De Opdracht
Voor deze IBO
1. verdiep je je in de theorie over de cognitieve ontwikkeling op zowel school als je stageplek
2. leer je een aantal leertheorieën kennen
3. doe je een observatie
4. naar aanleiding van de observatie voer je een activiteit uit op je stage om de taalontwikkeling te stimuleren
5. geef je aan welke leertheorie past bij jouw activiteit
6. maak je in week 8 toetsen over de theorie in je IBO reflecteer je hierop
Zorg dat je tijdens alle Q&A en werkplaatslessen je boeken mee hebt!
In de praktijk voer je activiteiten uit om de ontwikkeling van kinderen en jongeren stimuleren. Als je de fasen van de cognitieve ontwikkeling beter leert kennen en begrijpen, weet je ook hoe je hen beter kunt begeleiden. Er bestaan verschillende theorieën over hoe kinderen tot leren komen. Het is belangrijk om te weten hoe je deze theorieën in de praktijk terugziet en hoe en wanneer je deze kunt toepassen. Het leren van taal is een onderdeel van de cognitieve ontwikkeling. Deze verloopt via verschillende fasen. Door deze fasen te begrijpen kun je kinderen en jongeren stimuleren in hun taalontwikkeling. Je leert een taalactiviteit uit te voeren met een vooropgezet SMART-doel, waarbij je voor verschillende onderdelen van jouw activiteit kunt aangeven op welke leertheorie(ën) ze zijn gebaseerd.
Kerntaken Werkprocessen
Kerntaak
|
B1-K1 Begeleiding van kinderen bij hun ontwikkeling
B1-K2 Werken aan kwaliteit en deskundigheid
|
Werkproces
|
B1-K1-W1 Zorgt voor een veilig pedagogisch klimaat
B1-K1-W2 Inventariseert behoeften en wensen van het kind
B1-K1-W3 Bereidt de uitvoering van activiteiten voor
B1-K1-W4 Creëert een verantwoorde en stimulerende speel-/leeromgeving
B1-K1-W6 Volgt en stimuleert de ontwikkeling en leren van het kind
B1-K1-W7 Evalueert haar eigen werkzaamheden
B1-K2-W1 Werkt aan de eigen professionele ontwikkeling
|
Aanpak
De aanpak voor het maken van de IBO bestaat uit drie stappen die passen bij een leercyclus. De drie stappen:
Voorbereiden: oriënteren & plannen
Uitvoeren: uitvoeren & monitoren
Evalueren: evalueren & reflectie
Voorbereiden
1. Tijdens de eerste les van Werkplaats neem je de rubrics door van de werkprocessen waar je aan werkt tijdens deze IBO.
Je markeert waar je vindt dat je op dit moment staat in je ontwikkeling en je formuleert 2 SMART-leerdoelen aan de hand van de rubrics: Wat wil jij persoonlijk leren? Onder aan de rubrics vul je jouw persoonlijke leerdoel in, in de gekleurde vakjes zoals hieronder aangegeven.
-
Rubric 1 gaat over het inventariseren van behoeften en wensen van het kind (leerdoel geel)
-
Rubric 2 gaat over het volgen en stimuleren van de ontwikkeling van het kind (leerdoel roze)
-
Rubric 3 gaat over het evalueren van de eigen werkzaamheden (leerdoel groen).
2. Lees de gehele IBO door en schrijf de grote tussentijdse mijlpalen op die je voor deze IBO moet maken. Bijvoorbeeld: observatie, activiteit voorbereiden en uitvoeren, gesprek met BPV-begeleider etc.
3. Zet dit nu in een schema neer, verdeeld over 9 weken. Denk ook aan vakanties en vrije dagen. Welke mijlpaal moet je wanneer af maken? Gebruik hiervoor het format mijlpalenplanning van deze IBO. Hierbij alvast wat vereisten:
3a. Plan voor deze periode in lesweek zes een afspraak met je BPV-praktijkbegeleider om zes kernwoorden uit de begrippenlijst te bespreken (drie voor hoofdstuk Taal en drie voor hoofdstuk Denken en leren).
3b. De eerste twee kolommen van de tabel bespreek je tijdens week 5 in de werkplaats met je docent en mede-studenten.
Uitvoeren
4. Bespreek in lesweek 6 met je BPV-praktijkbegeleider de begrippen en voorbeelden die jij hebt ingevuld in de tabel. Vraag of je BPV-praktijkbegeleider het eens is met jouw uitleg, beschrijving en voorbeeld. Bespreek welke aanvullingen of andere voorbeelden jouw BPV-praktijkbegeleider nog heeft en vul die in bij kolom 3.
Tip: Neem je basisboek Opvoeding en ontwikkeling (of een foto van de theorie op je telefoon) mee naar het gesprek om eventueel toelichting te kunnen geven aan je praktijkbegeleider.
5. In lesweek 7 tijdens Werkplaats ga je met een groepje medestudenten je gemaakte en besproken tabel bespreken. Geef elkaar uitleg over de begrippen zoals je die in de praktijk tegenkomt en benoem welke aanvullingen je BPV-praktijkbegeleider heeft genoemd.
6. Je gaat een activiteit op je stage doen om de taalontwikkeling van de kinderen/jongeren te stimuleren. Om een activiteit aan te bieden waarbij je volledig aansluit bij de behoefte van het kind/de jongere/de groep, ga je eerst observeren. Je gaat een kwalitatieve observatie doen (zie hoofdstuk 8.3 van je basisboek Opvoeding en ontwikkeling). Dit doe je volgens het stappenplan dat in je boek staat (hoofdstuk 8.2).
7. De vraagstelling van je kwalitatieve observatie moet dus te maken hebben met de taalontwikkeling van de kinderen/jongeren op je stage. Bijvoorbeeld: Waar is de aandacht van M. op gericht tijdens de uitleg van een activiteit.
8. Als je je observatie hebt gedaan weet je wat een kind/jongere al kan en hoe je de taalontwikkeling een stapje verder kan stimuleren. Dan ga je aan de slag om je activiteit voor te bereiden, dit doe je aan de hand van het methodisch werkplan, zoals je ook bij de IBO Voelen hebt gedaan. Werk het methodisch werkplan uit.
9. Geef in het methodisch werkplan specifiek aan bij de Beginsituatie:
-
Wat de ondersteuningsbehoefte/hulpvraag is vanuit je doelgroep oftewel wat de conclusie van jouw observatie was.
-
Waarom je ervoor gekozen hebt om je te richten op dit gebied van de taalontwikkeling.
En geef bij Evaluatie specifiek aan:
-
Welke evaluatievragen je opstelt om te checken of je je doel hebt behaald en eventuele andere evaluatievragen. Bespreek dit ook met je BPV-begeleider.
10. Heb je je methodisch werkplan af? Lees dan je methodisch werkplan nog eens goed door en bedenk welke leertheorieën aan bod komen bij je activiteit. Iedere keer als je een leertheorie herkent zet je dat tussen haakjes achter dat onderdeel in je methodisch werkplan. Laat zo zien of/waar je het Behaviorisme, Cognitivisme of Constructivisme terug ziet komen in (onderdelen van) je activiteit.
11. Voer je activiteit uit op je BPV.
Evalueren
12. Evalueer hoe de activiteit is gegaan (zie de laatste stap van het methodisch werkplan).
13. Aan het begin van de periode heb je jezelf in de rubrics gescoord. Kijk nu opnieuw naar de rubrics over het inventariseren van behoeften en wensen van het kind (leerdoel geel), het volgen en stimuleren van de ontwikkeling van het kind (leerdoel roze) en het evalueren van de eigen werkzaamheden (leerdoel groen). Scoor jezelf opnieuw: waar sta je nu 8 weken later?
14. Kijk terug op het gehele proces van het werken aan deze IBO. Neem daarin alles mee: de voortgang van de rubrics, de theorie, het invullen de tabel voor de gekozen begrippen, het overleg met je (praktijk)begeleider en klasgenoten, het observeren, het voorbereiden van de taalactiviteit en de uitvoering hiervan.
Kies hieruit minimaal 2 momenten en beschrijf deze volgens de STARR-methode:
-
Een moment dat goed verliep, waar je trots op bent en/of de volgende keer weer zo zou doen.
-
Een moment dat je de volgende keer toch anders zou doen, dat niet zo goed ging en/of waar je van baalt.
15. Je hebt 3 deeltoetsen gemaakt over verschillende onderwerpen. De resultaten geef je weer in je IBO. Beschrijf wat deze resultaten voor jou betekenen.
Inleveren
Zie de checklist voor wat je uiteindelijk inlevert.
Rubrics
Inventariseert de behoeften en wensen van het kind.
Volgt en stimuleerde de ontwikkeling en het leren van het kind.
Evalueert de eigen werkzaamheden.
Bronnen
Basisboek Opvoeding en ontwikkeling:
Hoofdstuk 2.4 - Cognitieve ontwikkeling
Hoofdstuk 4 – Denken en leren
Hoofdstuk 6 – Taal
Hoofdstuk 8 – Observeren
Basisboek Didactiek, communicatie en organisatie:
Hoofdstuk 3 – Ontwikkeling stimuleren: Denken
Video stappenplan observeren: https://www.youtube.com/watch?v=ZUllGpsp1UM
Er wordt in de video verwezen naar de IBO Maken, maar je kunt dit ook voor IBO Denken gebruiken. De observatiestappen blijven hetzelfde.
Mijlpalenplanning
Begrippenlijst
Kies zes begrippen uit onderstaande lijsten zes begrippen (drie uit de kolom van Taal en drie uit de kolom van Denken en leren) die je uitwerkt in de tabel.
Begrippenlijst Taal
|
Begrippenlijst Denken en leren
|
Zelfbewustzijn
|
Linker- /rechter hersenhelft
|
Receptieve/productieve woordenschat
|
Cognitieve ontwikkeling
|
Rijke taal/taalmodel
|
Behaviorisme
|
Ontluikende geletterdheid
|
Conditionering
|
Beginnende geletterdheid
|
Cognitivisme
|
Lichaamstaal
|
Constructivisme
|
Actief luisteren
|
Zone van de naaste ontwikkeling
|
Ontwikkelingsstotteren
|
Animisme
|
Meertaligheid/dialect
|
Eén van de fasen van het cognitivisme (die past bij jouw doelgroep)
|
Naar keuze een blauw begrip uit het Basisboek Opvoeding en ontwikkeling hoofdstuk 6 over Taal dat aansluit bij jouw doelgroep
|
Naar keuze een blauw begrip uit het Basisboek Opvoeding en ontwikkeling hoofdstuk 4 over Denken en leren dat aansluit bij jouw doelgroep
|
Tabel
Toelichting Tabel
Kolom 1 Begrip en betekenis
In deze kolom zie je al de begrippen staan uit de theorielessen. Jouw opdracht is om in deze kolom een korte en duidelijke omschrijving te geven van dit begrip. Hiervoor gebruik je de uitleg van de docent, je lesboek en eventuele andere betrouwbare bronnen. Er staan steeds twee lessen voor de genoemde begrippen. Je kunt ook na elke theorieles de begrippen bespreken die aan de orde zijn geweest, overleg dit dan met je praktijkbegeleider.
Werkplaats kun je gebruiken om de begrippen uit kolom 1 in te vullen.
Kolom 2 Voorbeelden uit stage
Vervolgens neem je dit document mee naar stage en ga je kijken hoe je dit begrip terugziet in jouw praktijk. Beschrijf in deze kolom een concreet voorbeeld uit jouw stagepraktijk.
Kolom 3 Input vanuit je praktijkbegeleider:
Met je BPV-praktijkbegeleider bespreek je kolom 1 en 2 in lesweek 6. Herkent zij/hij jouw uitleg en voorbeelden? Bespreek met hem/haar hoe je deze kennis kunt gebruiken in jouw dagelijkse werk (hoe stimuleer je dit, welke acties kun je ondernemen, aandachtspunten etc.).
Observeren
Stappenplan observeren
Voor de volledige uitwerking lees paragraaf 8.2 Observeren met een stappenplan van je basisboek Opvoeding en ontwikkeling.
Kijk ook deze video: https://www.youtube.com/watch?v=ZUllGpsp1UM
Er wordt in de video verwezen naar de IBO Maken, maar je kunt dit ook voor IBO Denken gebruiken. De observatiestappen blijven hetzelfde.
Stappenplan
Stap 1: Schrijf op waarom je gaat observeren – de aanleiding.
Stap 2: Schrijf de achtergrondgegevens op.
Stap 3: Schrijf de vraagstelling op.
Stap 4: Kies de observatiemethode en hulpmiddelen
In dit geval ga je voor een kwalitatieve observatie.
Stap 5: Voer de observatie uit
Stap 6: Orden de gegevens
Stap 7: Geef antwoord op de vraagstelling.
Observatieformulier
Voorbeeld
Methodische werkplannen
PMKO GPM
OA
Waarderingsformulier
Waarderingslijst student
Waarderingslijst BPV-praktijkbegeleider.
Reflectie
Checklist voor inleveren
Checklist inhoud
Hoofdstuk/onderwerp
|
Inhoud
|
Gedaan?
|
Voorblad
|
Naam, klas, vakken, docent, datum van inleveren
|
|
Inhoudsopgave
|
Weergave van de hoofdstukken van de IBO mét paginanummers
|
|
Inleiding
|
Waarom schrijf je deze opdracht, voor welke vakken en opleiding, wat kan de lezer verwachten in dit verslag (leeswijzer).
|
|
Hoofdstuk 1: Rubrics begin van de periode
|
Je laat zien waar je je op dit moment (week 1) bevindt m.b.t. je ontwikkeling op het gebied van:
-
Rubric 1 gaat over het inventariseren van behoeften en wensen van het kind (leerdoel geel)
-
Rubric 2 gaat over het volgen en stimuleren van de ontwikkeling van het kind (leerdoel roze)
-
Rubric 3 gaat over het evalueren van de eigen werkzaamheden (leerdoel groen).
|
|
Hoofdstuk 2: Mijlpalenplanning
|
Je laat zien wat je mijlpalenplanning is en hoe jij de IBO in stukjes hebt opgedeeld.
|
|
Hoofdstuk 3: Observatie
|
Je beschrijft en voert je observatieplan uit volgens de stappen uit paragraaf 8.2 uit je basisboek Opvoeding en ontwikkeling.
|
|
Hoofdstuk 4: Methodisch werkplan
|
Op basis van de observatie die je hebt gedaan kan je een goede beginsituatie schetsen voor je activiteit om de taalontwikkeling te stimuleren.
Je werkt het methodisch werkplan in verhaalvorm uit.
|
|
Hoofdstuk 5: Tabel ‘Denken en leren’ en ‘Taal’
|
De tabel met de drie begrippen voor Taal en de drie begrippen voor Denken en leren heb je volledig uitgewerkt nadat je het gesprek met je BPV-begeleider hebt gehad in lesweek 6.
|
|
Hoofdstuk 6: Rubrics eind van de periode
|
Je laat zien waar je je op dit moment (week 9) bevindt m.b.t. je ontwikkeling op het gebied van:
-
Rubric 1 gaat over het inventariseren van behoeften en wensen van het kind (leerdoel geel)
-
Rubric 2 gaat over het volgen en stimuleren van de ontwikkeling van het kind (leerdoel roze)
-
Rubric 3 gaat over het evalueren van de eigen werkzaamheden (leerdoel groen).
ten opzichte van lesweek 1. Waarin ben je gegroeid?
|
|
Hoofdstuk 7: Reflectie
|
Kies minimaal 2 momenten waarin je hebt gewerkt aan deze IBO en beschrijf deze volgens de STARR-methode:
- Een moment dat goed verliep, waar je trots op bent en/of de volgende keer weer zo zou doen.
- Een moment dat je de volgende keer toch anders zou doen, dat niet zo goed ging en/of waar je van baalt.
- Resultaten van de digitale toetsen met reflectie.
|
|
Hoofdstuk 8: Waarderingslijsten
|
Een waarderingslijst waarin je jezelf hebt gescoord mét toelichting. En een waarderingslijst ingevuld door je praktijkbegeleider mét toelichting en handtekening.
|
|
Checklist vorm
Q&A