Sociale veiligheid

Sociale veiligheid

Titel

Samenwerkend Leren

Sociale veiligheid

 

Titel

Voorkomen van ongewenst gedrag en een veilig leerklimaat creëren voor zowel de docent als leerling.

 

Opleiding

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn

Hogeschool Rotterdam

 

 

Cursus: Samenwerkend leren

 

Docenten:

S.J.J. Lavooij  

S. Valstar

 

Ontwikkeld door:

Carla van der Klooster 0976256

Salwa Ould-El-Hadj 0918249

Jomaly Sneek 0910567

Siham Tarazi 0946260

Djen van Zon 0936749

Inleverdatum

10 februari 2020

Onderwerp

Wij hebben ervoor gekozen om Sociale Veiligheid als thema te kiezen voor onze lessenreeks. Middels de voorafgaande droomsessie zijn wij tot het onderwerp agressie gekomen waar de lessenreeks uit bestaat. Het voorkomen van ongewenst gedrag en een veilig leerklimaat creëren voor zowel de docent als leerling, is het uitgangspunt geweest voor het ontwikkelen van ons onderwijs.

Inleiding

Voor de cursus Samenwerkend leren hebben wij onderwijs ontworpen in de vorm van een lessenreeks. Wij hebben voor dit onderwerp gekozen, omdat wij zelf als beginnende docenten regelmatig met agressie te maken hebben in de klas. Het voornaamste doel van deze lessenserie, is beginnende docenten kennis en tools mee te geven die ingezet kunnen worden aan het begin van het schooljaar om een veilig leerklimaat voor beiden te kunnen creëren. 

Om dit doel te kunnen bereiken, gaat les 1 van de lessenserie over de theorie van het thema Sociale Veilighied. In de tweede les wordt doormiddel van een rollenspel en casuïstieken getracht te ervaren hoe het voelt om je als docent te verplaatsen in je leerling. In de derde en tevens de laatste les van de lessenserie, worden de tools aangereikt die ingezet kunnen worden en wordt de lessenreeks naderhand geëvalueerd.

Deze lessenserie bestaat uit richtlijnen die uit de handleiding van de cursus Samenwerkend leren gehaald zijn. Digitale didactiek is tevens toegepast in het ontwikkelen van het onderwijs voor de lessenreeks.

Definitie

 

Definitie van sociale veiligheid op school:

Een school is veilig als de psychische, sociale en fysieke veiligheid van leerlingen niet door het toedoen van anderen wordt aangetast (Ministerie van Algemene Zaken, 2016). Pesten, agressie, geweld, discriminatie, racisme, (homo)seksuele intimidatie, radicalisering en extremisme zijn hiervan voorbeelden. Om de sociale veiligheid te bevorderen zijn gedragsregels en het tegengaan van grensoverschrijdend en ongewenst gedrag op school nodig.

 

Analyse van verschillende scholen:

Op het ROC Mondriaan wordt getracht zoveel mogelijk aan vroegtijdige signalering te doen, om eventuele escalaties te voorkomen (ROC Mondriaan, 2017). De school is voorzien van beveiligers en je kunt de school uitsluitend binnentreden met een studenten of medewerkerspas, waarmee je je bij de toegangspoortjes dient te legitimeren. Het ROC Mondriaan heeft binnen de school aanspreekpunten als het aankomt op sociale veiligheid, zodat er altijd een duidelijk aanspreekpunt is.

Het cruciale moment om een veilig leerklimaat te creëren, om dit vervolgens doorgaans te verder te kunnen ontwikkelen is het begin van het schooljaar. In deze fase kan de leraar belangrijke afspraken maken met de klas en duidelijke regels opstellen. Zo creëert de leraar vanaf het begin een positief klimaat.  

Om deze reden, gaan wij aan de slag met een lessenreeks voor de beginnende docent. Wij willen de beginnende docent, handvaten meegeven die zij in kunnen zetten aan de start van het schooljaar. Zodat zij vanaf het begin kunnen starten met het creëren van een veilig en open leerklimaat binnen de klas. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen zich open en vertrouwd voelen binnen een klas. Door de beginnende docent hier handvaten over mee te geven, kan hier direct op ingespeeld worden.  

 

Op de Melanchthon Kralingen is rust, reinheid en regelmaat niet alleen de verantwoordelijkheid van de leraren of de schoolleiding. Tijdens de pauzes letten de leerlingen ook zelf op elkaar en de omgeving. Daarvoor krijgen ze in het begin een training ‘’Schoolwacht’’: Hoe spreek je elkaar aan, hoe zorg je voor rust, hoe zorg je ervoor dat de school netjes is en blijft?
Elke week zijn vier leerlingen tijdens de pauzes de schoolwacht, samen met de surveillerende docenten lopen zij actief door de school om de rust te bewaken; daardoor blijft de school veilig, gezellig en schoon (Melanchthon Kralingen, 2018).

 

Onderwerp: Agressie

Verantwoording

Wij hebben unaniem besloten om voor het deelthema agressie te kiezen waar wij onze lessenreeks voor gaan ontwerpen. Deze keuze hebben wij gemaakt, omwille van onze eigen ervaringen in het onderwijs en vanwege de geluiden die wij van medecollega’s horen vanaf verscheidene onderwijsinstellingen. Bovendien is het vanzelfsprekend dat beginnende leraren hier onvoldoende ervaring en kennis over beschikken en daarom het klassenmanagement van een startende leraar niet altijd is wat het moet zijn. Door deze leraren tools aan te reiken om bij het voordoen van agressie in de klas in te kunnen zetten en wellicht te voorkomen, willen wij het klassenmanagement van deze leraren helpen op orde te brengen (Teitler, 2017). Daarnaast hebben wij voor dit onderwerp gekozen om beginnende leraren tools mee te geven die zij in kunnen zetten aan het begin van het schooljaar. Zodat zij vanaf het begin van het schooljaar kunnen starten met het creëren van een veilig en open leerklimaat in de klas. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen zich veilig voelen op school. Door deze beginnende docente handvaten mee te geven, kan hier direct op ingespeeld worden.

 

Opdracht

Opdracht

De opdracht is onderwijs ontwerpen voor een vakoverstijgend onderwerp. Je maakt hiervoor een webkwestie in Wikiwijs over het onderwerp "sociale veiligheid" of "beroepspraktijkvorming". Je ontwerpt het onderwijs volgens de richtlijnen van het samenwerkend leren (Ebbens & Ettekoven, 2016).

Als docent ontwerp je niet alleen onderwijs, je moet het onderwijs ook begeleiden en daarmee de leerlingen leren samen te werken. Om dit goed te kunnen heb je als docent taal nodig om op het samenwerken te reflecteren. Tijdens de eerste bijeenkomst gaan we dan ook op zoek naar taal en woorden, die gedurende de cursus de leidraad vormen voor reflectie en peerfeedback op jullie eigen samenwerking. Deze taal is ook bruikbaar in het onderwijs dat jullie aan jullie leerlingen verzorgen.

In de verantwoording legitimeren jullie de gemaakt keuzes van jullie Wikiwijs. Jullie laten zien hoe je vanuit deze analyse komt tot de ontwerpeisen komt. Jullie tonen aan dat er in jullie uiteindelijke Wikiwijs sprake is van “constructive alignement”,  door in elk geval de werkvormen te verantwoorden vanuit jullie analyses en ontwerpeisen. Jullie laten ook zien op welke manier de principes van het samenwerkend leren terug komen in jullie Wikiwijs.

Bij het ontwerpen van het onderwijs en schrijven van de verantwoording laat je je leiden door de deelopdrachten onder de link "verwerking".

Verwerking

Les 1: Experts

Les 1 Experts

 

Doelen van de les:

  1. Studenten kunnen een definitie noemen van sociale veiligheid
  2. Studenten herkennen bijhorende begrippen en kunnen benoemen wat het begrip inhoud.

Doelgroep: Studenten van de opleiding LGW

Tijd: 90 minuten

 

Inhoud:

Inleiding: (10 minuten) Welkom heten, lessenserie wordt uitgelegd, ook worden de lesdoelen benoemd met de inhoud van les 1.

Motivatiefase: (20 minuten) Voorkennis ophalen door middel van een digitaal mindmap op Prowise. Daarna als docent een paar verschillende definities van sociale veiligheid op het bord schrijven en kort bespreken.

Verwervingsfase: (25 minuten) Samenwerken in groepjes aan de bijbehorende begrippen door middel van de drie vragen op het bord.

(25 minuten) Presenteren van info aan andere studenten. Deze informatie weer toevoegen aan de mindmap. Alles opslaan in een bestand.

Afsluiting: (10 minuten) Evalueren door de studenten op een post-it tips en tops in te laten vullen met betrekking tot de les deze op een groot vel papier laten plakken en er een paar klassikaal van bespreken. Na de les mailt de docent alle studenten het bestand van de gezamenlijk gemaakte mindmap.

 

Media/hulpmiddelen: Prowise, mobiel, computer/laptop, digibord, post-it en een groot vel papier

 

Principes van samenwerkend leren:

  • Directe interactie
  • Positieve wederzijdse afhankelijkheid

 

Samenwerkingsstructuur: Experts

 

Taken docent:

  • Docent heeft verschillende definities over de sociale veiligheid
  • Docent is ingelogd op een eigen account bij www.prowise.com
  • Docent zorgt voor de media/hulpmiddelen en zet de tafels van de klas in groepjes van 3 of 4
  • Docent stuurt door middel van het stellen van vragen het maken van de mindmap. De docent zorgt op deze manier dat de bijbehorende begrippen in de mindmap komen
  • Docent benoemt en bespreekt de verschillende definities van sociale veiligheid
  • Docent maakt zelf groepjes van 3/4 leerlingen in verband met de drie vragen
  • Docent let bij het maken van de heterogene groepjes op jongens/meiden gemengd en verschillende etnische achtergronden bij elkaar
  • Docent verdeelt de begrippen onder de groepjes. De verschillende begrippen zijn: agressief gedrag, discriminatie, pesten, radicalisering, seksuele intimidatie en racisme
  • Docent noteert de drie vragen op het bord waar de leerlingen in groepjes antwoorden op moeten vinden bij hun begrip namelijk: Wat is het, Wat kun je er aan doen als docent om het te voorkomen, wat kun je er aan doen als school om het te voorkomen?
  • Docent coacht de groepjes studenten bij het vinden van informatie over de begrippen
  • Docent laat de presentaties uitvoeren
  • Docent vult samen met de leerlingen de mindmap verder in. Hier kunnen ook links naar websites of filmpjes worden ingevoegd over het begrip
  • Docent slaat de mindmap met alle informatie op als bestand en mailt dit naar alle studenten, zodat iedereen de informatie heeft
  • Docent evalueert met studenten en bespreekt tips en tops over de gegeven les

 

Taken student:

  • Student logt in met mobiel/laptop op ProConnet Prowise. Klikt dan op start ProConnect en logt in met zijn/haar naam en de groepscode die de docent ziet op haar account
  • Student zoekt met het groepje informatie/filmpjes/websites over het begrip wat ze toegewezen hebben gekregen
  • Student presenteert met zijn/haar groepje de gevonden informatie aan de andere studenten
  • Student vult samen met de docent de mindmap met de informatie over het gekregen begrip
  • Student vult een tip en top in op een post-it over de les

Les 2: Ervaren hoe het voelt om een leerling te zijn

Les 2 Ervaren hoe het voelt om een leerling te zijn

 

Doel: Docenten ervaren hoe het voelt om een leerling te zijn doormiddel van rollenspellen en casuïstiek.

Digitale activiteit/ interventies: Filmpjes/toneelstukjes maken

 

Principes van samenwerkend leren:

  • Ontwikkelen van sociale vaardigheden
  • Aandacht voor het groepsproces
  • Directe interactie

 

 

Opstart

Hoge en lage status

 

Uitleg:

De docent geeft uitleg over het begrip hoge en lage status.

De docent bespreek het verschil tussen hoge en lage status.

 

Begin 1

Lage status versus hoge status

 

Lage status.

 

Doelstelling:

De student ervaart het verschil tussen het spelen van een hoge en een lage status binnen een spelopdracht.

 

Uitleg:

Zodra de docent in zijn handen klapt staat de groep stil.

De docent kan dan uitleg of een opdracht geven en vragen beantwoorden.

 

Opdracht 1A:

Loop in eigen looptempo en manier (neutraal) door elkaar in de ruimte.

 

Opdracht 1B:

Loop door de ruimte in een lage status in een door jou gekozen tempo.

 

Uitleg:

Spel intentie van 1 tot 10.

Intentie 1: Klein spel.

Intentie 2: Groot spel.

 

 

Opdracht 1C:

Beweeg je in een voor jou lage status door elkaar in de ruimte.

Zodra de docent in zijn handen klapt noemt hij een getal tussen de 1 en 10 waarmee hij de intentie van het spel aangeeft.

De groep beweegt zich in lage status en de aangegeven intentie door elkaar in de ruimte.

 

 

Evaluatie lage status:

De docent bespreekt de opdracht met de studenten na en stelt hen de volgende vragen:

- Hoe voelde het voor jou om in een lage status te spelen?

- Komt dat dichtbij of ligt dat juist ver weg van je eigen persoonlijkheid?

- Benoem een situatie waarin jij als student een lage status hebt ervaren?

- Hoe voelde dat voor jou?

- Benoem een situatie waarin jij als docent een lage status hebt ervaren

- Hoe voelde dat voor jou?

 

Begin 2

Hoge status versus lage status

 

Hoge status.

 

Doelstelling:

De student ervaart het verschil tussen het spelen van een hoge en een lage status binnen een spelopdracht.

 

Opdracht 2A:

Beweeg je in een voor jou hoge status door elkaar in de ruimte

 

Opdracht 2B:

Zodra de docent in zijn handen klapt noemt hij een getal tussen de 1 en 10 waarmee hij de intentie van het spel aangeeft.

De groep beweegt zich in hoge status en de aangegeven intentie door elkaar in de ruimte.

 

Evaluatie hoge status:

De docent bespreekt de opdracht met de studenten na en stelt hen de volgende vragen:

- Hoe voelde het voor jou om in een hoge status te spelen?

- Komt dat dichtbij of ligt dat juist ver weg van je eigen persoonlijkheid.

- Wat voor verschil heb je ervaren bij het spelen van de lage en hoge status.

- Benoem een situatie waarin jij als student een hoge status hebt ervaren.

- Hoe voelde dat voor jou?

- Benoem een situatie waarin jij als docent een hoge status hebt ervaren.

- Hoe voelde dat voor jou?

 

Verdieping 1

Veilig werkklimaat

 

Doelstelling:

De student ervaart het belang van het creeeren van een veilig leerklimaat door afspraken met elkaar te maken over wenselijk gedrag.

 

Opdracht 3A:

Iedere student schrijft anoniem op een a 4 papier welk gedrag hij wenst van het publiek, de kijkende klasgenoot,  als hij een scene speelt, vouwt daarna het papier op en stopt het in de emmer.

Zodra iedereen zijn wens heeft ingeleverd haalt de docent een voor een de briefjes eruit en schrijft de wens op het bord. Als alle wensen er staan bespreekt de docent deze met de studenten en vraagt hen hun handtekening eronder te zetten waarmee zij beloven zich volledig in te zetten voor de wens van zichzelf en de ander.

 

Evaluatie opdracht 3A:

De docent bespreekt met de studenten de opdracht na en stelt de volgende vragen:

- Hoe heb je de opdracht ervaren?

- Heeft de opdracht voor jou bijgedragen aan een veilig leerklimaat? En waarom wel of niet?

- Hoe zou jij deze opdracht vertalen naar jouw onderwijs?

 

Verdieping 2

Hoge en lage status

 

Doelstelling:

De student ervaart het effect van een hoge of lage status bij zichzelf en de ander door het spelen van scene.

 

Opdracht 4A:

Speler 1 en speler 2 spelen een scene waarin ze elkaar voor het eerst ontmoeten.

 

Personages:

Speler 1 speelt een lage status in spelintentie 10

Speler 2 speelt een lage status in spelintentie 10

 

Evaluatie opdracht 4A:

De docent bespreekt met de studenten de gespeelde scene na en stelt de volgende vragen:

- Wat heb je gezien?

- Wat heb je ervaren?

- Wat is het effect van het spel van de hoge status op de lage status?

- Wat is het effect van het spel van de lage status op de hoge status?

 

Uitleg:

Spelintentie 10 is een vergroting van de werkelijkheid. De speler speelt een karikatuur van zichzelf waarin duidelijk te zien is of hij een hoge of lage status aanneemt en hoe hij dat ervaart.

Dat is toch veel te overdreven, zo gaat het in het echt toch niet? is een veelgestelde vraag.

Maar een student kan zich van binnen wel zo voelen zonder dat je dat direct aan de buitenkant ziet.

 

Opdracht 4B:

Speler 1 en speler 2 spelen een scene waarin ze elkaar voor het eerst ontmoeten.

 

Personages:

Speler 1 speelt een hoge status in spelintentie 10

Speler 2 speelt een hoge status in spelintentie 10

 

Evaluatie opdracht 4B:

De docent bespreekt met de studenten de gespeelde scene na en stelt de volgende vragen:

- Herken je het gedrag van een hoge status bij jouw studenten?

- Kun je daar een situatie van benoemen?

- Waarom denk je dat deze student dat gedrag heeft ingezet?

- Heeft dat volgens jou iets te maken met veiligheid binnen de klas?

- Zo ja, wat heeft dat volgens jou te maken met veiligheid binnen de klas?

- Wat zou jij als docent binnen deze situatie kunnen doen om de veiligheid voor de student te vergroten?

 

Opdracht 4C:

Speler 1 en speler 2 spelen een scene waarin ze elkaar voor het eerst ontmoeten.

 

Personages:

Speler 1 speelt een lage status in spelintentie 10

Speler 2 speelt een hoge status in spelintentie 10

 

Evaluatie opdracht 4C:

De docent bespreekt de gespeelde scene met de studenten na en stelt de volgende vragen:

- Benoem een situatie waarin je als docent tegenover een student een hoge status hebt aangenomen.

- Wat was het effect daarvan op de situatie, op jou en welk effect heb je waargenomen bij de student.

- Benoem een situatie waarin je als docent tegenover een student een lage status hebt aangenomen.

- Wat was het effect daarvan op de situatie, op jou en welk effect heb je waargenomen bij de student?

 

 

Midden

 

Doelstelling:

De student ervaart het verschil in effect op het gevoel van veiligheid voor de docent en student tussen het inzetten van een hoge of lage status in een rollenspel.

 

Opdracht 5A:

2 spelers spelen de volgende casus op 2 verschillende manieren in een scene uit.

 

Casus:

Student komt een kwartier te laat de les binnen stampen. De student doet dit op een zeer luidruchtige manier. Maakt er grappen over en neemt alle tijd om te gaan zitten. De docent is daardoor de aandacht van de klas kwijt.

Tijdens de laatste vergadering is deze student uitvoerig besproken. Bij andere lessen komt deze student ook vaak te laat of zelfs helemaal niet.

Waarom ben je te laat vraagt de docent. De student zegt; het maakt niet uit of ik kom, ik snap er toch niks van. Jullie vinden me allemaal dom.

 

Scene 1:

 

Personages scene 1

Speler 1: docent, hoge status, spelintentie 10.

Speler 2: student, hoge status, spelintentie 8.

 

Evaluatie scene 1:

De studenten vormen groepjes. Iedere groep krijgt een groot vel papier. De studenten verdelen de vragen in kolommen op het papier. Iedere student kiest een kleur stift en schrijft zijn antwoord in stilte in de kolom van de vraag.

 

Vragen:

- Wat heb je gezien?

- Voelde de student zich gezien en gehoord?

- Voelde de docent zich gezien en gehoord?

- Waren de spelers met elkaar verbonden?

- Welk doel had de docent in deze scene?

- Is dat doel bereikt? En waarom?

- Welk doel had de student in deze scene?

- Is dat doel bereikt? En waarom?

 

Scene 2

 

Personages scene 2:

Speler 1: docent, lage status, spelintentie 5.

Speler 2: student, hoge status, spelintentie 9.

 

Evaluatie scene 2:

De studenten vormen groepjes. Iedere groep krijgt een groot vel papier. De studenten verdelen de vragen in kolommen op het papier. Iedere student kiest een kleur stift en schrijft zijn antwoord in stilte in de kolom van de vraag.

 

Vragen:

- Wat heb je gezien?

- Voelde de student zich gezien en gehoord?

- Voelde de docent zich gezien en gehoord?

- Wat is het verschil met de eerste scene?

- Waren de spelers met elkaar verbonden?

- Welk doel had de docent in deze scene?

- Is dat doel bereikt? En waarom?

- Welk doel had de student in deze scene?

- Is dat doel bereikt? En waarom?

 

De studenten bespreken in hun groepjes met elkaar wat ze hebben opgeschreven bij de evaluatie van scene 1 en scene 2 en benoemen met elkaar de verschillende effecten op het veiligheidsgevoel.

 

De docent vraagt klassikaal per groepje de verschillende effecten op het veiligheidsgevoel van scene 1 en scene 2 te benoemen.

 

Einde

 

Evaluatie:

De docent bespreekt de les met de studenten en stelt hen de volgende vragen:

- Hoe heb je de les ervaren?

- Wat heeft je verbaasd?

- Wat heb je geleerd?

- Wat neem je mee naar jouw werksituatie?

- Hoe ga je het geleerde inzetten binnen jouw onderwijs?

Les 3: Tools voor gebruik en evaluatie van de lessenreeks

Les 3 Tools

 

Doelen van de les:  

  • De studenten weten aan het einde van de les welke tools zij in kunnen zetten voor in hun eigen lessen.  
  • Studenten maken met elkaar en de docent afspraken over wenselijk sociaal gedrag binnen de groep. 

 

Doelgroep: Studenten van de Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn.

 

Tijd: 90 minuten.

 

Inhoud:

Inleiding: (20 minuten) Klassikaal het leerlingenbord invullen en de lesdoelen bespreken.  

Kern: (60 minuten) Klassikale instructie geven over hoe het leerlingenbord ingevuld dient te worden voor een effectieve uitkomst. Alsmede de instructie geven voor het inzetten van de tool die aanzet tot het maken van muurschilderingen door de studenten (zelfstandig).  

Afsluiting: (10 minuten) De lessenreeks evalueren aan de hand van de Klaag -en Jubelmuur.

 

Opdracht:

De docent bespreekt met de klas welk sociaal gedrag hij van de groep nodig heeft om zich veilig te voelen en optimaal te kunnen functioneren. 

De docent vertelt de klas welk gedrag hij niet accepteert en bespreekt met de klas waarom hij dit niet accepteert.  

De docent vraagt iedere student op een groot vel papier (muurschildering) te schrijven welk gedrag hij van zijn klasgenoten nodig heeft om zich veilig te voelen en optimaal te kunnen functioneren. De docent bespreekt dit klassikaal en stelt samen met de klas gedragsregels op. 

De docent vraagt iedere student zich te gedragen naar de gedragsregels en deze belofte te bevestigen met een handtekening. 

De docent maakt een foto van de muurschildering met handtekeningen van de klas en print deze uit op A4 formaat. Deze print plastificeert de docent zodat de klas de gemaakte afspraken over omgangsvormen met elkaar iedere les mee kan nemen en kan bespreken met de desbetreffende docent. 

 

Verwervingsfase: (15 minuten) De studenten aanzetten tot het maken van muurschilderingen, in de door de docent gekozen tweetallen.  

 

Afsluiting: (10 minuten) Evalueren van de gehele lessenreeks door de studenten te vragen om op een post-it minimaal 1 tip en top te noteren om deze vervolgens op de Klaag -en Jubelmuur te plakken. Naderhand worden deze klassikaal besproken en eventueel toegelicht door de studenten.  

 

Media/hulpmiddelen:

Prowise bord, computer, post-it plakkers, stiften, A3 vellen papier. 

 

Principes van samenwerkend leren:

  • Directe interactie  
  • Aandacht voor sociale vaardigheden
  • Aandacht voor het groepsproces

 

 

Beoordeling

Afsluiting

Op 10 februari dient onze Wikiwijs ingeleverd te zijn. Deze zal vervolgens aan de hand van de beoordelingscriteria beoordeeld worden door de vakdocenten.

Verantwoording

Verantwoording les 1

Verantwoording bij Les 1

 

Als studenten met hun eigen leerlingen aan de slag willen gaan om een veilig leerklimaat te creëren in hun klas, iets wat wettelijk verplicht is, moeten ze wel eerst weten wat sociale veiligheid inhoud. Om de studenten deze theorie eigen te maken heb ik er in les 1 voor gekozen om met de studenten een digitale mindmap te laten maken. Hierbij laat de docent de studenten brainstormen over het onderwerp en kunnen ze in groepsverband tot de juiste informatie komen. Deze methode leent zich goed voor het oplossen van problemen (Standaert et al, 2012).

Voor het samenwerken in groepjes heb ik de samenwerkingsvorm Expert gebruikt. De studenten werken aan begrippen uit de definitie van sociale veiligheid en de analyse van het schoolbeleid. Op deze manier worden de groepjes expert van hun eigen onderdeel, wat ze later delen in de digitale mindmap met de rest van de klas. Op deze manier hebben ze elkaar nodig dit noemt je positieve wederzijdse afhankelijkheid. Voor het samenstellen van de heterogene groepjes let de docent op verschillen tussen leerlingen. De groepjes bevatten jongens en meiden, maar ook verschil in etnische achtergrond. Zo krijg je meer verschillende meningen bij elkaar en de leerlingen kunnen wennen aan elkaar met als uitkomst hopelijk wederzijds begrip ook voor de verschillende etnische achtergronden waar dit soms ook erg gevoelige onderwerpen kunnen zijn. Dit is erg belangrijk voor een veilig schoolklimaat (Ebbens & Ettekoven, 2016). Deze werkvorm kunnen de studenten later ook weer gebruiken in hun eigen lessen.

Als digitale didactiek heb ik het programma Prowise gebruikt. Ik heb dit gezien op mijn stage. Mooi aan dit programma is dat je gezamenlijk aan de mindmap kan werken, maar ook filmpjes en websites in de mindmap kunt toevoegen en zo een goed beeld krijgt over het onderwerp. Bij het gebruik van digitale didactiek is het belangrijk dat de media de leerdoelen ondersteunt en het moet passen bij het type leerlingen (Standaert et al, 2012). Het gebruik van deze digitale didactiek sluit goed aan bij mijn leerdoel om de studenten informatie te verstrekken rond het onderwerp sociale veiligheid. Ook sluit het goed aan bij de studenten, omdat zij door het leren gebruiken van het programma Prowise dit ook weer kunnen toepassen in hun eigen lessen. Volgens het TPACK model moeten docenten kennis hebben van de vakinhoud, didactiek en ICT. Deze kennis moeten ze integreren en zo zinvolle lessen maken. Mijn les draagt hieraan bij door de theorie van sociale veiligheid (vakinhoud), de werkvorm expert (didactiek) en door het gebruik van Prowis (ICT).

Verantwoording les 2

Verantwoording bij Les 2

 

Samenwerkend leren wordt gezien als een van de krachtigste instructiestrategieën om het zelfstandig leren van leerlingen te ontwikkelen.

In het boek samenwerkend leren geschreven door Sebo Ebbens en Simon Ettekoven worden sleutelbegrippen voor samenwerkend leren uitgelegd en voorzien van voorbeelden.

 

Sleutelbegrippen samenwerkend leren:

  • Positieve wederzijdse afhankelijkheid
  • Individueel verantwoordelijk voor eigen bijdrage
  • Directe interactie
  • Aandacht voor sociale vaardigheden
  • Aandacht besteden aan groepsproces

In onze lessenserie hebben we de sleutelbegrippen voor samenwerkend leren als uitgangspunt gebruikt.

Een aantal sleutelbegrippen heb ik als basis gebruikt en toegepast in de opdrachten van les twee. Hieronder staat mijn lesvoorbereiding en verantwoord ik in de rood geschreven tekst hoe ik welke sleutelbegrippen in deze les heb toegepast.

 

Les 2:

 

Toegepast sleutelbegrip samenwerkend leren:

- Positieve wederzijdse verantwoordelijkheid.

- Aandacht voor sociale vaardigheden.

- Aandacht voor het groepsproces.

 

Opstart

Hoge en lage status

 

Uitleg:

De docent geeft uitleg over het begrip hoge en lage status.

De docent bespreek het verschil tussen hoge en lage status

 

Begin 1

Lage status versus hoge status

 

Lage status

 

Doelstelling:

De student ervaart het verschil tussen het spelen van een hoge en een lage status binnen een spelopdracht.

 

Toegepast sleutelbegrip samenwerkend leren:

- Individueel verantwoordelijk eigen bijdrage.

- Aandacht voor groepsproces.

 

Verantwoording:

Het behalen van de doelstelling van deze groepsopdracht is afhankelijk van de inzet van ieder individu. De studenten zijn kwetsbaar tijdens het uitvoeren van deze opdracht. Het creëren en waarborgen van een veilig leerklimaat en groepssfeer is hiervoor noodzakelijk. Bij deze opdracht wordt theater als middel ingezet om een veilig leerklimaat te scheppen waarin zowel student als docent zich optimaal kan inzetten en ontwikkelen

 

Uitleg:

Zodra de docent in zijn handen klapt staat de groep stil.

De docent kan dan uitleg of een opdracht geven en vragen beantwoorden.

 

Opdracht 1A:

Loop in eigen looptempo en manier (neutraal) door elkaar in de ruimte.

 

Opdracht 1B:

Loop door de ruimte in een lage status in een door jou gekozen tempo.

 

Uitleg:

Spel intentie van 1 tot 10.

Intentie 1: Klein spel.

Intentie 2: Groot spel.

 

Opdracht 1C.

Beweeg je in een voor jou lage status door elkaar in de ruimte.

Zodra de docent in zijn handen klapt noemt hij een getal tussen de 1 en 10 waarmee hij de intentie van het spel aangeeft.

De groep beweegt zich in lage status en de aangegeven intentie door elkaar in de ruimte.

 

Evaluatie lage status:

De docent bespreekt de opdracht met de studenten na en stelt hen de volgende vragen:

- Hoe voelde het voor jou om in een lage status te spelen?

- Komt dat dichtbij of ligt dat juist ver weg van je eigen persoonlijkheid?

- Benoem een situatie waarin jij als student een lage status hebt ervaren?

- Hoe voelde dat voor jou?

- Benoem een situatie waarin jij als docent een lage status hebt ervaren

- Hoe voelde dat voor jou?

 

Begin 2

Hoge status versus lage status

 

Hoge status

 

Doelstelling:

De student ervaart het verschil tussen het spelen van een hoge en een lage status binnen een spelopdracht.

 

Toegepast sleutelbegrip samenwerkend leren:

Individueel verantwoordelijk eigen bijdrage.

Aandacht voor het groepsproces.

 

Verantwoording:

Het behalen van de doelstelling van deze groepsopdracht is afhankelijk van de inzet van ieder individu. De studenten zijn kwetsbaar tijdens het uitvoeren van deze opdracht. Het creëren en waarborgen van een veilig leerklimaat en groepssfeer is hiervoor noodzakelijk.

 

Opdracht 2A:

Beweeg je in een voor jou hoge status door elkaar in de ruimte

 

Opdracht 2B:

Zodra de docent in zijn handen klapt noemt hij een getal tussen de 1 en 10 waarmee hij de intentie van het spel aangeeft.

De groep beweegt zich in hoge status en de aangegeven intentie door elkaar in de ruimte.

 

Evaluatie hoge status:

De docent bespreekt de opdracht met de studenten na en stelt hen de volgende vragen:

- Hoe voelde het voor jou om in een hoge status te spelen?

- Komt dat dichtbij of ligt dat juist ver weg van je eigen persoonlijkheid.

- Wat voor verschil heb je ervaren bij het spelen van de lage en hoge status

- Benoem een situatie waarin jij als student een hoge status hebt ervaren.

- Hoe voelde dat voor jou?

- Benoem een situatie waarin jij als docent een hoge status hebt ervaren

- Hoe voelde dat voor jou?

 

Verdieping 1

Veilig werkklimaat

 

Doelstelling:

De student ervaart het belang van het creëren van een veilig leerklimaat door afspraken met elkaar te maken over wenselijk gedrag.

 

Toegepast sleutelbegrip samenwerkend leren:

Aandacht voor sociale vaardigheden.

Aandacht voor groepsproces.

 

Verantwoording:

Iedere student schrijft op een a4 papier welk gedrag hij wenst van zijn kijkende klasgenoot en belooft zich in te zetten voor de wens van de ander. Leerlingen uiten zichzelf en krijgen inzicht in de ander. Er wordt een beroep gedaan op hun empatisch vermogen. Ze ervaren het belang van kijken en luisteren naar zichzelf en de ander. Wenselijk gedrag wordt bespreekbaar en inzichtelijk. Leerlingen ontmoeten elkaar in verschillen en overeenkomsten.

 

Opdracht 3A:

Iedere student schrijft anoniem op een a 4 papier welk gedrag hij wenst van het publiek, de kijkende klasgenoot,  als hij een scene speelt, vouwt daarna het papier op en stopt het in de emmer.

Zodra iedereen zijn wens heeft ingeleverd haalt de docent een voor een de briefjes eruit en schrijft de wens op het bord. Als alle wensen er staan bespreekt de docent deze met de studenten en vraagt hen hun handtekening eronder te zetten waarmee zij beloven zich volledig in te zetten voor de wens van zichzelf en de ander.

 

Evaluatie opdracht 3A:

De docent bespreekt met de studenten de opdracht na en stelt de volgende vragen:

- Hoe heb je de opdracht ervaren?

- Heeft de opdracht voor jou bijgedragen aan een veilig leerklimaat? En waarom wel of niet?

- Hoe zou jij deze opdracht vertalen naar jouw onderwijs?

 

Verdieping 2

Hoge en lage status

 

Doelstelling:

De student ervaart het effect van een hoge of lage status bij zichzelf en de ander door het spelen van scene.

 

Toegepaste sleutelbegrippen samenwerkend leren:

Directe interactie

Sociale vaardigheden

Aandacht voor het groepsproces.

 

Verantwoording:

Spelers zijn afhankelijk van elkaars inzet.

Het publiek is zich bewust van het gewenste publieksgedrag en is daardoor bespreekbaar. Er wordt beroep gedaan op hun sociale vaardigheden. Een veilige groepssfeer en werkklimaat zijn noodzakelijk voor deze opdracht. Als deze gewaarborgd zijn kan de docent met de leerlingen de inhoud van de opdracht bespreken tijdens de evaluatie.

 

 

Opdracht 4A:

Speler 1 en speler 2 spelen een scene waarin ze elkaar voor het eerst ontmoeten.

 

Personages:

Speler 1 speelt een lage status in spelintentie 10

Speler 2 speelt een lage status in spelintentie 10

 

Evaluatie opdracht 4A:

De docent bespreekt met de studenten de gespeelde scene na en stelt de volgende vragen:

- Wat heb je gezien?

- Wat heb je ervaren?

- Wat is het effect van het spel van de hoge status op de lage status?

- Wat is het effect van het spel van de lage status op de hoge status?

 

Uitleg:

Spelintentie 10 is een vergroting van de werkelijkheid. De speler speelt een karikatuur van zichzelf waarin duidelijk te zien is of hij een hoge of lage status aanneemt en hoe hij dat ervaart.

Dat is toch veel te overdreven, zo gaat het in het echt toch niet? is een veelgestelde vraag.

Maar een student kan zich van binnen wel zo voelen zonder dat je dat direct aan de buitenkant ziet.

 

Opdracht 4B:

Speler 1 en speler 2 spelen een scene waarin ze elkaar voor het eerst ontmoeten.

 

Personages:

Speler 1 speelt een hoge status in spelintentie 10

Speler 2 speelt een hoge status in spelintentie 10

 

Evaluatie opdracht 4B:

De docent bespreekt met de studenten de gespeelde scene na en stelt de volgende vragen:

- Herken je het gedrag van een hoge status bij jouw studenten?

- Kun je daar een situatie van benoemen?

- Waarom denk je dat deze student dat gedrag heeft ingezet?

- Heeft dat volgens jou iets te maken met veiligheid binnen de klas?

- Zo ja, wat heeft dat volgens jou te maken met veiligheid binnen de klas?

- Wat zou jij als docent binnen deze situatie kunnen doen om de veiligheid voor de student te vergroten?

 

Opdracht 4C:

Speler 1 en speler 2 spelen een scene waarin ze elkaar voor het eerst ontmoeten.

 

Personages:

Speler 1 speelt een lage status in spelintentie 10

Speler 2 speelt een hoge status in spelintentie 10

 

Evaluatie opdracht 4C:

De docent bespreekt de gespeelde scene met de studenten na en stelt de volgende vragen:

- Benoem een situatie waarin je als docent tegenover een student een hoge status hebt aangenomen.

- Wat was het effect daarvan op de situatie, op jou en welk effect heb je waargenomen bij de student.

- Benoem een situatie waarin je als docent tegenover een student een lage status hebt aangenomen.

- Wat was het effect daarvan op de situatie, op jou en welk effect heb je waargenomen bij de student?

 

Midden

 

Doelstelling:

De student ervaart het verschil in effect op het gevoel van veiligheid voor de docent en student tussen het inzetten van een hoge of lage status in een rollenspel.

 

Toegepast sleutelbegrip samenwerkend leren:

Aandacht voor sociale vaardigheden.

Aandacht voor het groepsproces.

 

Verantwoording:

Voor het spelen van de opdracht is een veilige groepssfeer en leerklimaat van absolute noodzaak. De speler als zowel het publiek zijn kwetsbaar. Er wordt een beroep gedaan op de sociale vaardigheden van de groep. De speler en het publiek wordt in spel geconfronteerd met zichzelf en krijgt hierdoor inzicht in eigen denken en handelen. De reflectie met de spelers en het publiek op de gespeelde scene heeft invloed op het groepsproces. De docent wijst geen spelers aan voor de opdracht maar nodigt de groep uit om te spelen. Wie wilt er leren? Dit versterkt de veiligheid voor de leerlingen en maakt een ieder verantwoordelijk voor zijn ontwikkeling.

 

Opdracht 5A:

2 spelers spelen de volgende casus op 2 verschillende manieren in een scene uit.

 

Casus:

Student komt een kwartier te laat de les binnen stampen. De student doet dit op een zeer luidruchtige manier. Maakt er grappen over en neemt alle tijd om te gaan zitten. De docent is daardoor de aandacht van de klas kwijt.

Tijdens de laatste vergadering is deze student uitvoerig besproken. Bij andere lessen komt deze student ook vaak te laat of zelfs helemaal niet.

Waarom ben je te laat vraagt de docent. De student zegt; het maakt niet uit of ik kom, ik snap er toch niks van. Jullie vinden me allemaal dom.

 

Scene 1:

Personages scene 1

Speler 1: docent, hoge status, spelintentie 10.

Speler 2: student, hoge status, spelintentie 8.

 

Evaluatie scene 1:

De studenten vormen groepjes. Iedere groep krijgt een groot vel papier. De studenten

verdelen de vragen in kolommen op het papier. Iedere student kiest een kleur stift en schrijft zijn antwoord in stilte in de kolom van de vraag.

 

Toegepast sleutelbegrip samenwerkend leren:

Individueel verantwoordelijk voor eigen bijdrage.

Aandacht voor sociale vaardigheden.

Aandacht voor groepsproces.

 

Verantwoording:

Omdat iedere student met een eigen kleur stift zijn antwoord op het papier schrijft wordt ieders inzet inzichtelijk en is iedere leerling verantwoordelijk voor zijn eigen bijdrage en afhankelijk van de ander. Als de groepjes leerlingen met elkaar de verschillen en overeenkomsten met elkaar bespreken doet dat een beroep op de bijdrage van ieder individu en de groep.

 

Vragen:

- Wat heb je gezien?

- Voelde de student zich gezien en gehoord?

- Voelde de docent zich gezien en gehoord?

- Waren de spelers met elkaar verbonden?

- Welk doel had de docent in deze scene?

- Is dat doel bereikt? En waarom?

- Welk doel had de student in deze scene?

- Is dat doel bereikt? En waarom?

 

Scene 2

 

Doelstelling:

De studenten reflecteren op de scène en krijgen daardoor inzicht in de werking en het effect van het bewust inzetten van een hoge of  lage status.

 

Toegepast sleutelbegrip samenwerken leren:

Positieve wederzijdse afhankelijkheid.

Verantwoordelijk voor eigen bijdrage.

Aandacht voor sociale vaardigheden.

Aandacht voor het groepsproces

 

Verantwoording:

De docent vraagt tijdens de evaluatie van de opdracht een leerling per groep de verschillende effecten op het veiligheidsgevoel van scène 1 en scene 2 te benoemen. De groep heeft de vraag voorbereid maar weet van te voren niet wie de docent uit het groepje vraagt de groep te vertegenwoordigen. Dit motiveert de leerlingen actief bezig te zijn met de opdracht en doet een beroep op het verantwoordelijkheidsgevoel van het individu en de groep. Ook worden hierdoor sociale vaardigheden versterkt en het groepsproces inzichtelijk en bespreekbaar.

 

Personages scene 2

Speler 1: docent, lage status, spelintentie 5.

Speler 2: student, hoge status, spelintentie 9.

 

Evaluatie scene 2:

De studenten vormen groepjes. Iedere groep krijgt een groot vel papier. De studenten verdelen de vragen in kolommen op het papier. Iedere student kiest een kleur stift en schrijft zijn antwoord in stilte in de kolom van de vraag.

 

Vragen:

- Wat heb je gezien?

- Voelde de student zich gezien en gehoord?

- Voelde de docent zich gezien en gehoord?

- Wat is het verschil met de eerste scene?

- Waren de spelers met elkaar verbonden?

- Welk doel had de docent in deze scene?

- Is dat doel bereikt? En waarom?

- Welk doel had de student in deze scene?

- Is dat doel bereikt? En waarom?

 

De studenten bespreken in hun groepjes met elkaar wat ze hebben opgeschreven bij de evaluatie van scene 1 en scene 2 en benoemen met elkaar de verschillende effecten op het veiligheidsgevoel.

De docent vraagt klassikaal per groepje de verschillende effecten op het veiligheidsgevoel van scene 1 en scene 2 te benoemen.

 

Einde

 

Evaluatie:

De docent bespreekt de les met de studenten en stelt hen de volgende vragen:

- Hoe heb je de les ervaren?

- Wat heeft je verbaasd?

- Wat heb je geleerd?

- Wat neem je mee naar jouw werksituatie?

- Hoe ga je het geleerde inzetten binnen jouw onderwijs?

Verantwoording les 3

Verantwoording bij Les 3

 

Verantwoording bordsessie:

Om onze studenten meer te betrekken in het leerproces, maken wij gebruik van een leerlingenbord, oftewel de bordsessie afkomstig van stichting leerKRACHT. Met dit bord zullen de studenten zich ontwikkelen in het opstellen van doelen en daardoor doel- en actiegericht samenwerken. Hierdoor zullen de studenten eigenaarschap ontwikkelen betreft hun eigen leerproces. Daarnaast biedt het leerlingenbord richting, inzicht en structuur tijdens de lessen. Zowel voor jou als leraar en voor de studenten in de klas.

 

Wat wordt er verstaan onder de bordsessie?

Het leerlingenbord is een middel waar wij elke les mee starten. Dit bord vullen wij aan het begin van de les samen met onze studenten in. Het bord geeft de leerlingen en de leraar een beeld van hoe anderen zich in de klas voelen en geeft de leerlingen houvast om actief bezig te zijn met de doelen.

 

Hoe vul je het leerlingenbord in?

De check-in

Je begint met een check-in door de studenten te vragen hoe zij zich voelen. Je laat de leerlingen hun vingers opsteken en je begint met turven aan de rechterkant van de smiley in kwestie. Vervolgens vraag je aan de studenten die zich akelig voelen of zij willen vertellen waarom zij zich zo voelen, vertel er nadrukkelijk bij dat ze niet hoeven te vertellen waarom, maar dat het mag als zij daar de behoefte voor hebben.

Successen

Vraag aan de studenten naar hun successen van afgelopen week, die gerelateerd zijn aan school en geef de leerlingen complimenten. Bijvoorbeeld voor een hoog cijfer dat behaald is voor een toets.

Doelen

Het is belangrijk om de leerlingen te betrekken bij het opstellen van de doelen. Hierdoor worden zij ook eigenaar van het proces en zullen zij elkaar verantwoordelijk houden voor het behalen van de doelen. Vraag de leerlingen bijvoorbeeld wat zij willen leren aankomende week, hierbij is het belangrijk dat de geformuleerde doelen reëel zijn. Laat de andere leerlingen ook antwoord geven op de vraag om te peilen of zij zich hierin kunnen vinden door bijvoorbeeld te vragen wie hetzelfde doel deelt.

Acties

Nu kun je samen met de leerlingen een aantal acties formuleren om de doelen te behalen.

 

Literatuur: https://stichting-leerkracht.nl/betrokken-leerlingen-met-het-bord-in-de-klas/

 

Muurschilderingen

Je vraagt de studenten om uit de drie sjablonen eentje uit te kiezen. Daarna vraag je of de studenten hun gedragswens willen opschrijven op het sjabloon, die hij of zij nodig heeft om zich veilig te kunnen voelen in de klas. Een voorbeeld van een gedragswens zou kunnen zijn: ‘’Ik wens dat wij mekaar niet pesten’’. Achteraf ondertekend iedere student elkaars gedragswens. Het resultaat hiervan, is dat de groep de zelfgemaakte afspraken erkent en op die manier bepalen hoe er met elkaar wordt omgegaan in de klas.

 

Evaluatie

Om de lessenreeks te kunnen evalueren gebruiken wij de klaag- en jubelmuur. De studenten krijgen geeltjes om op te schrijven wat zij van de lessenreeks vonden. Dit kan positief of negatief zijn, vandaar dat wij bovengenoemde termen gebruiken.

Samenvatting Masterclass

Waarom laten wij studenten samenwerken?

Doelen:

- Motiveren

- Van elkaar leren

- Sociale vaardigheden ontwikkelen

- Communiceren

- Hogere leerprestaties

- Actief betrokken

- Reflecteren en evalueren


Waarom samenwerkend leren:

- Wordt doelgericht gewerkt

- Samen verantwoordelijk

- Studenten benutten elkaars kwaliteiten

- Studenten leren vaardigheden

- Studenten werken zelfstandig

- Docent heeft begeleidende -en coachende rol

- Studenten halen samen en individueel het leerdoel


5 Sleutelbegrippen samenwerkend leren:

1: Positieve wederzijdse afhankelijkheid

Hoe zorg ik ervoor dat iedereen nodig is om de opdracht te kunnen uitvoeren.

2: Individueel verantwoordelijk voor eigen bijdrage

Voorbeeld: Grabbelton met namen.

3: Directe interactie

Voorbeeld: In duo's samen sommen maken. De een maakt de som, de ander kijkt de som na. Daarna wisselen ze van rol, de ander maakt de som en de een kijkt de  som na.

4: Aandacht voor sociale vaardigheden


5: Aandacht besteden aan groepsproces


Voorbeelden van samenwerkend leren opdrachten

Cirkels:
De groep deelt zich in twee groepjes. Groep 1 gaat in een cirkel met het gezicht naar buiten staan. Groep 2 gaat in een cirkel rondom de eerste groep staan en kijkt met het gezicht naar een persoon uit de binnencirkel. De persoon uit cirkel 1 bespreekt met de persoon tegenover hem, haar of hen de eerste stelling. Daarna stappen de personen uit de buitenste kring een stap naar links zodat ze tegenover een ander persoon uit de binnenste kring komen te staan. De persoon uit cirkel 1 bespreekt met de persoon tegenover hem, haar of hen de volgende stelling.

Rotonde:
De groep gaat in een kring zitten. De docent stelt een vraag en geeft een blanco vel papier in de kring door. Ieder groepslid mag zijn antwoord op het vel papier schrijven. Daarna worden de geschreven antwoorden besproken.

Placemet:
Ieder individu beschrijft zijn, haar of hen antwoord op een vel papier. De groep bespreekt de antwoorden met elkaar en beschrijft samen een antwoord op de vraag.

Droomsessie


Droom maar even


Pesten/cyberpesten. Agressie. Docent/leerling relatie. Veilig voelen. Durven. Elkaar respecteren. Waardering. Op je gemak zijn. Agressie workshop. Veiligheid ( op internet). Pesten op scholen aanzienlijk terugdringen. Iedereen moet een veilig gevoel hebben binnen de school. School is sociaal veilig voor leerling en docent. Geen discriminatie.


Besproken:
Frustratie, geen tools om zich te uiten. Hoe kan ik mijn gedrag handhaven?

Maatschappelijke cursus, geven van handvatten voor agressie in omgang en handelen.

Voorkomen van agressie en pesten ( ongewenst gedrag ). Sociale vaardigheden creëren en vergroten.

Observeren, signaleren en doorverwijzen.
Veiligheid in de klas is een voorwaarde om les te kunnen geven.


Conclusie:
Wij dromen ervan dat iedere student en docent zich zo veilig voelt in de klas zodat hij/zij of hen  kan zijn wie hij/zij of hun is.


Leerervaring

Elkaar waarderen en respecteren. Inlevingsgevoel. Met een andere blik kijken. In elke situatie, een andere tool. Weten hoe te handelen in verschillende situaties door kennis van protocollen die er zijn met betrekking tot sociale vaardigheid. Agressief gedrag voorkomen. Ben je wel eens getuige geweest van een onveilige situatie? Hoe heb je toen gehandeld? Voel jij je veilig op school? Wat doe jij er zelf aan? Leerlingen kunnen vragen stellen aan iemand die gepest is of gediscrimineerd wordt.


Besproken:
Veiligheid in de klas is een voorwaarde om les te kunnen geven. Het is belangrijk dat een student de docent vertrouwt en hulp durft te vragen. Zonder relatie geen prestatie.
Hoe creëer jij als docent veiligheid in de klas?


Conclusie:
Wij willen een lessenreeks voor de beginnende docent ontwikkelen waarin we verschillende handvatten en tools aanbieden voor het creëren en vergroten van een veilige leeromgeving in de klas zodat de student en docent zich vrij en geaccepteerd voelt als persoon binnen de groep en zich als zodanig kan gedragen, uiten en ontwikkelen.

Over 2 jaar

Hebben de tools die nodig zijn om zich in een onveilige omgeving te kunnen handelen. Weten leerlingen hoe ze elkaar kunnen steunen in een onveilige situatie. Goed voor anderen zijn. Wat heb je nodig om je veilig te voelen? Hoe kun je een veilig klimaat scheppen voor docent en leerling? School biedt bescherming en stopt ongewenst handelen. Anderen behandelen zoals jij ook behandeld wil worden. Een goede band met je leerlingen ontwikkelen vanaf de start zodat, leerlingen zich veilig voelen binnen de groep.


Besproken:
Veiligheid in de klas is een noodzakelijke voorwaarde voor goed onderwijs. Hoe kun je als docent voor veiligheid zorgen in de klas? Transparante communicatie.
In het eerste moment met de klas maak of kraak je als docent de veiligheid in de groep. Welke tools hebben wij als docent ingezet om veiligheid te creëren in de klas? En wat is het effect hiervan?


Conclusie:
Over 2 jaar willen we dat de beginnende docent van toen de tools en handvatten uit onze lessenreeks omgezet heeft in handelen en bewust toepast in zijn/haar/hen onderwijs en zo een veilige leeromgeving voor de student en de docent in de klas kan creëren

CIMO & Ontwerpeisen

Context

Interventie

Mechanisme

Outcome

Wat is de situatie?

 

Wij hebben een heel grote groep beginnende docenten. Beginnende docenten bezitten weinig tools en competenties omdat zij nog niet zoveel ervaring hebben voor de klas. Non verbaal en verbaal agressief gedrag is iets dat vaker in het onderwijs voorkomt. Dit kan een grote impact hebben op het functioneren en de gemoedstoestand van de beginnende docent. (Uit onze eigen ervaring)

 

 

 

Wat ga je doen?

 

 

 

Tijdens de lessen komen verschillende activiteiten voor.

 

Activiteiten:

  • Bord sessie
  • Muurschilderij
  • Rollenspel
  • Verschillende casuïstiek
  • Analyse
  • digitale mindmap
  • Theorie moment

 

 

 

Waarom?

 

Doormiddel van een rollenspel en casuïstiek willen we het leereffect vergroten om een zo echt mogelijke situatie na te bootsen.

Doormiddel van een diditale mindmap en  presentaties willen we de theorie toetsen om te zien of de beginnende docenten de theorie begrepen hebben.

Doormiddel van een analyse geven we elkaar feedback op het handelen van een beginnende docent in een bepaalde situatie.

Bordsessie is een tool die wij de beginnende docenten aanbieden om een veilig leerklimaat binnen de klas te stimuleren.  

Muurschilderij is tevens een tool die wij de beginnende docenten aanbieden om in het begin van het nieuwe schooljaar gezamenlijk de regels en afspraken te maken.

 

Doel

 

Wij gaan een lessenreeks maken voor beginnende docenten. We willen hiermee beginnende docenten voorbereiden voor het begin van een succesvol schooljaar.

De mogelijke effecten van de interventies kunnen zijn dat de leerkracht zelfverzekerder voor de klas staat. De leerkracht heeft na de lessenreeks genoeg tools om een veilige omgeving met de klas te kunnen creëren en verder op te kunnen bouwen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Van CIMO naar ontwerpeisen

  • De opdrachten stimuleren de reflectie van de beginnende docenten en helpen hun bij het ontwikkelen van een veilige leeromgeving.
  • Doormiddel van verschillende casuïstiek en rollenspelen kunnen docenten ervaren hoe het voelt om een leerling te zijn.
  • Doormiddel van diverse interactieve activiteiten kunnen de beginnende studenten oefenen met diverse activiteiten die ze tijdens hun les kunnen toepassen.
  • De lessenreeks en de opdrachten zijn gebaseerd op de doelgroep beginnende docenten.
  • Door de verschillende opdrachten kunnen de beginnende docenten zich beroepsgericht verder ontwikkelen.

 

 

Storyboard

Storyboard

 

Les

Doel

Digitale activiteit

Principes samenwerkend leren

Face to face moment

Feedback moment

Les 1

Definitie van sociale veiligheid en bijbehorende begrippen in kaart brengen en uitleg geven over de lessenreeks

Gezamelijk een digitale mindmap maken over de theorie

  • Directe interactie
  • Positieve wederzijdse afhankelijkheid

Tijdens de les

Op het eind van de les

Les 2

Docenten ervaren hoe het voelt om een leerling te zijn d.m.v. rollenspellen en casuïstiek.

Filmpjes/toneelstukjes maken

  • Ontwikkelen van sociale vaardigheden
  • Aandacht voor het groepsproces
  • Directe interactie

Tijdens de les

Op het einde van de les of begin van de volgende les

Les 3

Door tools aan te reiken en hierover uitleg te geven om een veilig leerklimaat te creëren

Bordsessie en muurschilderingen

  • Positieve wederzijdse afhankelijkheid
  • Ontwikkelen sociale vaardigheden
  • Aandacht voor het groepsproces

Tijdens de les

Op het einde van de les

 

Samenwerkingsdocument

Literatuurlijst

Literatuurlijst

 

Stevens, L. & Bors, G. (2018). Pedagogisch tact. Antwerpen, België: Garant Uitgevers

https://www.leraar24.nl/app/uploads/Nr._26_Maak_kennis_met_TPACK-3.pdf

https://www.prowise.com/nl/presenter-software/

Standaert, R., Troch, F., Peeters, I. & Stroobants, I. (2012). Leren en onderwijzen. Leuven, België: Uitgeverij Acco

Ebbens, S. & Ettekoven, S. (2016). Samenwerkend leren. Groningen, Nederlands: Noordhoff Uitgevers

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/veilig-leren-en-werken-in-het-onderwijs/veiligheid-op-school

https://stichting-leerkracht.nl/tips-bordsessie-leraren/

Ministerie van Algemene Zaken, Zorgplicht sociale veiligheid leerlingen op school. Geraadpleegd op 23 december 2019, van https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brochures/2016/07/18/zorgplicht-sociale-veiligheid-leerlingen-op-school

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sociale veiligheid. Geraadpleegd op 2 december 2019, van https://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/sociale-veiligheid

Wat is sociale veiligheid? Geraadpleegd op 4 december 2019, van https://www.voion.nl/programmalijnen/veilig-gezond-en-vitaal-werken/sociale-veiligheid/sociale-veiligheid/wat-is-sociale-veiligheid

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Veiligheid op school. Geraadpleegd op 12 december 2019, van https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/veilig-leren-en-werken-in-het-onderwijs/veiligheid-op-school

Teitler, P. (2017). Lessen in orde (Derde, herziene druk). Bussem, Nederland: Uitgeverij Coutinho

ROC Mondriaan. (Z.D.). Actieplan sociale veiligheid ROC Mondriaan. Geraadpleegd op 24 januari 2020, van  https://studentrocmondriaan.sharepoint.com/sites/intranet/org/fb/documenten_svb/Actieplan%20sociale%20veiligheid%20op%20school%20(PO-%20en%20VO-raad).pdf

Veiligheid. Geraadpleegd op 23 december 2019, van https://www.melanchthon.nl/kralingen/veiligheid/

 

  • Het arrangement Sociale veiligheid is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Laatst gewijzigd
    2020-04-22 18:42:51
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 4.0 Internationale licentie.

    djen

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 0 minuten
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.