KB Keuzevak Werk in tuin en landschap 2020-2021

KB Keuzevak Werk in tuin en landschap 2020-2021

Wat ga ik leren?

Competenties en LOB

In dit keuzevak ga je je oriënteren op het werken in tuin en landschap. Daardoor ben je veel buiten aan het werk. Je leert over aanleg en onderhoud van tuinen met behulp van gereedschappen en machines. Ook leer je een opdracht aannemen en uitvoeren.

In dit keuzevak werk je daarom aan de volgende competenties:

  • Samenwerken en overleggen
  • Vakdeskundigheid toepassen
  • Plannen en organiseren
  • Klantgericht werken

 

Opdracht: LOB-formulier

  1. Aan het begin van dit keuzevak; wat heb je gedaan en wat heb je daarvan geleerd? Aan welke competenties heb je gewerkt? Bedenk regelmatig wat je wel en niet leuk vond én waarom je dat vond. Waar ben je goed in? Als je dit weet, helpt je dat in het maken van loopbaankeuzes.
  2. Aan het eind van de periode ga je in gesprek met je praktijkdocent over dit ingevulde formulier.

 

Logboek

Je gaat tijdens de lessen een logboek bijhouden. Zo kun je (laten) zien welke opdrachten je hebt uitgevoerd.

Schoolexamens

Om het examen te kunnen halen zijn de volgende punten heel belangrijk. We moeten het tempo er wel goed in houden om alles te kunnen behalen.

  • Je houdt je aan de deadlines zodat je achterstanden voorkomt. 
  • Je neemt verantwoording voor het huiswerk en het leren van de toetsen.
  • Je vraagt om hulp als het even niet lukt. 
  • Je doet je uiterste best om te slagen voor dit keuzevak.  

Oriëntatie

Werken in de groene sector kun je bij allerlei bedrijven doen. Je gaat de groene sector hier verder ontdekken vanuit de hovenier. Als hovenier maak en verzorg je de groene buitenruimte in het stedelijk gebied. Dat doe je bijvoorbeeld door de buitenruimte te onderhouden. Het is bijvoorbeeld je taak om plantvakken aan te planten en hagen te snoeien. Maar ook ga je onder andere wilgen knotten en andere. Als hovenier werk je op veel verschillende plaatsen. In de komende periode is dat zowel in tuin als landschap. Je doet dus veel verschillende dingen op veel verschillende plaatsen. Je gaat leren hoe je dat allemaal doet

 

Relatie met profielmodules en keuzevakken

Onderstaande powerpoint geeft de relatie weer tussen profielmodules en keuzevakken.

1. Voorbereiding op de praktijk

1.1 Communiceren

Communiceren doe je al je hele leven. Als baby schreeuwde je bijvoorbeeld omdat je honger had. Je communiceert omdat je iets duidelijk wilt maken, ervaringen wilt delen of liefde en aandacht nodig hebt. Hoe kun je jouw communicatie verbeteren?

 

Theorie: Wat is communicatie?

Lees de theorie.

Opdracht A:  Lesbrief communiceren

  1. Sla de lesbrief communiceren op onder je eigen naam op de computer.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.
  3. Lever de lesbrief via de ELO in bij je docent.

Praktijkkaarten

1.2 Wensen vertalen in uitvoerbaarheid

Klanten hebben wensen, maar is het ook uitvoerbaar? Dat ontdek je als je een opdracht in een stappenplan uitwerkt. Bij het maken van een stappenplan gaat het om:

  • Wat heb ik?

  • Wat wil ik?

  • Wat moet ik er voor doen?

 

Opdracht A: Stappenplan maken

Lees de tekst door en maak de opdrachten.

1.3 Wat kost het?

Als een klant bijvoorbeeld onderhoud wil laten uitvoeren, wil hij graag weten hoe de hovenier werkt en wat dat kost. Hij vraagt een offerte aan. Voor het maken van een offerte heb je bepaalde gegevens nodig. Als je weet wat een offerte is en hoe je die moet samenstellen, kun je zelf ook een offerte maken voor een klant.

 

Theorie: De voorcalculatie en offerte

Lees de tekst door en beantwoord de vragen.

 

Opdracht A: Een offerte maken

  1. Open het bestand.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.
  3. Gebruik bij de opdracht Een offerte maken het document Overzicht van prijzen.
  4. Lever de opdracht via de ELO in bij je docent.

Link naar website: Tuingoedkoop

 

Opdracht B: Onderhoudskosten berekenen

  1. Open het bestand.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.
  3. Gebruik bij de opdracht Onderhoudskosten berkenen het document Invulblad onderhoudskosten berekenen.

2. Recreatie

2.1 Recreëren in de natuur

Onder recreatie verstaat men alle vormen van vrijetijdsbesteding, alle activiteiten die kunnen worden gedaan naast de dagelijkse verplichtingen als werken, huishouden en zorg voor anderen. Recreëren doet men voor ontspanning en vermaak. Het woord op zich, 're-creatie' duidt op vernieuwing, verfrissing; de bedoeling van recreëren is het opladen van de persoonlijke actieradius, het vernieuwen van de energie, het verzetten van de zinnen en het ontladen van opgelopen spanning.

Men onderscheidt dagrecreatie en meerdaags toerisme.

Type recreatie Subtype Voorbeelden
Buitenrecreatie Dieren Paardrijden - Dierentuinbezoek
Ontspannen en rusten Strandbezoek - wandelen in de natuur
Steden Winkelen - Stadswandeling - Museumbezoek
Kinderen Speeltuin - Pretpark - Kinderboerderijbezoek
Reizen Wandelen - Fietsen - Vakantie in buitenland - Dagje weg
Sociale activiteiten Eten en drinken Restaurantbezoek - Barbecueën - Picknicken
Samen actief Scouting - Zingen - Dansen - Musiceren - Chatten - Modelzeilen
Samenzijn Gesprekken voeren - Gezelligheid
Spellen Kaarten - Schaken - Dammen - Scrabble
Feesten Vieringen - Discotheekbezoek - Cafébezoek - Uitgaan - Daten
Activiteiten in je eentje Passief Lezen - Televisie kijken
Actief Puzzelen - Internetten - Computerspel spelen - paardrijden - kitesurfen

2.2 Aanleggen

Bank van U-profiel

In dit stukje theorie gaan we het hebben over U-elementen en de vaktermen die daarbij aan de orde komen:

  • U-element
  • Beton
  • Maaiveld

U-element.

Het zal je niet verbazen dat een betonnen U-element zijn naam te danken heeft aan het U-vormige karakter. Dit zelfde geldt voor zijn familie het L-element die op zijn beurt is afgeleid aan de letter L.

U-elementen zijn in verschillende varianten verkrijgbaar. Naast de kleur, kun je ook nog kiezen tussen diverse hoogtes van de elementen.

Voor zowel de U- als L-elementen zijn er ook handige betonnen hoek elementen verkrijgbaar.

Beton.

Beton is een kunstmatig steenachtig materiaal, dat als bouwmateriaal wordt gebruikt. Het moderne beton is samengesteld uit het bindmiddel cement en uit een of meer toeslagmaterialen zoals zand, grind of steenslag. Cement heeft de eigenschap dat het door toevoeging van water verhardt.

Maaiveld.

Het maaiveld is de bovenkant van de grond van het terrein.

Tekst van Dinoloket: "Het maaiveld is het grensvlak tussen de ondergrond en de lucht. Dit niveau varieert in hoogte en kan in Nederland boven of onder N.A.P. liggen.

Opdracht A: Bank van U-elementen

  1. lees de instructie en maak de opdracht.

Opdracht B: Voorbereiding aanleg van schommel

Je onderzoekt wat er nodig is voor het plaatsen van een schommel. Je legt een speeltuin aan en je kijkt terug op de aanleg.

  1. Lees de instructie door en maak de opdracht.

start_speelveilig.htm

2.3 Inspecteren

Opdracht A: Inspectie van een speelterrein

  1. Gebruik de checklisten

2.4 Onderhouden

De vakbekwaam medewerker natuur, water en recreatie zet zich in voor bos, natuur, water en recreatieterreinen. Hij beheert bospercelen, natuur- en/of terreinen en onderhoudt gebouwen of voorzieningen; denk aan speeltoestellen, natuurlijke speelterreinen, zwembaden, campings en terreinmeubilair. Hij monitort flora en fauna en beoordeelt de kwaliteit van grond en water. Vanuit zijn sterke betrokkenheid met de leefomgeving staat hij voor het belang van groen en natuur. Hij is zich ook altijd bewust van de consequenties van zijn handelen op de flora en fauna. Omgevingsbewust als hij is, houdt deze vakbekwaam medewerker bij al zijn werkzaamheden rekening met de wensen en verwachtingen van het publiek.

Wat hoort daar nu bij in de praktijk?

Nieuwsgierig, kijk dan dit filmpje!

3. Werken met machines

3.1 Veiligheid en ARBO

VHG = Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners. Wat is het belang van veiligheid.

Bekijk deze film.

Veilig werken is belangrijk. Altijd. Of je nu in het praktijklokaal bezig bent, in de tuin, in het landschap, op je stageplek of later in je werk.  En het maakt ook niet uit of je werkt met gereedschappen en/of machines.

Na het volgen van deze les weet je:

  • Welke gevaren je in de praktijk kunt tegenkomen;
  • Wat de gevolgen kunnen zijn van onveilig werken;
  • Hoe je ongelukken zoveel mogelijk kunt voorkomen.

Als je aan het werk bent, moet je zorgen dat je jezelf en anderen niet in gevaar brengt. Dit doe je door de vei- ligheidsvoorschriften na te leven en veiligheidskleding te dragen. Bovendien zorg je ervoor dat je gereedschap goed in orde is. Zo heb je de minste kans op ongelukken.

Lees de theorie en maak de vragen.

importeren vraag 6 uit wiki veilig werken

3.2 Vragen over ARBO

importeren stukje ARBO uit wiki veilig werken

3.3 Machines

Je maakt bij ons kennis met machines. Na een instructie en startprocedure ga je zelf aan het werk met een machine. Dit doe je onder begeleiding.

Veiligheid staat hierbij voorop.

Met welke machines je kennis maakt hangt af van verschillende factoren.

Je kan met de volgende machines kennis maken:

  • cirkelmaaier
  • bladblazer
  • bosmaaier
  • kantensnijder
  • versnipperaar
  • heggenschaar

 

 

3.4 Brandstof


Voor het losdraaien van de tankdop maak je de ruimte rondom de tankdop goed schoon. Na het afdraaien van de tankdop maak je de tankopening met de vinger schoon. Hiermee wordt voorkomen dat er vuil met de benzine in de tank komt wat kan leiden tot verstopping van het brandstoffilter. De te gebruiken brandstof (ook wel de mengsmering of tweetakt benzine genoemd) bestaat uit Euro 95 benzine met daaraan toegevoegd tweetaktolie. De olietoevoeging dient voor de smering van de motor. Tegenwoordig mag er door bedrijven alleen nog gewerkt worden met een alkylaat 2-takt benzine. In alkylaatbrandstof zit geen benzeen, en andere zware metalen die schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Bekende alkylaatbrandstoffen zijn:

  • ​​Aspen 2;
  • Aspen 4;
  • Stihl Motomix;
  • Stihl Motoplus;
  • Cleanlife.


Verder zijn er diverse systemen op de markt die het makkelijk maken om de tank bij te vullen zonder te morsen. Deze snelvullers/Filpartners zijn zo gemaakt dat ze stoppen wanneer de tank vol is.

Aspen 2
Aspen 2 jerrycan met Filpartner

 

3.5 Bedrijfsklaar maken en dagelijks onderhoud


Het bedrijfsklaar maken omvat de navolgende punten:

  • Benzinetank vullen met de juiste benzine afhankelijk van het type motor (aftanken);
  • Het oliepeil controleren: indien nodig bijvullen;
  • Het luchtfilter controleren, indien nodig schoon maken;
  • Starten en proefdraaien.

3.6 Praktijk heggenschaar

Vaak wordt een motorheggenschaar ingezet om heggen te knippen. Nadeel van de motor is het lawaai. Voordeel het grote vermogen. Om stiler te kunnen werken kun je heggen knippen met machines die op een accu werken. 

Hieronder 2 video's die uitleg geven over het werken met deze machines.

 

3.7 Praktijk, overige machines

Opdracht A, maaien met een cirkelmaaier.

zie deze instructie

Opdracht B: Werken met een versnipperaar

  1. Lees de theorie.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

 

Opdracht C: Werken met een bladblazer

  1. Lees de theorie.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

4. Werken met een bosmaaier


De bosmaaier is een door twee-, viertaktmotor of accu aangedreven machine die door middel van een ophangvoorziening gekoppeld wordt aan een draagstel (zie video 1).

De in de maaiboom lopende aandrijfas wordt middels een centrifugaalkoppeling door de motor aangedreven. In de maaikop wordt de aandrijving via een tandwielstelsel overgebracht naar de montageas waaraan met een klemplaat en borgmoer of –bout, het snijgarnituur wordt bevestigd.

Het snijgarnituur dient gedeeltelijk door een beschermkap te worden afgeschermd. Het type beschermkap is afhankelijk van het maai- of zaaggarnituur. De bosmaaier wordt bediend met een stuurboom, die van twee handgrepen is voorzien. De rechter handgreep is uitgerust met een gashendel.


 

 

Snijblad / draadkop

Video 1: Instructie en uitleg over de functie van de onderdelen

4.1 Snijgarnituur en beschermkappen


De bosmaaier kan met diverse maai- en zaagsystemen worden uitgerust, te weten:

  • Draadmaaier
  • Slagmes
  • Cirkelzaagblad

Elk van de hierboven genoemde systemen dient gebruikt te worden in combinatie met een speciaal daarbij behorende beschermkap.

 

Video 2: Instructie zaag- en maaisystemen

Op school werken we het meest met een slagmes.

Het slagmes is een metalen schijf die voorzien is van een aantal scherpe kanten. Een veel voorkomende vorm is hieronder afgebeeld.

Het slagmes kan gebruikt worden voor het maaien van zware kruidachtige en lichte houtachtige gewassen van ‘pink’dikte. Aan de onderzijde van het slagmes kan een ‘schotel’ (bodemsteun) worden gemonteerd, waarop het maaigarnituur tijdens het maaien kan worden gesteund, waardoor aanraking met de bodem wordt voorkomen.

4.2 veiligheid bij bosmaaiers


Zoals de meeste gemechaniseerde handgereedschappen, brengt ook de bosmaaier gevaren met zich mee. Het is daarom ook van het grootste belang de gevaren te onderkennen en (indien mogelijk) maatregelen te treffen om de kans op ongelukken zo klein mogelijk te maken. Hierbij wordt in het bijzonder gedacht aan:

  • De aan de bosmaaier en het draagstel te stellen veiligheidseisen;
  • Persoonlijke beschermingsmiddelen;
  • Een juist onderhoud;
  • Een juiste werktechniek.

Zorg voor persoonlijke beschermingsmiddelen waar goed mee gewerkt kan worden. Deze persoonlijke beschermingsmiddelen kunnen bij ongevallen letsel voorkomen of de ernst ervan beperken. Hieronder wordt beschreven welke PBM's verplicht zijn danwel aanbevolen worden bij het werken met de bosmaaier.

 

  • veiligheidsschoenen met goede grip;
  • soepel zittende werkhandschoenen, bij voorkeur van leer;
  • een veiligheidsbril eventueel in combinatie met een gelaatscherm;
  • gehoorbescherming;
  • signaalkleding als je gezien moet worden.

Zorg indien van toepassing voor:

  • regenkleding, die soepel zit
  • stofmasker

 

 

 

Samenvatting veiligheidsinstructie:

  • Draag gelaatsbescherming in verband met de mogelijk rondvliegende deeltjes.
  • Draag gehoorbescherming vanwege het hoge geluidsniveau.
  • Bij reparatie en inspectie altijd eerst de maaier uitschakelen.
  • Controleer vooraf het te maaien deel op losliggende draden e.d.
  • Zorg dat andere personen op ruime afstand blijven.
  • Bij het vullen van de brandstoftank is het verboden te roken.

Video 12: Veiligheidseisen bij het werken met een bosmaaier

4.3 Startprocedure

Opdracht A: Bedrijfsklaar maken bosmaaier

  1. Lees de theorie.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.


Werkwijze:

  • Duw, met niet te grote druk (buigen), de bosmaaier met de voet of knie tegen de grond;
  • Zorg dat het maai- of zaaggarnituur vrij van de grond ligt;
  • Zet de stopknop op ‘aan’;
  • Sluit de choke-klep (uittrekken) en zet de gashendel is de startgaspositie (soms gecombineerd met de choke);
  • Trek het starterkoord zover uit dat er weerstand gevoeld wordt;
  • Trek nu met een krachtige ruk de motor door zijn compressie;
  • Laat het koord onder geleiding terugkomen;
  • Herhaal deze startbehandeling totdat de bosmaaier even loopt;
  • Open de choke-klep (indrukken) en start opnieuw;
  • Als de bosmaaier aanslaat, wordt de startgaspositie automatisch ontgrendeld door even gas te geven;
  • Laat nu de bosmaaier door het geven van gasstoten op temperatuur komen.

 

Als de bosmaaier op bedrijfstemperatuur is gekomen dient:

  • Het maai- of zaaggarnituur bij een stationair toerental stil te staan;
  • Bij het gas geven moet de overgang van stationair naar volle toeren vloeiend verlopen;
  • Het volle toerental kan in feite het beste worden gecontroleerd tijdens het werk.

Video 4: Starten en proefdraaien

4.4 Afstellen van de bosmaaier aan het draagstel

 

  • Stel de lenderiem af zodat de rug- en borstkoppelstukken midden op het lichaam hangen.
  • Stel de schouderriem zodanig af, dat het gewicht van de bosmaaier gelijkmatig over beide schouders verdeeld wordt.
  • Zorg ervoor dat er geen kragen van jassen/truien onder de schouderband zitten, dit kan een hinderlijke druk op het sleutelbeen tot gevolg hebben.
  • Bij een draagstel zonder in de lengte verstelbare schouderriemen kan de druk op de schouders worden afgesteld met de lenderiem
  • Stel de hoogte-instelling zodanog af dat de stuurboom rechtopstaand met licht gebogen armen (120 à 130 graden) bediend kan worden
  • Stel de heupslap zo af dat deze midden op de heup zit, de haak stel je af op 1 handbreedte onder het heupbot
Professioneel draagstel
Professioneel draagstel

 

Video 5: Afstellen van de bosmaaier en het draagstel

 

Opdracht : Afstellen draagstel bosmaaier

  1. Lees de theorie.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

4.5 Werktechniek


Alvorens met het werk te beginnen is het van groot belang een goede werkvolgorde te hebben. Met betrekking tot de werkorganisatie dienen de navolgende punten aandacht te krijgen:

 

  • Keuze van het juiste maai- of zaaggarnituur;
  • De afstelling van het draagstel;
  • Een centraal gelegen tank-onderhoudsplaats;
  • Het te verzorgen object in werkstroken verdelen van ca. 1 à 2 meter breedte om vervolgens deze systematisch af te kunnen werken, door deze niet te breed te maken werk je vanuit de armen en niet met de rug;
  • Bij het maken van de werkstroken dient rekening gehouden te worden met de windrichting;
  • Indien het werk wordt uitgevoerd door meerdere personen dient een onderlinge werkafstand van minimaal 15 meter in acht te worden genomen. Dit geldt eveneens voor eventuele omstanders.

 

 

Video 6: Instructie over werktechniek en werkvolgorde

4.6 Bedrijfsklaar maken en onderhoud


Het onderhoud is te verdelen in:

 

  • Bedrijfsklaar maken / dagelijks onderhoud;
  • Periodiek (30 draaiuren) onderhoud.

 

Naast dit op min of meer vaste tijdstippen uit te voeren onderhoud is er nog een derde belangrijke onderhoudsvorm, te weten:

Onderhoud tijdens werk

Deze onderhoudsvorm omvat het in de gaten houden van de bedrijfstoestand van de machine en indien zich storingen voordoen, deze ogenblikkelijk verhelpen. Indien het een grote storing betreft, die niet ter plaatse verholpen kan worden, zal de machine ter reparatie moeten worden weggebracht.

 

 

Opdracht: Onderhoud bosmaaier

  1. Lees de theorie.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Video 8: Bedrijfsklaar maken en dagelijks onderhoud

5. Tuin

Een tuin is een begrensd stuk grond waarop gewassen worden geplant of verbouwd. Een tuin kan:

  • nuttig zijn, een groentetuin;
  • wetenschappelijk zijn, een botanische tuin, volkstuin;
  • decoratief zijn, siertuin.

Iemand die beroepshalve een tuin aanlegt en onderhoudt heet een hovenier of tuinman.

Een tuin- en landschapsarchitect kan de tuin in een bepaalde stijl ontwerpen, zoals een Japanse tuin, Chinese tuin, Engelse of een Franse tuin.

Dit alles vraagt onderhoud. We gaan in dit hoofdstuk kijken naar planten, tuinonderdelen en onderhoud.

Een tuin kan bestaan uit verschillende onderdelen. Daarom is het tuinonderhoud in bijna elke tuin anders. Denk maar eens aan:

  • Gazon
  • Terras
  • Haag
  • Klimplanten
  • Borders met vaste planten en/of eenjarigen en/of tweejarigen en/of bollen/knollen en/of heesters
  • Boom
  • Vijver

Dit zijn zo maar wat voorbeelden van wat in een tuin kan voorkomen.

Elk onderdeel vraagt zijn eigen onderhoud. En dan is het vaak ook nog afhankelijk van de soort beplanting binnen een onderdeel.

Dit vraagt dus de nodige kennis.

Eerst maar eens helder krijgen wat elk onderdeel is.

 

Opdracht A: Een onderhoudskalender voor de tuin maken

  1. Sla de opdracht ‘Een onderhoudskalender maken’ op onder je eigen naam op de computer.
  2. Volg de aanwijzingen in de opdracht.
  3. Maak gebruik van het knipvel en van het 'plakvel'.
  4. Lever via de ELO in bij je docent: de opdracht ‘Een onderhoudskalender maken’.

4.1 Trendy planten

Wat zijn trendy planten?

Dat zijn planten die veel gebruikt worden. Dit komt doordat ze veel aandacht krijgen. Dit gebeurt via tv programma's, folders en websites.

Je gaat uitzoeken wat voor planten er afgelopen jaar zoveel aandacht hebben gekregen. Daarbij kijken we naar de naam van de plant, wat voor plant is en wat is dan zijn sierwaarde.

 

Opdracht A: Trendy tuinplanten

  1. Download het past en sla het op onder je eigen naam op de computer.
  2. Zoek via internet uit welke plant in welke rij van de tabel hoort. Knip de wetenschappelijke naam, Nederlandse naam, foto en beschrijving uit. Plak de juiste gegevens op de juiste plek.
  3. Voor de volgende keer moet je de Nederlandse naam en de Latijnse naam kunnen koppelen bij de juiste foto in een overhoring.

 

Er zijn natuurlijk nog meer planten die veel in tuinen gebruikt worden. We kunnen ze niet allemaal behandelen. Hier volgen nog 2 groepen van 7 planten. Deze komen in 2 opeenvolgende lessen terug in een overhoring.

 

Groep 1: veel voorkomende vaste planten voor in de tuin

 

Groep 2: veel voorkomende eenjarige planten (perkplanten) voor in de tuin

4.2 Grasveld/gazon

Gras & Tuin

Voor hoveniers is gras ook een belangrijk onderdeel in het werk. Zo willen de mensen bij het aanleggen van de tuin graag een mooi groen gazon. Een gazon bestaat uit fijner gras dat een mooie groene kleur heeft en er verzorgt uitziet.
Het mengsel voor een gazon bevat de volgende grassoorten:

  • Engels Raaigras
  • Rood zwenkgras
  • Veldbeemdgras
  • Struisgras

Struisgras is een grassoort die mooie fijne grassprietjes geeft met een fris groene kleur. Het is wat lichter dan de andere grassoorten en deze grassoort zie je ook wel op golfbanen. Roodzwenkgras heeft als mooie bijkomstigheid dat het vlinders aantrekt als het bloeit. Je kunt je voorstellen dat de klant vlinders in zijn tuin als pluspunt beschouwd.


Deze combinatie levert je de mooiste grasmat op. Echter ook de gevoeligste. Struisgras houd er niet van om vertrapt te worden, dus voor iemand die veel wil voetballen in de tuin zou het geen geschikte soort zijn. Maar voor iemand die wil genieten van zijn gazon en er lekker in het zonnetje wil zitten is het een prima mengsel!

Onderhoud van gras

Gras wordt voor verschillende doelen gebruikt. Het onderhoud is afhankelijk van dat gebruiksdoel. Een berm hoeft bijvoorbeeld niet zo kort gemaaid te worden als een sportveld. In de tabel staan voor weides, bermen, sportvelden en siergazon de meest voorkomende onderhoudswerkzaamheden.

  1. van lucht en zuurstof voorzien door gaatjes in de bodem te prikken
  2. de viltlaag van een grasmat uitkammen door dunne sleufjes te trekken

 

Opdracht: Een gazon onderhouden.

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Maaien

Wanneer je materialen goed onderhoudt, blijven ze mooi en gaan ze langer mee. Je schildert bijvoorbeeld regelmatig de kozijnen van je huis en de auto laat je elk jaar keuren. Net als het huis en de auto moet ook de buitenruimte onderhouden worden. Vaak is dat het werk van een hovenier. Er zijn verschillende soorten onderhoudswerkzaamheden. Als je weet welke onderhoudswerkzaamheden er zijn, kun je ze zelf uitvoeren.

 

Theorie: Onderhoudswerkzaamheden

Lees de theorie en maak de vragen.

 

Wanneer iemand je vraagt een schop of een hark te pakken, dan weet je vast wel hoe die eruit ziet. Maar weet je dat er veel verschillende schoppen en harken zijn? Als hovenier werk je met verschillende soorten tuingereedschap. Als je weet wat de verschillen zijn en waar je op moet letten tijdens het gebruik en onderhoud, kun je zelf het juiste gereedschap gebruiken.

 

Theorie: Verschillende soorten tuingereedschap

Lees de tekst en maak de vragen.

4.3 Tuin onderhouden

Als hovenier voer je veel verschillende onderhoudswerkzaamheden uit. Onderhoud aan planten is er één van. Planten staan op verschillende plekken en kunnen verschillende functies hebben. Het onderhoud is afhankelijk van de plant en de functie ervan. Planten kunnen bijvoorbeeld los of in een groep in een border staan, of op een rij geplant. Als je weet welke onderhoudswerkzaamheden je kunt doen aan planten, kun je zelf ook het onderhoud uitvoeren.

 

Theorie: Onderhoud aan planten

Lees de tekst en maak de vragen.

 

Opdracht A: Een onderhoudsplan voor borders maken

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

 

Opdracht B: Omleggen

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

 

Opdracht C: Borderplanten verzorgen

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

 

Opdracht D: Heesters snoeien

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

 

Opdracht E: Een haag snoeien

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Hoe snoei ik een haag

4.4 Gazon aanleggen

Dinosaurussen aten al gras, dus zo lang bestaat gras al. Gras heb je in een weiland, in de tuin, je kunt er op voetballen of lekker op liggen. Het wordt op verschillende manieren toegepast in de buitenruimte. Gras heeft verschillende gebruiksdoelen en wordt daarom ook verschillend onderhouden. Als je de gebruiksdoelen van gras kent en weet hoe gras onderhouden moet worden, kun je dat zelf ook.

 

Theorie: Gebruiksdoel en onderhoud van gras

Lees de tekst en maak de vragen.

 

Theorie: Gazonaanleg

Lees de tekst en maak de vragen.

 

Opdracht A: Een siergazon aanleggen

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

Strepen na het maaien

4.5 Afval scheiden

Op plekken waar mensen komen, blijft vaak afval achter. Dat staat niet netjes en het kan problemen opleveren. Denk maar aan hondenpoep of glas op een grasveld waar kinderen spelen. In een park is het belangrijk dat iedereen op een schone en veilige plek kan wandelen of spelen.

 

Video: Groenafval scheiden

Welke soorten tuinafval zijn er en wat doe je er mee? Bekijk de video.

 

 

Opdracht A: Tuinafval scheiden.

Lees de opdracht en volg de instucties.

5. Landschap

Lees onderstaande theorie door om alvast een idee te krijgen waar je straks aan de slag gaat!

 

Theorie: Landschap en leefgebieden

5.1 Streekeigen planten

Naast planten die veel in de tuin voorkomen heb je ook planten die bepalend zijn in een bepaalde streek. Welke planten komen bij jou in de streek nu voor. Hieronder zie je 2 groepen van planten die in de omgeving van Castricum voorkomen. Deze planten komen in 2 opeenvolgendene lessen terug in een overhoring.

 

Groep 1: 7 streekeigen houtachtige planten.

 

Groep 2: 7 streekeigen kruidachtige planten

5.2 Onderhoudsadvies landschap

In Nederland zijn er nog verschillende gebieden waar de natuur zijn gang kan gaan. Een voorbeeld van zo’n gebied is het Nationale Park de Hoge Veluwe. Dit is een groot natuurterrein en ligt in Gelderland. Maar ook al mag de natuur haar gang gaan, het park heeft wel onderhoud nodig. Gebeurt dat niet, dan wordt het een grote wildernis.


Theorie: Onderhoud en beheer van het landschap

Lees de theorie en maak de vragen.

5.3 Landschap onderhouden

Als je in een bepaald gebied beheer moet uitvoeren, moet je weten met welk soort landschap je te maken hebt. Er zijn in Nederland bos-, polder-, weide-, meren-, rivieren-, heide- en duinlandschappen. Elk soort landschap heeft een ander soort beheer nodig. Een landschap kun je herkennen aan zijn typische kenmerken.

 

Theorie: Landschappen in Nederland

Lees de theorie en maak de vragen.

 

Opdracht A: Een wilg knotten

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

 

Opdracht B: Opkronen van bomen.

Lees de theorie en volg de instructie in de opdracht.

 

Opdracht C: Struiken afzetten

Lees de theorie en volg de instructie in de opdracht.

 

Opdracht D: Struiken dunnen.

Lees de theorie en volg de instructie in de opdracht.

5.4 Afval scheiden

Zwerfafval is een bron van ergernis. Naast dat het slordig staat, is het ook nog eens slecht voor het milieu. Dieren kunnen zich erin verstikken of verstrikken en kunnen er ziek van worden. Zwerfafval trekt ook ongedierte aan waardoor ziektes overgebracht kunnen worden. In deze opdracht ga je zwerfafval verzamelen en ga je onderzoeken hoe lang het duurt voordat de natuur het afval heeft afgebroken.

 

Opdracht A: Zwerfafval opruimen en onderzoeken

Volg de aanwijzingen in de opdracht.

SKILLS

Dé vakwedstrijden voor vmbo’ers

Skills Talents zijn teamvakwedstrijden voor vmbo’ers. Leerlingen kunnen zich tijdens een voorronde op school en een provinciaal kampioenschap plaatsen voor de finale op 16 maart bij de Rai in Amsterdam. Zij strijden daar in verschillende wedstrijdrichtingen om de beste te worden van Nederland.

 

Tuinaanleg

Deze wedstrijd is er speciaal voor talentvolle medewerkers hovenier in opleiding. In deze rol kun je tuinen ontwerpen, aanleggen en onderhouden. Je hebt verstand van planten en kennis van de benodigde gereedschappen en machines. Je vindt het prettig om buiten te zijn en werkt meestal in een team.

Je bent creatief, flexibel, praktisch en klantgericht. Je kunt snel en secuur werken en je beschikt over genoeg energie om ook zwaardere werkzaamheden vol te houden. De jury let op of leerlingen al deze competenties laten zien tijdens de wedstrijd. Tuinontwerp- en aanleg staat centraal.

Hieronder zie je de opdracht die je gaat uitvoeren.

Test je kennis!

Hieronder zijn een aantal linkjes waarbij je kan kijken of je een aantal onderdelen van de theorie voldoende beheerst. De vragen worden aan het eind direct nagekeken en je kan de antwoorden ook terug zien, zodat je ziet wat je goed en/of fout hebt gedaan.

Hieronder een link waarbij je kan testen of je kennis ook iets verder gaat:

 

Laten zien

Hier volgt later een diagnostische opdracht waarin de leerling laat zien dat hij/zij kennis, vaardigheden en houding kan integeren in een praktijksituatie. 

Reflectie

Opdracht: Reflectie

Wat heb je gedaan in het keuzevak Werk in tuin en landschap? Heb je nieuwe dingen geleerd en hoe vond je dat?

Bij "Wat ga ik leren?" heb je een LOB-formulier gedownload dat je elke les hebt bijgehouden. 

  1. Heb je nog niet alles ingevuld, vul dan het document eerst verder in. 
  2. Bespreek het ingevulde document met je praktijkdocent.
  3. Plaats het document in Qompas, als bewijsstuk voor in je LOB-portfolio.

 

Klik hier om de opdracht te maken in Qompas bij stap 2: Reflectie Proefiel Groen

Voor de docent

Beste collega,

Dit arrangement is ontwikkeld voor leerlingen van de kaderberoepsgerichte leerweg die profiel Groen volgen.

Het arrangement beoogt alle leerstof voor keuzevak Werk in tuin en landschap af te dekken zoals omschreven in de (deel)taken van keuzevak Werk in tuin en landschap van conceptexamenprogramma versie 2 (2015-2017).

Het arrangement is op basis van bestaande leermiddelen van Groenkennisnet, Ontwikkelcentrum en eigen materialen samengesteld.

In schooljaar 2015-2016 wordt dit arrangement gebruikt in de pilot (project Vernieuwing VMBO) van Clusius College (Castricum), waarna er geëvalueerd zal worden en het arangement zal worden aangepast.

Eventuele verbeterpunten en -suggesties kunt u e-mailen naar l.spruijt@clusius.nl.