SE 1b HAVO [21/23] "Koolstofchemie & polymeren"

SE 1b HAVO [21/23] "Koolstofchemie & polymeren"

VOOR JE BEGINT ...

Deze 'quest' maakt deel uit van het eerste SE uit het PTA ().

In het schema hieronder zie je dat dit SE is uitgespreid over 4 perioden én in vier 'stukken' (thema's) is verdeeld:

⇒ 1a. 'Zouten en Zuren in Evenwicht'

1b. 'Koolstofchemie & polymeren'​

     waarbij de volgende onderwerpen aan de orde komen:

  • moleculaire stoffen en bindingen
  • koolwaterstoffen: systematische naamgeving & karakteristieke groepen  
  • koolwaterstoffen: reacties
  • polymeren

⇒ 1c. 'Redoxreacties & electrochemie'

⇒ 1d. 'Chemie van het leven'

 

► Allevier de thema's bestudeer je (zoveel mogelijk) zelf aan de hand van een 'quest'
    (dit is dus de quest voor het thema "Koolstofchemie & Polymeren").

⇒ In elke quest verzamel en beschrijf je alles wat je opzoekt, bestudeert en leert in een verslag; de verslagen samen vormen je portfolio

⇒ Nadat je je portfolio hebt ingeleverd volgt nog een mondeling examen over de stof die je in allevier de quests hebt bestudeerd en geleerd.

 

► Beoordeling van het SE (in drie stappen):

⇒ elk verslag wordt met een cijfer beoordeeld aan de hand van rubrics;

⇒ je portfolio is het gemiddelde van de verslagen en vormt 60% van het uiteindelijke cijfer

⇒ het resultaat van het mondeling examen is 40% van het uiteindelijke cijfer

 

Eisen en Rubrics

De verslagen van je portfolio worden beoordeeld aan de hand van een aantal criteria en rubrics.

  eisen

► 1.  Maak van elk verslag één duidelijk, logisch verhaal...

  • begin met een (korte) inleiding
  • breng structuur aan met hoofdstukken, paragrafen en/of alinea's (zie hiervoor ook aanwijzingen in de quest)
  • gebruik plaatjes, grafieken, tabellen en foto's etc. om je tekst (verhaal/uitleg) te verduidelijken (en aantrekkelijker te maken).
  • verwerk je gemaakte opdrachten zoveel mogelijk in de tekst; dus niet een 'saaie' opsomming van genummerde vragen en antwoorden maar alsof je het vertelt en uitlegt.

► 2.  Elk verslag moet natuurlijk alle antwoorden op alle vragen/opdrachten bevatten. Belangrijk hierbij is:

  • de antwoorden op open vragen, uitleg van begrippen etc. moeten in je EIGEN WOORDEN zijn. Dus géén knip-en-plakwerk uit boeken, internet, verslagen/werkstukken van anderen etc.
  • geef niet alleen de antwoorden maar beschrijf ook de vragen zelf (zie ook onder punt 1)
  • bij berekeningen moet duidelijk zijn hoe je aan je antwoord bent gekomen dus schrijf alle berekeningsstappen op; alleen de uitkomst is niet genoeg.

► 3.  Vermeld aan het eind van elk hoofdstuk de bronnen die je hebt gebruikt om je informatie op te zoeken.

  • websites (URL)
  • (leer)boeken, tijdschriften etc.
  • mensen die je hebt gevraagd

 

  rubrics

worden
    (klik op de afbeelding om te downloaden)

Intro & Info

Het onderwerp/thema van het eerste deel van dit SE kan je samenvatten als

....

  •  

Quest als SE

► Het SE van deze periode is het zelfstandig uitvoeren & afronden van deze quest.

⇒ Dit doe je door telkens...

  • in stappen zélf informatie op te zoeken over het onderwerp
  • deze informatie gebruiken om opdrachten te maken, vragen te beantwoorden, berekeningen uit te voeren etc.
  • alles duidelijk en in je eigen woorden in een verslag (document) op te schrijven...

En steeds weer feedback te vragen over wat je hebt bestudeerd, opgeschreven en/of gemaakt hebt!

⇒ Als je niet zo goed weet waar je moet beginnen , kijk dan eens in/op:

Route & planning

opbouw

► ...

planning

► ...

Als je dat serieus en met aandacht doet leer je ook meteen de dingen die je (ook voor je eindexamen) moet weten, kennen en kunnen.

► !! laat elke week zien (in Egodact) wat je tot dan toe bestudeerd hebt en vraag feedback

!! zorg ervoor dat je aan het eind van de  zesde week je DEFINITIEVE verslag af hebt.

Ga er vanuit dat je zo'n 2 - 3 uur per week nodig hebt om deze quest / dit SE goed uit te voeren en af te ronden.


 

 

►1. Moleculaire stoffen & bindingen

covalente (atoom-) bindingen

uitzoeken

moleculaire stoffen...Molecular structure of glucose
... zoals water (H2O), suikers (bijv. C6H12O6) en olie & vetten etc. vormen één van de drie groepen stoffen, naast de ...

  • zouten (zoals keukenzout; NaCl of kalksteen; Ca CO3): 3D-roosters die zijn opgebouwd uit een onbepaalde hoeveelheid metaal- en niet-metaal-ionen in een vaste verhouding.
  • metalen (zoals ijzer; Fe, calcium; Ca of goud; Au): één grote vorm van een onbepaalde hoeveelheid (dezelfde) metaal-atomen

 

In dit onderdeel van de quest ga je ontdekken & bestuderen wat moleculaire stoffen zijn en hoe de afzonderlijke atomen binnen een molecuul met elkaar verbonden zijn.

Je onderzoekt wat de valentie-electronen van een atoom zijn en hoe je op basis van de zgn. octet-regel de covalentie van een atoom kan bepalen

⇒ Als je niet zo goed weet waar je moet beginnen kan je eens kijken in/op:...

 

opdrachten

► Maak een document "Moleculaire stoffen" en start met de eerste paragraaf "Covalente bindingen"; beantwoordt daarin de volgende vragen:

1. Zoek op en leg uit wat covalente bindingen zijn en hoe ze ontstaan

2. Leg het verband uit tussen het aantal valentie-electronen, de octet-regel en de covalentie van een niet-metaal atoom.

3. Teken een structuurmodel van de covalente bindingen tussen de waterstof en zuurstof atomen in een molecuul H2O. Gebruik hierbij het atoommodel van Bohr (met de electronen verdeeld over de verschillende electronenschillen)

4. Leg het verschil uit tussen de molecuulformule en de structuurformule van een stof (bijv. koolstofdioxide of water).

5. Leg uit wat de 'streepjes' in een structuuformule eigenlijk voorstellen.

6. Teken de structuurformules van de volgende stoffen; let hierbij (dus) op de verschillende covalenties van de atomen...

  • HBr
  • NH3
  • C2H6O
  • C2H4
  • N2

polaire bindingen & H-bruggen

uitzoeken

► In de meeste covalente bindingen 'zitten' de gedeelde electronen netjes in het midden tussen de twee atomen in. Maar sommige atomen trekken harder aan die gedeelde electronen dan de andere waardoor die gedeelde electronen dichter bij zo'n "electro-negatief" atoom komen te liggen. Gevolg is dat zo'n atoom een beetje negatief wordt en het andere atoom juist een beetje positief: een polaire binding tussen die atomen.

 

In dit blok ga je verder uitzoeken & bestuderen hoe je op basis van de electronegativiteit  van de atomen kan bepalen of een covalente binding tussen atomen polair is of niet.

Verder zoek je uit wat voor gevolgen polaire bindingen kunnen hebben op de aantrekkings-/bindingskrachten en interacties tussen de moleculen en wat waterstofbruggen precies zijn

Als je niet zo goed weet waar je moet beginnen kan je eens kijken in/op:...


opdrachten

► Maak in je document "Moleculaire stoffen" een nieuwe paragraaf "Polaire bindingen" aan en beantwoordt daarin de volgende vragen:

1. Teken de structuurformules van de volgende stoffen, én laat zien, op basis van de electronegativiteit van de betreffende atomen, of ze apolaire, polaire of ion-bindingen hebben...

H2S    CO2   NaCl    CH4    NH3    HF

2. Leg uit waarom er wél waterstofbruggen tussen watermoleculen en ammoniakmoleculen kunnen ontstaan maar níet tussen watermoleculen en methaanmoleculen (CH4).

3. Leg voor elk van onderstaande stoffen uit of er waterstofbruggen met watermoleculen kunnen ontstaan. Laat hierbij de structuurformules zien en leg uit of (en welke) bindingen er polair zijn.

  • CH3NH2 (hierbij is er een covalente binding tussen de C en de N)...
  • CO2
  • C2H6O
  • H2S

4. Teken de waterstofbruggen tussen 4 watermoleculen en 2 moleculen methanol CH4O

 

vanderWaals bindingen (e.a. moleculaire bindingen)

uitzoeken

Covalente bindingen zijn bindingen tussen de atomen binnen een molecuul. Waterstofbruggen zijn een voorbeeld van de mogelijke bindingen (aantrekkingskrachten) tussen moleculen. Er zijn (dus) nog meer typen bindingen tussen moleculen waarvan de vanderWaals-binding de belangrijkste is

 

In dit blok ga je verder uitzoeken & bestuderen welke typen molecuulbindingen er zijn en wat de belangrijkste kenmerken deze bindingen hebben.

Daarnaast onderzoek je welke invloed deze bindingen hebben op de verschillende stofeigenschappen zoals kookpunt en/of oplosbaarheid in water

Als je niet zo goed weet waar je moet beginnen kan je eens kijken in/op:...


opdrachten

► Maak in je document "Moleculaire stoffen" een nieuwe paragraaf "vanderWaals-bindingen" aan en beantwoordt daarin de volgende vragen:

1. Leg uit waarom een stof met grote moleculen een hoger kookpunt heeft dan een stof die bestaat uit kleine moleculen

2. Leg uit waarom water (H2O; Mw = 18,016 gr/mol) een hoger koopunt heeft dan hexaan (C6H14; Mw = 86,18 gr/mol)

3. Stoffen die makkelijk in water oplossen noemen we hydrofiel; stoffen die niet of nauwelijks in water oplossen noemen we hydrofoob. Geef aan wat het belangrijkste verschil is tussen hydrofiele en hydrofobe stoffen waardoor de ene soort wél en de andere soort níet in water oplost.

4. Beredeneer waarom de meeste zouten in water oplossen maar metalen niet.

5. Zet onderstaande stoffen in oplopende volgorde van kookpunt. Beschrijf in je document waarom je deze volgorde hebt gemaakt; op basis van ...

  • de verschillende moleculaire bindingen die je in deze stoffen verwacht

samen met...

  • de kenmerken van de moleculen (grootte & vorm etc.)

(dus niet de kookpunten op internet opzoeken; da 's flauw)

►2a. Koolwaterstoffen: systematische naamgeving & karakteristieke groepen

alkanen & alkenen

uitzoeken

► De meeste biologische moleculen zoals suikers, eiwitten en vetten, bestaan voornamelijk uit C, H en O-atomen. Ook de fossiele brandstoffen bestaan uit die atomen; logisch want fossiele brandstoffen zijn ontstaan uit planten-resten. Dit soort moleculen, die dus vooral bestaan uit C,H en O-atomen vatten we samen onder de naam "Koolwaterstoffen"

De namen van de verschillende koolwaterstoffen zijn afhankelijk van de bouw of 'structuur' van deze moleculen.
Hierbij is er een systematisch verband tussen de structuurformule en de systematische naam van een koolwaterstof.

 

In dit blok begin je met het uitzoeken & bestuderen van de structuur en naamgeving van de twee eenvoudigste groepen koolwaterstoffen: de alkanen en alkenen.

Als je niet zo goed weet waar je moet beginnen kan je eens kijken in/op:...


opdrachten

► Maak een nieuw document "Koolwaterstoffen" aan en begin met een eerste paragraaf "Systematische naamgeving"; beantwoordt daarin de volgende vragen onder het kopje "alkanen & alkenen":

1. Leg uit of alkenen verzadigde of onverzadigde koolstofketens zijn

2. wat is het verschil / zijn de verschillen in structuur tussen...

  • propaan en propeen
  • etheen en pentaan
  • hexaan en butaan
  • buteen en penteen
  • hexeen en methaan

3. Leg uit waarom metheen niet kan bestaan

4. Teken de structuurformules én geef de molecuulformules van ...

  • ethaan
  • but-2-een
  • hexaan

Bouw vervolgens deze moleculen mbv. de 'bouwdoos'; maak foto's van je moleculen en neem  de foto's op in je document.

5. Geef de systematische namen én de molecuulformules van...

a.     b.     c.     d.  

 

karakteristieke groepen

uitzoeken

► Behalve H-atomen kunnen er (natuurlijk) ook andere (niet-metaal) atomen of atoomgroepen aan elk C-atoom in een koolstofketen gebonden zijn. We hebben het dan over de karakteristieke groepen van een koolstofketen.  

 

In dit blok ga je verder uitzoeken & bestuderen welke karakteristieke groepen we in de scheikunde kennen en hoe je deze groepen dan in de systematische naam van de koolstofketen opneemt.

Belangrijk daarbij is dat je de regels van de systematische naamgeving goed leert toepassen

Als je niet zo goed weet waar je moet beginnen kan je eens kijken in/op:...


opdrachten

► Vervolg in je document "Koolwaterstoffen" de paragraaf "Systematische naamgeving" en beantwoordt daarin de volgende vragen onder een nieuw kopje: "karakteristieke groepen":

1. Maak een overzicht (bijv. in een tabel) van de volgende karakteristieke groepen waarin je de karakteristieke groep aan één van de C-atomen in een koolstofketen van 4 C-atomen tekent, én de systematische naam erbij zet.

  • halogeen-groep
  • hydroxyl-groep
  • dubbele binding
  • een zuurgroep
  • amino-groep

 

2. Geef de systematische namen van de volgende koolwaterstoffen:

a.   b.   c.   d.  

 

3. Teken de structuurformule van onderstaande koolwaterstoffen en bouw deze mbv. de 'bouwdoos'. Maak foto's van je moleculen en neem de foto's op in je document.

  • 2,2-dihydroxy-propaan
  • 4-chloor, 3-fluor-butaanzuur
  • 1,2-dibroom-pent-3-een

 

4. Leg uit waarom de stof 1,1,1-trifluor-etheen NIET kan bestaan (TIP: teken de structuurformule en let op de covalentie van de atomen)

(structuur-)isomeren

uitzoeken

► Een molecuulformule geeft aan uit wélke atomen en hoevéél van elk atoom het molecuul bestaat maar zegt niets over de structuur/bouw van het molecuul.

Sterker nog, er bestaan stoffen met dezelfde molecuulformule maar met verschillende structuurformules. Deze stoffen bestaan dus uit moleculen met dezelfde atoom-samenstelling maar met een andere structuur; de atomen zijn dan op een andere manier met elkaar verbonden. 

Zulke stoffen noemen we dan (structuur) Isomeren

 

In dit blok ga je verder uitzoeken & bestuderen wat structuur-isomeren zijn en hoe je ze de juiste systematische naam geeft.

Als je niet zo goed weet waar je moet beginnen kan je eens kijken in/op:...


opdrachten

► Vervolg in je document "Koolwaterstoffen" de paragraaf "Systematische naamgeving" en beantwoordt daarin de volgende vragen onder een nieuw kopje: "isomeren":

1. Teken de verschillende isomeren van de stoffen met de molecuulformules én schrijf de juiste systematische namen erbij. Bouw van elke molecuulformule (minimaal) één isomeer mbv. de 'bouwdoos' en maak er een foto van. Neem de foto met de juiste naam op in je document.

  • C5H12
  • C4H8
  • C3H8O

 

2. Laat aan de hand van de structuurformules zien waarom de volgende namen fout zijn én geef de juiste systematische naam

  • 1-methyl-propaan
  • 2-ethyl-3-fluor-butaan
  • 4-methyl-pentaanzuur

 

2. Bekijk de volgende koolstofketens goed en beantwoordt de volgende vragen...
      (NB: de H-atomen zijn in de structuurformules niet opgenomen dus die moet je er zelf bij 'bedenken')

a.   b.   c.   d.  

 

⇒ i.   Geef de molecuulformules van deze stoffen

⇒ ii.  Geef de systematische namen van deze stoffen

⇒ iii. Welke stoffen zijn isomeren van elkaar?

►2b: Koolwaterstoffen: reacties

additie- & substitutie-reacties

uitzoeken

► Bij een chemische reactie veranderen de moleculen van beginstoffen en krijg je dus nieuwe moleculen (met andere atoom-samenstelling en/of structuur).

Chemische reacties kan je indelen in verschillende typen reacties waarbij de manier waarop de moleculen veranderen verschilt. In de koolstofchemie is er een aantal reactietypen die je vaak tegenkomt;

  • additie-reactie ⇒ reacties waarbij atomen worden toegevoegd aan moleculen
  • substitutie-reactie ⇒ reacties waarbij sommige atomen in een molecuul worden vervangen door andere atomen

 

In dit blok ga je deze twee typen reacties bestuderen...

  • wat is er voor nodig om deze reacties te laten verlopen
  • wat gebeurt er dan precies tijdens de reacties
  • hoe herken je deze reacties

 

Als je niet zo goed weet waar je moet beginnen kan je eens kijken in/op:...


opdrachten

► Maak in je document "Koolwaterstoffen" een nieuwe paragraaf "Reacties" aan en beantwoordt daarin de volgende vragen onder het kopje "additie & substitutie":

1. Leg uit of er bij alkenen additie- en/of substitutie-reacties kunnen plaatsvinden

2. De stof pent-2-een reageert met zoutzuur; geef de structuurformule(s) en systematische naam (namen) van de stof(fen) die ontstaat (ontstaan).

3. Welke stof(fen) kunnen ontstaan bij de reactie van de stoffen ethaan en fluor in de verhouding 1:2.

  • Geef naam/namen, molecuulformule(s) en structuurformule(s).
  • Welk type reactie vindt hier plaats?

condensatie- & hydrolyse-reacties

uitzoeken

► Er zijn nog twee typen reacties die je in de koolstofchemie vaak tegenkomt. Deze twee reacties zijn elkaars tegengestelde;

  • Condensatie-reactie: twee koolstofketens worden aan elkaar gekoppeld waarbij een klein molecuul (bijv. water) wordt afgesplitst.
  • Hydrolyse-reactie: een reactie waarbij een groter koolstofketen m.b.v. een klein molecuul (bijv. water) wordt gesplitst in twee kleinere ketens.

 

In dit blok ga je verder uitzoeken & bestuderen hoe condensatie- en hydrolyse-reacties precies verlopen en welke (kleine & grotere) moleculen daarbij een rol spelen.

Daarnaast leer je hoe we de stoffen en bindingen noemen die daarbij ontstaan of gesplitst worden

Als je niet zo goed weet waar je moet beginnen kan je eens kijken in/op:...


opdrachten

► Vervolg in je document "Koolwaterstoffen" de paragraaf "Reacties" en beantwoordt daarin de volgende vragen onder een nieuw kopje: "condensatie & hydrolyse":

1. Condensatie- & hydrolyse-reacties komen veel voor in de natuur/biologie. Geef twee voorbeelden van deze reacties die in je eigen lijf plaats vinden; één condensatie- en één hydrolyse-reactie.

►2 Teken de condensatie-reactie tussen een ethaanzuur- en metaanamine-molecuul in structuurformules en geef aan welke atomen uit beide moleculen het watermolecuul vormen dat wordt afgesplitst.

3. Hoe noem je binding die in het nieuwe molecuul is ontstaan?

4. Wat is het grote verschil tussen deze binding en de binding die bij de vorming van een ester ontstaat?

►2c. Koolwaterstoffen: polymeren

uitzoeken

Polymeren; niet (meer) weg te denken uit onze wereld. Van (bio)plastic en piepschuim tot houtvezels en eiwitten.

Wat zijn dit voor stoffen, hoe ontstaan ze en -ook niet onbelangrijk- waarom duurt het zo lang voor 'ze' weer zijn afgebroken? Oh ja, en nog een paar vragen:

  • waarom smelt een plastic bekertje als je 'm in een hete oven zet maar een gekookt ei niet?
  • waarom kan je een elastiekje wél uitrekken maar een electriciteitsbuis niet?
  • enneh ..., waarom is bioplastic niet per sé biologisch afbreekbaar

 

In dit blok ga je uitzoeken & bestuderen wat polymeren zijn, welke soorten je grofweg kan onderscheiden en hoe ze ontstaan. Daarbij kom je 'langs' verschillende begrippen zoals ...

  • monomeren,
  • additie- & condensatiepolymerisatie
  • elastomeren, thermoharders & thermoplasten
  • crosslinks

Verder ontdek je dat ook (of juist) in de natuur veel polymeren voorkomen en zelfs een (enorm) belangrijke rol spelen.

 

Als je niet zo goed weet waar je moet beginnen kan je eens kijken in/op:...


opdrachten

► Maak in je document "Koolwaterstoffen" een nieuwe paragraaf "Polymeren" aan en beantwoordt daarin de volgende vragen:

1. 'Kijk 'ns goed naar en vergelijk (de structuur van) de biopolymeren cellulose en DNA. Beschrijf wat volgens jou het(de) belangrijkste verschil(len) in structuur/opbouw tussen beide polymeren is.

 

2. Teken (in structuurformules) de polymerisatie-reactie van onderstaande polymeren en geef de naam van de betreffende polymerisatie-reactie. Voor beide reacties teken je de polymerisatie van 2  (co)monomeren

  • PVC (PolyVinylChloride)
  • Nylon

 

3. Bekijk onderstaand stukje (fragment) polymeer; teken het oorspronkelijke monomeer en geef de systematische naam.

(NB: in de figuur geven de kleine 'streepjes'  de gebonden H-atomen aan)

 

 

4. Teken de 3 polymeren die ontstaan bij de (additie-)polymerisatie van (A) but-1-een, van (B) but-2-een en van (C) buta-1,3-dieen

  • teken van elk 3 monomeer-eenheden; alletwee in een aparte kleur
  • de gebonden H-atomen mag je als 'streepjes' tekenen

leg uit welk van de drie polymeren een thermoharder is/kan worden

 

5. Een bepaald type polymeer kan je met de volgende kenmerken omschrijven:

  1. ontleedt (in kleinere stukken/ketens) bij verhitting
  2. de polymeerketens vormen een 'open' (grofmazige) 3D-structuur
  3. vervormt als er krachten op worden uitgeoefend
  4. de polymeerketens zijn door (relatief weinig) crosslinks met elkaar verbonden
  5. komt terug in de oorspronkelijke vorm als er géén krachten meer op worden uitgeoefend

Leg uit welk type polymeer hier omschreven is

 

6. Bekijk onderstaande monomeren en leg bij elk monomeer uit of het uiteindelijke polymeer een thermoplast of thermoharder is/kan worden.

NB: in deze structuurformules zijn de C-atmomen (en H-atomen) in de hoofdketen niet opgeschreven maar als (kruis-)punt weergegeven (de ketens zijn dus 7 C-atomen lang)

a. b. c.

 

 

  • Het arrangement SE 1b HAVO [21/23] "Koolstofchemie & polymeren" is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2022-06-23 12:20:39
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    ...
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Herbert Vissers eXplore. (2022).

    SE 1a HAVO [21/23] "Zout & Zuur in evenwicht"

    https://maken.wikiwijs.nl/183823/SE_1a_HAVO__21_23___Zout___Zuur_in_evenwicht_

    Herbert Vissers eXplore. (2022).

    SE 1b HAVO [21/23] "Koolstofchemie & polymeren"

    https://maken.wikiwijs.nl/186980/SE_1b_HAVO__21_23___Koolstofchemie___polymeren_

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.