Vorm tweetallen en oefen het gesprek.
Een van jullie stelt vragen en vraagt door. Een beantwoord de vragen en een observeert of er open vragen worden gesteld en stopt het gesprek als er een gesloten vraag wordt gesteld. De vragensteller maakt dan van de gesloten vraag een open vraag, zodat het gesprek weer verder kan gaan.
Voer het gesprek.
Na 3 minuten wisselen jullie van rol. Zorg dat je alle drie elke rol hebt gehad.
Reflecteer op het stellen van open vragen:
Wat gaat goed?
Wat is lastig?
Hoe en wanneer kun je het stellen van open vragen oefenen?