Een hovenier is een man of vrouw die graag buiten werkt. Werkzaamheden zijn:
· Onkruid wieden
· Maaien van gras/ bermen
· Snoeien van bomen en andere planten
· Het schoonhouden van verhardingen
· Planten van bomen en struiken
· Inzaaien van een gazon
· Bestraten
Ik kan nog meer zaken noemen, maar in het kort is al het buitenwerk werk voor de tuinman/ hovenier
In bijgevoegde filmpjes zie je voorbeelden van het werk als tuinman.
Tuin onderhoud
Gazon onderhoud
Gras maaien
Een prachtig gazon; geen kale plekken, keurig gemaaid en altijd groener dan bij de buren. Hoe krijgt u het voor elkaar om dat perfecte gazon te creëren? Hieronder volgt een duidelijke uitleg.
Waarom moet ik mijn gras maaien?
Gras groeit. Om goed te groeien heeft het licht nodig. Lang gras laat minder licht door, waardoor nieuwe grassprieten weinig kans krijgen om te groeien. Door het gras te maaien krijgen ook de fijnere grassprieten de kans om groot en stevig te worden. Zo groeit er meer gras en krijgt u een grasmat met een hogere dichtheid. Een bijkomend voordeel hiervan is dat andere plantjes zoals mos en onkruid minder kans krijgen om te groeien. Regelmatig maaien geeft dus een dikkere grasmat zonder onkruid.
Hoe kort of lang moet ik het gras maaien?
Om een mooi gazon te krijgen is het belangrijk dat het gras niet te kort wordt gemaaid. Door het gras te kort te maaien droogt het makkelijk uit door de zon, waardoor het gras er zeker niet mooier van wordt. Regelmatig maaien op een goede hoogte is beter dan weinig en te kort maaien. Het is aan te raden de hoogte van de grasmaaier eerst in te stellen, voordat u met maaien begint.
Siergras kunt u het beste op 3 cm maaien; dit gras wordt niet gebruikt om op te lopen en heeft weinig te verduren. Speelgras daarentegen heeft veel te verduren en kunt u beter zo'n 4 cm lang laten.
Wanneer moet ik maaien en hoe vaak?
Wanneer de weersomstandigheden normaal zijn, kunt u uitgaan van de volgende momenten om het gras te maaien. In maart begint u met elke twee weken het gras te maaien, wat u in april opvoert naar 1 keer maaien in 10 dagen. In de maanden mei t/m augustus moet u minimaal 1 keer per week maaien, het liefst niet in de volle vol zon om uitdroging van het gras te voorkomen. Vanaf september begint u weer te minderen met maaien en is 1 keer in 10 dagen genoeg. Dit kunt u volhouden tot het echt kouder begint te worden in november; dan maait u alleen bij zacht weer.
Hoe vaker u maait, des te beter het is! Maai in verschillende richtingen, zodat de grassprieten in verschillende richtingen worden geduwd. Door vaak te maaien wordt de groei van andere grassoorten onderdrukt en krijgt onkruid minder kans om te gaan bloeien en uitzaaien. Regelmatig maaien maakt het gras dikker en gelijkmatiger en krijg je een stevige grasmat.
Op welke manier moet ik maaien?
Zoals hiervoor besproken is regelmatig maaien belangrijk om een mooi gazon te krijgen. Maar ook de manier waarop u maait is van belang. Grassprieten worden tijdens het maaien 1 kant op geduwd. Wanneer u altijd dezelfde kant op maait, zal het gras op den duur echt plat gaan liggen. Het is daarom goed om elke keer dat u het gras maait een andere richting op te maaien. Bij grotere gazons kunt u een ander patroon toepassen.
Wat is de perfecte maaihoogte?
Moet ik het gras kort maaien of juist iets langer laten? De maaihoogte is een punt waarover vaak verwarring ontstaat. Een ezelsbruggetje voor het instellen van uw grasmaaier is om nooit meer dan één derde van de lengte van het gras te maaien. In de maanden mei t/m augustus, wanneer het niet te lang droog en heet is, is een lengte van ongeveer 3,5 cm aan te houden als standaardhoogte.
Om een mooie, dichte grasmat te krijgen, moeten veel grassprietjes de kans krijgen om te groeien. Wanneer het gras kort is, worden er eerder extra grassprietjes aangemaakt. Om het gras te beschermen, kunt u het in de maanden maart, april, september en oktober beter wat langer laten. Siergazon kunt u wat korter maaien dan speelgazon.
Grasmaaisel opvangen
Het afgemaaide gras moet u direct opvangen of verwijderen met een grashark. Als u het maaisel laat liggen komt er minder licht en lucht bij uw gazon waardoor waardevolle voedingsstoffen verloren gaan en uw gazon uitgeput kan raken.
Bedenk dat het onderhouden van het gazon tijd kost en stel dus een planning op waaraan u zich moet houden. Alleen dan zult u een mooi gazon krijgen. Hieronder een stappenplan waar u mee kunt werken.
1. Maai het gras iets hoger dan normaal voor u in het voorjaar aan het gazononderhoud begint.
2. Steek de randen mooi recht af, zodat het gazon goed begrensd is.
3. Verticuteren van het gazon. Dat wil zeggen dat u met een verticuteermachine ongeveer 1 cm diep de bodem in gaat. Dit zorgt er voor dat er enerzijds meer zuurstof de grond in komt en anderzijds dat mossen los komen te zitten.
4. Verwijder de mossen, maar ook het onkruid en plekken met dood gras. Hierdoor zullen kale plekken in uw grasmat ontstaan.
5. Zaai de kale plekken in met graszaad of leg een nieuwe grasmat neer en zorg ervoor dat deze voldoende water en voedingsstoffen krijgen.
6. Geef het gazon gedurende het hele jaar voldoende water, let hierbij ook op het weer. In droge periodes zult u vaker moeten sproeien dan in natte periodes. Blijft er water op het gazon staan zorg dan voor een goede drainage, dit kan al door gaten in het gazon te prikken waarin het water weg kan lopen.
7. Denk er aan dat u regelmatig moet snoeien, maar snoei het gazon niet te kort. Iets langer gras groeit minder hard waardoor minder vaak snoeien volstaat. Laat het gras gerust 4,5 cm hoog worden.
8. Bemest het gazon een maal in het voorjaar en eenmaal in het najaar om het te voorzien van voldoende voedingsstoffen.
9. Steek onkruid direct weg zodra u het tegenkomt in het gazon, maar haal ook dode bladeren en takken weg.
10. Gebruik in de winter kalk om de zuurgraad van het gazon op peil te houden. Dit voorkomt kale plekken en mos waardoor het gazon mooi blijft.
Grasonderhoud tips & trucs
Om het u makkelijker te maken het gras goed te onderhouden staan hieronder nog enkele tips en trucs.
1. Maak een jaarplanning voor uw gazon. Dit klinkt misschien overdreven, maar als u zich aan de planning weet te houden krijgt u er een mooie grasmat voor terug. Zo weet u zeker dat u niets vergeet en wanneer wat aan de beurt is.
2. Gebruik altijd goed en schoon gereedschap. Scherpe messen aan de grasmaaier of verticuteermachine. Een goede schop en hark maken het werk stukken makkelijker. Schoon gereedschap zorgt er bovendien voor dat u zelf geen ziektes de bodem in werkt.
3. Voorkomen is beter dan genezen. Dat geldt zeker ook voor uw gazon, probeer dus mosgroei en kale plekken te voorkomen door het gazon goed bij te houden. Dat wil zeggen op tijd ingrijpen wanneer nodig. Niet teveel of te weinig bemesten of kalk strooien. Maar ook onkruid, takken en bladeren verwijderen wanneer nodig. Beregenen on draineren wanneer het gazon er om vraagt. Dit kan middels uw jaarplanning zodat het niet teveel tijd in beslag neemt.
4. Laat badjes, trampolines en tenten niet de hele tijd op dezelfde plek staan, maar verplaats deze meerdere malen per week.
5. Last van ongedierte? Wacht niet langer en bestrijdt deze meteen met de juiste middelen.
6. Zorg er voor dat honden en katten geen gebruik kunnen maken van het gazon als ze hun behoefte willen doen.
7. Maak het uzelf niet te moeilijk. Dat wil zeggen dat u uw gazon het beste gewoon recht kunt houden. Zonder al te moeilijke bochten en vormen er in zodat het maaien leuk blijft.
De graszoden die tuin en gras legt is geschikt voor spelende kinderen en huisdieren. Daarnaast heeft het een bijzonderhogen sierwaarde. Dit samen maakt het tot een uitermate sterk speelgazon, wat ook nog eens bijzonder mooi oogt.
Wanneer de weersomstandigheden normaal zijn, kunt u uitgaan van de volgende momenten om het gras te maaien. In maart begint u met elke twee weken het gras te maaien, wat u in april opvoert naar 1 keer maaien in 10 dagen. In de maanden mei t/m augustus moet u minimaal 1 keer per week maaien, het liefst niet in de volle vol zon om uitdroging van het gras te voorkomen. Vanaf september begint u weer te minderen met maaien en is 1 keer in 10 dagen genoeg. Dit kunt u volhouden tot het echt kouder begint te worden in november; dan maait u alleen bij zacht weer.
Hoe vaker u maait, des te beter het is! Maai in verschillende richtingen, zodat de grassprieten in verschillende richtingen worden geduwd. Door vaak te maaien wordt de groei van andere grassoorten onderdrukt en krijgt onkruid minder kans om te gaan bloeien en uitzaaien. Regelmatig maaien maakt het gras dikker en gelijkmatiger en krijg je een stevige grasmat.
Op welke manier moet ik maaien?
Zoals hiervoor besproken is regelmatig maaien belangrijk om een mooi gazon te krijgen. Maar ook de manier waarop u maait is van belang. Grassprieten worden tijdens het maaien 1 kant op geduwd. Wanneer u altijd dezelfde kant op maait, zal het gras op den duur echt plat gaan liggen. Het is daarom goed om elke keer dat u het gras maait een andere richting op te maaien. Bij grotere gazons kunt u een ander patroon toepassen.
Wat is de perfecte maaihoogte?
Moet ik het gras kort maaien of juist iets langer laten? De maaihoogte is een punt waarover vaak verwarring ontstaat. Een ezelsbruggetje voor het instellen van uw grasmaaier is om nooit meer dan één derde van de lengte van het gras te maaien. In de maanden mei t/m augustus, wanneer het niet te lang droog en heet is, is een lengte van ongeveer 3,5 cm aan te houden als standaardhoogte.
Om een mooie, dichte grasmat te krijgen, moeten veel grassprietjes de kans krijgen om te groeien. Wanneer het gras kort is, worden er eerder extra grassprietjes aangemaakt. Om het gras te beschermen, kunt u het in de maanden maart, april, september en oktober beter wat langer laten. Siergazon kunt u wat korter maaien dan speelgazon.
Grasmaaisel opvangen
Het afgemaaide gras moet u direct opvangen of verwijderen met een grashark. Als u het maaisel laat liggen komt er minder licht en lucht bij uw gazon waardoor waardevolle voedingsstoffen verloren gaan en uw gazon uitgeput kan raken.
Een gazon is een veld met kort gemaaid gras, meestal gelegen bij een huis. Een gazon wordt onderhouden, in het bijzonder door het regelmatig maaien van het gras, zodat het op een beperkte hoogte blijft en de meeste andere planten geen kans krijgen zich op het gazon te vestigen. De kunst van het aanleggen van gazon is in Engeland ontstaan. Natuurlijke graslanden werden kort gehouden door grote kudden schapen, die de bodem aanstampten en bemesten.
Wilt u ook het hele jaar door een prachtig bloeiende en groeiende vaste plantenborder? In één kleur of een juiste mix van verschillende kleuren en bloeitijd.
Een border die insecten aantrekt en heerlijk geur. Om zo’n border elk jaar mooi te houden, hebben bijvoorbeeld de planten voeding nodig en is het verstandig ze te snoeien.
Om te zorgen voor een mooie, frisse border heb ik de volgende tips.
Een prachtig bloeiende en groeiende vaste plantenborder
Voeding en bemesting
Snoei en seizoensonderhoud
Vorstbescherming van stam en wortels
Voeding en bemesting
Vaste planten hebben uiteraard water nodig, maar ook goede voeding. Ik adviseer u eens per jaar een organische bodemverbeteraar toe te voegen en drie keer per jaar organische korrelmest te strooien.
Snoei en seizoensonderhoud
Zorg ervoor dat onkruid op tijd tussen de planten wordt verwijderd. Sommige planten gaan voor een tweede keer bloeien, als u ze direct na de bloei terugsnoeit.
Vorstbescherming van stam en wortels
Soms is een vorstbescherming noodzakelijk, als een plant niet winterhard is. Als de plant vast in de grond staat, is luchtisolatie de beste methode. Gebruik bijvoorbeeld stro en jute om de stam in te pakken. Blad is een natuurlijke bescherming voor de wortels. Laat de plant niet verstikken. Houdt in vochtige, koude periodes de stam en de grond droog. Dat dempt de invloed van vorst.
Een border (bloemperk, bloembed of afgeperkte ruimte van tuin) is een strook grond met een beplanting van vaste planten in verschillende hoogten. Meestal maakt een border deel uit van een tuin en vaak grenst hij aan een muur, schutting of een haag.
De beplanting hangt af van de grondsoort, zuurgraad, vochtomstandigheden en de bezonning. Officieel [bron?] hoort een border de minimale afmetingen te hebben van vijf meter lang en twee meter breed, maar langer en breder is ook gebruikelijk. Terwijl de originele Engelseherbaceous border uitsluitend vaste planten bevat, kunnen in de Nederlandse border ook eenjarigen, tweejarigen en bollen staan.
Tuinonderhoud
Goed onderhoud is erg belangrijk om u optimaal van uw tuin te kunnen laten genieten. En genieten is in de meeste gevallen de reden dat u een tuin heeft. Laat daarom de hoveniers van Haneveld uw tuin onderhouden en geniet van de lusten, zonder te hoeven balen van de lasten.
Tuinonderhoud dient op elk jaargetijde afgestemd te worden. Wij kunnen de voorjaarsbeurt of najaarsbeurt voor u uitvoeren. Alle onderhoudswerkzaamheden kunnen met elke interval (wekelijks, maandelijks of jaarlijks) door ons worden uitgevoerd. Denk hierbij aan gras maaien, snoeien, het schoonmaken en houden van vijvers en waterpartijen of het onkruidvrij houden van bloembedden, terrassen of borders.
Het interval hangt af van het soort tuin en het evenwicht wat daarin aanwezig is. Om het geheel naar uw zin te maken helpen wij de natuur graag een handje.
Onderhouden hagen
Een haag knip je meestal 2 keer per jaar. Rond de langste dag en eind september wanneer de groei stopt.
Haagknippen kan op verschillende manieren en met verschillende gereedschappen.
met de hand knippen:
Nodig een heggenschaar, er zijn verschillende soorten
bladhark, kruiwagen greep of riek, eventueel bezem en ballastschop.
motorheggenschaar eventueel op stok
accuheggenschaar ook eventueel op stok
dan hebben we nog een electrischeheggenschaar (dus met snoer)
Op het Loo snoeit men heel apart!
Een beukenhaag snoeien
Haagknippen met accumachine
Filmpje over haagknippen
Snoeien
De bosmaaier
Inleiding
4-takt bosmaaier met draadkop
Het afnemende gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen heeft er toe bijgedragen dat de bosmaaier een grote opmars heeft gemaakt. Afhankelijk van het motorvermogen (kW.) en maai- dan wel zaaguitrusting, kan de bosmaaier voor verschillende werkzaamheden worden gebruikt.
Hierbij wordt gedacht aan:
Het maaien van lichte kruidachtige gewassen.
Het maaien van zware kruidachtige tot lichte houtachtige gewassen.
Het afzetten van zware houtachtige gewassen (tot een diameter van ca. 13 cm).
In deze leereenheid zullen we je wegwijs maken met de bosmaaier en uitleggen welke technieken er allemaal mogelijk zijn.
1. Orientatie
In dit hoofdstuk staat kennismaken met de Bosmaaier centraal. We leren hoe de bosmaaier is opgebouwd en welke onderdelen een belangrijke functie vervullen. Daarnaast wordt er ingezoomd op wat je allemaal kunt met een bosmaaier en welke maaimethode daarbij hoort.
1.1 Bouw van de bosmaaier
De bosmaaier is een door twee-, viertaktmotor of accu aangedreven machine die door middel van een ophangvoorziening gekoppeld wordt aan een draagstel (zie video 1).
De in de maaiboom lopende aandrijfas wordt middels een centrifugaalkoppeling door de motor aangedreven. In de maaikop wordt de aandrijving via een tandwielstelsel overgebracht naar de montageas waaraan met een klemplaat en borgmoer of –bout, het snijgarnituur wordt bevestigd.
Het snijgarnituur dient gedeeltelijk door een beschermkap te worden afgeschermd. Het type beschermkap is afhankelijk van het maai- of zaaggarnituur. De bosmaaier wordt bediend met een stuurboom, die van twee handgrepen is voorzien. De rechter handgreep is uitgerust met een gashendel.
Video 1: Instructie en uitleg over de functie van de onderdelen
1.2 Snijgarnituur en beschermkappen
De bosmaaier kan met diverse maai- en zaagsystemen worden uitgerust, te weten:
Draadmaaier
Slagmes
Cirkelzaagblad
Elk van de hierboven genoemde systemen dient gebruikt te worden in combinatie met een speciaal daarbij behorende beschermkap.
Video 2: Instructie zaag- en maaisystemen
1.2.2 Bouw en werking van de draadmaaier
De draadmaaier bestaat uit een schotel met daarin één of meerdere voorraadspoelen nylondraad. De uiteinden van de nylondraad steken naar buiten (afb. 1).
Door het hoge toerental slaan de nylondraden het te maaien kruidachtige gewas af. Dit maaisysteem is alleen te gebruiken bij lichte kruidachtige gewassen. Over het algemeen wordt het gebruikt op plaatsen waar een maaimachine niet of moeilijk kan komen, zoals:
Rondom paaltjes
Langs gaas
Terrein met oneffenheden
Graskanten, etc.
Bij gebruik slijten de nylondraden. Deze moeten dus regelmatig op de juiste lengte gebracht worden door de voorraadspoelen af te wikkelen. De mate van slijtage is afhankelijk van de werkomstandigheden. De nylondraden moeten niet te ver uitgetrokken worden, omdat ze dan veel vermogen van de motor vragen.
Afbeelding 1: Een maaikop van een bosmaaier
Afbeelding 2: Een draadmaaier
1.2.3 Bouw en werking van slagmessen
Het slagmes is een metalen schijf die voorzien is van een aantal scherpe kanten. Een veel voorkomende vorm is hieronder afgebeeld (afb. 3).
Het slagmes kan gebruikt worden voor het maaien van zware kruidachtige en lichte houtachtige gewassen van ‘pink’dikte. Aan de onderzijde van het slagmes kan een ‘schotel’ (bodemsteun) worden gemonteerd, waarop het maaigarnituur tijdens het maaien kan worden gesteund, waardoor aanraking met de bodem wordt voorkomen.
Afbeelding 3: Een slagmes
1.2.4 Bouw en werking Cirkelzaagbladen
De cirkelzaagbladen worden gebruikt voor het afzetten van licht tot zwaar houtachtige gewassen (boompjes en struiken tot een diameter van ca. 13 cm). De cirkelzaagbladen voor de bosmaaier zijn te verdelen in bladen met beitelbetanding, en zonder beitelbetanding.
Uit onderhoudstechnische overwegingen verdient een zaagblad met beitelbetanding de voorkeur. Bij gebruik van het juiste gereedschap kan een blad met beitelbetanding binnen enkele minuten op scherpte worden gebracht.
1.2.5 Beschermkappen
Bij ieder maai- of zaaggarnituur dient een passende beschermkap te worden gebruikt. Bij de cirkelzaag is dit een lichtmetalen kap voorzien van een aanslag, die veelal aan de maaikop bevestigd is.
Bij de draadmaaier en het slagmes is de kap veelal bevestigd aan de maaiboom. Deze is vervaardigd van kunststof of licht metaal. Ook komen er beschermkappen voor in de vorm van een rubberen slab.
Video 3: Beschermkappen
1.2.6 Gewasbeschermer
Afbeelding 4: Gewasbeschermer
Dit is een eenvoudig maar effectief hulpmiddel bij bepaalde werkzaamheden. Met behulp van deze (uit lichtmetaal vervaardigde) ring kan zonder gevaar voor beschadigingen rond bomen, planten en palen gemaaid worden. De ring is, afhankelijk van maaigarnutuurgrootte, in twee maten leverbaar (diameter 320 mm en 420 mm).
2. Werkwijze
Hoofdstuk 2 zoomt in op de werkwijze van de Bosmaaier. Daarin komen de verschillende technieken aan bod, evenals het klaarmaken en onderhouden van de bosmaaier. Een belangrijk aspect hierin is veiligheid. Hier zal dan ook ruimschoots aandacht aan worden besteed.
2.1 Starten en proefdraaien
Werkwijze:
Duw, met niet te grote druk (buigen), de bosmaaier met de voet of knie tegen de grond;
Zorg dat het maai- of zaaggarnituur vrij van de grond ligt;
Zet de stopknop op ‘aan’;
Sluit de choke-klep (uittrekken) en zet de gashendel is de startgaspositie (soms gecombineerd met de choke);
Trek het starterkoord zover uit dat er weerstand gevoeld wordt;
Trek nu met een krachtige ruk de motor door zijn compressie;
Laat het koord onder geleiding terugkomen;
Herhaal deze startbehandeling totdat de bosmaaier even loopt;
Open de choke-klep (indrukken) en start opnieuw;
Als de bosmaaier aanslaat, wordt de startgaspositie automatisch ontgrendeld door even gas te geven;
Laat nu de bosmaaier door het geven van gasstoten op temperatuur komen.
Als de bosmaaier op bedrijfstemperatuur is gekomen dient:
Het maai- of zaaggarnituur bij een stationair toerental stil te staan;
Bij het gas geven moet de overgang van stationair naar volle toeren vloeiend verlopen;
Het volle toerental kan in feite het beste worden gecontroleerd tijdens het werk.
Video 4: Starten en proefdraaien
2.2 Afstellen van de bosmaaier aan het draagstel
Stel de lenderiem af zodat de rug- en borstkoppelstukken midden op het lichaam hangen.
Stel de schouderriem zodanig af, dat het gewicht van de bosmaaier gelijkmatig over beide schouders verdeeld wordt.
Zorg ervoor dat er geen kragen van jassen/truien onder de schouderband zitten, dit kan een hinderlijke druk op het sleutelbeen tot gevolg hebben.
Bij een draagstel zonder in de lengte verstelbare schouderriemen kan de druk op de schouders worden afgesteld met de lenderiem
Stel de hoogte-instelling zodanog af dat de stuurboom rechtopstaand met licht gebogen armen (120 à 130 graden) bediend kan worden
Stel de heupslap zo af dat deze midden op de heup zit, de haak stel je af op 1 handbreedte onder het heupbot
Professioneel draagstel
Video 5: Afstellen van de bosmaaier en het draagstel
2.3 Balansafstelling van de bosmaaier aan het draagstel
De bosmaaier moet zodanig in balans hangen dat het maai- of zaaggarnituur ca. 10 cm. Boven het maaiveld hangt.
Afhankelijk van het type ophanging moet:
- Het verstelbare ophangoog juist worden afgesteld;
- De juiste opening in de ophangstrip worden gekozen
Afbeelding 6: De ophangstrip van een bosmaaier
Afbeelding 7: Het ophangoog van een bosmaaier
2.4 Het draagstel
Eisen ten aanzien van het draagstel
Voor het ergonomisch verantwoord werken met een bosmaaier moeten er hoge eisen aan het draagstel worden gesteld. Hierbij is het volgende van belang:
Het draagstel moet het gewicht goed verdelen over beide schouders;
De schouderbladen moeten voldoende breed zijn (minimaal 7 cm.);
De lenderiem moet goed afstelbaar zijn, zodat het draagstel niet kan verschuiven waardoor de gewichtsverdeling verstoord wordt;
De banden moeten traploos instelbaar zijn;
De hoogteafstelling moet zodanig zijn dat de bediening geschiedt met licht gebogen armen;
Het draagstel moet voorzien zijn van een panieksluiting;
Het draagstel moet voorzien zijn van heupbescherming.
Professioneel draagstel
2.5 Werktechniek
Alvorens met het werk te beginnen is het van groot belang een goede werkvolgorde te hebben. Met betrekking tot de werkorganisatie dienen de navolgende punten aandacht te krijgen:
Keuze van het juiste maai- of zaaggarnituur;
De afstelling van het draagstel;
Een centraal gelegen tank-onderhoudsplaats;
Het te verzorgen object in werkstroken verdelen van ca. 1 à 2 meter breedte om vervolgens deze systematisch af te kunnen werken, door deze niet te breed te maken werk je vanuit de armen en niet met de rug;
Bij het maken van de werkstroken dient rekening gehouden te worden met de windrichting;
Indien het werk wordt uitgevoerd door meerdere personen dient een onderlinge werkafstand van minimaal 15 meter in acht te worden genomen. Dit geldt eveneens voor eventuele omstanders.
Video 6: Instructie over werktechniek en werkvolgorde
2.5.1 Maaien met draadmaaier en slagmes
Het beste en snelste maaiwerk wordt verkregen door een ‘zwaaiende’ maaibeweging te maken terwijl de machine op (volle) toeren draait. Het onbelast te lang op volle toeren laten draaien moet echter voorkomen worden, dit om schade aan de motor tegen te gaan. Het beste resultaat wordt verkregen door de motor tussntijds door middel van ‘gasstoten’ op toeren te houden.
Bij maaiwerkzaamheden met de draadmaaier dient zoveel mogelijk contact met obstakels (paaltjes, gaas, ed) vermeden te worden om onnodige slijtage van de maaidraad te voorkomen. De mate waarin de maaidraad slijt zal afhangen van de maaiomstandigheden. De nylon draad zal dan ook regelmatig moeten worden bijgesteld, om steeds met de meest ideale draadlengte te werken.
Afhankelijk van het motorvermogen, aard van de te maaien opslag en het aantal draden, zal de lengte gemiddeld 10 à 15 cm. moeten bedragen. Raadpleeg het bij de bosmaaier geleverde instructieboekje voor de meest ideale draadlengte. Indien een slagmes gebruikt wordt dient dit eveneens op toeren gehouden te worden. Al naar gelang de omstandigheden dient het slagmes regelmatig geslepen te worden.
2.5.2 Werken met het zaagblad
Indien de opslag niet dikker is dan 3 à 4 cm. kan gewerkt worden met een maaitechniek zoals omschreven. Bij grotere diameter kan niet meer met een maai (zwaai) techniek worden gewerkt. Vanaf ca. 5 cm. moet het zaagblad op volle toeren worden gebracht, waarna de stam vervolgens in een ‘slag’ wordt afgezet. Indien de stammen nog dikker worden, moet het zaagblad voor het afzagen op volle toeren rustig worden in gezet. In principe moeten de af te zetten stammen niet dikker zijn dan ca. 13 cm.
Tijdens het afzetten van ‘zwaar’ houtachtige opslag moet vermeden worden dat het hiernaast donker gekleurde gedeelte van het zaagblad wordt gebruikt. Evenals bij de motorzaag kan bij dit duwende gedeelte van het zaagblad een terugslag (kick-back) ontstaan.
Bij een eventuele kick-back loopt de bedieningsman geen gevaar, maar er kan echter schade ontstaan aan de blijvende stammen. Bij een schuin gericht zaagblad kan door een terugslag de grond geraakt worden. Dit gaat ten koste van de scherpte. Mocht tijdens het werken een tak bekneld raken tussen het zaagblad en de beschermkap dan mag deze enkel worden verwijderd wanneer de motor is uitgeschakeld.
Bij het maaien (zagen) van zwaar houtachtige opslag kunnen problemen ontstaan als gevolg van:
Hinder van afgezet materiaal;
Klemmen van het zaagblad bij scheef staande stammen (struiken).
Met het oog op bovengenoemde problemen is er een werktechniek ontwikkeld om de velrichting van het afgezette materiaal zoveel mogelijk in de hand te hebben en het klemmen van het zaagblad te voorkomen.
Bosmaaier met zaagblad en speciale beschermkap
2.5.3 Beinvloeden van de velrichting
Indien de opslag in één slag kan worden afgezet kan de velrichting worden beïnvloed door het ondereinde van de stam in een bepaalde richting te laten ‘schieten’ door o.a. gebruik te maken van de draairichting van het zaagblad. Bij het toepassen van deze veltechniek moet er wel voldoende valruimte zijn en de stammen moeten min of meer recht staan.
Bij het afzetten van zware meerstammige struiken klemt het zaagblad veelal bij het maken van een begin. Om dit te voorkomen moet er eerst een aantal stammetjes op ca. 80 cm. hoogte worden afgezet. Daarna worden de stompen afgezaagd. De overige stammen kunnen nu van binnen uit (zonder last te hebben van klemmen) worden afgezet.
Video 7: Werken met een zaagblad
Stam naar links vellen Door van links schuin naar onder te zagen zal de onderkant van de stam rechts van de stobbe schieten waardoor de kroon naar links zal vallen.
Stam naar rechts vellen Om een stam naar rechts te laten vallen moet van links schuin naar boven worden gezaagd. De onderkant van de stam zal naar links schieten waardoor de kroon naar rechts zal vallen.
Stam naar voren vellen Het zaagblad wordt horizontaal aan de rechterzijde van de stam ingezet. Op het moment van doorzagen moet de bosmaaier worden teruggetrokken. De onderzijde van de stam zal dan mede door de draairichting van het blad in de richting van de bedieningsman worden getrokken, met als gevolg dat de kroon in voorwaartse richting valt.
Vellen van scheve stammen Zoals al vermeld, is de hiervoor beschreven techniek alleen toepasbaar bij niet al te zwaar en rechtopstaande opslag. Heeft de stam een scheve stand die niet overeenkomt met de velrichting dan kan de navolgende techniek worden toegepast: Zaag eerst de stam aan de hangzijde voor, maar let op: niet te ver, anders zal het zaagblad vast klemmen.
Vervolgens ca. 10 cm. lager aan de andere zijde een zaagsnede maken, zodanig dat de eerst gemaakte snede wordt dichtgeklemd. Vervolgens kan het stammetje met één hand of met behulp van de maaiboom worden overgehaald.
Bij een diameter dikker dan ca. 10 cm. moet er een valkerf worden gemaakt, teneinde de stam over het dode punt te kunnen krijgen (zie volgend punt).
Het vellen van ‘zware’ stammen Incidentele dikke stammen kunnen tijdens de verzorgingswerkzaamheden worden ‘meegenomen’. Om deze gericht en zonder klemmen te laten vallen dient eerst een valkerf gemaakt te worden en vervolgens een velsnede. Bij het maken van de valkerf wordt eerst de horizontale snede gemaakt. De schuine snede wordt vervolgens van onderaf gemaakt. Daardoor is er beter zicht op het werk en een gemakkelijke werkhouding kan worden aangenomen.
Het afzetten van zware meerstammige struiken Bij het afzetten van zware meerstammige struiken klemt het zaagblad veelal bij het maken van een begin. Om dit te voorkomen moet er eerst een aantal stammetjes op ca. 80 cm. hoogte worden afgezet. Daarna worden de stompen afgezaagd. De overige stammen kunnen nu van binnen uit (zonder last te hebben van klemmen) worden afgezet.
2.6 Bedrijfsklaar maken en onderhoud
Het onderhoud is te verdelen in:
Bedrijfsklaar maken / dagelijks onderhoud;
Periodiek (30 draaiuren) onderhoud.
Naast dit op min of meer vaste tijdstippen uit te voeren onderhoud is er nog een derde belangrijke onderhoudsvorm, te weten:
Onderhoud tijdens werk
Deze onderhoudsvorm omvat het in de gaten houden van de bedrijfstoestand van de machine en indien zich storingen voordoen, deze ogenblikkelijk verhelpen. Indien het een grote storing betreft, die niet ter plaatse verholpen kan worden, zal de machine ter reparatie moeten worden weggebracht.
Video 8: Bedrijfsklaar maken en dagelijks onderhoud
2.6.1 Bedrijfsklaar maken en dagelijks onderhoud
Het bedrijfsklaar maken omvat de navolgende punten:
Benzinetank vullen met de juiste benzine afhankelijk van het type motor (aftanken);
Het vetpeil in de maaikop controleren: indien nodig bijvullen;
Het monteren/scherpen van het maai- of zaagsysteem;
Controleren van het zaagblad of slagmes op haarscheuren d.m.v. de klankproef;
Controleren of beschermkap hoort bij maai- of zaagsysteem;
Starten en proefdraaien;
Afstellen van draagstel (indien nodig);
Balansafstelling van de bosmaaier aan het draagstel.
2.6.2 Benzine tanken
Voor het losdraaien van de tankdop maak je de ruimte rondom de tankdop goed schoon. Na het afdraaien van de tankdop maak je de tankopening met de vinger schoon. Hiermee wordt voorkomen dat er vuil met de benzine in de tank komt wat kan leiden tot verstopping van het brandstoffilter. De te gebruiken brandstof (ook wel de mengsmering of tweetakt benzine genoemd) bestaat uit Euro 95 benzine met daaraan toegevoegd tweetaktolie. De olietoevoeging dient voor de smering van de motor. Tegenwoordig mag er door bedrijven alleen nog gewerkt worden met een alkylaat 2-takt benzine. In alkylaatbrandstof zit geen benzeen, en andere zware metalen die schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Bekende alkylaatbrandstoffen zijn:
Aspen 2;
Aspen 4;
Stihl Motomix;
Stihl Motoplus;
Cleanlife.
Verder zijn er diverse systemen op de markt die het makkelijk maken om de tank bij te vullen zonder te morsen. Deze snelvullers/Filpartners zijn zo gemaakt dat ze stoppen wanneer de tank vol is.
Aspen 2 jerrycan met Filpartner
2.6.3 Vetpeil in de maaikop
De maaikop dient voor de helft gevuld te zijn met speciaal hittebestendig vet (afb. 9). Let op: te veel vet kan leiden tot een te hoge druk in de maaikop, waardoor de keerring (afdichtingsring) kapot gaat!
Het vetpeil dient dagelijks gecontroleerd te worden.
Afbeelding 9: Vullen van de bosmaaier met speciaal vet
2.6.4 Montage van het maai-/zaaggarnituur
Om het maai- of zaaggarnituur te monteren (demonteren) dient de montageas geblokkeerd te worden. Het blokkeren wordt uitgevoerd met een blokkeerpen. In de maaikop is daarvoor een speciale opening aangebracht. De plaats van de blokeeropening kan per merk verschillen.
Het maai- of zaagsysteem wordt door middel van een klemplaat en een zelfborgende moer met linkse draad vastgezet. Het vastdraaien vindt plaats tegen de aandrijfrichting van de montageas in.
Om het blad centrisch en goed passend te monteren, dient de bladopening nauw te sluiten om de op de as of klemplaat aangebrachte flens. De meest voorkomende diameter is 20 mm.
2.6.5 Werkwijze van de montage
Werkwijze van de montage:
Borg de as met behulp van de blokkeerpen;
Plaats het maai- of zaaggarnituur op de montageas en let hierbij op:
De flenstoepassing;
De draairichting (in verband met de snijrichting);
Vervolgens de klemplaat en afhankelijk van het type een bodemsteun of moerbeschermer aanbrengen;
Vervolgens de zelfborgende moer met bladsleuten vastzetten.
Let op! De zelfborgende moer heeft een beperkte levensduur en dient na ca. 5 maal monteren/demonteren te worden vervangen.
Afbeelding 10: Stap 1
Afbeelding 11: Stap 2
Afbeelding 12: Stap 3
Afbeelding 13: Stap 4
Afbeelding 14: Stap 5
Afbeelding 15: Stap 6
3. Hulpmiddelen
3.1 Periodiek onderhoud
Bij intensief gebruik dient het periodiek onderhoud wekelijks te worden uitgevoerd. Er dient aandacht te worden geschonken aan:
Luchtfilter;
Koelribben;
Starterkoord;
A.V. rubbers.
Video 9: Periodiek onderhoud
3.1.1 Luchtfilters
Als gevolg van stof, bladeren en dergelijke kan het luchtfilter vervuild (verstopt) raken, waardoor de machine minder goed gaat lopen. Periodiek dient het luchtfilter gecontroleerd te worden op vervuiling en indien nodig dient het te worden gereinigd.
Nylon luchtfilter
Bij intensief gebruik dient het periodiek onderhoud dagelijks te worden uitgevoerd.
3.1.2 Koelribben
De koeling van de motor vindt plaats door luchtverplaatsing door het vliegwiel. Om snel warmte af te staan is de motor voorzien van koelribben (oppervlakte vergroting). Tussen deze koelribben kan zich vuil ophopen (bladeren, takjes, ed) waardoor de kans bestaat dat er onvoldoende koeling plaats vindt met als gevolg oververhitting van de motor.
Schoon houden van de koelribben
Bij intensief gebruik dient het periodiek onderhoud dagelijks te worden uitgevoerd.
3.1.3 Starterkoord
Het starterkoord is aan slijtage onderhevig en kan breken. De toestand van het starterkoord dient dan ook periodiek gecontroleerd te worden en bij slijtage moet het tijdig worden vervangen.
Controle starterkoord
Bij intensief gebruik dient het periodiek onderhoud dagelijks te worden uitgevoerd.
3.1.4 AV Rubbers
A.V. rubbers dienen wekelijks gecontroleerd te worden op eventuele zichtbare slijtage. Naast zichtbare slijtage (afschuren) zijn de A.V. rubbers ook aan niet-zichtbare slijtage (slap worden) onderhevig. Bij intensief gebruik wordt aangeraden preventief onderhoud uit te voeren en ze ieder jaar te vervangen.
De AV-rubbers
Bij intensief gebruik dient het periodiek onderhoud wekelijks te worden uitgevoerd.
3.2 Onderhoud van de draadmaaier
Het onderhoud van de draadmaaier is vrij eenvoudig. Naast een juiste draadlengte is het van groot belang dat de draadmaaikop in balans is en blijft.
Onbalans ontstaat door:
Ongelijke draadlengte;
Ongelijke vulling van de voorraadspoelen in het draadhuis.
De draadlengte kan variëren tussen de 10 en 15 cm. De draadlengte hangt enerzijds af van de aard van het werk, anderzijds van het vermogen van de bosmaaier.
Algemeen geldt:
Lange draad
Korte draad
Licht werk
Veel vermogen
Zwaar werk
Weinig vermogen
Afstellen van de draadlengte
Tijdens het werk zal de draad als gevolg van slijtage korter worden. De wijze waarop het draad op de juiste lengte gebracht wordt, hangt af van het type draadmaaikop, te weten:
Automatische afstelling;
Semi-automatische afstelling;
Handmatige afstelling.
Bij de automatische draadlengte afstelling kan, afhankelijk van de gewenste draadlengte, een veer in het draadhuis zodanig worden ingesteld dat deze door de middelpuntvliegende kracht de draad op de gewenste lengte houdt.
Bij een semi-automatische daadlengte afstelling moet het draadhuis op de grond worden gedrukt, waardoor de voorraadspoel(en) kan worden afgewikkeld. Is de afgewikkelde draadlengte onvoldoende dan moet de handeling herhaald worden. In de praktijk noemen we dit Tap&Go draadkoppen.
Bij het laatstgenoemde (meest voorkomende) systeem moet de draadlengte volledig in handkracht worden afgesteld door de voorraadspoel te ontkoppelen en de gewenste draadhoeveelheid af te wikkelen.
3.2.1 Afstellen van de draadlengte
Tijdens het werk zal de draad als gevolg van slijtage korter worden. De wijze waarop het draad op de juiste lengte gebracht wordt, hangt af van het type draadmaaikop, te weten:
Automatische afstelling;
Semi-automatische afstelling;
Handafstelling.
Bij de automatische draadlengte afstelling kan, afhankelijk van de gewenste draadlengte, een veer in het draadhuis zodanig worden ingesteld dat deze door de middelpuntvliegende kracht de draad op de gewenste lengte houdt.
Bij een semi-automatische daadlengte afstelling moet het draadhuis op de grond worden gedrukt, waardoor de voorraadspoel(en) kan worden afgewikkeld. Is de afgewikkelde draadlengte onvoldoende dan moet de handeling herhaald worden.
Bij het laatstgenoemde (meest voorkomende) systeem moet de draadlengte volledig in handkracht worden afgesteld door de voorraadspoel te ontkoppelen en de gewenste draadhoeveelheid af te wikkelen.
Video 10: Aanbrengen van draad
3.3 Onderhoud Slagmessen
De snijkanten moeten met een platte vijl onder een hoek van 30 graden worden gevijld (zie afb. 16).
De tophoek van de mesvleugel moet 60 graden bedragen.
Om onbalans te voorkomen moeten de tophoeken gelijk zijn en de mesvleugels moeten een gelijke lengte hebben. De lengte van de mesvleugel wordt gemeten van de rand van het asgat tot de punt van de mesvleugel.
Afbeelding 16. Fout: Slijpen van de messen met de grove kant
Afbeelding 17. De juiste vijlmethode: met de fijne kant
3.3.1 Onderhoud van beitelbetande zaagbladen
Ter verkrijging van een goede zaagprestatie dient er veel aandacht besteed te worden aan het zaagbladonderhoud. Gelet dient te worden op:
Gebruik van juiste slijpgereedschappen en hulpmiddelen;
Slijphoeken;
Beiteltandlengte;
De zetting van de tanden;
Indien aanwezig, een juiste dieptestellerhoogte.
Het slijpen van een cirkelzaagblad kan zowel gemonteerd (aan de maaikop) als gedemonteerd worden uitgevoerd. Bot geworden beiteltanden kunnen tijdens het werk, zonder het blad te demonteren door middel van enkele vijlstreken worden gescherpt (zie video. 11).
Video 11: Onderhoud van beitelbetande zaagbladen
3.3.2 Slijpgereedschap en hulpmiddelen
Voor het zaagbladenonderhoud kunnen de navolgende gereedschappen worden gebruikt:
Vijl en vijlhouder
De beiteltanden worden gevijld met behulp van een ronde vijl eventuee in combinatie met een vijlhouder.
Zetijzer
Met behulp van het zetijzer kunnen de tanden van het zaagblad weer in de juiste hoek worden gezet. Let hierbij op dat de ruimte die het zaagblad maakt groot genoeg is, zodat het zaagblad niet vastslaat.
Afbeelding 18: Vijl met vijlhouder
3.3.3 Slijphoeken
Om een goede zaagprestatie te verkrijgen dienen de beiteltanden de juiste snij- (slijp)hoeken te hebben:
Snijhoek A: 15 graden;
Snijhoek B: 90 graden.
Het bovenaanzicht (snijhoek A) van de beiteltand moet een hoek van 15 graden hebben.
Snijhoek A
Het zijaanzicht (snijhoek B) van de beiteltand moet recht zijn, dat wil zeggen de voorzijde van de beitel moet samenvallen met de straal van het zaagblad.
Snijhoek B
Een te scherpe (vooroverhangende) beiteltand heeft een dun (zwak) scherp dat snel bot wordt. Daarnaast heeft een vooroverhangende beiteltand de neiging vast te slaan in het hout, waardoor het zagen bemoeilijkt wordt.
Een achteroverhangende beitel zal onvoldoende in het hout dringen waardoor de zaagprestatie zal afnemen. Voor het gemiddelde werk wordt een slijphoek A van 15 graden geadviseerd.
3.3.4 Beiteltandlengte
Ten einde het scherp op dezelfde cirkelvormige hoogte te hebben dienen de beitels even lang te zijn. Als gevolg van het schuin naar achteren lopen van de beitelbovenkant ontstaat bij onregelmatige beiteltandlengte een variatie in beitelhoogte. Tevens raakt het blad bij ongelijke beiteltandlengte in onbalans, waardoor het onnodig gaat trillen.
3.3.5 Blad met dieptestellers
Afbeelding 20: Cirkelzaagblad met dieptestellers
Dit is een cirkelzaagblad met tussen de beiteltanden de zogenaamde dieptestellers. Het hoogteverschil tussen bovenkant dieptesteller en bovenkant beiteltand bepaalt de mate waarin de beitel in het hout dringt (dieptestelling).
3.3.6 Werkwijze bij het slijpen en zetten
Vijl de beiteltand met de zetting mee en houd de vijl(houder) van bovenaf gezien onder een hoek van 15 graden.
Laat de geleider van de vijlhouder op de bovenkant van de beiteltand rusten. Bij gebruikmaking van een juiste vijldiameter, in de bijbehorende vijlhouder, krijgt snijhoek B de juiste hoek.
Het zetten gebeurt met het zetijzer. Het zetijzer wordt over de beiteltand geplaatst, waarna deze eenvoudig naar buiten kan worden gebogen (gezet).
Zetten van het blad met het zetijzer.
3.3.7 De zetting
Om het zaagblad met een minimum aan wrijving door het hout te laten gaan dient de zaagsnede breder te zijn dan de dikte van het zaagblad. Dit wordt verkregen door de tanden om en om naar buiten te buigen (zie afbeelding 20). De zogenaamde zetting.
Voor het opnieuw zetten van de beiteltanden kan het blad beter gedemonteerd worden en in een bladklem geplaatst worden.
Zoek de kortste (of meeste beschadigde) beiteltand, scherp deze en vijl de overige beiteltanden op dezelfde lengte. Hierdoor behoudt het zaagblad een gelijke beiteltandhoogte en een goede balans.
De tanden dienen een gelijke zetting van 1 mm. te hebben. Deze zetting dient regelmatig gecontroleerd te worden met een zetmal.
Indien nodig dienen de tanden met behulp van het zetijzer op de juiste manier te worden gebogen.
N.B. Er zijn zetijzers in de handel die tevens een voorziening hebben (zetmal) waarmee de zetting kan worden gecontroleerd.
Cirkelzaagblad met zetting.
4. Veiligheid
4.1 Veiligheidseisen bij het werken met de bosmaaier
Zoals de meeste gemechaniseerde handgereedschappen, brengt ook de bosmaaier gevaren met zich mee. Het is daarom ook van het grootste belang de gevaren te onderkennen en (indien mogelijk) maatregelen te treffen om de kans op ongelukken zo klein mogelijk te maken. Hierbij wordt in het bijzonder gedacht aan:
De aan de bosmaaier en het draagstel te stellen veiligheidseisen;
Persoonlijke beschermingsmiddelen;
Een juist onderhoud;
Een juiste werktechniek.
De aan de bosmaaier te stellen veiligheidseisen
De risico’s die het werken met de bosmaaier met zich mee kan brengen kunnen aanzienlijk worden verminderd door de navolgende technische veiligheidseisen te stellen:
Antivibratie rubbers
Maai- en zaagbescherming
Verstelbare ophangvoorziening
Verstelbare stuurboom
Voldoende lange maaiboom
Membraancarburateur
Uitlaatbescherming
Goed verstelbaar draagstel
Terugverende gashendel
Stopknop onder handbereik
4.2 Te gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen
Zorg voor persoonlijke beschermingsmiddelen waar goed mee gewerkt kan worden. Deze persoonlijke beschermingsmiddelen kunnen bij ongevallen letsel voorkomen of de ernst ervan beperken. Hieronder wordt beschreven welke PBM's verplicht zijn danwel aanbevolen worden bij het werken met de bosmaaier.
veiligheidsschoenen met goede grip;
soepel zittende werkhandschoenen, bij voorkeur van leer;
een veiligheidsbril eventueel in combinatie met een gelaatscherm;
gehoorbescherming bij voorkeur in combinatie met aangemeten otoplastieken;
signaalkleding als je gezien moet worden
beenbescherming d.m.v. stevige werkkleding of een veiligheidsbroek
Zorg indien van toepassing voor:
regenkleding, die soepel zit
stofmasker
Het woord persoonlijk geeft al aan dat deze op 1 persoon zijn afgestemd. Het rouleren met PBM's is dan ook niet toegestaan. Zitten persoonlijke beschermingsmiddelen niet comfortabel, zijn ze verouderd of defect, dan bespreek je dit met je leidinggevende.
4.2.1 Helm
Wanneer er bosverzorgingswerk gedaan moet worden, waarbij struiken en bomen verwijderd moeten worden van 3 meter of hoger, moet er een door de arbeidsinspectie goedgekeurde veiligheidshelm gedragen worden. Controleer alvorens je gaat beginnen altijd het keurmerk in de helm. Ga na of de helm nog binnen de aangegeven datum valt.
Keurmerk helm
4.2.2 Gehoorbescherming
Binnen de Arbowet is geregeld dat bij iedere werkzaamheid het lawaai zo laag mogelijk gehouden moet worden. Je dient hier te beginnen bij de bron en moet dus de juiste machine kiezen voor het juiste werk. In de Arbowet wordt gesproken van lawaai wanneer je op 1 meter afstand van de geluidsbron geen normaal gesprek kunt voeren.
Als standaard wordt aangenomen dat het geluid beneden de 80 dB(A) moet blijven om gehoorbeschadiging op lange termijn te voorkomen. Wanneer het geluid tussen de 80 - 85 dB(A) ligt dan wordt gehoorbescherming aangeraden. Het geluid van de bosmaaier is ruimschoots boven de 85 dB(A) en volgens de Arbowet is dan gehoorbescherming ook verplicht.
Gehoorbescherming verplicht
Vaak wordt bij het werken met de bosmaaier een combinatie van gehoorbescherming en een gelaatscherm gedragen, waarbij het gelaatscherm uit plexiglas kan bestaan of uit fijnmazig gaas.
Gehoorbescherming met gelaatsscherm en veiligheidsbril geïntregreerd.
4.2.3 Oogbescherming
Verwondingen van de ogen door splinters, zaagsel, takjes of stof kunnen makkelijk voorkomen worden door het dragen van een veiligheidsbril. Eventueel kan men gebruik maken van een veiligheidszonnebril.
Veiligheids zonnebril
4.2.4 Handschoenen
Tijdens het werken met de bosmaaier is het verplicht om werkhandschoenen te dragen. Deze handschoenen moeten dun en soepel zijn en moeten goed passen. De pasvorm is belangrijk om zoveel mogelijk gevoel in de handen te behouden en zo vrij mogelijk te kunnen bewegen. Bij voorkeur zijn deze uitgevoerd in zacht leer.
De handschoenen vangen de resttrillingen op en beschermen de handen tegen lichte verwondingen.
Soepele werkhandschoenen
4.2.5 Veiligheidsbroek
De veiligheidsbroek die bij het motorzaagwerk verplicht is, wordt bij het werken met de bosmaaier aanbevolen. Deze beschermt de benen tegen zwiepende takken, wegspringende steentjes, e.d. De beenvlakken zijn over het algemeen waterdicht voor het werken in lang nat gras. Vaak voorzien van reflectiestrepen voor veilig werken langs de weg.
4.2.6 Schoeisel
Tijdens het werken met een bosmaaier moet goedgekeurd veiligheidsschoeisel (laarzen of schoenen) worden gedragen. Dit schoeisel moet voorzien zijn van een stalen neus, ter bescherming van de tenen en een goede profielzool om uitglijden te voorkomen. Het schoeisel moet goed aangesloten zitten. Bij schoenen mogen geen lussen en vetereinden los hangen en ze moeten van een hoog model zijn.
Veiligheidsschoen
4.3 Samenvatting veiligheidsinstructie
Draag beenkappen en veiligheidsschoenen in verband met het ronddraaiende koord of mes.
Draag gelaatsbescherming in verband met de mogelijk rondvliegende deeltjes.
Draag gehoorbescherming vanwege het hoge geluidsniveau.
Bij reparatie en inspectie altijd eerst de maaier uitschakelen.
Controleer vooraf het te maaien deel op losliggende draden e.d.
Zorg dat andere personen op ruime afstand blijven.
Bij het vullen van de brandstoftank is het verboden te roken.
Video 12: Veiligheidseisen bij het werken met een bosmaaier
5. Informatie
Dit arrangement is tot stand gekomen door de samenwerking van Dolmar (Makita Nederland BV) en docenten van diverse groenopleiding VMBO/MBO en passend onderwijs.
Wij bedanken met name het Prinsentuin College te Breda voor het beschikbaar maken van docent Geert-Jan van der Veeken die de acteur is in alle filmpjes.
Natuurlijk bedanken we verder ook iedereen die materiaal heeft aangedragen om te komen tot dit arrangement.
Voor vragen/opmerkingen kunt u een mail sturen naar:
A. Peeters
Makita Nederland BV
a.peeters@makita.nl
Kijk ook naar onze verdere arrangementen:
- Leereenheid motorkettingzagen (beschikbaar oktober 2015)
De motorkettingzaag bestaat al vele jaren en is niet meer weg te denken uit het pakket van de proffesionele boomverzorger, maar zeker ook de particuliere gebruiker met de wat grotere tuin is vaak in het bezit van een motorkettingzaag. Van het zagen van kachelhout tot het vellen van grote bomen, of het preciesie onderhoud door boomchirurgen, voor elke gebruiker is er een passende zaag verkrijgbaar.
Het werken met de motorkettingzaag brengt risico's met zich mee voor de gebruiker alsmede voor de directe omgeving. Door zichzelf tegen gevaren te beschermen en bewust met de machine om te gaan, kunnen deze risico's zoveel mogelijk worden weggenomen. Naast het het dragen van de voorgeschreven PBM's moet je dus over de juiste vaardigheden beschikken om te mogen omgaan met de motorkettingzaag.
1. Oriëntatie
1.1 De kettingzaag
Allround middenklasse motorkettingzaag
Als je naar de kettingzaag kijkt dan zie je dat deze uit een aantal onderdelen bestaat. Grofweg gezien onderscheidt je de krachtbron "motor" en het zwaard met de ketting. Deze dienen op elkaar afgestemd te zijn om goed te kunnen werken.
Er zijn verschillende mogelijkheden om een kettingzaag aan te drijven. De belangrijkste die je in de praktijk tegenkomt is nog steeds de 2-takt motor. De 2-takt motor combineert hoge vermogens/toerentallen met een laag gewicht. Maar ook is er de 230 V elektromotor aangedreven variant die gemakkelijk is voor zaagwerk rondom het huis. Sinds een paar jaar komen er ook steeds meer accu aangedreven kettingzagen op de markt. Accu kettingzagen zijn voornamelijk geschikt voor snoeiwerk.
Net zoals andere machines is het verplicht dat ook alle kettingzagen voorzien zijn van een CE markering. Dankzij de CE markering is direct duidelijk dat de kettingzaag voldoet aan de Europese norm voor de veiligheidseisen. Als gebruiker van een kettingzaag, ben je echter altijd zelf verantwoordelijk voor een goede staat van je machine.
Het werken met kettingzagen brengt gevaren met zich mee. Om zo veilig mogelijk met een kettingzaag te kunnen werken is het belangrijk dat je weet welke veiligheidsmaatregelen van toepassing zijn bij het uitvoeren van de werkzaamheden.
Werk altijd met een veilige en goed onderhouden machine, gebruik de voorgeschreven PBM's en weet waar je mee bezig bent!
Kettingzaag - algemeen
1.2 Bouw van de kettingzaag
Onderdelen en de functie hiervan
De motorzaag is een door een tweetaktmotor aangedreven machine, het daadwerkelijke zagen gebeurt door middel van de beiteltjes die op de ketting zitten. Deze zaagketting loopt over het geleideblad en wordt aangedreven door een kettingwiel (ronsel). Het geheel wordt aangedreven door een centrifugaalkoppeling die direct op de krukas van de motor zit. Deze koppeling bestaat uit twee/drie gewichtjes die door de snelheid van de motor naar buiten worden gedrukt en zodoende de koppelingstrommel meenemen. De koppelingstrommel neemt op zijn beurt weer een veer mee rond, waardoor de oliepomp wordt aangedreven en de olie naar de ketting wordt gepompt.
De hoeveelheid kracht die de motor levert is afhankelijk van de cilinderinhoud (m3) en het koppel dat wordt gerealiseerd. De kracht/vermogen die de machine levert wordt uitgedrukt in kW.
Het starten van de zaag gebeurt door middel van een repeteerstarter. De zaag moet tijdens werkzaamheden altijd met twee handen worden vastgehouden. Met de linkerhand wordt de draagbeugel vastgehouden en met de rechterhand wordt het handvat vastgehouden en tevens de gashandel bediend.
Om te bepalen welke zaag geschikt is , moeten er een aantal factoren worden afgewogen, zoals:
Het vermogen;
De lengte van de geleider;
Het gewicht van de zaag;
De vormgeving.
Voor het zagen van zwaar/dik hout zal men een motorzaag nodig hebben met voldoende vermogen en moet er een voldoende lange geleider op te monteren zijn. Wanneer men alleen licht/dun hout gaat zagen en men veel met de zaag moet lopen (uitsnoeien), dan gaat de voorkeur uit naar een lichte handzame zaag met een korte geleider (± 30 – 35 cm). Voor het werk in de boom zijn er speciale zagen op de markt die voor dit doel zijn aangepast aan de omstandigheden.
1.2.1 De ketting
Zaagketting met haaksebeitels
DE KETTING:
Het eigenlijke zagen gebeurt door de snel ronddraaiende ketting. De snelheid ligt afhankelijk van het type motorzaag meestal rond de 72-85 km/uur (20-24 m/sec). Er zijn vele verschillende soorten kettingen met specifieke kenmerken.
De zaagketting is opgebouwd uit de volgende delen: 1) verbindingsschakel met niet, 2) verbindingsschakel zonder niet, 3) rechtse beitel, 4) linkse beitel, 5) aandrijfschakel. Als alle onderdelen in optimale conditie zijn dan krijg je de beste zaagprestatie.
De beiteltand wordt onderverdeeld in de volgende onderdelen:
Hiel;
Teen;
Dak;
Scherp;
Dieptesteller.
Het zagen/snijden gebeurt door de beiteltand. Deze is speciaal ontwikkeld voor de motorkettingzaag. In volle snelheid moet deze kunnen snijden, lossen, ruimen en spaandikte bepalen.
Snijden gebeurt met het scherp van de beitel. Het scherp dringt in het hout en snijdt een klein stukje hout los (spaander). Het scherp is een dun chroom laagje wat voor op de beitel is aangebracht. Er worden 3 vormen/typen scherp onderscheiden, de haakse beitel, de halfhaakse beitel en de ronde beitel.
De haakse beitel is zo gemaakt dat deze sneller door het hout gaat en daardoor zeer geschikt is om vers/groen hout te zagen, echter door zijn bouw is hij ook zeer gevoelig voor verontreiniging van het te zagen hout, waardoor hij snel bot wordt. De halfhaakse beitel daarentegen wordt veelvuldig gebruikt daar hij geschikt is voor het zagen in alle omstandigheden en minder gevoelig is voor verontreinigingen.
De spaander die door het scherp wordt gesneden moet worden los gemaakt. Dit lossen gebeurt door de schuine onderzijde van de beitel en door de dieptesteller van de volgende beitel. De dikte van de spaan wordt bepaald door het hoogteverschil tussen het scherp van de beitel en de voorliggende dieptesteller. Het juiste hoogteverschil is van zeer groot belang voor een goede snijprestatie van de motorkettingzaag.
De aandrijfschakel is de driehoekige vorm onder de beitel, welke ervoor zorgt dat de ketting wordt aangedreven en door het geleideblad wordt geleid. Als extra functie zorgt de aandrijfschakel ook voor het transporteren van de olie uit de geleidergroef naar de verbindings/draaipunten van de ketting. Veel kettingen hebben dan ook een gaatje in de aandrijfschakel zitten. Dit gaatje zorgt ervoor dat de olie over het hele bereik van de geleider wordt afgegeven.
De Ketting
1.2.2 Het zwaard / geleider
De geleider, ook wel "zwaard genoemd" geeft geleiding aan de ketting, doordat de aandrijfschakels door de geleidegroef lopen. Tevens perst de oliepomp de olie uit het olietankje in de geleidergroef waar deze kan worden “opgeschept” door de aandrijfschakels en de ketting wordt gesmeerd.
Oliepomp zorgt voor olie in de groef van de geleider
De geleider is meestal symmetrisch gevormd en kan dus aan beide zijden worden gebruikt. In de geleider zitten een aantal gaten geboord. Het eerste en grootste gat is langwerpig en ovaal van vorm. Hierdoor wordt het blad tegen de draadeinden van de het carter geleid. De gaten die hieronder zitten worden gebruikt om de nok van de kettingspanner te geleiden, waardoor het blad naar voren of naar achteren kan worden geleid om zo de ketting te kunnen spannen of ontspannen. Het kleinste gat wat net aan de rand van het blad zit zorgt ervoor dat de olie in de geleidergroef kan komen. Voor een goede smering is het dan ook noodzakelijk om de deze openingen, alsmede de geleidergroef goed zuiver te houden. Aan het einde van de geleider vinden we het neuswiel dat ervoor zorgt dat de ketting beter om de neus wordt geleid en er minder vermogens verlies en slijtage van de ketting optreed.
Neuswiel in de geleider
Op de meeste geleiders worden een aantal nummers weergegeven die informatie verstrekken over de lengte en het soort ketting. Als eerste wordt de afstand tussen de aandrijfschakels (steek) genoemd. Dit kan bijvoorbeeld zijn: 3/8, .325 of .404. Het tweede getal geeft het aantal aandrijfschakels weer wat hoort bij deze geleider, ofwel de lengte van de ketting vaak met een afbeelding van een aandrijfschakel. Het laatste getal geeft de dikte van de aandrijfschakel weer, alsmede de breedte van de geleidergroef, zoals: 1,6 mm of 1,3 mm ofwel 1,5 mm enz. Al deze gegevens zijn van belang wanneer je een nieuwe ketting of zwaard wil gaan kopen.
Er zijn verschillende soorten geleiders/zwaarden. De meest gebruikte geleider is die met het neuswiel in het topje. Dit neuswiel zorgt voor een soepele geleiding van de zaagketting rond de top. Het neuswiel dient regelmatig te worden gecontroleerd op goed functioneren, en dient regelmatig te worden gesmeerd.
Zwaard/geleider met neuswiel
In gebieden waar veel hardhout wordt gezaagd, zoals in de tropische regenwouden werkt men veelal met bladen zonder neuswiel. Tijdens het vellen moet men veel gebruik maken van de "hartsteek" methode. Hierbij steek je de zaag met de neus als eerste in het hout.
Zwaard/geleider zonder neuswiel
De laaste jaren wordt het Carven met een kettingzaag, waarbij je met de zaag beelden of andere kunstwerken uit hout zaagt steeds populairder. Voor dit carven worden speciale zwaarden gebruikt. Deze lopen in de punt spits toe, waardoor je makkelijk met de punt kunt werrken en nauwkeuriger accenten kunt aanbrengen.
Speciaal carving zwaard/geleider
1.2.3 De koppeling
De ketting wordt aangedreven door een centrifugaalkoppeling die direct op de krukas van de motor zit. Deze koppeling bestaat uit twee/drie gewichtjes die door de snelheid van de motor "middelpunt vliegendekracht" naar buiten worden gedrukt en zodoende de koppelingstrommel meenemen.
Werking koppeling
De koppelingstrommel neemt op zijn beurt weer een veer mee rond, waardoor de oliepomp wordt aangedreven en de olie vanuit de tank naar de ketting wordt gepompt.
Er bestaan grofweg twee soorten koppelingstrommels een vaste uitvoering en een uitvoering met een verwisselbaar rondsel. De vaste uitvoering bestaat uit 1 geheel en dient bij slijtage dan ook in zijn geheel vervangen te worden.
Koppelingstrommel met vast rondsel
Het tweede type vind je vaak terug op de professionele zagen. Bij slijtage van het rondsel kan men hier volstaan met het vervangen van dit rondsel, waarbij de koppelingstrommel blijft zitten.
Koppelingstrommel met vervangbaar rondsel
Vervangbaar rondsel
1.2.4 De kettingrem
De kettingrem die verplicht is op alle kettingzagen dient er o.a. voor om bij een krachtige terugslag van de zaag (kick-back) de ketting direct stil te laten staan. Het principe dat wordt gehanteerd is een remband die om de koppelingstrommel wordt gespannen en hierdoor de koppelingstrommel afremt.
Onderdelen kettingremsysteem
Door de bouw van de handbescherming en het gewicht wordt de rem automatisch binnen 1/10 seconde geactiveerd bij een kick-back. Ook kan men de rem met een beweging van de linkerhand activeren, zodat men tijdens het lopen/bewegen met de zaag veilig is. Onderstaand ziet u een doorsnee van een zaag waarop men duidelijk de verschillende delen kan zien.
1.2.4.1 Kickback
Kick back wordt veroorzaakt doordat bij het zagen met de punt van het zaagblad niet de beiteltanden, maar de dieptestellers het hout raken. Daardoor schiet de machine oncontroleerbaar en zeer krachtig omhoog. Je kunt kick back vermijden door niet met de punt van het zaagblad te zagen (tussen 12 en 3u).
Tegenwoordig worden er veel veiligheidskettingen standaard op de zagen gemonteerd. Deze kettingen helpen om het risico op een kick back te verkleinen.
1.3 Type kettingzagen
Type kettingzagen
Er zijn verschillende soorten kettingzagen. De meest bekende is de allroundzaag. Dit type zaag is vaak een middenklasser van ongeveer 45 tot vijftig cc.
Allround zaag van 50 cc voor snoeien en licht velwerk
Deze zaag is door zijn uitstekende gewichts- vermogensverhouding geschikt voor het snoei en licht velwerk. De velzaag is een sterke zaag van zestig tot hondertwintig cc. Op deze zagen kun je een langer blad monteren wat voordeel oplevert bij het zagen van grotere bomen. Nadeel van de velzaag is het gewicht dit varieert tussen de zes en tien kg.
Velzaag van 79 cc
De snoeizaag is een handzame en kleine lichte zaag die veel vermogen combineert met een hoge kettingsnelheid. Deze speciale snoeizaag ook wel tophandlezaag genoemd mag alleen bediend worden door speciaal geschoolde gebruikers. Deze zaag wordt vaak gebruikt in een hoogwerker of als de boomverzorger met een speciale uitrusting in de boom klimt.
Tophandle zaag
Voor het snoeien van takken op hoogte is er ook de mogelijkheid om een stokzaag te gebruiken. Doorgaans is deze aangedreven door een benzine of elektrische motor. De benzine aangedreven stokzagen zijn vaak uitgerust met een telescopisch uitschuifbare steel. Deze steel maakt het mogelijk om vanaf de grond takken op ongeveer 5 meter hoogte te kunnen zagen.
4-takt telescopische stokzaag
Wanneer je gaat zagen zorg dan dat je de juiste machine kiest bij de klus die je moet gaan doen. Een zware zaag kan gemakkelijk door dik hout zagen maar voor dun hout is het gewicht dat je moet dragen een groot nadeel. Anderzijds is het niet gemakkelijk om met een kleine compacte zaag grote bomen om te moeten zagen.
2. Werkwijze
2.1 Bedrijfsklaar maken van de kettingzaag
Bedrijfsklaar maken van de kettingzaag
Het bedrijfsklaar maken van de kettingzaag bestaat op de eerste plaats uit het controleren van de machine en de ketting op uitwendige beschadigingen. Als gebruiker ben je altijd zelf verantwoordelijk voor het in stand houden van de goede staat van de machine volgens de CE-norm. Je moet regelmatig controleren of alle voorgeschreven onderdelen aanwezig en intact zijn. Deze onderdelen hebben we in een eerder hoofdstuk al een keer benoemd.
Voor een goede werking van de motor is het belangrijk om regelmatig het luchtfilter te controleren. Als gevolg van stof kan het luchtfilter vervuild en uiteindelijk verstopt raken. Hierdoor gaat de machine minder goed lopen. Je dient het luchtfilter dagelijks te controleren op vervuiling en indien nodig schoon te maken.
Als de machine in orde is tank je hem af met een alkylaat brandstof. Verwijder voor je de dop van de tankopening draait het omliggende vuil. Hiermee wordt voorkomen dat er vuil tijdens het vullen in de tank komt wat kan leiden tot verstopping van de carburateur.
Bij het bedrijfsklaar maken is het scherpen van de ketting ook een belangrijk onderdeel, maar dit wordt nog uitvoerig behandeld. Naast een scherpe ketting moet je ook zorgen dat de zaag de juiste kettingspanning heeft.
De zaagketting is op een goede manier gespannen wanneer de zaagketting tegen de onderzijde van de zaaggeleider aan ligt en de zaagketting nog gemakkelijk met de hand bewogen kan worden over de zaaggeleider. Hierbij moet de kettingrem gelost zijn. Controleer regelmatig de kettingspanning, omdat nieuwe zaagkettingen na verloop van tijd uitrekken en langer worden!
Belangrijk voor de ketting is ook dat hij voldoende gesmeerd wordt. Daarom is het belangrijk dat je iedere keer als je brandstof gaat tanken je ook de kettingolie bijvult. Steeds vaker wordt er door de fabrikanten een gat geboord in de aandrijfschakel, waardoor de olie in dit gat verder wordt meegenomen door de geleidergroef. Door gebruik te maken van dit systeem gaat men efficiënter om met de olie en is er dus minder olie nodig.
Bij het gebruik van deze kettingen kan het dan ook voorkomen dat het olietankje nog niet leeg is als de brandstoftank wel leeg is. Controleer ook hier altijd of er voldoende kettingolie in het tankje zit en vul weer aan tot deze vol is.
Om het milieu te sparen wordt het gebruik van biologisch afbreekbare kettingolie aangeraden. Vaak wordt het gebruik van deze olie door opdrachtgevers verplicht gesteld.
Controleer tijdens het werk regelmatig alle besproken aandachtspunten.
2.2 Starten en proefdraaien
Starten en proefdraaien
Werkwijze:
Activeer de kettingrem;
Zwaardere velzagen zetten we stevig op de grond;
De rechtervoet kan eventueel met de punt van de schoen in de achterhandgreep worden geplaatst, of met de hak op de verbrede achterhandgreep;
De linkerhand drukt de bovenhandgreep stevig richting de grond;
Lichtere vel- en snoeizagen kunnen ook tussen de bovenbenen worden geklemd;
De linkerhand heeft de bovenhandgreep stevig vast, de achterkant van de zaag wordt stevig tussen de bovenbenen geklemd;
Zet de stopknop op ‘aan’;
Sluit de choke-klep (uittrekken) en zet de gashendel is de startgaspositie (soms gecombineerd met de choke);
Trek het starterkoord zover uit dat er weerstand gevoeld wordt;
Trek nu met een krachtige ruk de motor door zijn compressie;
Laat het koord onder geleiding terugkomen;
Herhaal deze startbehandeling totdat de kettingzaag even loopt;
Open de choke-klep (indrukken), of zet de combischakelaar in de "werkstand" en start opnieuw;
Als de kettingzaag aanslaat, wordt de startgaspositie automatisch ontgrendeld door even gas te geven;
Pak de kettingzaag nu stevig met twee handen vast, en haal de kettingrem eraf;
Laat nu de kettingzaag door het geven van gasstoten op temperatuur komen;
Controleer of de smering werkt door de punt van de zaag bij een stuk hout of papier te houden en kijk of er een oliespoor ontstaat.
Als de kettingzaag op bedrijfstemperatuur is gekomen dient:
De zaagketting bij een stationair toerental stil te staan, kettingrem niet ingeschakeld;
Bij het gas geven moet de overgang van stationair naar volle toeren vloeiend verlopen;
Het volle toerental kan in feite het beste worden gecontroleerd tijdens het werk.
2.3 Veiligheid
Veiligheid en werkplek
Elke werkplek is anders. Of je nu werkt in het bos, in een tuin of bij het snoeien langs de weg. Je bent in elke situatie verantwoordelijk voor de veiligheid van je omgeving en mogelijke omstanders. Wanneer je gaat zagen in het bos zorg dan voor een centrale tank- en onderhoudsplek. Deze plek is overzichtelijk en op ruime afstand van de werkelijke zaagplek. Draag opvalende kleding en bij voorkeur ook een felgekleurde helm, zodat iedereen je goed kan zien.
Draag bij voorkeur opvallende kleding en helm
Het gebied rondom de te zagen boom maak je vrij van alle obstakels en je zaagt alle stobben zo laag mogelijk af. Op deze manier kun je je vrij bewegen. Wanneer je begint met zagen waarschuw je eventuele collega's of omstanders.
Een groot gevaar bij werken met de motorzaag wordt veroorzaakt door de ketting die met een zeer hoge snelheid ronddraait. Tijdens de werkzaamheden is deze niet beschermd en kan men hier dus mee in aanraking komen. Niet alleen de zager zelf maar ook eventuele omstanders/collega’s zijn aan het gevaar blootgesteld. Het is daarom van groot belang dat de zager iedereen op een veilige afstand houd. Een veiligheidsgebied met een doorsnee van minimaal 2 meter is hierbij een goede richtlijn.
Ook het vallend hout is een risico voor de zager of omstanders en men dient de situatie juist in te schatten, zodat de bomen op een veilige manier geveld kunnen worden. Hout onder spanning dat gezaagd moet worden dient speciale aandacht daar niet ingeschat kan worden wat de uitwerking van het doorzagen is. Let hierbij dus goed op en zorg dat omstanders op een veilige plek staan. Verderop in de leereenheid zullen we dit verder uitwerken
2.4 Werktechniek
Vellen is het in de juiste richting laten vallen van een boom, waarbij de velrichting van te voren vastgesteld is.
Bij een standaardvelling worden gezonde, rechtopstaande of licht in de valrichting hangende bomen die vrij kunnen vallen geveld. Hierbij wordt alleen de motorkettingzaag gebruikt. De zaag moet zijn afgestemd op de aard van het werk. Hierbij is de lengte van de geleider en het vermogen (gewicht) van de zaag van belang. In het algemeen geldt; hoe langer de geleider, hoe meer vermogen de zaag moet hebben en hoe zwaarder deze is.
Als vuistregel kan worden aangehouden dat de geleiderlengte gelijk moet zijn aan de gemiddelde diameter van de te vellen boom. De minimale geleiderlengte bedraagt ± 30 cm. Zonder problemen kunnen bomen worden geveld met een diameter van twee keer de geleiderlengte. Dit wil zeggen dat je met een geleiderlengte van 30 cm iedere boom tot 60 cm doorsnee zonder problemen kunt vellen. Door de hartsteekmethode toe te passen kan zelfs een boom met een diameter tot 2,2 maal de geleiderlengte worden geveld.
Wanneer je bomen met een grotere diameter moet vellen, dan is het uit oogpunt van veiligheid en ergonomie verstandig om een andere zaag met een korte geleider te gebruiken voor het uitsnoeiwerk.
Vellen
2.4.1 Vellen van kleine bomen
Ook het vellen van kleine bomen brengt gevaren met zich mee. Let daarom altijd op de veiligheid van jezelf en je omgeving. Gebruik goed materieel en de juiste werktechniek.
Bomen tot 10cm dik kunnen veilig worden geveld op 2 manieren. Om de juiste manier te bepalen ben je afhangkelijk van de stand van de boom.
Kleine bomen en struiken
Bij een scheve stand van de boom zaag je de boom op heuphoogte door. De snede moet dan schuin naar beneden worden gezaagd met de onderzijde van het zwaard. Let op dat je wel haaks op de hangrichting van de boom zaagt. Zorg dan wel dat je de stam in 1 beweging en volgas doorzaagt. Hierbij glijdt de boom van de stam af, waarna je de boom eenvoudig om kunt lopen.
Bij een rechte stand zaag je aan de kant waar de boom naartoe hangt. Maak hierbij een zaagsnede tot ongeveer een derde van de stamdikte. Maak daarna een zaagsnede 5 cm onder de vorige en zaag deze in tot dat de 2 snedes elkaar overlappen. Zorg dat beide snedes haaks op de valrichting worden gezaagt. De boom zal hierdoor de juiste richting op vallen. Mocht dit niet het geval zijn kun je de boom een duwtje geven, zodat deze wel valt.
Als je een grote stuik om gaat zagen is het ook hierbij zo dat je de takken schuin naar beneden moet zagen op heuphoogte. Zaag de takken dan ook haaks op de valrichting. Hierna kun je eenvoudig de stompen van de struik afzagen.
2.4.2 Vellen van grote bomen
Bij het vellen van grote bomen werken we met een aantal stappen. Deze stappen leggen we hieronder uit.
Vrijmaken van de werkplek:
Voordat we een boom gaan vellen moeten eerst eventuele takken of opslag worden verwijderd, zodat de veller de ruimte heeft om terug te kunnen stappen wanneer dit nodig is. Ook kan het bij oudere bomen voorkomen dat er wortelaanlopen zijn. Deze moeten ook worden verwijdert.
Het maken van de valkerf:
Vóór het maken van de valkerf is het noodzakelijk om de valrichting te bepalen. Als de valrichting is bepaald kun je de richting hiervan aangeven door een tak op de grond te leggen of een streep op de grond te maken.
De valkerf moet zo laag mogelijk worden gezaagd en deze moet haaks zijn ten opzichte van de valrichting. We beginnen dan met de valkerfzool die een diepte moet hebben van 1/5 tot 1/4 van de stamdikte. Daarna zagen we het valk. Deze wordt dan schuin ingezaagd richting de valkerfzool. Het is belangrijk dat deze exact op elkaar aansluiten.
Het maken van de spintsnedes:
Na de valsnede worden de spintsnedes gezaagt en zitten aan beide zijden van de valkerf. Deze moeten minimaal 2cm boven de valkerfzool zitten. De diepte is ongeveer 1/10 van de stamdikte. de spintsnede gaan het opscheuren van de boom tegen.
Het maken van de velsnede:
De valsnede wordt op de zelfde hoogte gezaagd als de splintsnedes. Deze wordt evenwijdig met de valkerf gezaagd en moet horizontaal zijn. Bij het zagen van de velsnede ga je door tot dat de boom gaat vallen. Dit is tot een diepte van ongeveer 1/10 van de stamdikte. Het deel waar de boom dan afbreekt noemen we de breuklijst. Deze zorgt ervoor dat de boom kan scharnieren. Ook de breuklijst zorgt voor de juiste valrichting. Deze zal daarom ook altijd recht moeten zijn.
2.4.3 Uitsnoeien
Uitsnoeien
Uitsnoeien na vellen,
Na het vellen van een boom is het in de meeste gevallen zo dat de takken moeten worden verwijderd. Dit noemen we “uitsnoeien”. Hierbij moeten de takken die nog aan de stam zitten zo glad mogelijk worden afgezaagd. Probeer hierbij de zaag zo veel mogelijk op de stam te laten rusten. Dat zorgt ervoor dat de lichamelijke belasting een stuk minder is. Hierbij is het belangrijk dat je de zaag volgens een vast patroon scharnierend langs de stam voortbeweegt met steun van het rechter been.
Wanneer deze uitgesnoeid is dient te boom om de worden gedraaid om aan de andere zijde de takken te verwijderen. Dit doen we door middel van een keerhaak welke meestal aan de velhevel zit. De velhevel komen we later op terug.
Zorg er wel voor dat je stootsgewijs zaagt, zodat de kettingsnelheid hoog is. Dit is nodig om de zaag optimaal te laten presteren. Ook heb je hiermee betere controle over de machine.
2.4.4 Zagen van hout onder spanning
Een scheefstaande boom heeft altijd een soort spanning in de stam. Dit kan komen door natuurlijke groei, maar ook door weersinvloeden. Deze spanning kan erg gevaarlijk zijn en hierbij zal dan ook goed gekeken moeten worden naar de juiste manier van vellen. Het vellen van bomen die onder spanning staan dienen door de grote mate van risico's altijd geveld te worden door ervaren mensen.
Middels de 2 termen duw- en trekzijde geven we de spanningsrichting van de boom aan. Met deze spanningsrichting kunnen we de manier van vellen bepalen. De meest voorkomende situaties leggen we hieronder uit.
Liggende boom.
Bij deze vorm van spanning is het belangrijk dat de boom eerst zoveel mogelijk wordt uitgesnoeid en onttopt, zodat de spanning verminderd wordt. Daarna kan er een zaagsnede worden gemaakt aan de duwzijde (onderzijde) van de stam. Zaag deze in tot ongeveer 1/5 van de stamdikte. Zaag daarna aan de trekzijde de rest van de stam door. Probeer hierbij het knellen van het zaagblad te voorkomen.
Scheefhangende boom.
Hierbij is het belangrijk dat eerst de wortelaanlopen aan de trekzijde worden verwijderd. Deze kunnen de veller raken wanneer ze uit de grond getrokken worden. De valkerf maken we aan de kant waar de boom naartoe hangt (duwzijde). Als dit gedaan is ga je verder met de spintsneden. Vervolgens wordt de zaagsnede gemaakt door het insteken van de zaag. Wanneer dit allemaal is gedaan gaan we de breuklijst zagen. Let wel op dat de breuklijst niet te smal wordt gezaagd, omdat de kans dan bestaat dat de zaag gaat klemmen.
3. Hulpmiddelen
Bij het werken met de motorzaag kunnen een aantal hulpmiddelen gebruikt worden. Deze zijn bedoeld om het werk voor bedieningspersoon lichter en ergonomisch beter te maken. Vooral bij het vellen is het belangrijke om de situatie goed in te schatten en de juiste hulpmiddelen te kiezen. Hulpmiddelen die gebruikt kunnen worden zijn:
Hulpmiddelen bij het vellen
De velhevel;
De hamer en wiggen/spieën;
De handlier;
De velkar.
Hulpmiddelen
3.1 Velhevel
Een velhevel is een hulpmiddel om een boom te laten kantelen in de juiste richting. Deze wordt gebruikt wanneer een boom na het zagen van de valkerf en valsnede nog steeds niet uit zichzelf valt. Als dit het geval is kun je deze in de zaagsnede duwen. Wanneer deze in de zaagsnede is geduwd trek je het lange uiteinde als een hefboom naar beneden. Zo kan er meer kracht gezet worden, zodat de boom alsnog de juiste richting op valt.
Velhevel lang
Ook zijn de meeste velhevels voorzien van een keerhaak. Dit is om de boom om te draaien indien nodig. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan bij het verwijderen van de zijtakken.
Voor de veiligheid is het vooral bij zwaardere bomen verstandig om een velwig te gebruiken in combinatie met een velhevel.
3.2 Velwiggen
Een velwig wordt gebruikt wanneer een boom de verkeerde kant op helt, doordat bijvoorbeeld de kruin aan 1 kant zwaarder is. De velwig wordt dan met een hamer in de velsnede geplaatst, waardoor de boom op die plek dan steun heeft. De kans dat de boom dan de verkeerde kant op valt wordt hierdoor een stuk minder. Natuurlijk kun je de wiggen ook gebruiken om de boom die kant op te laten vallen die je zelf wil.
Houten meerdelige wig
Er zijn verschillende soorten wiggen op de markt. De meest gebruikte zijn de volgende:
Kunstofwiggen;
Aluminiumwiggen;
Houten meerdelige wiggen.
3.3 De sapie
Een Sapie is een licht gebogen stalenpunt met een steel van ongeveer 1 meter. Door de vorm en de hefboom werking is het makkelijk om stukken gezaagd hout te vertrekken en eventueel te kantelen. Door de lengte van de steel kost het weinig moeite en zorgt het voor een minimale belasting op je rug.
Sapie
Er is ook een kleine handsapie voor het kleinere hout:
Handsapie
3.4 De handlier
Een handlier wordt gebruikt om zware bomen gericht te vellen als die bomen scheef staan of als ze een ernstige onbalans in de kroon hebben die niet overeenkomt met de velrichting. Tevens kan de lier gebruikt worden als extra zekerheid in de buurt van gebouwen, wegen, onbetrouwbare (rotte) bomen en dergelijke. Soms gebeurt het wel eens dat een boom bij het vellenprecies in een ander boom valt en hierin blijft hangen. Met de handlier kan dan de boom worden losgetrokken die in de andere boom hangt.
Bij het gebruik van de handlier kunnen een aantal accessoires nodig zijn, zoals:
Een uitschuifbare hefboom;
Een speciale trekkabel (doorvoerkabel) met:
een eindloze strop;
een of meerdere verlengkabels met een veiligheidshaak en een oog;
een ketting van circa 2 m met haak en oog;
een voetblok;
Werking van de handlier:
De staalkabel (doorvoerkabel) wordt door twee paar zelfsluitende klembekken geschoven die de kabel omsluiten en vasthouden zonder hem te vervormen. Hierdoor gaat de staalkabel lang mee. De klembekken zitten opgesloten in een huis en worden door de heen –en weergaande hefboomwerking verplaatst. De bekken grijpen de staaldraad als twee handen vast, waardoor de staalkabel in de gewenste richting wordt getrokken of gevierd. Beide klembekken worden opgesloten door de kracht die de last uitoefent: hoe zwaarder de last, hoe steviger de greep. De handlier is tegen overbelasting beveiligd. De doorvoerhendel waarmee de kabel wordt ingelierd zit vast op de hoofdas met een of meerdere veiligheidsbreekpennen. De diameter en de lengte van de pennen en het materiaal waarvan ze gemaakt zijn zorgen ervoor dat deze pennen bij overbelasting breken. Hierdoor worden onveilige situaties en schade voorkomen. Bij breuk van pennen is het niet meer mogelijk een trekkracht op de last uit te oefenen: wel is het mogelijk de kabel te vieren.
Gebruik van de handlier:
Een handlier kan, zoals gezegd ook gebruikt worden om bomen los te trekken die vast zijn komen te zitten. Aandachtspunten daarbij zijn:
De kabel moet met een ketting zo laag mogelijk aan de los te trekken boom bevestigd worden. Er mag geen strop gebruikt worden, omdat er slijtage kan optreden door het schuren over de grond.
De lier moet zo hoog mogelijk veranderd worden, zodat de trekkracht iets omhoog gericht is; dit verkleint de wrijvingsweerstand met de grond.
Daarna kan de boom onderuit getrokken worden totdat hij ten val komt.
4. Onderhoud
Periodiek onderhoud kettingzagen
4.1 Periodiek dagelijks Onderhoud
Bij deze vorm van onderhoud hebben we het voornamelijk over het reinigen, controleren en bedrijfklaar maken van de machine. De punten waar we naar kijken zijn:
Bramen op het geleideblad
De hoogte van de dieptestellers
Scherpte van de ketting en slijpen indien nodig
Reinigen van de geleider en ketting
Reinigen van ventilatorhuis en koelribben cilinder
Reinigen van de luchtfilter
Controleren van de kettingspanning
Controleren of alle bouten en moeren vast zitten
Controleren van de kettingvanger
Controleren van de smering
Werkt de kettingrem
Aftanken van de machine
De machine starten en laten draaien
Het reinigen en controleren van de machine is erg belangrijk voor de veiligheid en behoud van de machine. Zorg daarom altijd dat je deze punten goed nakijkt en eventueel aanpast waar nodig.
4.2 Periodiek wekelijks onderhoud
Bij deze vorm van onderhoud kijken we nog wat verder naar de machine. Hierbij kijken we naar de volgende punten:
De Geleider
De Anti vibratie rubbers
Het koelsysteem
De bougie
De strartinrichting
Het tandwiel
De Compressiedruk
Wel hoort hier ook het dagelijks onderhoud bij.
Het groot onderhoud kun je het beste laten doen door de specialist. Die kan de machine nakijken repareren en keuren indien nodig, zodat de machine weer gebruiksklaar en veilig is.
4.3 VCA keuring
Laat jaarlijks een keuring uitvoeren door een deskundige, zodat de machine voldoet aan de nodige veiligheidseisen. Zorg daarom dat de deskundige beschikt over de juiste keuringsuitrusting en keuringsspecificaties.
Het is belangrijk dat de volgende keuringsdatum goed leesbaar op de machine wordt vermeld door bijvoorbeeld een keuringssticker.
Het is dan ook sinds 1998 wettelijk bepaald dat machines gekeurd moeten worden die door gebruik slijten en daardoor minder veilig worden. Zie erop toe dat het onderhoud of de keuringen worden geregistreerd. Dit maakt controle van de staat en veiligheid van de machine mogelijk (bij bedrijven met een VCA keurmerk).
4.4 Het Vijlen van de ketting
Bij het vijlen van de ketting zijn 2 soorten vijlen nodig.
Als eerste hebben we een ronde vijl nodig en vaak wordt deze gecombineerd met een hulpstuk (vijlhouder), zodat de diepte en hoek goed in de gaten kan worden gehouden. Deze gebruiken we voor de beitels. De diameter van de ronde vijl is afhankelijk van het soort ketting. De tweede vijl is een platte vijl die we gebruiken voor de dieptestellers.
Als je begint met vijlen is het belangrijk dat het blad en de kettingzaag stevig en stabiel staan. Hier kun je een bankschroef voor gebruiken, maar je kunt ook gebruik maken van een “vijlblok”.
We beginnen met het vijlen van de beitels en zoek hierbij de meest beschadigde beitel op. Hou de vijl horizontaal op het blad en de ketting en zet de vijl onder een hoek van ± 30 graden. Op de vijlhouder staat dit aangegeven. Vervolgens maken we een aantal slagen, zodat de beitel scherp is. Wel is het verstandig om de slagen te tellen, omdat we bij elke beitel dan hetzelfde aantal slagen kunnen doen, waardoor de beitels redelijk dezelfde grootte blijven.
Daarna gaan we verder met de dieptestellers. De dieptesteller bepaald de diepte waarmee de beitel het hout in gaat. Het is daarom erg belangrijk om deze op de juiste hoogte te vijlen. Het verschil tussen beitel en dieptesteller moet ± 0,64mm. De makkelijkste manier hiervoor is om te vijlen met een "dieptesteller mal". Deze heeft altijd de juiste afstand.
Mocht het zo zijn dat de afstand tussen de dieptesteller en de beitel de groot is gaat de beitel te diep in het hout, waardoor de zaag gaat trillen en de kans op een kick-back groter wordt.
Vijlen
5. PBM
Gebruik van PBM's
Persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gebruikt worden om gevaarlijke of ongezonde situatie te bestrijden als er alles aan gedaan is om deze bij de bron te bestrijden, maar wanneer blijkt dat er toch een rest risico bestaat. Afhankelijk van het “rest risico” moet er passende/juiste bescherming worden gedragen. Ook deze persoonlijke beschermingsmiddelen moeten net als de machine CE-gemarkeerd zijn en dus van duidelijke gebruiksaanwijzing en onderhoudsvoorschriften zijn voorzien.
De werkgever is verplicht om deze persoonlijke beschermingsmiddelen aan de werknemer ter beschikking te stellen en hem de nodige voorlichting aan te bieden. De werknemer is verplicht de persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken en op de juiste manier te onderhouden.
Het woord “persoonlijk” geeft al aan dat het gebruik van deze middelen persoonsgebonden zijn en dus de juiste maat moeten hebben. Het kan niet zo zijn dat er meerdere personen met dezelfde middelen moeten delen.
5.1 Helmset
Helmset
De helmset ofwel bosbouwset is een combinatie van hoofdbescherming (helm), gezichtsbescherming (gelaatscherm) en gehoorbescherming (oorkappen). Deze set wordt vaak in de bosbouw/groensector gebruikt. Ook deze set dient aan de wettelijke eisen te voldoen en dient voorzien te zijn van een CE/keurmerk.
5.1.1 Helm
Wanneer er bosverzorgingswerk gedaan moet worden, waarbij struiken en bomen verwijderd moeten worden van 3 meter of hoger moet er een door de arbeidsinspectie goedgekeurde veiligheidshelm gedragen worden. Controleer alvorens je gaat beginnen altijd het keurmerk in de helm. Ga na of de helm nog binnen de aangegeven datum valt.
5.1.2 Gelaatscherm
Er zijn verschillende soorten gelaatschermen in de markt verkrijgbaar. Er kan een onderscheid gemaakt worden in een dicht gelaatsscherm en een open gelaatsscherm. Het voordeel van het open (gaas) vizier is dat dit niet beslaat door je hete adem. Je hebt ten alle tijden een goed zicht op je werk.
Gaas vizier voor een helder zicht.
Doorzichtig vizier van plexiglas.
5.1.3 Gehoorbescherming
Binnen de Arbowet is geregeld dat bij iedere werkzaamheid het lawaai zo laag mogelijk gehouden moet worden. Je dient hier te beginnen bij de bron en moet dus de juiste machine kiezen voor het juiste werk. In de Arbowet wordt gesproken van lawaai wanneer je op 1 meter afstand van de geluidsbron geen normaal gesprek kunt voeren.
Als standaard wordt aangenomen dat het geluid beneden de 80 dB(A) moet blijven om gehoorbeschadiging op lange termijn te voorkomen. Wanneer het geluid tussen de 80 - 85 dB(A) ligt dan wordt gehoorbescherming aangeraden. Het geluid van de kettingzaag is ruimschoots boven de 85 dB(A) en volgens de Arbowet is dan gehoorbescherming ook verplicht.
Vaak is de gehoorbescherming geïntegreerd in/aan de Helm. Afhankelijk van de mate van dempen van de gehoorbescherming kan ervoor gekozen worden om ook nog oordopjes of Ottoplastieken extra te dragen.
Gehoorbescherming verplicht
5.1.4 Veiligheidsbril
Bij het werken met een kettingzaag wordt het dragen van een veiligheidsbril voorgeschreven. Het dragenvan een bril voorkomt dat er houtspaanders of zaagsel in je ogen komt. Er zijn verschillende soorten brillen op de markt. Belangrijk is dat je er eentje kiest die je prettig vindt zitten.
5.2 Zaagbroek
De zaagbroek beschermt tegen lichamelijk letsel door de ketting en rondvliegend materiaal. De broek is gevuld met vezels en op plekken met een hoger risico voorzien van verstevigingen. Als de draaiende ketting tegen de broek aankomt gaan de vezels in de ketting en het kettingrondsel zitten, waardoor de ketting vastloopt en de motor afslaat. Daardoor wordt het risico op zwaar lichamelijk letsel sterk verminderd.
Let wel op welk type zaagbroek je kiest. Dit is afhangkelijk van de kettingsnelheid. Deze is meestal terug te vinden in de handleiding van de kettingzaag. Het Classificatieschema hieronder geeft aan welke klasse bij welke snelheid nodig is.
Klasse 0 - 16m/s
Klasse 1 - 20m/s
Klasse 2 - 24m/s
Klasse 3 - 28m/s
Het gebruik, wassen e.d. hebben invloed op de staat van de zaagbroek. Het is daarom ook verstandig dat de zaagbroek bij regelmatig gebruik vervangen wordt om de 12 tot 18 maanden.
5.3 Zaagschoenen / laarzen
Zaaglaarzen zijn een speciaal soort laars. Naast de gebruikelijke stalen bodem en stalen neuzen zijn de laarzen ook voorzien van extra enkelbescherming en een verstevigde schacht. Het voordeel van zaaglaarzen is dat ook in drassig gebied gewerkt kan worden.
5.4 Handschoenen
Deze handschoenen verkleinen de kans op verwondingen aan je handen. Kettingzaaghandschoenen zijn uitgevoerd met een gewatteerde bovenkant, zodat een eventueel rondvliegende ketting de hand minder snel verwondt.
Bij koud weer zorgen de handschoenen er voor dat de handen wat warmer blijven. Handschoenen bieden ook bescherming tegen takken en doornen. Wel is het belangrijk dat het een soepele en passende handschoen is, omdat je dan goed contact en gevoel kunt houden met de machine.
5.5 Zaagtuniek / jas
Een zaagjas erg belangrijk bij het werken met een kettingzaag, omdat deze bescherming biedt tegen allerlei weersomstandigheden en de mogelijke gevaren van het werken met de kettingzaag. De meeste jassen hebben reflectoren of een opvallende kleur, zodat je goed gezien wordt.
Een veel voorkomende zaag jas is een klasse 1. Deze is vaak voorzien van arm, schouder en borstbeveiliging.
Vooral bij een tophandle zaag is het balangrijk om een zaagtuniek/jas te dragen, omdat deze bescherming biedt aan de schouders en nek. Een tophandle zaag heeft de 2 handvaten dicht op elkaar zitten, waardoor er met de tophandle meestal iets anders wordt gezaagd. Hierbij is het dus van belang dat je goed beschermd bent. Denk er wel aan dat je" ook de tophandle de zaag" altijd met 2 handen vast houdt.
5.6 Valbeveiliging / Persoonlijke valbeveiliging
Valbeveiliging:
Voor het werken op hoogte is valbeveiliging vereist. Onder werken op hoogte vallen werkzaamheden op diverse locaties, zoals een plat of schuin dak, hoogwerkers, platformen, steigers, in bomen enzovoorts waarbij een valgevaar van meer dan 2,5 meter aan de orde is. Daarnaast moeten er veiligheidsmaatregelen getroffen worden wanneer er binnen deze 2,5 meter andere gevaren zoals water, bewegende- of uitstekende delen, aanwezigheid van verkeer of kans om onder spanning te komen staan aanwezig zijn.
Bij het werken op hoogte onderscheiden we drie categorieën ter voorkoming van het vallen, waarbij de eerste twee de prioriteit hebben. Kan het niet anders en blijft er een te groot risico bestaan dan geld de derde "persoonlijke" maatregel:
Bij bronbestrijding wordt er simpelweg voorkomen dat men in een gevarenzone terecht komt. Dit beteknd dat je zorgt voor een opgeruimde en overzichtelijke werkplek. Er slingeren géén machines of andere hulpstukken rond waar je over zou kunnen struikelen/vallen. Op deze manier verklein je het risico tot vallen.
Collectieve maatregelen:
Wanneer bronbestrijding niet mogelijk is dienen er collectieve maatregelen getroffen te worden. Voorbeelden hiervan zijn randbeveiligingen, steigers of kooiladders. Soms is het niet mogelijk om gebruik te maken van deze collectieve veiligheidsmaatregelingen. Redenen hiervoor kunnen zijn de moeilijke toegang of de hoge kosten in verhouding tot de duur van de werkzaamheden.
Individuele "persoonlijke" maatregelen:
Wanneer collectieve maatregelen niet mogelijk en/of aanwezig zijn dient men te zorgen voor het gebruik van PBM: Persoonlijke Beschermings Middelen. Gordels, leeflijnen, helmen, enzovoorts dienen dan als valbeveiliging in gevaarlijke situaties. Een werkgever dient niet alleen in de nodige valbeveiliging te voorzien, maar ook te zorgen dat medewerkers bekend zijn met het gebruik van de materialen. Mensen die tijdens het werken op platte daken of op ladders, of in hoogwerkers een harnas ten behoeve van valbeveiliging dragen kunnen hiervoor een cursus volgen.
Wettelijk gezien ben je verplicht om altijd eerst bronbestrijding en collectieve maatregelen te treffen, alvorens je overgaat op individuele maatregelen!
6. Informatie
Dit arrangement is tot stand gekomen door de samenwerking van Dolmar (Makita Nederland BV) en docenten van diverse groenopleiding VMBO/MBO en passend onderwijs.
Wij bedanken met name het Prinsentuin College te Breda voor het beschikbaar maken van docent Geert-Jan van der Veeken die de acteur is in alle filmpjes.
Natuurlijk bedanken we verder ook iedereen die materiaal heeft aangedragen om te komen tot dit arrangement.
Voor vragen/opmerkingen kunt u een mail sturen naar:
Snoeien lijkt heel moeilijk maar is gewoon een kwestie van een beetje lef hebben. Snoeien doet groeien, maar waarom snoeien we een heester in de tuin?
Om wildgroei te voorkomen
Om de plant in model te houden
Om de plant te verjongen
Om de groei te bevorderen en voor een mooiere en betere bloei
Voor een betere opbrengst van fruit (bessenstruik framboos ed)
Wanneer heesters snoeien
Aan de plant kun je zien wanneer hij bloeit, maar wanneer snoeien we een heester? Zie je in de winter bloemknoppen aan de takken, dan heb je te maken met een heester die vóór de zomer bloeit. Snoeien doe je ná de bloei. Knip bij deze heesters elk jaar wat oude takken laag bij de grond weg. Ongeveer 1/3 van het aantal takken.Op deze manier verjong je de struik, en blijft hij goed bloeien.
Onderstaande heesters snoei je zo:
Forsythia
Ribes
Deutzia bruidsbloem
Philadelphus Boerenjasmijn
Syringa Sering
Cytisus Brem
Zomer – en najaarsbloeiers
Heesters waar in de winter uitgebloeide bloemen aan zitten, hebben in (na)zomer gebloeid. Ze maken nieuwe bloemknoppen in het voorjaar, op jonge takken. Snoei deze heesters in het voorjaar. Deze heesters knip je vrij laag boven de grond terug. Ze bloeien in de op de jonge scheuten.
Onderstaande heesters snoei je zo:
Buddleja Vlinderstruik
Caryopteris
Hibiscus
Lavendel
Rozen
Spiraea
Hydrangea paniculata soorten ( bloeien op 1 jarig hout)
Grote heesters snoeien
Prachtig zijn de langzaam groeiende heesters die op oude takken bloeien. Vaak krijgen ze een karakteristieke vorm als ze groter groeien. Snoei hier weinig in. Knip alleen de takken die beschadigd zijn, langs elkaar schuren of echt in de weg zitten. Snoei ze net boven een ‘binnenoog’ als je wilt dat ze compact blijven. De groei zal dan naar het midden van de struik gaan. Knip je net boven een ‘buitenoog’ dan groeit de tak naar buiten, en wordt de heester breder.
Onderstaande heesters snoei je zo:
Hamamelis toverhazelaar
Cornus
Magnolia
Viburnum
Besdragende heesters snoeien
Besheesters dragen in het najaar bessen. Ze bloeien meestal onopvallend in het voorjaar. Ook in de zomer vallen ze niet op, je vergeet vaak dat ze in het najaar zo mooi zijn. Knip bij deze heesters in het najaar enkele oude takken laag boven de grond weg. Uit het hart van de struik groeien in het volgende voorjaar nieuwe scheuten, laat deze doorgroeien. Dit zijn de toekomstige bes dragende takken.
Onderstaande heesters snoei je zo:
Callicarpa
Symphoricarpos Sneeuwbes
Euonymus Kardinaalsmuts
Viburnum
Wanneer snoeien voor mooi blad
Sommige heesters wil je in de tuin voor het mooie blad. Donkerrood , goudgeel of zilverwit blad geeft een tuin vaak net iets extra. Bij deze heesters snoei je om veel jonge scheuten te krijgen, deze hebben de meeste kleur. Knip elk voorjaar enkele oude takken tot vlak boven de grond weg. Zo heb je elk jaar een struik met wat oude takken voor de hoogte en jonge scheuten met een felle kleur.
Onderstaande heesters snoei je zo:
Berberis
Sambucus aurea Bonte vlierbes
Sambucus ‘Black Beauty’ Rode vlierbes
Cornus Kornoelje
Bolcatalpa
Enkele speciale gevallen bij de heesters:
Uitgebloeide bloemen verwijderen:
Bij verschillende zuur minnende heesters zoals de Azalea, Pieris, Camelia en de rhododendron is het raadzaam om de uitgebloeide bloemen te verwijderen zodat de plant geen energie stopt in de aanmaak van zaden. Het best kun je de uitgebloeide bloemen dus van de plant afhalen.
Heesters met bessen:
Heesters met bessen, bloeien vaak in het voorjaar. Na de bloei mag je ook hier gaan snoeien maar wel zo dat je de twijgen waarop de bloemen zaten en waarop de vruchten zullen worden gevormd niet wegsnoeit. Hier snoei je dus alleen de oude, misvormde, zieke en of dode takken tot aan de grond af.
Enkele voorbeelden van sierheesters met bessen die in het voorjaar bloeien:
Chaenomeles japonica (Japanse sierkwee)
Amelanchier lamarckii (krentenboom)
Viburnum tinus (sneeuwbal)
Cotoneaster (Dwergmispel)
Schema voor snoeien van heesters
Het snoeien van sierheesters
Algemene snoeiregels
Het dode hout verwijderen.
Kruisende takken verwijderen.
Zieke takken verwijderen.
Teruglopende takken verwijderen.
Opslag van de onderstam verwijderen.
Voorjaar bloeiers
Hebben de knoppen in de zomer aangelegd, die snoei je na de bloei!
Zomer- herfst bloeiers
Bloeien in de zomer, na de bloei snoeien of in het voorjaar bij vorst gevaar.
Bloeiwijze aan het einde van de twijg
Worden over het algemeen niet gesnoeid tenzij ze te groot worden
Rozen
Struikrozen / trosrozen/ polyantha/ grandoflora
In het najaar op kniehoogte tenzij bottelvorming, op 3e buitenoog in het voorjaar
Leirozen
Iets terugnemen in najaar, in voorjaar oude gesteltakken wegnemen eventuele jonge takken aanbinden en uitlopers terugnemen tot gesteltak
Een fout in de aanleg komen we tegen in het onderhoud. In het volgende hoofdstuk komen 4 zaken aan orde, die vaak te voorkomen zijn door tijdens de aanleg de klus goed op te pakken. De volgende problemen komen we tegen
1. spoorvorming.
2. uitrijden
3. kruip
4. verzakkingen
Spoorvorming
Spoorvorming is het rijden van een goot in de verharding.
spoorvorming
kruip
Kruip
Kruip is het wegdrukken van de verharding door de kracht die (vracht) autobanden van de aangedreven wielen op het wegdek uitoefenen.
uitrijden
Uitrijden
Uitrijden is is het weglopen van de verharding aan de rand.
uitrijden
onkruid bestrijden
Onkruid verwijderen op verhardingen met bestrijdingsmiddelen is verboden. branden, stomen, heet water en borstelen zijn methoden om onkruid op een verharding te bestrijden.
Meer info via de volgende link:
vechtdalgroen 1
vechtdalgroen 2
achtergrondinfo. Onkruid op halfverharding bestrijden
Halfverhardingen onkruid vrij maken is een uitdaging! Met deze machine wordt onkruid losgewoeld. Daarna kun je het eenvoudig plukken. Er is een uitvoering met schijveneg en voor zandgrond een model met schoffels en veertanden.
gritfoster
mos en alg verwijderen
Mos en alg zie je het meest op betonnen stenen. Op gebakken steen he je minder last omdat de steen waterafstotend is. Natuurstenen die zacht zijn kunnen vies worden, maar je kun t ze schoon spuiten met water.
achtergrondinfo: reiniging verharding en hout terrazza
In de video een demo van reiniging van stenen en hout. Onkruid, alg, mos enzovoort kan worden verwijderd. Met een opzetstuk kun je ook de bestrating opnieuw bezanden. De verharding hoef je niet met een hogedrukreiniger te bewerken en zonder reinigingsmateriaal.
terrazza mc
verzakkingen herstellen
verzakkingen herstellen
Stel dat er op een plek in de grond veel organisch materiaal in de grond ligt op 30 centimeter diepte. Op die plek wordt een bestrating gelegd met een voldoende cunet.(cunet is datgene wat je uitgraaft) .Het organische materiaal verteert en op den duur zal op deze plek een verzakking in de bestrating optreden. Er ontstaan plassen op deze plek bij hevige regenval. Als je een verzakking wilt herstellen gebruik je een rijlat. Je kunt een waterpas gebruiken, maar bedenk dat bestratingen niet vlak liggen.
Bepaal eerst welk gedeelte van de bestrating je gaat herstraten. Haal deze stenen er uit en leg ze in de buurt van je werk. Om je werk aan te sluiten op de rest, kun je een waterpas op de kop gebruiken. De hoogte van de onderkant van de waterpas is de hoogte van de bovenkant van de steen. Nu kun je de stenen op de juiste hoogte herstraten. Let op! Door de verzakking hebben de stenen maar ruimte gekregen. Het kost soms veel moeite om de laatste stenen weer tussen de andere bestrating te krijgen. In onderstaande film zie je hoe je kunt herstraten.
rijlat
herstraten
Onderhouden hout
Onderhouden van een schutting
Onderhouden kunststoffen en metalen
Onderhouden vijver en waterpartijen
Aanleggen tuinen
De bodem
Ontstaan van Nederland
Aanleggen gazon
Gras
Gras is iets heel gewoons, maar toch ook weer heel bijzonder. Het is overal om je heen, in de tuin, het voetbalveld, de weilanden, noem maar op. Heel veel mensen zijn afhankelijk van het gras. Doel: in dit arrangement leer je over gras als plantje, gewas en het belang voor jouw vakgebied.
Wist je dat er vele soorten gras waren? Gras is lang niet gewoon overal hetzelfde! We gaan eens kijken of we verschillende soorten gras kunnen ontdekken. Loop maar eens door een grasveldje, je zult zien dat niet alle grassprietjes hetzelfde zijn! Of kijk in de berm, daar is de variatie nog veel groter!
Hieronder zie je de meest gebruikte grassoorten en hun eigenschappen.
Engels raaigras
Veldbeemdgras
Rood Zwenkgras
Struisgras
Opdracht 1
Hier onder vindt je een zoekkaart van verschillende grassoorten. Het handige van een zoekkaart is dat je deze gewoon mee naar buiten kunt nemen en daar terplekke kan uitzoeken welke grassoort je gevonden hebt.
Wat ga je doen?
Je gaat naar buiten en zoekt 4 verschillende grassoorten op.
Deze determineer je met behulp van de zoekkaart. Laat dit controleren door je docent.
Nu ga je de grassen drogen. Dit doe je tussen kranten en in een pers.
Laat het geheel 3 weken drogen. Nu plak je iedere soort gedroogd gras op een apart A4-tje. Zet de namen er bij, dit heet een herbarium:
- Nederlandse naam
- Latijnse naam
- Familienaam
Zoekkaart Grassen
Gras & Vee
De boeren zijn afhankelijk van gras. Dit komt omdat het het belangrijkste onderdeel is van de veevoeding.
Het grasmengsel dat de boeren zaaien op de velden bestaat voor 75% uit Engels Raaigras. Engels Raaigras is namelijk bijzonder voedzaam en groeit snel. Ook kattegras groeit snel en wordt er wel eens doorheen gemengt. Het kan ook prima tegen betreding (als er overheen gelopen wordt). Dat is heel handig als je ook koeien in de wei wilt laten grazen!
Een weiland kan men ca. 6x in het jaar maaien. In onderstaand filmpje zie je hoe dat gaat.
Gras maaien
Na het maaien moet het gemaaide gras geschud worden. Het liefst zo snel mogelijk. Het gras moet namelijk drogen voordat het verpakt kan worden tot balen of verwerkt tot een kuilbult. Hier onder zie je de boer of loonwerker aan het schudden. Het schudden gebeurt meestal 2 a 3 x per snee voordat het droog genoeg is om als voer te dienen.
Schudden
Als het gras genoeg gedroogd is, wordt het tijd om te harken. Waar het gras bij het schudden uit elkaar getrokken wordt, is het bij het harken juist de bedoeling om het netjes in een lijn op een hoop te krijgen zodat het hierna verwerkt kan worden. Op onderstaand filmpje zie je de boer of loonwerker aan het harken.
Harken
Na het harken kan het gedrogde gras verder verwerkt worden. Het kan met de hakselaar versnippert worden of juist met de balenpers tot balen geperst en gewikkelt worden. Ook een mogelijkheid is dat het los vervoerd wordt naar de kuilplaats bij de boer en hier afgedekt wordt met zijl. Het gaat er om dat het gras verpakt wordt zodat er geen zuurstof bij kan komen. Het gras gaat dan fermenteren. Fermenteren is het omzetten van voedingsstoffen (gras) door bacterien en gisten naar lang houdbare voedingsstoffen (kuil). Waarbij er dus geen zuurstof aanwezig is. Zou er wel zuurstof bij kunnen, dan ging het rotten (composteren) en dan lusten de dieren het niet meer!
Hoeronder zie je de loonwerker aan het balenpersen en wikkelen.
Persen en wikkelen
Nu de balen klaar zijn, kunnen ze vervoerd worden naar de boer en daar opgeslagen.
Opdracht 2
Het kostenplaatje.
Zoek uit:
Hoeveel kuil/ vers gras eet een koe per dag?
Hoeveel kg gras haalt een boer van 1 hectare grond af?
Hoeveel kg kuil/ vers gras moet een boer per jaar voeren als hij 100 melkkoeien heeft?
Je kan het gras 6x per jaar maaien. Hoeveel hectare weiland heeft een boer nodig om zijn koeien 1 jaar lang te voeren?
Gras & Recreatie
Grasmat
Als je aan gras en recreatie denkt, dan moet je het toch al vrij snel in de sportwereld zoeken. Denk maar eens aan het voetbalveld, de golfbaan, maar ook de zonneweide bij het zwembad! En wat dacht je van de kampeerveldjes op de camping? Allemaal gras, en allemaal voor de recreatie.
Waar het voor een boer belangrijk is dat het gras voedzaam is, is het in de recreatie vooral belangrijk dat mensen er op kunnen lopen. Het moet dus sterk spul zijn, zeg maar. Natuurlijk wil je ook graag dat het gras er ook netjes uitziet, dus groen en vol.
Het mengsel voor recreatie gras is:
65% Engels raaigras
25% Veldbeemdgras
10% Rood zwenkgras
Het voordeel van het zwenkgras is dat het mooie dichte zoden (grasmatten) vormt. Veldbeemdgras kan goed de winter door en blijft lang groen. Het raaigras is gewoon super sterk, groeit snel en kan goed tegen betreding.
Opdracht 3
De zitmaaier
Op veel campings en sportvelden maait men met een zitmaaier. Maar hoe werkt zo iets?
Zoek uit:
Welk merk zitmaaier hebben ze bij jou op stage of op school?
Hoeveel kost hij nieuw?
Op wat voor brandstof loopt hij?
Wat is zijn verbruik?
Is het een viertakt of een tweetakt motor?
Vraag je docent of stagebieder hoe je met een zitmaaier werkt. Maak hiervan een gebruiksaanwijzing in Word.
Gras & Tuin
Voor hoveniers is gras ook een belangrijk onderdeel in het werk. Zo willen de mensen bij het aanleggen van de tuin graag een mooi groen gazon. Een gazon bestaat uit fijner gras dat een mooie groene kleur heeft en er verzorgt uitziet. Het mengsel voor een gazon bevat de volgende grassoorten:
Engels Raaigras
Rood zwenkgras
Veldbeemdgras
Struisgras
Struisgras is een grassoort die mooie fijne grassprietjes geeft met een fris groene kleur. Het is wat lichter dan de andere grassoorten en deze grassoort zie je ook wel op golfbanen. Roodzwenkgras heeft als mooie bijkomstigheid dat het vlinders aantrekt als het bloeit. Je kunt je voorstellen dat de klant vlinders in zijn tuin als pluspunt beschouwd.
Deze combinatie levert je de mooiste grasmat op. Echter ook de gevoeligste. Struisgras houd er niet van om vertrapt te worden, dus voor iemand die veel wil voetballen in de tuin zou het geen geschikte soort zijn. Maar voor iemand die wil genieten van zijn gazon en er lekker in het zonnetje wil zitten is het een prima mengsel!
- Aanleg
Als je een stuk gazon gaat aanleggen moet je goed voorbereid te werk gaan. Je kunt op 2 manieren gras leggen:
Graszoden
Gras zaaien
Wij concentreren ons op het zaaien. Natuurlijk is het belangrijk om goed uit te meten waar het gazon moet komen. Allereerst ga je spitten. De grond wordt omgewoeld en nu kun je er meteen compost e.d. doorheen mengen.
Voor een klein oppervlak kun je het zelf aantrappen, voor een groot oppervlak kun je een verzwaarde rol gebruiken.
Je egaliseert het oppervlak mooi en zorgt dat de stenen en klei brokken er uit zijn. Nu kun je zaaien. Na het zaaien hark je in een V-vorm het gazon netjes aan en kun je het water geven. Let op dat je het met een fijne sproeier doet, anders speoel je het graszaad weg!
Op onderstaand filmpje kun je zien hoe het werkt.
Gras zaaien
Opdracht 4
Je gaat nu in de kas of tuin bezig. Je gaat een gazon inzaaien zoals je op het filmpje bij Gras & Tuin hebt kunnen zien.
Wat heb je nodig:
Meetlint
Piketpaaltjes of haringen
Lijn
Spitschep
Hark
Graszaad
Gieter met sproeikop
Je krijgt van je docent een stuk werkterrijn toegewezen. Ook geeft hij je de maten door van het stuk in te zaaien grond. Meet dit uit en zet je werklijnen uit met behulp van de piketpaaltjes of haringen als hoekpunten.
Kijk nog eens goed naar het filmpje. Zaai nu je veldje in en laat dit controleren door je docent. Hij bepaald of je de opdracht voldoende hebt uitgevoerd.
- Onderhoud
Niet alleen de aanleg van een gazon in het werk van een hovenier, veel ondewrhoud wordt ook door hen gedaan. Een mooie grasmat is natuurlijk een mooi gezicht, maar waar gras groeit, groeit ook mos. Mos is een van de grootste problemen in het gazon. In veel gazons is er een voortdurende strijd tussen gras en mos. Door de groei omstandigheden voor het gras gunstiger te maken dan voor het mos is de strijd te winnen.
Mos groeit liefst op zuurstof arme (en daardoor zure) grond en op schaduwrijke vochtige plaatsen. In tegenstelling tot gras groeit mos wel bij 5 graden Celsius, wat een van de redenen is dat er in de winter veel mos in het gazon ontstaat. Mos heeft weinig mest nodig. Door te zorgen dat het gras goed groeit en er voldoende zuurstof in de grond kan komen krijgt mos minder kans. Ook mag er geen zuur milieu ontstaan. Dit ga je tegen door in het voorjaar kalk te strooien. Ook zorg je voor een goede bemesting, in het voorjaar en in het najaar. Het maaien is ook belangrijk. Je maait het niet korter dan 3 cm! Handig is de maat aan te houden van 2 vingers dikte, dan zit je goed.
Kijk naar het onderstaande filmpje over onderhoud van gazon.
Onderhoud gazon
Opdracht 5
Je moet een gazon aanleggen in een bestaande tuin. Het stuk wat hiervoor beschikbaar is heeft de volgende afmetingen:
Lengte: 5 meter
Breedte: 3 meter
Bereken de omtrek van het gazon.
Bereken de oppervlakte van het gazon.
Welk grasmengsel heb je nodig?
Zoek uit hoeveel graszaad je nodig hebt om het gazon in te zaaien.
Wat kost het om dit gazon in te zaaien?
Tuin ontwerp
Opdracht 6
Graspoppetje
Om het verschil tussen de grassoorten goed te kunnen zien gaan we ze naast elkaar zetten en laten groeien. Een leuke manier om dit te doen is via "graspoppetjes".
Benodigdheden:
3 pantykousjes
Hooi
Zaagsel
Gazongraszaad (siergras)
Kattengraszaad (weiland)
SV7 graszaad (sportveld)
3 plastic bekertjes/ kweekpotjes
6 oogjes
3 mondjes
Doe wat zaad in de voet van het pantykousje. Maak van hooi en zaagsel een bol ter groote van een grapefruit en stop deze ook in het pantykousje. Druk goed aan! Leg er een strakke knoop onder. Draai het geheel om zodat het graszaad aan de bovenzijde zit en de knoop aan de onderzijde. Zet het geheel in het potje. Plak de oogjes er op en de mond. Geef het poppetje wat water op zijn hoofd.
Nu moet je het laten gras laten groeien... Maak elke week een foto van de 3 popetjes zodat je ziet welke het snelst groeit. Als alle 3 de poppetjes een flinke haardos hebben maak je er een mooi fotoverslag van.
Tip: Vergeet ze geen water te geven!!!!
Nederlands
Sommige mensen zijn allergisch voor gras. Nouja, voor het stuifmeel van gras. Dit noemen we hooikoorts. Onderstaande tekst gaat over hooikoorts. Lees hem goed door en maak de opdrachten die er bijhoren. Deze vindt je onder de link van de tekst.
Een vreemde taal, maar ik kan bij het plaatje wel zien dat beplanting verkoelend werkt..
Onder bomen is het het koelst, maar zelfs gras is koeler dan verharding en zeker asfalt...
planten zijn koel
planten vergroenen de ruimte!
In de animatie zie jedat een weg wordt omgevormd met meer ruimte voor groen.
den Haag, omvorming weg
plantdiepte
wat zie je?
plantdiepte 2
Een plant die je gaat (ver)planten moet op dezelfde diepte worden geplant als deze stond. Te diep planten is ook erg slecht. Ook dan kan de plant na verloop van tijd dood gaan.
boom in gras
bosplantsoen planten
Planten van bosplantsoen.
Bosplantsoen wordt meestal gekweekt in de volle grond.
We noemen dit plantgoed of kluitgoed. Een plant zonder bescherm netje wordt ook wel plant zonder kluit genoemd. Met een netje er om heen heet het met kluit.
Je kunt plantgoed het best planten in de rustperiode.
Dat is in de periode dat struiken hun blad laten vallen.
Zet de beplanting op dezelfde diepte als de plant stond.
Je kunt planten ook in een potje opkweken. We noemen dit containerplanten.
Voordeel is dat je dergelijke planten het hele jaar (tenzij er vorst in de grond zit) kunt planten.
Je beschadigd namelijk de haarwortels niet bij het verplanten.
Nadeel is dat deze planten duurder zijn in de aanschaf.
Als de plant nog in de pot staat heeft de plant eerder een tekort/overmaat aan water en/of voeding dan in de volle grond.
wortelgoed planten
Hier tips voor het planten van wortelgoed. Check de film.
wortelgoed planten
plantverbanden
In de afbeeldingen de 4 plantverbanden.
codering plantkwaliteit
Om een goede plant te kweken, heeft een kweker soms meerdere groeiseizoenen nodig om goed plantmateriaal te kweken. Planten kunnen soms snel groeien, maar dat wil nog niet zeggen dat de kwaliteit van de plant ook beter is. Soms is het goed om planten terug te snoeien om ze beter te laten vertakken. Ook worden planten soms rondgestoken of wordt er wortelsnoei toegepast.
Om plantmateriaal goed te vergelijken, is het goed om te weten wat er op de kwekerij met de planten is gebeurd. Hiervoor is een internationale code ontwikkeld.
Zie hieronder.
codering bosplantsoen.jpg
vermeerderingsmethoden
Je koopt planten bij een kwekerij. Hier worden dus planten gekweekt. Dat kan op verschillende manieren. Zie onderstaande link voor uitgebreide info.
De manier waarop de plant is gekweekt heeft invloed op de plantkwaliteit en op eigenschappen van de plant.
Een voorbeeld: Als je planten zaait, zal elke plant op een ander moment blad vormen, blad laten vallen, een andere groeivorm hebben en verschillend reageren op een bepaalde plaag of ziekte. Als je van een moederplant stek maakt, zullen alle stekken gelijk in blad komen en blad laten vallen, dezelfde groeivorm hebben en gelijk reageren op een bepaalde ziekte of plaag. Bepaalde planten zoals eenjarigen kun je in de zomer stekken.(zomerstek) Houtige gewassen kun je vaak beter in de winter stekken. ( winterstek)
Bij enten en oculeren is sprake van een onderstam. Hieruit kan wild groeien. De plek waar is geent is ook vaak een zwakke plek.
Afleggen: Sommige planten zoals de cornoelje/Cornus kun je via afleggen vermeerderen. Een tak buigt uit en raakt de grond. Op die plek zal er op de tak wortels worden gevormd. Als je de plant afknipt, kan de plant zelfstandig doorgroeien. Nadeel van afleggen is dat de wortels scheef staan ten opzichte van de gesteltak. Na verloop van tijd zal dit herstellen.
Scheuren of delen wordt veel bij vaste planten toegepast. Het is het in stukken hakken van een pol. Elk deel zal verder groeien.
De beste methode is het maken van een voldoende ruim plantgat.
Hieronder staan afbeeldingen van andere methoden.
1. De boerenkool methode. Zet een steekschop in de grond. Wrik de grond weg. In de spleet zet je een plant.
Daarna druk je de grond weer aan. De methiode wordt in moestuinen gebruikt om jonge kool planten te planten.
Bij struiken met grotere wortels is het een minder goede methode. Het is een snelle manier, maar planten kunnen dood gaan.
Een hovenier geeft garantie bij het planten. Als een plant dood gaat, zet hij, zonder dit door te rekenen aan de klant, een nieuwe plant.
We noemen dit inboeten.
Een andere manier is planten met een motorboor.
Op de grondboor kun je koppen van verschillende grootte zetten. Je boort een gat en zet de plant in de grond.
Let op! De grond rondom het gat moet goed los zijn. Bij harde, vaste grond is het gevaar dat de plant alleen wortelt
In de losgeboorde grond. De plant staat dan eigenlijk in een vaas en zal slecht groeien.
air spade
De air spade is een methode, waarbij je met hulp van een van een compressor een luchtstraal met een snelheid van Mach 2 produceert. De AIR-SPADE® dringt effectief door in de meeste bodemsoorten en werkt deze los zonder niet-poreuze objecten zoals boomwortels, ondergrondse kabels en leidingen te beschadigen. Door de luchtdruk verkruimelt de grond, zonder de (haar)wortels te beschadigen. Gebruik bij deze methode oogbescherming en gehoorbeschermingsmiddelen. Op de video hieronder zie je hoe het werkt.
air spade
machinaal planten
001.jpg
In de Tuin en landschap stond een artikel over een plantmachine voor een grote plantklus in Brabant. 90.000 vaste planten en grassen werden langs een 4 kilometer lange strook geplant. Op een kraan is een plaat gemaakt met hierop noppen. De noppen worden in de losse grond gedrukt. Op de linker afbeelding de kraan met de stempel. Rechts een detail van de stempel.
Er zijn ook plantmachines. Deze kunnen ingezet worden om bomen of struiken te planten. Hieronder een video van een dergelijke machine, speciaal voor een boomkwekerij ontworpen machine om grotere boommaten te planten.
heggen planten
In de video zie je hoe een heg met 1 rij wordt geplant.
nadat een sleuf wordt gegraven, zet je de planten aan 1 kant.
De sleuf is mooi recht afgestoken en de planten druk je tehgen de afgestoken kant.
De grond heb je naar de andere kant gegooid en kun je nu aanvullen.
Daarna druk je de grond aan en zet de planten rechtop.
Wil je een dubbele rij planten, maak dan de sleuf iets breder.
Zet de planten aan beide zijden in de sleuf.
Het is wel lastiger om de grond weer aan te vullen.....
machinaal heggen planten
Hieronder een plantmachine die speciaal is ontworpen voor het planten van hagen.
Zie video.
kant en klaar heggen planten
Hieronder een film over de aanplant van een kant en klaar haag.
kant en klaar heg
Deze kant en klaar heg, prijs 60 euro per strekkende meter, is 2 meter hoog. Ook hier wordt de kraan ingezet om een handje te helpen.
machinaal kant en klaar heggen planten
Martijn Naber Curatio heg planten
bomen planten
reden boompaal
boom krom
boom planten
Hieronder de werkvolgorde bij het planten van een boom met 1 paal:
Graaf een ruim plantgat.
Plaats de paal op het zuidwesten
Zet de boom op de juiste diepte.
Houdt tussen paal en stam boven een vuist afstand, onder een voet.
Gooi het plantgat dicht
Druk de grond aan
Plaats de boomband.
hoge paal of lage paal?
Meestal zie je dat hoveniers en groenvoorzieners een lange paal gebruiken.
Zie afbeelding links boven. Men vindt het mooi staan. Een paal staat bij een boom, zodat de boom in de eerste jaren goed kan wortelen.
Zonder paal vangt de boom veel wind als de boom in het blad zit. Zonder paal zal de boom in de grond gaan wiebelen en zich niet goed kunnen vastzetten. Omwaaien is dan goed mogelijk. Maar om te zorgen dat de boom niet omwaait, kun je ook een kniepaal gebruiken. Ook met een kniepaal wordt de boom vastgehouden en zal bij wind niet gaan wiebelen.
Een andere reden om kniepalen te gebruiken of extra te plaatsen is dat de stam minder snel wordt beschadigd bij maaiwerkzaamheden.
De persoon die gras maait, wordt gedwongen om ruimer om de boom heen te maaien.
paal recht of scheef of ???
Ter overdenking:
In Nederland plaatsen we de boompaal recht. Maar in omliggende landen wordt de paal ook wel eens scheef geplaatst. Zie plaatje linksonder.
De redenatie: Een scheve paal kan beter de boom vasthouden dan een rechte paal. Rechte palen kun je eerder omdrukken.
Palen kunnen na 3 jaar worden verwijderd. De aangeplante boom kan dan met eigen wortelstelsel zichzelf vasthouden.
Als de paal te lang bij de boom blijft staan, kijk dan naar het plaatje rechtsonder. Je kunt je wel voorstellen wat er gebeurt.
achtergrondinfo. scheve paal
In Zutphen hebben ze scheve boompalen bij de bomen gezet, zodat de stam scheef gaat groeien! Zie foto links onder. Het effect moet gaan lijken op de foto rechts onder....
kunstproject Zutphen
kromboom
geen paal!
Rechtboven zie je de meest toegepaste methode. 1 paal op het Zuidwesten.
Grotere bomen of bomen die op plekken staan waar ze meer in de wind komen, worden vaak gepland met 2 of zelfs 3 palen.
Een nieuwe methode is om de boom ondergronds te verankeren. Zie de afbeelding linksboven en het filmpje.
boom ondergronds verankerem
vraag
bomen Parkweg Hardenberg
boom band
verstevigingslus
een 8
Meestal is boomband van rubber of een soortgelijk soepel materiaal. Maar er worden ook materialen als autogordel of kokos gebruikt (foto linksonder) . Er zijn verschillende manieren om boomband te bevestigen. 1 methode is met een verstevigingslus. (foto linksboven) Een andere methode is om de band in een zogenoemde 8 te maken. (foto rechtsboven)
Bevestig de band niet te strak! Het materiaal moet 2 tot 3 jaar blijven zitten en in die tijd zal de boom dikker worden.
In Ierland hebben ze weer een andere methode. De band wordt bevestigd op een plank, die tussen 2 palen is bevestigd.(foto rechtsonder)
kokos boomband
ierse methode
boomspiegel
boomspiegel
Op de foto zie je een boomspiegel. Dit doet men zodat je bij het gras maaien de bast van de boom niet beschadigd. Er wordt gezegd dat door de boomspiegel de boomwortels beter kunnen ademen. Of dit waar is weet ik niet. Verharding rondom een boom is zeker niet goed.....Maar beplanting of gras rondom een boom is voor de boom niet schadelijk.
wanneer bomen planten?
plombes
plombe_edited.jpg
plombe.jpg
De Nederlandse Algemene Keuringsdienst oftewel de N.A.K. Tuinbouw keurt de kwaliteit van bomen. Planten die voldoen aan de gestelde eisen krijgen een etiket of plombe.
Bij de kwaliteitseisen kan ook worden getest of de plant virusvrij is. Vooral bij export van planten is dit belangrijk. Planten met een virus mogen naar bepaalde landen niet uitgevoerd worden.
Een plombe zegt dus iets over de kwaliteit van de boom.
boom maten
Bij bomen wordt de plantmaat aangegeven in de omtrek van de stam op 1 meter hoogte.
Een 12-14 wil dus zeggen dat de boom op 1 meter hoogte een stamomtrek heeft tussen 12 en 14 centimeter. De omtrek is 3,14 (Pi) keer de diameter. De diameter van de boom is dus ruim 4 centimeter.......
De boom wordt gemeten op 1 meter hoogte omdat sommige bomen een verdikking hebben van de stam net boven de grond. Om goed te kunnen vergelijken is 1 meter hoogte afgesproken.
Handelaren hebben voor elke stamdikte een kleur afgesproken. Aan de kleur kan de kweker meteen de stammaat aflezen.
Grotere bomen worden met kluit verkocht. Vaak is rondom de kluit een ijzeren net rond de kluit gezet, om beschadigingen van de kluit bij het transport te verminderen. Men noemt dit een draadkluit.
Op de volgende links meer info over bomen en maatvoeringen.
Parkeervakken zijn vaak in de buurt van bomen. Het gewicht van de banden drukt de grond aan, waardoor de grond wordt samengeperst. Een oplossing is het gebruik van bomenzand. Dit zand is gezeefd en de korrels hebben allemaal dezelfde grootte. Hierdoor kan deze grond niet samengeperst worden. Soms is bomengrond alleen niet genoeg. Hiernaast zie je een laag kratjes van 15 cm hoog. Deze kratjes liggen boven het bomenzand. De drukverdeling door de kratten voorkomt insporing, de luchtlaag in de kratjes voorkomt wortelopdruk. Bron tuin en landschap maart 2014.
Bomen planten dicht bij kabels en leidingen
Memo: wat je boven de grond ziet aan takken, zit ook onder de grond aan wortels. Vaak worden jonge bomen te dicht bij kabels of leidingen geplant. Ook hoor je vaak dat fietspaden in de buurt van bomen na verloop van tijd worden opgedrukt. Er zijn wel wortelweerschermen op de markt, die er voor zorgen dat de plantenwortels worden begeleidt naar een plek waar ze minder schade aanrichten. Zie afbeelding.
rootbarrier
machinaal bomen planten
Hieronder een filmpje die laat zien hoe je machinaal bomen kunt planten en verplanten
bomen planten dutchman industries
achtergrondinfo machinaal boom planten
Enschede rode beuk
In de video een boom met een stammaat 80-90, die met een kraan op de plek wordt gezet.
Net over de grens bij Winterswijk zijn deze bomen geplant. Je ziet dammen in de sloot, zodat de wortels beter kunnen aarden. Deze wortels moeten wel naar beneden gaan groeien! Waarom deze methode is gekozen is niet duidelijk voor de schrijver. Weet jij het wel?
achtergrondinfo. Koele bomen
invloed van bomen op de temperatuur
Bomen hebben een verkoelende werking. Zie afbeelding hierboven. Met name nu we een steeds warmer klimaat krijgen, is het van belang om voldoende groen te beplanten!
achtergrondinformatie meerstammige bomen.
Soms wil een ontwerper graag een meerstammige boom in een ontwerp opnemen. Hierdoor krijgt het ontwerp een ander beeld. Op de foto links een voorbeeld.
Op de foto rechtsonder een 3 tal bomen die in Belgie bij een kerk zijn gepland en aan elkaar zijn ge-ent en vergroeid. Het moeilijk te vatten begrip van de Drievuldigheid kon zo door meneer pastoor beter worden uitgelegd. De boom in zijn geheel als de heilige drie-eenheid en dat God bestaat als drie heilige personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest die hier worden voorgesteld door de drie poten. meer info in de link.
Om de maat van sierheesters aan te geven, wordt meestal de hoogtemaat aangegeven. Een heester 60-80 betekent dus dat de plant tussen de 60 en 80 centimeter hoog is.
Bij een bodembedekkende plant wordt niet in de lengte aangegeven, maar de diameter.
Heesters komen met meerdere takken tegelijk uit de grond. Om de kwaliteit van de heesters aan te geven, wordt vaak ook aangegeven hoe veel gesteltakken de plant heeft.
Op deze manier kun je de planten en prijzen van verschillende kwekers beter met elkaar vergelijken.
advertentie van boomkweker
coniferen planten
Coniferen houden vaak van zuurdere grond. Als je goed hebt opgelet bij de lessen over bodemkunde en bemesting, kun je me aangeven wat je in het plantgat kunt doen om de plant beter te laten groeien.
Veel coniferen worden in een gaaslap geleverd. Er zijn hoveniers die de plant met gaaslap en al planten. Men gaat er van uit dat de gaaslap op den duur verteert. Bij het losmaken van de gaaslap valt er veel zand uit de kluit. Bij het laten zitten van de gaaslap heb je hier geen last van. Vaak zie je dat coniferen veel moeite moeten doen om door de gaaslap te groeien. Het advies is daarom om heel voorzichtig de gaaslappen te verwijderen en dan de coniferen te planten.
Groenblijvende coniferen en bladhoudende planten kennen geen rustperiode. (ver)Planten in de winter is risicovoller. De plant droogt uit door wind en kou. Daarom is het advies om deze planten in het late najaar (september/oktober) of vroege voorjaar (maart/april) te (ver)planten. Wortels kunnen snel herstellen in dezxe perioden. Bij het verplanten is rondsteken rond de wortels een paar maanden voor het verplanten aan te bevelen. De plant maakt haarwortelsd vlak bij de stam en heeft meer kans om aan te slaan na het verplanten.
vaste planten planten
P7, P9 en C2!
Bijna alle vaste planten worden verkocht in container. Vaste planten kun je in verschillende potmaten kopen. Een P7 betekent dat de plant in een potje zit van 7 bij 7 centimeter. In een kist zitten dan 4 x 6 = 24 plantjes.
Een P9 betekent dat de planten in potjes van 9 bij 9 centimeter zitten.
Planten met een grote kluit worden soms verkocht in een nog grotere pot. Een pot van 2 liter wordt in de vakhandel een C2 genoemd. In de video hieronder wordt het nog mooier uitgelegd.
De planten worden vaak in wildverband geplant. De planten worden met pot en al op de grond uitgezet. Door een schop in de grond te zetten waar de plant moet komen, en de grond hier om te spitten, krijg je een goede plantplek. Nu wordt de pot verwijderd en met de hand kun je de plant planten op dezelfde diepte als de plant stond.
P en C maten.
kant en klaar vaste planten matten planten
Covergreen heeft kant en klare matten op de markt gebracht. In de video's hieronder zie je de voorbereiding en het leggen van de matten. Meer info op onderstaande link.
Ook klimplanten worden vaak in container geleverd. Zorg dat de plant bij een constructie staat, waar de plant in kan groeien. Denk aan:
*trellis scherm
*pergola
*klimrek
*gaas en betonmatten
*draden enzovoort.
eenjarigen en tweejarigen
Eenjarigen zijn planten die slecht tegen vorst kunnen. Groot voordeel van vele eenjarigen is dat ze enorm veel bloemen maken.Na half mei (de ijsheiligen) is de kans op nachtvorst heel klein. Als je dan de planten plant, zullen ze tot de vorstperiode bloeien. Voorbeelden zijn afrikaantjes, lobelia en geranium.
Tweejarigen maken in het najaar een bladrozet. Met de bladeren overleven ze de winter. Vroeg in het voorjaar kunnen de planten bloeien, zaden vormen en sterven daarna af. Voorbeelden zijn de madeliefjes (meizoentjes) en de viool. Deze planten kun je vroeg in het voorjaar planten.
bollen en knollen
Bollen
Een ui is een voorbeeld van een bloembol. Bij het doorsnijden van een ui zie je ringen. Het binnenste gedeelte is de groeipunt. Daaromheen zitten in aanleg de bladeren en zit reservevoedsel. Onder de bol zie je wortels.
Knollen
Een aardappel is een voorbeeld van een knol. Als je een aardappel doormidden snijdt, zie je een vaste massa. Op de schil zitten punten of ogen. Deze kunnen, met hulp van het reservevoedsel in de vaste massa, ontspruiten. Er komen stengels met bladeren uit de knol aan de bovenkant en wortels aan de onderkant.
Voor bloembollen is de grootte van belang voor de kwaliteit. De omtrek wordt aangegeven als bolmaat.
Er zijn 2 soorten bollen en knollen.
Voorjaarsbloeiers. Deze planten bloeien in het voorjaar. De bol (voorbeeld Tulp) of knol (voorbeeld Crocus) heeft een koudeperiode nodig. Je plant de bollen en knollen in het najaar. Somige bollen moet je in de zomer uit de grond halen en droog wegleggen. Anderen kunnen verwilderen. (voorbeeld Crocus)
Zomerbloeiers. De meeste bollen (voorbeeld Sierui) en knollen (voorbeeld Dahlia) kunnen vaak niet goed tegen vorst. Je plant ze in het voorjaar. Ze bloeien in de zomer of nazomer. Maar ook hier zijn planten die beter tegen de vorst kunnen en dus kunnen verwilderen. (voorbeeld herfststijlloos)
planten: Spit de grond los. Maak een gat, dat drie keer zo diep is als de bol. Een bol van 5cm hoog leg je dus met de wortels op 15 cm diep. Bovenop deze bol komt 10 centimeter zand. Heel veel informatie over bollen en knollen op de volgende link:
Bij grotere hoeveelheden kun je ook besluiten om machinaal bollen te planten. Zie filmpje.
machinaal bollen planten
bollen planten in een gazon
Veel bloembollen zijn geschikt voor verwildering. Dus kunnen ze ook in een gazon worden geplant.
Als je bij de eerste maaibeurten het loof laat staan zdat het kan afsterven, kunnen de bollen jarenlang bloeien. Hoveniersbedrijf Vechtdalgroen stuurde een bericht op social media. Zij gebruiken een zodensteker om dit klusje te klaren.
zodensteker
bollen op juiste diepte
kuipplanten, waterplanten
kuipplanten
Deze planten kunnen slecht tegen vorst. Het zijn planten die in kuipen worden geplant en de plant wordt met pot en al in de winter op een vorstvrije plek neergezet. In paleizen en landgoederen zie je vaak bij een tuin een orangerie. De Sinaasappel is een plant die vroeger veel als potplant werd gebruikt. Het planten is gelijk aan andere vaste planten en heesters.
Waterplanten
Het planten van waterplanten wordt behandeld bij hoofdstuk 1.4: aanleg waterpartijen.
verplanten
Soms staat er een plant al in een tuin, die men wil houden in de nieuw aan te leggen tuin. Alleen staat de plant op een verkeerde plek. De vraag is of je een plant kunt verplanten. Dat is van meerdere factoren afhankelijk.
1. Jaargetijde. De beste tijd om te (ver)planten is in de rustperiode. De meeste tuinen worden in het voorjaar aangelegd en zelfs in de zomer, bij gebruik van containerplanten, is het aanleggen mogelijk.
2. Leeftijd. Een jonge struik die een jaar geleden is geplant is beter verplantbaar dan een oude struik, die al jaren op dezelfde plek staat.
3. Wortelgestel. Rhododenderons hebben een compact wortelstelsel. Als je een Rhodo uit de grond steekt, dan zit er een mooie, stevige kluit bij de stam. Bij andere planten zie je dat de plant een penwortel makt en/of dat de wortels ver uit elkaar groeien. Bij het uitsteken beschadig je veel haarwortels. Deze zeer kleine wortels zorgen voor opname van water en voeding.
Als bekend is dat een plant verplant moet worden, kun je de plant een paar maanden eerder rondsteken. Met de steekschop steek je op een korte afstand van de stam de wortels aan de zijkant af. De plant zal regeren met aanmaak van nieuwe wortels dicht bij de stam. Als je daarna gaat verplanten heb je een grotere slagingskans.
Hier per groep wat opmerkingen:
Bomen. De verplantbarheid is per soort verschillend. Zaak is om zo veel mogelijk wortels te behouden. Met een hydrolische graafmachine lukt het vaak om genoeg kluit over te houden.
Struiken. Struiken kun je uitdunnen of zelfs afknippen boven de grond. Dat kan tijdens het verplanten of eventueel achteraf als blijkt dat de plant moeite heeft om aan te slaan.
Coniferen. Hebben vaak een compact wortelgestel en zijn, zeker op jonge leeftijd, goed verplantbaar.
vaste planten. Veel vaste planten worden gescheurd. Deze planten kunnen dus goed tegen verplanten en moeten soms zelfs worden verplant. Er zijn een paar uitzonderingen. De pioenroos kan slecht tegen verplanten. De eerste jaren na het verplanten zal de plant niet bloeien. Sommige planten hebben vlezige wortels, zoals de Yucca. Deze planten kunnen dood gaan door ze te verplanten.
bollen en knollen. Zeer goed verplantbaar.
opkuilen en transport
Transport
Bij het transport is het belangrijk dat er geen takken breken. Leg de plant met de kluit naar voren in de laadbak. Bij het vervoer zal de plant door de rijwind blijven liggen.
Nog belangrijker is het afdekken van de beplanting. In ieder geval moeten de wortels worden afgedekt met een dekzeil. Nog beter is het om de gehele plant af te dekken. Door rijwind zal de plant snel uitdrogen. De plant kan hieraan zelfs dood gaan.
Opkuilen
Als je een boom plant of verplant, kan het zijn dat je de plant niet meteen op de plek kunt planten. In dat geval moet je de planten opkuilen. Je kunt een geul graven en de planten scheef in deze geul neerleggen. De reden om op te kuilen is het voorkomen van uitdroging van de wortels. Door zon, maar nog veel meer door de wind, kunnen wortels snel uitdrogen. Hierdoor kan de plant veel vocht verliezen en zelfs dood gaan.
inboeten
Op planten zit een hoge winstmarge. Een hovenier koopt een plant in voor 1 euro, terwijl de klant er 2 euro voor betaald. Maar veel hoveniers geven ook garantie op de beplanting. Als een plant het eerste seizoen dood gaat, dan zal de hovenier op eigen kosten een nieuwe plant er in zetten. We noemen dit inboeten. Ook de arbeidsuren voor het opniuw planten zijn voor rekening van de hovenier.
Daarom is het zo belangrijk om te kijken naar:
grond, bemesting en grondbewerking
de kwaliteit van het plantmateriaal,
goed transport van de planten
planten op te kuilen.
de planten vakkundig en goed te planten en
in de juiste plantperiode te planten.
Aanleggen verhardingen
1.5 aanleggen verhardingen
theorie
aanleg terras
open, gesloten en halfverhardingen
Gesloten verharding
Voorbeelden van gesloten verhardingen zijn beton en asfalt.
Deze term gebruiken we voor verhardingsmateriaal, waarbij je de ondergrond geheel afsluit. (Regen)water zal weglopen en niet of weinig in de bestrating trekken. Dit soort bestratingen worden niet of nauwelijks door groenbedrijven aangelegd. De aanleg zal niet worden beschreven in dit arrangement.
Halfverhardingen. Voorbeelden van halfverhardingen zijn grind, schelpen, boomschors en gravel.
Veel van deze materialen worden op anti worteldoek gelegd. Het worteldoek zorgt er voor, dat het materiaal beter op de plek blijft liggen. Als je boomschors op worteldoek legt, zal het minder snel verrotten. Dit omdat de schors niet in aanraking komt met de grond. Halfverhardingen hebben voor- en nadelen ten opzichte van verhardingen.
Voordelen:
Eenvoudiger aan te brengen en in elke gewenste vorm aan te leggen.
Water kan beter wegzakken in de bodem dan bij verhardingen.
Het ziet er natuurlijker uit dan verhardingen.
Het is goedkoper in de aanleg dan bestratingen.
Nadelen:
In halfverhardingen krijgt onkruid meer kans om te groeien en is moeilijker te bestrijden.
Na verloop van tijd moet je materiaal aanvullen. Boomschors verteert en ander materiaal zakt weg in de ondergrond.
verhardingen zijn beter beloopbaar en rolstoelvriendelijker dan halfverhardingen.
honingraatmatten voor halfverhardingen
verhardingen zijn beter beloopbaar en rolstoelvriendelijker dan halfverhardingen. Honingraatmatten bieden een oplossing voor dit probleem. Zie afbeelding. Door gebruik van deze honingraten blijft je materiaal beter op de plek en is daardoor beter beloopbaar.
honingraat voor grind
aanleg halfverhardingen
Bera green solutins
open verharding
Open verharding
Voorbeelden van open verhardingen zijn stoeptegels, grindtegels, waaltjes en betonklinkers.
Tussen de stenen heb je ruimte, waardoor regenwater tussen de stenen in de ondergrond kan lopen. Daarom wordt het open verharding genoemd.
Des te meer voegen, des te beter kan het water weglopen. Nadeel van voegen is dat je hier ook onkruidgroei kunt krijgen.
Theorie cunet
theorie
Een verharding wordt gewoonlijk gelegd op een laag geel zand. Het is mogelijk om op zwarte grond te straten,
maar geel zand heeft een aantal voordelen.
1. Het is goed te verdichten
2. Het laat goed water door
3. Het is met hulp van een waterpas of reilat gemakkelijk vlak te maken.
De dikte van het zandbed is van 2 zaken afhankelijk.
1. Hoe veel gewicht komt er op de verharding? Onder een pad waarop alleen mensen lopen hoeft lang niet zo veel geel zand, dan een inrit waarover auto's rijden
2. Is de ondergrond stevig? Veengronden zijn minder draagkrachtig dan een zandgrond.
Het kan zijn dat onder een oprit in een gebied met zandgrond 25 cm geel zand voldoende is, terwijl in een gebied met veengrond er een laag van wel 50 cm geel zand komt met daaronder een laag gebroken puin.
Stel dat iemand stoeptegels heeft van 5 cm dik. Men wil een laag geel zand onder de tegels hebben van 25 cm.
Je moet dus 30 cm zwarte grond uitgraven als je als eindresultaat wilt dat de tegels even hoog liggen dan de omliggende grond.
We noemen dit een cunet van 30 cm.
De laag geel zand wordt verdicht. Nadat de grond is verdicht, zal de grond later niet meer nazakken. Dat kan met hulp van een aantal methodes. Zie verderop.
afschot
Met afschot wordt bedoeld dat het water weg kan lopen. Je legt dan een verharding niet waterpas. Een afschot van 1cm betekent dat de bestrating 1 cm per meter afloopt. Als je bestrating of een terras bij een gevbel van het huis legt, dan moet de verharding tegen het huis hoger liggen dan de rest van de verharding. regenwater loopt nu van het huis weg, de tuin in. Andersom is rampzalig. Het huis of de kruipruimte loopt vol met water, met alle gevolgen van dien. Hieronder een pad met betonplaten. Het afschot is naar de verkeerde kant toe gelegd. Het gevolg is waterrozen. Rosa aquatica...
waterroos 1
waterroos 2
pad loopt naar rechts af, maar grond ligt hoger. Water blijft staan
met alle gevolgen van dien....
betonklinkers: boven en onderkant
Elke betonsteen heeft een bovenkant en een onderkant.
Boven zitten aan de zijkanten sleufjes. De onderkant is recht. Zie afbeelding.
De reden: Overtollig water kan sneller afgevoerd worden.
Betonstenen zijn maatvast.
Vroeger werden stenen gebakken.
Klei werd in een vorm gedrukt, daarna in een oven gebakken. De steenfabrieken zie je daarom vaak in de buurt van een rivier.
Nadeel van gebakken stenen is dat ze krom kunnen trekken tijdens het bakproces. Ook zijn ze niet altijd even groot.
Voordeel is dat de steen zijn kleur behoudt. Kromme stenen zijn moeilijk te leggen, maar hebben een hoge sierwaarde.
maten betonklinkers
2. Open verhardingen.
Water kan tussen de tegels of stenen doorlopen in de ondergrond.
Voorbeelden: stoeptegels, grindtegels, klinkers
We kijken nu naar de open verhardingen.
Heel veel gebruikt worden betonklinkers. Je kunt ze in verschillende maten kopen.
Voorbeelden:
1. Waaltje (5 x 20 cm)
2. Rijnformaat (5 x 15 cm)
3, Dikformaat (6,5 x 20 cm)
4. BKK. (10,5 x 21 cm)
5. Stoeptegel (30 x 30 cm)
6. grindtegels (40 x 60 of 50 x 50 cm)
7. Cobbled stones. (getrommelde stenen) diverse maten leverbaar.
redenen om te kiezen voor een bepaald formaat
waaltjes in de bocht
halve tegels in de inrit
Bij inritten wordt vaak gekozen voor een BKK klinker of vergelijkbaar. BKK (afmeting 10,5 bij 21 cm) kun je in elleboogverband straten, zodat de stenen niet snel gaan kruipen. Daarnaast zijn de stenen dik en kunnen dus veel druk verdragen. Sierbestratingen hebben vaak grotere maten. Deze bestrating heeft meer sierwaarde en hoeft niet veel gewicht te dragen. Bij ronde paden wordt vaak een klein formaat gebruikt, omdat deze makkelijker rond te straten zijn. Met name rijnformaat is heel geschikt voor een rond terras.
betonsteen en gebakken
Door beton in een mal te gieten, krijg je een steen in een vaste vorm en maat. Door kleurstof aan het beton toe te voegen, krijg je een kleur. Als je onderin de mal een laagje grind legt, krijg je grindtegels. De tuinarchitecte Mien Ruys goot beton in plantkistjes van 60 bij 40 centimeter en deed een dun laagje grind in de mal. Zij is de uitvindster van de 60 bij 40 grindtegel.
In vroegere dagen werd ook van klei stenen gemaakt. Rivierklei werd in blokjes gesneden en werd in de oven gebakken. De kleur van de stenen werd bepaald door wat er in de klei zat aan stoffen. Bij het bakken worden de buitenste stenen harder. Deze stenen trokken door de hitte krom. Gebakken stenen zijn daardoor niet maatvast.
Betonstenen kun je daarom leggen met vlijen, gebakken stenen moet je tikken!
natuursteen
Denk aan basalt, graniet en leisteen. Deze stenen komen uit gebergten uit de hele wereld. Uit het gebergte worden blokken gehakt. Deze worden met hulp van een steenzaag op maat gezaagd. De stenen zijn kleurvast en ademen.
Je kunt ze op een zandbed meteen aanbrengen, maar veel hoveniers leggen de stenen in cement of beton. Elke steensoort heef een andere kleur. Hieronder 2 voorbeelden. Linksonder leisteen, rechtsonder graniet.
Lei
graniet
keramische tegels
Keramische tegels ademen niet. Dit in tegenstelling tot natuursteen. Het vocht moet dus door de ondergrond weg kunnen. Dat gaat niet in beton. Bij vorst kunnen de keramische tegels er af vriezen. Er zijn tegeldragers, waar je de tegel in legt, maar hieronder wordt beschreven hoe je tegels in mortel aanbrengt.
1. Op zandgronden is het zandpakket minstens 20 centimeter dik. Op klei en veen wordt een laag van 15 centimeter onder het zandbed gemaakt met gebroken puin of split.
2. Boven het zandbed komt een laag drainagemortel. Deze laag is 6 tot 8 centimeter dik bij terrassen en 12 centimeter bij opritten. De mortel wordt goed gemengd in een betonmolen.
3. Afschot is 1 centimeter per meter bij waterdichte voegen. Bij waterdoorlatende voegen kun je met minder afschot volstaan.
4. Tegels uit verschillende pakken door elkaar verwerken om kleine kleurafwijkingen (elk pak kan iets anders van kleur zijn) te vermijden. De tegellijm wordt op de hele tegel aangebracht, maar zorg dat de zijkanten vrij van lijm en mortel zijn.
5. De tegels kun je met een rubber hamer tikken. Met een afstandhouder bepaal je de voegbreedte. Tegels kun je nat zagen. Spoel zaagwater meteen weg! Bij het leggen van deze tegels moet je schoon werken!
6. De voegen maak je schoon met een voegspijker om cementresten te vermijden. De mortel moet 24 uur drogen voordat je kunt voegen.
7. Je maakt het oppervlakte nat en verdeeld de voegmortel. Laat 20 minuten drogen en verwijder de mortelresten.
8. Na 24 uur is de tegel begaanbaar en na een week belastbaar. Schoonmaken kan met water en groene zeep. Kalkuitslag kan soms optreden, maar kun je met azijn verwijderen.
Ondergrond
drainagemortel
afschot
tegellijm
tegel leggen
schoonmaken
voegen
onderhoud
vergelijking bestratingsmateriaal
Beton.
Voordelen:
In alle maten en kleuren te verkrijgen.
Maatvast. Elke steen is precies even dik en groot. Je kunt dus vlijen!
De prijs per vierkante meter is laag.
Nadelen van beton zijn:
Beton houdt vocht vast. Hierdoor kunnen stenen begroeid worden door mossen en algen.
De kleur vervaagd onder invloed van zonlicht.
Gebakken stenen
Voordelen
Kleurvast.
Houdt weinig vocht vast.
Nadelen
Niet maatvast, dus niet altijd te vlijen.
Prijs per meter is hoger.
Natuursteen
Voordelen
Mooi en natuurlijk beeld
Water trekt in steen.
Nadelen
prijs per meter hoog
Kans op krassen en vlekken.
Keramische tegels
Voordelen
Oogt strak
geen kans op krassen.
tegel is krasvast
Nadelen
water blijft op de steen, dus kans op gladheid
hoge vierkante meter prijs.
voegen niet waterdoorlatend en gestabiliseerd zandbed, anders kan tegel knappen bij verzakkingen.
kantopsluiting van troittoirbanden
het stellen van opsluitbanden
Kantopsluiting: Om te voorkomen dat een bestrating weggedrukt kan worden, worden er rondom een terras vaak
betonbandjes geplaatst. Langs een klein terras kan dit een klein bandje zijn. Een veelgebruikte betonband is 15 centimeter hoog, 5 centimeter breed en 1 meter lang. De vakterm: 5 x 15 x 100.
Zodra de belasting groter is, moet je zwaardere banden plaatsen. Iets zwaardere banden zijn 6 x 20.
Stoepbanden moeten tegen grotere belasting kunnen. Vandaar dat ze zo breed en hoog zijn.
De banden worden vaak lager gelegd dan de bestrating. Ze hebben namelijk geen sierwaarde.
De banden hebben aan 1 kant een uitsparing (hol), aan de andere kant een bobbel. (dol)
rollaag en koprollaag
Bij een rond terras kun je geen banden plaatsen.
Je kunt bij ronde terrassen stenen langs de kant plaatsen.
We hebben het over een koprollaag of een rollaag.
Daarnaast kunt je ook stenen in een strek leggen. Kijk op de afbeelding.
koprollaag plaatsen
eerst banden plaatsen? Dan straten?
Hierover zijn de meningen verdeeld.
Voordeel van eerst banden plaatsen en dan straten is dat je kunt gaan vlijen met een T balk:
Je hoeft de bestrating niet op de randen na te lopen.
Nadeel is dat als je een meetfout maakt, je de banden er uit moet halen en opnieuw plaatsen.
Hieronder 2 foto's waarbij het mis ging.
Links: eerst de band geplaatst.
Rechts eerst gestraat, daarna de band geplaatst.
Kun je aangeven wat er fout ging? Klik op het plaatje om de afbeelding te vergroten.
vaktermen
Klinkerverhardingen in een weg lopen vaak bol. Water stroomt hierdoor snel van de weg naar de kant. Aan de kant zijn kolken geplaatst om het water af te voeren in het riool. Doordat de verharding snel afwatert, is het veiliger voor het verkeer. Stratenmakers praten van een bestrating met een kruin of dakprofiel.
Als aan een kant geen waterafvoer mogelijk is, wordt al het water naar een kant afgevoerd. Stratenmakers praten nu over bestrating op een oor.
Een molgoot is een verlaging in de bestrating van klinkers met als doel om water naar een afvoerput of riolering te leiden. De stenen kunnen trapsgewijs aflopen maar er zijn ook molgoten waarbij de klinkers in een bocht worden gelegd.
Molgoot-in-bocht.jpg
verbanden
Stenen kun je in vele patronen leggen.
Het blokverband is het minst sterk. Stenen kunnen snel verschuiven, bijvoorbeeld door het draaien van een wiel van een vrachtauto.
We noemen dit kruip.
Des te meer de stenen in elkaar haken, des te beter kan de bestrating tegen kruip. Keperverband is het sterkste verband en wordt daarom veel gebruikt op wegen.
knippen en slijpen
Slijpen.png
Stenenknipper
Kleinere stenen kun je op maat maken met hulp van een stenenknipper. De knipper heeft een mes. Deze kun je met 2 ogen op de juiste hoogte afstellen. Door op een buis kracht te zetten, druk je het mes door de steen. De knipper zal de steen niet superstrak afknippen. Ook bij grotere formaten en dikkere stenen geeft dit een minder fraai resultaat. Daarnaast geven grotere kieren meer onkruidgroei.
Een andere mogelijkheid is het slijpen van de steen. Dit kan met een vaste slijptafel of met een diamantzaag. Door de zaag aan te sluiten op een waterleiding, krijg je veel minder stofontwikkeling tijdens het slijpen. Denk aan je PBM's! gehoorbescherming, handschoenen, , werkschoenen en gelaatsbescherming zijn verplicht.
Knipwerk langs de opsluitbanden staat niet mooi. Veel bedrijven leggen eerst een rij klinkers naast de banden. Tegen deze rij stenen, de strek, worden de geknipte stenen gelegd.
uitzetten haakse hoek
Het uitzetten van een haakse hoek:
Methode 1: met een winkelhaak.
Methode 2: met de 3,4 5 methode. (stelling van Pythagoras)
Methode 3: de passermethode.
-zet een paal/piket in de grond of markeer op andere wijze de plek waar de loodlijn moet komen.
-zet op een gelijke afstand aan beide kanten ook een paal/piket of markering.
Er staan nu 3 palen/piketten/markeringen op een rij, waarvan de middelste aan geeft waar de loodlijn moet komen.
- Maak een cirkelboogje met een touw vanaf bijde kanten tegenover de plek waar de loodlijn ongeveer moet komen, dusdanig dat de bogen elkaar snijden.
- De plek waar de bogen elkaar snijden (het snijpunt) staat loodrecht tegenover het middelste punt, waar de loodlijn komen moet. Zie ook onderstaande afbeelding en video.
passer methode
uitzetten haakse hoek
methoden
methode vlijen:
Je verdicht het zandbed en maakt daarna met een rijlat het zandbed vlak.
Vlijen wordt toegepast op grotere oppervlakken en met kleine steenmaten.
Ervaren hoveniers maken het zandbed vlak met een waterpas.
Een makkelijke methode is een T balk.
Zaag uit een plank een hoekje.
Plaats eerst de banden.
Schraap mret de plank over de banden.
De tussenliggende grond komt nu op de goede hoogte te liggen.
Methode tikken:
Verdicht het zandbed en hark het zandbed op goede hoogte.
Sla elke steen stuk voor stuk vast.
Deze methode wordt toegepast bij grotere steenmaten.
Denk aan Stoeptegels en grindtegels. Ook wordt deze methode toegepast bij gebakken klinkers.
vlijen
hulpmiddelen vlijen
demo T balk
T balk.
Plaats eerst de banden. Zaag uit een plank een hoekje.
De hoogte van het hoekje moet je bepalen. Stel je hebt een klinker van 9 centimeter hoog en je wilt de klinkers 2 centimeter boven de banden leggen. Je zaagt nu een hoek uit van 7 centimeter.
Schraap nu met de plank over de banden.
De tussenliggende grond komt nu op de goede hoogte te liggen.
Strakvlak
Een andere methode is de strakvlak. In de video hieronder zie je de werking van dit hulpmiddel. De strakvlak wordt ook ingezet om grasvelden te egaliseren.
egaliseren met strak vlak
vlak maken met reilat of waterpas
baan maken. touw is bovenkant waterpas
Aftrillen
Afwerken:
Nadat je de bestrating hebt gelegd, kun je de verharding voor de 2e keer aftrillen.
Pas nadat de verharding is afgetrild, wordt er zand op de verharding gestrooid en ingeveegd in de kieren.
Er wordt ook vaak speciaal zand gebruikt bij het invegen. We noemen dit brekerzand of inveegzand. Brekerzand is de kleinste korrel die overblijft bij het puinbreken. Het is wat scherper dan gewoon vulzand. Het blijft beter in de kieren zitten en neemt geen vocht op. Hierdoor kan onkruidzaad niet goed ontkiemen. Nu we het over onkruid hebben; het is een fabel dat gestraat wordt op geel zand, omdat je dan minder last hebt van onkruidgroei. Onkruidzaden en zwart zand waaien op een verharding en komen tussen de stenen te liggen. Daarna ontkiemt het zaad en krijg je onkruid op de verharding. Verharding leggen waarbij je de stenen op antiworteldoek legt, heeft dus geen effect...
andere verdichtingsmethoden
Naast de trilplaat zijn er nog 4 methoden.
1. Handmatig met een stamper (of met de voeten) aanstampen. Dit wordt alleen op kleine oppervlaktes toegepast.
met water. (inwateren of plempen)
2. inwateren is zand natmaken met een slang.
3. plempen is een sleuf onder water zetten en dan zand instrooien
4. vastrijden (met bv de wielen van een trekker)
theorie ergonomie
Theorie
Straten is lichamelijk zwaar werk. Vooral je rug en knieen hebben te lijden onder dit werk.
Een manier om het werk te verlichten was het gebruik van kleinere maten of dunnere tegels.
40 x 60 grindtegels wogen 35 kilo per stuk. Door de tegel 1 centimeter dunner te maken wegen de tegels nu 28 kilo per stuk.
Nog steeds zwaar, maar wel een verbetering. Je ziet ook dat de tegels in kleinere maten te koop zijn.
Soms is het niet mogelijk om het gewicht naar beneden te krijgen.
Tegenwoordig zie je dat er hulpmiddelen worden gebruikt.
Voorbeelden zijn zuignappen. Hieronder een afbeelding
Ook worden tegenwoordig grote stukken machinaal gestraat. Hieronder filmpjes.
Als kantopsluuiting bij een cirkel of bocht gebruik je een rollaag of koprollaag. Koprollaag is steviger, mar je hebt meer stenen nodig....
In het voorbeeld rechts is een zandbed vlak gemaakt. Met een pen en touw is een bocht uitgetekend. De plek waar de waterpas op ligt is als eerste gelegd. Er is eerst van buiten naar binnen gestraat (op foto naar boven) Je ziet dat de stenen mooi rond blijven liggen. Daarna is van binnen naar buiten gestraat. Al snel zie je een ei vorm ontstaan.
Aanleggen verticale elementen / hout
Aanleggen waterpartijen / vijvers
Aanleg Vijvers
In dit leerarrangement vind je de nodige informatie voor aanleg van vijvers. Scan de QR code met je smartphone en je hebt het arrangement altijd bij de hand.
TIP:
Download het arrangement als e-book (zie download links onder het menu). Handig voor op je tablet bijvoorbeeld in je iBooks.
Opleidingen: Te gebruiken voor Examenstandaard: 531=1 Outdoor basic- aanlegKwalificatiedossier: Medewerker natuur en leefomgeving (97530)Uitstroom: Medewerker buitenruimte (97531)
Update 2 (CKS) 4 juni 2010
Update 3, 24 oktober 2011, aanpassen voor tablet en smartphone gebruik
Update 4, 9 november 2011, volledige controle verbeteringen en aanvullingen
Update 5, 4 mei 2012, toevoegen QR code
update 6, 17 maart 2013, vijverhulp toegevoegd, tekst over video afspelen ECC verwijderd
Update 22 maart 2014, links herstelt Leereenheden Ontwikkelcentrum ECC.
Vakmanschap gevraagd! De opdrachtgevers zien in de tuinbladen de mooiste voorbeelden van grote tuinvijvers. Zeer gewild is om een eigen natuurlijk ogende zwemvijver in de tuin te hebben. Nog steeds is het houden van koivissen populair. Strakke formele vijvers worden veel gevraagd bij moderne kantoren en bedrijfsgebouwen.
Natuurliefhebbers willen met de vijver waterdieren en insecten in de tuin. Kortom; er zijn vele wensen van kritische klanten die een groot beroep doen op het vakniveau van het bedrijf.
Voorbeeld: Samen met je praktijkbegeleider ga je een vijver aanleggen. Op de uitzettekening of het matenplan staat waar de vijver moet komen. Heb je de werktekening van de vijver bij de hand? Op deze werktekening staat op welke diepte de vijver uitgegraven moet worden en de plaatsen waar het banket gemaakt dient te worden.
Als je niet snapt wat er op de tekening staat, vraag je om uitleg. Download volledige bestand:
In dit arrangement hebben wij een selectie gemaakt voor: - Leereenheiden uit het ECC (schoolaccount) - Lesmateriaal docenten (vrij) - Artikelen bedrijven (vrij)
We hebben gekozen voor pdf documenten downloadbaar voor tablets zodat ze goed met de readers gelezen gebruikt kunnen worden.
Groen Kennisnet ECC
Zoekportaal Groen Kennisnet
Lesmateriaal Ontwikkelcentrum (ECC): Alleen toegankelijk met een schoolaccount
Raadpleeg de website van Vijverhulp Op onze site vindt je alle informatie die u nodig heeft om een gezonde, heldere vijver te krijgen en te houden. Naast geschreven tekst een groot aantal afbeeldingen en video's.
Onderwerpen ontwerp, aanleg, beplanting, helder water, vissen, filters, bacteriën, onderhoud enzovoorts. bovendien een klein assortiment geselecteerde vijverproducten. Producten, die uitgebreid getest zijn en doen wat ze beloven.?
We laten in dit arrangement een flinke diversiteit aan films zien ter inspiratie. Er is voor de films gebruik gemaakt van de nieuwste embedded code zodat alle browsers de films kunnen afdraaien, inclusief tablets en smartphones.
Bedrijfsfilms
Donker & Wit Tuintechnieken
Gruppen vijvertechniek
Deze filmpjes werden ter beschikking gesteld door Theo Gruppen vijvertechniek Beeldverwerking en eindmontage Bert Plaat.
Je ziet een strakke randafwerking met beschoeiingslatten en meer vloeiende gevormde randafwerking met PVC buis. Lastechnieken met PVC folie komen aan de orde en het storten van vijverbodemmateriaal.
Let daarbij goed op de volgorde van de werkzaamheden. Tot slot zie je een korte impressie van het eindresultaat (zelfde jaar van aanleg).
Aanleg vijver met PVC folie
Het maken van een beek bij de vijver
Eindbeelden aanleg vijver
Vijverbak
De instructiefilms die je op deze pagina kunt vinden, komen van de VHS-video gemaakt in opdracht van de niet meer bestaande firma 'Plastical vijvers''.
De video's zijn al wat ouder, en gedigitaliseerd door de auteur van dit arrangement. De films zijn daarna strakker gemonteerd.?
Uitgraven voorgevormde vijverbak
Voorgevormde vijverbak met water vullen
Moerasbakken aan de vijverbak koppelen
Waterplanten
Oeverplanten aanbrengen in de vijver
Waterlelie in de vijver aanbrengen
Zuurstofplanten voor de vijver
Vissen
Vissen in de vijver
Onderwater met grondels,karpers,voorn's,windes,goudwindes,goudvissen,koivissen
Vraag aan je docent hoe de bewijsstukken moeten worden bewaard.
Aanleggen bouwkundige elementen
1.6 aanleg bouwkundige elementen
theorie
hout
Theorie
Theorie
Hout werkt, een leraar niet. Onder invloed van de temperatuur kan hout uitzetten en krimpen. Het is een natuurproduct.
Sommige soorten kunnen snel splinteren. Het werken met handschoenen wordt aangeraden.
Houtsoorten kunnen buigzaam zijn, andere niet. Essenhout kan iets meeveren. Het wordt daarom veel gebruikt als steel van een schop.
In de werkhal gaan jullie een damwand plaatsen.
Let op kieren en slingering…
Slingering ontstaat omdat het hout naar 1 kant krom trekt. Als je naar de kopse kant van het hout kijkt, zie je jaarringen. Deze geven aan naar welke kant het hout krom trekt. Als je steeds de damwandprofielen met de kromming naar dezelfde kant plaatst, krijg je slingering. Je voorkomt dit door een profiel om te draaien.
Kieren ontstaan als je de damwandprofielen met kracht in de grond slaat. Een damwandprofiel heeft een sleuf en een groef. De groef, het uitstekende deel, past in de sleuf.
Door hard te slaan heeft de groef de neiging omuit de sleuf weg te lopen. De damwand komt hierdoor iets scheef te staan. Controleer dus regelmatig of de zijkant nog zuiver vertikaal staat.
GOOR, juli 2016 - Een laag schimmels ter bescherming van zachthout als alternatief voor verf. Een wereldprimeur van Regge Hout uit Goor.
Onder de merknaam Xyhlo biofinish introduceert de houthandel een biologische coating met schimmels als basis. De gevel van een nieuw gezondheidscentrum in de Gelderse gemeente Putten is het eerste gebouw waar de revolutionaire coating is toegepast.
Coating
De schimmelcoating voor buitentoepassingen hoeft maar een keer te worden aangebracht. Als de kleur na een aantal jaren vervlakt, is nastrijken met lijnolie voldoende. Het hout moet ook worden voorbewerkt met lijnolie, waarna de coating met schimmels moet worden aangebracht. Er is door de ontwikkelaar dr. Michael Sailer twaalf jaar gewerkt aan de ontwikkeling van het nieuwe product. Sailer werkt nu parttime voor Regge Hout, maar was destijds in dienst bij TNO, dat ook eigenaar is van het patent.
Consument
Het bedrijf uit Goor heeft echter het alleenrecht voor de wereldwijde verkoop. Het nieuwe product wordt eerst nog alleen toegepast op hout, dat Regge Hout verkoopt aan zijn klanten, voornamelijk aannemers, timmerbedrijven en woningbouwcorporaties. Maar directeur Frans van Rooijen van Regge Hout verwacht, dat Xyhlo biofinish op termijn ook beschikbaar zal komen voor de consument. "Het zal beginnen als niche product voor milieubewuste klanten, maar ik verwacht dat het zich op termijn zal ontwikkelen tot een serieus alternatief voor verf."
Muteren
De volgende uitdaging is volgens Van Rooijen om Xyhlo biofinish in verschillende kleuren te kunnen leveren. Het nieuwe product is nu alleen nog leverbaar in zwart. "Maar we moeten zien dat we de schimmel zodanig laten muteren dat we de coating ook bijvoorbeeld in grijs, donkergroen en donkerblauw kunnen leveren", zegt Van Rooijen. "Wit zal, zoals het er nu voor staat, moeilijk worden."
het juiste hout op de juiste plek!
foreco paal
Het juiste hout op de juiste plaats! Foreco in Dalfsen maakt damwandprofielen van 2 houtsoorten. Door middel van een lasverbinding wordt zachthout (de onderkant van de paal op de foto) en hardhout (de bovenkant van de paal op de foto) op elkaar gezet. Het zachthout staat onder water en rot niet. Het hardhout is duurzaam en gaat lang mee. Door deze methode is veel minder hardhout nodig. Duurzaam en kostenbesparend!
vaktermen en vakjargon
Spinthout: Het buitenste hout van boom
Kernhout: Het binnenste hout van boom
Hart: Opslag en transport van voedingsstoffen
Straal: Opslag en transport van voedingsstoffen
Cambium: Weefsellaag: aanmaak nieuwe cellen
Bast: Aangroeilaag: vormen jaarringen
Schors: Bescherming. Dood hout
voorbeelden houtsoorten
In ons vak worden verschillende houtsoorten toegepast. Te veel om op te noemen. In het arrangement zijn 5 houtsoorten nader beschreven. De informatie is een samenvatting van www.houtinfo.nl. In de link hieronder vind je heel veel informatie over hout en houtsoorten op.
houtinfo
achtergrond info over hout en eigenschappen.
Bij de aanleg van hout zul je merken dat je de eigenschappen moet kennen. Bepaalde soorten zijn zo hard, dat je moet voorboren omdat je anders geen schroeven in het hout kunt krijgen. Andere soorten zijn moeilijk te bewerken. Denk aan afzagen/afkorten of schaven. Je zult lezen dat bepaalde houtsoorten minder goed te beitsen zijn.
Ook kromtrekken, barsten en buigbaarheid verschilt per houtsoort en zelfs binnen de houtsoorten heb je verschillen. Het maakt dus uit of een boom in Frankrijk of Nederland groeit welke kwaliteit hout je krijgt.
bangkirai
bangkirai
Bangkirai houtinfo.nl
Houtbeschrijving:
Vers is het kernhout van balau geel tot grijsbruin gekleurd, soms met een roodachtige tint. In het daglicht verkleurt het in het begin snel tot bruin en daarna nog slechts langzaam tot donkerbruin. Afgezien van soms voorkomende pin holes (kleine wormgaatjes), kleine harszakken en enkele oppervlaktescheurtjes is het hout nagenoeg foutvrij.
Houtsoort:
loofhout
Werken:
Middelmatig tot groot, afhankelijk van de soort.
Bewerkbaarheid:
Ondanks de grote hardheid is balau vrij goed af te korten, te zagen en te schaven. Door de kruisdraad kunnen bij het schaven van kwartiers gezaagde vlakken veel inspringsels voorkomen. Een goed gekozen spaanhoek kan hierin verbetering brengen.
Spijkeren en schroeven:
Voorboren noodzakelijk. Onder vochtige omstandigheden altijd roestvaste verbindingsmiddelen gebruiken.
Lijmen:
Slecht.
Buigen:
Vermoedelijk matig.
Oppervlakafwerking:
Slecht. Afwerking met blanke lak, beitsverf of alkydharsverf kan problemen geven. Bij een blanke afwerking moet rekening worden gehouden met de snelle verkleuring. Daarnaast kunnen zeer fijne scheurtjes in het houtoppervlak de afwerklaag boven het scheurtje bij blootstellen aan weer en wind vrij snel doen barsten, waarna al spoedig bladderen zal volgen. Overigens is de hechting van genoemde producten goed. In het algemeen wordt deze houtsoort echter toegepast voor toepassingen waarbij geen afwerking plaatsvindt.
Duurzaamheid:
Zeer duurzaam
Impregneerbaarheid:
Kernhout 4. Spint 1-2.
Bijzonderheden:
Een aantal soorten uit deze groep bevat in water oplosbare gom. De in water opgeloste gom kan bruine vlekken (bloeden) veroorzaken op onderliggend werk. Deze vlekken zijn echter meestal na enkele maanden weer verdwenen.
Toepassingen:
Balau met zijn goede mechanische eigenschappen en duurzaamheid is een uitgesproken houtsoort voor toepassingen buiten, in zware constructies, bruggen, brugdekken en brugleuningen, geluidswallen, sluizen en andere waterwerken in zoet water zoals damwanden, steigers enz. Verder geschikt voor industrie- en wagonvloeren, palen, dwarsliggers, vaten, hekken, poorten, pergola\'s en parkbanken.
eik
eik Frans
Eik (Frans) houtinfo.nl
Houtbeschrijving:
Eiken kernhout heeft een geelbruine tot donkerbruine kleur en steekt duidelijk af tegen het 25-50 mm brede bleekbruine spint.. Eiken uit Polen is taaier en harder. Inlands eiken is meestal harder, zwaarder en vaster, sterker maar ook grover dan geïmporteerd eiken. Eiken heeft een hoog looistofgehalte, waardoor metalen in contact met eiken snel corroderen.
Houtsoort:
loofhout
Werken:
Middelmatig (VM ± 640 kg/m3. Groot (VM ± 725 kg/m3.
Bewerkbaarheid:
Eiken laat zich in het algemeen gemakkelijk, zowel met machines als met de hand, bewerken, draaien en frezen. Bij het schaven van eiken wordt een gereduceerde spaanhoek aanbevolen om een glad oppervlak te verkrijgen. Inlands eiken is over het algemeen harder, zwaarder en vaster, sterker maar ook grover van structuur dan de geïmporteerde eikesoorten.
Spijkeren en schroeven:
Matig. Voorboren wordt aanbevolen. Roestvast bevestigingsmateriaal wordt aanbevolen, anders ontstaat blauwzwarte verkleuring in contact met ijzer en in contact met koper of messing lichtbruine verkleuring.
Lijmen:
Goed.
Buigen:
Zeer goed.
Oppervlakafwerking:
Goed. Eiken leent zich uitstekend voor beitsbehandeling, roken, logen e.d. Bij het gebruik van (blanke) watergedragen afwerkmiddelen dient rekening te worden gehouden met het hoge looizuurgehalte.
Duurzaamheid:
Duurzaam
Impregneerbaarheid:
Kernhout 4. Spint 1.
Bijzonderheden:
Nat hout is corrosief in contact met ijzer. Blauwzwarte verkleuringen zijn het gevolg van de reactie tussen ijzer en het looizuur (tannine) in het hout. Eiken in contact met cement of beton zal het uitharden hiervan vertragen.
Toepassingen:
Het is niet mogelijk al de toepassingsmogelijkheden van eiken weer te geven. In vrijwel iedere industrie en vrijwel overal is het hout toe te passen, zowel voor constructiehout, op scheepswerven, bij bruggenbouw en waterwerken, als in de chemische industrie, de meubel-, speelgoed-, sportartikelen-, carrosserie- en landbouwmachine-industrie.
lariks
lariks
Lariks (bron houtinfo.nl)
Houtbeschrijving:
Lariks is een harshoudende houtsoort waarvan het kernhout kleurvariaties vertoont van licht geelbruin (Siberisch larix), geelbruin, rozeachtig tot roodachtig bruin. Doordat de kwaliteit afhankelijk is van de herkomst, dient bij gebruik van lariks hierop te worden gelet. Bij onderzoek is gebleken dat gewaterd lariks iets makkelijker water opneemt dan vers lariks.
Houtsoort:
naaldhout
Werken:
Middelmatig tot groot. Afhankelijk van de herkomst.
Bewerkbaarheid:
Lariks laat zich redelijk goed zagen en schaven. Om het zachte voorjaarshout glad af te werken, is scherp gereedschap noodzakelijk. Doordat het zeer harsrijk kan zijn, kan bij het bewerken van nat hout hars aan zagen of beitels blijven kleven, waardoor moeilijkheden kunnen ontstaan.
Spijkeren en schroeven:
Matig, voorzichtig spijkeren om splijten te voorkomen.
Lijmen:
Goed. Ontvetten met thinner voor het lijmen van hout met veel hars, wordt aanbevolen.
Buigen:
Zeer slecht.
Oppervlakafwerking:
Goed, zowel met oplosmiddelhoudende als met watergedragen verfsystemen. Bij hout met veel hars en bij sterk verkernde kwasten kan droogvertraging van oppervlakafwerking optreden. Ontvetten met thinner voor het afwerken wordt aanbevolen. Gewaterd lariks is moeilijk af te werken met een acrylaatsysteem.
Duurzaamheid:
Matig duurzaam
Sterkteklasse:
Europees lariks is volgens NEN 5498 ingedeeld in sterkteklasse: - K17 (kwaliteitsklasse C, KVH 2000). - K24 (kwaliteitsklasse A/B, KVH 2000).
Impregneerbaarheid:
Kernhout 4. Spint 2v.
Toepassingen:
Gezaagd lariks kan voor bouwhout worden toegepast: dragende en niet-dragende constructies kozijnen, ramen, deuren, gevelbetimmeringen, binnenbetimmeringen, trappen, vrachtwagenvloeren enz. Rondhout wordt toegepast voor heipalen, afrasterpalen, steigerpalen, boompalen, masten, stutten, daksporen en boerengeriefhout. Andere toepassingen zijn waterwerken, damwand, steigers, vloeren, geluidschermen, roeiboten, spanten voor boten en molenbouw en fineer.
kastanje
kastanje
Kastanje houtinfo.nl
Houtbeschrijving:
Het lichtbruin tot donkerbruin gekleurde hout lijkt veel op eiken, maar is lichter in gewicht en laat zich wat makkelijker bewerkenTamme kastanje heeft een hoog looizuurgehalte dat corrosie van metalen versnelt. Vooral bij ijzer en staal is voorzichtigheid geboden bij contact met vochtig hout. In het verse hout van Europees kastanje komen door oxydatie van inhoudsstoffen gele verkleuringen voor. Door lakken worden deze vlekken geaccentueerd die, aan licht blootgesteld, afhankelijk van de lichtintensiteit, na enige weken tot maanden zijn verdwenen.
Houtsoort:
loofhout
Werken:
Middelmatig.
Bewerkbaarheid:
Tamme kastanje laat zich zonder problemen zagen en schaven. Bij daarvoor zeer gevoelige personen kan bij blootstelling aan kastanjehoutstof dermatitis (huidonstekingen) ontstaan.
Spijkeren en schroeven:
Matig. Geen ijzeren verbindingsmiddelen gebruiken vanwege het hoge looizuurgehalte.
Lijmen:
Goed.
Buigen:
Goed, bij foutvrij materiaal.
Oppervlakafwerking:
Matig. Bij watergedragen lakken een voorbehandeling toepassen vanwege het hoge looizuurgehalte.
Duurzaamheid:
Matig duurzaam
Impregneerbaarheid:
Kernhout 4. Spint 2.
Bijzonderheden:
In Verenigde Staten zijn veel bomen het slachtoffer geworden van een ziekte. Daardoor wordt Amerikaans kastanje nog maar weinig aangeboden. In het hout dat op de Amerikaanse markt met de notitie WHND (WormHoles No Defect) wordt aangeboden, zitten vrijwel altijd boordergaten met een diameter groter dan 4 mm.
Toepassingen:
Geschikt voor buiten- en binnentimmerwerk, gelamineerde houtconstructies, meubelindustrie, uitvaartkisten, binnen en buitenbetimmeringen, beeldhouw-, draai- en snijwerk, keukengerei, wandelstokken, lijsten, buitendeuren, tuinmeubilair, parketvloeren (massief en tapis), scheeps- en carrosseriebetimmeringen, kisten en vaten voor voedingsmiddelen enz. De minder hoge kwaliteiten worden, in verband met de hoge duurzaamheid, gebruikt voor (gekloofde) afrasteringspalen, fruitpalen, staken en boerengeriefhout. Dun hout en houtafval worden voor de spaanplaatfabricage gebruikt.
spar (vuren)
vuren (fijnspar)
Spar, vuren houtinfo.nl
Houtbeschrijving:
Er is geen kleurverschil tussen kernhout en spint. Bij pas geschaafd hout is de kleur bijna wit tot bleek geelbruin, na langdurige blootstelling aan licht en lucht wordt het geelbruin. Evenals de andere naaldhoutsoorten uit de gematigde luchtstreken vertoont vuren een duidelijk kleurverschil tussen het lichte vroeghout en het donkerdere laathout.
Houtsoort:
naaldhout
Werken:
Middelmatig.
Bewerkbaarheid:
Vuren laat zich zowel met de hand als machinaal vrij gemakkelijk bewerken. Vooral de groeiringbreedte en de grootte en het aantal kwasten hebben een grote invloed op de bewerkbaarheid. Vooral vuren met smalle groeiringen laat zich goed bewerken.
Spijkeren en schroeven:
Goed.
Lijmen:
Goed.
Buigen:
Niet bekend.
Oppervlakafwerking:
Goed. Met uitzondering van afwerkmiddelen op polyesterbasis waarbij de filmvorming en droging kunnen worden gehinderd bij de aanwezige harszakken.
Duurzaamheid:
Weinig duurzaam. Wordt daarom geïmpregneerd.
Impregneerbaarheid:
Kernhout 3-4. Spint 3v. Er zijn echter technieken ontwikkeld die, voor bepaalde toepassingen, toch een goed resultaat geven.
Toepassingen:
Vuren kan voor heel veel doeleinden worden toegepast. De variatie in kwaliteit is bij deze houtsoort groot en daarom zal de kwaliteit in de regel het gebruiksdoel bepalen. Gezien de natuurlijke duurzaamheid van vuren zal voor bepaalde toepassingen een behandeling met een verduurzamingsmiddel de gebruiksduur aanzienlijk kunnen verlengen. Gebruik in de bouw voor dragende constructies (al of niet gelamineerd) kozijnen, puien, ramen, deuren, trappen, vloeren, binnen- en buitenbetimmeringen, balkhout, kasten, kastplanken, lijstwerk, bekistingen, schuren, heipalen enz. Voor emballagedoeleinden worden grote hoeveelheden vuren (mede omdat het geen geur verspreidt) voor pallet-, kisten- en krattenfabricage, vaten en houtwol gebruikt. Andere toepassingen zijn goedkope meubelen, boompalen, hekpalen, spaanplaat, triplex enz. Vurenhout is de belangrijkste grondstof voor de bereiding van krantenpapier en cellulose.
grenen (grove den)
europees grenen
Houtbeschrijving:
Europees grenen wordt gemaakt van de grove den. De grove den heeft een zeer groot groeigebied met zeer verschillende klimatologische omstandigheden. Als gevolg hiervan treedt er een grote variatie op in groeiringbreedte, volumieke massa, grootte van de cellen, celwanddikte en aantal en grootte van de kwasten en dus kwaliteitsverschil!.
Houtsoort:
naaldhout
Werken:
Middelmatig.
Drogen:
Snel, maar heeft de neiging bij de kwasten te splijten. Dik hout uit hart gekloofde delen moet voorzichtig worden gedroogd om te voorkomen dat het hout gaat trekken en scheuren. Het spint is gevoelig voor blauwschimmel en aanbevolen wordt Europees grenen zo spoedig mogelijk na het zagen te drogen.
Bewerkbaarheid:
Europees grenen laat zich, zowel met de hand als machinaal, vrij gemakkelijk bewerken. Vooral de groeiringbreedte, de grootte en het aantal kwasten heeft een grote invloed op de bewerkbaarheid. Vooral fijnjarig hout laat zich goed bewerken. Bij bewerking van grof snelgegroeid grenen zal bij gebruik van minder scherp gereedschap een enigszins vezelig oppervlak worden verkregen. Bij bewerking van harsrijk hout kan de hars aan de gereedschappen blijven kleven.
Spijkeren en schroeven:
Goed.
Duurzaamheid:
Voor grenen geldt dat het niet duurzaam is (duurzaamheidsklasse 5).
Toepassingen:
Europees grenen kan voor veel doeleinden worden toegepast. Voor welk gebruik het geschikt is, hangt, vooral bij grenen, voor een groot deel van de kwaliteit af. Indien grenen buiten wordt gebruikt, verdient het aanbeveling, in verband met het vrijwel altijd aanwezige niet-duurzame spint, het hout te verduurzamen. In de waterbouw als steigerdekken, paalhout, damwand en gordingen. Grenen met smalle groeiringen wordt gebruikt voor meubelen. Andere toepassingen zijn, boompalen, hekpalen, speeltoestellen enzovoort.
verduurzamen grenen en vuren
vergelijking grenen en vuren
Op de foto (bron Collstrop) zie je dat vuren hout, door de gesloten celstructuur, alleen aan de oppervakte impregneerd. Grenenhout laat zich door de open celstructuur tot op het spinthout impregneren. Collstrop haalt het hout uit het hoge Noorden (scandinavie) Door het klimaat groeit het hout langzaam. Het hout is hierdoor van betere kwaliteit.
palen
Om goed stevig in de grond te staan moet een paal minimaal 1/3e deel in de grond staan. Als je een verhoging in de tuin maakt van houten palen, dan moeten de palen minimaal de helft in de grond staan.
Palen hebben een punt aan de zijde die in de grond gaat. Door de punt kun je de paal iets dieper in de grond vastslaan. De andere kant van de paal is gekruind. De scherp gezaagde kant van de kop is iets afgevlakt.
palen in schuim verankeren
paalhouder
In Nederland gebruiken we paalankers of snelbeton om palen te verankeren.
Deze methode wordt onder andere in Amerika gebruikt. Zie video.
Amerikaanse methode
schroeven
probeg schroef
Net als bij hout heb je met schroeven ook heel veel keuzemogelijkheden. Je hebt keuze uit verschillende materialen en vormen. Omdat de schroeven in weer en wind komen te staan, zal gewoon staal roesten. RVS (Roest Vrij Staal) schroeven zullen dit minder snel doen. Om het materiaal sterker te maken wordt vaak een legering gebruikt. Een laagje Zink, Nikkel of Chroom zorgt er voor dat een schroef minder snel roest. Bij messingschroeven wordt Koper en Zink aangebracht. Hierdoor wordt de schroef ook sterker. Hierboven zie je een schroef die versterkt is en daarnaast in een vorm is gemaakt. Daardoor kan de schroef gemakkelijk door hardhout worden geboord, zonder af te breken. De schroeven zijn duurder, maar ze besparen veel ergernis op de werkvloer.
damwanden plaatsen
Damwandplanken hebben een profiel. Aan de ene kant een uitsparing (groef) en aan de andere kant een uitstulping (messing).
Bij de theorie over hout heb je gelezen dat hout krom trekt. Als je kijkt naar de jaarringen, kun je zien naar welke kant het hout krom trekt of gaat trekken. Door de damwandprofielen om en om te plaatsen, voorkom je slingering. Vaak wordt de fout gemaakt om de profielen de grond in te slaan. Door te tikken loopt de messing uit de groef en gaat de damwand iets scheef weglopen. Op grotere afstanden zie je dat de planken onderling gaan kieren.
schutting plaatsen
L beslag
De werkvolgorde bij het plaatsen van een schutting met schuttingelementen is:
1. inmeten.
2. palen plaatsen
3. L beslag plaatsen
4. Schuttingdelen bevestigen.
Zie de link en de instructievideo hieronder.
Je kunt ook een schutting maken van planken. Vaak worden de planken afwisselend voor en achter de paal bevestigd. Door de planken dichter naast elkaar te zetten dan de plankdikte, krijg je een overlap. Hierdoor heb je geen doorkijk als je recht voor de schutting staat.
Een pergola is een houten constructie, die meestal gezet wordt om klimplanten in te leiden.
Je plaatst palen in de grond. Op de palen bevestig je horizontale balken. Dit noemt men rijbalken. Deze kun je met schuine hulpbalken (schoren) verstevigen. Op de balk plaats je dwars op de rijbalk kleine balkjes. Dit noemt men ruiters.
Op de foto zie je een pergola met een enkele rij.
Je kunt ook een dubbele rij plaatsen. In dat geval gebruik je langere ruiters, die aan beide kanten evenveel uitsteken.
verlengen van een pergola
In de onderstaande link kun je verschillende houtverbindingen bekijken. Je kunt de methoden gebruiken om balken te verlengen waarbij de draagkracht behouden blijft.
Op een vlakke ondergrond met fundering plaats je een blokhut. Bij elke blokhut zit een bouwtekening met instructies. In de link hieronder zie je de basisprincipes beschreven.
Aandachtspunten bij de aanleg van een speeltoestel zijn;
Valdemping: Als een kind van het toestel valt, mag deze niet op hard materiaal terecht komen. Vaak zie je rubber tegels rondom een speeltoestel, of is het toestel is in een grasveld geplaatst. Op de foto zie je dat zand is gebruikt.
Fundering. Een goede fundering is belangrijk, zodat speeltoestellen niet omvallen. Materiaal is ondergronds verankerd en/of verzwaard met betonvoeten.
Geen uitstekende delen. Schroeven, spijkers en andere uitstekende delen zijn taboe. Moeren worden vaak ingefreesd in het materiaal, zodat je niet blijft haken.
Geen splinters. Hout moet extra worden bewerkt, zodat je geen splinters kunt krijgen.
natuurlijk spelen
klimboom, natuurlijk spelen
Een nadeel van speeltoestellen is dat kinderen snel zijn uitgespeeld. De toestellen laten weinig aan de fantasie over. Bij natuurlijk spelen zie je dat speelgelegenheden beter gebruikt worden. Op de link naar de website zie je een heleboel tips voor natuurlijk spelen. (ideeënkoffer)
Regels met betrekking tot veiligheid zijn heel goed vastgelegd bij speeltoestellen. Bij speelgelegenheden is dit erg onduidelijk. Dat is de reden dat veel gemeenten huiverig zijn voor aanleg van speelgelegenheden.
Voornaamste reden om afrasteringen te plaatsen is om vee binnen te houden. Maar door afrasteringen kun je ook wild of ongewenst bezoek tegenhouden. Met het juiste raster krijg je geen konijnen in je tuin. Rondom voetbalvelden en trapveldjes wordt rasterwerk ook ingezet om ballen tegen te houden.
Palen.
De meeste palen zijn van hout. Maar de volgende materialen worden ook gebruikt.
•Beton.
•Staal.
•Aluminium.
•kunststof.
Voor eigenschappen wordt verwezen naar het arrangement onderhoud tuinen. Bij het plaatsen van gaas worden de palen op maximaal 3 meter afstand van elkaar geplaatst. Bij afrasteringen met alleen draad kun je de palen iets verder uit elkaar plaatsen.
Gaas
Het gebruikte gaas is afhankelijk van
•Hoogte. (Een ree springt met gemak 1,5 meter hoog, Dassengaas is een meter hoog)
•Maasgrootte (voor vogels kleine openingen, schapengaas heeft grotere mazen)
Dassen zullen als ze gaas tegen komen, geen lange afstand afleggen om te kijken of ze elders wel een vrije doorgang hebben. In het landschap zie je dit gaas daarom soms onderbroken. Een ree kan echter wel een kilometer lopen om te kijken of het elders een vrije doorgang heeft. Langs het dassengaas zit onder een plastic zeil. Er zullen in dit gebied ook amfibien leven, zoals kikkers, padden, salamanders, slangen enzovoort. Deze dieren kunnen zich bezeren aan het gaas. Vandaar het plastic aan de zijde waar de amfibien leven.
Wildraster.
Ook bij het wildraster rechts is dit raster neergezet om meerdere dieren tegen te houden. Het grootmazige en hoge gaas is neergezet om reeen en ander grootwild tegen te houden. Onder zie je gaas met kleinere mazen zitten. Dit is konijnengaas. Konijnen graven ondergronds gangen. Het konijnrengaas zit daarom ook 30 centimeter in de grond en het gaas loopt onder de grond ook nog een stukje ondergronds door richting het bos. Op die manier voorkom je dat deze beesten toch in de tuin komen.
wildraster
paardenomheining
Paardenomheining
Paarden hebben een dun vel. Als je puntdraad gebruikt, zal een paard zich verwonden. Vandaar dat paardenomheiningen van hout zijn gemaakt of zelfs kunststof. Ook zie je soms dat het hekwerk iets naar buiten is gezet. Ook hierdoor voorkom je dat het paard langs de omheining schuurt en zich verwondt.
Onder nog afbeeldingen van metalen hekken. Veel geplaatst langs spoorwegen en als ballenvanger. Ook een afbeelding van Pantanet gaas. Het is geplastificeerd draad, zodat het gaas niet gaat roesten. Daarnaast zit er een knikje in de horizontale draden, zodat regenwater niet op de draad blijft staan. Ook dit verlengd de levensduur van dit gaas.
pantanet
metaal
gereedschappen en materialen
hekwerktang
Materialen en gereedschappen zijn.
•Spandraad. Dit is glad draad. Het draad is in verschillende diktes verkrijgbaar. Geplastificeerd draad gaat langer mee.
•puntdraad. Ook wel bekend als prikkeldraad. Veel gebruikt in weilanden bij koeien en schapen.
•Draadspanner. Om de draden strak te krijgen en te houden, gebruik je deze draadspanners. Met een tang kun je de draden aanspannen. In de draadspanner zit een mechaniek waardoor je de draden wel kunt spannen, maar niet kunt ontspannen.
•Krammen Een soort u vormige spijker met 2 scherpe einden. Met krammen kun je draad op een paal vastslaan. De meeste houtsoorten kun je met gewone krammen het draad bevestigen. Voor hardhout zoals acacia hout, heb je speciale krammen nodig.
•Hekwerktang en binddraad. Met binddraad kun je het gaas tussen de palen aan de spandraden bevestigen, zodat het gaas er nog strakker uitziet. Met een hekwerktang druk je een nietje rond het gaas en de draad.
Spanijzer. Zie foto onder. Dit is een metalen staaf met inkepingen op de plek waar de mazen van het gaas zich bevinden. Je trekt met dit ijzer het gaas over de gehele lengte strak. Op de foto een klein spanijzer. Beter is een metalen staaf met dezelfde lengte als het gaas. Aan dit ijzer zit een oog. Hieraan kun je een lier bevestigen om het gaas op spanning te zetten.
schoren
Afbeelding7.jpg
Een schoor is een paal die wordt ondersteund door een andere paal. Bij het spannen van de draden komt er veel spanning op de palen te staan. Door de spanning kan een paal omgetrokken worden. Dit betekent een scheve paal en een slappe constructie. Om dit te voorkomen wordt er een schoor geplaatst. Met een kleine inkeping (plaatje links) kun je de schoorpaal stevig vastzetten aan de paal. Vooral hoekpalen hebben veel te lijden. Bij langere lengtes hebben ook de palen bij de draadspanners veel te lijden. Deze palen worden dubbel geschoord. Zie afbeeldingen onder.
tussenschoor
hoekpaal
plaatsen
Afbeelding8.jpg
met motorboor
De werkvolgorde.
1. palen plaatsen. Tip: hoekpalen scheef naar buiten zetten! Bij het spannen zal de paal recht komen te staan. Palen via inzichten op 1 hoogte plaatsen. De afstand tussen de palen is afhankelijk van de gaassoort en hoogte. Bij het plaatsen van een raster met gaas is de afstand tussen 2 palen ongeveer 3 meter.
2. schoorpalen plaatsen. Tip: plaats een steen of stuk hout onder de grond tegen de schoor. Bij het aanspannen zal de schoor minder snel weglopen. Zie afbeelding.
3. spandraden + draadspanners plaatsen.
4. Gaas aan 1 zijde vastzetten. Met een spanijzer en lier het gaas strak trekken en bevestigen aan de palen. Een klein spanijzer voor kleine stukken zie je hieronder op de afbeelding. Je kunt ook een ijzeren balk op de plekken waar het gaas zit (schuin) inzagen. Het gaas komt klem in de balk te zitten. Aan de balk zit een oog gelast. Met een lier kun je nu het gaas aanspannen
5. Met de draadtang zet je om de 30 centimeter het gaas vast aan de spandraden.
spanijzer.png
video's plaatsen met spanijzer en hekwerktang
plaatsen raster met spanijzer
werking hekwerktang
hekken en poorten
Hieronder wat hekken en poorten. Het schapenhek is scheef geplaatst. Door de zwaartekracht klapt het hek automatisch dicht!
De dassenpoort zorgt er voor dat de dassen op bepaalde plekken via speciaal aangelegde gangen onder de weg, van het ene natuurterrein naar het andere kunnen komen, zonder dood gereden te worden!
Het wildraster zorgt er voor dat mensen en auto's wel over dit terrein kunnen. Koeien, reen en andere hoefdieren kunnen hier niet op lopen en blijven binnen het terrein.
schapenhek
wildraster
Afbeelding19.jpg
Houtbewerking en houtverbindingen
Algemeen
Algemene tips:
Kops hout is moeilijker te bewerken. Des te meer je het hout bewerkt in de groeirichting, des te makkelijker het gaat.
Bij spijkeren en schroeven kan hout barsten of splijten. Door eerst de kop van de spijker in het hout te tikken, voorkom je dit probleem.
zagen en afkorten
Recht afzagen kan met een handzaag, decoupeerzaag of circelzaag. Handzaag: Zie instructievideo.
Wil je iets onder een hoek afzagen, dan is de verstekbak een mooi hulpmiddel.
Hout recht afzagen instructie
verstekbak
beitelen
Om een stuk hout te verwijderen kun je met een houtbeitel overtollig hout verwijderen.
beitel
schaven, schuren, raspen
Als je planken zaagt, is het hout nog wat ruw. Wil je een gladde plank, dan zul je het hout moeten schuren of schaven. Plekken waar je moeilijk bij kunt komen met een schaaf, kun je met een houtrasp wel bereiken.
schaven
houtrasp
houtverbindingen
De volgende verbindingen worden toegepast bij het maken van bouwkundige voorzieningen zoals pergola's, carports en overkappingen.
portugees graniet kun je op verschillende manieren leggen.
Hier wat voorbeelden van verbanden...
schubbenverband
schelpenverband portugees graniet
waaierverband
cement
Metselspecie is een mengsel van zand, (port land) cement en water. De verhoudingen bepalen de hardheid en kwaliteit van het metselspecie. De standaard verhouding voor metselspecie is 1 deel cement, 4 delen metselzand.
Als je grind door dit metselspecie mengt, krijg je beton. In de links krijg je veel achtergrondinformatie.Demengverhouding voor standaardbeton is 1 deel cement, 2 delen (metsel)zand, 3 delen grind. Voor de verschillende toepassingen zijn er weer andere verhoudingen/toevoegingen.
Metselspecie kun je extra verstevigen door het te bewapenen. Als je in het natte cement een betonmat/vlechtmat legt en het cement laat uitharden, dan spreek je van gewapend beton. In kleinere stukken beton, bijvoorbeeld poeren rondom een paal of een wasdroger, kun je ook ijzeren pinnen in het natte cement stoppen voor extra bewapening.
Kijk naar de onderstaande video over het maken van metselspecie.
Als je cement kunt maken, dan kun je dit gebruiken om te metselen. Bij het metselen van maatvaste stenen, dan wil je graag een rechte en strakke muur.
Hier de werkvolgorde.
1. Maak een vlakke fundering.
2.Plaats 2 houten palen loodrecht.
2. bepaal de voegdikte.
3. Zet maatstrepen op de palen. Stel je wilt tussen de stenen een voeg hebben van 2 centimeter en je steen is 6 centimeter hoog. zet dan om de 8 centimeter een streep. Op de maatstrepen kun je een spijker slaan. Met een dun metselkoord heb je nu de lijn waarlangs de bovenkant van de steen hoort te zitten. Nu kun je laag voor laag de muur metselen.
In de video zie je hoe je dit klusje uitvoert.
metselen
lijmen
215709.jpg
Als je een muur wilt maken van straatstenen of tegels, kun je de stenen op elkaar stapelen. Een laag muurtje zal niet snel omvallen. Bij hogere muren en/of als je een stevige constructie wilt maken, kun je er voor kiezen om de stenen te lijmen. Voordeel van lijm is dat je geen voeg hebt. De stenen kunnen direct op elkaar. Metselen is wel sterker dan lijm.
lijm.jpg
glas
glas
schutting van aluminium met (melk)glas
Glas werd in het verleden vaak in tuinen geplaatst als windscherm. Het is in onbruik geraakt vanwege een aantal zaken. Vogels zien het doorzichtige glas niet en vliegen tegen het glas aan. Glas kan breken. Ook zal het glas na verloop van tijd vuil worden. Glas heeft in der loop der jaren een ontwikkeling doorgemaakt. Er zijn sterkere materialen, die minder snel breken. Glas kun je nu in vele kleuren en dessins kopen. Het afgebeelde melkglas laat wel licht door, maar je kunt er niet door heen kijken. Ook vogels zien dit glas. Een trend is om glas als erfscheiding te gebruiken. Moderne glazen schuttingen worden, vooral in moderne tuinen, gebruikt.
glas op maat snijden
In de video zie je hoe je glas kunt snijden.
Met een speciaal glasmes maak je een kerf in het glas.
Door de plaat om te draaien en op het breukvlak te tikken, zal het glas op de juiste plek afbreken.
In de video zie je dat de plaat in 1 klap afbreekt. Je kunt ook met een metalen pin met ronde kop op het breukvlak tikken.
glas snijden
water
infilratie krat
infiltratiekrat
koivijver constructie
koi vijver constructie
Aanleggen rioleringen en waterafvoer
1.3 aanleg riolering en drainage
002.jpg
Theorie
We kunnen veel zeggen over het klimaat. Feit is dat we net zo veel regen per jaar krijgen als vele jaren geleden. Echter zien we steeds meer extremen. Langere periodes met droog en warm weer, maar ook hevige regenbuien. Ht klimaat veranderd en wat kunnen we in ons vak hier tegen doen? Zie de volgende 2 video's...
onder bijna elke weg ligt een riool. Het riool is een gangenstelsel, waarbij vervuild water van huizen en regenwater naar een waterzuiveringsinstallatie wordt gepompt. Hier wordt het water via bezinkbakken weer gereinigd, zodat het als drinkwater weer terug kan.
Langs de wegen zitten putten. Op de foto zie je dat de putten aangesloten worden op het buizenstelsel.
put
opbouw put
gemengd en gescheiden riool
gemengd.jpg
In oudere woonwijken zie je dat niet aleen afvalwater van het huis (douche, wc, keuken) op het riool is aangesloten, maar ook regenwater. Regenwater is betrekkelijk schoon water. Voordeel van het gemengde systeem is dat het riool vaak doorspoelt en dus niet snel verstopt raakt. Nadeel is dat schoon water door de menging ook vervuilt en helemaal het zuiveringsproces moet doorlopen. Dit kost geld.
In een gescheiden waterafvoer wordt regenwater afgekoppeld van het systeem en wordt in de tuin opgevangen. Minder water hoeft gezuiverd te worden. De bodem kan het water redelijk goed afvoeren, omdat de grond een bufferende werking heeft. Maar er zijn grenzen aan dit systeem en het bufferende vermogen is afhankelijk van de grondsoort!
gescheiden.jpg
het nut van water opvangen
woonwijk gemengd1.png
Zoals al eerder is geschreven; In oudere woonwijken zie je dat niet aleen afvalwater van het huis (douche, wc, keuken) op het riool is aangesloten, maar ook regenwater. Regenwater is betrekkelijk schoon water. Voordeel van het gemengde systeem is dat het riool vaak doorspoelt en dus niet snel verstopt raakt. Nadeel is dat schoon water door de menging ook vervuilt en helemaal het zuiveringsproces moet doorlopen. Dit kost geld.
Maar er is nog een nadeel..
gemengd2.png
Afkoppelen regenwater
In de video's zie je hoe je regenwater kunt afkoppelen. De 1e video zie je leerlingen Groenewelle Zwolle aan het werk om de klus uit te voeren.
Met dit systeem komt regenwater niet meer rechtstreeks in het rioleringssysteem. Bij afkoppeling gebruikt men de volgende kleurcodes voor de verschillende buizen: groen = schoon water, bruin is vuil water, grijs is gemengd.
aa landen voorbeeld afkoppelen
afkoppelen regenwater
opvangen regenwater in tank onder of naast huis
Op de afbeeldingen hieronder zie je systemen om regenwater op te vangen in een tank onder of naast het huis.
Je kunt het regenwater gebruiken voor de wc door te laten spoelen om de wasmachine te laten wassen en de tuin. Volgens de Nederlandse wet mag je het niet gebruiken als drink water en om te douchen. In het buitenland (Frankrijk bijvoorbeeld) wil men bewoners verplichten om een minimum aantal kuubs water op te vangen.
wateropvang nieuwbouw
opvang bestaande bouw in kruipruimte
waterpasserende verharding
waterpasserende verharding
Bij waterpasserende verharding heb je wat grotere afstand tussen de stenen.
Je kunt deze ruimtes opvullen met een halfverharding of zelfs beplanting.
Voordeel is dat water tussen de verharding beter wegloopt.
Op de video zie je de werking van ZOAK.
Deze klinker kan water in de steen snel afvoeren.
zoak zeer open afval klinker
achtergrond waterpasserende opsluitbanden
waterpasserende opsluitbanden aanleggen
infiltratiekratten
waterberging Wavin
Om water tijdelijk op te slaan, zodat het riool de hoeveelheid water beter op kan vangen, is het systeem van infiltratiekratten er 1. Onder parkeerplaatsen kun je de kratten in de grond stapelen. Rondom de kratten zit een zeil, die het water vasthoudt. De kratten zijn zo sterk, dat ze de druk van de grond en auto's aan kunnen. De kratten zijn hol van binnen en daar kan dus water in lopen bij een stortbui. Na de bui zal het water alsnog afgevoerd worden. Als alle kratten zijn gevuld zal het water via een overstortbuis afgevoerd worden.
infiltratie1.jpg
infiltratie2.jpg
achtergrondinfo infiltratiekratten
3x meer waterberging
reiniging werking
Ter info: De kratten hebben 3x zo veel opslagcapaciteit als grind. Zie afbeelding linksboven. Voorwaarde is wel dat de kratten boven het grondwaterpeil worden aangelegd. Anders heb je geen berging.
Daarnaast zijn er systemen op de markt, die het water ook zuiveren. Dit systeem is in Duitsland al verplicht in drinkwatergebieden. Met het regenwater komt ook vervuiling in het infiltratiesysteem. Denk aan zand en olie. Zand is zwaarder dan water en zakt via een bezinkput (A) naar beneden. De buis tussen punt A en B loopt licht omhoog. Olie is lichter dan water en zal op het water drijven. Vanwege de zwanehals in het 2e punt (B), zal de olie in de rechter put blijven. Het gezuiverde water loopt in de infiltratiekratten. Naast milieuvoordeel bespaart dit ook in onderhoudskosten, omdat je de kratten minder vaak hoeft te reinigen.
Wadi
Wadi's zijn lager gelegen gedeeltes in een grasveld. Bij een regenbui zal het water naar het laagste punt stromen en in de Wadi lopen. Na enige tijd zal het water opdrogen. In droge periodes wordt het gras gewoon gemaaid.
Soms wordt bij de aanleg een hoger gelegen afvoerput geplaatst. Als de Wadi vol zit, zal het overtollige water alsnog in het riool komen.
wadi1.jpg
wadi2.jpg
wadi met kruiden in plaats van gras
In plaats van gras kun je ook kruiden inzaaien. Meer bloemen, meer biodiversiteit, minder maaien en mooier!
wadi Deventer met kruiden
wadi met tuinplanten
Het centrum van Nijverdal was altijd een drukke plek met veel verkeer. Met de aanleg van de Salland-Twentetunnel kwam er de mogelijkheid om het centrum helemaal opnieuw in te richten. Het centrum is nu niet alleen een stuk rustiger en groener, maar met haar wadi's ook een stuk klimaatrobuuster.
wadi nijverdal
waterinfiltratiegebieden
waterinfiltratiegebied Holten
In deze wijk zijn Wadi's aangelegd. Ook is er een gescheiden rioolsysteem aangelegd. Dat zie je aan de putdeksels met een waaiervorm. Desondanks kon dit gebied niet een enorme hoosbui aan.
achtergrondinformatie. waterberging is hot! (intratuin, ACO)
Waterberging is een belangrijk thema.
Intratuin in Lochem heeft een inspiratietuin aangelegd.
ACO, heeft 12tips voor waterberging opgenomen in een folder.
Bij de meeste open verharding loopt het water over de tegel en kan regenwater alleen via de voegen in de grond zakken. Dan komt dus heel veel water in de riolering. Bekijk de video en zie hoe bij deze tegel ook water in de tegel wordt opgezogen.
morssinkhof
achtergrondinfo: voorbeeld klimaat actieve stad
In de link hieronder een video over een renovatieproject in een woonwijk in Zwolle.
Er was veel grijs, weinig groen in de wijk. Bij het opknappen is meteen gekeken naar meer waterberging. Resultaat is goed geslaagd!
Hieronder links met veel achtergrondinformatie. Bijvoorbeeld manieren om water op te vangen, wetgeving met betrekking tot afkoppelen van regenwater van het riool en waterbergen in je tuin enzovoort.
Het klimaat veranderd. De temperaturen stijgen. Er valt steeds meer regenwater, maar we zien dat het soms lange tijd droog is en dat er dan stortbuien komen. Ons rioolstelsel is niet berekend op veel afvoer van water in korte tijd. Dus moeten we op zoek naar andere manieren om water bij (stort)buien op te vangen.
Ook de steeds hogere temperaturen zijn zorgwekkend. Maar wist je dat bomen naast schaduw ook zorgen voor een daling van de temperatuur? In een berkenbos is het in de zomer een stuk frisser dan in een naaldbomenbos. De reden? Volwassen berken drinken wel een kuub (1m3) water per dag! Een deel van het opgenomen water "zweten" ze via de huidmondjes er weer uit. Hierdoor koelt de lucht af.
Beplanting neemt water op en beplanting zorgt voor verkoeling. Alleen al hierom is het verstandig om minder bestrating te leggen en meer planten toe te passen. En wie heeft er verstand van planten? DE HOVENIER!!!
In de links hieronder meer info over de klimaatverandering.
Operatie steenbreek probeert mensen er van bewust te maken dat veel verharding zorgt voor wateroverlast. Tegels er uit en planten er in dus! In de link heel veel info en inspirerende voorbeelden.
Hier een voorbeeld van stenen met een afstandshouder. In de kieren groeit gras. Hierdoor lijkt de verharding minder hard en kan er veel meer regenwater afgevoerd worden. Dit is eigenlijk een moderne versie van wat Mien Ruys ook al toe heeft gepast in het verleden.
struyk verwa groen stenen
zoak
zoak demo
Zoak is een verharding, die een open structuur heeft. Hierdoor kan de steen water opnemen.
sedumdak
sedum.jpg
De aanleg van sedumdaken is een specialistisch werkje. In de tekening zie je hoe een sedumdak is opgebouwd. De planten en de grond bufferen het water. Sedum is een plant die heel goed tegen droogte kan. Zelfs na maanden geen water zal de plant wel verdrogen, maar bij het eerste water weer opnieuw gaan groeien. De grond zorgt ook voor een isolerende werking. In de winter zal minder warmte uit het huis verdwijnen en in de zomer blijft een huis koeler!
Hieronder een film met de aanleg van sedumvegetatie op een dak.
jiffy green
aanleg sedum dak door Curatio Dalen
Aanleg sedum dak Curatio Dalen
drainage
drainagebuis
Drainagebuizen kun je gebruiken om bomen water te geven. Zie afbeelding rechtsboven. Water komt rechtstreeks bij de boomwortels met dit systeem waarbij je water aanvoert. Normaliter wordt drainage ingezet voor waterafvoer.
Bij slecht doorlatende grond, of een grond met een storende laag, zal water slecht afgevoerd worden. Door op een storende laag een drainagebuis te leggen, kun je de waterafvoer verbeteren.
De drainagebuis is van plastic. In de buis zitten gaatjes. Rondom de buis zit kokosvezel of een ander materiaal. Het omhulsel zorgt er voor dat vuil achterblijft en dat alleen water in de buis komt. De drainagebuis wordt aangesloten aan een afvoer.
Door de buis in grind of geel zand te leggen, voorkom je ook dat er vuil in de buis komt.
Op de foto zie je dat een machine een sleuf graaft. In de sleuf wordt grind gestort. Dan wordt de buis gelegd en wordt ook boven de buis grind gestort. Daarna wordt de grond afgewerkt met teelaarde.
drainage leggen
sleuf parkweg.png
drainage voliere
Bij het onderhoud van het park bleek dat regenwater onvoldoende snel wegliep, met name achter de voliere. Gemeente Hardenberg heeft de firma Donker Groen opdracht gegeven om extra drainagebuizen aan te leggen. Op de foto's zie je hoe dit in zijn werk ging.
3. andere hoek
1. grint en doek
2. detail put
achtergrondinfo. verticale drainage
Drainage leggen we meestal vlak, dus horizontaal. Soms boven een storende laag. Een andere manier is om de drainagebuizen naar beneden, dus verticaal te leggen. In de afbeelding zie je dat de drainagebuizen door een kleilaag gaan en op zandgrond uitkomen. Bij een regenbui kan via deze buizen het water meteen diep in de grond wegspoelen. Hierdoor hou je meer lucht in de bodem en minder vocht na een regenbui.
afvoergoten
Afvoergoten zijn halve buizen, die onder een rooster liggen. De buis wordt aangesloten aan een afvoer. Voordeel is dat je de buis gemakkelijk kunt schoonmaken, mocht er blad of andere rotzooi in terecht komen. Hoe je een dergelijke goot aanlegt zie je op de video.
Je ziet dat de waterpas nodig is. Water moet zo langzaam mogelijk weglopen. Het advies is om de buis 1 centimeter per strekkende meter af te laten lopen. We noemen dit afschot. Op de waterpas lees je dan tegen de streep af....
aanleg waterafvoer (goot)
wateropvang op erfafscheiding
In de tuin en landschap stond onderstaand artikel. Regenwater wordt opgevangen in bakken die aan een schutting of muur geplaatst worden. Bij overvloed aan water sla je het water op. Bij droog weer gebruik je het water om planten water te geven. meer info in het artikel.
hydrorock systeem
een blok
verwerking blokken
In de Tuin en Landschap van april 2014 staat het Hydrorock systeem beschreven. Het zijn units van steenwol, omgeven met een filterend membraam. Door dit systeem spoelt de steenwol niet dicht en gaat zeker 20 jaar mee. De units worden met koppelstukken aan elkaar verbonden. Bij regen slaan ze het water op. Bij droogtre geven ze het water af aan de bodem. Voor een berekening van het aantal units, kijk op de link hieronder.
In de Tuin en Landschap van maart 2014 staat een artikel over de bufferklinker. De klinker slaat overtollig regenwater tijdelijk op. Onder de stenen zitten holtes, die per m2 80 liter water kunnen bergen. De stenen zijn in totaal 22 centimeter hoog. Door gebruik van deze stenen worden extra regenputten en waterputten vermeden. Daarmee wordt bespaart op de rioleringskosten. Meer info op de volgende link:
Helofytenfilters maken gebruik van planten. Riet is een veelgebruikte plant, omdat Riet ook nog de eigenschap heeft dat het voeding uit het water haalt, zodat het water wordt gezuiverd. In de tekening zie je de opbouw van een helofytenfilter.
Aanleg helo.jpg
Aanleg helo2.jpg
helo3.jpg
veel arrangementen kloppen niet allemaal
Aanleg tuinen
intro
Inleiding
In klas 2 van de opleiding gaan we bij de Groene Welle verder met aanlegwerkzaamheden en onderhoudswerkzaamheden.
Dit leerarrangement gaat over de aanleg.
Bij belangrijke documenten zie je in de leerwijzer wat er in dit onderdeel aan bod komt.
Daarnaast is er een urenregistratie. Je werkuren of stage uren kun je hierop bijhouden.
Ook is er een handelingenlijst, om bij te houden wat je op stage hebt geoefend.
In de praktijktoets zie je op welke punten je wordt beoordeeld.
In dit arrangement zie je dat de hoofdstukken zijn verdeeld in theorie, praktijk en BPV.
1. Theorie: Lees de tekst en maak de vragen in je werkboek. De antwoorden bespreek je met je docent.
2. Praktijk. Deze opdrachten voer je uit tijdens de lessen op school. De docent tekent de opdracht af als je het werkstuk voldoende hebt gemaakt.
3. BPV. Deze opdrachten voer je uit op je leerbedrijf.
De theorie die je leert, komt uit een lesboek. In de praktijk worden zaken soms toch anders uitgevoerd.
Bespreek de opdrachten met je stagebieder en maak een verslag van de opdrachten. Je stagebieder ondertekent de opdrachten.
Daarnaast krijg je een handelingenlijst mee. Deze handelingenlijst laat je zien aan je stagebieder. Op je leerbedrijf ga je ook deze werkzaamheden uitvoeren. Als de stagebieder vindt dat je een onderdeel genoeg hebt geoefend, tekent hij dit onderdeel af.
De proeve van bekwaamheid
In de proeve voor niveau 2 staan de volgende werkprocessen beschreven:
1.1 terrein klaar maken voor aanlegwerkzaamheden
1.2 grondverzet
1.3 aanleg riolering/drainage
1.4 aanleg waterpartijen
1.5 aanleg verhardingen
1.6 aanleg bouwkundige elementen
1.7 aanleg technische voorzieningen
1.8 aanleg groen
1.9 aanlegwerkzaamheden afronden
Ook voor de andere niveau's zijn deze werkprocessen belangrijk.
Dit arrangement is daarom volgens deze werkprocessen ingedeeld,
waarbij gekozen is om de werkprocessen in het hovenierswerk in te kleuren.
Hoogteverschil tussen 2 punten met waterpastoestel.
Afstand bepalen baak + toestel.
Hoogte aan te leggen trap uitzetten.
Praktijk
Basisoefeningen
A. Een draad strak trekken.?
Wikkel een touw af. zet 1 pin in de grond. Druk tegen het touw.
Je ziet dat het touw slap wordt. Leg nu een lus om het touw, trek het touw hard aan en zet weer de pin in de grond .
Nu kun je zien dat je het touw strak is en blijft. Wikkel het touw op zoals de docent het voor doet.
B.haakse hoek uitzetten met hulp van een haakse hoek
span een touw strak. Plaats een piket in de grond. Wikkel het touw om de piket, waarbij de piket buiten het werk komt te liggen.
Leg de haakse hoek naast het touw. Plaats het touw langs de andere zijde van de haakse hoek.
C . Haakse hoek controleren met hulp van de 3, 4, 5 steek.
Stel, je bent de haakse hoek vergeten. Je hebt wel een meetband. Pythagoras heeft een formule ontwikkeld.
Hij heeft ontdekt dat en driehoek met een rechte zijde van 3 meter en een rechte zijde van 4 meter, een schuine zijde heeft van 5 meter.
De stelling is (A X A) + (B x B) = (c x C) In het voorbeeld: 3x3 + 4x4 = 5x5. Het klopt, want 9 + 16 =25
Meet vanuit de hoek naar 1 kant 60 cm uit en plaats een pin in de grond.
Meet vanaf dezelfde hoek naar de andere zijde 80 cm uit en plaats ook daar een pin.
De pinnen staan als het goed is exact 100 cm uit elkaar.
D. Zwevende hoek uitzetten
In oefening B staat de piket op de hoek. Bij graafwerk is de kans groot dat de piket wegvalt bij het uitgraven.
Bij de zwevende hoek gebruik je 2 piketten. Door de touwlijnen te verlengen, staan de piketten op afstand van het hoekpunt en kun je gerust grond weggraven.
BPV
terrein klaar maken voor aanlegwerkzaamheden
Beschrijf uitvoerig hoe op jouw bedrijf een tuin wordt geruimd. Welke machines worden ingezet? Hoe worden de restmaterialen afgevoerd? Hoe worden stobben verwijderd?
Veilig werken:
Algemeen: Heeft het bedrijf een VCA of een ISO keurmerk?
Wat betekent dit voor het bedrijf? Aan welke regels moet het zich houden?
Heb je een verbandtrommel in de bus? Is deze compleet?
Klic/grondverzet: vraag om klicmelding.
Ging er wat mis in verleden. Bijvoorbeeld een kabel geraakt? Wat moest er gebeuren?
Langs de weg:werkt het bedrijf soms langs de openbare weg?
Hoe zorgt het bedrijf voor een veilige werkplek?
Beschrijf voor 1 situatie welke bebording en dergelijke wordt geplaatst.
1. Omleggen. In een terrein met onkruid wordt de bovenste laag omgedraaid. Ga ondiep met de schop (net onder de grond) door de grond.
Draai de grond om en zorg dat het onkruid met aarde wordt bedekt. Omleggen wordt uitgevoerd om snel resultaat te krijgen in een terrein met ongewenste beplanting.
2. Spitten met een voor.
Deze methode wordt toegepast in moestuinen, waarbij organische mest ondergebracht wordt.
Haal met een steekschop 1 steek diep grond weg en verplaats de grond naar het uiteinde, naast het te spitten gedeelte.
Doe een laag mest onderin de geul. De 2e geul grond wordt gedraaid en in de 1e geul gedraaid.
Nu kun je weer mest in de nieuwe geul doen. Op het einde kun je de grond die je apart hebt gelegd, in de laatste geul stoppen.
De grond is gespit en de mest zit onderin de bouwvoor.
BPV
BPV
Bemesting:
Wat gebruik jouw bedrijf aan meststoffen?
Verdeel de gebruikte meststoffen in organisch en anorganisch.
Gebruiken jullie ook bodemverbeteraars? (tuinturf bv) Zo ja, waarom?
Waar worden de meststoffen bewaard? Waarom daar?
Wanneer strooi je de producten? Waarom gebeurt dit in die periode?
Wat gebeurt er als je op ander moment gaat mesten?
Schrijf op wat de samenstelling is (van de 3 meest gebruikte soorten)
Hoeveel gebruik je per m2? Komt dit overeen met wat op de verpakking staat?
Grondverzet
KLIC
Vraag om (een kopie van) een KLIC melding van een tuin die op jouw BPV bedrijf is aangelegd. Geef op de tekening aan of de gegevens klopten of dat de kabel/leiding ergens anders lag. Hoe ben je daar achter gekomen? Ging er wat mis in verleden?. Bijvoorbeeld een kabel geraakt? Wat moest er toen gebeuren?
Machines grondverzet
Welke machines worden op jouw bedrijf ingezet bij grondverzet. Beschrijf van 1 machine, die vaak wordt gebruikt, waar deze machine voor wordt gebruikt en waarom gekozen is om deze machine in te zetten voor die klus.
Bodem:
Doe een bodemonderzoek op het bedrijf of eventueel thuis.
Maak een profielkuil van 1 meter diep. Maak een foto van het profiel.
Beschrijf welke grond dit is. Denk aan grondsoort, voedingstoestand, aanwezigheid van bodemleven, storende lagen/ verdichting van de grond enzovoort.
Zou je bij aanleg deze grond bewerken? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, welke machine zou je gebruiken en waarom?
Welke machines gebruikt je bedrijf? (frees, ploeg,spitmachine, handmatig?, anders?)
grond en grondbewerking
Noem3 redenen waarom grondbewerking op jouw bedrijf wordt uitgevoerd
Met welke grondsoorten heb je op het bedrijf te maken? (klei, leem, zand, zavel, loss) Beschrijf per grondsoort welke grondbewerking en/ of bodemverbeteraar wordt gebruikt. Waarom kiest het bedrijf voor deze methode en deze bodemverbeteraar?
Grondbewerkingen worden ingedeeld op diepte. Dieper dan 30 cm, tussen 5 en 30 cm en minder dan 5 cm. Op welke diepte past jouw bedrijf grondbewerkingen toe. Geef de reden(en) waarom de bewerking wordt uitgevoerd.
Welke machines voor grondbewerking heeft je bedrijf?
molgoot maken. 3 stenen breed. Volgens instructiefilm. Lengte 10 stenen. Middensteen 1cm boven put. Kantstenen schuin +2cm. Afschot is 2cm/meter
Rioolbuis plaatsen met opvangbak. Afschot is 1cm/meter
BPV
aanleg riolering en drainage
Beschrijf een klus op jouw bedrijf, waarbij riolering of drainage is aangelegd of hersteld. Als je bedrijf dit werk niet vaak uitvoert, mag je ook beschrijven hoe hemelwater op jouw bedrijf in de tuin wordt afgevoerd in plaats van op de riolering.
Beschrijf stap voor stap hoe je op jouw bedrijf een vijver aanlegt. Geef duidelijk aan wat de werkvolgorde is. Beschrijf de benodigde materialen. Beschrijf minimaal 3 manieren die je bedrijf gebruikt om de vijverrand af te dekken.
damwand met haakse hoek. Beide zijden minimaal 1 meter lang
rondhouten palen in 1 lijn. Lengte 1,5 meter lang, bovenkant vlak
rondhouten palen in cirkel(straal = 1 meter) . Lengte 1,5 meter
schutting. 2 delen plaatsen in rechte lijn
raster. Lengte 10 meter. Met schoorpalen op eind. 1 draad met draadspanner. Tussenpalen op juiste afstand.
Praktijk
Aanleg damwand
Voer deze opdracht in 2 tallen uit.
Schrijf vooraf welke materialen en gereedschappen je nodig hebt.
Maak vooraf een offerte hoe veel tijd het kost om de constructie te maken.
Als je vergeet om bepaald gereedschap te bestellen, krijg je een half uur straftijd.
Na afloop lever je een overzicht in met de werkelijk gemaakte uren.
Verklaar waar het verschil tussen begrote en werkelijk gemaakte uren.
De ene leerling plaatst damwandprofiel. 2 stukken van ongeveer 1 meter lengte (= 6 profielen) die haaks op elkaar staan.
De damwand is op de juiste diepte, waterpas, zonder slingering en zonder kieren.
De andere leerling helpt alleen met het vasthouden van de profielen.
Daarna plaatst de andere leerling dezelfde constructie.
BPV
BPV
Niv 2:
Praktijk: Kan, na instructie, een eenvoudige houten voorziening plaatsen. Denk aan damwand of een schutting.
Theorie: weet verschil tussen hardhout en zachthout. Weet hoe je hout kunt verduurzamen.
Niv 3 + 4.
Praktijk: Kan, na instructie, zelfstandig een houten voorziening plaatsen.
Theorie: Kan een klant adviseren over houten voorzieningen. Denk aan duurzaamheidsklassen, verduurzamen, toepassing van houtsoorten enzovoort.
Stageopdracht Hout en verduurzaming.
Houten voorwerpen zullen op den duur verrotten. Bij sommige houtsoorten gaat dit
proces snel, zeker als ze niet goed worden verduurzaamd, met andere woorden;
behandeld door middel van bijvoorbeeld beitsen of impregneren.
Andere soorten zijn veel duurzamer en worden onbehandeld toegepast.
Welke houtsoorten worden op je bedrijf toegepast?
Waarvoor worden de verschillende houtsoorten gebruikt?
Welke houtsoorten worden verduurzaamd, welke niet?
Op welke wijze worden producten verduurzaamd? Beschrijf nauwkeurig hoe
en met welke producten het hout wordt behandeld.
Wat is de levensduur van het product met + zonder verduurzaming?
Gebruikt het bedrijf nu andere houtsoorten dan vroeger? Worden
producten nu anders verduurzaamd dan vroeger? Als er veranderingen zijn, geef
dan duidelijk aan waarom het bedrijf hiervoor kiest
Aanleg bouwkundige elementen
Algemeen:
Houten voorwerpen zullen op den duur verrotten. Bij sommige houtsoorten gaat dit proces snel, zeker als ze niet goed worden verduurzaamd, met andere woorden; behandeld door middel van bijvoorbeeld beitsen of impregneren.
Andere soorten zijn veel duurzamer en worden onbehandeld toegepast.
• Welke houtsoorten worden op je bedrijf toegepast?
• Waarvoor worden de verschillende houtsoorten gebruikt?
• Welke houtsoorten worden verduurzaamd, welke niet?
• Op welke wijze worden producten verduurzaamd? Beschrijf nauwkeurig hoe en met welke producten het hout wordt behandeld.
• Wat is de levensduur van het product met + zonder verduurzaming?
• Gebruikt het bedrijf nu andere houtsoorten dan vroeger? Worden producten nu anders verduurzaamd dan vroeger? Als er veranderingen zijn, geef dan duidelijk aan waarom het bedrijf hiervoor kiest
Aanleg schutting of pergola
Beschrijf uitvoerig hoe op jouw bedrijf een schutting of pergola wordt geplaatst. Maak indien mogelijk foto’s bij een aanlegklus.
Wat is de werkvolgorde? Waarom kiest het bedrijf voor deze volgorde?
Welke materialen/houtsoorten worden gebruikt? Hoe worden de palen verankerd in de grond?
Hoe lang gaat een schutting/pergola mee?
Aanleg van een raster
Beschrijf uitvoerig hoe op jouw bedrijf een raster wordt geplaatst. Maak indien mogelijk foto’s bij een aanlegklus.
Wat is de werkvolgorde? Waarom kiest het bedrijf voor deze volgorde?
Welke materialen/houtsoorten worden gebruikt? Welke gaassoorten worden gebruikt? Beschrijf deze. Hoe worden de palen verankerd in de grond?
Aanleg blokhut of tuinhuisje
Beschrijf uitvoerig hoe op jouw bedrijf een blokhut of tuinhuisje wordt geplaatst. Maak indien mogelijk foto’s bij een aanlegklus.
Wat is de werkvolgorde? Op welke fundering wordt het huisje geplaatst?
Plant 11 struiken in driehoeksverband of verspringend verband.
De docent geeft aan welk verband je moet planten.
Plantverband 1x 1 m. Maak 3 rijen.
2. Planten van een heg (geul)
Zet een plantvak uit van 2 meter lang en 50 cm breed.
Maak een geul. Plant een enkele rij. Plant 5 planten per strekkende meter.
3. Planten van een boom + paal.
Plant volgens het boekje op de juiste wijze een boom + paal.
Praktijk
Aanleg grasveld
Zet een vak uit van 2 x 3 meter.
Maak het terrein volgens het boekje klaar om in te zaaien.
BPV
aanleg groen
Planten van sierbeplanting
Geef aan hoe op het bedrijf de volgende plantensoorten worden aangeplant.
Denk aan tijdstip, plantdiepte, gebruik van bodemverbeteraars zoals potgrond, mest of turf.
Bloembollen en knollen
Eenjarigen
Vaste planten
Vijverplanten
Coniferen
Sierheesters
Klimplanten
….
• Plant jullie bedrijf plantgoed of containerplanten? Waarom?
• Hoe plant je op het leerbedrijf een struik en een heg? (school: met een sleuf)
• Hoe plant je op het leerbedrijf een boom met paal? (school: boom + 1 paal)
• Wat zijn de verschillen met je vorige leerbedrijf?
• Wat zijn de verschillen met wat je op school leert?
• (Waarom) Doet het leerbedrijf de zaken anders?
Aanleg gras
• Hoe leg je op het leerbedrijf een grasveld aan? (school: spitten, aanlopen, egaliseren)
• Gebruiken ze graszoden of graszaad of beide?
• Waarom kiezen ze voor zoden of graszaad?
• Wat zijn de verschillen met wat je op school leert?
• (Waarom) Doet het leerbedrijf de zaken anders?
Vermeerderingsmethoden
Plantmateriaal wordt door een kwekerij op verschillende methoden vermeerderd.
Geef voor de volgende methoden een duidelijke beschrijving (of maak een tekening) en noem voorbeelden van gewassen die op deze manier vermeerderd worden:
Maak bij een praktijkklus een schatting van de uren en stel een lijst met benodigde materialen en gebruikte gereedschappen op. Stel aan de hand van deze gegevens een offerte op.
Noteer op een werkbrief de werkelijk gemaakte uren en materialen. Stel aan de hand van deze gegevens een rekening op.
Vergelijk de offerte met de werkelijke kosten. Verklaar de verschillen.
BPV
afronding werkzaamheden
Vraag om een (kopie van een) registratieformulier die je bedrijf gebruikt om de door het personeel gemaakte uren en gebruikte materialen bij een klant bij te houden. Bedragen en uren mogen op de kopie worden doorgekrast.
Bestek (Deze opdracht is voor niv 3 + 4 verplicht)
Bij aanleg- en onderhoudsklussen wil een opdrachtgever graag weten wat het allemaal gaat kosten en wat de opdrachtgever voor dit bedrag kan verwachten. Dit noemen we een bestek.
Ter verduidelijking worden vaak tekeningen van het project gemaakt.
Kies een aanlegklus waar je zelf aan gaat meewerken.
Maak zelf een tekening op schaal van een klus waar je geholpen hebt Geef de verschillende onderdelen aan in de tekening, door middel van symbolen. Maak een legenda met hierin de uitleg van de symbolen.
Geef hoogteverschillen in de tekening aan.
Bereken de oppervlaktes van de verschillende onderdelen.
Maak zelf een schatting van de werk-uren, voordat de klus wordt uitgevoerd!
Beantwoord de volgende vragen:
• Wanneer werd de klus uitgevoerd? Waarom in deze periode?
• Beschrijf de klus van begin tot het eind.
• Beschrijf de gekozen werkvolgorde.
• Leg uit waarom in deze volgorde is gewerkt.
• Is er een bestek gemaakt? (Voeg deze als bijlage toe. Bedragen afplakken)
• Klopte het werkelijke aantal gemaakte uren met de schatting?
• Als er verschillen zijn geef aan waarom meer/minder uren nodig waren.
• Wie betaalt het verschil tussen de begrote kosten en de daadwerkelijk gemaakte kosten?
Structuur van de organisatie: (Deze opdracht is verplicht voor niv 3 + 4)
Voordat een klus kan worden uitgevoerd, moet er heel wat gebeuren. Beantwoord de volgende vragen:
• Hoe komt je bedrijf aan opdrachtgevers? (dit wordt acquisitie genoemd)
• Wie bespreekt het werk met de opdrachtgevers?
• Wie verzorgt de correspondentie met de opdrachtgevers?
• Wie zorgt voor de werkafspraken met de opdrachtgevers?
• Wie zorgt voor de loonadministratie van de werknemers?
• Wie verzorgt het belastingtechnische gedeelte?
• Hoeveel mensen werken in de uitvoering?
• Wie verzorgt het onderhoud aan gereedschappen en machines?
• Zijn er specialisten op het bedrijf werkzaam? (bijvoorbeeld boomverzorgers)
• Worden wel eens andere bedrijven ingehuurd voor werkzaamheden?
Het arrangement Groene ruimte Praktijkschool Reggesteyn Rijssen - kopie 2 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
hans mulder
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2023-03-21 09:09:46
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Wat is een groene opleiding voor PRO leerlingen?
In dit arrangement ontdek je de achtergronden van tuin aanleg en tuin onderhoud.
Ook vragen en opdrachten zijn in dit arrangement verwerkt.
Wat is een groene opleiding voor PRO leerlingen?
In dit arrangement ontdek je de achtergronden van tuin aanleg en tuin onderhoud.
Ook vragen en opdrachten zijn in dit arrangement verwerkt.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Deze test laat zien wat je al weet van een gazon/ grasveld/ sportveld
Toets leereenheid bosmaaier
Toets leereenheid Kettingzagen
Gras maaien
Het onderhouden van een border niveau 1
Er staat veel kennis over het onderhouden van een gazon in dit arrangement. Wat heb je hiervan begrepen?
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.