Cliënt centraal, BBL, p.1.1 cohort 2022

Cliënt centraal, BBL, p.1.1 cohort 2022

1. Visie cliënt centraal

Leerdoelen

Je benoemt wat de visie en missie van Reinaerde is.

Je benoemt de kernwaarden van Reinaerde.

 

Visie & Missie Reinaerde

Gezien en gehoord worden

Visie
We vinden het belangrijk dat ieder mens gezien en gehoord wordt.
We gaan uit van de talenten en mogelijkheden van mensen.
Ieder mens is van betekenis voor een ander.
Het maakt niet uit of je cliënt bent of medewerker.

Wij willen dat mensen met een beperking de ondersteuning krijgen die het beste bij hen past.
Wij weten waar we zelf goed in zijn en wat anderen beter kunnen.
In dat geval doen wij graag een stap terug.
Want het gaat om jouw leven.

We noemen dit: podium geven aan samenspel.
Zo zetten we de toon voor een betere wereld.
In het groot en in het klein.

Missie
Met elkaar bouwen wij aan een betere wereld om ons heen, waarin iedereen een rol van betekenis heeft.

Onze kernwaarden

  • Professioneel
  • Omgevingsbewust
  • Duurzaam

Bron: https://www.reinaerde.nl/content/organisatie/visie-en-missie/visie-missie/

Opdracht: Visie & Missie Reinaerde

Visie

  1. Wat is een visie?
  2. Waarom is een visie belangrijk?
  3. Lees de visie goed door en vertel in eigen woorden wat de visie van Reinaerde is.
  4. Hoe kun jij er voor zorgen dat iedere cliënt zich gezien en gehoord voelt? Hoe doe je dat? Kun je voorbeelden geven?
  5. Voel jij je gezien en gehoord bij Reinaerde? Hoe komt dat? Kun je voorbeelden geven?
  6. Reinaerde vindt het belangrijk dat je uitgaat van de talenten en mogelijkheden van de cliënten. Hoe doe je dat? Kun je voorbeelden geven?
  7. Hoe kun je als collega's uitgaan van elkaars talenten en mogelijkheden? Kun je voorbeelden geven?
  8. Ieder mens is van betekenis voor een ander.
    - Wat wordt hiermee bedoeld?
    - Hoe merken cliënten dat ze van betekenis zijn voor jou?
    - Hoe merk jij dat je van betekenis bent voor je cliënten?
    - Hoe merk je dat je van betekenis bent voor je collega's?
  9. Reinaerde wil dat mensen met een beperking de ondersteuning krijgen die het beste bij hen past. Hoe kun je dit bereiken? Wat is daarvoor nodig?
  10. Weet jij waar jouw cliënten goed in zijn? Wat kun jij van je cliënten leren? Wat kun je aan hen vragen?
  11. Reinaerde vind samenspel belangrijk. Hoe ziet een ideale samenspel tussen cliënten, verwanten en medewerkers eruit? Hoe kun je dit bereiken?


Missie

  1. Wat is een missie?
  2. Waarom is het belangrijk om een missie te hebben?
  3. Hoe kun je samen werken aan de missie van Reinaerde? Hoe zorg je er samen voor dat collega's, cliënten en verwanten een rol van betekenis hebben?


Kernwaarden

  1. Wat zijn kernwaarden?
  2. Hoe zorg jij ervoor dat je profesioneel overkomt? Kun je voorbeelden geven?
  3. Hoe kun je omgevingsbewust werken? Wat houdt dat in? Kun je voorbeelden geven?
  4. Wat houdt duurzaam werken in? Kun je voorbeelden geven?

 

 

 

 

 

Toelichting eindopdracht

Geef in een presentatie van maximaal 4 minuten over het centraal stellen van de cliënt. Je hoort van je docent wanneer je de presentatie gaat geven.

Kies een cliënt en bereid de presentatie voor. Houd rekening met privacyregels!

Tijdens de presentatie komen de volgende punten aan bod:

  1. Informatie over de cliënt (denk aan: mogelijkheden, beperkingen, ziektebeelden, wensen, behoefte, perspectief, doelen, activiteiten).
  2. Wat de talenten en mogelijkheden zijn van deze cliënt.
  3. Wat heb jij van deze cliënt geleerd?
  4. Welke ondersteuning krijgt de cliënt? Past deze ondersteuning goed bij hem/haar?
  5. Hoe zorg je ervoor dat deze cliënt zich gezien en gehoord voelt.
  6. Welke keuzes laat je deze cliënt zelf maken?
  7. Hoe merkt deze cliënt dat hij/zij van betekenis is voor jou?
  8. Hoe merk jij dat je van betekenis bent voor deze cliënt?

Na afloop van de presentatie kunnen er vragen gesteld worden.

Planning maken

Maak een planning voor het voorbereiden van de presentatie, zie eindopdracht.

  • Wat ga je doen? Noteer alle dingen die je moet doen ter voorbereiding op de presentatie.

Geef daarna per punt aan:

  • Hoe ga je het doen?
  • Wanneer?
  • Wie en/of wat heb je daarbij nodig?
  • Wanneer heb je het afgerond?

 

2. Wat is communicatie?

Leerdoelen

- Je legt uit wat communicatie is.

- Je beschrijft hoe het communicatieproces verloopt.

- Je legt uit wat verbale en non-verbale communicatie is.

 

Onderwijsleergesprek: Communicatie

Neem gezamenlijk door: TM Communicatie en ondersteunen, Module 1 Professioneel communiceren, Hoofdstuk 1 Communicatie: 1.1 Wat is communicatie.

Bespreek:

  • Wat is communicatie?
  • Waarom is communicatie belangrijk?
  • Wat is verbale communicatie?
  • Wat is non-verbale communicatie?
  • Welke vormen van non-verbale communicatie zijn er?
  • Hoe kun je non-verbale communicatie inzetten als je wilt dat je boodschap goed overkomt?

Theorie communicatieproces (PowerPoint)

Opdracht: Verbale en non-verbale communicatie

 

Bekijk de fragmenten en beantwoord de volgende vragen:

  1. Welke vormen van non-verbale communicatie heb je gezien?
  2. Wat is het effect van de non-verbale communicatie?
  3. Welke gevolgen heeft het als de verbale en non-verbale communicatie niet dezelfde boodschap geven?
  4. Waarom is het belangrijk om te letten op de non-verbale communicatie van je cliënten?
  5. Welke informatie haal je uit de non-verbale communicatie van je cliënten? Kun je voorbeelden geven?
  6. Wat doe je als je ziet dat de verbale en non-verbale communicatie van een cliënt niet dezelfde boodschap geven? Kun je een voorbeeld geven?
  7. Wat kun je doen als de verbale en non-verbale communicatie van een collega niet dezelfde boodschap geven? Kun je een voorbeeld geven?

3 Contact maken

Leerdoelen

  • Je stelt jezelf op een profesionele manier voor aan cliënten.
  • Je legt uit wat echt contact maken is.
  • Je weet wat een goed gesprek is.
  • Je weet waarom samenwerken en communicatie belangrijk zijn.

Onderwijsleergesprek: Wat is contact maken?

  • Eerste kennismaking – hoe kom je over en waardoor?
  • Hoe maak je echt contact met je cliënten?

Opdracht 1: Contact maken met Anouk

Bekijk de video en beantwoord de volgende vragen:

  1. Hoe maak je contact met Anouk?
  2. Hoe kun je communiceren met Anouk?
  3. Welke wensen heeft Anouk?
  4. Welke mogelijkheden zijn er om deze te realiseren?
  5. Wat zijn hierbij belangrijke aandachtspunten?
  6. Stel je voor: haar vader is er vandaag niet bij. Hoe zou je dan met Anouk omgaan?
  7. Stel je voor je bent Anouk. Hoe zou jij benaderd willen worden?

Opdracht 2: Contact maken mevrouw Berkelbach

1. Rik gaat vanochtend naar mevrouw Berkelbach voor ADL-ondersteuning. Hij heeft er zin in…
Lees zijn verhaal: zie https://www.zorgvoorbeter.nl/zorgvoorbeter/media/documents/thema/goed-in-gesprek/rik-en-wendy-leren-een-goed-gesprek.pdf > pagina 6.

  • Wat zou jij anders doen?
  • Wat doet hij goed?
  • Hoe stel jij jezelf voor aan cliënten?
  • Hoe ga jij tijdens je werk om met je mobiel?

2. Lees pagina 7: Zo hoort het (niet).

Schrijf zoveel mogelijks do’s en don’ts voor het contact met cliënten. Wat doe je wel? Wat doe je niet?

4. Waarnemen, observeren en vragen stellen

Leerdoelen

Leerdoelen:

- Je legt uit welke communciatiestijlen er zijn.

- Je legt uit wat ruis is.

- Je legt uit hoe je waarneemt en interpreteert.

- Je legt uit hoe je effectief luistert en communiceert.

- Je stelt open vragen.

Theorie communicatieschema (PowerPoint)

Opdracht Miscommunicatie

Opdracht: Observeren en waarnemen

Bekijk samen de video Two men

  • Waarom kun je aan de hand van de waarnemingen (wat je ziet) niet met zekerheid zeggen waarom de man rent? Hoe zou je daar achter kunnen komen?
  • Waarom is het belangrijk om bij waarnemingen te letten op de feiten? Hoe doe je dat?
  • Waarom is het belangrijk om bij het beschrijven van de observaties de feiten te noemen?
  • Wat kan er misgaan tijdens je werk als je een observatie verkeerd beschrijft? Hoe kun je dit voorkomen?

Opdracht: Waarnemen of voor waar aannemen?

Kijk de video over waarnemen en beantwoord de volgende vragen:

1.    Zuiver waarnemen, een kunst op zich! Hoe komt dat?
2.    Welke tips worden in de video gegeven om je waarnemingen ‘zuiverder’ te maken?
3.    Maak een schema van hoe het waarnemen verloopt, zie video.
4.    In tweetallen: Leg met het schema uit hoe het waarnemen verloopt. Leg daarbij uit waarom zuiver waarnemen zo moeilijk is. Wissel daarna van rol, zodat je allebei een keer uitleg geeft.

Onderwijsleergesprek vragen stellen

  • Wat zijn gesloten vragen?
  • Wat zijn open vragen?
  • Waarom is het belangrijk om open vragen te stellen?

Theorie soorten vragen:https://www.zorgvoorbeter.nl/communiceren-in-de-zorg/luisteren/soorten-vragen

Opdracht: open vragen stellen

  1. Vorm tweetallen en oefen het gesprek.
    Een van jullie stelt vragen en vraagt door. Een beantwoord de vragen en een observeert of er open vragen worden gesteld en stopt het gesprek als er een gesloten vraag wordt gesteld. De vragensteller maakt dan van de gesloten vraag een open vraag, zodat het gesprek weer verder kan gaan.
  2. Voer het gesprek.
  3. Na 3 minuten wisselen jullie van rol. Zorg dat je alle drie elke rol hebt gehad.
  4. Reflecteer op het stellen van open vragen:
    • Wat gaat goed?
    • Wat is lastig?
    • Hoe en wanneer kun je het stellen van open vragen oefenen?

5. Lichaamstaal en gesprekstechniek LSD

Leerdoelen

  • Je observeert en decodeert lichaamstaal.
  • Je past de gesprekstechniek LSD toe.

 

Lichaamstaal

Onderwijsleergesprek LSD

Wat is LSD?

Hoe pas je het toe?

Zie: zorg voor beter: https://www.zorgvoorbeter.nl/communiceren-in-de-zorg/materialen

Opdracht: Luisteren, samenvatten en doorvragen

Opdracht: In drietallen LSD oefenen

  1. Lees de casus goed door. Je gaat het gesprek met Daniël voeren. Bedenk hoe je het gesprek gaat aanpakken. Hoe maak je contact? Hoe maak je dingen bespreekbaar? Hoe pas je LSD toe?
  2. Vorm drietallen en verdeel de rollen. Een van jullie heeft de rol van begeleider. Een van jullie is Daniël. De ander observeert en geeft feedback
  3. Voer het gesprek. Na 2 minuten stopt het gesprek en geeft de observant feedback volgens de afgesproken regels feedback.
  4. Wissel van rol.

 

Casus: Je ondersteunt Daniël bij het zelfstandig wonen

Daniël krijgt vandaag voor het eerst ambulante begeleiding. Je gaat hem ondersteunen bij het schoonmaken van zijn woning. Het is de bedoeling dat je samen aan de slag gaat.

Je maakt contact met Daniël. Vervolgens zoek je samen de schoonmaakmaterialen en middelen op. Dan valt het je op dat de schoonmaakdoeken stinken. De stofzuigerzak is helemaal vol en er zijn geen nieuwe stofzuigerzakken. En er is alleen een fles azijn, verder zijn er geen schoonmaakmiddelen aanwezig.  Je besluit om dit te bespreken.

6. Eigen regie en diversiteit

Eigen regie

  1. Welke keuzes maak jij zelf? Hoe zou je het vinden als je keuzes niet meer zelf kunt maken?
  2. Welke keuzes maken anderen voor jou? Hoe vind je dat?
  3. Welke keuzes maakt de cliënt zelf?
  4. Welke keuzes worden voor de cliënt gemaakt?

Ervaringsopdracht: eigen regie

  • Noteer 4 dingen die erg belangrijk voor je zijn.
  • Geef het blaadje aan de persoon die naast je zit.
  • Streep op het blad van de ander twee dingen door.
  • Je krijgt je eigen blaadje weer terug. Er zijn 2 dingen doorgestreept. Wat vind je hiervan? Wat doet dit met je?

Opdracht Diversiteit

Er zijn verschillende vormen van diversiteit:

Vragen:

  1. Wat weet jij van de gebruiken en gewoonten van jouw cliënten?
  2. Kun je voorbeelden geven van gebruiken en gewoonten die anders zijn dan die van jou?
  3. Zorgen deze verschillen voor ethische dilemma's bij jezelf of bij anderen? Zo ja, kun je een voorbeeld geven?
  4. Wat doet het met jou als je te maken hebt met deze verschillen?
  5. Bij wie kun je dan terecht als je er over wilt praten?

7 en 8 Eindopdracht uitvoeren

Eindopdracht: Presentatie

Geef een presentatie van maximaal 4 minuten over het centraal stellen van de cliënt. 

Kies een cliënt en bereid de presentatie voor. Houd rekening met privacyregels!

Tijdens de presentatie komen de volgende punten aan bod:

  1. Informatie over de cliënt (denk aan: mogelijkheden, beperkingen, ziektebeelden, wensen, behoefte, perspectief, doelen, activiteiten).
  2. Wat de talenten en mogelijkheden zijn van deze cliënt.
  3. Waar is deze cliënt goed in?
  4. Wat heb jij van deze cliënt geleerd?
  5. Welke ondersteuning krijgt de cliënt. Past deze goed bij hem/haar?
  6. Hoe zorg je ervoor dat deze cliënt zich gezien en gehoord voelt.
  7. Welke keuzes laat je deze cliënt zelf maken?
  8. Hoe merkt deze cliënt dat hij/zij van betekenis is voor jou?
  9. Hoe merk jij dat je van betekenis bent voor deze cliënt?

Na afloop van de presentatie kunnen er vragen gesteld worden.

  • Het arrangement Cliënt centraal, BBL, p.1.1 cohort 2022 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2023-07-10 12:45:22
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Visie, communicatie
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    MZVZ MBO Utrecht leerjaar 1 bol C2023. (2022).

    OUD Basiscommunicatie BOL, p.1.1

    https://maken.wikiwijs.nl/187873/OUD_Basiscommunicatie_BOL__p_1_1

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.