd in acute sitiuaties veelal toegepast. Het is een werkwijze waarbij hulp wordt verleend volgens de principe: 'threat first what kills first'. Dit houdt in dat eerst levensbedreigende (ook wel primair genoemd) en vervolgens niet direct, - dan wel niet levensbedreigende (= secundaire/ tertiare) letsels en stoornissen worden behandeld. De methode biedt houvast en zorgt ervoor dat alle letsels en stoornissen worden onderkend en aangepakt.
Leerdoelen:
- Je hebt kennis van de ABCDE methodiek; kan aangeven wat het doel is van de ABCDE methodiek
- Je hebt geoefend met het toepassen van de ABCDE methodiek in een (fictieve) casus
Onderwijsactiviteit:
De docent geeft alvorens zij een onderwijsleergesprek start over de ABCDE methode een opdracht ter activering van de voorkennis. Deze opdracht luidt als volgt: Geef individueel per letter aan wat het doel is van zekering van de letter. Wat probeer je te bewerkstelligen? Antwoorden worden na het sein van de docent gedeeld en gecontroleerd op juistheid.
Eigen aantekeningen worden aangevuld met achtergrondinformatie die de docent dmv een onderwijsleergesprek verstrekt. Er wordt hierna d.m.v. casuïstiek geoefend met de toepassing van deze methode.
Ter verdieping:
Lees het artikel: ABCDE in de acute ouderengeneeskunde, te lezen. Te vinden op: https://www.verenso.nl/magazine-augustus-2014/no-4-augustus-2014/praktijk/het-abcde-in-de-acute-ouderengeneeskunde. Schrijf voor jezelf op of en wat het voordeel is van gebruik van deze methode in de ouderengeneeskunde.
Onderwijsactiviteit 4: SAMPLE, VALTIS, SBARR
VALTIS, SAMPLE, SBARR
Inleiding:
VALTIS is een gestructureerde aanpak voor het systematisch verzamelen van gedetailleerde informatie tijdens een specifieke anamnese. Deze methode biedt diepgaande inzichten in een bepaalde klacht, wat kan bijdragen aan het verhelderen van de (acute) situatie.
(S)AMPLE daarentegen is een gestructureerde methode om relevante informatie te verzamelen die mogelijk later van belang kan zijn voor het zorgproces.
In acute situaties is de SBARR-methode een belangrijk communicatiemiddel. SBARR staat voor Situatie, Achtergrond, Beoordeling, Aanbeveling en Leerpunten. Het is een gestructureerde manier van rapporteren en overdragen van informatie in zorgomgevingen, met name in noodsituaties. SBARR helpt zorgverleners om helder en beknopt te communiceren, waardoor de juiste acties snel kunnen worden ondernomen om de patiëntenzorg te verbeteren en de veiligheid te waarborgen.
Leerdoelen:
- Je hebt specialistische kennis van methodieken (VALTIS, (S)AMPLE en de SBARR die in acute situaties gebruikt kunnen worden in de (mondelinge) rapportage
- Je hebt geoefend met het toepassen van de hierboven genoemde methodieken
Onderwijsactiviteit:
De docent geeft achtergrondinformatie over de methoden: VALTIS + (S)AMPLE en de SBARR. Door middel van casuïstiek wordt de toepassing van deze methodes geoefend.
Masterclassdag 1 Acute zorg
Onderwijsactiviteit 1: Oefenen met de ABCDE methodiek
Huiswerk:
- Bekijk de bijgevoegde PowerPoint-presentatie en maak eventueel notities om mee te nemen naar de les.
Opdracht school
Leerdoelen:
- Je hebt geoefend met de toepassing van de redeneerhulpmiddel: ABCDE
Activiteit:
Tijdens de introductie van het keuzedeel hebben we kennisgemaakt met verschillende redeneerhulpmiddelen, waaronder de ABCDE-methode, die van vitaal belang is in noodsituaties.
De ABCDE-methode vereist strikte opvolging in een vastgestelde volgorde. Het is van groot belang om pas naar de volgende fase over te gaan als de vorige letter volledig is afgerond en gecontroleerd.
In deze opdracht worden subgroepen gevormd, en elke subgroep krijgt een specifieke letter van de ABCDE-methode toegewezen om te onderzoeken en vast te leggen. Met andere woorden, elke subgroep concentreert zich op één aspect van de methode en onderzoekt hoe dit kan worden uitgevoerd. Hierbij is het van belang om te bepalen of de situatie veilig is voor de cliënt. Tevens dien je rekening te houden met de beperkingen van de setting waarin je werkt, vooral als je actief bent in de Verpleging, Verzorging, en Thuiszorg (VVT), waar je mogelijk niet over alle benodigde middelen beschikt.
Daarnaast is het van belang om te overwegen welke uitkomsten je mag verwachten als gevolg van jouw interventies volgens de toegewezen letter van de ABCDE-methode.
Onderwijsactiviteit 2: Overdragen met behulp van de SBARR
Huiswerk:
- Bekijk de bijgevoegde PowerPoint-presentatie en maak eventueel notities om mee te nemen naar de les.
Opdracht school
Leerdoelen:
- Je hebt geoefend met het communiceren volgens de SBARR methode
Activiteit:
Tijdens de inleiding van het keuzedeel is er uitleg gegeven over diverse redeneerhulpmiddelen, waaronder SBARR. SBARR wordt ingezet voor doelmatige en doeltreffende communicatie in spoedsituaties. In deze educatieve sessie zullen we gezamenlijk oefenen met het toepassen van deze methode aan de hand van aangereikte casuistieken.
Onderwijsactiviteit 3: BLS, ALS, 4 H's + 4 T's
Huiswerk:
- Zoek op wat het verschil is tussen BLS en ALS. Hier gaan we tijdens de onderwijsactiviteit namelijk dieper op in. Je kan eventueel informatie hierover vinden op de volgende website:https://exactlyhowlong.com/nl/difference-between-als-and-bls-with-table/
- Tip: Mocht de website de tekst niet standaard in het Nederlands weergeven, klik dan in je internetbalk op instellingen. Hier kan je via de vertalerfunctie, de tekst omzetten naar de Nederlandse taal.
Opdracht school
Leerdoelen:
- Je weet het verschil te benoemen tussen BLS en ALS
- Je kan benoemen welke reversibele oorzaken worden gecontroleerd bij het ontstaan van een cardiac arrest
- Je hebt een steunkaart/zakkaart gemaakt waarop staat uitgelegd wat de 4H’s + 4 T’s inhouden, hoe deze een cardiac arrest veroorzaken en hoe deze gecorrigeerd kunnen worden.
Activiteit:
De docent geeft uitleg over het verschil tussen BLS en ALS. Zij gaat dieper in op het protocol die door ALS professionals wordt opgevolgd. Specifiek wordt benoemd wanneer een ritme wel of niet 'shokbaar' is. Hierna worden jullie meegenomen in de leer van de 4 H's + 4 T's > de meest voorkomende oorzaken van een reanimatie. Aan jullie de taak uit te zoeken hoe deze bedreigingen daadwerkelijk een hartstilstand kunnen veroorzaken. Het uitzoeken gebeurt door middel van het invullen van een een zakkaart. Antwoorden worden vervolgens klassikaal met elkaar doorgenomen. De zakkaart kan je gebruiken voor in je eigen praktijk.
Onderwijsactiviteit 4: BLS training
Huiswerk:
- Download het spel: HELD. HELD is een game waarbij de speler de theorie van het reanimeren aangeboden krijgt. Met iedere nieuwe scenario worden nieuwe handelingen en vaardigheden ontgrendeld. Maak indien nodig aantekeningen voor jezelf.
Opdracht school
Leerdoelen:
- Je weet te benoemen wat de regels zijn van BLS
- Je hebt geoefend met het toepassen van BLS in een gesimuleerde situatie
Activiteit 2: BLS
BLS staat voor basic life support. De letterlijke betekenis = 'hulpverlening zonder medische hulpmiddelen, gericht op het herstellen en/of in stand houden van de vitale functies en het voorkomen of beperken van tijdelijke of blijvende invaliditeit in afwachting van professionele hulp'.
De docent begint een educatief gesprek over Basic Life Support (BLS) en richt zich daarbij op de volgende kernvragen:
- Hoe wordt een reanimatieprocedure geïnitieerd?
- Welke specifieke reanimatietechnieken passen we toe om een reanimatie zo effectief mogelijk uit te voeren?
Na deze bespreking gaan we direct over tot praktijkoefeningen.
Onderwijsactiviteit 5: Oefenen met methodes middels VR
Virtual Reality (VR) is een technologie waarmee je een levensechte ervaring hebt in door de computer gemaakte werelden. Met speciale apparatuur zoals een VR-bril en controllers kun je in die virtuele wereld stappen en ermee interacteren. VR wordt gebruikt in verschillende domeinen, zoals entertainment, onderwijs, gezondheidszorg en training.
In het bijzonder wordt VR ingezet om trainingen te verbeteren, met name in situaties waarin real-life oefeningen moeilijk of gevaarlijk zijn. Een voorbeeld hiervan is de training voor het handelen in acute situaties met vitaal bedreigde patiënten. Deze situaties vereisen snelle en doordachte besluitvorming onder stressvolle omstandigheden.
Vanmiddag heb je de mogelijkheid om te trainen in een VR-omgeving. Je stapt in een virtuele wereld waarin de zorg voor een ernstig bedreigde patiënt wordt gesimuleerd.Tijdens deze oefening leer je de MEWS-waarden (Modified Early Warning Score) af te nemen en te interpreteren, de ABCDE-methode toe te passen (Airway, Breathing, Circulation, Disability, Exposure), en alle relevante informatie over te brengen volgens de SBARR-methode (Situation, Background, Assessment, Recommendation).
De VR-training biedt een realistische ervaring in de veilige omgeving van virtual reality. Je kunt de scenario i.p meerdere keren oefenen en bereidt je zo mogelijk beter voor op de complexiteit en stress van echte noodsituaties. Dit helpt je vaardigheden te verbeteren, zelfvertrouwen op te bouwen en fouten te verminderen bij het verlenen van zorg aan 'echte' ernstig bedreigde patiënten. De training wordt tijdens de tweede masterclassdag herhaalt.
* Het is belangrijk om te weten dat als je nog nooit een VR-bril hebt gedragen, het mogelijk is dat je hierdoor misselijk wordt. Het kan nuttig zijn om te wennen aan deze technologie en geleidelijk aan de ervaring op te bouwen.
Masterclassdag 2 Acute zorg
Onderwijsactiviteit 1: Hartfalen en basisbeginselen ECG
Huiswerk:
- Neem in Learnbeat van het thema: Anatomie en fysiologie het subhoofdstuk door: Hartwerking (C), van het leerpad: Het circulatiestelsel. Maak de kennisopdrachten die je hier tegenkomt.
- Ontdek meer over hartritmes en ECG's door deel te nemen aan de basiscursus die beschikbaar is via de volgende link: https://ecginterpretatie.nl/courses/basiscursus/. Hoewel deze cursus op bepaalde momenten uitdagend kan zijn, hebben we ervoor gekozen om deze aan te bieden omdat we jullie dit waardevolle onderwerp niet wilden onthouden. Je dient je voor deelname aan de e-learning eerst (kosteloos) te registreren. Dit kan eventueel met je schoolmail.
Opdracht school
Leerdoelen:
- Je hebt basiskennis van ECG's
- Je bent in staat om abnormale ECG resultaten te herkennen
- Je hebt kennis van hartfalen; weet wat het inhoudt, wat de oorzaken en symptomen zijn en hoe het behandeld kan worden.
Activiteit:
De docent zal het onderwerp hartfalen met jullie bespreken. Daarna zal er een opdracht worden gegeven die jullie binnen een tijdsbestek van 30 minuten afronden.
Opdracht: Casestudy over Hartfalen
In deze opdracht krijg je een casestudy over een patiënt met hartfalen. Je hebt 30 minuten de tijd om de casus te lezen, vragen te beantwoorden en een zorgplan voor te stellen.
Casestudy:
Op de afdeling ligt dhr. Johnson. Een 75 jarige man, bekend met hartfalen. Je hebt de verantwoordelijkheid gekregen voor het verzorgen van meneer. Dhr. geeft sinds vanochtend klachten aan van kortademigheid, vermoeidheid en oedeem in zijn benen.
Vragen:
- Wat zijn de belangrijkste risicofactoren en oorzaken van hartfalen bij meneer Johnson?
- Welke klinische tekenen en symptomen zijn kenmerkend voor hartfalen en wat zijn de specifieke bevindingen bij meneer Johnson?
- Welke diagnostische tests (ook die mogelijk in het ziekenhuis verricht moeten worden) zou je aanbevelen om de ernst van zijn hartfalen te beoordelen?
- Stel dat dhr. naar aanleiding van zijn klachten opgenomen moet worden in het ziekenhuis. Wat kunnen dan doelen zijn van de verpleegkundige zorg voor meneer Johnson tijdens zijn ziekenhuisopname?
- Stel een initiële zorgplan op voor meneer Johnson, inclusief de farmacologische en niet-farmacologische interventies die je zou voorstellen.
Na 30 minuten zal de docent de oplossingen bespreken en eventuele vragen beantwoorden.
Onderwijsactiviteit 2: Hersentrauma
Huiswerk:
- Lees de informatie door over hersentrauma's uit Learnbeat thema Ziekteleer, leerpad Ongevallen en trauma - Hoofdstuk: soorten trauma's, specifiek subhoofdstuk: Neurotrauma.
- Lees ook van het thema Ziekteleer, het leerpad ziekte van het zenuwstelsel (ZH) - Introductie (A) t/m ziekten van het ruggenmerg en de hersenzenuwen (E).
Opdracht school
Leerdoelen:
-
Na de onderwijsactiviteit ben je in staat om oorzaken en bedreigingen van disfunctioneren te herkennen en begrijpen. Je hebt specifiek geleerd over hersenaandoeningen en trauma's zoals CVA, subarachnodale bloeding, trama capitis, hersenkneuzing en schedelbasisfractuur.
-
Je bent in staat om verworven kennis toe te passen bij het identificeren van mogelijke oorzaken van disfunctioneren bij patiënten in de praktijk.
-
Je bent in staat om de resultaten van basale parametrische metingen te analyseren en te interpreteren. Je begrijpt hoe deze metingen kunnen worden gebruikt om de toestand van een patiënt te beoordelen en welke veranderingen kunnen wijzen op problemen in het bewustzijn of disfunctioneren.
Activiteit:
Jullie starten in subgroepen met een activeringsopdracht (gericht op oorzaken/ bedreigingen van disfunctioneren). Hier zijn jullie ongeveer 30 minuten mee bezig. Nadat de antwoorden klassikaal zijn doorgenomen, start de docent een aanvullende presentatie. Zij zal met jullie doornemen wat voorwaarden zijn voor een functioneel bewustzijn. Enkele hersenaandoeningen/trauma's komen aan bod. Te denken aan: Subarachnodale bloeding, trauma capitis, hersenkneuzing en een schedelbasisfractuur. (Resultaten) van (basis) parametria worden toegelicht.
Onderwijsactiviteit 3: Normen & Waarden + ethische dillema's in de zorg
Huiswerk:
- Formuleer voor jezelf een goede definitie van van wat normen en waarden zijn. Lees hierna de beroepscode van verpleegkundigen en verzorgenden.pdf
-
Lees de onderstaande informatie door en maak de bijbehorende opdracht.
Coping is de manier waarmee iemand met zijn problemen omgaat. Voorbeelden: omgaan met ziekten, omgaan met stress. Afkomstig uit het Engelse ‘to cope with’ wat betekent omgaan met… Het gaat hier om de manier waarop iemand met stress, problemen, veranderingen én het gedrag wat daaruit voortvloeit, omgaat. Coping strategieën/coping stijlen zijn de verschillende manieren die men gebruikt om met problemen om te gaan. Er zijn diverse lijsten die verschillende copingstijlen beschrijven. Een veelgebruikte lijst in Nederland is de Utrechtse copinglijst welke bestaat uit 6 categorieën:
• Actief aanpakken
• Emotiegericht (emoties en boosheid tonen)
• Vermijden (en afwachten)
• Geruststellende gedachten
• Overcompensatie (sociale steun zoeken?)
• Passiviteit (depressief reageren)
Opdracht: Welke copingsstijl heb jij?
Kom er achter welke copingsstijl jij hebt. Doe de test op https://www.carienkarsten.nl/wp-content/uploads/2017/02/vragenlijscopingstijl-1.pdf
Geef daarna antwoord op de volgende vragen:
- Herken je jezelf in de uitslag? Wat wel/ niet? (beargumenteer met voorbeelden)
- Benoem 2 voor en 2 nadelen van jouw copingsstijl > maak hier evt. een leerdoel van
Opdracht school
Leerdoelen:
-
Je weet te benoemen waarom persoonlijke en professionele normen en waarden kunnen botsen.
-
Je weet wat je kan doen in geval van botsing van je persoonlijke en professionele normen en waarden.
-
Je hebt samen met medestudenten een etische dilemma besproken (gericht op een onvoorziene of acute situatie) volgens het stiermodel.
Onderwijsactiviteit 2: Normen, waarden en coping
De docent bespreekt kort de huiswerkopdracht en vraagt naar uitkomsten van enkele studenten. Hierna volgt een onderwijsleergesprek over ethiek en het bespreken van dillema's middels het stiermodel. Hierna gaan jullie in subgroepen aan de slag met het voeren - uitwerken van een dilemma (volgens het stiermodel).
Gebruik hier allemaal de volgende casus voor: https://www.nursing.nl/magazine-artikelen/verpleegkundige-geschrapt-om-niet-reanimeren-terecht/
Vul ontbrekende informatie aan met denkbeeldige gegevens op basis van wat jullie als passend beschouwen. Na het sein van de docent worden resultaten klassikaal gedeeld en eventueel bediscussieerd.
Onderwijsactiviteit 4: Escaperoom
Opdracht school
Leerdoelen:
- Je bent in staat de ABCDE-methode (Airway, Breathing, Circulation, Disability, Exposure) toe te passen bij het beoordelen van een patiënt in een noodsituatie.
- Je bent in staat om kritieke symptomen te identificeren en kan passende acties nemen om de patiënt te stabiliseren.
- Je kan samenwerken als een team om efficiënt op een noodgeval te reageren in noodgeval.
Activiteit:
Tijdens deze middag gaan jullie in subgroepen deelnemen aan een escaperoom-activiteit. Hierbij zullen jullie je tot nu toe verworven kennis moeten inzetten. Er zijn in totaal vier opdrachten, waarbij elke succesvol voltooide opdracht één of meerdere letters oplevert. Samen vormen deze letters een code waarmee je kunt ontsnappen uit de escaperoom.
Kamer 1: Fotopuzzel
Kamer 2: Kruiswoordpuzzel
Kamer 3: Acute Kamer
Kamer 4: De vitaal bedreigde patient in VR
Het Examen
In de verpleging word je regelmatig geconfronteerd met situaties waarin een cliënt zich in een instabiele of acute zorgsituatie bevindt, die zelfs (potentieel) levensbedreigend kan zijn. Het uitdagende aspect van dergelijke situaties is dat je nooit van tevoren weet wanneer ze zich zullen voordoen.
Voor dit examen ga je eerst aan de slag met een voorbereidende opdracht. Hierbij ga je ervan uit dat je een instabiele of acute zorgsituatie hebt meegemaakt en daarin hebt gehandeld. Het startpunt is het signaleren van problemen en het verzamelen van (meet)gegevens. Bij het verzamelen van gegevens maak je gebruik van de redeneerhulpen en eventuele apparatuur die gebruikelijk zijn in jouw specifieke werkgebied.
Daarna volgt de analyse en interpretatie van de verzamelde gegevens, waarbij je put uit je kennis van pathofysiologie en gebruikmaakt van redeneerhulpen en methodieken die relevant zijn in een acute situatie. Ook betrek je de naasten bij deze situatie.
Op basis van je analyse bepaal je welke verpleegkundige interventies nodig zijn, voert deze uit, coördineert de interventies en laat zien dat je effectief communiceert en samenwerkt met collega’s en een arts. Je informeert de arts met behulp van de SBAR-methode.
Ten slotte rapporteer je de bevindingen in het Elektronisch Cliëntendossier (ECD). Ter voorbereiding op het examengesprek beschrijf je de situatie en de genomen acties vanuit de rapportage. Hierbij neem je de methode en wijze van verzamelen en analyseren van gegevens, het betrekken en begeleiden van de cliënt en naasten tijdens en na de acute situatie, de toegepaste interventies, het coördineren van de interventies, en het inschakelen van en samenwerken met andere zorgprofessionals op.
Voor authenticiteit laat je deze beschrijving controleren door een ervaren verpleegkundige die bekwaam is in het handelen in instabiele en acute zorgsituaties en jouw handelen in de acute situatie heeft gevolgd (ARA-verklaring). Deze verklaring dien je in bij de examinator vóór het examengesprek.
Op school staat een examengesprek met een examinator gepland. Vooraf krijg je de dag en het tijdstip te horen waarop dit gesprek plaatsvindt. Tijdens het examengesprek zal de examinator vragen stellen over de beslissingen die je hebt genomen in de acute of instabiele zorgsituatie. Ze baseert haar vragen op jouw verslag en wil begrijpen waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt.
Bij het beantwoorden van de vragen leg je uit, met gebruikmaking van je kennis over handelen in acute of instabiele zorgsituaties, dat je professioneel hebt gehandeld. De examinator zal haar vragen richten op de criteria en indicatoren zoals vermeld in het Beoordelingsformulier van het Consortium.
Je voorbereidende verslag moet uiterlijk een week voor het examen bij de examinator ingeleverd zijn.