Inleiding
Volgens pedagoog Malaguzzi ontwikkelen kinderen zich door drie pedagogen:
- kinderen (1e pedagoog),
- volwassenen (2e pedagoog)
- en de ruimte/speelleeromgeving (3e pedagoog) (Cagliari e.a., 2016).
In dit blog zullen we dieper ingaan op het belang van de 3e pedagoog, een rijke speelleeromgeving, zoals beschreven in bovenstaand voorbeeld. De speelleeromgeving is een plek waarin alle kinderen zich herkennen en veilig voelen. De omgeving nodigt uit tot samenspel, maar je kunt je ook terugtrekken en even alleen spelen. Daarnaast zijn de ruimte en materialen continu in ontwikkeling; materialen zijn afgestemd op onderwerpen die leven voor de kinderen (binnen een thema). Een variatie aan materialen lokt verschillende soorten spel uit. Hierdoor blijven de kinderen geboeid en worden ze gestimuleerd in de brede ontwikkeling.
(bron: https://earlyyearsblog.nl/2020/01/03/hoe-creeer-je-een-betekenisvolle-speelleeromgeving/)
In deze periode krijg je meer zicht op hoe je activiteiten voorbereidt, wat voor verschillende activiteiten er zijn en welke passende materialen je kunt gebruiken. Daarnaast kun je creatief aan de slag met het bedenken van een tof thema of in overleg met je stage. Uiteraard kies je niet zomaar je activiteiten. Je kiest een activiteit naar aanleiding van wat je het kind wilt laten ontwikkelen naar aanleiding van een specifieke behoefte. En waar de wensen en behoefte liggen van het kind.
Kortom je gaat aan de slag met voorbereiden van de ruimte / materialen en het uitvoeren van ontwikkelingsgerichte activiteiten in thema! Bijvoorbeeld een ruimte inrichten rondom het thema Piraten en een activiteit kan zijn een boekje lezen over Piraten en daarna een tekening laten maken. Of een eigen Piratenhoed knutselen! Zorg dat je op je groep een hoek maakt of misschien wel in de gang!
Wanneer wij willen dat onze leerlingen niet alleen maar bestaande kennis reproduceren (en die vervolgens weer snel vergeten), maar die kennis ook werkelijk begrijpen, kunnen we hen het beste laten spelen. We laten hen dan van alles uitproberen, zelf uitzoeken hoe iets in elkaar zit en werkt. Dat kan door dingen te maken of te experimenteren, door veldwerk, maar net zo goed door bronnenonderzoek, waarin standpunten en stellingen aan de hand van feiten worden getoetst. Het gaat daarbij om het doorbreken van vooronderstellingen en vanzelfsprekendheden, ontdekken dat iets anders is dan je altijd dacht. Verwondering dus.(bron:
https://nivoz.nl/nl/het-belangrijkste-onderwijsboek-van-2019-we-moeten-spelen)
Uit het kwalificatiedossier
B1-K1-W4: Creëert een verantwoorde en stimulerende speel-/leeromgeving
Omschrijving
De beginnend beroepsbeoefenaar creëert een verantwoorde en stimulerende speel-/leeromgeving om kinderen te laten oefenen, ontdekken en ondervinden wat wel en niet lukt. Ze richt de ruimte in en zorgt voor materialen die nodig zijn voor vrij spelen, leren of geplande activiteiten. Ze controleert of de ruimte en de aanwezige materialen geschikt zijn voor de ontwikkelings- of leerdoelen, of ze uitdagend zijn om spelen en leren te stimuleren, veilig en schoon zijn, en geborgenheid bieden. Ze doet waar nodig aanpassingen om onveilige situaties te voorkomen of
beter aan te sluiten bij de ontwikkelings- of leerdoelen.
Resultaat
De ruimte en materialen zijn geschikt voor het realiseren van de ontwikkelings- of leerdoelen. Er is een verantwoorde en stimulerende speel-/leeromgeving gecreëerd.
Gedrag
De pedagogisch werker:
- kiest passende (duurzame) materialen afgestemd op de ontwikkelings- of leerdoelen;
- controleert nauwgezet ruimte en materialen op vastgestelde criteria;
- werkt veilig en gezond overeenkomstig de voorschriften;
- is alert op eventuele onveilige situaties en neemt doeltreffende acties.
P3-K1-W5 Biedt ondersteuning gericht op zelfredzaamheid
Omschrijving
De onderwijsassistent begeleidt leerlingen/studenten om zelfredzaam te worden op meerdere gebieden, zowel op het gebied van hygiëne, gezonde leefstijl, sociale vaardigheden, voeding en bewegen als op het gebied van planmatig werken bij leeractiviteiten. Ze ziet wanneer een leerling/student ondersteuning nodig ten behoeve van zijn zelfredzaamheid. Ze geeft leerlingen/studenten informatie, instructie of begeleiding en stimuleert de leerling/student om de zelfredzaamheid te vergroten. Ze geeft uitleg, doet voor en laat leerlingen/studenten
oefenen. Ze signaleert bijzonderheden en handelt daarnaar, bijvoorbeeld door leraren en ouders/vervangende opvoeders te informeren. In voorkomende situaties begeleidt zij leerlingen/studenten bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL).
Resultaat
De leerling/student is gestimuleerd tot zelfredzaamheid ten aanzien van zelfzorg en planmatig werken.
Gedrag
De onderwijsassistent:
- respecteert vertrouwelijkheid en autonomie; reageert snel en effectief op signalen van behoefte aan ondersteuning;
- geeft leerlingen/studenten duidelijke instructies en aanwijzingen;
- geeft leerlingen/studenten passende ondersteuning die aansluit bij de leeftijd, mogelijkheden en eventuele beperkingen;
- toont voorbeeldgedrag op het gebied van goede zelfzorg;
- stimuleert de leerling/student doelgericht bij planmatig werken;
- past beroepsvaardigheden effectief toe: sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie, structureren en grenzen stellen, praten en uitleggen, ontwikkelingsstimulering en begeleiden van interacties.
Overzicht van leerstof (inclusief verrijking)
Kennisbasis ALA periode 3 BeroepsHAVO OA spelen, leren en stimuleren planmatig werken
Doelen
Leerdoelen
Aan het einde van deze periode zijn de volgende leerdoelen bereikt:
- Je beschrijft een doelgroep met specifieke ontwikkelingsbehoeften
- Je hebt onderzoek gedaan naar het aanbod van activiteiten in de organisatie;
- Je hebt een activiteit bedacht die aansluit bij de ontwikkeling / behoefte van het kind
- Je hebt meerdere activiteiten bedacht die haalbaar zijn, gevarieerd in aanbod en planmatig zijn opgesteld;
- Je hebt beschreven op welke manier je de kinderen begeleidt
- beschrijft een activiteitenprogramma voor een specifieke doelgroep dat uitvoerbaar is binnen de organisatie en past bij de doelgroe
- Je hebt een activiteit / spel begeleidt
- Je hebt een ruimte ingericht passend bij het thema en de doelgroep
- Je hebt met het inrichten van de ruimte rekening gehouden met de veiligheid en protocollen van de organisatie
- Je kunt de gekozen materialen verantwoorden ten aanzien van veiligheidseisen, protocollen, duurzaamheid.
- Je hebt kennis en inzicht in het belang van stimuleren van de ontwikkeling van het kind
- Je legt uit hoe jij interactievaardigheden toepast
- Je maakt kennis met het algemeen beleid van het kindercentrum en basisschool.
Eindopdrachten
OO 14 P3-K1-W5 Biedt ondersteuning gericht op zelfredzaamheid gericht op planmatig werken
OO 4 B1-K1-W4: Creëert een verantwoorde en stimulerende speel-/leeromgeving
Wie beoordeelt wat?
Inhoud les en student activiteiten
Leerstof
Bijlage
BPV plan
Plan van Aanpak
Het reflectieverslag
BASISOVERZICHT VAN ONTWIKKELINGSMATERIALEN IN EEN KLEUTERGROEP
Leermiddelen en digibord
Leermiddelen en schoolbord portaal
Uitgeverij Mailmberg
Leermiddelen of materialen
Uitgeverij Heutink
Baert is een gespecialiseerd leverancier van leermateriaal
Over veiligheid op school
School en veiligheid
Over de combinatie spelen en executieve functies
Executieve functies uitgelegd
Hoe ziet mijn verslag eruit
Verrijking: Opdrachten en Materiaal
Verrijking: materiaal
Podcast met Rob Martens (hoogleraar) n.a.v. boek wij moeten spelen
Waarom willen we allemaal leren? Met Rob Martens
Inspiratiemap spelen en leren
Over de combinatie spelen en executieve functies
De leeromgeving versterken met metacognitieve vragen
Verrijking: Opdrachten