Als de situatie er om vraagt kunnen aanpassingen binnen de ALA worden gemaakt.
Inleiding
Als onderwijsassistent ondersteun je de leerkracht bij het voorbereiden, uitvoeren en afronden van activiteiten. Dit doe je o.a. door je te verdiepen in de manier waarop jij je als onderwijsassistent profileert binnen de groep. Je denkt na over de manier waarop je (les)activiteiten aanbiedt en hoe je de leerling(en) daarbij begeleidt. Je gebruikt middelen en materialen volgens voorschrift en gaat hier netjes mee om en zorgt voor een nette omgeving zowel voor, tijdens als na de activiteiten.
Je beschikt over vaardigheden om problemen op te lossen vanuit bestaande procedures of door het bedenken van nieuwe oplossingen.
Als onderwijsassistent heb je niet dezelfde verantwoordelijkheden als de leerkracht. Toch vorm je een belangrijke schakel in de klas en daarom wordt tijdens deze ALA o.a. aandacht besteed aan competenties die aansluiten bij het assisteren van de leerkracht.
Leerdoelen
Aan het eind van deze periode zijn de volgende leerdoelen bereikt:
Je
- werkt ordelijk en efficiënt als het gaat om voorbereidende van afrondende taken in het lesproces;
- neemt hiertoe eigen initiatief;
- checkt en controleert lesmiddelen en materialen en gaat hier zorgvuldig mee om;
- voert werkzaamheden uit ter verbetering van de kwaliteit van de leeromgeving;
- verdiept je in interactievaardigheden en denkt na over passende instructie en begeleiding binnen de groep;
- werkt met een heldere planning en overlegt tijdig eventuele knelpunten;
- hebt inzicht in de ontwikkeling van kinderen op verschillende gebieden en kan hierbij aansluiten met passende activiteiten.
Samenhang periode 4
Overzicht en de samenhang van de lessen periode 4
Wat
|
Inhoud
|
Richt zich op
|
ALA kind in de klas
|
Integratie van de andere onderdelen
|
Klassenmanagement
|
Klassenmanagement zorgt ervoor dat het in de groep goed loopt.
Goed klassenmanagement wil dus eigenlijk zeggen dat je weet hoe je, je lessen indeelt en dat de leerlingen weten wat wel en niet mag en zich daar ook aan houden.
|
Didactiek en Pedagogiek
|
Intro zaakvakken
|
|
Inhoud (kerndoelen)
|
Didactische analyse
|
In deze cursus wordt theorie behandeld over het onderscheid in deze vormgeving waarbij de eindopdracht gericht is op het werken met en analyseren van een didactisch model. Je maakt kennis met verschillende didactische concepten en werkvormen
|
Didactiek
|
Ontwikkelings- thematisch werken
|
De onderwijsassistent biedt het kind ontwikkelingsgerichte activiteiten aan, gericht op de reguliere/gemiddelde motorische, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Ook wordt daarbij gebruik gemaakt van speel-, spel-, sport- en/of ontwikkelingsmaterialen.
|
Ontwikkeling van het kind
|
Afwijkende ontwikkeling
|
Het grootste deel van onze kinderen groeit zonder problemen op. Maar er zijn ook kinderen op het kindercentrum of de basisschool waar wat mee aan de hand is. Zij gedragen zich anders dan de meeste andere kinderen. Zij vertonen soms gedrag wat je niet direct herkend bij andere kinderen, we noemen dit ook wel afwijkend gedrag. Op de groep of in de klas moet je met dit afwijkende gedrag om kunnen gaan. Je speelt in op het kind en zijn gedrag. Om goed in te kunnen spelen op dit gedrag is het belangrijk dat je snapt waar het gedrag door veroorzaakt wordt
|
(afwijkende-) ontwikkeling van het kind
|
Spel en muziek activiteiten
|
Sport en bewegen is ook voor jonge kinderen belangrijk bijvoorbeeld om op andere manieren hun ontwikkeling te stimuleren.
In deze training leer je hoe je kinderen (0-13 jaar) op een pedagogische manier kunt begeleiden bij het uitvoeren van sport- of spelactiviteiten;
|
Ontwikkeling van het kind
|
Overzicht vakken periode 4
Schoolopdracht 1
Schoolopdracht 1
Als je kijkt naar het schema van periode 4
Wat valt er op?
Leermiddelen
- Oefenopdracht 12 Consortium Beroepsonderwijs, 2017
- Traject Welzijn; School en didactiek OA (niveau 4), Thieme Meulenhoff; Hoofdstuk 2 Kernvaardigheden van de onderwijsassistent
Opdrachten
Overzicht van ALLE opdrachten (van de ALA)
Naam
|
Wat
|
Doel
|
Schoolopdracht 1 Wat valt er op?
|
kort stukje tekst
|
zien van samenhang
|
Schoolopdracht 2 vul onderstaande taak - tabellen in
|
ingevulde tabellen
|
wat doe ik van de taken die passen bij een OA
|
Schoolopdracht 3 Format BPV-plan
|
Ingevuld BPV plan
|
aanpakken van taken die ik nu nog niet doe
|
Schoolopdracht 4= oefenopdracht 12
|
lesvoorbereidingen
|
integreren alle kennis
|
Schoolopdracht 5 Tutorial maken
|
Tutorial maken
|
Ervaren hoe moeilijk het is om een strakke instructie te schrijven
|
Schoolopdracht 6 overzicht VVE programma's
|
schematisch overzicht VVE
|
kennis over VVE
|
Eindopdracht
- Oefenopdracht 12 Consortium Beroepsonderwijs, 2017
- Traject Welzijn; School en didactiek OA (niveau 4), Thieme Meulenhoff;
- Hoofdstuk 2 Kernvaardigheden van de onderwijsassistent
Overzicht weekplanning ALA (wat doen wij wanneer)
Week
|
Datum
|
Inhoud
|
Schoolopdrachten
|
Bijzonderheid
|
1
|
20-4
|
Introductie ALA
BPV plan
|
1, 2 en 3
|
Verkort rooster
|
2
|
11-5
|
Uitleg oefenopdracht 12
|
4,
|
4 activiteiten uitvoeren en evalueren
(4 lessen uitschrijven kan altijd)
|
3
|
18-05
|
Lesactiviteiten aanbieden
|
|
Als de basisscholen niet open zijn – dan maken jullie lesvoorbereidingen die niet worden uitgevoerd
|
4
|
25-05
|
Tutorial maken
|
5
|
|
5
|
1-6
|
Les vervalt
|
Tweede pinksterdag
|
6
|
8-6
|
Expliciete directe instructie
|
|
|
7
|
15-6
|
|
|
8
|
22-6
|
Ontwikkelingsachterstand en VVE
|
6
|
|
9
|
29-6
|
Afronden - Inleveren ALA
|
|
|
Week 1
Je hebt inmiddels 4 maanden stage gelopen en waarschijnlijk heb je zelf gemerkt dat je een groei hebt doorgemaakt wat betreft communicatie, initiatief tonen en begeleiden van leerlingen. Misschien heb je vaste taken of wordt jouw ondersteuning ingezet bij verschillende groepen of groepjes leerlingen. Je hebt de tussenevaluatie waarschijnlijk al besproken of zelfs ingevuld. Bij de profielomschrijving van het beroep onderwijsassistent worden de beroepstaken en functies als volgt omschreven:
Functies van een onderwijsassistent
De functie van een onderwijsassistent is het ondersteunen van een leraar. Doordat de klassen in het onderwijs steeds groter worden, is het moeilijker voor leerkrachten om alle kinderen de aandacht te geven. Een onderwijsassistent kan taken overnemen van de leerkracht en meer aandacht geven aan de leerlingen. Je mag als onderwijsassistent niet alleen voor de klas staan om les te geven en je valt onder de verantwoordelijkheid van de leerkracht die hier wel toe bevoegd is.
In het kort gezegd heeft een onderwijsassistent de volgende taken:
1. Het ondersteunen en begeleiden van leerlingen
2. Het assisteren van de leerkracht
3. Het uitvoeren van administratieve en verzorgende taken
4. Het assisteren bij buitenschoolse activiteiten
1. Het ondersteunen en begeleiden van leerlingen:
De onderwijsassistent:
- Kan kinderen met een achterstand in het leerproces extra begeleiding bieden bij onder andere het leren van lezen, schrijven en rekenen.
- Probeert kinderen te stimuleren om goed te luisteren en om de lesstof op te nemen.
- Helpt de kinderen bij het verkleden voor de gymles.
- Houdt tijdens de pauzes toezicht.
- Zet zich in om de sociale vaardigheden van leerlingen te verbeteren.
- Begeleidt de leerlingen bij hun huiswerk.
2. Het assisteren van de leerkracht:
De onderwijsassistent:
- Zet het lesmateriaal klaar.
- Controleert het lesmateriaal.
- Ondersteunt de leerkracht met het samenstellen van het lesmateriaal.
- Ziet erop toe dat alle leerlingen tijdens de les goed opletten en meedoen.
- Zal als hij/zij een probleem bij een leerling signaleert dit met de leerkracht bespreken.
3. Administratieve en verzorgende taken:
De onderwijsassistent:
- Houdt de leerlingenadministratie bij.
- Ruimt het klaslokaal op.
- Helpt bij het inrichten van het klaslokaal.
4. Begeleiden bij buitenschoolse activiteiten:
De onderwijsassistent:
- Begeleidt de leerlingen tijdens schoolreisjes.
- Begeleidt de leerlingen tijdens vieringen zoals sinterklaas en kerst.
- Begeleidt de leerlingen tijdens sportdagen.
- Begeleidt de leerlingen tijdens excursies naar musea.
- Helpt de leerkracht tijdens ouderavonden.
Bron: http://www.onderwijsassistent.com/informatie/onderwijsassistent.html
Link: Taken van een onderwijsassistent
schoolopdracht 2
Maak schoolopdracht 2 (in de bijlage)
Week 2
Voor het uitvoeren van opdracht 12 kun je de opgedane kennis bij het vak ‘Didactische Analyse’ actief toepassen. Overleg met docenten wat mogelijk is!
Opdracht 12 bestaat uit 2 onderdelen, hieronder vind je een verkorte versie:
- Je voert in overleg met je praktijkbegeleider 4 lesactiviteiten uit met een groepje leerlingen waarbij jij de instructie/uitleg verzorgt en de aanpak demonstreert.
Je maakt bij één of meerdere lesactiviteiten gebruik van bestaande lesmethodes die jouw stageschool hanteert.
Je bestudeert goed de beginsituatie van de leerlingen en van jezelf als het gaat om deze specifieke lesactiviteit.
Je maakt voor elke lesactiviteit een lesvoorbereidingsformulier.
Voer de lessen uit en neem daarbij eenvoudige didactische en pedagogische beslissingen.
Evalueer de activiteiten mondeling met je praktijkbegeleider.
- Schrijf per lesactiviteit een evaluatieverslag waarin je het volgende verwerkt: de manier waarop de activiteiten doeltreffend zijn aangeboden, of de activiteiten op het juiste niveau zijn aangeboden en verwerk in het verslag de verkregen feedback van je praktijkbegeleider.
Kijk bij de Digibib voor een volledige beschrijving van deze oefenopdracht!
Maak met je ALA docent afspraken over de manier van inleveren van deze verslagen en over het aantal activiteiten dat je uitvoert (minimaal 2, maximaal 4).
Week 3
Wat is jouw reactie als je naar een les gaat die je niet interessant vindt? Lukt het jou om gemotiveerd te blijven of voelt het als verplichte aanwezigheid?
Lees met elkaar § 2.2.5 uit OA School en Didactiek, blz. 61 en maak vervolgens de volgende opdracht:
Opdracht 3.1
Werk in kleine groepjes en noteer onderstaande woorden op twee A3 vellen:
MOTIVATIE MOETIVATIE
- Noteer zoveel mogelijk omschrijvingen per vel. Begrippen die sowieso genoteerd moeten worden zijn:
- keuze drijfveer extrinsiek productief aansturing trots eindresultaat beloning
- Draai de bladen om en noteer persoonlijke ervaringen aangaande motivatie versus moetivatie.
- Bekijk klassikaal het volgende filmpje: ( 6 min.)
https://www.youtube.com/watch?v=jiqXhIuNmuI&list=PLliNFq2pUD1-LWMlwc6CVIxLg3MWu51Nz&index=10
Mocht er nog tijd over zijn gebruik deze dan om oefenopdracht 12 voor te bereiden. Houd bij de voorbereiding de begrippen motivatie en moetivatie goed in je achterhoofd!
Week 4
Schoolopdracht 5
Tutorial maken:
Jullie gaan in twee-tallen zelf een activiteit bedenken waarbij jullie een video maken zodat de activiteit wordt gedemonstreerd en toegelicht, een tutorial. Voorbeelden: klok kijken, tafel van 3 aanleren, letter schrijven, 16 vierkantjes vouwen etc.
Voorbeeldvideo touwfiguur: https://www.youtube.com/watch?v=iq7MkBANPZY
De tutorial is gericht op (een kind uit) jouw doelgroep en
- duurt maximaal 3 minuten;
- heeft een duidelijke opbouw;
- is visueel en auditief geschikt voor jouw doelgroep;
- sluit qua taalgebruik en doel aan bij de doelgroep;
- is voorzien van passend materiaal;
is bruikbaar in de praktijk.
De techniek van het maken van instructievideo's
Tips & Tricks om zelf een instructievideo te maken
Een instructievideo maken hoeft helemaal niet moeilijk te zijn. Je kan het namelijk zo uitgebreid maken als je zelf wilt.
Hierbij een paar tips waar je aan moet denken bij het maken van een filmpje.
Stap 1:
Kies een leerdoel en de jaargroep voor wie je de video wilt maken.
Stap 2:
Zorg dat je weet wat je wilt vertellen in je video. Je doel is dat leerlingen en/of ouders je video kunnen gebruiken bij het inoefenen of leren van het leerdoel. Hou het wel kort en bondig.
Stap 3:
Bedenk of en welke materialen je wil gebruiken in je video. Ook hier kan het simpel van een A4’tje tot een presentatie op je computer. Leg of zet de materialen klaar zodat je ze eenvoudig erbij kan pakken en kan laten zien.
Stap 4:
Gebruik je mobiele telefoon, laptop softwarepakket zoals OBS Studio (gratis), powerpoint. teams om de instructievideo op te nemen.
Veel succes!
Week 5 vervalt (tweede pinksterdag)
Week 6 & 7
Week 8
Opdracht 7.1 Wat weet jij van VVE? Brainstorm met de groep!
VVE houdt meer in dan alleen taalstimulering. Zoek naar informatie welke ontwikkelingsgebieden nog meer gestimuleerd worden m.b.v. een VVE-programma.
Tips: www.wij-leren.nl; www.onderwijsconsument.nl; www.wikipedia.nl
Schoolopdracht 6: Maak individueel een schematisch overzicht van alle ontwikkelingsgebieden van VVE met daarbij een korte toelichting/uitleg. Beantwoord onder dit overzicht in verslagvorm de volgende vragen:
- Wat is het doel van VVE?
- Voor welke doelgroep is VVE bedoeld?
- Wat houdt de ‘doorgaande lijn’ in?
Als je stage loopt in een midden- of bovenbouw groep heb je minder met VVE te maken. Toch wordt ook in deze groepen aandacht besteed aan kinderen met een leer- en of ontwikkelingsachterstand.
Opdracht 7.2
Bekijk klassikaal onderstaande filmpjes over VVE, geef na afloop je onderbouwde mening
Het stimuleren van de taalachterstand gebeurt ook bij oudere kinderen. Zoek als klas naar filmpjes over (internationale) schakelklassen, topklassen en kinderen met een andere nationaliteit dan de Nederlandse die later ingestroomd zijn of deel je stage-ervaringen.
Schoolopdracht 6: Maak individueel een schematisch overzicht van alle ontwikkelingsgebieden van VVE met daarbij een korte toelichting/uitleg.
Beantwoord onder dit overzicht in verslagvorm de volgende vragen:
- Wat is het doel van VVE?
- Voor welke doelgroep is VVE bedoeld?
- Wat houdt de ‘doorgaande lijn’ in?
Week 9
Bijlage 1 het originele ALA document
Bijlage 2 alles over opdrachten
overzicht praktijkprincipes
Bijlage 3 Rubric lesvoorbereiding
concrete Les 1
concrete Les 3
concrete Les 4: uitwisseling van lesvoorbereidingen met aandacht voor aansluiten bij de belevingswereld en betekenisvolle keuzes
Prikbord uitwisseling van lessen
concrete Les 5