uitzoeken
► In de meeste covalente bindingen 'zitten' de gedeelde electronen netjes in het midden tussen de twee atomen in. Maar sommige atomen trekken harder aan die gedeelde electronen dan de andere waardoor die gedeelde electronen dichter bij zo'n "electro-negatief" atoom komen te liggen. Gevolg is dat zo'n atoom een beetje negatief wordt en het andere atoom juist een beetje positief: een polaire binding tussen die atomen.
⇒ In dit blok ga je verder uitzoeken & bestuderen hoe je op basis van de electronegativiteit van de atomen kan bepalen of een covalente binding tussen atomen polair is of niet.
Verder zoek je uit wat voor gevolgen polaire bindingen kunnen hebben op de aantrekkings-/bindingskrachten en interacties tussen de moleculen en wat waterstofbruggen precies zijn
⇒ Als je niet zo goed weet waar je moet beginnen kan je eens kijken in/op:...
opdrachten
► Maak in je document "Moleculaire stoffen" een nieuwe paragraaf "Polaire bindingen" aan en beantwoordt daarin de volgende vragen:
►1. Teken de structuurformules van de volgende stoffen, én laat zien, op basis van de electronegativiteit van de betreffende atomen, of ze apolaire, polaire of ion-bindingen hebben...
• H2S • CO2 • NaCl • CH4 • NH3 • HF
►2. Leg uit waarom er wél waterstofbruggen tussen watermoleculen en ammoniakmoleculen kunnen ontstaan maar níet tussen watermoleculen en methaanmoleculen (CH4).
►3. Leg voor elk van onderstaande stoffen uit of er waterstofbruggen met watermoleculen kunnen ontstaan. Laat hierbij de structuurformules zien en leg uit of (en welke) bindingen er polair zijn.
►4. Teken de waterstofbruggen tussen 4 watermoleculen en 2 moleculen methanol CH4O